llkmiutf Curait.
Spaansche visioenen en droamen
De wettige Erlgonaam.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
Hondsrd een en dertigste Jaargang.
Woensda^ 9 Januari
Rechtszaken
SO. 7 1929
Donierdag 10 ]anuari.
HUversum, 1071 At. 10.—10.15 Morgen-
Wijding. 12.15—2.Concert door het Boris
Lenski-Trio. 2—3.15 Viering van het 30-
jarig bestaan v. d. A!g. Rijn-Schippersbond.
3.154.— Kniples. 4.-5.— Ziekenuurtje.
5.5.30 Sportpraatje door H. Hollander.
5.30—7.15 Concert door het Omroep-orkest.
E Spierdijk, zangeres. 7.15—7.45 Engelsche
les. 8.Lezing door Jan Feith: Veiligheid
in het verkeer in ons land. 8.30 Muziekuit-
voering, uitgaande van het Haagsche Comite
1920. (Zie het programma van Huizen).
Huizeti, 340.9 At. (Na 6 uur 1852 At.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.—11.30 Korte
Ziekendienst onder leiding van Ds. J. J. van
Petegem. 12.301.45 Concert. Mej. H. Hey-
denrijk, zang. Mej. G. van Randen, piano.
W. Brusse Jr., viool. 2.2.30 Schooluitzen-
ding. J. L. D. >v. d. Roest: Onder de Paposa's
op Nieuw Guinea. 6.307.Spr.W. San-
tema: Friezen de Siiep ut. 7.30—7.30 Boek-
houdles. 7.30—8.Spr.: J. Sluis: Pluinivee-
teelt. 8.8.30 Spr.: Ds. I. Voorsteegh: Ge-
■wijde vreugde. 8.30 Muziekuitvoering in de
Groote Kerk te Den Haag van het Haagsche
Comite 1929. Mevr. A. NoordewierRed-
dingius, sopraan. J. Stotijn, hobo. H. de
Boer, H. Op ten Berg, trompet. J. Sonne-
veld, P. Zalme, L. Schweitzer, bazuin. J. A.
de Zwaan, orgel. Koor. Dr. Joh. Wage-
naar, leider. H.M. de Koningin-Moeder is
aanwezig bij het Concert.
Daventry, 1562 At. 10.35 Ktrkdienst. 11.05
Causerie. 1120 Gramofoonmuziek. 12.20
Concert, sopraan, tenor en viool. 1.20—2.20
Gramofoonmuziek. 2.45—4.35 Inwijding van
een nieuwe Bisschop van York in York Min
ster. 2.50 De plechtigheid. 3.20 Vesper van
de Westminster Abbey. 4.05 Causerie. 4.20
Fanfareconcert. Calendar's band 5.35 Ivin-
deruurtje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberich-
ten. 6.50 Landbouwberichten. 6.55 Muziek
7.05 Liederen van Rich. Strauss. 7.20 Nieu
we novellen. 7.35 Muziek. 7.40 Leznig. 8
Halle-concert. Halle-orkest onder leiding van
Sir Hamilton Harty. (8.32 Voorlezing door
J Bernard. 10.Nieuwsberichten. 10.15
Nieuwsberichten. 10.20 Lezing. 10.35 Stu-
dentenliedjes. Mannenkoor. 10.5012.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1750 At. 12.20 Pro-
testantsche causerie. 12.502.10 Orkestcon-
cert. 4.055.05 K'assiek concert. 7.057.50
Gramofoonmuziek. 8.50—11.20 Concert. Ka-
mermuziek. Mme. Toutain en Hr. Prestat,
zang.
Langenberg, 469 At. 11.30 Mechanisehe
muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.05
5.50 Trioconcert. 5.25 Concert. Sted. Orkest
van Aken. Prof. Berber, viool. K. Klein,
cello. Dr. Brockt, piano. Daarna Hans
Sachs spelen. Daarna tot 11.20 Dansmuziek
Zeesen1650 At. 1.503.50 Lezingen.
3.50—4 50 Orkestconcert. 4.507.20* Lezin
gen. 7.20 Wagner-avond. Orkest. 8.20 Wer
ken van Hatzfeld en Wild'gans. 9.20 Wieler-
wedstrijden (6 daagsche). Daarna tot 11.50
Dansmuziek.
