NIEUWE THEE
25 ct.perons.
mimaarscliii ChihI.
Langs glilarige wagon
„9E STER
Sn. LEVELT, Amsterdam,
tfenderddertigste iairt ang.
Londensch aanteekenboek.
EEU1LLETON.
Boschfazanfevin
DE
STER
VAN
GOE KOOP EN GEURIG!
VERKRIJ6BAAR BIJ UW WINEELIER.
in het duister zijn gebleven. Teekenin-
gen en etsen en een verzameling oud
zilverwerk, Delftsch aardewerk en meu-
bels zullen voorts in de Tentoonstelling
zijn begrepen. De bekende Engelsche
kunstkooper, Sir Joseph Duveen, heeft
zich zeer verdienstelijk gemaakt door de
Vereenigde Staten te bewerken en een
keur van oud-Hollandsche kunst in dat
gebied op eigen kosten naar hier over te
brengen. Een belangwekkend punt,
dat Majoor Longdon aanroerde, was dat
zooveel verzamelaars in Engeland mooie
copieen hebben van Rembrandt's en in
de meening verkeeren dat zij het echte
werk bezitten. Hij had, zoekend in dit
land naar werken voor de Tentoonstel
ling, massa's „Rembrandt's" gevonden
die geen Rembrandt's waren.
Ter bescherming van de werken, die
vele millioenen ponden vertegenwoordi-
gen, zal gedurende het vervoer en de
tentoonstelling een klein leger speur-
ders van Scotland Yard voortdurend
waakzaam zijn. Van het oogenblik dat
de stukken hun officieele woningen ver-
laten zullen ze naar mij werd verze-
kerd geen oogenblik zonder toezicht
zijn.
De „Talkies".
De „praatgrage" films hebben hier
niet veel succes. Men laat ze nu zoowat
een maand zien en hooren in het meest
up-to-date theater van Londen, den
nieuwen Piccadilly Schouwburg. De
vertooningen hebben vele gebreken. De
S-klanken schijnen zich slecht tot de
mechanische reproductie te leenen en
wanneer men de oogen sluit zou men
zich op die klanken alleen op een sta
tions-emplacement kunnen wanen waar
locomotieven bezig zijn stoom uit te la-
ten.- De voorstelling is uiteraard wat
overdreven; maar dat ze in de gedachte
postvat is al genoeg bewijs dat hier een
ernstig gebrek is. Er is meer. De ge-
luidsfilm rolt veel trager dan de stom-
me. Het is koddig in de bioscoop waar
te nemen hoe hard de menschen van
filmland in het algemeen van stapel
loopen- Hun stappen zijn in het tepnpo
van de kip, die nog even voor__de wielen
van een auto den weg oversteekt. Steno
graphic kan niet wedijveren in snelheid
met de hand van den filmbriefschrijver.
In huiselijke filmtafreelen heb ik vaak
de „gravin" het bezit van een gediensti-
ge benijd die waarlijk in een ommezien
een ontbijttafel klaarzet. Maar de ge-
woonte is een niet te onderschatten
macht. En de gewoonte der filmaan-
schouwing heeft de haast van de men
schen van filmland iets vanzelfspre-
kends gemaakt. Wij zien niet meer hoe
absurd ze is. Maar indien de spraak-
makende film hetzelfde tempo zou wil-
len handhaven zou gehoorsverbijstering
ons onaangenaam deel worden. De
spraak zou volstrekt onverstaanbaar
worden. Daarom moet de filmklos traag
draaien. Dit vinden de echte filmlief-
hebbers, die er van houden dat de sce
nes elkaar halsoverkop volgen, niet
prettig. „The Terror", de eerst onver-
valschte praatfilm die het Piccadilly
Theatre nu laat zien na een eerste pro
gram van experimenteele nummers, is
daarom een vervelende vertooning. Bo-
vendien dringt de mechanische factor in
alle praatfilms zich nog hevig op. Dat
laat zich wel begrijpen. De uitvinding is
in het allereerste stadium van haar ont-
wikkeling en zal feitelijk eerst reden
van bestaan en rechtvaardiging voor
praktische toepassing hebben juist wan
neer zfc&zich van de smetten harer me-
chanisfme afkomst zal hebben bevrijd.
