DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tnberculosebestrijding.
Uit het Pasrlement
Dagelijksch overzicht.
No. 379
Dit nummer bestaat uit 4 blades.
Honderddertigste Jaargang
1928
a
Deze Conrant word! ELKEN AVOND, behalve Zon en Feesidagen, uitgegeven.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door
bet geheele Rijk /2.50.
Afzonderlijke en bewijstiummers 5 cents.
PRfJS DER GEWONE ADVERTENTlENi
Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsrnfmte. fj
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/b HERMs. COSTER ft ZOOM.
Voordam C9.
Directeur: C. KRAK.
ZATERDAG
Telef.nr. Administrate 3.
Telefoonnr. Redacfie 33.
Postgiro 37060.
Hoofdredacteun Tj. N. ADEMA.
24 NOVEMBER
Het is een toevallige omstandigheid, dat
een bestuurslid van de Alkmaarsche Com
missie tot bestrijding der tuberculose onze
belangstelling voor dit mooie sociale werk
hier ter stede vraagt, en juist dezer dagen in
Den Haag de Nederlandsche Centrale Ver-
eeniging haar vijf en twintig jarig bestaan
herdacht heeft.
Aan die groote Nederlandsche Vereeni
ging, als het ware de zorgende en controlee-
rende moedervereeniging van alle organisa-
ties welke zich op dit gebied verdienstelijk
maken, mogen hier allereerst dan eenige
woorden gewijd worden omdat uit haar veel-
omvattend werk blijkt hoe krachtig thans in
het geheele land de strijd tegen den tuber-
kelbacil gevoerd wordt, tegen de in 1882
door Robert Koch ontdekte microbe, den on-
eindig kleinen en voor het bloote oog onzicht-
baren vijand van mensch en dier en deson-
danksde machtige levensvernietiger van wiens
ondermijnend werk honderdduizenden in den
loop der jaren het slachtoffer zijn geworden.
Vroeger, nog niet zoo lang geleden, heette
deze groote volksziekte, die zich voorname
lijk in een aantasting der longen openbaart,
eenvoudig iongtering en wie longtering had,
werd als een hopelooze patient beschouwd.
Daar was geen kruid voor gewassen ook
al omdat men de ziekte eerst onderkende en
bestreed als de patient al in een vergevorderd
stadium was gekomen.
Van eenige voorzorg en van een doelmatige
bestrijding der ziekte wanneer zich daarvan
nog maar de eerste niet ernstige verschijnse-
len openbaarden, was zoo goed als geen
sprake.
Eerst in den herfst van 1903 werd, in te-
genwoordigheid van H. M. de Koningin-
Moeder, het Amsterdamsche Sanatorium
Hoog Laren geopend en werd een Centraal
Comite tot bestrijding der tuberculose ge-
sticht, waaruit later de Groote Centrale Ver-
eeniging is voortgekomen.
Het was in die jaren in het begin dezer
eeuw, toen de eerste sanatoria in ons land
tot stand kwamen en in Rotterdam de eerste
Vereeniging en het eerste consultatiebureau
werden opgericht, dat men besloot niet langer
lijdelijk toe te zien hoe jaarlijks duizenden
menschen aan de gevreesde ziekte ten offer
vielen, maar dat men alles in het werk begon
te stellen om het voortwoekerend kwaad te
beteugelen.
Dat heeft men in den loop der laatste vijf
en twintig jaren dan ook energiek gedaan al
was er nog dikwijls strijd over de vraag hoe
men de beste resultaten zou kunnen bereiken.