Hamburg, 395 At. 10.20—11.20 Gramo
foonmuziek. 5.20 Orkestconcert. 7.20 Con
cert. Marinekapel. 9.20 Moderne dansen.
10.35 Dansles. 10.20 Nieuwe dansmuziek.
Brussel, 509 At. 5.20 Orkestconcert. 6.50
Trioconcert. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.35
Fragmenten van „Afs ik Koning was".
Adam. 10.35 Sluiten.
door
MARCUS EHRENPREIS.
2
De Spaansche inquisitie was de vrucht van
een langen en doelbewusten voorbereidings-
arbeid. Eeuwen lang hadden de verkondigers
van Gods woord geageerd tegen het ver-
draagzaam samenleven van de verschillende
geloofsbelijdenissen. Met een noodlottige
vasthoudendheid had de kerkelijke macht het
volk ingeprent: Wie niet met ons is, die is
tegen ons, die is onze vijandhij is de vijand
der waarheid, de vijand der menschheid, de
vijand Gods. Het is een Gode welbehagelijk
werk om met alle ten dienste staande midde-
len de ongeloovigen te bekeeren. Die zich
niet willen bekeeren, moeten zonder erbar-
DoorE. PHILIPS OPPENHE1M.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B
33
,,Je bent een beetje van streek, Felicia, als
je zoo praat", verweet hij haar. ,,Ik ga met
den man spreken Waar is hij?"
„ln de kamer aan den overkant", zeide zij.
„Zijn naam is Ambrosius".
Zij keerde terug naar de piano. Zij hield
het hoofd gebogen en herinnerde hem zoo
een oogenblik aan een vertrapte exotische
bloem
„Kom niet terug", verzocht zij, tenzij je het
erg veilangt."
Francis stak den gang over en opende de
deur van de ontvangkamer aan den over
kant
Een zware man, kaalgeschoren, zeer zorg-
vuldig gekleed, met een rond gelaat, een ge
bogen neus, doordringende oogen en een
spotachtigen mond, stond bij een tafeltje en
bladerde in eenige couranten.
Mijnheer Ambrosius", begon Francis
De man keek op en iegde het blad, dat hij
In de hand hield neer. Een oogenblik wan-
kelde hij en greep den schoorsteenmantel. Hij
ademde.
„Mijnheer Ambrosius", herhaalde Fran
cis, zwaar gedurende de korte stilte, die
•yolgde,
men van de oppervlakte der aarae worden
uitgeroeid. Het was tot op zekere hoogte
een nieuwe godsdienst, die hier op eigen
houtje geconstrueerd werd, en die vierkant in
strijd was met de tien geboden en met de
Evangelien. Voor alle dingen in scherpen
strijd met de bergrede (Matth. 5 44—45):
„Maar ik zeg uhebt uwe vijanden lief
opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders,
die in de hemelen is, want Hij doet Zijn zon
opgaan over boozen en goeden, en regent
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen".
Maar deze anti-evangelische godsdienst
kreeg steeds meer de overmacht. Die be-
heerschte pausen en kardinalen, koningen en
volken, zelfs menschen met inzicht en wel-
meenende menschen konden zich niet ont-
trekken aan de geboden van dien godsdienst.
Predikers, die het volk ophitsten, trokken van
stad tot stad, om de geloovigen of te be
keeren, of te laten dooden. In het jaar 1391
organiseerde Aartsbisschop Martinez een
Jodenpogrom te Sevilla, aan welke 4000
Joden ten offer vielen. Vincentius Ferrer, la
ter heilig verklaard, raasde als een verwoes-
tende storm door het land, met het crucifix
in de eene hand en de Thorahrol in de an-
dere, aan de weerloozen, die hij wilde bekee
ren, vrees aanjagende. Hij had groot suc-
ces, doordat hij geen tegenstand duldde. In
het jaar 1414 richtte hij te Toledo een bloe-
dige pogrom aan, welke in gruwelijkheid die
van Sevilla nabij komt.
