llliHiistlt Conrait.
De wettige Erfggitaam.
a
Boeken
FEUILLETON.
L. Frankenberg, Alkmaar.
Honderd dertigsfe Jaargang.
Schaakrubnaek
I
DamrubiMek
No. 285
1928
Zaterdag1 1 December.
„Nora in Amerika", door Jenny
1 Jsselstein, bij Gebr. Kluitman te
Alkmaar.
Dat is nu nog eens een boek, dat onze
jonge dames ongetwijfeld met bijzondere in
teresse zullen lezen, velen zullen het ook nog
wel voor de tweede maal ter hand nemen. De
schrijfster heeit de heldin van haar verhaal
zoo geteekend en alle omstandigheden waarin
deze geplaatst wordt, zoo geschilderd, dat de
lezeressen in alles meeleven
Nora van Wijck is een flink echt Hol-
lansch kind, dat, vroeg wees geworden, bij
familie werd opgevoed en al spoedig moest
leeren op eigen beenen te staan. Het kwam
wel eens erg krap om bij haar, maar zij red-
de zich en werd een zelfstandig meisje, dat
wist wat het wilde.
Een advertentie, waarin een Amerikaansdhe
dame iemand vroeg om met haar over Neder-
land te correspondeeren, trok Nora's aan-
dacht, zij schreef er op en het gevolg was, dai
tal van brieven over en weer gingen, totdat
de Amerikaansche haar uitnoodigde om den
Oceaan over te steken en eenigen tijd in
New York te komen.
Een latere brief uit Amerika, waarbij inge-
sloten een vrijbiljet voor passage eerste klas,
maakte een eind aan Nora's weifelen.
In New-York aangekomen, ontdekte zij
al gauw, dat Louise de briefschrijfster
bijzonder rijk was en zeer hartelijk kon zijn,
maar ook was een zeer verwend vrouwtje,
gewoon in alles haar zin te krijgen. Nora
was dan ook eigenlijk, zooals de chef van het
talrijke perscneel het uitdrukte, niet anders
dan een speelpop, die op zij zou worden ge-
legd zoodra de zinnen op wat anders vielen.
En dit gebeurde. Louise kocht een hondje
en toen moest Nora weg.
Nu begon een vaak moeilijk leven voor
haar, die vooral den laatsten tijd in weelde
had geleefd. Maar schitterend wist zij zich
er door te slaan. Zij kwam eerst op een
kantoor, maar daar was het geen leven en
zij ging toen in betrekking in een lunchroom,
waar zij het zeer druk had en juist genoeg
verdiende om haar kostgeld te betalen. Hoe
zij daar, dank zij hare ervaring ten huize
van Louise, verrassende vondsten deed op het
gebied van ververschingen, wordt aardig
verteld.
Haar positie in de lunchroom werd goed
en zij zou vast blijven, maar er kwam een
„hij", die haar beheerschte zonder dat zij
van hem hield en die haar aanspoorde tot het
opzeggen van haar betrekking. Hij was een
geweldig vliegenier, en wilde haar rijk en op
zijn manier gelukkig maken, maar daarvoor
bedankte Nora toch, omdat zij heel in't ge
heim hield van Markham Seymour, dien zij
bij Louise eens had ontmoet.
Het arme kind werd zwaar ziek tengevolge
van overspanning en moest een langdurige
periode van rust doormaken. Dank zij een
eigenlijke brutale daad van haar vriendin
Patsv werd zij verpleegd ten huize van een
zekeren rijken heer Fenwick, die erg familie-
ziek was en dacht dat Nora een nichtje van
hem was
Het „bedrog" werd Nora ten slotte bekend
en toen vluchtte zij. Weer stond zij alleen!
Zii kwam nu als gezelschapschapsdame bij
een millionnaire in Chicago, die in alles een
voorbeeld nam aan Louise tot zelfs aan
het hondie toe zoodat twee maanden later
de arme Nora weer op straat stond. Of neen:
zii ging naar Californie, naar Hollywood,
waar zij een betrekking kreeg als figurante
bij de Paramount. Zij deed haar werk uitste-
kend, zoo zelfs dat een der sterren boos were
over haar lach tegen een medespeleren
Nora was weer zonder betrekking!