Er is geen reden aan te nemen dat ze dit
nimmer zal kunnen doen. Ze zal eens
een graad van verfijning kunnen berei-
ken waarin ze tooneel voortreffelijk zal
kunnen weergeven. Het heeft niet veel
zin te speculeeren wat er dan van het
echte Tooneel terecht zal komen. Dit
moet altijd zijn trouwe vrienden hou
den indien het slechts op zijn beurt
trouw blijft aan zijn nobele bestemming.
De „Talkies" kunnen mits ze onder
het beheer kunnen komen van kunstzin-
nige menschen die de opvoeding en
geestelijke verheffing der menschheid
willen dienen voortreffelijk werk
doen in de toekomst. Door hervor-
mers van de stomme film hier is de
vrees uitgesproken dat de tot volmaakt-
heid gegroeide „Talkies" de stomme film
den dood zullen aandoen, omdat de pra-
tende film een stap terug beteekent naar
het Tooneel, waaraan de stomme film
zich begon te ontworstelen, in dien zin
dat ze als uitdrukkingsmiddel voor
kunst op zichzelf ging staan, haar eigen
karakter begon aan te nemen. Het
idee schijnt mij al weer te pessimistisch.
Naast het Tooneel, naast een geperfecti-
oneerde praatfilm, is er plaats voor de
stomme film, mits ze slechts haar eigen,
voor haar uitdrukkingsvermogen karak-
teristieke kunst dient. Dit alles is in-
tusschen wat toekomsterig. Op 't oogen
blik is er nog geen aanleiding in de
praatfilm iets anders te zien (en te hoo
ren) dan een gebrekkig curiosum van
phonocinematographische techniek.
Uit onxe Staatsmacfiine.
Het Psycliopathenreglem ent. (II)
De verpleging van in dit reglement bedoel-
de psychopathen kan buiten de Rijksasylen
op tweeerlei wijze geschieden. Zij kan zijn on
der de hoede van het Rijksasyl, maar ze kan
ook in particuliere zorg geschieden. Een ge-
zin, dat in aanmerking komen wil voor de uit-
besteding van een psychopaath onder toezicht
van het Rijksasyl, moet aan verschillende
eischen omtrent de woning, den gezondheids-
toestand en het moreele pijl voldoen. Ook aan
deze verpleging worden, evenals aan die in
het Rijksasyl zeif, allerlei voorschriften ver-
bonden betreffende den lichamelijken, geeste-
lijken, intellectueelen en godsdienstigen toe-
stand van den verpleegde. Ook hier wordt
weder het verrichten van arbeid noodzakelijk
geoordeeld en het onderricht o.a. in de prak-
tijk van den landbouw en de veeteelt. Een en
ander gesehiedt volgens de voorwaarden van
een contract, dat met den minister gesloten
wordt en onder toezicht van den geneesheer-
directeur.