Soms werden andere, minder bloedige
methoden aangewend. Zoo nu en en dan liet
de kerk publieke twistgesprekken houden
tusschen rabbijnen en hooge kerkelijke digni-
tarissen om het volk de gevaarlijkheid van
de Joodsche leer en de voortreffelijkheid van
het Katholicisme in te scherpen. Deze dis-
putaties hadden plaats op pompeuze en
plechtige wijze; ze waren een spanner d
schouwspel voor de menigte, die gaarne iets
zag, evenals de stierengevechten en de auto-
dafe's. Natuurlijk was het einde meest een
verplerterende nederlaag voor de Joodsche
leer. Zeer bekend werd de disputatie te Bar
celona, die daar onder leiding van koning
Jaimes in 1263 gehouden werd tusschen den
Dominicaan Pablo Christian! (een gedoop-
ten Jood) en den meest belangrijken rabbijn
van Spanje, Mose Nachmani (Ramban).
Nachmani maakte een grooten indruk op den
koning, toen hij op de vraag van den Domi
nicaan waarom het Jodendom weigerde
Jezus als Messias te erkennen, verwees naar
de profeten, die gezegd hadden, dat met de
komst van den Messias de oorlog zou op-
houden, en zei: „Gij zelf, o, Koning, zou uw
oorlogshandwerk niet kunnen opgeven, zoo-
als zou moeten gebeuren, wanner de Messi-
aansche tijd naderde". In 1413 organiseerde
de tegenpaus Benedictus XIII een bijzonder
pompeuse disputatie te Tortosa. Die duurde
achttien maanden en bestond uit niet min
der dan negen en zestig twistgesprekken.
Maar zulk een handelwijze was natuurlijk
niet geschikt, om de geloovigen te vervullen
met liefde voor hun vijanden. Dit alles moest
onverbiddelijk leiden tot een catastrophe.
Als een van ongeluk zwangere gestalte
kwam de inquisitie over Spanje; onvermijde-
lijk als een fatum. En zij kwam niet onver-
wacht Torquemada kon oogsten wat pausen
en kardinalen gezaaid hadden. Gedurende drie
eeuwen woedden de godsdiensttwisten in het
zoo geteisterde land, en de verwoestingen
zijn tot op den huidigen dag merkbaar.
3
Gedurende een langdurig onderhoud met
den dictator van Spanje, generaal Primo de
Rivera, kreeg ik een zeker inzicht in de men-
taliteit van het hedendaagsche Katholieke
Spanje. Primo de Rivera is ongetwijfeld de-
gene, die op dit oogenblik de personificatie
is van het ontwakende Spanje. Men heeft mij
verteld, dat hij een zeer kerkelijk man is.
Maar hier is „kerkelijkheid" een tweesnijdend
zwaard In Spanje spookt zoo nu en dan de
geest van de inquisitie nog rond. Op den
dag voordat ik de eer had hem te mogen
spreken, had de dictator te Medina del Cam-
po een opzienbarende rede gehouden, in wel
ke hij het beoluit had medegedeeld om een
soort van overgangsparlement tezamen te
roepen met consultatieve bevoegdheid. (Dit
besluit is sedert dien ook jten uitvoer ge-
legd) Aan het einde van deze rede had de
dictator hulde gebracht aan de nagedachten's
van Isabella de Katholieke. ,,Haar geest",
zoo had hij zich ongeveer geuit „was bezig
nieuw leven te krijgen in Jiet ontwakende
Spanje".
Het was daarom met zeer gemengde ge-
voelens, dat ik de audientiezaal in het Mi-
nisterio del Estado betrad, waar de dictator
mij' met bijzondere vriendelijkheid ontving.
Primo de Rivera een imponeerende martiale
gestalte, maakt een eenvoudigen indruk, zon-
„Broeder Ambrosius."
De ander vermande zich.
„Ik ontken het niet", zeide hij uitdagend.
Ik ontken niets. Ik heb het klooster bestoleri
Ik verbrak mijn gelofte en ik ben hier en ge-
niet flink van mijn leven en ben voornemens
dat te blijven doen. Gij verkeert in hetzelfde
geval."
