De wettige Erfgenaam. timer Exira Radio-hoekje FEUILLETON. Buitenland Donderdag 6 December. Ingezonden stukken NAA!MACHINE No 289 1928 Honderd dertigste Jairpng, Vrijdag 7 December. HUversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen- Wijding. 12.302.Concert door het Boris Lensky Trio. 2.30—3.30 Gramofoonmuziek. 4'.4.30 Halfuurtje van de Neder. Ver. van Huisvrouwen, door Mej. Amesz. 5.306. Pianoconcert door Fie Roeper. 6.7.15 Con cert door het Boris Lensky Trio. 7.157.45 Cursus voor schippers, door T. P. Keyzer. 8.058.50 Duitsche operette-fragmenten. Fritz Hirsch Operette-gezelschap. 2e acte v. d. operette „Die Walzertraum" van Osc. Strauss. 8.50—9.35 Lezing door Mr. M. Levenbach: Huidige maatschappelijke ver- houdingen in de V. S. 9.35 (Vervolg) Ope- retteconcert. „Die Czardasfiirstin", Kalman. '10.05 Persberichten. 10.15 Aansluiting van liet Feestgebouw van St. Servansk'ooster te Maastricht. Het Omroep-orkest onder leiding van Nico Treep. Helene Cals, sopraan. Chris de Vos, tenor. Paul Pul, bariton. Huizen, 340.9 Al. (Na 6 uur 1852 M. 12.301.30 Concert door het K. R. O.-Trio. 3.4.Vrouwenuurtje door Mevr. Kaller Wigman. 4.5.Gramofoonmuziek. N. C. R. V. 5.—-6.45 Concert. Mevr. Jonckers Tiggers, sopraan. Mej. B. de Booy, viool. Mevr. A. TimmerSpoelstra, piano. H. J. E. Wittpen, flu-it. 7.—7.30 K. R. O. Paedagogie door Dr. J. v. Dael. 7.35 V. P. R. O. Ds. J. van Dorp: Oude Testament. De groote Ko- ningen. 8.10 Persberichten. 8.15 Pianocon cert door E. van Beynum. 8.45 Ds. G. van Duyl: Paulus en zijn tijd. 9.45 Pianoconcert door E. van Beynum. Daventry, 1562 At. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatencon- cert, viool en piano. 12.50 Orgelconcert. 1.20—2-20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scho- len. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing. 3.40 Muziek 3.45 Lezing. 4.—Muziek. 4.05 Tooneel voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuur- tje. 6.20 Nieuwe kinderboeken. 6 35 Nieuws- berichten. 6.50 Landbouwberichten. 7.05 Pianomuziek van Schubert. 7.20 Muzik. cri- tiek. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8,05 Variete. Dans-orkest en solisten. 8.50 Orgelconcert. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Debat tusschen Clive Bell en Mr. McCarthy. 9.50 Nieuws berichten. 9.55 Licht Orkestconcert W. H. Squire, cello. Orkest. 11.20—12.20 Dans muziek. Parijs „Radio-Paris" 1750 At. 12.50 2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.50—11-20 Concert. Orkest. Hr. Rabaud, zanger. Langenberg, 469 At. 11.30 Mechanische muziek. 12.25—1.50 Orkestconcert 5.05 5.50 Orkestconcert. 7.50 Koor- en orkestcon cert. Stedelijk orkest en mannenkoorver. „Me- lodia" en „Munstersche zangver." W. Win- terberg, bariton. A. Brockhoff, orgel. Daar- na tot 11.20 Orkestconcert. KJbnigswusterhausen (Zeesen), 1250 en 1680 At. 11.20—4.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkestconcert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Voorlezing uit „Wolfsbloed" van Jack Lon don. 8.20 Lezing. 8.50 M ozart-liederen. J. Klemperer, sopraan. O. Klemperer, aan den vleugel. Hamburg, 395 At. 3.35 Coloratuur-aria's, door Mia Hiiper—Buff en orkest. 5.20 Or kestconcert. 5.20 Orkestconcert. 6.15 „Tann- hauser", rom. opera in 3 acten van Wagner. 9.50—11.20 Her-uitzending van buitenland- sche stations. Brussel, 509 At. 5.20 Orkestconcert. 6.55 Pianoconcert. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.35 Fragmenten uit Rigoletto, opera van Verdi. (Buiten verantwoordcliikheid van de Redac- tie. De apname in deze rubriek bewiist geens- zins dat de redactie er mede instemt.) EEN EN ANDER OVER DEN VERKEERSWEG ALKMAAR—HAARLEM. Namens de Ver-eenigingen voor Vreemde- lingenverkeer te Alkmaar en te Bergen N.-H. •werd ons verzocht het volgende op te nemen, aangezien de redaetie van „Het Handelsblad" onverkort-e opname weigerde en de betref- fende besturen, met het oog op de belang- rijkheid der zaak, daarop blijven prijs stellen. Een van de meest brandende vraagstukken van dezen tijd is ongetwijfeld het wegen- vraagstuk. De belangstelling, welke voor dit vraag- stuk in breede lagen der bevolking bestaat, vindt hare oorzaak niet alleen in den groot- schen opzet der plannen, maar oole, en wij jfouden willen zeggen voornamelijk, in de enorme belangen, welke hiermede zijn ge- moeid. Het is niet te ontkennen, dat zulk een be- angstelling, uitgaande van allerlei catego- rieen van personen gemakkelijk kan omslaan in een pogen het belang van eigen omge- ving, zoo materieel als tdeeel, als hoofdzaak, het algemeen belang als bijzaak te gaan be- schouwen en aldus ook te behandelen. Waar ten overvloede de materie van het wegenvraagstuk uitermate gecompliceerd is en op velerlei punten nog als allerminst vast- staand moet worden beschouwd, zoo kan het geen verwondering wekken, dat men de meest fantastische geruchten kan vernemen en allerlei bezwaren reeds nu te berde wor den gebracht tegen plannen, welke soms z-elfs het stadium van .plannen" nog niet eens hebben bereikt. Het is duidelijk, dat het niet op den weg van de hierboven genoemde Vereenigingen kan liggen den Rijkswaterstaat, die speciaal in dezen vaak de aangevallen partij is, te verdedigen. Wanneer echter in een blad als het „Algemeen Handelsblad" (Avondblad van November 1928) een ujtvoerig artikel ge- titeld „Rijkswegen en Uitbreidingsplannen". „De verkeersweg HaarlemAlkmaar Het snelverkeer naar Nieuwediep". wordt opge- nomen over een voor deze streek uitermate belangrijken verkeersweg en dit artikel, dat uit den aard der zaak toch onder de oogen van duizenden in den lande komt, wat strek- king en inhoud betreft, zoo zeer in strijd is met de feiten en het algemeen belang van een geheele streek, dan meenen wij onze passi- viteit op te moeten geven. Reeds met het oog op de ons te verleenen daatsruimte kan van eene minutieuze w-eer- egging van bedoeld artikel geen sprake zijn. Wij halen daarom de drie voornaamste grondgedacht-en uit het artikel naar voren en vinden dan als eerste argument tegen de verbetering van den verkeersweg Haarlem Alkmaar het bezwaar, dat in den laatsten tijd sterk in de mode komt, n.l. inbreuk op de ge- meentelijke autonomic. In het midden latende of dit woord, dat voor zeer velen slechts een klank is, niet al- r-eeds ter andere plaatse genoeg misbruikt wordt, zoo kan het toch wel vast staan dat wanneer het R ij k met Rijksgelden een R ij k s w e g over Rijksgronden aanlegt en onderhoudt, het toch te dwaas is hier te spreken van een inbreuk op de machtsbevoegdheid der Gemeenten. Wordt nu in het bedoelde artikel van November niet alleen geponeerd de stelling, dat het project van aanleg van een nieuwen weg Haarlem—Alkmaar inbre-uk zal maken op de autonomie der langs dezen weg liggen- de Gemeenten, daarnaast stelt men het zoo voor, dat deze weg binnen kort zal worden uitgevoerd ter breedte van 32 Meter. Deze mededeeling zonder meer neerge- schreven, g-eeft blijk, dat de schrijver van het door hem behandelde onderwerp weinig op de hoogte is. Immers, de