Ook is de verpleging in particuliere zorg
mogelijk. Deze kan opgedragen worden aan
rechtspersonen. of natuurlijke personen tot
wier bemoeiing duurzame verpleging van
personen met gebrekkige ontwikkeling en zie-
kelijke storing der geestvermogens kenlijk ge-
acht kan worden te behooren Het spreekt
vanzelf dat gestichten, welke voor opneming
van psychopathen in aanmerking willen ko
men, aan zeer strenge eischen moeten vol
doen. Ook hier weder wordt de eisch gesteld,
dat de verpleging zooveel mogelijk zal ge
schieden in een gesticht of in een gezin, dat
waarborg geeft voor een verzorging overeen-
komstig de godsdienstige gezindte, waartoe
de verpleegde behoort. Aan gestichten wor
den, mutatis mutandis, wat de gebouwen en
het personeel betreft, dezelfde eischen ge
steld, welke we zoo juist opsomden met be
trekking tot de gezinnen, waarin de verple
ging onder toezicht van het Rijksasyl zal ge
schieden. De verdere voorschriften omtrent de
verpleging, de rechten en de verplichtingen
der verpleegden en der directie loopen zoo
veel mogelijk in dit deel van het reglement
evenwijdig met de voorschriften dienaan-
gaande voor de Rijksasylen. Aan gezinnen,
welk zich bereid verklaard hebben en aange
nomen zijn voor duurzame verpleging van
psychopathen, worden natuurlijk ook eischen
gesteid, terwijl tevens dan aangewezen wordt
iemand voor het houden van het onmiddellijk
toezicht fdirecteur van het gesticht, dat den
verpleegde uitbesteedde, of de geneesheer der
plaats enz. enz.), wanneer althans de uitbe-
steeder niet is een natuurlijk persoon. Dat
deze verpleging verder beschermd is door ver
schillende voorschriften spreekt vanzelf.
De tweede afdeeling van het reglement
regelt den toestand der voorwaardelijk ter
beschikking gestelden en voorwaardelijk uit
de verpleging ontslagenen. Deelen we daar-
van de groote trekken mede. Bepaald wordt,
dat alles vermeden moet worden, wat de be-
trokkenen buiten noodzaak zou kunnen be-
perken in hun vrijheid of maatschappelijk
Ho 279 1928
Zaterdag 24 November.
Van onzen Londenschen Correspondent.
De a.s. Tentoonstelling van
Nederlandsche Kunst.
Burlington House, het tehuis van de
Royal Academy in Piccadilly, zal
naar elke Nederlander reeds moet we-
ten in het begin van 1929 een keurver-
zameling van Nederlandsche oude en
nieuwe schilderkunst bevatten. De Ten
toonstelling is reeds goed op weg naar
haar verwezenlijking. Dat bleek toen
dezer dagen de Anglo-Batavian Society
hier een receptie hield, waar men ken-
nis kon maken met de leden van 't Co
mity en waar over de voorbereidingen
een en ander werd gezegd, eerst door
een Britsch lid van het comite, Sir Ro
bert Witt, daarna door Dr. Martin van
het Mauritshuis. De Anglo-Batavian So
ciety is de grootste drijfkracht achter
deze schoone beweging. Daarvan getuig-
de ter receptie de Nederlandsche gezant,
die door vorige sprekers „de vader van
de tentoonstelling" was genoemd.
De Britsche pers schenkt reeds nu be-
vredigende aandacht aan 'tkomend ge-
beuren. Zij drukt vooral haar belang-
stelling uit in indrukwekkende getallen,
voorstellend de millioenen ponden aan
waarde, die de tentoonstelling zal verte-
genwoordigen. En ze verschaft „the hu
man interest" zoo gebiedend in En
gelsche journalistiek door te gewagen
van de tegenstellingen, gevormd door de
marktwaarde van oude schilderstukken
in den tijd van hun vervaardiging en die
van thans. De tentoonstelling zal een
tijdperk van de 15de tot de 20ste eeuw
omvatten en de toezeggingen maken
reeds zeker de komst van een veertigtal
Rembrandts, twintig werken van Frans
Hals, twintig van Jan Steen, tien van
Pieter de Hoogh, tien van Vermeer van
Delft en een dertigtal werken van de
vermaarde landschaoschilders Hobbe-
ma, Ruisdael en Cuyp. De moderne
school zal vooral zijn vertegenwoordic-d
door de beroemde Hagenaars en door
Jan Toorop en Vincent van Gogh.
