De wettige Erfgenaam.
timer Exira
Radio-hoekje
FEUILLETON.
Buitenland
Donderdag 6 December.
Ingezonden stukken
NAA!MACHINE
No 289
1928
Honderd dertigste Jairpng,
Vrijdag 7 December.
HUversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen-
Wijding. 12.302.Concert door het Boris
Lensky Trio. 2.30—3.30 Gramofoonmuziek.
4'.4.30 Halfuurtje van de Neder. Ver. van
Huisvrouwen, door Mej. Amesz. 5.306.
Pianoconcert door Fie Roeper. 6.7.15 Con
cert door het Boris Lensky Trio. 7.157.45
Cursus voor schippers, door T. P. Keyzer.
8.058.50 Duitsche operette-fragmenten.
Fritz Hirsch Operette-gezelschap. 2e acte v.
d. operette „Die Walzertraum" van Osc.
Strauss. 8.50—9.35 Lezing door Mr. M.
Levenbach: Huidige maatschappelijke ver-
houdingen in de V. S. 9.35 (Vervolg) Ope-
retteconcert. „Die Czardasfiirstin", Kalman.
'10.05 Persberichten. 10.15 Aansluiting van
liet Feestgebouw van St. Servansk'ooster te
Maastricht. Het Omroep-orkest onder leiding
van Nico Treep. Helene Cals, sopraan.
Chris de Vos, tenor. Paul Pul, bariton.
Huizen, 340.9 Al. (Na 6 uur 1852 M.
12.301.30 Concert door het K. R. O.-Trio.
3.4.Vrouwenuurtje door Mevr. Kaller
Wigman. 4.5.Gramofoonmuziek. N. C.
R. V. 5.—-6.45 Concert. Mevr. Jonckers
Tiggers, sopraan. Mej. B. de Booy, viool.
Mevr. A. TimmerSpoelstra, piano. H. J. E.
Wittpen, flu-it. 7.—7.30 K. R. O. Paedagogie
door Dr. J. v. Dael. 7.35 V. P. R. O. Ds. J.
van Dorp: Oude Testament. De groote Ko-
ningen. 8.10 Persberichten. 8.15 Pianocon
cert door E. van Beynum. 8.45 Ds. G. van
Duyl: Paulus en zijn tijd. 9.45 Pianoconcert
door E. van Beynum.
Daventry, 1562 At. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatencon-
cert, viool en piano. 12.50 Orgelconcert.
1.20—2-20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scho-
len. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing. 3.40 Muziek
3.45 Lezing. 4.—Muziek. 4.05 Tooneel voor
scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuur-
tje. 6.20 Nieuwe kinderboeken. 6 35 Nieuws-
berichten. 6.50 Landbouwberichten. 7.05
Pianomuziek van Schubert. 7.20 Muzik. cri-
tiek. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8,05 Variete.
Dans-orkest en solisten. 8.50 Orgelconcert.
9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Debat tusschen
Clive Bell en Mr. McCarthy. 9.50 Nieuws
berichten. 9.55 Licht Orkestconcert W. H.
Squire, cello. Orkest. 11.20—12.20 Dans
muziek.
Parijs „Radio-Paris" 1750 At. 12.50
2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert.
8.50—11-20 Concert. Orkest. Hr. Rabaud,
zanger.
Langenberg, 469 At. 11.30 Mechanische
muziek. 12.25—1.50 Orkestconcert 5.05
5.50 Orkestconcert. 7.50 Koor- en orkestcon
cert. Stedelijk orkest en mannenkoorver. „Me-
lodia" en „Munstersche zangver." W. Win-
terberg, bariton. A. Brockhoff, orgel. Daar-
na tot 11.20 Orkestconcert.
KJbnigswusterhausen (Zeesen), 1250 en
1680 At. 11.20—4.20 Lezingen. 4.20—5.20
Orkestconcert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20
Voorlezing uit „Wolfsbloed" van Jack Lon
don. 8.20 Lezing. 8.50 M ozart-liederen. J.
Klemperer, sopraan. O. Klemperer, aan den
vleugel.
Hamburg, 395 At. 3.35 Coloratuur-aria's,
door Mia Hiiper—Buff en orkest. 5.20 Or
kestconcert. 5.20 Orkestconcert. 6.15 „Tann-
hauser", rom. opera in 3 acten van Wagner.
