llliHiistlt Conrait. De wettige Erfggitaam. a Boeken FEUILLETON. L. Frankenberg, Alkmaar. Honderd dertigsfe Jaargang. Schaakrubnaek I DamrubiMek No. 285 1928 Zaterdag1 1 December. „Nora in Amerika", door Jenny 1 Jsselstein, bij Gebr. Kluitman te Alkmaar. Dat is nu nog eens een boek, dat onze jonge dames ongetwijfeld met bijzondere in teresse zullen lezen, velen zullen het ook nog wel voor de tweede maal ter hand nemen. De schrijfster heeit de heldin van haar verhaal zoo geteekend en alle omstandigheden waarin deze geplaatst wordt, zoo geschilderd, dat de lezeressen in alles meeleven Nora van Wijck is een flink echt Hol- lansch kind, dat, vroeg wees geworden, bij familie werd opgevoed en al spoedig moest leeren op eigen beenen te staan. Het kwam wel eens erg krap om bij haar, maar zij red- de zich en werd een zelfstandig meisje, dat wist wat het wilde. Een advertentie, waarin een Amerikaansdhe dame iemand vroeg om met haar over Neder- land te correspondeeren, trok Nora's aan- dacht, zij schreef er op en het gevolg was, dai tal van brieven over en weer gingen, totdat de Amerikaansche haar uitnoodigde om den Oceaan over te steken en eenigen tijd in New York te komen. Een latere brief uit Amerika, waarbij inge- sloten een vrijbiljet voor passage eerste klas, maakte een eind aan Nora's weifelen. In New-York aangekomen, ontdekte zij al gauw, dat Louise de briefschrijfster bijzonder rijk was en zeer hartelijk kon zijn, maar ook was een zeer verwend vrouwtje, gewoon in alles haar zin te krijgen. Nora was dan ook eigenlijk, zooals de chef van het talrijke perscneel het uitdrukte, niet anders dan een speelpop, die op zij zou worden ge- legd zoodra de zinnen op wat anders vielen. En dit gebeurde. Louise kocht een hondje en toen moest Nora weg. Nu begon een vaak moeilijk leven voor haar, die vooral den laatsten tijd in weelde had geleefd. Maar schitterend wist zij zich er door te slaan. Zij kwam eerst op een kantoor, maar daar was het geen leven en zij ging toen in betrekking in een lunchroom, waar zij het zeer druk had en juist genoeg verdiende om haar kostgeld te betalen. Hoe zij daar, dank zij hare ervaring ten huize van Louise, verrassende vondsten deed op het gebied van ververschingen, wordt aardig verteld. Haar positie in de lunchroom werd goed en zij zou vast blijven, maar er kwam een „hij", die haar beheerschte zonder dat zij van hem hield en die haar aanspoorde tot het opzeggen van haar betrekking. Hij was een geweldig vliegenier, en wilde haar rijk en op zijn manier gelukkig maken, maar daarvoor bedankte Nora toch, omdat zij heel in't ge heim hield van Markham Seymour, dien zij bij Louise eens had ontmoet. Het arme kind werd zwaar ziek tengevolge van overspanning en moest een langdurige periode van rust doormaken. Dank zij een eigenlijke brutale daad van haar vriendin Patsv werd zij verpleegd ten huize van een zekeren rijken heer Fenwick, die erg familie- ziek was en dacht dat Nora een nichtje van hem was Het „bedrog" werd Nora ten slotte bekend en toen vluchtte zij. Weer stond zij alleen! Zii kwam nu als gezelschapschapsdame bij een millionnaire in Chicago, die in alles een voorbeeld nam aan Louise tot zelfs aan het hondie toe zoodat twee maanden later de arme Nora weer op straat stond. Of neen: zii ging naar Californie, naar Hollywood, waar zij een betrekking kreeg als figurante bij de Paramount. Zij deed haar werk uitste- kend, zoo zelfs dat een der sterren