Majoor A. A. Longdon, die secretaris-
generaal is voor de Tentoonstelling en
die voor zijn kantoor de gastvrijheid
heeft gekregen van de „Dutch Club" in
Cackville Street, heeft mij duidefijk
doen beseffen in een ondeihoud, dat ik
met hem heb gehad, dat het inrichten
dezer Tentoonstc'ling moeilijk is en bij-
zonder geduld en energie eischt. Het Co
mite is terecht zeer kieskeurig en wil
alleen het beste van de Nederlandsche
Kunst laten zien. Dat is overigens ook
noodzakelijk daar hoe zeer er meer
ruimte zal zijn in Burlington House dan
voor de Vlaamsche Tentoonstelling van
1926 de beschikbare ruimte uiteraard
de uiterste beperking eischt. Maar met-
een schijnt het veel overreding te
eischen bezitters te nopen juist die zeer
kostbare werken tijdelijk af te staan.
Waaruit toch ook weer niet mag worden
gelezen dat het Comite niet de loffelijk-
ste medewerking ondervindt, zoowel van
museum-autoriteiten in de wereld als
van particuliere verzamelaars. De Ko-
ninklijke Families in Engeland en Ne-
derland hebben in dat opzicht een
schoon voorbeeld gegeven. De Koning
van Engeland leent niet minder dan vijf
stukken, terwijl de Koning van Rumenie
een kostbaren Rembrandt heeft afge-
staan. Zoowel particuliere verzamelaars
in Nederland als in Engeland hebben
hetzelfde gedaan. Het resultaat zal zijn
dat wereldberoemd werk in Burlington
House zal worden ondergebracht. De
eenige landen die zich tot nu toe van
medewerking hebben onthouden zijn
Rusland en Oostenrijk maar men
heeft gegronde hoop dat ook die landen
tenslotte nog zullen medewerken. De
Hertog van Wellington, Lord Lonsdale
en de Hertog van Portland behooren tot
de Britsche verzamelaars, die hun daad-
werkelijken steun aan de onderneming
hebben gegeven.
Volgens Majoor Longdon, die overi
gens niet veel meer kon zeggen dan ik
reeds wist, zal de Tentoonstelling ook
eenige verrassingen baren in den vorm
van oude vondsten die tot nu toe vrijwel
Door R. L. de W.
60
„Maar piccolo", verweet hij den jongen,
„heb ik je niet bij herhaling gezegd, dat- ik
nooit hier ben?"
..Jawel, mylord", piepte angstig de picco
lo, Drewith met een paar onschuldige blauwe
oogen aan kijkend, „maar de dame zei me,
dat ik naar u toe moest gaan en zeggen, dat
zij lady Drewith was."
..Zooveel oprechtheid komt in de diplo
matic Club" niet te pas" Met een v-erwijten-
den blik naar Beresford li-ep hij naar de
deur, gevolgd door den grinnekenden pic
colo.
Een kwartiertje zat Beresford rustig te
rooken, peinzend over de nieuwe phase van
zijn omstandigheden. Toen eindelijk Dre
with terug kwam. zat hij Beresford wel vijf
minuten lang aan te staren.
..Zeg, Richard", zeide hij eindelijk, „jij hebt
dajgene bereikt, waar ik al jaren naar ge-
streefd heb."
Beresford keek hem aan met opgetrokken
wenkbrauwen.
- Voor't eerst van haar leven verkeert
tante Caroline in doodsangst en jij bent er
de oorzaak van Ik wensch je geluk
Beresford glimlachte, maar zeide niets.
t „Ze vertelde me zoo terloops, dat jij op
't punt stond van een verbintenis met een
Zigeunerin aan te gaan. Ik heb haar ver-
zekerd, dat, waar ik al 't materiaal, bezems
en rieten stoelen, bezit, die ik begeer, ik me
beijveren zou 't je af te raden, hoe gaarne ik
je ook zou willen helpen in je nieuwe roe-
ping?"
„Wat zei ze?" informeerde Beresford on-
verschillig.
