DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tnberculosebestrijding. Uit het Pasrlement Dagelijksch overzicht. No. 379 Dit nummer bestaat uit 4 blades. Honderddertigste Jaargang 1928 a Deze Conrant word! ELKEN AVOND, behalve Zon en Feesidagen, uitgegeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door bet geheele Rijk /2.50. Afzonderlijke en bewijstiummers 5 cents. PRfJS DER GEWONE ADVERTENTlENi Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsrnfmte. fj Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/b HERMs. COSTER ft ZOOM. Voordam C9. Directeur: C. KRAK. ZATERDAG Telef.nr. Administrate 3. Telefoonnr. Redacfie 33. Postgiro 37060. Hoofdredacteun Tj. N. ADEMA. 24 NOVEMBER Het is een toevallige omstandigheid, dat een bestuurslid van de Alkmaarsche Com missie tot bestrijding der tuberculose onze belangstelling voor dit mooie sociale werk hier ter stede vraagt, en juist dezer dagen in Den Haag de Nederlandsche Centrale Ver- eeniging haar vijf en twintig jarig bestaan herdacht heeft. Aan die groote Nederlandsche Vereeni ging, als het ware de zorgende en controlee- rende moedervereeniging van alle organisa- ties welke zich op dit gebied verdienstelijk maken, mogen hier allereerst dan eenige woorden gewijd worden omdat uit haar veel- omvattend werk blijkt hoe krachtig thans in het geheele land de strijd tegen den tuber- kelbacil gevoerd wordt, tegen de in 1882 door Robert Koch ontdekte microbe, den on- eindig kleinen en voor het bloote oog onzicht- baren vijand van mensch en dier en deson- danksde machtige levensvernietiger van wiens ondermijnend werk honderdduizenden in den loop der jaren het slachtoffer zijn geworden. Vroeger, nog niet zoo lang geleden, heette deze groote volksziekte, die zich voorname lijk in een aantasting der longen openbaart, eenvoudig iongtering en wie longtering had, werd als een hopelooze patient beschouwd. Daar was geen kruid voor gewassen ook al omdat men de ziekte eerst onderkende en bestreed als de patient al in een vergevorderd stadium was gekomen. Van eenige voorzorg en van een doelmatige bestrijding der ziekte wanneer zich daarvan nog maar de eerste niet ernstige verschijnse- len openbaarden, was zoo goed als geen sprake. Eerst in den herfst van 1903 werd, in te- genwoordigheid van H. M. de Koningin- Moeder, het Amsterdamsche Sanatorium Hoog Laren geopend en werd een Centraal Comite tot bestrijding der tuberculose ge- sticht, waaruit later de Groote Centrale Ver- eeniging is voortgekomen. Het was in die jaren in het begin dezer eeuw, toen de eerste sanatoria in ons land tot stand kwamen en in Rotterdam de eerste Vereeniging en het eerste consultatiebureau werden opgericht, dat men besloot niet langer lijdelijk toe te zien hoe jaarlijks duizenden menschen aan de gevreesde ziekte ten offer vielen, maar dat men alles in het werk begon te stellen om het voortwoekerend kwaad te beteugelen. Dat heeft men in den loop der laatste vijf en twintig jaren dan ook energiek gedaan al was er nog dikwijls strijd over de vraag hoe men de beste resultaten zou kunnen bereiken. Een groote groep zocht dit allereerst in doel- treffende verpleging der patienten en ande- ren, die van de gedachte uitgingen, dat voor- komen beter is dan genezen, drongeti op sociale maatregelen van overheidswege aan om het weerstandsvermogen van het volk te vergrooten daar reeds gebleken was, dat de tuberkelbacil bij een nog krachtigen patient met voidoenden weerstand volkomen, of al- thans voor langen tijd ongevaarlijk gemaakt kan worden. Vandaar dat velen niet de patienten met z. g. open tuberculose soms door de ziekte zijn aarfgetast zonder dat zij het zelf beseffen en door hun weerstandsver mogen geheel genezen waarbij de ziekte hoogstens een litteeken achterlaat. Tot directe bestrijding der ziekte behoorde ook het tegengaan van besmetting door het gevaarlijke sputum van de lijders met open t. b. c., welk sputum, zooals bekend, met stof en vuil vermengd in de longen van gezonden kan komen en daardoor nieuwe slachtoffers kan maken. In den tijd, dat prof. Scheltema er de aan- dacht op vestigde, dat men, doordat de be smetting in den kinderleeftijd plaats vindt. voornamelijk naar daar het zwaartepunt van den strijd moest verplaatsen, toen in de na- oorlogsjaren de ziekte vele slachtoffers eischte, werd er een staatscommissie be- noemd om over het t. b. c.