plannen voor den te verbeteren weg NcordzeekanaalAlkmaar hebben nog nimmer ter visie gelegen en d-e breedte kan dus zeker niet zonder meer als 32 Meter worden aangeduid. Het mag echter op goede gronden worden aangenomen, dat het in de bedoeling van de ontwerpers van dien weg ligt en deze be doeling kan niet anders dan prijzenswaard worden genoemd wegens het vooruitziend be- leid, dat daaruit spreekt om langs den weg, onverschillig hoe breed het wegdek in de naaste toekomst ook zal worden, een strook van voldoende breedte te reserveeren Zoodoend-e voorkomt men later kostbare ont- eigeningen en het wegtrace zal steeds gereec liggen ten dienste van een toenemend ver- keer. Is dus de mededeeling, dat de weg Alk maar—Haarlem 32 Meter breed zal worden minstens genomen voorbarig en zeer ver- moedelijk ook onjuist, het tweede argument van den schrijver, dat n.l de weg Haarlem Alkmaar nimmer van veel beteekenis za' worden en dat er van Beverwijk af tot Alk maar zoo goed als geen verkeer is, moet eveneens in strijd met de feiten worden ge noemd. Het Rijkswegenplan althans hecht aan dezen weg een zoodanige beteekenis, dat men, uitkomende op bedoelden weg, een nieuw aan te leggen verkeersbaan heeft ge projecteerd, welke de noordelijke provincies via den Zuiderzeedijk en Alkmaar met Haar lem en de zuidelijke gedeelten van ons lane zal verbinden. In het bedoelde artikel wordt nu wel in twijfel getrokken of het snelverkeer uit die richting dezen weg „met sluizen(!)" zal kie- zen, maar welke weg dan gekozen zal wor den, blijft onaangegeven. Bovendien wordt door het neerschrijven van de woorden „een weg met sTuizen'' de Indruk gevestlgd, dat deze weg zou loopen door sluizen en alleen daarom al niet voor het snelverkeer ge- schikt zoude zijn. Het behoeft weinig be- toog, dat er van een weg met sluizen geen sprake is. Waar noodig zal de weg voeren over bruggen en bet zal wel ieder automo- bilist koud laten of er onder die bruggen sluizen zijn of niet. De stelling, dat er van Beverwijk af tot Alkmaar zoo goed als geen verkeer is, kan gemakkelijk worden weerlegd met het geven van enkele cijfers, welke voorkomen in het extra-nummer van het maandblad „Wegen". Werden volgens bepaalde berekening bij den voormaligen tol te Velsen geteld 516 mo- torvoertuigen, benoorden Beverwijk, bezui- den Castricum, benoorden Liipmen en be noorden Heiloo waren deze cijfers 380, resp. 371, resp. 305, resp. 459. En terwijl in 1923 op het traject VelsenAlkmaar het aantal motorrijtuigen een gemiddelde per 14-uren- dag toonde van 118, steeg dit getal in 1926 tot 380. Dat dit laatste cijfer voor 1929 ver- dubbeld kan worden, laat weinig twijfel over, gezien het feit, dat bedoelde weg in het laatste jaar belangrijk is verbeterd en het bekend is, dat auto-rijders slechte wegen mij- den, maar de goede zoeken. Wie trouwens op Zon- en feestdagen de onafzienbare files van auto's bij de ponten te Velsen heeft gadegeslagen, zal tot de over- tuiging moeten komen, dat het niet bepaald waarschijnlijk is, dat al die wagens Bever wijk tot einddoel hebben, gelijk men wil voorstellen. Bij de derde hoofdgedachte van het meer- genoemd artikel verlaat de schrijver, waar hij het vraagstuk of het snelverkeer door de kom der gemeenten moet gaan, dan wel om die kommen heen moet worden geleid, plotse- ling het terrein van het algemeen belang, ten- einde zich op te werpen als verdediger van Castricum. Waarom, zoo wordt er gevraagd, moet de ontworpen weg VelsenAlkmaar nu wel en zulks tot schade der ingezetenen, buiten