„Och Richard, ze heeft dingen beweerd, die
zelfs verboden moesten zijn te zeggen over
een eigen lijn tusschen een Vrouwen Club en
het hoofdkwarti-er der suffragettes. Ze ont-
deed het leven van al zijn poezie, en viel zoo
wel Lloyd George als den ex-keizer aan met
opmerkelijke onpartijdigheid. Zij betreurde
de opkomst der democratic. Zij verweet
Natuur haar verouderde methode om voor
voortzetting van het geslacht te zorgen Zij
liet over jouw zondig gedrag, om met een
landloopster te willen trouwen, het voile
licht schijnen. Zij zei ronduit, dat ik verant-
woordelijk was voor je besluit en heel dui-
delijk en ondubbelzinnig verkondigde ze,
dat ik een sl-echten invloed op je uitoefen. Zij
vond, dat iemand die mij kende niet anders
kon doen dan den wensch koesteren een
landloopster, een vagebond of iets van dien
aard te trouwen."
Drewith hield even op om een slok van de
whisky and soda te nemen. Met een zucht van
verveling ging hij door:
„Zij informeerde of er van haar verwacht
werd, dat zij jou en je aanstaande vrouw,
samen met mogelijke spruiten, die uit de ver-
eeniging zouden kunnen ontstaan, zou on-
derhouden. Ik heb haar de verzekering ge
geven, dat ik op dat punt niet in je vertrou-
wen was. Toen, met een stem waarvan de
draad begon te trillen, vroeg ze wie dan jou
en je Zigeunervrouw de uitdrukking is
van haar moest onderhouden. Ik voor
mij verklaarde er geen plan op te hebben, er
den nadruk op leggend, dat het voorzichtig
noch welvoegelijk voor een Pair van het
Britsche Rijk zou zijn om de vrouw van
iemand anders te onderhouden. We waren
op dat punt gekomen, toen ze mij beschul-
digde van onkieschheid en gebrek aan die
verfijning, welke, als ik't goed b-egreep, het
grootste lokaas is voor onbedorven rijke erf-
genamen."
Drewith hield op om een sigaret aan te
steken en nog eens van zijn whisky and soda
te drinken.
„Eindelijk", ging hij door, „heb ik haar
moeten herinneren dat w-e hier in de ^Diplo
matic Club" waren, waar iemand nooit zegt
wat hij meent, of de feiten zoo aankleedt, dat
ze onherkenbaar vermomd zijn. Ten slotte
commandeerde ze me om jou uit te vinden
en er je vanaf te brengen. En nu Richard, als
man tegen man, als vrienden, om van neven
niet te spreken, hoe vindt jij, dat ik 't het
beste aanleg om je er vanaf te brengen?"
Zijn monocle nog wat vaster in zijn rechter-
oog zettend, leunde Drewith achterover in
zijn stoel en keek naar Beresford.
„Nu Drew, ik ga er vandoor", zei hij
lachend, terwijl hij opstond. „Wat ik zeggen
wilde, ik eet vanavond bij Lola in Bellevue,
kom je ook?"
„Mij is bevolen in Curzon Street te komen
eten; maar ma afloop, voor ik naar de socie-
zou kunnen benadeeien. Aan rechtspersonen
of natuurlijke personen alsmede aan bijzon-
dere ambtenaren kan opdracht gegeven
worden tot het verleenen van hulp en steun
bij de naleving van bijzondere voorwaarden.
Deze bijzondere ambtenaren krijgen hun in-
structie van den minister van Justitie. Nu
we hier weder dezen minister noemen, heb
ben we gelegenheid te wijzen op het feit, dat
dit reglement sterk centraliseerend is. De mi
nister van Justitie is het, in wiens persoon
feitelijk alle draden samenkomen, waarvan
natuurlijk het gevolg is, dat hier voor zijn
ambtenaren een breed arbeidsveld uitge-
stippeld werd. Of het dit merken we in
dit verband mede op gewenscht is de di
rectie op te dragen aan een geneesheer, is
een vraag, waarop men met evenveel recht
als de minister haar bevestigend beant-
woordde, een ontkennend antwoord geven
kan. Het wil ons voorkomen, dat het een te
zware taak is voor een titan, vooral wan
neer het asyl op voile sterkte komt, zoowel
voor den goeden gang van zaken in het ge
sticht als voor de medische en psychiatri-
sche verzorging, voor alles de verantwoor-
delijke persoon te wezen. Verder daarop in
te gaan ligt hier buiten ons bestek.