„Niet geheel", luidde hetstroeve antwoord
„Ik kreeg een dispensatie van den Paus
„Omdat het bleek dat u een Engtlsch edel-
man was", antwoordde Ambrosius ,Iioe het
zij, gij ging heen toen ge er kans toe zaagt
Ik moest weg. Ik was een man II wenschte
geen monnik te zijn. Dat leven maakte mij
gek."
„Gij hadt de definiticve geloftf afgelegd",
herinnerde Francis hem Dat heb ik nooit
„In een oogenblik van angst", erKende de
ander.
„Ik meende, dat ik in een twist een man had
gedood te Orvieto Ik zocht een toevlucht in
het klooster Daarop hoorde ik, dat hij was
hersteld. Ik hield het drie jaren uit, ik we at
niet hoe".
„Je bestal het klooster."
„Het was niet verstandig weg te loop en
met niets Ik heb het geld met interest terug-
gezonden."
Francis liep naar het venster en keerde
weer om. Er stond een andere auto buiten
behalve de zijne, ook een Rolls-Royce
„Ben je de mijnheer Ambrosius, over wien
ik hoorde spreken?" vroeg hij. „Een Grieksch
millionair?"
„Die ben ik", gaf Ambrosius toe. „Het is
der ijdelheid en zonder dictatoriale manie-
ren. Hoort men hem spreken over zijn werk,
dan krijgt men een weldadigen indruk van
een eerlijk staatsman, die zijn verantwoorde-
lijkheid gevoelt, en die zonder nu juist een
schitterende figuur te zijn, toch de eigen-
schappen schijnt te bezitten, die een staats
man het meest behoeft: gezond verstand en
onverschrokkenheid. Hij heeft voor een be-
paalden tijd den welsprekenden vertegen-
woordigers van het volk den mond gesnoerd
en de rammelende partijmachinerie stop gezet,
om die maatregelen door te voeren, die naar
zijn meening onze tijd vraagt. „Trabajamos"
(wij werken)! herhaalt hij telkens weer.
We praten niet, w. discuteeren niet, we intri-
geeren niet, we werken.
Het gesprek springt van het eene onder-
werp op het andere. Ik noem onder meer het
werk van Angel Pulido om de Spaansch spre-
kende Sephardim uit het Oosten terug te
roepen, waarvoor de dictator een leven dige
belangstelling toont Maar de schaduw van
Isabella zweeft tusschen ons. Ik kan moeilijk
van hem weggaan zonder te pogen te weten
te komen welke de houding van het nieuwe
Spanje tegenover het religieuse vraagstuk is.
„Wanneer Uwe Excellentie me toestaat, zou
ik graag een vrijmoedige vraag tot U willen
richten".
Met Zuidelijke levendigheid moedigt hij
mij aan om zonder omhaal te zeggen wat ik
op het hart heb. En ik spreek dan over den
verwarrenden indruk, dien het oproepen van
de gedachtenis van koningin Isabelle aan het
einde van zijn rede te Medina del Campo op
mij gemaakt heeft.
„U heeft gelijk om mij daarnaar te vra-
gen", antwoordt hij (Ik kan hier slechts de
hoofdzaak geven van zijn woorden). „Giste-
ren sprak ik te Medina del Campo. de plaats,
waar koningin Isabelle dikwijls verblijf hield
en waar zij stierf, en toen kon het wel niet
anders of men moest hare nagedachtenis
eeren. Isabella belichaamt in onze geschiede-
nis dat nationale pathos, dien droom van
een levenskrachtig, stralend Spanje, die in
dezen tijd ons alien vervult. Maar in gods-
dienstig opzicht is het tegenwoordige
Spanje in den besten zin tolerant. Bij ons
kan iedereen zijn godsdienst belijden in voile
vrijheid. Wij moeten ons losmaken van deze
donkere herinneringen. Laat de historic de
historic zijn, en laten wij alien werken voor
een betere toekomst".
VOOR DEN POLITIERECHTER.
(Vervolg).
EEN ZAKKENDIEF EN ZIJN
ASSISTENT.
De niet verschenen J. K. en zijn stiefzoon
W. K. 'n Duitscher uit Gladbach, beiden ge-
domicilieerd te IJmuiden stonden terechf,
no. 1 terzake diefstal van 12 zakken uit een
schuurtje te Limmen en no. 2 omdat hij bij
het plegen van dezen diefstal zijn stiefpapa
was benulpzaam geweest.
