Yisioenen en 9!7foppe. Om jong le blijven. Sturosul VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP ACTKTA S SHE11 VAN PUTTFN OORTMEIJER, PAYGLOP VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP Sieken ledematen VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP _e. VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAY6L0P PUNCH Boeken Stadsnieuws Ingezonden stukken Het feit, dat uw gezondheid te wenschen everlaat, is waarschijnlijk de eenige reden, dat gij u door lichte zorgen reeds zenuw- achtig, versleten en oud gevoelt. Misschien zijt gij een dier noodelooze slachtoffers van een nieraandoening. Laat deze te voorkomen nierzwakte u niet oud maken voor uw tijd Zoek en verbeter de oorzaak van uw kwaal Tracht weer flink en gezond te wor den. Die pijn in de lendenen, die ellendige blaasstoornissen, hoofdpijn en duizeligheid, dat afgematte, zenuwachtige gevoel behoeven u niet langer te kwellen. Alle tesamen maken uw leven tot een last, die zoodra gij uw nieren verzorgd hebt, verdwijnt. Verzwakte nieren kunnen met Foster's Rugpijn Nieren Pillen versterkt worden, waardoor gij u in elk opzicht jonger voelt. Begin onmiddellijk met het gebruik. Zonder uitstel! Wacht niet, tot gij last krijgt van rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking of waterzucht. Ook tegen dergelijke ernstiger kwalen worden Foster's Pillen aanbevolen, doch voorkomen is altijd beter dan genezen Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a 1.75 per flacon. door MARCUS EHRENPREIS. Hier in het Prado en later te Toledo heb ik Van de meesterwerken van Valezquez en Greco onuitwischbare indrukken gekregen. Ik gevoel mij rijker sedert ik voor hun open- baringen heb gestaan. Ootmoedig luister ik naar hun beider boodschop en ik bekommer mij niet het minst om den twist der kunst historici, die hen afwisselend verheffen, doch steeds ten koste van den ander. Voor mij zijn ze beiden opvoeders en bevrijders, die, ieder weer op zijn eigen wijze en met zijn eigen uit- drukkingsmiddelen, mij der menschen hoog heid leeren. In de Velazquez-zaal is het mij, alsof ik een vurige prediking hoor over het goddelijke in den mensch. Wat ik hier zie is als een verklaring van het woord uit Genesis, dat de tanaiet Ben-Asai mij leerde beschouwen als het hoogtepunt van de Hei- lige Schrift: „Dit is het verhaal van's men schen ontstaan: naar de gelijkenis Gods .maakte Hij hem". (Gen. 5:1). Velazquez spreekt tot ons de taal van den godsdienst, ook wanneer hij ons iets anders schildert dan Christus of de heiligen. Zijn Aesopus is een profeet, drager van hemelsche boodschap aan den zoon der aarde. Zijn Menippus is een fanatiek waarheidspreker, die met zijn eene oog schijnt te huilen, terwijl hij met het an dere lacnt. Zijn lachende idioot (El bobo de Coria) heeft iets van de glorie van een heili- ge over zich, evenals Myschkin bij Dosto- jewsky. Zijn dwergen dragen, zooals wij al ien, Gods stempel op het voorhoofd, en de misvormde beenen doen geen schade aan hun menschelijke hoogheid. Deze hoogheid om- DAAN HOEKSEMA ARTIKELEN. KW ARTETSPELEN MENSCH, ERGER JE NIET EN ANDERE GEZELSCHAPSPELEN straalt zelfs den geringsten, zelfs den ver- nederden zondigen stakkerd, en Gods Geest zweeft over't alledaagsche. Valezquez' men schen staan niet alleen, opgesloten in zich zelven in onvrome zelfvergoding. Hij ziet den inensch in zijn onlosmakelijk verband met het wereldal, met de natuur, met den menschelij- ken breeder, en boven al het andere met God met ons aller goddelijken oorsprong Het landschap, waarin de mensch geplaatst is, is van even groote beteekenis als deze. Deze kosmische versmelting van mensch, dier en landschap is niet slechts van een stralen- de schoonheid, wat kleur