Het spreekt vanzelf, dat de voorwaarden,
waaronder een verpleegde ontslagen kan
worden of een ter beschikking gestelde,
wanneer dit noodig blijkt, kunnen worden
gewijzigd; dat geheel nieuwe voorwaarden
kunnen worden opgelegd; dat het voor
waardelijk ontslag kan worden geschorst of
ingetrokken.
De Staat ziet zich dus een geheel nieuw
gebied aangewezen voor zijne bemoeienis-
sen, nl. de psychopathenzorg. Het heeft
lang geduurd eer aan den daartoe uitge-
oefenden aandrang werd toegegeven. Een
algemeen toezicht op de geheele psychopa
thenzorg wordt uitgeoefend door een alge-
meenen raad van toezicht, bijstand en ad-
vies, gelijk we dien ook hebben voor het
Rijks-, Gevangenis-, Tucht- en Opvoedings-
wezen. Deze raad draagt den naam van
,,Algemeene Raad voor Psychopathenzorg
Degenen, welke in dezen raad werden be-
noemd, zagen hun namen reeds in de
Staatscourant. Immers de Psychopathen-
wetten en het Psychopathenreglement tra-
den den eersten November reeds in wer-
king. Deze raad wordt gevestigd te den
Haag en bestaat uit ten hoogste twaalf le
den, die door de Kroon worden benoemd en
ontslagen. De benoeming geschied voor vijf
jaar. De voorzitter wordt door de Kroon
aangewezen. Door den minister aan te wij
zen ambtenaren hebben voorts zitting in
den raad. Deze mogen aan de beraadslagin-
gen deelnemen en een raadgevende stem
uitbrengen. Het verhandelde in den raad
mag zonder toestemming van den minister
niet gepubliceerd worden. De raad dient
den minister uit eigen beweging of op ver-
zoek van bericht en advies met betrekking
tot alle onderwerpen, de psychopathenzorg
rakende. De minister wint het gevoelen
van den raad steeds in, o.a. voor het nemen
van een beslissing in zake voorwaardelijk
of onvoorwaardelijk ontslag uit de verple
ging.
We meenen in bovenstaande de groote
hoofdzaken uit het uitgebreide psychopa
thenreglement te hebben medegedeeld.
Fazanten worden wel door velen gekend
en ook zelfs verzorgd. Doch dit zijn de sier-
vogels, die aangeduid worden met de namen
Zilverfazant, Goudfazant, enz. De eerste,
n.l. het mannetje, is getooid met wit, voor-
zien van fijne, zwarte strepen langs de ran-
den der vederen, op de bovendeelen, en met
zwart en glinsterend donkerblauw aan de
onderzijde; de tweede met zeer langen staart
en mooie kuif, met een kraag, die oranje-
kleurig is en voorzien van half-cirkelvormige,
indigo-blauwe dwarslijnen, en met veel frffai
geel, waarbij de schitterend grqene, van
donkere ranaen voorziene rugvederen prach-
tig afsteken. Zoo mooi zijn de mannetjes der
tamme fazanten; de wijfjes hebben veel een-
voudiger pakjes aan, waarin lichter en don-
kerder bruin veel voorkomen.
In vele fazanterieen, maar ook in hoven
en tuinen, kan men zulke fazanten gemakke-
lijk bewonderen.
De wilde boschfazant evenwel mag bekend
wezen aan de zonen van Nimrod, stellig kan
beweerd worden, dat vele menschen dezen
vogel nimmer in den vrijen natuurstaat ge-
zien hebben. Toch heeft deze fazant zich
over het geheele land minder of meer ver-
breid, zoodat hij nu in alle provincien voor-
komt. Maar de vogel is schuw en leeft dik-
wijls onder het geboomte.
De Boschfazant heet wetenschappelijk
Phasianus colchicus L. en deze naam zegt
teit ga, kom ik wel even aan", antwoordde
hij. „Ik geloof, dat ik nu maar met je mee
ga. Ik zie oude sir Redman naar je kijken."