boos were over haar lach tegen een medespeleren Nora was weer zonder betrekking! Aan het lijden kwam nu echter spoedig een gelukkig einde, want Markham had de film „Geldkoningen" gezien en daarbij Nora her- kend. Hij had haar al lang gezocht, maar Louise wist niet waar het meisie was geble- ven. Thans kon hij haar natuurlijk gemakke- lijk vinden, zij moest in Filmland zijn Hij kwam juist op den dag dat Nora haar ontslag thuis gestuurd kreeg. Maar nu kreeg zij terstond een andere, de allerbeste „betrek- king". 't Is een van de mooiste meisjesboeken, die wij lazen, iets heel anders dan men voor onze bakvischjes gewoon is. Zonder ook maar een oogenblik saai of vervelend te worden, zijn Nora's ervaringen in Amerika weerge geven, wordt er verteld van de verfijnde weelde in de huizen der millionnairs, van de grootte van verschillende gebouwen, van de Door PHILIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B. 4) HOOFDSTUK II. Monica, die licht en sierlijk de rotsen af- daalde, brak haar lied af en staarde naar be neden. Pietro stond op den weg te wachten „Wil de Graziosa Signorina gauw met mij naar het hotel gaan", vroeg hij. „De Signer, die beloofde op haar te wachten, vergat het. Hij zond mij hierheen. Ik heb gedraafd, zoo hard ik kon." Monica deed een laatsten sprorag en stond op den weg. „Waarom zou ik haast maken, Pietro?" vroeg zij zorgeloos. „Deze schemering is prachtig. Ik heb gekeken naar de lichten, die verschenen op de vlakte." „Het is hier niet veilig op dit uur"; ver- zekerde de gids haar, zenuwachtig rond- kijkend. „Niet veilig?" herhaalde zij verbaasd. „Waarom niet." „Er zijn bandieten, die in de heuvels hier- boven zwerven en verschijnen als het duister TnfTcnnng crer tremen en van wat Filmland biedt. Gebr. Kluitman zorgden als altijd voor een mooie uitvoering, waarvoor Anm v. d. Ruit de illustraties leverde. Mijn Land. Van de bekende serie „Mijn Landvan Bussink's Koekfabriek te Deventer is thans het deel Gelderland verschenen. Het is weer een fraai album geworden met honderd Hei ne en in afwijking van het deel dat Overijsel behandelde twee groote platen naar origineele aquardlen van den kunst- schilder Godefroy van wien ook twaalf pen- teekeningen zijn opgenomen. Alleen de kleine plaatjes worden gedurende een jaar bij Bussink's koeksoorten verpakt en de groote platen worden door inruiling van kleine verkregen, welke ruiling alleen kan plaats vinden door de afdeeling reclame van Bussink's koekfabriek te Deventer. Hier kun- nen ook plaatjes van Gelderland en Overijsel tegen elkaar worden ingeruild. De beschrijvende tekst, die als gewoonlijk weer een prettige causerie is geworden, is van den bekenden Amsterdamschen journalist G. J. Nijland. Deze fraaie reclame met opvoed- kundige strekking zal weer door velen ge- waafdeerd worden en er krachtig toe medte- werken het Deventersc'he fabrikaat in nog breeder kring bekend te maken. Met ontwerp van wet tot herziening van de finandeele verhoiiding tusschen het rijk en de gemeenten is de titel van een door den heer D. Kooiman, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Hollland geschreven werkje, dat bij N. Samson te Alphen aan den Rijn is ver schenen. Het is voorzien van marginale aanteekenin- gen en wordt voorafgegaan door een beknopt overzicht van stelsel en inhoud van het ont werp. Dat is een duidelijke en volledige uitgave waarin wordt aangegeven welke de gevolgen van de invoering van de wet