en vorm aangaat, doch zij is ook edel en grootsch gedacht en gevoeld, zij is uitdrukking voor een levensge- voel, dat in den diepsten zin religieus is. Al leen den beproefde, die de bitterheid des levens heeft gesmaakt, plaatst hij zonder ver band midden in de wereldruimte. Schokkend in zijn tragiek staat Filips IV, bibberend van eenzaamheid, door en door arm bij al zijn overvloedigen rijkdom. Velazquez daalt af tot het eenvoudige volk, dat werkt, strijdt, lijdt en zich vermaakt. Hij ziet den aardezoon in zijn slavernij, in zijn zwakheid en zondigheid, maar ook hier ont- dekt hij iets van de hoogheid en den rijkdom, die zich verbergen achter de uiterlijke ellen- de. Een glans der eeuwigheid omstraalt zijn alledaagsche menschen; zelfs in hun verval licht de goddelijke vonk nog uit hun blik Zijn smeden (La Fragua de Vulcano, de smidse van Vulcanus), zijn spinsters (Las Hilanderas) gelijken priesters, die een gods- dienstige handeling verrichten, vol van oot- moedigen ernst tegenover de majesteit van het leven. Deze bewerkers van het ijzer zien er uit als apostelen; deze spinsters hebben iets over zich van de Vestaalsche maagden, die waken over het heilige vuur van den arbeid. Welk een sfralend geloof spreekt niet uit zijn „Dronkaards" (Los Borrachos). Keer op keer moest ik teruggaan tot deze, misschien iie menschelijkste doeken van Velazquez. Bij deze dronkaards vindt men geen spoor van ruwheid of verwildering, integendeel, de wijn heeft hen in een hoogere sfeer gebracht, heeft hen opgeheven boven het tnge van het dage lijksche leven; ze zijn als't ware weggerukt van gemeenheid en vuilheid; ze hebben de trcostelooze werkelijkheid vergeten en zweven in de wtreld der droomen. Hier vindt Velaz quez' geloof in den mensch zijn hoogsten triumf; in plaats van het dier in den mensch, laat hij' ons den mensch in het dier zien. Hij schijnt ons toe te roepen: Ziet hier, zoo is de mensch' Zelfs in de vernedering licht er een schijiisel van het goddelijke over zijn voor hoofd. Representatief voor het West-Oostelijke werelbgevoel van Spanje is ook El Greco Zijn religieusiteit ligt op een ander niveau dan de kcrlcelijke religieusiteit van zijn dagen, zooals die gevoeld werd door Vincentius Fer rer of een Pedro Gonzalez. In hem zijn de warm menschelijke gezindheid, die echt Hel- leensch is, en iets van het beste van het Moorsche en Katholieke vereenigd. De wereld, waarin hij vertoeft, verheft zich boven de werkelijkheid en is toch de meest werke lijke, die men zich kan denken. Hij gaat om met apostelen en heiligen, met God-zoekers er. droomers, maar ook met vrijgemaakten, die de boeien van dit aardsche leven hebben afgeschud Deze menschen, die hij zoo innig liefheeft en aan wie hij leven van zijn eigen leven schenkt, zijn geen fantomen. Zij staan, zooals wij alien, midden in dit aardsche leven, maar zij zijn er tot op zekere hoogte in geslaagd het gewicht van het lichaam te overwinnen. Evenals Jacobs ladder staan ook zij op de aarde, maar hun hoofden reiken tot aan den hemel Voor de schilderijen van Greco heeft men het gevoel alsof men voor gevleugelde menschen staat, die ons hier zoo echt levend en zoo geloofwaardig tegentre den. Gaat men in Toledo naar het aan, herinne- ringen zoo rijke Jodenkwartier, de Juderia, waar Greco in het Tiuis van Samuel Levi, vlak naast de synagoge, zijn rijpste werken schiep, dan komt men voorbij de kleine kerk Santo Tome, die eens een moskee was, en die „ons er aan herinnert, dat een Muzelmansche ziel gevan-en zit in de rotsen van Toledo" (BarresL In deze kerk bevindt zich de beste schepping van Greco, El entierro del cond de Orgaz, de begrafenis van graaf Orgaz. Een groote schare treurende vrienden om- ringt het doorie