Yisioenen en
9!7foppe.
Om jong le blijven.
Sturosul
VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP
ACTKTA S SHE11
VAN PUTTFN OORTMEIJER, PAYGLOP
VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP
Sieken
ledematen
VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAYGLOP
_e.
VAN PUTTEN OORTMEIJER, PAY6L0P
PUNCH
Boeken
Stadsnieuws
Ingezonden stukken
Het feit, dat uw gezondheid te wenschen
everlaat, is waarschijnlijk de eenige reden,
dat gij u door lichte zorgen reeds zenuw-
achtig, versleten en oud gevoelt. Misschien
zijt gij een dier noodelooze slachtoffers van
een nieraandoening. Laat deze te voorkomen
nierzwakte u niet oud maken voor uw tijd
Zoek en verbeter de oorzaak van uw
kwaal Tracht weer flink en gezond te wor
den. Die pijn in de lendenen, die ellendige
blaasstoornissen, hoofdpijn en duizeligheid,
dat afgematte, zenuwachtige gevoel behoeven
u niet langer te kwellen. Alle tesamen maken
uw leven tot een last, die zoodra gij uw
nieren verzorgd hebt, verdwijnt.
Verzwakte nieren kunnen met Foster's
Rugpijn Nieren Pillen versterkt worden,
waardoor gij u in elk opzicht jonger voelt.
Begin onmiddellijk met het gebruik. Zonder
uitstel! Wacht niet, tot gij last krijgt van
rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking of
waterzucht. Ook tegen dergelijke ernstiger
kwalen worden Foster's Pillen aanbevolen,
doch voorkomen is altijd beter dan genezen
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotheken en
drogisten a 1.75 per flacon.
door
MARCUS EHRENPREIS.
Hier in het Prado en later te Toledo heb ik
Van de meesterwerken van Valezquez
en Greco onuitwischbare indrukken gekregen.
Ik gevoel mij rijker sedert ik voor hun open-
baringen heb gestaan. Ootmoedig luister ik
naar hun beider boodschop en ik bekommer
mij niet het minst om den twist der kunst
historici, die hen afwisselend verheffen, doch
steeds ten koste van den ander. Voor mij zijn
ze beiden opvoeders en bevrijders, die, ieder
weer op zijn eigen wijze en met zijn eigen uit-
drukkingsmiddelen, mij der menschen hoog
heid leeren. In de Velazquez-zaal is het mij,
alsof ik een vurige prediking hoor over het
goddelijke in den mensch. Wat ik hier zie
is als een verklaring van het woord uit
Genesis, dat de tanaiet Ben-Asai mij leerde
beschouwen als het hoogtepunt van de Hei-
lige Schrift: „Dit is het verhaal van's men
schen ontstaan: naar de gelijkenis Gods
.maakte Hij hem". (Gen. 5:1). Velazquez
spreekt tot ons de taal van den godsdienst,
ook wanneer hij ons iets anders schildert dan
Christus of de heiligen. Zijn Aesopus is een
profeet, drager van hemelsche boodschap aan
den zoon der aarde. Zijn Menippus is een
fanatiek waarheidspreker, die met zijn eene
oog schijnt te huilen, terwijl hij met het an
dere lacnt. Zijn lachende idioot (El bobo de
Coria) heeft iets van de glorie van een heili-
ge over zich, evenals Myschkin bij Dosto-
jewsky. Zijn dwergen dragen, zooals wij al
ien, Gods stempel op het voorhoofd, en de
misvormde beenen doen geen schade aan hun
menschelijke hoogheid. Deze hoogheid om-
DAAN HOEKSEMA ARTIKELEN.
KW ARTETSPELEN
MENSCH, ERGER JE NIET
EN ANDERE GEZELSCHAPSPELEN
straalt zelfs den geringsten, zelfs den ver-
nederden zondigen stakkerd, en Gods Geest
zweeft over't alledaagsche. Valezquez' men
schen staan niet alleen, opgesloten in zich
zelven in onvrome zelfvergoding. Hij ziet den
inensch in zijn onlosmakelijk verband met het
wereldal, met de natuur, met den menschelij-
ken breeder, en boven al het andere met
God met ons aller goddelijken oorsprong
Het landschap, waarin de mensch geplaatst
is, is van even groote beteekenis als deze.