9.50—11.20 Her-uitzending van buitenland-
sche stations.
Brussel, 509 At. 5.20 Orkestconcert. 6.55
Pianoconcert. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.35
Fragmenten uit Rigoletto, opera van Verdi.
(Buiten verantwoordcliikheid van de Redac-
tie. De apname in deze rubriek bewiist geens-
zins dat de redactie er mede instemt.)
EEN EN ANDER OVER DEN
VERKEERSWEG ALKMAAR—HAARLEM.
Namens de Ver-eenigingen voor Vreemde-
lingenverkeer te Alkmaar en te Bergen N.-H.
•werd ons verzocht het volgende op te nemen,
aangezien de redaetie van „Het Handelsblad"
onverkort-e opname weigerde en de betref-
fende besturen, met het oog op de belang-
rijkheid der zaak, daarop blijven prijs stellen.
Een van de meest brandende vraagstukken
van dezen tijd is ongetwijfeld het wegen-
vraagstuk.
De belangstelling, welke voor dit vraag-
stuk in breede lagen der bevolking bestaat,
vindt hare oorzaak niet alleen in den groot-
schen opzet der plannen, maar oole, en wij
jfouden willen zeggen voornamelijk, in de
enorme belangen, welke hiermede zijn ge-
moeid.
Het is niet te ontkennen, dat zulk een be-
angstelling, uitgaande van allerlei catego-
rieen van personen gemakkelijk kan omslaan
in een pogen het belang van eigen omge-
ving, zoo materieel als tdeeel, als hoofdzaak,
het algemeen belang als bijzaak te gaan be-
schouwen en aldus ook te behandelen.
Waar ten overvloede de materie van het
wegenvraagstuk uitermate gecompliceerd is
en op velerlei punten nog als allerminst vast-
staand moet worden beschouwd, zoo kan
het geen verwondering wekken, dat men de
meest fantastische geruchten kan vernemen
en allerlei bezwaren reeds nu te berde wor
den gebracht tegen plannen, welke soms
z-elfs het stadium van .plannen" nog niet
eens hebben bereikt.
Het is duidelijk, dat het niet op den weg
van de hierboven genoemde Vereenigingen
kan liggen den Rijkswaterstaat, die speciaal
in dezen vaak de aangevallen partij is, te
verdedigen. Wanneer echter in een blad als
het „Algemeen Handelsblad" (Avondblad van
November 1928) een ujtvoerig artikel ge-
titeld „Rijkswegen en Uitbreidingsplannen".
„De verkeersweg HaarlemAlkmaar Het
snelverkeer naar Nieuwediep". wordt opge-
nomen over een voor deze streek uitermate
belangrijken verkeersweg en dit artikel, dat
uit den aard der zaak toch onder de oogen
van duizenden in den lande komt, wat strek-
king en inhoud betreft, zoo zeer in strijd is
met de feiten en het algemeen belang van een
geheele streek, dan meenen wij onze passi-
viteit op te moeten geven.
Reeds met het oog op de ons te verleenen
daatsruimte kan van eene minutieuze w-eer-
egging van bedoeld artikel geen sprake zijn.
Wij halen daarom de drie voornaamste
grondgedacht-en uit het artikel naar voren
en vinden dan als eerste argument tegen de
verbetering van den verkeersweg Haarlem
Alkmaar het bezwaar, dat in den laatsten tijd
sterk in de mode komt, n.l. inbreuk op de ge-
meentelijke autonomic.
In het midden latende of dit woord, dat
voor zeer velen slechts een klank is, niet al-
r-eeds ter andere plaatse genoeg misbruikt
wordt, zoo kan het toch wel vast staan dat
wanneer het R ij k met Rijksgelden een
R ij k s w e g over Rijksgronden
aanlegt en onderhoudt, het toch te dwaas is
hier te spreken van een inbreuk op de
machtsbevoegdheid der Gemeenten.
Wordt nu in het bedoelde artikel van
November niet alleen geponeerd de stelling,
dat het project van aanleg van een nieuwen
weg Haarlem—Alkmaar inbre-uk zal maken
op de autonomie der langs dezen weg liggen-
de Gemeenten, daarnaast stelt men het zoo
voor, dat deze weg binnen kort zal worden
uitgevoerd ter breedte van 32 Meter.