zullen zijn, zoo- wel wat aangaat de nieuwe rijksuitkeeringen als de lasten, die de burgers onder de nieuwe regeling zullen hebben te dragen. Dit overzicht wijst den weg voor bereke- ning van de finandeele gevolgen nadat som- mige daartoe nog benooaigde gegevens be kend zullen zijn geworden, Het bevat tevens een zeer belangwekkende vergdlijking van den druk der plaatselijke inkomsten-belasting thans en der gemeentefonds-belasting (even- tueel met opcenten) in de toekomst in 295 ge meenten, aan de hand waarvan gemakkelijk ook voor andere gemeenten deze vergelijking kan gemaakt worden. Ook de heer J. Garter Kz., wethouder van financien van de gemeente Emmen, schreef eveneens een werkje over De finandeele ver- houding tusschen het Rijk en de Gemeenten. Blijkbaar is dit werkje geschreven juist voor het thans ingediende wetsontwerp is gepubli- ceerd. Het is van ze'lf sprekend, dat de wet houder van een der zwaarst belaste gemeen ten van ons land een regeling bepleit als blijkens het thans ingediende wetsontwerp ook de regeering wenschelijk acht. Werkjes over kaartspelen. Het Bridgen. Er wordt in ons land verbazend veel kaart gespeeld, doch voor reglementeeren gevoelt de Hollander weinig. Bekende kaartspelen worden op tal van plaatsen geheel verschil- lend gespeeld. De lust om over een kaartspel iets te lezen is niet groot. Misschien is het daarom dat de uitgevers er weinig voor ge- voelen goede boeken op het gebied van kaartspel het licht te doen zien. Hoe geheel anders is dat. in Engeland en Amerika. Maar daar is voor deze lectuur ook veel grooter afzetgebied. De firma van Goor te Gouda durfde het in ons land echter wel aan en wij ontvingen twee nieuwe werkjes, het eene over het Klaverjassen, het tweede (een derde druk) van Royal Auction en Contract Bridge. Het Klaverjassen wordt in sommige plaat sen van ons land zeer veel gespeeld. In Am sterdam en Haarlem zijn er zelfs speciale clubs. De heer K. C. de Jonge heeft nu een hand- leiding voor dit spel geschreven, mede om eenheid in de spelregels te krijgen. Het spel wordt in het boekje uitgelegd en nader be- sproken aan de hand van verschillende voor- beelden De derde omgewerkte en vermeerderde druk van het tweede boekje handelt over Auction en Contract Bridge. Dat van het Bridge-spel, dat over de ge- heele wereld wordt gespeeld en zeker tot de mooiste en wetenschappelijkste kaartspelen kan gerekend worden: in ons land nog zoo weinig intensieve studie wordt gemaakt is ten zeerste te betreuren. Wanneer men ziet welk een uitgebreid studiemateriaal over dit spel in Engeland en Amerika is verschenen. Als men leest hoe in Amerika over 111 Radiostations het bridge- wordt." „0", spotte Monica, „ik ben niet bang voor bandieten. Ga jij maar naar beneden, als je bang bent. Ik wil die lichten op de muren zien. Elk oogenblik flikkert er een nieuw, een klein vonkje vuur, als door een purperen mantel voortgeduwd." „Mijn hemel wat is dat?" Zij wees naar de plaats, waar de figuur van Francis flauw zichtbaar was. Pietro sloeg vroom een kruis. „Dat is de Engelschman", fluisterde hij. „Het is nu zijn nacht van bidden en vasten. Tegen den morgen zullen zij de deuren van het klooster voor hem openen. Dan wordt hij monnik." „Ben je er zeker van, dat hij een Engelsch man is?" vroeg Monica. „Zijn vader was een Engelschman. Zijn moeder was de dochter van den eigenaar van een wijnberg in het dal. Signorina", ging hij voort, „ik smeek u gauw