Deze kosmische versmelting van mensch, dier
en landschap is niet slechts van een stralen-
de schoonheid, wat kleur en vorm aangaat,
doch zij is ook edel en grootsch gedacht en
gevoeld, zij is uitdrukking voor een levensge-
voel, dat in den diepsten zin religieus is. Al
leen den beproefde, die de bitterheid des
levens heeft gesmaakt, plaatst hij zonder ver
band midden in de wereldruimte. Schokkend
in zijn tragiek staat Filips IV, bibberend van
eenzaamheid, door en door arm bij al zijn
overvloedigen rijkdom.
Velazquez daalt af tot het eenvoudige volk,
dat werkt, strijdt, lijdt en zich vermaakt. Hij
ziet den aardezoon in zijn slavernij, in zijn
zwakheid en zondigheid, maar ook hier ont-
dekt hij iets van de hoogheid en den rijkdom,
die zich verbergen achter de uiterlijke ellen-
de. Een glans der eeuwigheid omstraalt zijn
alledaagsche menschen; zelfs in hun verval
licht de goddelijke vonk nog uit hun blik
Zijn smeden (La Fragua de Vulcano, de
smidse van Vulcanus), zijn spinsters (Las
Hilanderas) gelijken priesters, die een gods-
dienstige handeling verrichten, vol van oot-
moedigen ernst tegenover de majesteit van
het leven. Deze bewerkers van het ijzer zien
er uit als apostelen; deze spinsters hebben iets
over zich van de Vestaalsche maagden, die
waken over het heilige vuur van den arbeid.
Welk een sfralend geloof spreekt niet uit zijn
„Dronkaards" (Los Borrachos). Keer op
keer moest ik teruggaan tot deze, misschien
iie menschelijkste doeken van Velazquez. Bij
deze dronkaards vindt men geen spoor van
ruwheid of verwildering, integendeel, de wijn
heeft hen in een hoogere sfeer gebracht, heeft
hen opgeheven boven het tnge van het dage
lijksche leven; ze zijn als't ware weggerukt
van gemeenheid en vuilheid; ze hebben de
trcostelooze werkelijkheid vergeten en zweven
in de wtreld der droomen. Hier vindt Velaz
quez' geloof in den mensch zijn hoogsten
triumf; in plaats van het dier in den mensch,
laat hij' ons den mensch in het dier zien. Hij
schijnt ons toe te roepen: Ziet hier, zoo is de
mensch' Zelfs in de vernedering licht er een
schijiisel van het goddelijke over zijn voor
hoofd.
Representatief voor het West-Oostelijke
werelbgevoel van Spanje is ook El Greco
Zijn religieusiteit ligt op een ander niveau
dan de kcrlcelijke religieusiteit van zijn dagen,
zooals die gevoeld werd door Vincentius Fer
rer of een Pedro Gonzalez. In hem zijn de
warm menschelijke gezindheid, die echt Hel-
leensch is, en iets van het beste van het
Moorsche en Katholieke vereenigd. De
wereld, waarin hij vertoeft, verheft zich boven
de werkelijkheid en is toch de meest werke
lijke, die men zich kan denken. Hij gaat om
met apostelen en heiligen, met God-zoekers
er. droomers, maar ook met vrijgemaakten,
die de boeien van dit aardsche leven hebben
afgeschud Deze menschen, die hij zoo innig
liefheeft en aan wie hij leven van zijn eigen
leven schenkt, zijn geen fantomen. Zij staan,
zooals wij alien, midden in dit aardsche
leven, maar zij zijn er tot op zekere hoogte in
geslaagd het gewicht van het lichaam te
overwinnen. Evenals Jacobs ladder staan
ook zij op de aarde, maar hun hoofden reiken
tot aan den hemel Voor de schilderijen van
Greco heeft men het gevoel alsof men voor
gevleugelde menschen staat, die ons hier zoo
echt levend en zoo geloofwaardig tegentre
den.