Bij den uitgang van de societeit namen ze
afscheid; Drewith ging in Westelijke rich-
ting en Beresford liep Piccadilly in naar Jer-
myn Street toe.
HOOFDSTUK XXI.
Lord Drewith: a f g e z a n t.
1.
„Jerry, ik vind dat je erg wreed geweest
bent". Lola keek Beresford verwijtend aan,
maar opeens draaide ze haar noofd om,
toen ze voelde, dat haar mondhoeken begon-
nen te trillen.
Ze zaten na het diner in den wintertuin
van Bellevue en Beresford had haar juist het
Drewith.
„Wreed!" herhaalde hij zonder begrijpen.
verhaal gedaan van zijn bezoek bij lady
„Waarom wreed?"
„Begrijp je niet, wat het voor haar zou
zijn alszij hield op.
„Maar zij behoeft niet met me te leven",
protesteerd-e hij.
Zij sloeg haar oogen neer en een zacht
rood kleurde haar wangen.
,,'t Was wreed", zeide ze b-edaard, „heel
wreed zelfs enen Weer begonnen
haar mondhoeken verraderlijk te trillen, al
deed ze ook nog zoo haar best om haar ge-
zicht in de plooi te houden.
„Ik weet wat je wilt beweren", riep hi/
ionsrensachtiir.
ons, dat hij oorspronkelijk een vreemdeling
is. Eerder zocht men hem zelfs in Europa te
vergeefs, en voor het eerst heeft men hem
gevonden aan de rivier Phasis bij het Kau*
kasische Gebergte. Ook de dichter Martialis
zegt uitdrukkelijk, dat de fazant vroeger
slechts aan de rivier de Phasis, in het tegen-
woordige Mingrelie, werd aangetroffen. In
die streek komen ook nog heden vele die-
ren voor van deze vogelsoort, die reeds
bij de oude Grieken en Romeinen als tamme
vogel bekend was. Naar men wil, zou hij bij
den tocht der Argonauten uit Colchis inge-
voerd zijn; vandaar de soortnaam colchicus.
De fazanten zijn te kennen aan den lan
gen staart, die boogsgewijze afhangt en
gewoonlijk bestaat uit 16 of 18 vederen,
welke spits toeloopen en elkaar dakpansge-
wijze bedekken.
Dat de boschfazant tot de hoendervogels
behoort, blijkt uit verschillende dingen. De
hanen hebben sporen aan de pooten, en in
den broeitijd vindt men een haan bij meer
hennen. In den winter leven de hanen en
hennen dikwijls gescheiden, terwijl zij zich
wel onderling bijeen voegen. In hun harem
doen de hanen zich dikwijls niet als tedere
echtgenooten voor. Met geweld wordt de
liefde dikwijls opgedrongen De moeite, om
de liefde der hanen te winnen, levert evenwel
gedurig een interessant schouwspel op.
De boschfazant werd oorspronkelijk bij
ons geplant in met hout en. riet begroeide
streken, later ook in de duinen, waar hij zich
spoedig vermenigvuldigde. De hen maakt
gaarne haar nest in het weiland, in klaver en
koren, waar het gelijkt op een gewoon hoen-
dernest. Meermalen vindt men er tot 15
eieren in die aan haar bruine kleur gemak-
kelijk te kennen zijn. Een broedende fazant
wordt niet gaarne gestoord, daarom doet
men goed, de nesten zooveel mogelijk met
rust te laten, wil men dezen wildstand be-
vorderen.