De zakken waren gevuld met uien, die zij
echter uit de zakken hebben geschud en ach-
tergelaten. Bedoeld schuurtje stond bij de
momenteel leegstaande pastorie der Herv. ge-
meente te Limmen.
le verdachte is absent.
De nabijwonende mevr. v. Til heeft 2
mannen op het erf der pastorie gezien. K.
staat crimineel niet gunstig aangeschreven,
van W. K. is niets nadeeligs bekend.
De off. vorderde tegen Kl. 5 maanden gev.
en tegen den stiefzoon Kz. /*30 boete of 30
dagen. Vonnis Kl. 3 maanden gev. en Kz.
25 boete of 25 dagen.
BELEEDIGING.
Voortzetting heeft plaats van een beleedi-
gingszaak tegen J. v. R. te Hoorn die de vc-
rige maal had beweerd, dat hem geen gele-
genheid was gegeven, zijn excuses te maken
Dit verweer blijkt echter na onderzoek bij de
politie niet juist te zijn en het verstekvonnis
25 boete of 25 dagen wordt bekrachtigd.
NOG EEN DAMESDUEL.
De 23-jarige Ida Maria H., gehuwd met
Klaas M., te Hoorn, heeft op 8 September
aldaar mej. Aafje de Boer, huisvrouw van
Kl. Hakevoort met een kinderschopje gesla-
gen. De aanleiding was een ruzie over kin
deren. Het zoontje van mej. H. zou door een
kind van verdachte zijn mishandeld met een
stuk hout.
De mishandelde dame ontkent zulks. De
politie echter deelt mede, dat de juffrouw
dienaangaande niet vrij uit gaat.
Eisch 15 boete of 15 dagen. Vonnis f 10
boete of 10 dagen.
MISHANDELING VAN EN DOOR
DAMES.
De dames Klasina B., huisvrouw J. M. en
de ongehuwde Helena B. haar
dochter, beiden te Helder hebben volgens
overdreven mij een millionair te noemen,
maar ik ben rijk. Mijn vader stierf verleden
jaar en liet mij zijn zaak na. Hij leende geld
en had een zaak in Sackvillestreet; hij was
een Griek, die een rijke Engelsche jodin
huwde. De zaak behoort nu aan mij"
Francis bleef zwijgen. De aanblik van de
zen man was een schok voor hem geweest.
„Ik verdiende zeer veel geld", ging de man
zenuwachtig voort. „De menschen van de
wereld hebben mij in de eerste kringen gein-
troduceerd. Indien je die geschiedenis van
mij vertelt, zal ik weer moeten terugkeeren
tot het geldleenen, en niets dan dat. Ik gaf
het geld terug, Francis. Jijzelf ging weg,
toen je de gelegenheid had."
„Wat kwam je hier doen?"
Ambrosius lachte beteekenisvol, een slim-
me onaangename lach.
„Ik zou je hetzelfde kunnen vragen", waag-
de hij.
Francis balde de vuist en deed een stap
voorwaarts.
Ambrosius week achteruit.
„Hond, mompelde Francis. „Waag het niet
tot mij te spreken, of ik dezelfde zwakheden
had als jij. Antwoord nu op mijn vraag."
„De dame, die hier woont", verklaarde Am
brosius, „verloor gisteravond duizend pond
aan mij met baccarat. Zij kon niet betalen en
zij zei mij hier vanmiddag te komen."
„Ga nu weg", beval Francis. „En rijd naar
Chatfield House. Wacht daar op mij Ik zal
mevrouw Dringe's schuld afdoen. Ik moet
ook nog met je spreken over andere dingen."
Mijnheer Ambrosius nam zijn glanzenden
dagvaarding op 10 Augustus haar buur-
vrouw Cornelia Plugge, huisvrouw J. Wil-
lems mishandeld.
Volgens mej. Willtms hadden verdachten
kwaad van haar gesproken en toen deze juf
frouw daar nader op in wilde gaan, werd
zij door de beide, thans terecht staande da
mes mishandeld. Verdachten zeggen door
mej. Plugger te zijn uitgelokt.