Gaat men in Toledo naar het aan, herinne-
ringen zoo rijke Jodenkwartier, de Juderia,
waar Greco in het Tiuis van Samuel Levi,
vlak naast de synagoge, zijn rijpste werken
schiep, dan komt men voorbij de kleine kerk
Santo Tome, die eens een moskee was, en die
„ons er aan herinnert, dat een Muzelmansche
ziel gevan-en zit in de rotsen van Toledo"
(BarresL In deze kerk bevindt zich de beste
schepping van Greco, El entierro del cond
de Orgaz, de begrafenis van graaf Orgaz.
Een groote schare treurende vrienden om-
ringt het doorie lichaam, dat door twee uit
den hemel neergedaalte heiligen gedragen
wordt. Deze treurenden zijn menschen van
vleesch en bloed, maar in deze ure hebben zij
zich verheven tot boven de aarde en door het
lichamelijk omhulsel stralen de zielen hun
reinste licht uit. Het is alsof deze menschen
de grens dezer wereld overschreden hebben
en zich op mystische wijze hebben vereenigd
met God. Hier spreekt een wereldgevoel tot
ons, dat tegelijkertijd Oostersch en Spaansch
is.
Het is Zondag. Het Museo del Prado
wemelt van menschen, die belang stellen in
de kunst, en die ook. voorzoover ik kan zien,
de kunst verstaan. Scharen van menschen
stroomen door de zalen en met Zuidelijke
levendigheid bespreken zij hunne indrukken
met elkaar. Men ziet er intellectueelen en ar-
beiders, ouden en jongen, mannen en vrou-
wen, menschen uit de hoofdstad en landlie-
den, men ziet er heele families, die den rust-
dag tezamen doorbrengen in den tempel der
kunst, en voor alles ziet men er opvallend
veel leerlingen der scholen. Bepaalde groeT
pen trokken mijn bijzondere opmerkzaamheid
Ik zag heHe klassen van hoogere meisies-
scholen, ii fere klas met haar leeraar, wande-
lend van zaal tot zaal. De leeraar hield tel-
kens een voordracht en de meisjes maakten
vlijtig aanteekeningen. Zoo nu en dan vroeg
hij zijn leerlingen, evenals bij het onderwijs
in de school. Het wilde mij toeschijnen, dat de
leerlingen op de hoogte waren en belangstel-
ling hadden.
Behalve deze heele schoolklassen zag ik
een menigte jongens, gewapend1 met pen en
aanteekenboek, die zich afzonderlijk in de een
of andere schilderij verdiepten en hun indruk
ken opteekenden. „We moeten thuis een opstel
maken over een of ander schilderij, dat we
mooi vinden; liefst over een historisch por-
tret", zei een van hen toen ik hem vroeg. Wij
stonden voor Goya's „Don Carlos" die louter
oog en mond is. „Is het deze schilderij, die jij
moqi vindt?" vroeg ik den jongen. „Ja"j
antwoordde de jongen slagvaardig, „want
alsik hem aanzie, ziet hij ook mij aan". Het
vanaf f 2.68 tot f 12.50,
YAN PRTMA LEER.
was duidelijk dat er in de scholen van
Madrid niethodisch onderwijs wordt gegeven
in kunstgeschiedenis. zooals wij het bij ons te
lande niet kennen. Deze jonge menschen ver
staan blijkbaar beter dan de onze de bezielen-
de taal van de kunst. Zij hadden reeds een
bepaalde nersoonlijke positie ingenomen
tegenover de kunst, zij hadden een uitgespro-
cen smaak; sommigen hadden reeds hun fa-
vorieten; zoo nu en dan hadden zij zelfs on-
der elkander hun klein esthetische twistge-
sprekken haast als professoren in de kunst
geschiedenis.