Aan het lijden kwam nu echter spoedig een
gelukkig einde, want Markham had de film
„Geldkoningen" gezien en daarbij Nora her-
kend. Hij had haar al lang gezocht, maar
Louise wist niet waar het meisie was geble-
ven. Thans kon hij haar natuurlijk gemakke-
lijk vinden, zij moest in Filmland zijn
Hij kwam juist op den dag dat Nora haar
ontslag thuis gestuurd kreeg. Maar nu kreeg
zij terstond een andere, de allerbeste „betrek-
king".
't Is een van de mooiste meisjesboeken, die
wij lazen, iets heel anders dan men voor
onze bakvischjes gewoon is. Zonder ook maar
een oogenblik saai of vervelend te worden,
zijn Nora's ervaringen in Amerika weerge
geven, wordt er verteld van de verfijnde
weelde in de huizen der millionnairs, van de
grootte van verschillende gebouwen, van de
Door PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B.
4)
HOOFDSTUK II.
Monica, die licht en sierlijk de rotsen af-
daalde, brak haar lied af en staarde naar be
neden.
Pietro stond op den weg te wachten
„Wil de Graziosa Signorina gauw met mij
naar het hotel gaan", vroeg hij. „De Signer,
die beloofde op haar te wachten, vergat het.
Hij zond mij hierheen. Ik heb gedraafd, zoo
hard ik kon."
Monica deed een laatsten sprorag en stond
op den weg.
„Waarom zou ik haast maken, Pietro?"
vroeg zij zorgeloos. „Deze schemering is
prachtig. Ik heb gekeken naar de lichten, die
verschenen op de vlakte."
„Het is hier niet veilig op dit uur"; ver-
zekerde de gids haar, zenuwachtig rond-
kijkend.
„Niet veilig?" herhaalde zij verbaasd.
„Waarom niet."
„Er zijn bandieten, die in de heuvels hier-
boven zwerven en verschijnen als het duister
TnfTcnnng crer tremen en van wat Filmland
biedt.
Gebr. Kluitman zorgden als altijd
voor een mooie uitvoering, waarvoor Anm
v. d. Ruit de illustraties leverde.
Mijn Land.
Van de bekende serie „Mijn Landvan
Bussink's Koekfabriek te Deventer is thans
het deel Gelderland verschenen. Het is weer
een fraai album geworden met honderd Hei
ne en in afwijking van het deel dat
Overijsel behandelde twee groote platen
naar origineele aquardlen van den kunst-
schilder Godefroy van wien ook twaalf pen-
teekeningen zijn opgenomen.
Alleen de kleine plaatjes worden gedurende
een jaar bij Bussink's koeksoorten verpakt en
de groote platen worden door inruiling van
kleine verkregen, welke ruiling alleen kan
plaats vinden door de afdeeling reclame van
Bussink's koekfabriek te Deventer. Hier kun-
nen ook plaatjes van Gelderland en Overijsel
tegen elkaar worden ingeruild.
De beschrijvende tekst, die als gewoonlijk
weer een prettige causerie is geworden, is van
den bekenden Amsterdamschen journalist G.
J. Nijland. Deze fraaie reclame met opvoed-
kundige strekking zal weer door velen ge-
waafdeerd worden en er krachtig toe medte-
werken het Deventersc'he fabrikaat in nog
breeder kring bekend te maken.
Met ontwerp van wet tot herziening van de
finandeele verhoiiding tusschen het rijk en de
gemeenten is de titel van een door den heer
D. Kooiman, lid van Gedeputeerde Staten
van Noord-Hollland geschreven werkje, dat
bij N. Samson te Alphen aan den Rijn is ver
schenen.
Het is voorzien van marginale aanteekenin-
gen en wordt voorafgegaan door een beknopt
overzicht van stelsel en inhoud van het ont
werp.
Dat is een duidelijke en volledige uitgave
waarin wordt aangegeven welke de gevolgen
van de invoering van de wet zullen zijn, zoo-
wel wat aangaat de nieuwe rijksuitkeeringen
als de lasten, die de burgers onder de nieuwe
regeling zullen hebben te dragen.