-vraagstuk een uitvoerig rapport uit te brengen. In 1920 werd de Rijkstuberculose-inspectie ingesteld en daarnaast zette de Centrale Vereeniging, het middelpunt van alleriei kleinere organi- saties, haar zegenrijk werk voort door pro paganda, opleiding van enquetrices en wijk- verpleegsters, regeling der Emmabloem- collecte en bevordering van het wetenschap- pelijk onderzoek, waarnaast een afzonderlijke commissie het vraagstuk van de nazorg in behandeling heeft genomen. Dat deze algemeene aanval den tuberkel bacil wel wat van zijn stuk gebracht heeft en het diertje of is het geen diertje? heeft doen beseffen, dat het met zijn onbeperkte macht gedaan is, kan zeker hieruit bhjken. dat er in 1903 in ons land nog meer dan 10.000 mer.schen per jaar aan tuberculose stierven, dit is bijna 19 per 10 000 inwon^rs en dat dit cijfer voor verieden jaar nog maar ruim 7000 was, wat bij de vermeerderde be- volking overeenkomt met 9 slachtoffers 10.000 inwoners. per Natuurlijk is Alkmaar ook niet achterge- bleven en voor wie het nog niet wisten. is het zeker interessant eens te vertellen wat er hier ter stede op dit gebied reeds gedaan is en nog steeds verricht wordt. Er bestaat hier een Commissie tot bestrij ding der tuberculose, die een dochter-afdee- ling van Het Witte Kruis is, maar geheel zelfstandig en met eigen geldmiddelen op- treedt. Van die Alkmaarsche commissie is Dr. J. Degenaar voorzitter, de heer C. M. Hoogen- boom secretaris en de heer H. W. Frese penningmeester, terwijl tevens daarin zitting hebben de dames Van Houweninge en Offers en de heeren A. W. van Kleeff, A. Koelma, Mr. Kusters en Dr. J. H. Pameijer. Wie bedenkt, dat t. b. c.-bestrijding een langdurige en zeer kost'oare geschiedenis is, begrijpt wel, dat deze commissie allereerst behoefte aan geld heeft, aan zooveel geld, dat het hier ter plaatse niet door belang- stellende particulieren alleen bijeen ge bracht kan worden en dus de overheid op verschillende manieren de tekorten moet bij- passen. Werd verleden jaar bijna 11.000 uitge geven, dit jaar is al 15.000 voor het prach- tige doel besteed en we vermoeden, dat het feit, dat men er thans in het bijzonder onze aandacht voor vraagt, wel mede ten doel zal hebben, hen die nog niet contribueeren op te wekken zich als lid op te geven, opdat de commissie haar taak naar behooren zal kun nen verrichten. In 1925 werd nog maar 841.50 aan con tributes van particulieren ontvangen, maar de ijverige penningmeester heeft toen door woord en geschrift bij alien die-daarvoor z.i. in aanmerking kwamen op zoo penningmees- terlijke wijze propaganda gemaakt, dat de contributes thans bijna zijn verdubbeld en er dit jaar 1620 werd ontvangen. Wie op zijn bureau de uitvoerige kaartre- gisters ziet, kan zelf constateeren hoe veel- omva'ttend deze organisatie reeds is gewor den, maar waar het particulier initiatief zich zoo krachtig deed gelden, kon de gemeente niet achterblijven en men is daar dan ook zoo royaal geweest het leeuwendeel van de kos- ten \an uitzending voor zijn rekening te nemen. Het is 'vanzelfsprekend, dat het hier on- of minvermogende patenten betreft, menschen wier weerstandsvermogen in den regel het geringst is en die niet in staat zijn de hooge kosten te betalen welke aan langdurige uit zending zijn verbonden. Meestal wordt voor een half jaar 180 dagen uitgezonden en bedragen de kosten van het sanatorium 