Naast mij liep een student uit Stockholm,
voor wien het Pradomuseum een der rijkste
kunstverzamelingen der wereld, klaarbiijke-
lijk niet dezelfde boodschap had als voor de
jeugd van Madrid, Hij had twaalf jaar op de
schoolbanken gezeten, maar men had hem
met geleerd schilderijen te bezien en te luis-
i^aar de prediking van de kunst. Verge-
lijkingen en veel andere geleerdheid, waaraan
hij jaren lang zijn tijd en zijn belangstelling
had gewijd, waren hem nu niet van nut. In
deze ure scheen hij armer dan die Spaansche
jongens en meisjes, die met open oogen door
de zalen liepen, genietend van al deze
schoonheid en rijkdom. Ik dacht bij mij zelf,
dat deze impulsies, die den geest vormen, nog
lang bij deze jonge menschen zullen voort-
leven, wanneer bij de onze logarithmen en
driehoeksmeting reeds lang spoorloos verdwe-
nen zullen zijn.
Hier zou misschien iets zijn, dat we bij ons
van Spanje leeren kunnen.
„Zij moest gaan", roman van
David. Garnett, vertaald door A.
M. Knottenbelt; uitgave: Uitg.
Mij. Holland, Amsterdam.
„Zij moest gaan". De titel zegt reeds, dat
het verhaal droef, vol leed en smart moet
zijn.
Zoo is het ook. Smartelijk, droevig is het
bestaan van Anne Dunnoch, de dochter van
een ouden predikant. Zij leeft geheel alleen
met haar vader op de groote pastorie ze
komt slechts met dorpsmenschen en dan
nog maar enkelen in aanraking, ze leeft
gei'soleerdEn ze verlangt naar het
leven, naar andere menschen, naar de wereld!
Maar ze kan niet, ze moet haar vader blijven
verzorgen, haar vader, die door eigenaardige,
ouderwetsche opvattingen geheel alleen
leeft, zelfs niet meevoelt met zijn dochter,
zijn eenig kind. Hij bemoeit zich alleen maar
met zijn werk en met de natuur. De vogeis
zijn z'n vrienden, met hen is hij gelukkig. En
als hij kan schaatsenrijden! Dan wordt hij
„man", dan alleen!
Anne lijdt daaronder. Haar verlangens
naar het andere leven worden grooter. Ze
moet weg; ze kan niet langer blijven!
Dan onfmoet ze een schilder, die halt# van
Parijs vertelt. En de eenvoudige, oneriferen
Anne wordt aangetrokken naar deze stad en
ze vlucht! Ze verlaat de pastorie, haar vader
alleen achterlatende! En deze, in plaats van
bedroefa te zijn, vindt haar besluit als-van-
zelf-sprekend. De vogeis zijn vrienden
trekken toch ook weg. Waarom dan de
mensch niet, al is het zijn eigen kind ook.
Anne leert in Parijs het werkelijke leven.
De lichtstad is vreemd voor haar, gevaarlijk
en verlokkend. Zij beleeft avonturen, zonder
echter ongelukkig te worden. Ze trouwt, uit
liefde, leeft gelukkig. En als ze later naar
haar ouderlijk huis terugkeert, merkt ze, dat
vader zijn verstand verloren heeft. Hij heeft
zijn huis in een voliere veranderd, en geniet
temidden van zijn vogeis, die in- en uit vlie-
gen, die hij voedert, die hij lief heeft
Anne is gelukkig met haar vrijheid vol
liefde en geluk, haar vader is gelukkig met zijn
„vrijheid". Zij heeft een breeder wijsheid ge-
vonden en hij een breeder onwijsheid.