Dit overzicht wijst den weg voor bereke-
ning van de finandeele gevolgen nadat som-
mige daartoe nog benooaigde gegevens be
kend zullen zijn geworden, Het bevat tevens
een zeer belangwekkende vergdlijking van den
druk der plaatselijke inkomsten-belasting
thans en der gemeentefonds-belasting (even-
tueel met opcenten) in de toekomst in 295 ge
meenten, aan de hand waarvan gemakkelijk
ook voor andere gemeenten deze vergelijking
kan gemaakt worden.
Ook de heer J. Garter Kz., wethouder van
financien van de gemeente Emmen, schreef
eveneens een werkje over De finandeele ver-
houding tusschen het Rijk en de Gemeenten.
Blijkbaar is dit werkje geschreven juist voor
het thans ingediende wetsontwerp is gepubli-
ceerd. Het is van ze'lf sprekend, dat de wet
houder van een der zwaarst belaste gemeen
ten van ons land een regeling bepleit als
blijkens het thans ingediende wetsontwerp ook
de regeering wenschelijk acht.
Werkjes over kaartspelen.
Het Bridgen.
Er wordt in ons land verbazend veel kaart
gespeeld, doch voor reglementeeren gevoelt
de Hollander weinig. Bekende kaartspelen
worden op tal van plaatsen geheel verschil-
lend gespeeld. De lust om over een kaartspel
iets te lezen is niet groot. Misschien is het
daarom dat de uitgevers er weinig voor ge-
voelen goede boeken op het gebied van
kaartspel het licht te doen zien. Hoe geheel
anders is dat. in Engeland en Amerika. Maar
daar is voor deze lectuur ook veel grooter
afzetgebied.
De firma van Goor te Gouda durfde het in
ons land echter wel aan en wij ontvingen
twee nieuwe werkjes, het eene over het
Klaverjassen, het tweede (een derde druk)
van Royal Auction en Contract Bridge.
Het Klaverjassen wordt in sommige plaat
sen van ons land zeer veel gespeeld. In Am
sterdam en Haarlem zijn er zelfs speciale
clubs.
De heer K. C. de Jonge heeft nu een hand-
leiding voor dit spel geschreven, mede om
eenheid in de spelregels te krijgen. Het spel
wordt in het boekje uitgelegd en nader be-
sproken aan de hand van verschillende voor-
beelden
De derde omgewerkte en vermeerderde
druk van het tweede boekje handelt over
Auction en Contract Bridge.
Dat van het Bridge-spel, dat over de ge-
heele wereld wordt gespeeld en zeker tot de
mooiste en wetenschappelijkste kaartspelen
kan gerekend worden: in ons land nog zoo
weinig intensieve studie wordt gemaakt is
ten zeerste te betreuren.
Wanneer men ziet welk een uitgebreid
studiemateriaal over dit spel in Engeland en
Amerika is verschenen. Als men leest hoe in
Amerika over 111 Radiostations het bridge-
wordt."
„0", spotte Monica, „ik ben niet bang
voor bandieten. Ga jij maar naar beneden,
als je bang bent. Ik wil die lichten op de
muren zien. Elk oogenblik flikkert er een
nieuw, een klein vonkje vuur, als door een
purperen mantel voortgeduwd."
„Mijn hemel wat is dat?"
Zij wees naar de plaats, waar de figuur van
Francis flauw zichtbaar was.
Pietro sloeg vroom een kruis.
„Dat is de Engelschman", fluisterde hij.
„Het is nu zijn nacht van bidden en vasten.
Tegen den morgen zullen zij de deuren van
het klooster voor hem openen. Dan wordt
hij monnik."
„Ben je er zeker van, dat hij een Engelsch
man is?" vroeg Monica.
„Zijn vader was een Engelschman. Zijn
moeder was de dochter van den eigenaar
van een wijnberg in het dal. Signorina",
ging hij voort, „ik smeek u gauw mee te
gaan. Het is verkeerd hier te blijven.
Monica vond wat zij hoorde en deze om-
geving zeer interessant.
„Een Engelschman", herhaalde zij. „Pie-
tro, ik denk, ik wil met hem gaan praten."
Pietro was wezenlijk gekwetst. Die En-
gelschen mochten dan rijk zijn, maar zij had-
den geen gevoel, neen erger het waren hei-
denen.