Deze mededeeling zonder meer neerge-
schreven, g-eeft blijk, dat de schrijver van het
door hem behandelde onderwerp weinig op
de hoogte is. Immers, de plannen voor den te
verbeteren weg NcordzeekanaalAlkmaar
hebben nog nimmer ter visie gelegen en d-e
breedte kan dus zeker niet zonder meer als
32 Meter worden aangeduid.
Het mag echter op goede gronden worden
aangenomen, dat het in de bedoeling van de
ontwerpers van dien weg ligt en deze be
doeling kan niet anders dan prijzenswaard
worden genoemd wegens het vooruitziend be-
leid, dat daaruit spreekt om langs den
weg, onverschillig hoe breed het wegdek in
de naaste toekomst ook zal worden, een
strook van voldoende breedte te reserveeren
Zoodoend-e voorkomt men later kostbare ont-
eigeningen en het wegtrace zal steeds gereec
liggen ten dienste van een toenemend ver-
keer.
Is dus de mededeeling, dat de weg Alk
maar—Haarlem 32 Meter breed zal worden
minstens genomen voorbarig en zeer ver-
moedelijk ook onjuist, het tweede argument
van den schrijver, dat n.l de weg Haarlem
Alkmaar nimmer van veel beteekenis za'
worden en dat er van Beverwijk af tot Alk
maar zoo goed als geen verkeer is, moet
eveneens in strijd met de feiten worden ge
noemd.
Het Rijkswegenplan althans hecht aan
dezen weg een zoodanige beteekenis, dat
men, uitkomende op bedoelden weg, een
nieuw aan te leggen verkeersbaan heeft ge
projecteerd, welke de noordelijke provincies
via den Zuiderzeedijk en Alkmaar met Haar
lem en de zuidelijke gedeelten van ons lane
zal verbinden.
In het bedoelde artikel wordt nu wel in
twijfel getrokken of het snelverkeer uit die
richting dezen weg „met sluizen(!)" zal kie-
zen, maar welke weg dan gekozen zal wor
den, blijft onaangegeven. Bovendien wordt
door het neerschrijven van de woorden „een
weg met sTuizen'' de Indruk gevestlgd, dat
deze weg zou loopen door sluizen en alleen
daarom al niet voor het snelverkeer ge-
schikt zoude zijn. Het behoeft weinig be-
toog, dat er van een weg met sluizen geen
sprake is. Waar noodig zal de weg voeren
over bruggen en bet zal wel ieder automo-
bilist koud laten of er onder die bruggen
sluizen zijn of niet.
De stelling, dat er van Beverwijk af tot
Alkmaar zoo goed als geen verkeer is, kan
gemakkelijk worden weerlegd met het geven
van enkele cijfers, welke voorkomen in het
extra-nummer van het maandblad „Wegen".
Werden volgens bepaalde berekening bij
den voormaligen tol te Velsen geteld 516 mo-
torvoertuigen, benoorden Beverwijk, bezui-
den Castricum, benoorden Liipmen en be
noorden Heiloo waren deze cijfers 380, resp.
371, resp. 305, resp. 459. En terwijl in 1923
op het traject VelsenAlkmaar het aantal
motorrijtuigen een gemiddelde per 14-uren-
dag toonde van 118, steeg dit getal in 1926
tot 380. Dat dit laatste cijfer voor 1929 ver-
dubbeld kan worden, laat weinig twijfel
over, gezien het feit, dat bedoelde weg in het
laatste jaar belangrijk is verbeterd en het
bekend is, dat auto-rijders slechte wegen mij-
den, maar de goede zoeken.
Wie trouwens op Zon- en feestdagen de
onafzienbare files van auto's bij de ponten te
Velsen heeft gadegeslagen, zal tot de over-
tuiging moeten komen, dat het niet bepaald
waarschijnlijk is, dat al die wagens Bever
wijk tot einddoel hebben, gelijk men wil
voorstellen.
Bij de derde hoofdgedachte van het meer-
genoemd artikel verlaat de schrijver, waar
hij het vraagstuk of het snelverkeer door de
kom der gemeenten moet gaan, dan wel om
die kommen heen moet worden geleid, plotse-
ling het terrein van het algemeen belang, ten-
einde zich op te werpen als verdediger van
Castricum.