Een groote groep zocht dit allereerst in doel-
treffende verpleging der patienten en ande-
ren, die van de gedachte uitgingen, dat voor-
komen beter is dan genezen, drongeti op
sociale maatregelen van overheidswege aan
om het weerstandsvermogen van het volk te
vergrooten daar reeds gebleken was, dat de
tuberkelbacil bij een nog krachtigen patient
met voidoenden weerstand volkomen, of al-
thans voor langen tijd ongevaarlijk gemaakt
kan worden. Vandaar dat velen niet de
patienten met z. g. open tuberculose soms
door de ziekte zijn aarfgetast zonder dat zij
het zelf beseffen en door hun weerstandsver
mogen geheel genezen waarbij de ziekte
hoogstens een litteeken achterlaat.
Tot directe bestrijding der ziekte behoorde
ook het tegengaan van besmetting door het
gevaarlijke sputum van de lijders met open
t. b. c., welk sputum, zooals bekend, met stof
en vuil vermengd in de longen van gezonden
kan komen en daardoor nieuwe slachtoffers
kan maken.
In den tijd, dat prof. Scheltema er de aan-
dacht op vestigde, dat men, doordat de be
smetting in den kinderleeftijd plaats vindt.
voornamelijk naar daar het zwaartepunt van
den strijd moest verplaatsen, toen in de na-
oorlogsjaren de ziekte vele slachtoffers
eischte, werd er een staatscommissie be-
noemd om over het t. b. c.-vraagstuk een
uitvoerig rapport uit te brengen. In 1920
werd de Rijkstuberculose-inspectie ingesteld
en daarnaast zette de Centrale Vereeniging,
het middelpunt van alleriei kleinere organi-
saties, haar zegenrijk werk voort door pro
paganda, opleiding van enquetrices en wijk-
verpleegsters, regeling der Emmabloem-
collecte en bevordering van het wetenschap-
pelijk onderzoek, waarnaast een afzonderlijke
commissie het vraagstuk van de nazorg in
behandeling heeft genomen.
Dat deze algemeene aanval den tuberkel
bacil wel wat van zijn stuk gebracht heeft en
het diertje of is het geen diertje? heeft
doen beseffen, dat het met zijn onbeperkte
macht gedaan is, kan zeker hieruit bhjken.
dat er in 1903 in ons land nog meer dan
10.000 mer.schen per jaar aan tuberculose
stierven, dit is bijna 19 per 10 000 inwon^rs
en dat dit cijfer voor verieden jaar nog maar
ruim 7000 was, wat bij de vermeerderde be-
volking overeenkomt met 9 slachtoffers
10.000 inwoners.
per
Natuurlijk is Alkmaar ook niet achterge-
bleven en voor wie het nog niet wisten. is
het zeker interessant eens te vertellen wat er
hier ter stede op dit gebied reeds gedaan
is en nog steeds verricht wordt.
Er bestaat hier een Commissie tot bestrij
ding der tuberculose, die een dochter-afdee-
ling van Het Witte Kruis is, maar geheel
zelfstandig en met eigen geldmiddelen op-
treedt.
Van die Alkmaarsche commissie is Dr. J.
Degenaar voorzitter, de heer C. M. Hoogen-
boom secretaris en de heer H. W. Frese
penningmeester, terwijl tevens daarin zitting
hebben de dames Van Houweninge en Offers
en de heeren A. W. van Kleeff, A. Koelma,
Mr. Kusters en Dr. J. H. Pameijer.
Wie bedenkt, dat t. b. c.-bestrijding een
langdurige en zeer kost'oare geschiedenis is,
begrijpt wel, dat deze commissie allereerst
behoefte aan geld heeft, aan zooveel geld,
dat het hier ter plaatse niet door belang-
stellende particulieren alleen bijeen ge
bracht kan worden en dus de overheid op
verschillende manieren de tekorten moet bij-
passen.
Werd verleden jaar bijna 11.000 uitge
geven, dit jaar is al 15.000 voor het prach-
tige doel besteed en we vermoeden, dat het
feit, dat men er thans in het bijzonder onze
aandacht voor vraagt, wel mede ten doel zal
hebben, hen die nog niet contribueeren op te
wekken zich als lid op te geven, opdat de
commissie haar taak naar behooren zal kun
nen verrichten.