„Signorina", drong hij aan, „u moet hem
niet storen in ziin gebed,^
spel wordt uitgezonden, hoe de couranten
hun uitgebreide en uitstekend verzorgde
bridgerubrieken hebben, dan begrijpt men
dat dit spel daar inderdaad de landen heeft
veroverd.
Begint men eenmaal ernstig het Bridge in
zijn verschillende vormen te bestudeeren, dan
pas ziet men, hoe leeg en onbeteekenend vele
andere kaartspelen daarnaast zijn.
Het werkje van „Bridger" kan voor hen,
die er voor gevoelen het spel te leeren een
eerste handleiding zijn. Het bestek van dit
boekje liet niet toe, het terrein van bieder en
speler volledig te bespreken. Doch de alge-
meene regels worden er afdoende in behan-
deld. Jammer is het, dat de lezer geen voor-
beelden onder de oogen krijgt en nergens
verschillende onderdeelen van -het spel aan
de hand voor practische voorbeelden worden
besproken.
Mocht er afdoende belangstelling blijken,
dan zal de uitgever er zeker toe overgaan
een nieuwe druk belangrijk uit te breiden om
met mooie spelen de vele geheimen van het
spel te onthullen.
De uitvoering der boekjes is goed en de
firma v. Goor verdient hulde voor haar po-
gingen het Auction en Contract Bridge meer
bekend te maken.
De vierde September, door Peter
Baron. Vertaald uit het Engelsch door
Leo Borst jr. Het Nederlandsche Boek-
van Overbeek. Het Nederlandsche
huis, Tilburg.
George Wace, de leider van een bende
gentleman-dieven, moet uit den weg worden
geruimd, omdat hij het met de plannen dier
heeren niet eens is. Het kaartspel wijst Hu
bert Ohatterton aan als de moordenaar en
George Wace sterft op den vierden Septem
ber. Maar nu wordt er, ondanks de hulp van
detectives en politiemannen, precies op den
vierden van elke maand, een lid van de bende
gedood. De laatste leden omringen zich met
een legertje van verdedigers en wachten met
schrik het middernachtelijk uur af, wanneer
de wrekende Nemesis luidop de slachtoffers
telt en er wederom een doodt
Een vlot geschreven roman van geweldige
spanning, weergevend niet alleen de scherp-
zinnigheid van Scotland-Yard, maar even
eens de geraffineerde trues van Japansche
opium-smokkelaars.
Het geheimzinnige document, door
Christian Haugen. Vertaald uit het
Duitsch door P. J. Aerssens. Het Ne
derlandsche Boekhuis, Tilburg.
Een jongeman Algy Rodney heeft op een
bank een positie, die hem wel een behoorlijk
bestaan oplevert, doch z'n verlangen naar
avonturen en sensatie maar matig kan be-
vredigen.
Als hij zich gereed maakt om op vacantie
te gaan, komt't avontuur plots op hem los
gestormd. Vanuit een venster, gelegen tegen-
over zijn kamer, wordt op hem geschoten.
Even later wordt hij opgebeld door 'n on
bekende jongedame, die hem waarschuwt,
toch vooral voorzichtig te zijn, wijl een even
eens onbekende vijand het op zijn leven ge-
munt heeft.
Den volgenden dag wordt hij in een auto
ontvoerd, doch weet weer te ontvluchten.
Z'n nieuw schrijfbureau wordt hem ontsto
len, doch alle zaken van waarde ontvangt hij
netjes terug.
Een onderhoud met den vader van het
meisje, een willoos werktuig, evenals als z'n
dochter, in handen van den tyran, is onmo-
gelijk, wijl hij door spionnen omringd is.
Deze spionnen zijn echter zoo vriendelijk om
hem bij een gevaarlijke vedhtpartij te redden.
Zij1 blijken niet omkoopbaar te zijn. Het
meisje ziet kans hem te bezoeken. Het blijkt,
dat hun gemeenschappelijke vijand het op
documenten gemunt heeft, die zich in het
schrijfbureau van den jongeman zouden be-
vinden. Tevens krijgt hij een angstwekkend
verhaal te hooren over z'n voorganger, die
toen in 't bezit der documenten was. In 't
oude schrijfbureau wordt inderdaad een do
cument in cijferschrift gevonden, alsmede vier
bankbiljetten. Verband tusschen deze beide
vondsten kunnen zij echter niet ontdekken.