Waarom, zoo wordt er gevraagd, moet de
ontworpen weg VelsenAlkmaar nu wel
en zulks tot schade der ingezetenen, buiten
de kommen van Beverwijk en Castricum loo
pen en waarom geschiedt dit niet te Heems-
kerk, Limmen en Heiloo?
Het antwoord op deze vraag kan zijn, dat
het te Heiloo, althans voorloopig niet
zal geschieden met het oog op het te sparen
natuurschoon. Dat de weg door de kom der
gemeenten Limmen en Heemskerk zou loo
pen is in strijd met de feiten, omdat ook de
reeds bestaande Rijksweg zulks niet doet.
Deze gemeenten hebben n.l. geen Kom-be-
bouwing; het centrum ligt reeds nu een vrij
groot stuk ten Oosten van den weg. En de
reden waarom de geprojecteerde weg bu i-
t e n de kommen der gemeenten Beverwijk en
Castricum zal worden ontworpen, hangt sa-
men met de moeilijkheid betreffende de
spoorweg-overgangen, welke in de gemeen
ten Beverwijk en Castricum bestaan. Waar
men juist met het oog op het snelverkeer
voortaan en zeer terecht geen wegen meer
wenscht, welke a niveau een spoorbaan krui-
sen brengt de consequentie mede, dat het
maken van tunnels onder of viaducten over
die spoorbanen niet zal kunnen achterwege
blijven en zulk soort werken kunnen niet in
de kom der gemeente worden uitgevoerd.
Intusschen moet ook in het bewuste artikel
wederom het streven worden geconstateerd
van zoo vele anderen, die zij het dan ook
vaak te goeder trouw of wel op grond van
verkeerd begrepen eigenbelang, er op aan-
dringen, dat het snelverkeer zal gaan door
de kommen der Gemeenten.
Onzes inziens ten onrechte. Nog is het in
Nederland niet zoo ver, dat op iedere tien in
woners er een een motorrijtuig het zijne kan
noemen, maar deze tijd is wellicht niet veraf.
Welk voordeel ziet men er toch in, dat
door de kom der gemeente dagelijks een groot
aantal auto's, welke een andere plaats tot
bestemming hebben, voorbijjaagt, gevaar, stof
en rumoer, maar geen profijt met zich bren
gen?
Gelooft men te Limmen of Castricum nu
werkelijk, dat Haarlemsche automobilisten,
die Alkmaar of Bergen tot einddoel hebben,
in die plaatsen zullen koopen of pleisteren,
anders dan bij uiterste noodzaak?
Zal een om haar rust gezochte gemeente
als Bergen binnen korten tijd haar vacantie-
gasten niet zien verdwijnen, wanneer langs
de wegen door de kom der Gemeente dage
lijks honderden auto's voortsnellen?
Niet genoeg kan het als een gestie van
wijs beleid en vooruitzienden blik bij de ont
werpers der nieuwe hoofdverbindingswegen
worden aangemerkt, dat zij, nu de regeering
op doortastende wijze het vraagstuk der
snelverkeerswegen heeft aangepakt, het snel
verkeer, indien dat ook inderdaad dien naam
wil verdienen, willen leiden over wegen, die
geschikt zijn dit snelverkeer op te nemen.
Daarnaast is het de taak der gemeente-he
Door E. PHILIPS OPPENHE1M.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B.
8)
De stemmen schenen nu vlak bij, aan de an
dere zijde van den m.uur. De zang ging ten-
slotte over in een kleine, plechtige melodie.
Langzaam werd de ijzeren deur geopend door
een onzichtbare hand. De stemmen stierven
weg. Er volgde een diepe stilte. Francis keer-
de zich met een bijna wanhopig gebaar naar
het open portaal. Nog eens riep zij met een
stem, die meer natuurlijk en menschelijk
klonk:
„Francis, keer terug. Indien gij met ter
wide van den plicht wilt blijven, doe het voor
mij, Francis!"
Hij stond stil. Hij was nog op korten af-
stand van de poort. Monica beproefde nog
eens te roepen, maar zij snikte. De zang be-
gon opnieuw, zacht als eerst, alsof zij kwam
uit de kelen van jongens. Haar oogen ston-
den vol tranen. Zij veegde ze weg. Op dat
oogenblik was Francis verdwenen. De deur
was gesloten. Nog eens nam de zang in
kracht toe luider en lui-der en zegepralend
werd hij. Terwijl Monica luisterde, verstrakte
haar gezicht.