lichaam, dat door twee uit den hemel neergedaalte heiligen gedragen wordt. Deze treurenden zijn menschen van vleesch en bloed, maar in deze ure hebben zij zich verheven tot boven de aarde en door het lichamelijk omhulsel stralen de zielen hun reinste licht uit. Het is alsof deze menschen de grens dezer wereld overschreden hebben en zich op mystische wijze hebben vereenigd met God. Hier spreekt een wereldgevoel tot ons, dat tegelijkertijd Oostersch en Spaansch is. Het is Zondag. Het Museo del Prado wemelt van menschen, die belang stellen in de kunst, en die ook. voorzoover ik kan zien, de kunst verstaan. Scharen van menschen stroomen door de zalen en met Zuidelijke levendigheid bespreken zij hunne indrukken met elkaar. Men ziet er intellectueelen en ar- beiders, ouden en jongen, mannen en vrou- wen, menschen uit de hoofdstad en landlie- den, men ziet er heele families, die den rust- dag tezamen doorbrengen in den tempel der kunst, en voor alles ziet men er opvallend veel leerlingen der scholen. Bepaalde groeT pen trokken mijn bijzondere opmerkzaamheid Ik zag heHe klassen van hoogere meisies- scholen, ii fere klas met haar leeraar, wande- lend van zaal tot zaal. De leeraar hield tel- kens een voordracht en de meisjes maakten vlijtig aanteekeningen. Zoo nu en dan vroeg hij zijn leerlingen, evenals bij het onderwijs in de school. Het wilde mij toeschijnen, dat de leerlingen op de hoogte waren en belangstel- ling hadden. Behalve deze heele schoolklassen zag ik een menigte jongens, gewapend1 met pen en aanteekenboek, die zich afzonderlijk in de een of andere schilderij verdiepten en hun indruk ken opteekenden. „We moeten thuis een opstel maken over een of ander schilderij, dat we mooi vinden; liefst over een historisch por- tret", zei een van hen toen ik hem vroeg. Wij stonden voor Goya's „Don Carlos" die louter oog en mond is. „Is het deze schilderij, die jij moqi vindt?" vroeg ik den jongen. „Ja"j antwoordde de jongen slagvaardig, „want alsik hem aanzie, ziet hij ook mij aan". Het vanaf f 2.68 tot f 12.50, YAN PRTMA LEER. was duidelijk dat er in de scholen van Madrid niethodisch onderwijs wordt gegeven in kunstgeschiedenis. zooals wij het bij ons te lande niet kennen. Deze jonge menschen ver staan blijkbaar beter dan de onze de bezielen- de taal van de kunst. Zij hadden reeds een bepaalde nersoonlijke positie ingenomen tegenover de kunst, zij hadden een uitgespro- cen smaak; sommigen hadden reeds hun fa- vorieten; zoo nu en dan hadden zij zelfs on- der elkander hun klein esthetische twistge- sprekken haast als professoren in de kunst geschiedenis. Naast mij liep een student uit Stockholm, voor wien het Pradomuseum een der rijkste kunstverzamelingen der wereld, klaarbiijke- lijk niet dezelfde boodschap had als voor de jeugd van Madrid, Hij had twaalf jaar op de schoolbanken gezeten, maar men had hem met geleerd schilderijen te bezien en te luis- i^aar de prediking van de kunst. Verge- lijkingen en veel andere geleerdheid, waaraan hij jaren lang zijn tijd en zijn belangstelling had gewijd, waren hem nu niet van nut. In deze ure scheen hij armer dan die Spaansche jongens en meisjes, die met open oogen door de zalen liepen, genietend van al deze schoonheid en rijkdom. Ik dacht bij mij zelf, dat deze impulsies, die den geest vormen, nog lang bij deze jonge menschen zullen voort- leven, wanneer bij de onze logarithmen en driehoeksmeting reeds lang spoorloos verdwe- nen zullen zijn. Hier zou misschien iets zijn, dat we bij ons van Spanje leeren kunnen. „Zij moest gaan", roman van David. Garnett, vertaald door A. M. Knottenbelt; uitgave: Uitg. Mij. Holland, Amsterdam. „Zij moest gaan". De titel zegt reeds, dat het verhaal droef, vol leed en smart moet zijn. Zoo