mee te gaan. Het is verkeerd hier te blijven. Monica vond wat zij hoorde en deze om- geving zeer interessant. „Een Engelschman", herhaalde zij. „Pie- tro, ik denk, ik wil met hem gaan praten." Pietro was wezenlijk gekwetst. Die En- gelschen mochten dan rijk zijn, maar zij had- den geen gevoel, neen erger het waren hei- denen. „Signorina", drong hij aan, „u moet hem niet storen in ziin gebed,^ spel wordt uitgezonden, hoe de couranten hun uitgebreide en uitstekend verzorgde bridgerubrieken hebben, dan begrijpt men dat dit spel daar inderdaad de landen heeft veroverd. Begint men eenmaal ernstig het Bridge in zijn verschillende vormen te bestudeeren, dan pas ziet men, hoe leeg en onbeteekenend vele andere kaartspelen daarnaast zijn. Het werkje van „Bridger" kan voor hen, die er voor gevoelen het spel te leeren een eerste handleiding zijn. Het bestek van dit boekje liet niet toe, het terrein van bieder en speler volledig te bespreken. Doch de alge- meene regels worden er afdoende in behan- deld. Jammer is het, dat de lezer geen voor- beelden onder de oogen krijgt en nergens verschillende onderdeelen van -het spel aan de hand voor practische voorbeelden worden besproken. Mocht er afdoende belangstelling blijken, dan zal de uitgever er zeker toe overgaan een nieuwe druk belangrijk uit te breiden om met mooie spelen de vele geheimen van het spel te onthullen. De uitvoering der boekjes is goed en de firma v. Goor verdient hulde voor haar po- gingen het Auction en Contract Bridge meer bekend te maken. De vierde September, door Peter Baron. Vertaald uit het Engelsch door Leo Borst jr. Het Nederlandsche Boek- van Overbeek. Het Nederlandsche huis, Tilburg. George Wace, de leider van een bende gentleman-dieven, moet uit den weg worden geruimd, omdat hij het met de plannen dier heeren niet eens is. Het kaartspel wijst Hu bert Ohatterton aan als de moordenaar en George Wace sterft op den vierden Septem ber. Maar nu wordt er, ondanks de hulp van detectives en politiemannen, precies op den vierden van elke maand, een lid van de bende gedood. De laatste leden omringen zich met een legertje van verdedigers en wachten met schrik het middernachtelijk uur af, wanneer de wrekende Nemesis luidop de slachtoffers telt en er wederom een doodt Een vlot geschreven roman van geweldige spanning, weergevend niet alleen de scherp- zinnigheid van Scotland-Yard, maar even eens de geraffineerde trues van Japansche opium-smokkelaars. Het geheimzinnige document, door Christian Haugen. Vertaald uit het Duitsch door P. J. Aerssens. Het Ne derlandsche Boekhuis, Tilburg. Een jongeman Algy Rodney heeft op een bank een positie, die hem wel een behoorlijk bestaan oplevert, doch z'n verlangen naar avonturen en sensatie maar matig kan be- vredigen. Als hij zich gereed maakt om op vacantie te gaan, komt't avontuur plots op hem los gestormd. Vanuit een venster, gelegen tegen- over zijn kamer, wordt op hem geschoten. Even later wordt hij opgebeld door 'n on bekende jongedame, die hem waarschuwt, toch vooral voorzichtig te zijn, wijl een even eens onbekende vijand het op zijn leven ge- munt heeft. Den volgenden dag wordt hij in een auto ontvoerd, doch weet weer te ontvluchten. Z'n nieuw schrijfbureau wordt hem ontsto len, doch alle zaken van waarde ontvangt hij netjes terug. Een onderhoud met den vader van het meisje, een willoos werktuig, evenals als z'n dochter, in handen van den tyran, is onmo- gelijk, wijl