Zij liep naar voren, naar den rand van de
wallen en keek naar beneden. Zij zag den
sluren hare gemeenten door goede wegen
met den Hoofdverkeersweg te verbinden.
Niet nadrukkelijk genoeg kan het gezegd
worden dat goede verkeerswegen, zoo voor
het binnenlandsch verkeer als voor buiten
landsche bezoekers, uitermate belangrijk
zijn. Staat dit belang voor ons geheele land
vast, dan behooren de misschien in zeer uit-
zonderlijke gevallen bestaande kleine belan
gen van particulier of gemeente te zwijgen,
zulks te meer wanneer aantasting van die be
langen nog niet eens vast staat of door on
kunde slechts wordt bevroed.
Mr. H JUDELL,
Seer. V. V. V.
Bergen N.H. den 24 Nov. 1928.
PALESTINA.
DE GIFT VAN LORD MELCHETT.
De gift groot 100.000 pond sterling van
lord Melchett ten behoeve van een Joodsclie
kolonie in Palestina, blijkt te zijn geschonken
aan een stichting die zich ten doel stelt de
l&ndbouwkolonisatie in Palestina te bevorde-
ren. Dit is de eerste bijdrage voor deze
stichting, de „Jewish Colonisation Coopera
tion". Men hoopt tenminste een millioen pd
bijeen te krijgen. Enkele weken geleden was
lord Melchett te New York, waar hij een
conferentie-van Amerikaansche joden bij-
woonde, belegd met het doel samen te werken
met de Zionistische organisatie.
Er zijn reeds 60 landbouwkolonies in Pa
lestina onder beheer van de Zionistische or
ganisatie, maar dit aantal is niet voldoende
voor degenen, die de organisatie in het land
wil brengen. Vandaar de stichting eener
nieuwe kolonisatie-corporatie, die vermoede-
lijk op commercieelen grondslag zal worden
beheerd.
POLEN.
MOORD IN HET SLOTPARK VAN
MAARSCHALK PILSOEDSKI.
Gistermorgen klonken in het park van het
slot Belvedere, dat bewoond wordt door
Maarschalk Pilsoedski, kort na elkaar eeni-
ge schoten. De onmiddellijk gewaarschuwde
slotwacht zocht, tezamen met politic, het
park af en vond in de nabijheid van het slof
het met bloed bedekte lijk van een waehtheb-
bende wachtmeester der gendarmerie. Aange
zien men vermoedde, met een moord te doen
te hebben, werd't onderzoek met groote ener-
gie voortgezet, met het gevo'g, dat onge-
veer een half uur later een voormalige agent
van de geheime politie, een zekere Kosewski,
die eenigen tijd geleden wegens gekrenkten
geestestoestand was onfslagen, werd gearres-
teerd. Ofschoon het nog niet vaststaat, of
men hier met een geval van moord of zelf-
moord te doen heeft, acht men het zeer waar
schijnlijk, dat de agent den wachtmeester
heeft neergeschoten, om zich over zijn ont-
slag te wreken.
iTALIe.
GEEN FAMILIARITEIT MET DEN
DUCE!
Mussolini is niet langer Benito,
dock nog slechts de Duee.
Curzio Malaparte, een in Italie zeer be
kend publicist en fastietisch theoreficus. heeft
in de'te Nanels verschijnende „Mattino" een
artikel geschreven, waarin hij een beschou-
wing wijdi aan de groote vereering, welke het
Italiaansche volk voor Mussolini koestert. Hij
betoogt echter, dat de Mussolini van het jaar
VII met meer dezelfde is als die, welke hij tot
dusver was. en hij herinnert aan het vpor-
beeld van Napoleon, die na den tweeden veld-
iocht in Oostenrijk dermate was veranderd,
dat zijn oude soldaten van Marengo den in
druk had den tegenover een anderen man te
staan Eertijds verwonderde Mme. de Stael
zich over de familiariteit van sommige men-
schen tegenover den Keizer, hetgeen haar
deed vragen: ..Wanneer zullen ie bemerken
dat Napoleon Bonaparte vervangen heeft?"