is het ook. Smartelijk, droevig is het bestaan van Anne Dunnoch, de dochter van een ouden predikant. Zij leeft geheel alleen met haar vader op de groote pastorie ze komt slechts met dorpsmenschen en dan nog maar enkelen in aanraking, ze leeft gei'soleerdEn ze verlangt naar het leven, naar andere menschen, naar de wereld! Maar ze kan niet, ze moet haar vader blijven verzorgen, haar vader, die door eigenaardige, ouderwetsche opvattingen geheel alleen leeft, zelfs niet meevoelt met zijn dochter, zijn eenig kind. Hij bemoeit zich alleen maar met zijn werk en met de natuur. De vogeis zijn z'n vrienden, met hen is hij gelukkig. En als hij kan schaatsenrijden! Dan wordt hij „man", dan alleen! Anne lijdt daaronder. Haar verlangens naar het andere leven worden grooter. Ze moet weg; ze kan niet langer blijven! Dan onfmoet ze een schilder, die halt# van Parijs vertelt. En de eenvoudige, oneriferen Anne wordt aangetrokken naar deze stad en ze vlucht! Ze verlaat de pastorie, haar vader alleen achterlatende! En deze, in plaats van bedroefa te zijn, vindt haar besluit als-van- zelf-sprekend. De vogeis zijn vrienden trekken toch ook weg. Waarom dan de mensch niet, al is het zijn eigen kind ook. Anne leert in Parijs het werkelijke leven. De lichtstad is vreemd voor haar, gevaarlijk en verlokkend. Zij beleeft avonturen, zonder echter ongelukkig te worden. Ze trouwt, uit liefde, leeft gelukkig. En als ze later naar haar ouderlijk huis terugkeert, merkt ze, dat vader zijn verstand verloren heeft. Hij heeft zijn huis in een voliere veranderd, en geniet temidden van zijn vogeis, die in- en uit vlie- gen, die hij voedert, die hij lief heeft Anne is gelukkig met haar vrijheid vol liefde en geluk, haar vader is gelukkig met zijn „vrijheid". Zij heeft een breeder wijsheid ge- vonden en hij een breeder onwijsheid. Zi'edaar het eenvoudige verhaal. Een- voudig van inhoud, maar boeiend door de schoonheid van het geschrevene Hoe prach- tig komt het verschil in karakter uit tusschen vader en dochter, als de boerenjongens „Ploeg-Maandag" houden. Dan reeds voelt men, dat beiden niet bij elkaar kunnen blij ven, dat zij gaan moet De strijd in haar, in Anne, is ontbrand, Zij kan niet langer leven in haar isolement, ze moet de wereld in. En geen plotselinge ontmoeting, niet een of ander „toeval" is de oorzaak van haar ver- trek, heen, de schrijver laat haar heur heelen strijd strijden, geeft een logischen gedachter.- gang weer. En als dan eindelijk de tijd komt niet geforceerd vlug maar lang zaam, als haar drang naar vrijheid s'eeds grooter en sterker wordt, dan gebeurt het, dan gaat ze! En dat kalme, niet-gehaaste, maar rustig opbouwen van het verhaal, waaraan iets ge- dwongens of gekunstelds geheel ontbreekt, dat sober weergeven en de warme stijl geven aan het boek een zekere bekoring, zoodat men het gaarne nog eens voor den fweeden keer ter hand neemt. De brief van den dood, door A. Fielding. Vertaald uit het Engelsch door mevr. A. Boers. Geillustreerd door Herman Moerkerk. Het Neder- landsche boekhids, Tilburg. Tijdens de afwezigheid van prof. Charte- ris, wordt in een zandgroeve in de nabijheid van Stillwaterhouse het lijk gevonden van diens dochter Rose. Oogensehijnlijk heeft men hier met een ongeluk te doen, doch er zijn teekenen, die er op wijzen, dat er een misdaad in't spel kan zijn. De kring van gasten en bewoners echter van Stillwater house kan aan een misdaad blijkbaar niet ge- looven. Trouwens wie zou het in zijn hoofd halen, de beeldschoone, algemeen beminde Rose Charteris te vermoorden Tot overmaat van ramp komt er geen ant woord op het bericht van overlijden, gezon- den aan prof. Charteris in Italie. Dan be sluit Thornton een detective te raadplegen, buiten