hij door spionnen omringd is. Deze spionnen zijn echter zoo vriendelijk om hem bij een gevaarlijke vedhtpartij te redden. Zij1 blijken niet omkoopbaar te zijn. Het meisje ziet kans hem te bezoeken. Het blijkt, dat hun gemeenschappelijke vijand het op documenten gemunt heeft, die zich in het schrijfbureau van den jongeman zouden be- vinden. Tevens krijgt hij een angstwekkend verhaal te hooren over z'n voorganger, die toen in 't bezit der documenten was. In 't oude schrijfbureau wordt inderdaad een do cument in cijferschrift gevonden, alsmede vier bankbiljetten. Verband tusschen deze beide vondsten kunnen zij echter niet ontdekken. Een der spionnen wensdht tegen een krank- zinnig hoogen prijs Algy's geheele hebben en houden te koopen. Deze weigert. Hij begeeft zich, om z'n achtervolgers te ontkomen, op vacantie naar een verlaten oord. Doch den volgenden ochtend blijken de vier bankbiljetten reeds gestolen te zijn, ech ter niet't document. Een detective belt hem op en geeft hem den raad te vluchten langs 'n omweg, om dan weer in z'n hotel te arri- veeren. De vier bankbiljetten schijnen in ver band te staan met een nieuw mysterie, niet minder gevaarlijk dan dat van't document. MUZIEK" of ACTENTASCH Echt leder, met handvat, slot en 2 drukknoopen. Voorhanden in diverse prijzen. Monica lachte zachtjes. „Waarom niet? Hij zal later alle gele- genheid hebben te bidden. Ik geloof, dat je aldoor aan die bandieten denkt, Pietro. Ga weg, als je bang bent. Ik zal je straks wel in- halen." „Ik ben niet bang, maar er zijn zeker roo- vers in de buurt", mompelde hij. „Ik zal een glas vermouth gaan drinken in het cafe op den hoek. Het is hier vlak bij. De Signorina kan niet verdwaien." Hij maakte, dat hij wegkwam. Monica keek hem een oogenblik minach- tend na. Daama zocht zij bescherming onder een kleine groep olijfboomen. Eerst be- paalde zij zich tot het beschouwen van het panorama beneden. Er tintelde een glans van ondeugendheid in haar oogen. Haar stem was niet machtig, maar zij wist hoe die te ge- bruiken. Zij zong van liefde, aardsche liefde, maar toch mooie liefde. Aan het andere uiteinde van den muur hoewel thans niet zichtbaar door de toene- raende duisternis lag de jonge man te bidden. Monica staakte haar zang, gestoord door het geschuifel van stappen. Zij staarde ver- schrikt naar de beide mannen, die plotseling voor haar stonden, zonder dat zij kon uit- maken van waar zij waren gekomen. Zij zagen er niet plezierig uit: Vuil, ge heel het type van boeven, en zij roken af- schuwdiik naar. knoflook. Oplossing eindspel 249 (Newton). 1. Lf7f Tf7 (op Kh8 volgt 2. Pg6f en 3. Till mat. 2. Dd8f Lf8 (of A.) 3. Df8f Tf8 4. Pe7f Kh8 5. Pf7 Tf7 6. Td8f Tf8 7 Tf8 mat. A. 2Tf8 3. Dd5t Le6 4. De6 Tf7 5. Df7 Kh8 6. Pg6 hg6 7. Th7 mat. Oplossing eindpel 250. Wit speelt na elkaar 1. Dc3 2. Dd3 3 Dd4 4. De4 5. De5 6. Df5 7. Df6 8. Dg6 9. Dg7 10. Dh7 11. Dh8 12. Dhl mat. Zwart heeft niet anders dan achtereen- volgens 1. Kbl 2. Kal 3. Kbl 4. Kal enz. Oplossing eindspel 251. (HelmsSmyth). 1. Dg2!!f Kg2 2. Tg3 mat. Oplossing probleem 204. W. A. Shinkman. 1. Kg6 Dglf 2. Lg4 mat. 1.Dg2f 2. Tg4 mat. 1. Dal 2. La6 mat. 1.Da8 2. Ta4 mat. 1. Df3 2. Tf4 mat enz. Men schrijft aan de Tel.: Capablanca heeft in een ingezonden stuk in de Times een wijziging van 't schaakspei voorgesteld. De redenen daartoe waren voor hem dat wat Lasker ook reeds eenmaal uitsprak er een tijd zal komen, dat de grootmeesters iedere partij tot remise kunnen forceeren. Volgens C. ziet men in den laatsten tijd't aantal remises oirustbarend rijzen in de groote tournooien. „Nu reeds", zegt C. worden de eerste 20 zetten van elke partij uit het hoofd gekend". 