In 1925 werd nog maar 841.50 aan con
tributes van particulieren ontvangen, maar
de ijverige penningmeester heeft toen door
woord en geschrift bij alien die-daarvoor z.i.
in aanmerking kwamen op zoo penningmees-
terlijke wijze propaganda gemaakt, dat de
contributes thans bijna zijn verdubbeld en er
dit jaar 1620 werd ontvangen.
Wie op zijn bureau de uitvoerige kaartre-
gisters ziet, kan zelf constateeren hoe veel-
omva'ttend deze organisatie reeds is gewor
den, maar waar het particulier initiatief zich
zoo krachtig deed gelden, kon de gemeente
niet achterblijven en men is daar dan ook zoo
royaal geweest het leeuwendeel van de kos-
ten \an uitzending voor zijn rekening te
nemen.
Het is 'vanzelfsprekend, dat het hier on- of
minvermogende patenten betreft, menschen
wier weerstandsvermogen in den regel het
geringst is en die niet in staat zijn de hooge
kosten te betalen welke aan langdurige uit
zending zijn verbonden.
Meestal wordt voor een half jaar 180
dagen uitgezonden en bedragen de kosten
van het sanatorium 2.60 per dag. Dan geeft
de Commissie 25, onverschiWig wie de arme
patient is en van welke geloofsbelijdenis hij
is, en Katholieke patienten kunnen dan nog
extra door de organisatie „Herwonnen Le-
venskracht" gesteund worden.
De gemeente betaalt de rest en gaf daar-
voor het vorig jaar plus minus 2600 uit,
waarvan de Provincie 50 pCt. vergoedt Dit
jaar was het door bijzondere omstandigheden
meer en voor het voigend jaar is, in verband
met een nieuwe Provinciale regeling 4000
toegezegd.
Doordat hier uit het particulier initiatief
reeds zulke groote baten zijn verkregen, is de
subsidie voor dit werk door de Gemeente niet
zooals andere subsidies tweemaal, maar
siechts eenmaal met 10 pCt. gekort.
De gang van zaken is in den regel zoo,
dat moeders, die t. b. c. bij een harer kin-
deren vermoeden, zich tot den consultatiearts
Dr. Jongmans te Bergen wenden. Deze zoekt
dan contact met den heer Hoogenboom, wan
neer aithans uitzending wenschelijk wordt ge-
oordeeld. Die stelt zich weer in verbinding
met de t.b.c. bestrijding hier ter stede en op
de secretarie der Gemeente wordt nagegaan
of, en zoo ja hoeveel, het gezin zdf zal kun
nen bijdragen.
Dit al'les wat de uitzending naar sanatoria
beireft, maar de Alkmaarsche commissie
heeft daarnaast nog een algemeene taak, die
al haar krachten en het leeuwendeel harer
geldmiddelen vraagt en waarvoor eenige
meerdere financieele steun ten zeerste ge
wenscht is.
Zooa'ls gezegd, verkrijgt men 1620 aan
contributies en voor de algemeene taak betaalt
het Rijk ruim f 2200, de Provincie 185 en
de gemeente 700, waarbij dan jaarlijks nog
voornamelijk dank zij de zorg van de beide
dames in de commissie de opbrengst van
den verkoop der Emmabloem kan gevoegd
worden.
Het ziet er naar uit of de Commissie over
heel wat geld beschikt maar in werkelijkheic
is dat niet het geval omdai tegenover deze in-
komsten buitengewoon kostbare uitgaven
staan.
En door deze te vermelden komen wij te-
geflijkertijd tot een overzicht van het veelom-
vattende werk, dat nog te weinig gekend
wordt.
De huisbezoekster heeft een salaris van
1800, de verpleegster in de lighallen een
inkomen van 1000.