de kommen van Beverwijk en Castricum loo pen en waarom geschiedt dit niet te Heems- kerk, Limmen en Heiloo? Het antwoord op deze vraag kan zijn, dat het te Heiloo, althans voorloopig niet zal geschieden met het oog op het te sparen natuurschoon. Dat de weg door de kom der gemeenten Limmen en Heemskerk zou loo pen is in strijd met de feiten, omdat ook de reeds bestaande Rijksweg zulks niet doet. Deze gemeenten hebben n.l. geen Kom-be- bouwing; het centrum ligt reeds nu een vrij groot stuk ten Oosten van den weg. En de reden waarom de geprojecteerde weg bu i- t e n de kommen der gemeenten Beverwijk en Castricum zal worden ontworpen, hangt sa- men met de moeilijkheid betreffende de spoorweg-overgangen, welke in de gemeen ten Beverwijk en Castricum bestaan. Waar men juist met het oog op het snelverkeer voortaan en zeer terecht geen wegen meer wenscht, welke a niveau een spoorbaan krui- sen brengt de consequentie mede, dat het maken van tunnels onder of viaducten over die spoorbanen niet zal kunnen achterwege blijven en zulk soort werken kunnen niet in de kom der gemeente worden uitgevoerd. Intusschen moet ook in het bewuste artikel wederom het streven worden geconstateerd van zoo vele anderen, die zij het dan ook vaak te goeder trouw of wel op grond van verkeerd begrepen eigenbelang, er op aan- dringen, dat het snelverkeer zal gaan door de kommen der Gemeenten. Onzes inziens ten onrechte. Nog is het in Nederland niet zoo ver, dat op iedere tien in woners er een een motorrijtuig het zijne kan noemen, maar deze tijd is wellicht niet veraf. Welk voordeel ziet men er toch in, dat door de kom der gemeente dagelijks een groot aantal auto's, welke een andere plaats tot bestemming hebben, voorbijjaagt, gevaar, stof en rumoer, maar geen profijt met zich bren gen? Gelooft men te Limmen of Castricum nu werkelijk, dat Haarlemsche automobilisten, die Alkmaar of Bergen tot einddoel hebben, in die plaatsen zullen koopen of pleisteren, anders dan bij uiterste noodzaak? Zal een om haar rust gezochte gemeente als Bergen binnen korten tijd haar vacantie- gasten niet zien verdwijnen, wanneer langs de wegen door de kom der Gemeente dage lijks honderden auto's voortsnellen? Niet genoeg kan het als een gestie van wijs beleid en vooruitzienden blik bij de ont werpers der nieuwe hoofdverbindingswegen worden aangemerkt, dat zij, nu de regeering op doortastende wijze het vraagstuk der snelverkeerswegen heeft aangepakt, het snel verkeer, indien dat ook inderdaad dien naam wil verdienen, willen leiden over wegen, die geschikt zijn dit snelverkeer op te nemen. Daarnaast is het de taak der gemeente-he Door E. PHILIPS OPPENHE1M. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B. 8) De stemmen schenen nu vlak bij, aan de an dere zijde van den m.uur. De zang ging ten- slotte over in een kleine, plechtige melodie. Langzaam werd de ijzeren deur geopend door een onzichtbare hand. De stemmen stierven weg. Er volgde een diepe stilte. Francis keer- de zich met een bijna wanhopig gebaar naar het open portaal. Nog eens riep zij met een stem, die meer natuurlijk en menschelijk klonk: „Francis, keer terug. Indien gij met ter wide van den plicht wilt blijven, doe het voor mij, Francis!" Hij stond stil. Hij was nog op korten af- stand van de poort. Monica beproefde nog eens te roepen, maar zij snikte. De zang be- gon opnieuw, zacht als eerst, alsof zij kwam uit de kelen van jongens. Haar oogen ston- den vol tranen. Zij veegde ze weg. Op dat oogenblik was Francis verdwenen. De