medeweten der anderen om. Deze komt als teekenaar op Stillwater en nu komen lang- zamerhand zooveel bezwarende feiten voor den dag, dat zoowat alle bewoners van Still water, Thornton incluis, onder de verdachte personen kunnen gerekend worden. Vooral het verb!ijf van prof. Charteris in Italie en zijn briefwisseling met zijn dochter, blijken in dit drama een rol gespeeld te hebben. De detective gaat daarop naar Italie en beleeft daar de hachelijkste avonturen. Tot het laatste toe laat de schrijver den lezer in het onzekere omtrent de schuld- VERFDOOZEN, KLEURKR1JT. TEEKEN ARTIKELEN, ATL ASSEN. Woordenboeken Schooltasschen. vraag met haar vele mysterie's. Een uitste- kend geslaagde detective-roman. De staalblauwe handschoen, door Sven Elvestad. Vertaald uit het Duitsch door P. J. Aerssens. Geil lustreerd door G. J. van Overbeek. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg. Een aardig detective-romannetje, goed in elkaar gezet en geheel logisch opgebouwd. De woekeraar Jaerven heeft onder geheim- zinnige omstandigheden z'n woning verlaten, zonder z'n zaken geregeld te hebben en zon der iemand omtrent z'n nieuwe verblijfplaats te hebben ingelicht. De politie wordt in de zaak betrokken en deze acht 'n misdaad zoo voor de hand lig- gend, dat zij de hulp inroept van den detec tive Asbjorn Krag. Als deze z'n nasporingen begint, wordt Jaerven's lijk gevonden. De detective heeft hoegenaamd geen uit- gangspunt en als hij eindelijk uit de weinige gegevens heeft weten te achterhalen, op wel- ken datum de woekeraar vermoord werd, ijlijkt dat Jaerven daags nadat hij volgens menschelijke berekening gewelddadig van 't leven beroofd werd, in z'n woning werd ge- hoord en gezien. Krag echter geniet niet voor niets de reputatie van een kundig criminalist te zijn en met onverzwakte energie speurt hij verder en weet den moordenaar en diens medeplichtige ondanks de sluwheid, waar- mede zij hun misdaad volvoerden, te achter halen. Een staalblauwe handschoen dient als bewijsstuk, dat Krag's gedachtengang juist was en dat z'n combinatie-vermogen niet ge- faald had. in de waarom nog langer die pijnen uiistaan? Spirosal-oplossing,hetwel- dadige en verwarmende in- wrijfmiddel tegen alle rheu- matische pijnen brengt spoedig verlichting. -CftUssirtg werkzaam, beiders in het schildersbedrijf dan werkloos zijn. Reeds gedurende een aantal jaren stellen de bonden van schilderspatroons en schilders- gezellen pogingen in het werk die werkloos- heid te bestrijdfen. Zij hebben daarvoor ge- vormd een comite voor regularisatie en dit comite mag zich in den bijzonderen steun van de Regeeringen verheugen. En naast de moreele zoowel als financiee'e steun, die door de Regeering wordt verleend, zijn er ook tal van gemeentebesturen, die, wanneer het comite een beroep op haar deed, blijk gaven het comite in zijn streven daad- werkelijk te willen steunen dooi het beschik- baar stellen van werk voor den schilder ook in den wintertijd. Nu wij staan aan het begin van het tijd- perk, waarin die omvangrijke werkloosheid in het schildersbedrijf weer zijn intrede zal doen en duizenden schildersgezellen weer weken lang zullen zijn aangewezen op de uitkeeringen, die hun uit werkloozenkassen worden verstrekt, acht het comite zich ver- plicht een beroep te doen op de medewer- king, zoowel van de gemeentebesturen als van particulieren, ten einde het te helpen in de bestrijding dezer werkloosheid. De meest doeltreffende wijze, v/aarop die v/erkloosheid kan worden teruggedrongen is natuurlijk door het beschikbaar stellen van werk voor den schilder. Er zullen er zijn, die de meening zijn toegedaan, dat het ver richten van schilderwerk in den winter on-, mogelijk is. Anderen weer zullen zich den last