Voor deze lighallen wordt jaarlijks ruim
2200 uitgegeven, voor ontsmetting van wo-
ningen, lighallen en goederen 327, maga-
zijngoederen, stoelen, dekens enz. vroegen dit
jaar 630 en voor verbetering van woning-
toestanden wordt plus minus 500 per jaar
betaald. Wordt b.v. in een krohvoning een
patient aangetroffen en eischt diens toestand
een beter huis, dan wordt daarvoor een bijdra-
ge voor de hooger huur verleend.
Toen zijn we eens bij de lighallen gaan kij-
ken, waarvoor de Commissie, zooals gezegd,
ruim 2200 per jaar uitgeeft waaronder
ook het salaris van de verpleegster is begre-
pen
In de ruime en rustige stadskweekerij heeft
de Commissie een stukje grond van de Ge
meente kunnen huren en hier zijn een viertal
ruime draaibare lighallen geplaatst en heeft
de Zuster een klein kantoortje met daaraan
verbonden keukentje.
Eigenlijk is deze inrichting, die plaats voor
veertien patienten biedt, een klein sanatorium,
met dit verschil, dat de zieken elken avond
naar huis gaan en's morgens weer terugko-
men. In den winter b'ijven zij van half tien
tot vier en in den zomer van negen tot zeven
uur.
Siechts tegen den wind beschut liggen zij
hier in de open lucht op ruststoelen en toege-
dekt door een deken. Zij brengen hun eigen
twaalfuurtje mee, maar zij eten niet gezame-
lijk en de Zuster mist nog een flinke tent, die
zij tot een gezeliige eenschappelij ke eet-
zaal kan mrirhten.
De patienten, die niet in een ernstig sta
dium zijn, lezen, handwerken, doen verschil
lende spelen als dammen, tric-trakken en moe-
ten op bepaalde tijden volkomen stil liggen
om te rusten.
De jeugdige kinderen, die hun school mis-
sen, worden van half elf tot twaalf uur onder-
wezen door het gepensionneerde schoolhoofd,
den heer Butter. De Commissie betaalt dit on-
derwijs, maar de Gemeente zorgt voor de
leermiddelen.
Dank zij een kleine en gelukkig geslaagde
verloting, is de Zuster er in gesllaagd geld
voor een radiotoestel bijeen te brengen waar
van thans, dank zij ook de firma Ypma, die
een bijzonder voordeelige levering deed, alle
patienten dagelijks genieten.
Toevallig zagen wij hier weer eens een
voorbeeld van de veel te zware meterhuur
voor kleine stroomverbruikers. Electrisch licht
is hier niet, alleen maar een stopcontact voor
de radio, die twee eenheden per maand ge-
bruikt. De Gemeente heeft daarvoor een me
ter geplaatst en zoo betaalt men voor 50 cent
stroom tevens twintig cent, dat is dus 40 pCt.
aan meterhuur!
Maar daarover gaat het nu op het oogen-
blik niet. Keeren we weer tot de patienten te-
rug, dan dient gemeld, dat de Zuster, die hier
nu reeds vijf jaren verpleegt, hoogst tevreden
is over de bereikte resultaten.
Een arbeider in een vrij ernstig stadium
zoo zelfs, dat de Raad van Arbeid hem niet
wilde uitzenden, is hier in drie jaar tijds zoo
opgeknapt, dat hij geregeld zijn dageflijksch
werk weer verricht. En verscheidene andere
patienten konden na korter of langer tijd weer
afgeschreven worden. Zoo is er op het oogen-
blik nog een vrouw, die alleen nog maar
's middags komt rusten omdat ze weer sterk
genoeg is een deel harer huishoudelijke bezig
heden te verrichten.
Vooral bij lichtere gevallen er zijn veel
kinderen onder de patienten ziet men wat
rust, licht en lucht weer aan reservekrachten
bijeen kunnen brengen om het bacillenleger
met succes te bestrijden en tot den aftocht te
dwingen.