2.60 per dag. Dan geeft de Commissie 25, onverschiWig wie de arme patient is en van welke geloofsbelijdenis hij is, en Katholieke patienten kunnen dan nog extra door de organisatie „Herwonnen Le- venskracht" gesteund worden. De gemeente betaalt de rest en gaf daar- voor het vorig jaar plus minus 2600 uit, waarvan de Provincie 50 pCt. vergoedt Dit jaar was het door bijzondere omstandigheden meer en voor het voigend jaar is, in verband met een nieuwe Provinciale regeling 4000 toegezegd. Doordat hier uit het particulier initiatief reeds zulke groote baten zijn verkregen, is de subsidie voor dit werk door de Gemeente niet zooals andere subsidies tweemaal, maar siechts eenmaal met 10 pCt. gekort. De gang van zaken is in den regel zoo, dat moeders, die t. b. c. bij een harer kin- deren vermoeden, zich tot den consultatiearts Dr. Jongmans te Bergen wenden. Deze zoekt dan contact met den heer Hoogenboom, wan neer aithans uitzending wenschelijk wordt ge- oordeeld. Die stelt zich weer in verbinding met de t.b.c. bestrijding hier ter stede en op de secretarie der Gemeente wordt nagegaan of, en zoo ja hoeveel, het gezin zdf zal kun nen bijdragen. Dit al'les wat de uitzending naar sanatoria beireft, maar de Alkmaarsche commissie heeft daarnaast nog een algemeene taak, die al haar krachten en het leeuwendeel harer geldmiddelen vraagt en waarvoor eenige meerdere financieele steun ten zeerste ge wenscht is. Zooa'ls gezegd, verkrijgt men 1620 aan contributies en voor de algemeene taak betaalt het Rijk ruim f 2200, de Provincie 185 en de gemeente 700, waarbij dan jaarlijks nog voornamelijk dank zij de zorg van de beide dames in de commissie de opbrengst van den verkoop der Emmabloem kan gevoegd worden. Het ziet er naar uit of de Commissie over heel wat geld beschikt maar in werkelijkheic is dat niet het geval omdai tegenover deze in- komsten buitengewoon kostbare uitgaven staan. En door deze te vermelden komen wij te- geflijkertijd tot een overzicht van het veelom- vattende werk, dat nog te weinig gekend wordt. De huisbezoekster heeft een salaris van 1800, de verpleegster in de lighallen een inkomen van 1000. Voor deze lighallen wordt jaarlijks ruim 2200 uitgegeven, voor ontsmetting van wo- ningen, lighallen en goederen 327, maga- zijngoederen, stoelen, dekens enz. vroegen dit jaar 630 en voor verbetering van woning- toestanden wordt plus minus 500 per jaar betaald. Wordt b.v. in een krohvoning een patient aangetroffen en eischt diens toestand een beter huis, dan wordt daarvoor een bijdra- ge voor de hooger huur verleend. Toen zijn we eens bij de lighallen gaan kij- ken, waarvoor de Commissie, zooals gezegd, ruim 2200 per jaar uitgeeft waaronder ook het salaris van de verpleegster is begre- pen In de ruime en rustige stadskweekerij heeft de Commissie een stukje grond van de Ge meente kunnen huren en hier zijn een viertal ruime draaibare lighallen geplaatst en heeft de Zuster een klein kantoortje met daaraan verbonden keukentje. Eigenlijk is deze inrichting, die plaats voor veertien patienten biedt, een klein sanatorium, met dit verschil, dat de zieken elken avond naar huis gaan en's morgens weer terugko- men. In den winter b'ijven zij van half tien tot vier en in den zomer van negen tot zeven uur. Siechts tegen den wind beschut liggen zij hier in de open lucht op ruststoelen en toege- dekt door een deken. Zij brengen hun eigen twaalfuurtje mee, maar zij eten niet gezame- lijk en de Zuster mist nog een flinke tent, die zij tot een gezeliige eenschappelij ke eet- zaal kan mrirhten. De patienten, die niet in een ernstig sta dium zijn, lezen, handwerken, doen verschil lende spelen als dammen, tric-trakken en moe- ten op bepaalde tijden volkomen stil liggen om te rusten. De jeugdige kinderen, die hun school mis- sen, worden van half elf tot twaalf uur onder- wezen door het gepensionneerde schoolhoofd, den heer