Een der spionnen wensdht tegen een krank-
zinnig hoogen prijs Algy's geheele hebben en
houden te koopen. Deze weigert.
Hij begeeft zich, om z'n achtervolgers te
ontkomen, op vacantie naar een verlaten
oord. Doch den volgenden ochtend blijken de
vier bankbiljetten reeds gestolen te zijn, ech
ter niet't document. Een detective belt hem
op en geeft hem den raad te vluchten langs
'n omweg, om dan weer in z'n hotel te arri-
veeren. De vier bankbiljetten schijnen in ver
band te staan met een nieuw mysterie, niet
minder gevaarlijk dan dat van't document.
MUZIEK" of ACTENTASCH
Echt leder, met handvat,
slot en 2 drukknoopen.
Voorhanden in diverse prijzen.
Monica lachte zachtjes.
„Waarom niet? Hij zal later alle gele-
genheid hebben te bidden. Ik geloof, dat je
aldoor aan die bandieten denkt, Pietro. Ga
weg, als je bang bent. Ik zal je straks wel in-
halen."
„Ik ben niet bang, maar er zijn zeker roo-
vers in de buurt", mompelde hij. „Ik zal een
glas vermouth gaan drinken in het cafe op
den hoek. Het is hier vlak bij. De Signorina
kan niet verdwaien."
Hij maakte, dat hij wegkwam.
Monica keek hem een oogenblik minach-
tend na. Daama zocht zij bescherming onder
een kleine groep olijfboomen. Eerst be-
paalde zij zich tot het beschouwen van het
panorama beneden. Er tintelde een glans van
ondeugendheid in haar oogen. Haar stem was
niet machtig, maar zij wist hoe die te ge-
bruiken. Zij zong van liefde, aardsche liefde,
maar toch mooie liefde.
Aan het andere uiteinde van den muur
hoewel thans niet zichtbaar door de toene-
raende duisternis lag de jonge man te
bidden.
Monica staakte haar zang, gestoord door
het geschuifel van stappen. Zij staarde ver-
schrikt naar de beide mannen, die plotseling
voor haar stonden, zonder dat zij kon uit-
maken van waar zij waren gekomen.
Zij zagen er niet plezierig uit: Vuil, ge
heel het type van boeven, en zij roken af-
schuwdiik naar. knoflook.
Oplossing eindspel 249 (Newton).
1. Lf7f Tf7 (op Kh8 volgt 2. Pg6f en 3.
Till mat.
2. Dd8f Lf8 (of A.) 3. Df8f Tf8
4. Pe7f Kh8 5. Pf7 Tf7 6. Td8f Tf8 7
Tf8 mat.
A. 2Tf8 3. Dd5t Le6 4. De6 Tf7
5. Df7 Kh8 6. Pg6 hg6 7. Th7 mat.
Oplossing eindpel 250.
Wit speelt na elkaar 1. Dc3 2. Dd3 3
Dd4 4. De4 5. De5 6. Df5 7. Df6 8. Dg6
9. Dg7 10. Dh7 11. Dh8 12. Dhl mat.
Zwart heeft niet anders dan achtereen-
volgens 1. Kbl 2. Kal 3. Kbl 4. Kal enz.
Oplossing eindspel 251.
(HelmsSmyth).
1. Dg2!!f Kg2 2. Tg3 mat.
Oplossing probleem 204.
W. A. Shinkman.
1. Kg6 Dglf 2. Lg4 mat.
1.Dg2f 2. Tg4 mat.
1. Dal 2. La6 mat.
1.Da8 2. Ta4 mat.
1. Df3 2. Tf4 mat enz.
Men schrijft aan de Tel.:
Capablanca heeft in een ingezonden stuk
in de Times een wijziging van 't schaakspei
voorgesteld. De redenen daartoe waren voor
hem dat wat Lasker ook reeds eenmaal
uitsprak er een tijd zal komen, dat de
grootmeesters iedere partij tot remise kunnen
forceeren.
Volgens C. ziet men in den laatsten tijd't
aantal remises oirustbarend rijzen in de
groote tournooien.
„Nu reeds", zegt C. worden de eerste 20
zetten van elke partij uit het hoofd gekend".