De officier vorderde vrijspraak tegen de
moeder en wat betreft de dochter 15 boete
of 15 dagen. Uitspraak conform eisch.
STROOPERIJ VAN GRAS.
De schillenboertjes, Heike J. en Pieter B.,
beiden te Alkmaar, staan terecht terzake we-
derrechtelijke toeeigening van een hoeveel
heid gras, toebehoorende aan de Ned. Spoor
wegen.
Verdachten beweren het gras cadeau tc
hebben gekregen. Zij mochten het afmaaien
en weghalen. Wie hun die permissie heeft
gegeven, kunnen zij niet zeggen. Verdachten
staan goed bekend. Eisch tegen ieder 6
boete of 6 dagen. Uitspraak 1 boete of 1
dag.
VERNIELING IN EEN ARRESTANTEN-
LOKAAL.
De niet verschenen verdachte J. v. d. V.
heeft op 16 October te Z. en N. Schermer
twee luikjes in het arrestantenlokaal ver-
nield. De bufgemeester der gemeente dient
bij volmacbt een civiele vordering in ten be-
drage van 20. Eisch 20 boete of 20 da
gen. Vonnis 10 boete of 10 dagen en toe-
wijzing civiele vordering tot een bedrag van
8.20.
BLOEMETJES GEPLUKT.
De tuinbouwersknecht Joh. S. uit Tuitjehorn,
heeft in den avond van 11 October eenige
bloemen geplukt uit een voortuin, eigendom
van getuige Jonker en deze kinderen van Flo
ra wederrechtelijk meegenomen. Er schijnt
door verdachte en zijn kornuiten heel wat in
Jonkers tuintje baldadig vernield en wegge-
nomen. Eisch f 15 boete of 15 dagen. Von
nis f 20 boete of 20 dagen.
Vergezeld van een ernstig repromande,
aan het adres van den verooraeelde over zijn
onbehoolijk optreden.
BELEEDIGING PER BRIEF.
De verdachte Jacob C., te Medemblik, heeft
op 7 October aldaar geschreven en bezorgd
een brief bij zijn medeingezetene en buur-
man Jelle de Boer, in welke brief brief ver
dachte zijn buurman en diens huisvrouw grof
heeft beleedigd en zelfs bedreigd. Partijen
zijn thans geen buren meer. De oorzaak zat
in de politick en de muziek. Ook een gramo-
phoon en 'n draaiorgeltje speelden in dat con
flict een roi.
De officier vordert f 25 boete of 25 dagen.
Vonnis f 10 boete of 10 dagen.
DIEFSTAL VAN EEN ARMBANDJE.
De 23-jarige doktersdienstbode Geertruida
verdacht van diefstal van een armband je,
gevonden in de rijwielstalling van den heer
Akkerman in de Ridderstraat te Alkmaar,
alwaar verdachte een rijwiel in bewaring had
gegeven. Verdachte heeft het kettinkje op-
geraapt van den winkelvloer en haar vondst
niet op het politiebureau aangegeven.
Het voorwerp was het eigendom van mej
C. S. Renooy uit Heiloo. Deze kon niet ver-
klaren dat het goud is. De dochter van den
dokter waar verdachte in betrekking is, geeft
van verdachte een gunstige getuigenis.
De Officier acht diefstal bewezen en vor
dert f 15 boete of 15 dagen. Vonnis con
form.
BELEEDIGING VAN EEN WINKE-
LIER.
De dames Cornelia S. en haar zuster Trijn-
tje S., de laatste gehuwd met G. S. te Alk
den winkelier in galanterien C. Bierekhoven,
den winkelier in galanterien Car. Berkhoven,
te Alkmaar, dien zij op 29 October zouden
hebben toegevoegd de woorden: oplichter en
afzetter, waardoor de heer B. zich beleedigd
achtte.
De damse ontkennen deze woorden ge-
bruikt te hebben.
Mej. E. zegt dat de getuige mej. v. d. V.
hen heeft opgestookt en nu tegen hen ge-
tuigt.
Eisch tegen ieder f 10 boete of 10 dagen.
Vonnis ieder f 7 boete of 7 dagen.
MISHANDELING MET EEN
KOEMARKTSTOK.