Butter. De Commissie betaalt dit on- derwijs, maar de Gemeente zorgt voor de leermiddelen. Dank zij een kleine en gelukkig geslaagde verloting, is de Zuster er in gesllaagd geld voor een radiotoestel bijeen te brengen waar van thans, dank zij ook de firma Ypma, die een bijzonder voordeelige levering deed, alle patienten dagelijks genieten. Toevallig zagen wij hier weer eens een voorbeeld van de veel te zware meterhuur voor kleine stroomverbruikers. Electrisch licht is hier niet, alleen maar een stopcontact voor de radio, die twee eenheden per maand ge- bruikt. De Gemeente heeft daarvoor een me ter geplaatst en zoo betaalt men voor 50 cent stroom tevens twintig cent, dat is dus 40 pCt. aan meterhuur! Maar daarover gaat het nu op het oogen- blik niet. Keeren we weer tot de patienten te- rug, dan dient gemeld, dat de Zuster, die hier nu reeds vijf jaren verpleegt, hoogst tevreden is over de bereikte resultaten. Een arbeider in een vrij ernstig stadium zoo zelfs, dat de Raad van Arbeid hem niet wilde uitzenden, is hier in drie jaar tijds zoo opgeknapt, dat hij geregeld zijn dageflijksch werk weer verricht. En verscheidene andere patienten konden na korter of langer tijd weer afgeschreven worden. Zoo is er op het oogen- blik nog een vrouw, die alleen nog maar 's middags komt rusten omdat ze weer sterk genoeg is een deel harer huishoudelijke bezig heden te verrichten. Vooral bij lichtere gevallen er zijn veel kinderen onder de patienten ziet men wat rust, licht en lucht weer aan reservekrachten bijeen kunnen brengen om het bacillenleger met succes te bestrijden en tot den aftocht te dwingen. Maar ook ziet men hier, dat dit alles geld veel geld kost en het is geen wonder, dat de Commissie menigmaal met zorg aan de toe komst denkt. Moge het bovenstaande er toe medewerken dat velen zich nog als contribuant opgeven en het daardoor mogeliik maken dit prachtige sociale werk voort te zetten en zoo noodig nog uit te breiden. In den strijd tegen den bacil, den nietigsten en toch machtigsten onzer natuurlijke vijan- den, kunnen wii siechts door eensgezindheid en offervaardigheid de overwinning behalen Het reeds verkregen succes geeft alle hoop voor een gelukkige toekomst. W. M. H. p. Zn. E L S Koorstraat 49/51. Tel. 207. Wijnhandel. Den'Haag, 23 November 1928. Minister Kan en de Tweede Kamer schij- nen niet gemakkelijk van elkander te kunnen scheiden. Gisteravond zijn zij den ganschen avond samen geweest ter behandeling van de Begrooting van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en nog zijn ze niet van elkander af. Men is blijven steken in de afdeeling Landbouw1 en daarvoor hebben zich zooveei sprekers laten inschrijven, dat de eerstvol- gende avondvergadering, op Dirisdag a.s., er wel geheel mede heen zal gaan. We hopen er daarna op terug te komen. Het eerste gedeelte van de avondvergade ring van gister is gewijd geweest aan de wer- keloosheid. De Kamer heeft algemeen ge- prezen, wat minister Kan op dit punt heeft gepresteerd, maar natuurlijk wil men nog meer dan reeds gedaan is om dat lastige vraagstuk tot oplossing te brengen. In het bijzonder is gesproken over de tewerkstelling van werkeloozen op het land. De landbou- wende leden der Kamer gevoelen er niet veel voor, maar daartegenover pleitte dr. Vos (Vrijheisb.) met groote warmte voor het denk- beeld en betoogde het staatsbelang van een georganiseerde binnenlandsche migratie als men ten minste te maken heeft met ernstig werkwilligen, wat minister Kan meende, dat niet altijd het geval was. De minister heeft aan de Kamer toezeg- ging gedaan, dat hij zijn strijd tegen werke- loosheid door zal zetten, maar hij wees er op, dat de finantien hem wel eens handicappen en let departement van Finanrien niet altijd even toesghietelijk is om de noodige gelden be- schikbaar te stellen. Intusschen om /de ge- moedelijke woorden des ministers zelf