deur was gesloten. Nog eens nam de zang in kracht toe luider en lui-der en zegepralend werd hij. Terwijl Monica luisterde, verstrakte haar gezicht. Zij liep naar voren, naar den rand van de wallen en keek naar beneden. Zij zag den sluren hare gemeenten door goede wegen met den Hoofdverkeersweg te verbinden. Niet nadrukkelijk genoeg kan het gezegd worden dat goede verkeerswegen, zoo voor het binnenlandsch verkeer als voor buiten landsche bezoekers, uitermate belangrijk zijn. Staat dit belang voor ons geheele land vast, dan behooren de misschien in zeer uit- zonderlijke gevallen bestaande kleine belan gen van particulier of gemeente te zwijgen, zulks te meer wanneer aantasting van die be langen nog niet eens vast staat of door on kunde slechts wordt bevroed. Mr. H JUDELL, Seer. V. V. V. Bergen N.H. den 24 Nov. 1928. PALESTINA. DE GIFT VAN LORD MELCHETT. De gift groot 100.000 pond sterling van lord Melchett ten behoeve van een Joodsclie kolonie in Palestina, blijkt te zijn geschonken aan een stichting die zich ten doel stelt de l&ndbouwkolonisatie in Palestina te bevorde- ren. Dit is de eerste bijdrage voor deze stichting, de „Jewish Colonisation Coopera tion". Men hoopt tenminste een millioen pd bijeen te krijgen. Enkele weken geleden was lord Melchett te New York, waar hij een conferentie-van Amerikaansche joden bij- woonde, belegd met het doel samen te werken met de Zionistische organisatie. Er zijn reeds 60 landbouwkolonies in Pa lestina onder beheer van de Zionistische or ganisatie, maar dit aantal is niet voldoende voor degenen, die de organisatie in het land wil brengen. Vandaar de stichting eener nieuwe kolonisatie-corporatie, die vermoede- lijk op commercieelen grondslag zal worden beheerd. POLEN. MOORD IN HET SLOTPARK VAN MAARSCHALK PILSOEDSKI. Gistermorgen klonken in het park van het slot Belvedere, dat bewoond wordt door Maarschalk Pilsoedski, kort na elkaar eeni- ge schoten. De onmiddellijk gewaarschuwde slotwacht zocht, tezamen met politic, het park af en vond in de nabijheid van het slof het met bloed bedekte lijk van een waehtheb- bende wachtmeester der gendarmerie. Aange zien men vermoedde, met een moord te doen te hebben, werd't onderzoek met groote ener- gie voortgezet, met het gevo'g, dat onge- veer een half uur later een voormalige agent van de geheime politie, een zekere Kosewski, die eenigen tijd geleden wegens gekrenkten geestestoestand was onfslagen, werd gearres- teerd. Ofschoon het nog niet vaststaat, of men hier met een geval van moord of zelf- moord te doen heeft, acht men het zeer waar schijnlijk, dat de agent den wachtmeester heeft neergeschoten, om zich over zijn ont- slag te wreken. iTALIe. GEEN FAMILIARITEIT MET DEN DUCE! Mussolini is niet langer Benito, dock nog slechts de Duee. Curzio Malaparte, een in Italie zeer be kend publicist en fastietisch theoreficus. heeft in de'te Nanels verschijnende „Mattino" een artikel geschreven, waarin hij een beschou- wing wijdi aan de groote vereering, welke het Italiaansche volk voor Mussolini koestert. Hij betoogt echter, dat de Mussolini van het jaar VII met meer dezelfde is als die, welke hij tot dusver was. en hij herinnert aan het vpor- beeld van Napoleon, die na den tweeden veld- iocht in Oostenrijk dermate was veranderd, dat zijn oude soldaten van Marengo den in druk had den tegenover een anderen man te staan Eertijds verwonderde Mme. de Stael zich over de familiariteit van sommige men- schen tegenover den Keizer, hetgeen haar deed vragen: ..Wanneer zullen ie bemerken