't Spel wordt langzamerhand „dood". Daarom stelt Cap. voor om't bord te doen bestaan uit 10 X 10 vakken. De stukken moeten met twee worden vermeerderd die links van de Dame en rechts van den K. moeten staan met een functie bestaande uit een combinatie van Paard en Looper. De pionnen zouden van de vrijheid krijgen voor de eerste maal een, twee of drie velden op te schuiven in een zet. 't Spel wordt dan weer geheel nieuw, al de oude theorie is weg en er kan veel meer gecombineerd worden. In een interview van't Handelsblad met Dr. Euwe verklaard deze zich tegenstander van Capa's denkbeelden. Met veel materiaal bewijst E. dat de uit- spraak van C. dat 't aantal remise stijgt, voor't minst wat te gauw gedaan is. Euwe toont aan dat dit niet't geval is. E. vindt verandering vooralsnog niet noodig. Wel wil E. eenige wijziging in den uit- slag. Zonder meer 1—0 of 'A—V2 zou E. niet willen houden. Wanneer iemand zijn partner spat zet, zou de uitslag moeten zijn 3/41/4. Ook is het niet billijk dat iemand, die met een paard meer, nu remise moet geven. Im- mers hij heeft zich de sterkere getoond. Euwe meent met Capablanca dat er wat nieuws zal komen maar niet door spelwijziging. Nu durft bijna niemand een opening spelen, die niet bestudeerd is. Zoo iemand moet opstaan. 't Groote bezwaar van't bord met 100 ruiten is wel dit, dat alle bestaande theorie over- boord wordt gezet. De partijen zullen veel langer duren en dan komt er van nieuw in convenient bij. Immers er wordt nu al gesuk- keld met veel afgebroken partijen. Omtrent de nieuwe sutkken meent Euwe dat dit zoo spoedig mogelijk zullen worden afgeruild om 't spel in oude banen te leiden. Euwe meent dat Cacablanca bij zijn waardebepaling van de nieuwe stukken zich heeft laten leiden doordat de tegenwoordige koningen reeds een combinatie is van T L. De nieuwe stukken zouden dan moeten zijn combinaties van T -j- P of P L. Natuurlijk heeft't ingezonden stuk van Capablanca aandacht getrokken. Een Engelschman R. Barnett komt op te gen de noodzakelijkheid van spelwijziging. Toch stelt hij zelf voor de Koningen ook de macht te geven om te springen als een paard. Dus Dame T -f- L P. De Amsterdamsche kampioen, de heer Weenink is ook al tegen wijziging. Hij zegt o. m.: Waar zal't eind zijn? En voorstellers als Barnett toonen nu al dat W. gelijk zou kunen krijgen. Eindspel 252 (Nielsen). Wit speelt en maakt geforceerd remise. tUP IIP P m, «l abedefgh „Wat wil je?" vroeg zij. Zij hadden blijkbaar geen tijd voor ver- klaringen en grepen haar handen. Ruwe vin- gers betastten het slot van haar paarlsnocr „Hulp", riep zij. Deze eene kreet was al wat zij kon uiten. Het was echter genoeg. TerwijjL ze nog al de vernedering voelde van de bniine bacden voor haar mond, kwam reeds hulp, en zag zij plotseling een van haar aanvallers in het zand rollen; zij hoorde een plof en de ander tuimelde terag, met de handen voor het ge- zicht. Er schitterde staal; daarop een gil als van iemand in doodsangst, toen haar redder het handgewricht van den roovei greep. Er flikkerde een straal licht in de duister- is, de dolk werd over den muur geworpen De beide mannen klauterden als ratten de rotsen op. „Hebben zij iets gestolen?" vroeg