't Spel wordt langzamerhand „dood".
Daarom stelt Cap. voor om't bord te doen
bestaan uit 10 X 10 vakken. De stukken
moeten met twee worden vermeerderd die
links van de Dame en rechts van den K.
moeten staan met een functie bestaande uit
een combinatie van Paard en Looper. De
pionnen zouden van de vrijheid krijgen voor
de eerste maal een, twee of drie velden op te
schuiven in een zet. 't Spel wordt dan weer
geheel nieuw, al de oude theorie is weg en
er kan veel meer gecombineerd worden.
In een interview van't Handelsblad met
Dr. Euwe verklaard deze zich tegenstander
van Capa's denkbeelden.
Met veel materiaal bewijst E. dat de uit-
spraak van C. dat 't aantal remise stijgt,
voor't minst wat te gauw gedaan is. Euwe
toont aan dat dit niet't geval is. E. vindt
verandering vooralsnog niet noodig.
Wel wil E. eenige wijziging in den uit-
slag. Zonder meer 1—0 of 'A—V2 zou E. niet
willen houden. Wanneer iemand zijn partner
spat zet, zou de uitslag moeten zijn 3/41/4.
Ook is het niet billijk dat iemand, die met
een paard meer, nu remise moet geven. Im-
mers hij heeft zich de sterkere getoond. Euwe
meent met Capablanca dat er wat nieuws
zal komen maar niet door spelwijziging. Nu
durft bijna niemand een opening spelen, die
niet bestudeerd is. Zoo iemand moet opstaan.
't Groote bezwaar van't bord met 100 ruiten
is wel dit, dat alle bestaande theorie over-
boord wordt gezet. De partijen zullen veel
langer duren en dan komt er van nieuw in
convenient bij. Immers er wordt nu al gesuk-
keld met veel afgebroken partijen. Omtrent
de nieuwe sutkken meent Euwe dat dit zoo
spoedig mogelijk zullen worden afgeruild om
't spel in oude banen te leiden. Euwe meent
dat Cacablanca bij zijn waardebepaling van
de nieuwe stukken zich heeft laten leiden
doordat de tegenwoordige koningen reeds een
combinatie is van T L.
De nieuwe stukken zouden dan moeten zijn
combinaties van T -j- P of P L.
Natuurlijk heeft't ingezonden stuk van
Capablanca aandacht getrokken.
Een Engelschman R. Barnett komt op te
gen de noodzakelijkheid van spelwijziging.
Toch stelt hij zelf voor de Koningen ook de
macht te geven om te springen als een paard.
Dus Dame T -f- L P.
De Amsterdamsche kampioen, de heer
Weenink is ook al tegen wijziging.
Hij zegt o. m.: Waar zal't eind zijn? En
voorstellers als Barnett toonen nu al dat W.
gelijk zou kunen krijgen.
Eindspel 252 (Nielsen).
Wit speelt en maakt geforceerd remise.
tUP IIP P
m, «l
abedefgh
„Wat wil je?" vroeg zij.
Zij hadden blijkbaar geen tijd voor ver-
klaringen en grepen haar handen. Ruwe vin-
gers betastten het slot van haar paarlsnocr
„Hulp", riep zij.
Deze eene kreet was al wat zij kon uiten.
Het was echter genoeg. TerwijjL ze nog al de
vernedering voelde van de bniine bacden
voor haar mond, kwam reeds hulp, en zag
zij plotseling een van haar aanvallers in het
zand rollen; zij hoorde een plof en de ander
tuimelde terag, met de handen voor het ge-
zicht. Er schitterde staal; daarop een gil als
van iemand in doodsangst, toen haar redder
het handgewricht van den roovei greep.
Er flikkerde een straal licht in de duister-
is, de dolk werd over den muur geworpen
De beide mannen klauterden als ratten de
rotsen op.
„Hebben zij iets gestolen?" vroeg Francis
haastig.
Monica voelde aan haar hals en haar pci-
sen.
..Heelemaal niets", antwoordde zij
„Volg hen als't u blieft niet. Ik zou het
vreeselijk vinden hier alleen achter te blijven
De jonge man ging een paar stappen ach-
teruit.
„Er is hoegenaamd geen reden voor vrees
meer", verzekerde hij haar. „U deedt beter
ineens naar uw hotel terug te keeren."