niet willen getroosten om in den win tertijd schilders in hun huizen te hebben. De groote massa van het publiek zal wellicht nimmer over de zaak hebben nagedacht en van oordeel zijn, dat, wanneer het voorjaar aankomt er wel eens gedacht kan worden om het huis te laten schilderen. Het comite wenscht er nadrukkelijk de aandacht op te vestigen, dat vooral het uit- voeren van schilderwerk aan het binnenwerk van woonhuizen en openbare gebouwen zon der eenig bezwaar ook in den wintertijd kan geschieden. Zij die het lastig vinden om in den winter aan den schilder werk op te dra gen, mogen overwegen dat zij, wanneer zij bereid zouden zijn dien last te dragen, zij daardoor n zeer belangrijke mate medewer- ken om anderen te helpen de lasten wat lich- ter te maken, terwijl wanneer de werkloos heid door beschikbaarstelling van werk wordt teruggedrongen, daardoor groote be- dragen uit de openbare kassen, die thans aan werkloozensteun moeten worden besteed, kun nen worden bespaard. En zij, die van oordeel zijn, dat het uitvoeren van schilderwerk in den winter niet gaat, mogen zich rekenschap geven van de technische veranderingen, die in den loop der tijden zijn igetreden; centrale verwarming, electrisch licht, enz., waardoor vele bezwaren, die vroeger wel golden, thans geen reden van bestaan meer hebben. Het comite voor regularisatie is er van overtuigd, dat, wanneer vele eigenaren van huizen hun eigendommen bekijken, zij tot de conclusie zullen komen, dat hpt verrichten WILT GE EEN ZILVER Z&KPOTLOOD KOOPT DAN EEN MERK P.-TLOOD BIJ ONS. GIJ KUNT DAN STEEDS BIJ ONS RESERVE PoTLOODJES BEEOMEN. van eenig schilderwerk aan die huizen niet bepaald als overbodige weelde kan worden beschouwd. Zij mogen bedenken, dat zij, door het in uitvoering geven van schilder werk, aan hun eigendommen daardoor het gevaar van verwaarloozing en verval voor komen. Ou deze feiten wenscht ons comite de aan dacht van het groote publiek te vestigen en 't doet bij het intreden van dezen winter een beroep op alien, om mede te werken, teneinde de werkloosheid in het schildersbedrijf te helpen bestrijden. Daardoor zal men niet al leen de beoefenaren van dit bedrijf daadwer- kelijk steunen, doch tevens zal men daardoor een werk van algemeen maatschappelijk be lang verrichten. Natnens het Comite, A. J. DOOYES, Secretaris. (Buiten verantwoordelijkheid van de Redac- lie. De opname in deze rubriek bewijst geens- zins dat de redactie er mede instemt.) COMITe VOOR REGULARISATIE EN WERKVERRUIMING IN HET SCHIL DERSBEDRIJF IN NEDERLAND. Het tijdperk is weer aangebroken, waarin voor het schildersbedrijf een periode van groote werkloosheid aanbreekt. Nog altijd kampen de beoefenaren van het schildersbe drijf met de groote moeilijkheid. dat er gedu- rene een aantal maanden van net jaar groo te, dikwijls overstelpende bedrijfsdrukte is, terwijl een vijftal wintermaanden een beeld van zeer groote werkloosheid biedt. Hoe groot die werkloosheid is, kan eenigszins blij ken. als men weet, dat in de maanden De cember en Januari een 40 a 50 pet. der ar- REGELING VAN DEN ZONDAGS- EN NACHTDIENST IN DE APOTHEKEN TE ALKMAAR GEDURENDE 1928. Op 25 November zal geopend zijn de apo- theek van Mevr. de Wed. P. A. F. Schouten, Verdronkenoord 121. Op Zon- en Feestdagen en gedurende den nacht is slechts een der apotheken geopend. De andere apotheken zijn gesloten van des avonds 8 uur (Zaterdags 9 uur) tot den vol- genden morgen 8 uur. In de apotheek, welke Zondags geopend is, wordt gedurende de daarop volgende week de nachtdienst waargenomen. GEMEENTELIJKE DIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. DISTRICTS-ARBEIDSBEURS. Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en werknemers. Geopend van 9—1 en van 2—5 uur: voor werknemers uitsluitend van 9—12 en Maandag en Donderdagavond van 78 uur. 