aan te halen: „De minister van Finanrien is op den goeden weg, maar ik hoop hem nog een stootje in de goede richting te geven, ge steund als ik mij gevoel door het woord van gezag van verscheidene afgevaardigden." In vroegere jaren zou men misschien de handen ineen hebben geslagen van verbazing over dergelijke huiselijke taal in's lands ver- gaderzaal, nu zijn de tijden toch anders en de menschen tevens! De Eerste Kamer heeft hedenmorgen nog een uurtje vergaderd ter afdoening van het ontwerp tot heffing van successiebelasting van Nederlanders in den vreemde. Die af doening is een afstemming geweest: met 21 tegen 16 stemmen heeft onze senaat ver- klaard het onzen landgenooten in den vreemde niet lastig te willen maken inzake de successiebelasting. De stemming over de zaak was tamelijk gemengd. De rechtsche partijen waren verdeeld, liberalen en vrij- zinnig-democraten stemden alien tegen, sociaal-democraten waren eenstemmig er voor. De Kamer is daltop tot 4 December uiteengegaan. De vergadering van de Tweede Kamer is heden weer eens voorgezeten door dr. De Visser. IJverig is er voortgewerkt aan de af- handeling van de begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid. Bij de afdeeling „Werkeloosheidsverzeke- ring", heeft de minister den heer Van den Tempel (S.D.A.P.) verklaard, dat hij geen bezwaar had om opnieuw een onderzoek te laten instellen omtrent den omvang van -'e werkeloosheid in verschillende gemeenten. .Bij de afdeeling „Handel en Nijverheid" zijn een aantal wenschen en klachten ver- nomen. Zoo heeft de heer Leenstra (A R.) critiek geoefend op de rijkdommen, welke sommige Kamers van Koophandel vergaren uit de inkomsten van het Handelsregister. De heer Van der Bilt (R.K.) drong aan op herziening van de IJkwet, zoodat ook de automatische weegwerktuigen, benzinepom- pen en flesschen er onder vallen. De heer Kortenhorst (R.K.) deed een betoog hooren ten gunste van cen radicale herziening van den kalender, een onderwerp, dat bij den Volkenbond aanhangig is. De heer Krijger (C. H.) vroeg verbetering van de voorlichting van den winkelstand, de heer Van Wijnber- gen (R.K.) drong-aan op de instelling van een middenstandsdienst bij het departement. Aan de heeren Krijger en Van Wijnbergen verzekerde de minister, dat hun denkbeelden reeds bij het departement in overweging zijn. Den heer Leenstra verzekerde de minister, dat hij zich de zaken wel wat al te mooi voorstelde.v De gelden der Kamers van Koophandel, bijeen gebracht door de toe- passing van de Handelsregisterwet, zijn niet zoo overvloedig als hij zich voorstelt en worden niet als fonds opgepot. Den heer Van der Bilt beloofde hij overweging van zijn opmerkingen. Aan den heer Kortenhorst gaf de minister te verstaan, dat hij niet veel ge voelde voor een kalenderverbetering als nu wordt gepropageerd, maar desnoods wil hij een commissie van advies in het leven roepen. Drie vrouwelijke kamerleden hebben bij de afdeeling Volksgezondheid het woord ge voerd. Mevr. Bakker-Nort (V.D.) kwam op voor verbetering van het geneeskundig schooltoezicht, mevr. De VriesBruint (S.D.A.P.) besprak hetzelfde onderwerp, mej. Groeneweg (S.D.A.P.) drong aan op een regeling van de opleiding van verpleeg- sters, waarvoor de minister echter niet veel gevoelde. Daarna heeft dr. Vos (Vrijzinnig) enkele punten betreffende de volkshygiene besproken, waarbij hij den minister huldigdc voor al wat hij reeds had tot stand gebracht. terwijl ten slotte de heeren Engels (R.K.) en Van den Berg (S.D.A.P.) alsmede mej Katz (C.H.) het woningvraagstuk aan beschoh- wingen onderwierpen. Daarbij was vooral de heer Van den Berg zeer heftig over de hou- ding van den minister, wien hij zelfs ver- weet, dat hij de Woningwet schond. De mi nister was zich als niet-jurist daarvan niet bewust, maar hij zal de zaak met zijn des- kundige ambtenaren bespreken. Wij kunnen niet op al