Maar ook ziet men hier, dat dit alles geld
veel geld kost en het is geen wonder, dat de
Commissie menigmaal met zorg aan de toe
komst denkt.
Moge het bovenstaande er toe medewerken
dat velen zich nog als contribuant opgeven
en het daardoor mogeliik maken dit prachtige
sociale werk voort te zetten en zoo noodig nog
uit te breiden.
In den strijd tegen den bacil, den nietigsten
en toch machtigsten onzer natuurlijke vijan-
den, kunnen wii siechts door eensgezindheid
en offervaardigheid de overwinning behalen
Het reeds verkregen succes geeft alle hoop
voor een gelukkige toekomst.
W. M. H. p. Zn.
E
L
S
Koorstraat 49/51. Tel. 207.
Wijnhandel.
Den'Haag, 23 November 1928.
Minister Kan en de Tweede Kamer schij-
nen niet gemakkelijk van elkander te kunnen
scheiden. Gisteravond zijn zij den ganschen
avond samen geweest ter behandeling van de
Begrooting van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw en nog zijn ze niet van elkander
af. Men is blijven steken in de afdeeling
Landbouw1 en daarvoor hebben zich zooveei
sprekers laten inschrijven, dat de eerstvol-
gende avondvergadering, op Dirisdag a.s., er
wel geheel mede heen zal gaan. We hopen
er daarna op terug te komen.
Het eerste gedeelte van de avondvergade
ring van gister is gewijd geweest aan de wer-
keloosheid. De Kamer heeft algemeen ge-
prezen, wat minister Kan op dit punt heeft
gepresteerd, maar natuurlijk wil men nog
meer dan reeds gedaan is om dat lastige
vraagstuk tot oplossing te brengen. In het
bijzonder is gesproken over de tewerkstelling
van werkeloozen op het land. De landbou-
wende leden der Kamer gevoelen er niet veel
voor, maar daartegenover pleitte dr. Vos
(Vrijheisb.) met groote warmte voor het denk-
beeld en betoogde het staatsbelang van een
georganiseerde binnenlandsche migratie
als men ten minste te maken heeft met ernstig
werkwilligen, wat minister Kan meende, dat
niet altijd het geval was.
De minister heeft aan de Kamer toezeg-
ging gedaan, dat hij zijn strijd tegen werke-
loosheid door zal zetten, maar hij wees er op,
dat de finantien hem wel eens handicappen en
let departement van Finanrien niet altijd
even toesghietelijk is om de noodige gelden be-
schikbaar te stellen. Intusschen om /de ge-
moedelijke woorden des ministers zelf aan
te halen: „De minister van Finanrien is op
den goeden weg, maar ik hoop hem nog een
stootje in de goede richting te geven, ge
steund als ik mij gevoel door het woord van
gezag van verscheidene afgevaardigden."
In vroegere jaren zou men misschien de
handen ineen hebben geslagen van verbazing
over dergelijke huiselijke taal in's lands ver-
gaderzaal, nu zijn de tijden toch anders
en de menschen tevens!
De Eerste Kamer heeft hedenmorgen nog
een uurtje vergaderd ter afdoening van het
ontwerp tot heffing van successiebelasting
van Nederlanders in den vreemde. Die af
doening is een afstemming geweest: met 21
tegen 16 stemmen heeft onze senaat ver-
klaard het onzen landgenooten in den
vreemde niet lastig te willen maken inzake de
successiebelasting. De stemming over de
zaak was tamelijk gemengd. De rechtsche
partijen waren verdeeld, liberalen en vrij-
zinnig-democraten stemden alien tegen,
sociaal-democraten waren eenstemmig er
voor. De Kamer is daltop tot 4 December
uiteengegaan.
De vergadering van de Tweede Kamer is
heden weer eens voorgezeten door dr. De
Visser. IJverig is er voortgewerkt aan de af-
handeling van de begrooting van Arbeid,
Handel en Nijverheid.