Zi'edaar het eenvoudige verhaal. Een-
voudig van inhoud, maar boeiend door de
schoonheid van het geschrevene Hoe prach-
tig komt het verschil in karakter uit tusschen
vader en dochter, als de boerenjongens
„Ploeg-Maandag" houden. Dan reeds voelt
men, dat beiden niet bij elkaar kunnen blij
ven, dat zij gaan moet De strijd in haar, in
Anne, is ontbrand, Zij kan niet langer leven
in haar isolement, ze moet de wereld in. En
geen plotselinge ontmoeting, niet een of
ander „toeval" is de oorzaak van haar ver-
trek, heen, de schrijver laat haar heur heelen
strijd strijden, geeft een logischen gedachter.-
gang weer. En als dan eindelijk de tijd
komt niet geforceerd vlug maar lang
zaam, als haar drang naar vrijheid s'eeds
grooter en sterker wordt, dan gebeurt het,
dan gaat ze!
En dat kalme, niet-gehaaste, maar rustig
opbouwen van het verhaal, waaraan iets ge-
dwongens of gekunstelds geheel ontbreekt,
dat sober weergeven en de warme stijl geven
aan het boek een zekere bekoring, zoodat
men het gaarne nog eens voor den fweeden
keer ter hand neemt.
De brief van den dood, door A.
Fielding. Vertaald uit het Engelsch
door mevr. A. Boers. Geillustreerd
door Herman Moerkerk. Het Neder-
landsche boekhids, Tilburg.
Tijdens de afwezigheid van prof. Charte-
ris, wordt in een zandgroeve in de nabijheid
van Stillwaterhouse het lijk gevonden van
diens dochter Rose. Oogensehijnlijk heeft
men hier met een ongeluk te doen, doch er
zijn teekenen, die er op wijzen, dat er een
misdaad in't spel kan zijn. De kring van
gasten en bewoners echter van Stillwater
house kan aan een misdaad blijkbaar niet ge-
looven. Trouwens wie zou het in zijn hoofd
halen, de beeldschoone, algemeen beminde
Rose Charteris te vermoorden
Tot overmaat van ramp komt er geen ant
woord op het bericht van overlijden, gezon-
den aan prof. Charteris in Italie. Dan be
sluit Thornton een detective te raadplegen,
buiten medeweten der anderen om. Deze komt
als teekenaar op Stillwater en nu komen lang-
zamerhand zooveel bezwarende feiten voor
den dag, dat zoowat alle bewoners van Still
water, Thornton incluis, onder de verdachte
personen kunnen gerekend worden. Vooral
het verb!ijf van prof. Charteris in Italie en
zijn briefwisseling met zijn dochter, blijken
in dit drama een rol gespeeld te hebben. De
detective gaat daarop naar Italie en beleeft
daar de hachelijkste avonturen.
Tot het laatste toe laat de schrijver den
lezer in het onzekere omtrent de schuld-
VERFDOOZEN, KLEURKR1JT.
TEEKEN ARTIKELEN, ATL ASSEN.
Woordenboeken Schooltasschen.
vraag met haar vele mysterie's. Een uitste-
kend geslaagde detective-roman.
De staalblauwe handschoen, door
Sven Elvestad. Vertaald uit het
Duitsch door P. J. Aerssens. Geil
lustreerd door G. J. van Overbeek. Het
Nederlandsche Boekhuis, Tilburg.
Een aardig detective-romannetje, goed in
elkaar gezet en geheel logisch opgebouwd.
De woekeraar Jaerven heeft onder geheim-
zinnige omstandigheden z'n woning verlaten,
zonder z'n zaken geregeld te hebben en zon
der iemand omtrent z'n nieuwe verblijfplaats
te hebben ingelicht.
De politie wordt in de zaak betrokken en
deze acht 'n misdaad zoo voor de hand lig-
gend, dat zij de hulp inroept van den detec
tive Asbjorn Krag. Als deze z'n nasporingen
begint, wordt Jaerven's lijk gevonden.