Volgens Malaparte geldt hetzelfde voor
Mussolini. Sommigen gaan thans in he
ooenbaar of particulier nog steeds op dezelf
de vnertdsdiaoffelijke wiize met Mussolini
om als in de dagen toen hij nog journalist o
minister-president was in het kabinet van Oc
tober 1922. Er zijn te veel lieden. die er prat
op gaan als kind dezelfde min als Mus
solini te hebben gehad; met hem op een of
ander tiidstip te hebben gegeten; met hem
aan een betooging te hebben deelgenomen ten
gunste van Italie's toetreden tot den oorlog^
of hem een cigarette in een sooorwegcoupe
te hebben aangebodert! Er zijn te veel lieden
die, als ze over den Duce spreken, hem ge-
woon Benito noemen; er zijn te veel lieden
die hem iij en jou noemen en vertellen, dat
ze on intiemen voet met hem staan
Het is thans tijd hi!do te verkondigen, zoo
besluif Malaparte. dat Benito niet meer be
staat. Thans 'heet Mussolini de D u c e en al
leen Du c e. Niemand heeft het reeht hem te
spo
Hij
kleinen optocht van monniken, die het pad af-
daalde. Francis liep alleen, achter hen. Zij
keek hen na, met droge oogen, maar met een
eigenaardige emotie, welke zij zelf niet kon
analyseeren. Zij wist alleen, dat een levende
mcgelijkheid uit haar ieven scheen verdwe
nen, dat zij terugkeerde, eenigszins gekneusd
en gewond, na een ervaring, welke zij zich
nog niet kon verklaren, naar het leven, dat in
zekeren zin nooit meer zou zijn a1s tevoren.
HOOFDSTUK IV.
Voor zoover van een edelman met een ouden
stamboom, van uitstekende opvoeding en een
goed verstand kon worden gezegd dat hij
een snob was, was Flenry, hertog van Chat-
field een snob voor zoover betreft zijn eigen
verhouding en die van zijn gezin tot het ko-
ningshuis. Hij bracht een paar zeer aange-
name minuten door in zijn studeerkamer,
op een mooien ochtend in April ongeveer drie
jaar na zijn tocht door de bergsteden van
Italie, terwijl hit in de „Tatler" hladerde< en
foto's bestudeerde van zijn dochter, Monica,
naast een prins, die blijkbaar tot haar aanbid-
ders behoorde. Er waren ook artikelen in de
dagbladen verschenen en toespelingen in ver-
schillende mondaine rubrieken. Dit alles was
bijzonder vleiend. Monica kon bijna geen
ge'ukkiger oogenblik hebben gekozen om bij
hem binnen te komen.
„Heeft u het druk, pa, of kan ik u even
spreken?" vroeg zij.
„Nooit te druk, lieve kind, om jou te woord
te staan", verzekerde hij, terwijl hij opstond
en met de hand leunde op de rug van zijn
stoel. „Ik zie, dat je vanmorgen gaat paard-
rijden", voegde liii er aan toe, met een blik
op haar rijkleed.
Zij knikte, wierp zich in een fauteuil, kruiste
haar beenen over elkaar en stak een sigaret
op. Voor ieder ander zou deze houd-ing en dit
optreden een beetje gedurfd hebben gesehenen
lady Monica maakte echter haar eigen
wetboek der etiquette.
„Pappie", zeide zij, „het spijt mij verschrik-
kelijk, maar ik heb geld noodig
Het feit bezorgde hem wel een onaangena-
men schrik. Tachtigduizend pond's jaars met
vier groote huizen om in stand te houden,
pachters, die moeten worden bevredigd, en
een verkwistenden zoon,. is geenszins een
aanzienlijk inkomen. De hertog was echter
een filosoef en hij was zeer trotsch op zijn
dochter.
„Lieve kind, als je het noodig hebt, moet je
het hebben", antwoordde hij. „Vermoedelijk
voor je toilet?"
„Toilet en spel", gaf zij koelbloedig toe.
„Men moet toch iets doen, om zich te amu-
seeren."
Hij schrikte.