Bij de afdeeling „Werkeloosheidsverzeke-
ring", heeft de minister den heer Van den
Tempel (S.D.A.P.) verklaard, dat hij geen
bezwaar had om opnieuw een onderzoek te
laten instellen omtrent den omvang van -'e
werkeloosheid in verschillende gemeenten.
.Bij de afdeeling „Handel en Nijverheid"
zijn een aantal wenschen en klachten ver-
nomen. Zoo heeft de heer Leenstra (A R.)
critiek geoefend op de rijkdommen, welke
sommige Kamers van Koophandel vergaren
uit de inkomsten van het Handelsregister.
De heer Van der Bilt (R.K.) drong aan op
herziening van de IJkwet, zoodat ook de
automatische weegwerktuigen, benzinepom-
pen en flesschen er onder vallen. De heer
Kortenhorst (R.K.) deed een betoog hooren
ten gunste van cen radicale herziening van
den kalender, een onderwerp, dat bij den
Volkenbond aanhangig is. De heer Krijger
(C. H.) vroeg verbetering van de voorlichting
van den winkelstand, de heer Van Wijnber-
gen (R.K.) drong-aan op de instelling van
een middenstandsdienst bij het departement.
Aan de heeren Krijger en Van Wijnbergen
verzekerde de minister, dat hun denkbeelden
reeds bij het departement in overweging
zijn.
Den heer Leenstra verzekerde de minister,
dat hij zich de zaken wel wat al te mooi
voorstelde.v De gelden der Kamers van
Koophandel, bijeen gebracht door de toe-
passing van de Handelsregisterwet, zijn niet
zoo overvloedig als hij zich voorstelt en
worden niet als fonds opgepot. Den heer
Van der Bilt beloofde hij overweging van zijn
opmerkingen. Aan den heer Kortenhorst gaf
de minister te verstaan, dat hij niet veel ge
voelde voor een kalenderverbetering als nu
wordt gepropageerd, maar desnoods wil hij
een commissie van advies in het leven roepen.
Drie vrouwelijke kamerleden hebben bij de
afdeeling Volksgezondheid het woord ge
voerd. Mevr. Bakker-Nort (V.D.) kwam op
voor verbetering van het geneeskundig
schooltoezicht, mevr. De VriesBruint
(S.D.A.P.) besprak hetzelfde onderwerp,
mej. Groeneweg (S.D.A.P.) drong aan op
een regeling van de opleiding van verpleeg-
sters, waarvoor de minister echter niet veel
gevoelde. Daarna heeft dr. Vos (Vrijzinnig)
enkele punten betreffende de volkshygiene
besproken, waarbij hij den minister huldigdc
voor al wat hij reeds had tot stand gebracht.
terwijl ten slotte de heeren Engels (R.K.) en
Van den Berg (S.D.A.P.) alsmede mej Katz
(C.H.) het woningvraagstuk aan beschoh-
wingen onderwierpen. Daarbij was vooral de
heer Van den Berg zeer heftig over de hou-
ding van den minister, wien hij zelfs ver-
weet, dat hij de Woningwet schond. De mi
nister was zich als niet-jurist daarvan niet
bewust, maar hij zal de zaak met zijn des-
kundige ambtenaren bespreken. Wij kunnen
niet op al de detailpunten ingaan en meenen te
kunnen volstaan met de mededeeling, dat
mevr. De VriesBruins met een motie is
voor den dag gekomen, waarbij aan de re-
geering verzocht wordt overal waar dat
noodig is het geneeskundig schooltoezicht
behoorlijk te organiseeren. Minister Slote-
maker heeft zich niet tegen de motie ver
klaard, alleen verzekerd, dat, als men bij aan.
neming er van verwacht, dat hij onmiddellijk
aan de uiFvoering er van de hand zal slaan,
hij de motie naast zich neder zal leggen. De
motie zal later in behandeling komen. De
begrooting is ten slotte zonder stemming
goedgekeurd.