De detective heeft hoegenaamd geen uit-
gangspunt en als hij eindelijk uit de weinige
gegevens heeft weten te achterhalen, op wel-
ken datum de woekeraar vermoord werd,
ijlijkt dat Jaerven daags nadat hij volgens
menschelijke berekening gewelddadig van 't
leven beroofd werd, in z'n woning werd ge-
hoord en gezien. Krag echter geniet niet voor
niets de reputatie van een kundig criminalist
te zijn en met onverzwakte energie speurt hij
verder en weet den moordenaar en diens
medeplichtige ondanks de sluwheid, waar-
mede zij hun misdaad volvoerden, te achter
halen. Een staalblauwe handschoen dient als
bewijsstuk, dat Krag's gedachtengang juist
was en dat z'n combinatie-vermogen niet ge-
faald had.
in de
waarom nog langer
die pijnen uiistaan?
Spirosal-oplossing,hetwel-
dadige en verwarmende in-
wrijfmiddel tegen alle rheu-
matische pijnen brengt spoedig
verlichting.
-CftUssirtg
werkzaam,
beiders in het schildersbedrijf
dan werkloos zijn.
Reeds gedurende een aantal jaren stellen de
bonden van schilderspatroons en schilders-
gezellen pogingen in het werk die werkloos-
heid te bestrijdfen. Zij hebben daarvoor ge-
vormd een comite voor regularisatie en dit
comite mag zich in den bijzonderen steun
van de Regeeringen verheugen.
En naast de moreele zoowel als financiee'e
steun, die door de Regeering wordt verleend,
zijn er ook tal van gemeentebesturen, die,
wanneer het comite een beroep op haar deed,
blijk gaven het comite in zijn streven daad-
werkelijk te willen steunen dooi het beschik-
baar stellen van werk voor den schilder ook
in den wintertijd.
Nu wij staan aan het begin van het tijd-
perk, waarin die omvangrijke werkloosheid
in het schildersbedrijf weer zijn intrede zal
doen en duizenden schildersgezellen weer
weken lang zullen zijn aangewezen op de
uitkeeringen, die hun uit werkloozenkassen
worden verstrekt, acht het comite zich ver-
plicht een beroep te doen op de medewer-
king, zoowel van de gemeentebesturen als
van particulieren, ten einde het te helpen in
de bestrijding dezer werkloosheid.
De meest doeltreffende wijze, v/aarop die
v/erkloosheid kan worden teruggedrongen is
natuurlijk door het beschikbaar stellen van
werk voor den schilder. Er zullen er zijn,
die de meening zijn toegedaan, dat het ver
richten van schilderwerk in den winter on-,
mogelijk is. Anderen weer zullen zich den
last niet willen getroosten om in den win
tertijd schilders in hun huizen te hebben. De
groote massa van het publiek zal wellicht
nimmer over de zaak hebben nagedacht en
van oordeel zijn, dat, wanneer het voorjaar
aankomt er wel eens gedacht kan worden om
het huis te laten schilderen.
Het comite wenscht er nadrukkelijk de
aandacht op te vestigen, dat vooral het uit-
voeren van schilderwerk aan het binnenwerk
van woonhuizen en openbare gebouwen zon
der eenig bezwaar ook in den wintertijd kan
geschieden. Zij die het lastig vinden om in
den winter aan den schilder werk op te dra
gen, mogen overwegen dat zij, wanneer zij
bereid zouden zijn dien last te dragen, zij
daardoor n zeer belangrijke mate medewer-
ken om anderen te helpen de lasten wat lich-
ter te maken, terwijl wanneer de werkloos
heid door beschikbaarstelling van werk
wordt teruggedrongen, daardoor groote be-
dragen uit de openbare kassen, die thans aan
werkloozensteun moeten worden besteed, kun
nen worden bespaard. En zij, die van oordeel
zijn, dat het uitvoeren van schilderwerk in
den winter niet gaat, mogen zich rekenschap
geven van de technische veranderingen, die
in den loop der tijden zijn igetreden; centrale
verwarming, electrisch licht, enz., waardoor
vele bezwaren, die vroeger wel golden, thans
geen reden van bestaan meer hebben.