„Ik geloof niet, dat spel de moeite waard
is", merkte hij op. „Ik weet, dat het af en toe
niet te vermijden is en persoonlijk zie ik er
geen kwaad in, hoewel het niet een van mijn
ondeugden is. Ik zou het echter zooveel mo-
gelijk laten. Een ongehuwd meisje kan onmo-
gelijk evenveel geld uitgeven als de menschen
met wie zij in aanraking komt.
Monica gaf dit leidelijk toe.
„0, ik speel alleen wanneer ik er lust in
'VoZrruunhJb in Rju/aUJbzit
Voor Alkmaar en Omstreken:
P. ZUIKER, Verdronkenoord 84.
tutoyeeren; niemand heeft langer het recht
hem te beschouwen zooals hij dit nog eeni
gen tijd geleden mocht doen. Tusschen den
Duce en de andere Italianen bestaat thans
zulk een afstand, dat de minste familiariteit
voortaan hoogst oneerbiedig zal schijnen.
/:*"v AFGHANISTAN.
HET BURGEROORLOGJE.
Een der hoofdaanstichters gevan-
gengenomen.
Daar de onderhandelingen van de Afgaan-
sche regeering met de in opstand gekomen
stammen niet tot een gunstig resultaat had-
den geleid heeft de koning zelf, Amanoellah.
zich aan het hoofd gesteld van de {roepen,
die den opstand moeten onderdrukken.
De moellah (geestelijke leider) van der
stam der Titsiinsoeren, die de eigenliike aan-
stichter van de beweging vfas, is door de
regeeringstroepen gevangen genomen.
Nog wordt uit Pesjawar gemeld, dat een
Afghaansche pantserwagencompagnie me'
machinegeweren in Jellalabad is aangeko
men De luchtstrijdkrachten hebben bevel ge-
kregen de weg DakkaJellalabad met bom
men te versperren.
AMERIKA.
DE BOODSCHAP VAN COOLIDGE.
De huidige voorspoed van de
Ver. St a ten.
President Coolidge heeft in zijn Bood-
schap tot het Congres ook den huidigen voor-
oed der Ver. Staten ter sprake gebracht.
ij zeide:
„Nooit is een Congres van de Ver. Staten
bijeengekomen onder gunstiger vooruitzichten
dan er heden ten dage bestaan. In het bin-
nenland heerschen rust en tevredenheid; er
jestaat harmonie in de betrc-kkingen tusschen
de leiders van den arbeid en de werknemers;
er is geen strijd in nijverheidskringen en wij
staan op het hoogste punt van voorspoed nog
ooit door ons bereikt. Op buitenlandsch ge-
bied is er vrede, welgezindheid, die voort-
spruit uit wederzijdsch begrijpen en de we-
tenschap dat de vraagstukken, die nog maar
kort geleden zoo dreigend leken, zich voegen
naar den druk van klaarblijke vriendschap".
Het nationale inkomen was geklommen tot
90.000,000,000, en er was het vorige jaar
voor 906,000,000 aan schuld gedelgd.
De President zeide ook het een en ander
over het buitenlandsch beleid van de Ver.
Staten.
De Pan-amerikaansche Conferentie te
Washington had meende Coolidge be-
tere verstandhouding en betere samenwerking
geschapen tusschen de verschillende naties
van de Nieuwe Wereld.
„Wat Nicaragua betreft" aldus de Pre
sident „waarheen ik onze marinetroepen
zond op herhaald verzoek van zijn (Nicara
gua's) regeering, om het leven en de belan
gen van Amerikaansche burgers te bescher-
men, dat land hervindt zijn voorspoed, dank
zij de interventie van de Ver. Staten; het
heeft een groote schrede gedaan in de rich-
ting van vreedzame zelf-regeering.
De betrekkingen met Mexico zijn op bevre-
digender basis dan ooit sedert de revolutie in
dit land. Vriendschappelijke onderhandelin
gen beloven een definitieve regeling van alle
nog niet geregelde kwesties".
Over den toestand in China zeide Coolidge
dat deze veel verbeterd was. De nationalisti-
sche regeering heeft haar gezag gevestigd
en een grondwet uitgevaardigd, welke er op
gericht is het politieke en economische wel-
zijn van het volk te bevorderen. „Wij hebben
deze regeering erkend, den vooruitgang aan-
gemoedigd en een verdrag gesloten, waar-
door China zijn#volledige autonomie op het
punt, van in- en uitvoerrechten terug krijgt
en dat onze onderdanen tegen willekeurige
handelingen beschermt. Onze handel neemt
toe en onze militaire strijdkrachten konden
verminderd worden".