dat Napoleon Bonaparte vervangen heeft?" Volgens Malaparte geldt hetzelfde voor Mussolini. Sommigen gaan thans in he ooenbaar of particulier nog steeds op dezelf de vnertdsdiaoffelijke wiize met Mussolini om als in de dagen toen hij nog journalist o minister-president was in het kabinet van Oc tober 1922. Er zijn te veel lieden. die er prat op gaan als kind dezelfde min als Mus solini te hebben gehad; met hem op een of ander tiidstip te hebben gegeten; met hem aan een betooging te hebben deelgenomen ten gunste van Italie's toetreden tot den oorlog^ of hem een cigarette in een sooorwegcoupe te hebben aangebodert! Er zijn te veel lieden die, als ze over den Duce spreken, hem ge- woon Benito noemen; er zijn te veel lieden die hem iij en jou noemen en vertellen, dat ze on intiemen voet met hem staan Het is thans tijd hi!do te verkondigen, zoo besluif Malaparte. dat Benito niet meer be staat. Thans 'heet Mussolini de D u c e en al leen Du c e. Niemand heeft het reeht hem te spo Hij kleinen optocht van monniken, die het pad af- daalde. Francis liep alleen, achter hen. Zij keek hen na, met droge oogen, maar met een eigenaardige emotie, welke zij zelf niet kon analyseeren. Zij wist alleen, dat een levende mcgelijkheid uit haar ieven scheen verdwe nen, dat zij terugkeerde, eenigszins gekneusd en gewond, na een ervaring, welke zij zich nog niet kon verklaren, naar het leven, dat in zekeren zin nooit meer zou zijn a1s tevoren. HOOFDSTUK IV. Voor zoover van een edelman met een ouden stamboom, van uitstekende opvoeding en een goed verstand kon worden gezegd dat hij een snob was, was Flenry, hertog van Chat- field een snob voor zoover betreft zijn eigen verhouding en die van zijn gezin tot het ko- ningshuis. Hij bracht een paar zeer aange- name minuten door in zijn studeerkamer, op een mooien ochtend in April ongeveer drie jaar na zijn tocht door de bergsteden van Italie, terwijl hit in de „Tatler" hladerde< en foto's bestudeerde van zijn dochter, Monica, naast een prins, die blijkbaar tot haar aanbid- ders behoorde. Er waren ook artikelen in de dagbladen verschenen en toespelingen in ver- schillende mondaine rubrieken. Dit alles was bijzonder vleiend. Monica kon bijna geen ge'ukkiger oogenblik hebben gekozen om bij hem binnen te komen. „Heeft u het druk, pa, of kan ik u even spreken?" vroeg zij. „Nooit te druk, lieve kind, om jou te woord te staan", verzekerde hij, terwijl hij opstond en met de hand leunde op de rug van zijn stoel. „Ik zie, dat je vanmorgen gaat paard- rijden", voegde liii er aan toe, met een blik op haar rijkleed. Zij knikte, wierp zich in een fauteuil, kruiste haar beenen over elkaar en stak een sigaret op. Voor ieder ander zou deze houd-ing en dit optreden een beetje gedurfd hebben gesehenen lady Monica maakte echter haar eigen wetboek der etiquette. „Pappie", zeide zij, „het spijt mij verschrik- kelijk, maar ik heb geld noodig Het feit bezorgde hem wel een onaangena- men schrik. Tachtigduizend pond's jaars met vier groote huizen om in stand te houden, pachters, die moeten worden bevredigd, en een verkwistenden zoon,. is geenszins een aanzienlijk inkomen. De hertog was echter een filosoef en hij was zeer trotsch op zijn dochter. „Lieve kind, als je het noodig hebt, moet je het hebben", antwoordde hij. „Vermoedelijk voor je toilet?" „Toilet en spel", gaf zij koelbloedig toe. „Men moet toch iets doen, om zich te amu- seeren." Hij schrikte. „Ik geloof niet, dat spel de moeite waard is", merkte hij op. „Ik weet, dat het af en toe niet te