de detailpunten ingaan en meenen te kunnen volstaan met de mededeeling, dat mevr. De VriesBruins met een motie is voor den dag gekomen, waarbij aan de re- geering verzocht wordt overal waar dat noodig is het geneeskundig schooltoezicht behoorlijk te organiseeren. Minister Slote- maker heeft zich niet tegen de motie ver klaard, alleen verzekerd, dat, als men bij aan. neming er van verwacht, dat hij onmiddellijk aan de uiFvoering er van de hand zal slaan, hij de motie naast zich neder zal leggen. De motie zal later in behandeling komen. De begrooting is ten slotte zonder stemming goedgekeurd. HET VERJONGDE TURKIJt. Het Latijnsche schrift ingevoerd. Scholen voor jong en oud. Vele moeilijkheden die overwonnen moeten worden. Een der diepst ingrijpende revolutionnaire daden van het Nieuw-Turksche bestuur is misschien wel de invoering van het latijn sche schrift geweest. Over een half jaar mag geen enkel boek, geen enkele krant meer met Arabische letters verschijnen en voor dien tijd moeten de Turken zich dus eigen gemaakt hebben met het Latijnsche schrift. Het behoeft daarom ook niet te verwonde- ren, dat den geheelen zomer een krachtige propaganda is gevoerd voor het „nieuwe". Op een lange reis, zoo herinnert thans het „Journal de Geneve", heeft de Ghazi per- soonlijk talrijke lesen gegeven en zijn voor beeld wekte navolging. Een algemeene geest- drift maakt zich meester van de massa en het geheele land veranderde als t' ware in een groot schoollokaal! Een deskundige medewerker van het blad, die een reis door Turkije maakt, schrijft o.a. Kan men het zich voorstellen, een geheel volk, dat leert schrijven en lezen; afgevaar digden en provinciale autoriteiten, die optre- den als schoolmeesters volwassenen, mannen en vrouwen, die naar school moeten om het a, b, c te lezen? Ik heb eerwaardige huis- moeders zien zwoegen om de nieuwe karak- ters meester te worden, tegelijk met hun kin der-en, die in een aangrenzend lokaal met hetzelfde bezig waren! Want alle scholen van het land van hoog tot laag zijn veran- derd in Jeerinstituten voor eerstbeginnenden En hoe staan al die lieden tegenover deze nieuwe eischen? De Oostersche onaandoen- lijkheid is oorzaak, dat men daar niet achter kan komen, maar onze leidsman verzekerde ons, dat niets van alles wat gewrocht Is, mogelijk zou zijn geweest zonder het alge meen en brandende verlangen van de Turken om zich te moderniseeren. Over het geheele rijk worden twee soorten scholen ingericht: een voor hen, die in 't ge heel niet lezen of schrijven kunnen, en een voor diegenen, die de Arabische letters lezen en schrijven. De cursus der eerste soort scho len duurt 4, die der andere 2 maanden. Iedei Turksch onderdaan hetzij man of vrouw moet aan dit onderwijs meedoen! Nu het dan zoover is, begint de Turk toct wel duchtig te begrijpen dat de verandering hoe heilzaam ook in haar gevolgen hem voor groote moeilijkheden plaatst. Blijkens een verklaring van een der leiden de Turksche publicisten is de toestand thans deze, dat niettegenstaande alle pogingen van de intellectueelen om het nieuwe alfab^t aan te leeren, zij ef nog ver af zijn het correct te lezen en te schrijven. Wij schrijven nog siechts aarzelend, concludeert hij, en spellea bij het lezen. Wanneer wij een brief krijgen met de nieuwe letterteekens, dan nemen onze gelaatstrekken onwillelceurig een angstige uitdrukking aan en met den moed der wan- hoop zetten wij ons er toe hem te ontcijferen. Met een zucht van verlichting beeindigen wij onze taak Het schrijven schijnt nog de groot&te moei lijkheden op te leveren en alleen dagelijksche praktijk zal daarin verbetering kunnen bren gen. De autoriteiten hebben dan ook aangera- den, dat ieder elken dag 5 tot 10 bladzijden moet lezen, om vlug vertrouwd te raken met de latijnsche leesteekens. Dat zal met enkele ;V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1