Wat de vlootkwestie betreft zeide Coolidge,
dat algemeen erkend wordt, dat Amerika te
weinig kruisers heeft. Coolidge sprak op
nieuw den wensch uit, dat de 15 kruisers-wet,
die nu bij den Senaat aanhangig is, zou
worden aangenomen. met uitzondering van
de tijdbepalig (n.l. de bepaling dat de sche-
pen binnen drie jaar op stapel gezet moeten
worden)
Coolidge bestreed, dat de Ver. Staten mili-
taristiseh of imperialistisch zouden zijn
„Hun grootste buitenlandsche belangen lig-
heb. Ik zou liever dansen; alleen dansen al de
mannen die de moeite waard zijn om een paar
uren met ze door te brengen, zoo vreeselijk
slecht. Duizend zal genoeg zijn, pap. Mijn
toela-ge krijg ik de volgende maand, niet
waar?"
De hertog haalde met eenigen onwil zijn
chequeboek voor den dag. Hij gaf haar echter
de cheque en zeide:
„Hier lieve kind, kom er zoo lang mogelijk
mee uit. Met wien ga je vanmorgen rijden?"
„Ik heb het vergeten", bekende zij. „De een
of andere jonge man komt mij straks halen."
Hij keek op haar neer. Onder de mensche-
lijke zwakheaen, welke de regelma-at van zijn
leven trachtten te verstoren, behoorde 'n ster-
ke genegenheid voor zijn dochter.
„Ik vind, dat je er niet goed uitziet, Mo
nica", merkte hij op.
„Het is uitsluitend een ongesteldheid van
geestelijken aard", verzekerde zij hem. „Ik
verveel mij."
„Dat is vreemd", peinsde hij. „Waarom?"
Zij antwoordde niet onmiddellijk. Hij haal
de de schouders op, terwijl hij weer ging zit-
ten.
„Alle bladen, die ik opnoem", ging hij
voort, „zeggen, dat je de meest populaire jon
ge dame in de wereld bent. Je geeft den toon
aan, waar je komt. Je liefhebbert in philan
thropic, in sport, zelfs in politiek. Er is geen
blad, dat je niet de mooiste noemt onder de
jonge meisjes Ik begrijp werkelijk niet, dat
je tijd hebt om je te vervelen."
„Ik evenmin", gaf zij toe, „maar toch' is
het zoo*
„Je hebt bijna alles geprobeerd", ging hij
voort. „Er schijnt slechts een nieuwe ervaring
voor je in het leven."
„Huwelijk, bedoelt u."
Juist."
Zij zweeg een oogenblik. Zij zat met haat
gelaat naar het raam en de voile warme zon
viel op haar. Haar vaders hart gloeide van
trots. Onder al de zeven en veertig geschil-
derde portretten van zijn vrouwelijke voor-
zaten in Chatfield House en Chatfield Castle
was geen enkele vrouw wier schoonheid kon
worden vergeleken met de hare.
„Ik ben, bang, dat ik in het huwelijk niet
gelukkig zal zijn", bekende zij. „Ik kan de
mogelijkheid niet goed onder de oogen zien,
pappie."
„E>at is vreemd", meende hij. „Je schijnt,
zou ik zeggen, toch een volkomen normaal
meisje."
„Ik geloof, dat ik dat ook ben, op elk an
der punt", gaf zij toe. „Ik heb onnoemelijk
veel dolheden gedaan. Ik ga door voor uitersl
modei'n in de meeste dingen. Maar onder ons
gezegd pappie, ik ben hopeloos ouderwetsch
inzake huwelijk. Ik heb beproefd mij een hu
welijk voor te stellen met verscheidene man
nen, die mij hebben gevraagd, en telkens
kwam ik tot de conclusie, dat bet huwelijk
met de betrokkenen leelijk en onzedelijk zou
zijn. Ik heb Jane Austen gelezen en ik weet
precies waar de moeilijkheid schuilt. Het moet
de ware man zijnen dien heb ik nog nief
ontmoet."
(Wordt vervojgd)
miininht CuraiL
VOORAANSTAAND IN
MEUBELMODEUEN