vermijden is en persoonlijk zie ik er geen kwaad in, hoewel het niet een van mijn ondeugden is. Ik zou het echter zooveel mo- gelijk laten. Een ongehuwd meisje kan onmo- gelijk evenveel geld uitgeven als de menschen met wie zij in aanraking komt. Monica gaf dit leidelijk toe. „0, ik speel alleen wanneer ik er lust in 'VoZrruunhJb in Rju/aUJbzit Voor Alkmaar en Omstreken: P. ZUIKER, Verdronkenoord 84. tutoyeeren; niemand heeft langer het recht hem te beschouwen zooals hij dit nog eeni gen tijd geleden mocht doen. Tusschen den Duce en de andere Italianen bestaat thans zulk een afstand, dat de minste familiariteit voortaan hoogst oneerbiedig zal schijnen. /:*"v AFGHANISTAN. HET BURGEROORLOGJE. Een der hoofdaanstichters gevan- gengenomen. Daar de onderhandelingen van de Afgaan- sche regeering met de in opstand gekomen stammen niet tot een gunstig resultaat had- den geleid heeft de koning zelf, Amanoellah. zich aan het hoofd gesteld van de {roepen, die den opstand moeten onderdrukken. De moellah (geestelijke leider) van der stam der Titsiinsoeren, die de eigenliike aan- stichter van de beweging vfas, is door de regeeringstroepen gevangen genomen. Nog wordt uit Pesjawar gemeld, dat een Afghaansche pantserwagencompagnie me' machinegeweren in Jellalabad is aangeko men De luchtstrijdkrachten hebben bevel ge- kregen de weg DakkaJellalabad met bom men te versperren. AMERIKA. DE BOODSCHAP VAN COOLIDGE. De huidige voorspoed van de Ver. St a ten. President Coolidge heeft in zijn Bood- schap tot het Congres ook den huidigen voor- oed der Ver. Staten ter sprake gebracht. ij zeide: „Nooit is een Congres van de Ver. Staten bijeengekomen onder gunstiger vooruitzichten dan er heden ten dage bestaan. In het bin- nenland heerschen rust en tevredenheid; er jestaat harmonie in de betrc-kkingen tusschen de leiders van den arbeid en de werknemers; er is geen strijd in nijverheidskringen en wij staan op het hoogste punt van voorspoed nog ooit door ons bereikt. Op buitenlandsch ge- bied is er vrede, welgezindheid, die voort- spruit uit wederzijdsch begrijpen en de we- tenschap dat de vraagstukken, die nog maar kort geleden zoo dreigend leken, zich voegen naar den druk van klaarblijke vriendschap". Het nationale inkomen was geklommen tot 90.000,000,000, en er was het vorige jaar voor 906,000,000 aan schuld gedelgd. De President zeide ook het een en ander over het buitenlandsch beleid van de Ver. Staten. De Pan-amerikaansche Conferentie te Washington had meende Coolidge be- tere verstandhouding en betere samenwerking geschapen tusschen de verschillende naties van de Nieuwe Wereld. „Wat Nicaragua betreft" aldus de Pre sident „waarheen ik onze marinetroepen zond op herhaald verzoek van zijn (Nicara gua's) regeering, om het leven en de belan gen van Amerikaansche burgers te bescher- men, dat land hervindt zijn voorspoed, dank zij de interventie van de Ver. Staten; het heeft een groote schrede gedaan in de rich- ting van vreedzame zelf-regeering. De betrekkingen met Mexico zijn op bevre- digender basis dan ooit sedert de revolutie in dit land. Vriendschappelijke onderhandelin gen beloven een definitieve regeling van alle nog niet geregelde kwesties". Over den toestand in China zeide Coolidge dat deze veel verbeterd was. De nationalisti- sche regeering heeft haar gezag gevestigd en een grondwet uitgevaardigd, welke er op gericht is het politieke en economische wel- zijn van het volk te bevorderen. „Wij hebben deze regeering erkend, den vooruitgang aan- gemoedigd en een verdrag