Monica keek weifelend naar den wee-. Het
Probleem 205.
(H. Weenink).
im
a be d e f g h
Tweezet mat. A
De einduitslag V. V. V. 1—Z. S. C. I
(Zaandam) is SVz4 lA voor Alkmaar ge
worden.
Wie zou hier arbiter geweest zijn over <k
twee afgebroken partijen?
AAN DE DAMMERS!
In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos»
sing probleem 1044 (P. Kleute Jr.)
Stand.
Zw. 15 sch. op: 1, 2, 8, 12, 13, 15, 17, 18.
21, 24, 29, 30, 34, 39, 40.
W. 17 schijven op: 14, 19, 23, 25, 26, 31,
32, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 49, 50.
Oplossing.
1. 32—28 1. 39:48
2. 14— 9 2. 13 4
3. 38—33 3. 29 47
4. 37—32 4. 18:29
5. 41—37 5. 24:33
6. 49—44 6. 40 49
7. 46—41 7. 49:27
8. 31:11 8 48:31
y 36:16 947 Sn
10. 11—7 10. 2:11
11. 16 9 11. 4 13
12. 28—22 12. 36:18
13. 45—40 13. 34:45
14. 25 3!
Zij, die de oplossing niet hebben kunntSi
vinden, mogen niet verzuimen thans het bo-
venstaande na te spelen.
Ons compliment aan den auteur
Uit den wedstrijd.
De Partij de JonghMolimard.
Deze partij werd in de zesde ronde ge
speeld en was de eenige, die de Jongh verloor
Stan na den 35en zet van zwart:
met. gilp WM WW- HP
mm mm -mm >;M. M
Zw. 10 sch. op: 6, 7, 8, 10, 11, 12, 2W
23, 25, 30.
W. 10 sch. op: 16, 26, 32, 34, 36/39,
43, 44.
De partij verliep als volgt:
1. 37—31 1. 22—28
2. 32—27 2. 10—14
3. 38—33 3. 12—17
4. 33:22 4. 17 :28
5. 43—38 5. 7—12
6. 16 29 6. 28—33
7. 39 :28 7. 30:50
8. 27—22 8. 25 30
9. 22—18 9. 50: 4
10. 31—27 10. 4:31
11. 36:27 11. 30—35
12. 29—23 12. 34—40
13. 38—33 13. 40—44
14. 26—21 14. 14—20
15. 21—17 15. 44—49
16. 17—12 16. 8:17
17. 23—18 17. 49:16
18. 18—13 18. 20—25
scheen de laatste minuten veel duisterder te
zijn geworden.
„Kunt u niet met mij mee wandelen?"
vroeg zij met een glimlach, die vele jongelui,
die haar afwezigheid uit Londen betreurden,
het hoofd op hoi zou hebben gebracht."
„Neen."
Het was een korte, duidelijke weigering.
Monica hoorde echter de afkeuring, die erin
lag, niet.
„Waarom niet? Mijn vader zou u zeker
graag bedanken, en het is donker niet waar?"
„Ik heb hier te doen", antwoordde hij.
.Pietro wacht u aan de buiging van den
weg. U zult tot daar volkomen veilig zijn."
„Misschien", zeide zij, „zal Pietro komen,
als ik hier blijf wachten".
„Het is tijd. dat u teruggaat naar uw ge-
zelschap", verklaarde hij koud. „U weet he;
misschien niet, maar u maakt inbreuk op de
ongeschreven wet van deze plaats. Deze
paar Meter grands zijn heilig voor mij en
voor mijn doel".
Monica knikte
„Ja daar heb ik al van gehoord", erkende
zij-
„Maar u heeft nog alien tijd, niet waar?
Ik zou graag eerst nog met u praten."
„Signorina, ik heb niets te zeggen", ant
woordde hij een beetje mat. De tijd voor ge-
sprekken met mijn medemenschen is voorbij.
Ik ver^oek u mij te verlaten."
tWftrdt ver'c1 v.d. f
OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGfi
ZONDEN DE BROCHURE OVER ORANULINE,
HET MIDDEL VAN Da. J. H. VAN GRAFHORST,
ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER.
ZIEKTE. Middelburgsehestr.Z17, Schaveningen