HET VERJONGDE TURKIJt.
Het Latijnsche schrift ingevoerd.
Scholen voor jong en oud.
Vele moeilijkheden die overwonnen
moeten worden.
Een der diepst ingrijpende revolutionnaire
daden van het Nieuw-Turksche bestuur is
misschien wel de invoering van het latijn
sche schrift geweest. Over een half jaar mag
geen enkel boek, geen enkele krant meer met
Arabische letters verschijnen en voor dien
tijd moeten de Turken zich dus eigen gemaakt
hebben met het Latijnsche schrift.
Het behoeft daarom ook niet te verwonde-
ren, dat den geheelen zomer een krachtige
propaganda is gevoerd voor het „nieuwe".
Op een lange reis, zoo herinnert thans het
„Journal de Geneve", heeft de Ghazi per-
soonlijk talrijke lesen gegeven en zijn voor
beeld wekte navolging. Een algemeene geest-
drift maakt zich meester van de massa en het
geheele land veranderde als t' ware in een
groot schoollokaal!
Een deskundige medewerker van het blad,
die een reis door Turkije maakt, schrijft o.a.
Kan men het zich voorstellen, een geheel
volk, dat leert schrijven en lezen; afgevaar
digden en provinciale autoriteiten, die optre-
den als schoolmeesters volwassenen, mannen
en vrouwen, die naar school moeten om
het a, b, c te lezen? Ik heb eerwaardige huis-
moeders zien zwoegen om de nieuwe karak-
ters meester te worden, tegelijk met hun kin
der-en, die in een aangrenzend lokaal met
hetzelfde bezig waren! Want alle scholen
van het land van hoog tot laag zijn veran-
derd in Jeerinstituten voor eerstbeginnenden
En hoe staan al die lieden tegenover deze
nieuwe eischen? De Oostersche onaandoen-
lijkheid is oorzaak, dat men daar niet achter
kan komen, maar onze leidsman verzekerde
ons, dat niets van alles wat gewrocht Is,
mogelijk zou zijn geweest zonder het alge
meen en brandende verlangen van de Turken
om zich te moderniseeren.
Over het geheele rijk worden twee soorten
scholen ingericht: een voor hen, die in 't ge
heel niet lezen of schrijven kunnen, en een
voor diegenen, die de Arabische letters lezen
en schrijven. De cursus der eerste soort scho
len duurt 4, die der andere 2 maanden. Iedei
Turksch onderdaan hetzij man of vrouw
moet aan dit onderwijs meedoen!
Nu het dan zoover is, begint de Turk toct
wel duchtig te begrijpen dat de verandering
hoe heilzaam ook in haar gevolgen
hem voor groote moeilijkheden plaatst.
Blijkens een verklaring van een der leiden
de Turksche publicisten is de toestand thans
deze, dat niettegenstaande alle pogingen van
de intellectueelen om het nieuwe alfab^t aan
te leeren, zij ef nog ver af zijn het correct te
lezen en te schrijven. Wij schrijven nog
siechts aarzelend, concludeert hij, en spellea
bij het lezen. Wanneer wij een brief krijgen
met de nieuwe letterteekens, dan nemen onze
gelaatstrekken onwillelceurig een angstige
uitdrukking aan en met den moed der wan-
hoop zetten wij ons er toe hem te ontcijferen.
Met een zucht van verlichting beeindigen wij
onze taak
Het schrijven schijnt nog de groot&te moei
lijkheden op te leveren en alleen dagelijksche
praktijk zal daarin verbetering kunnen bren
gen. De autoriteiten hebben dan ook aangera-
den, dat ieder elken dag 5 tot 10 bladzijden
moet lezen, om vlug vertrouwd te raken met
de latijnsche leesteekens. Dat zal met enkele
;V