gesloten, waar- door China zijn#volledige autonomie op het punt, van in- en uitvoerrechten terug krijgt en dat onze onderdanen tegen willekeurige handelingen beschermt. Onze handel neemt toe en onze militaire strijdkrachten konden verminderd worden". Wat de vlootkwestie betreft zeide Coolidge, dat algemeen erkend wordt, dat Amerika te weinig kruisers heeft. Coolidge sprak op nieuw den wensch uit, dat de 15 kruisers-wet, die nu bij den Senaat aanhangig is, zou worden aangenomen. met uitzondering van de tijdbepalig (n.l. de bepaling dat de sche- pen binnen drie jaar op stapel gezet moeten worden) Coolidge bestreed, dat de Ver. Staten mili- taristiseh of imperialistisch zouden zijn „Hun grootste buitenlandsche belangen lig- heb. Ik zou liever dansen; alleen dansen al de mannen die de moeite waard zijn om een paar uren met ze door te brengen, zoo vreeselijk slecht. Duizend zal genoeg zijn, pap. Mijn toela-ge krijg ik de volgende maand, niet waar?" De hertog haalde met eenigen onwil zijn chequeboek voor den dag. Hij gaf haar echter de cheque en zeide: „Hier lieve kind, kom er zoo lang mogelijk mee uit. Met wien ga je vanmorgen rijden?" „Ik heb het vergeten", bekende zij. „De een of andere jonge man komt mij straks halen." Hij keek op haar neer. Onder de mensche- lijke zwakheaen, welke de regelma-at van zijn leven trachtten te verstoren, behoorde 'n ster- ke genegenheid voor zijn dochter. „Ik vind, dat je er niet goed uitziet, Mo nica", merkte hij op. „Het is uitsluitend een ongesteldheid van geestelijken aard", verzekerde zij hem. „Ik verveel mij." „Dat is vreemd", peinsde hij. „Waarom?" Zij antwoordde niet onmiddellijk. Hij haal de de schouders op, terwijl hij weer ging zit- ten. „Alle bladen, die ik opnoem", ging hij voort, „zeggen, dat je de meest populaire jon ge dame in de wereld bent. Je geeft den toon aan, waar je komt. Je liefhebbert in philan thropic, in sport, zelfs in politiek. Er is geen blad, dat je niet de mooiste noemt onder de jonge meisjes Ik begrijp werkelijk niet, dat je tijd hebt om je te vervelen." „Ik evenmin", gaf zij toe, „maar toch' is het zoo* „Je hebt bijna alles geprobeerd", ging hij voort. „Er schijnt slechts een nieuwe ervaring voor je in het leven." „Huwelijk, bedoelt u." Juist." Zij zweeg een oogenblik. Zij zat met haat gelaat naar het raam en de voile warme zon viel op haar. Haar vaders hart gloeide van trots. Onder al de zeven en veertig geschil- derde portretten van zijn vrouwelijke voor- zaten in Chatfield House en Chatfield Castle was geen enkele vrouw wier schoonheid kon worden vergeleken met de hare. „Ik ben, bang, dat ik in het huwelijk niet gelukkig zal zijn", bekende zij. „Ik kan de mogelijkheid niet goed onder de oogen zien, pappie." „E>at is vreemd", meende hij. „Je schijnt, zou ik zeggen, toch een volkomen normaal meisje." „Ik geloof, dat ik dat ook ben, op elk an der punt", gaf zij toe. „Ik heb onnoemelijk veel dolheden gedaan. Ik ga door voor uitersl modei'n in de meeste dingen. Maar onder ons gezegd pappie, ik ben hopeloos ouderwetsch inzake huwelijk. Ik heb beproefd mij een hu welijk voor te stellen met verscheidene man nen, die mij hebben gevraagd, en telkens kwam ik tot de conclusie, dat bet huwelijk met de betrokkenen leelijk en onzedelijk zou zijn. Ik heb Jane Austen gelezen en ik weet precies waar de moeilijkheid schuilt. Het moet de ware man zijnen dien heb ik nog nief ontmoet." (Wordt vervojgd) miininht CuraiL VOORAANSTAAND IN MEUBELMODEUEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5