Francis haastig. Monica voelde aan haar hals en haar pci- sen. ..Heelemaal niets", antwoordde zij „Volg hen als't u blieft niet. Ik zou het vreeselijk vinden hier alleen achter te blijven De jonge man ging een paar stappen ach- teruit. „Er is hoegenaamd geen reden voor vrees meer", verzekerde hij haar. „U deedt beter ineens naar uw hotel terug te keeren." Monica keek weifelend naar den wee-. Het Probleem 205. (H. Weenink). im a be d e f g h Tweezet mat. A De einduitslag V. V. V. 1—Z. S. C. I (Zaandam) is SVz4 lA voor Alkmaar ge worden. Wie zou hier arbiter geweest zijn over <k twee afgebroken partijen? AAN DE DAMMERS! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos» sing probleem 1044 (P. Kleute Jr.) Stand. Zw. 15 sch. op: 1, 2, 8, 12, 13, 15, 17, 18. 21, 24, 29, 30, 34, 39, 40. W. 17 schijven op: 14, 19, 23, 25, 26, 31, 32, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 45, 46, 49, 50. Oplossing. 1. 32—28 1. 39:48 2. 14— 9 2. 13 4 3. 38—33 3. 29 47 4. 37—32 4. 18:29 5. 41—37 5. 24:33 6. 49—44 6. 40 49 7. 46—41 7. 49:27 8. 31:11 8 48:31 y 36:16 947 Sn 10. 11—7 10. 2:11 11. 16 9 11. 4 13 12. 28—22 12. 36:18 13. 45—40 13. 34:45 14. 25 3! Zij, die de oplossing niet hebben kunntSi vinden, mogen niet verzuimen thans het bo- venstaande na te spelen. Ons compliment aan den auteur Uit den wedstrijd. De Partij de JonghMolimard. Deze partij werd in de zesde ronde ge speeld en was de eenige, die de Jongh verloor Stan na den 35en zet van zwart: met. gilp WM WW- HP mm mm -mm >;M. M Zw. 10 sch. op: 6, 7, 8, 10, 11, 12, 2W 23, 25, 30. W. 10 sch. op: 16, 26, 32, 34, 36/39, 43, 44. De partij verliep als volgt: 1. 37—31 1. 22—28 2. 32—27 2. 10—14 3. 38—33 3. 12—17 4. 33:22 4. 17 :28 5. 43—38 5. 7—12 6. 16 29 6. 28—33 7. 39 :28 7. 30:50 8. 27—22 8. 25 30 9. 22—18 9. 50: 4 10. 31—27 10. 4:31 11. 36:27 11. 30—35 12. 29—23 12. 34—40 13. 38—33 13. 40—44 14. 26—21 14. 14—20 15. 21—17 15. 44—49 16. 17—12 16. 8:17 17. 23—18 17. 49:16 18. 18—13 18. 20—25 scheen de laatste minuten veel duisterder te zijn geworden. „Kunt u niet met mij mee wandelen?" vroeg zij met een glimlach, die vele jongelui, die haar afwezigheid uit Londen betreurden, het hoofd op hoi zou hebben gebracht." „Neen." Het was een korte, duidelijke weigering. Monica hoorde echter de afkeuring, die erin lag, niet. „Waarom niet? Mijn vader zou u zeker graag bedanken, en het is donker niet waar?" „Ik heb hier te doen", antwoordde hij. .Pietro wacht u aan de buiging van den weg. U zult tot daar volkomen veilig zijn." „Misschien", zeide zij, „zal Pietro komen, als ik hier blijf wachten". „Het is tijd. dat u teruggaat naar uw ge- zelschap", verklaarde hij koud. „U weet he; misschien niet, maar u maakt inbreuk op de ongeschreven wet van deze plaats. Deze paar Meter grands zijn heilig voor mij en voor mijn doel". Monica knikte „Ja daar heb ik al van gehoord", erkende zij- „Maar u heeft nog alien tijd, niet waar? Ik zou graag eerst nog met u praten." „Signorina, ik heb niets te zeggen", ant woordde hij een beetje mat. De tijd voor ge- sprekken met mijn medemenschen is voorbij. Ik ver^oek u mij te verlaten." tWftrdt ver'c1 v.d. f OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGfi ZONDEN DE BROCHURE OVER ORANULINE, HET MIDDEL VAN Da. J. H. VAN GRAFHORST, ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER. ZIEKTE. Middelburgsehestr.Z17, Schaveningen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5