's Zaterdags geopend van 9—1 uur. De ambtenaar van bovengenoemden dienst maakt bekend, dat heden de navolgende werk- zoekenden zijn Ingeschreven: bakker. 1 bankwerker, 1 chauffeur, 1 chocoladebewer- ker, 7 grondwerkers, 1 drukker, 1 kantoor- bediende, 2 kellners, 1 letterzetter, 2 maga zijnbedienden, 1 metselaar, 2 meubelmakers 4 opperlieden, 3 pakhuisknechts, 1 reiziger' 1 stoffeerder, 15 sigarenmakers, 18 schilders' 1 schipper, 1 straatmaker, 2 tuiniieden 8 timmerlieden, 33 losse arbeiders, 2 voeger's en 2 werksters. Geplaatst: 1 bakker, 5 grondwerkers, 4 metselaars, 4 opperlieden, 3 reclameversprei- ders, 1 steenbikker, 5 timmerlieden, 10 losse arbeiders, 1 dagmeisje. Alkmaar, 24 November 1928. De ambtenaar voornoemd, A. KLEYMEER. Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooter en. 1. Geen rozen zonder doom en. Goor, zoda T,,Nor?' De§ei1' genoeg, rood, zon. 2 Klok, huis; klokhuis. 3- S Steenbergen. e t s s t e e n N ij me g e n rege/zboog Steenbergen Purmerend v o e rm a n R e g g e pen n 4. Baai. Voor kleineren. 1. Ga je mee? Ja, natuurlijk ga ik met fllle plezier mee. (Jan en Meta). Kode ochtenden brengen soms mooie dagen. (Leo). We zijn klaar en dus gaan we met je vader naar huis. (Arend en Eva). Moet die schil daar op den grond blijven liggen? (Hilda). De slak. Omdat er meer witte dan zwarte scha- pen zijn. Leeuw, ar, den, Leeuwarden. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Eenige dieren wilden de menschen na« doen en lieten kaartjes drukken met hun naam er op. De zetter, die veel hield van een grap en hen eens wilde beetnemen, veranaerde de letters van ieder kaartje zoo, dat er op kwam te staan: Dora de Rims Ida Parlu Leo Kamen Gijs Voelpaard Pirn Schane Rie Kaan Koen Lak Chris Roone Welke dieren hadden hun naamiaartje laten drukken? 2. Met I als eindletter zweef ik zonder vleugelen in de lucht of wapper ik hoog boven de golven; met r als eind letter ontbreek ik op geen menschelijk gezicht en ben ik als een lijst om een spiegel. 3. Mijn geheel noemt een bekend spreek- woord, dat uit 6 woorden of 29 letters bestaat. 25, 17, 18, 19 is een stad in Belgie. 1, 10, 11, 14, 15 is een ander woord voor spoed. Een 9, 10, 11, 16, 13 is een viervoetig dier. In een 23, 18, 28, 19, 2, 21 kan men ver- schillende dingen koopen. 23, 5, 8, 28, 20, 28 is een groote stad in Oostenrijk. 3, 1, 26, 27 is een warme drank. In een 6, 7, 12, 10, 11, 22 staan huizen. Een 4, 24, 29 is een klein, rond vruchtje. 4. Ofschoon ik reeds lang geleden ver- vaardigd ben word ik nog iederen dag opgemaakt. Ik word het meest ge- bruikt, als anderen slapen en niette- genstaande weinigen mij willen af- staan, verlangt niemand er toch naar, mij te moeten houden. Voor kleineren. 1. Waartegen valt een man, die uit een raam op de derde verdieping naar be- neden tuimelt? DAM-, DOMINO- EN SCHAAKSPELEN TRIC-TRACBAKKEN, DAM- :- EN SCHAAKBORDEN Ik ben in de vrouw, maar niet in den man; Ik ben in het bier, maar niet in de kan; Ik ben in het varken, maar niet in 't spek, En evenmin in den wijz' als den gek. Welke is de slechtste raad? Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van bo ven naar beneden gelezen, de naam van een visch. X 1 rij een deel van een boom - X 2o een ander woord voor X nadeel X 3° een getal een deel van been een jong viervoetig dier- X 0° iets wat door twee X deelbaar is X 7° een ander woord voor denkbeeld 8° iets, wat we in brandende kachel den 9° iets wat vroolijk klinkt 10° een boom. X X 3° 4° 5° 0° een vin- Fabrfeto- Met van oud/ bekende Merk. m Een v3oyc%-product. Merit. (Citroen, Qum, AraK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 6