Het comite voor regularisatie is er van
overtuigd, dat, wanneer vele eigenaren van
huizen hun eigendommen bekijken, zij tot de
conclusie zullen komen, dat hpt verrichten
WILT GE EEN ZILVER Z&KPOTLOOD
KOOPT DAN EEN MERK P.-TLOOD
BIJ ONS.
GIJ KUNT DAN STEEDS BIJ ONS
RESERVE PoTLOODJES BEEOMEN.
van eenig schilderwerk aan die huizen niet
bepaald als overbodige weelde kan worden
beschouwd. Zij mogen bedenken, dat zij,
door het in uitvoering geven van schilder
werk, aan hun eigendommen daardoor het
gevaar van verwaarloozing en verval voor
komen.
Ou deze feiten wenscht ons comite de aan
dacht van het groote publiek te vestigen en
't doet bij het intreden van dezen winter een
beroep op alien, om mede te werken, teneinde
de werkloosheid in het schildersbedrijf te
helpen bestrijden. Daardoor zal men niet al
leen de beoefenaren van dit bedrijf daadwer-
kelijk steunen, doch tevens zal men daardoor
een werk van algemeen maatschappelijk be
lang verrichten.
Natnens het Comite,
A. J. DOOYES, Secretaris.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redac-
lie. De opname in deze rubriek bewijst geens-
zins dat de redactie er mede instemt.)
COMITe VOOR REGULARISATIE EN
WERKVERRUIMING IN HET SCHIL
DERSBEDRIJF IN NEDERLAND.
Het tijdperk is weer aangebroken, waarin
voor het schildersbedrijf een periode van
groote werkloosheid aanbreekt. Nog altijd
kampen de beoefenaren van het schildersbe
drijf met de groote moeilijkheid. dat er gedu-
rene een aantal maanden van net jaar groo
te, dikwijls overstelpende bedrijfsdrukte is,
terwijl een vijftal wintermaanden een beeld
van zeer groote werkloosheid biedt. Hoe
groot die werkloosheid is, kan eenigszins blij
ken. als men weet, dat in de maanden De
cember en Januari een 40 a 50 pet. der ar-
REGELING VAN DEN ZONDAGS-
EN NACHTDIENST IN DE APOTHEKEN
TE ALKMAAR GEDURENDE 1928.
Op 25 November zal geopend zijn de apo-
theek van Mevr. de Wed. P. A. F. Schouten,
Verdronkenoord 121.
Op Zon- en Feestdagen en gedurende den
nacht is slechts een der apotheken geopend.
De andere apotheken zijn gesloten van des
avonds 8 uur (Zaterdags 9 uur) tot den vol-
genden morgen 8 uur.
In de apotheek, welke Zondags geopend is,
wordt gedurende de daarop volgende week
de nachtdienst waargenomen.
GEMEENTELIJKE DIENST DER
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN
ARBEIDSBEMIDDELING.
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS.
Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en
werknemers. Geopend van 9—1 en van 2—5
uur: voor werknemers uitsluitend van 9—12
en Maandag en Donderdagavond van 78
uur. 's Zaterdags geopend van 9—1 uur.
De ambtenaar van bovengenoemden dienst
maakt bekend, dat heden de navolgende werk-
zoekenden zijn Ingeschreven: bakker. 1
bankwerker, 1 chauffeur, 1 chocoladebewer-
ker, 7 grondwerkers, 1 drukker, 1 kantoor-
bediende, 2 kellners, 1 letterzetter, 2 maga
zijnbedienden, 1 metselaar, 2 meubelmakers
4 opperlieden, 3 pakhuisknechts, 1 reiziger'
1 stoffeerder, 15 sigarenmakers, 18 schilders'
1 schipper, 1 straatmaker, 2 tuiniieden 8
timmerlieden, 33 losse arbeiders, 2 voeger's en
2 werksters.