De jagers, die bijzonder graag fazanten
schieten, omdat het vleesch er van hoog ge-
roemd en dan ook duur betaald wordt en
waafvan ook de zachte xvederen dikwijls
in bundeltjes vereenigd voor het afstoffen
van schilderijen en meubelstukken gebezigd
worden, doen steeds moeite, om in den broea-
tijd de wildhaan zooveel mogelijk te bescher-
men. Doch dikwijls ondervindt men teleur-
stellingen van die bemoeiingen. De fazanten
telen wel gemakkelijk voort, en ze verbreiden
zich wel in vele richtingen, waarbij ze geen
menschelijke hulp noodig hebben, doch bij
winterweer kost het veel moeite, het jachtveld
met fazanten bevolkt te houden, daar bij
jachtsneeuw vele vogels omkomen. Men
vangt dan ook wel in den voorwinter vele
hanen en hennen op, om ze gedurende den
winter op te fokken en in het voorjaar weer
uit te planten. Maar ook dit kan ondankbaar
werk zijn, want het gebeurt, dat de geheele
kolonie zich plotseling verplaatst, om zich
elders te vestigen. Zoo treft men somtijds op
het onverwachts ook in de duinen troepen aan
op plaatsen, waar men ze eerder nimmer
zag, en waar ze zich dan voeden met de bes-
sen van de duindorens. Ook overigens voeden
de fazanten zich gaarne met bessen en zaden
en velerlei andere plantaardige zelfstandig-
heden. Ze vertoeven het liefst aan den zoom
der bosschen, waar ze vooral op den grond
verblijf houden en met opgerichten hals naar
aas zoeken. Bij behoedzame nadering kan
men ze daar dan ook het best waar nemen.
Het eerst valt dan wel het mannetje op,
dat meer dan een beter lengte heeft, doch
hiervan moet meer dan de helft voor den
staart gerekend worden. Ook door de kleu-
ren trekt' zoo'n haan bijzonder aan. De vleu-
gels zijn geelachtig met purperkleurige ran-
den. Ook de staart heeft een dergelijke kleur,
doch deze is voorzien van donkere dwars-
banden; de vederen van borst en buik zijn
schitterend rood. Veel eenvoudiger is het
kleed van de hennen, daar ze hoofdzakelijk
grijsachtig bruin zijn en getooid met van
lichtere randen voorziene zwartachtige vede
ren aan hals en borst.
Niet dikwijls vliegt de boschfazant uit
eigen beweging. Toch kunnen deze vogels
zich uitstekend op de vleugels redden, en ze
schieten vlug en krachtig vooruit. Ook in dit
opzicht hebben ze aan menig jager teleur-
stelling bezorgd, vooral in den winter, wan
neer ze sterk en spierkrachtig op de wieken
zijn en een dichte vederdos hebben.
J. DAALDER Dz. 1
„Neen, dat weet je niet."
„Ik weet't wel. Wedden?"
Zij knikte.
„Om wat?"
„Vijf pond."
„Goed."
„Nu en wat was't?" vroeg Lola.
„Dat ik't aan tante Caroline overliet mijn
schuld met Payne te vereffenen."
Zij maakte haar taschje open en telde vijf
een ponds bankbiljetten uit.
„Niet doen, Lola."
Zij keek hem uitvorschend aan. verschrikt
door zijn tooti en zag de harde uitdrukking
in zijn oogen.
„Maar het was een weddenschap."
„Liever niet", zeide hij ernstig, „althaus
nu nog niet. Ik weet wel, dat 't dom is,
maar
Zij keek hem aan, een glimlach in haar
oogen.
iiWeet je", ging hij gejaagd door. „Drew
stuurde me vanmiddag rond vijftig pond."
„Goed dan, en morgen ga ik naar tante
Caroline om excuses voor jou te maken."
Vluchtig keek hij haar aan; wat klonk dat
grappig intiem, de wijze waarop zij tante
Caroline zeide. Zij scheen zich al bijzonder
gemakkelijk aan de nieuwe familierelaties te
kunnen aanpassen. Hij benijdde haar die
eigenschap. Hij geloofde dat al werd hij dui-
zend jaar, hij nooit de vernedering van een
vrouw met geld te trouwen zou te bover
komen.
LWordit yervolgd).
OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE.
ZONDEN DE BROCHURE OVER GRANULINE,
HET MIDDEL VAN DR. J H. VAN GRAFHORST.
ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER.
ZIEKTE. Middelburgscheitr.Zl7. Scheveningan.