Geplaatst: 1 bakker, 5 grondwerkers, 4
metselaars, 4 opperlieden, 3 reclameversprei-
ders, 1 steenbikker, 5 timmerlieden, 10 losse
arbeiders, 1 dagmeisje.
Alkmaar, 24 November 1928.
De ambtenaar voornoemd,
A. KLEYMEER.
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nummer.
Voor grooter en.
1. Geen rozen zonder doom en. Goor, zoda
T,,Nor?' De§ei1' genoeg, rood, zon.
2 Klok, huis; klokhuis.
3- S Steenbergen.
e t s
s t e e n
N ij me g e n
rege/zboog
Steenbergen
Purmerend
v o e rm a n
R e g g e
pen
n
4. Baai.
Voor kleineren.
1. Ga je mee? Ja, natuurlijk ga ik met
fllle plezier mee. (Jan en Meta).
Kode ochtenden brengen soms mooie
dagen. (Leo).
We zijn klaar en dus gaan we met je
vader naar huis. (Arend en Eva).
Moet die schil daar op den grond blijven
liggen? (Hilda).
De slak.
Omdat er meer witte dan zwarte scha-
pen zijn.
Leeuw, ar, den, Leeuwarden.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Eenige dieren wilden de menschen na«
doen en lieten kaartjes drukken met
hun naam er op. De zetter, die veel
hield van een grap en hen eens wilde
beetnemen, veranaerde de letters van
ieder kaartje zoo, dat er op kwam te
staan:
Dora de Rims
Ida Parlu
Leo Kamen
Gijs Voelpaard
Pirn Schane
Rie Kaan
Koen Lak
Chris Roone
Welke dieren hadden hun naamiaartje
laten drukken?
2. Met I als eindletter zweef ik zonder
vleugelen in de lucht of wapper ik
hoog boven de golven; met r als eind
letter ontbreek ik op geen menschelijk
gezicht en ben ik als een lijst om een
spiegel.
3. Mijn geheel noemt een bekend spreek-
woord, dat uit 6 woorden of 29 letters
bestaat.
25, 17, 18, 19 is een stad in Belgie.
1, 10, 11, 14, 15 is een ander woord voor
spoed.
Een 9, 10, 11, 16, 13 is een viervoetig
dier.
In een 23, 18, 28, 19, 2, 21 kan men ver-
schillende dingen koopen.
23, 5, 8, 28, 20, 28 is een groote stad
in Oostenrijk.
3, 1, 26, 27 is een warme drank.
In een 6, 7, 12, 10, 11, 22 staan huizen.
Een 4, 24, 29 is een klein, rond vruchtje.
4. Ofschoon ik reeds lang geleden ver-
vaardigd ben word ik nog iederen
dag opgemaakt. Ik word het meest ge-
bruikt, als anderen slapen en niette-
genstaande weinigen mij willen af-
staan, verlangt niemand er toch naar,
mij te moeten houden.
Voor kleineren.
1. Waartegen valt een man, die uit een
raam op de derde verdieping naar be-
neden tuimelt?
DAM-, DOMINO- EN SCHAAKSPELEN
TRIC-TRACBAKKEN, DAM-
:- EN SCHAAKBORDEN
Ik ben in de vrouw, maar niet in den
man;
Ik ben in het bier, maar niet in de kan;
Ik ben in het varken, maar niet in 't
spek,
En evenmin in den wijz' als den gek.
Welke is de slechtste raad?
Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van bo
ven naar beneden gelezen, de naam
van een visch.
X 1 rij een deel van een boom
- X 2o een ander woord voor
X nadeel
X 3° een getal
een deel van been
een jong viervoetig
dier-
X 0° iets wat door twee
X deelbaar is
X 7° een ander woord voor
denkbeeld
8° iets, wat we in
brandende kachel
den
9° iets wat vroolijk klinkt
10° een boom.
X
X
3°
4°
5°
0°
een
vin-
Fabrfeto-
Met van oud/ bekende Merk.
m
Een v3oyc%-product.
Merit.
(Citroen, Qum, AraK.