De veehouder J. M. S., volgens eigen op-
gaaf oud 63 jaar, doch officieel 66 jaar, wo-
nende te Medemblik, staat terecht ter zake
mishandeling van den getuige Jan Bakker,
die hij op 22 October bij het cafe Pot met
een stok op zijn rug zou hebben geslagen.
Verdachte zegt, dat hij Bakker verschil
lende bedragen heeft geleend en daarover met
dezen kwestie heeft gekregen. Hij heeft Bak-
kr toen een goede duw gegeven, maar hem
niet met een stok geslagen. Verdachte ver-
zijden hoed. „Ik zal er zijn", beloofde hij.
Francis volgde hem naar de gang en zag
dat hij vertrok. Daarna weifelde hij een oo
genblik. Op de plaats, waar hij zich bevond,
kon hij hooren hoe Felicia nog zacht voor
zichzelf speelde, nog met dien vragenden
klank in haar muziek; misschien was het een
vraag, of een roepstem, ofschoon het een
meer bepaalde stemming had gekregen; een
droevige, meer bekende melodie. Hij keerde
zacht terug in de nis van de gang, zocht zijn
hoed en zijn stok, en stapte in zijn eigen wa-
gen, juist toen het kamermeisje kwam aan-
snellen.
„Bied mijn excuses aan je mevrouw", zeide
hij, uit het raampje buigende. „Zeg haar, dat
alles is geregeld zooals zij het wenschte."
„Mevrouw is nog alleen, Your Grace",
waagde het meisje.
De muziek hield op, Francis hoorde het
geluid van het openen van een deur. Hij
leunde terug in den hoek van de auto, die
wegreed.
HOOFDSTUK XVII.
De rijpaarden wachtten reeds aan de bocht
tegenover het kasteel, toen de lange grijze
auto in vaart door het park reed. Mevrouw
Morrison, de huishoudster, bevond zich in de
gang, met een dienstbode achter zich om
Monica op te wachten. Er was een overbodig
ontbijt gereed gemaakt, blikken met sand
wiches en flesschen stonden op de tafel in de
hall en er werd overal vroolijk gebabbeld.
„D»e hertog en lady Moiiica hier, alleen uit
keerde in koemarktstemmlng, wat hem nog
al eens meer overkomt.
U is rijk, he? vraagt de politierechter.
Rijk zegt verdachte gezond!
Eisch: vrijspraak. Vonnis conform eisch.
MISHANDELING MET EEN VAAR-
BOOM.
De 24-jarige tuinbouwer Dirk de G., te
Koedijk, staat terecht op grond van het feit
dat hij op 1 Nov. den getuige Dirk de Waal
met een vaarboom heef geslagen. Verdachte
zegt dat de Waal begonnen is met hem uit
te schelden, wat de Waal ontkent. Wel heeft
hij teruggeslagen.
Eisch 720 boee of 20 dagen. Vonnis f, 15
boet of 15 dagen.
DIEFSTAL UIT EEN GELDBAKJE.
Voor dit feit stond terecht de scheepmakers
knechts P. J. V. te Helder. Hij heeft op 15
Oct. 1928 een bedrag van pl.m. 4.90 ont-
vreemd uit een geldbakje, dat zich bevond in
den winkel van M. Kofferman aldaar. Ver
dachte heeft een flink salaris en is nog nim-
mer gestraft geweest. Het geval is raadsel-
achtig.
De officier wenscht een nader onderzoek
naar den persoon van verdachte. De zaak
wordt alzoo op 23 Januari voortgezet.
SLUITING.
DE MALVERSAJIES TE WOERDEN.
Volgens den verdediger een gotn
zende bijenkorf van ongerechtigheid.
In 1927 veroordeelde het Hoog Militair
Gerechtshof den voormatigen commandant
van het Centraal Magazijn voor railitaire
Weeding en uitrusting te Woerden, in ver-
band met de bekende knoeierijen, tot een jaar
gevangenisstraf, terwijl er vier jaar tegen
hem was gevorderd.
Daarna, op 25 October 1927, hadden zich,
eveneens in verband met die knoeierijen, voor
de rechtbank te Utrecht te verantwoorden een
toen 63-jarig bureelambtenaar uit Leiden en
een toen 32-jarig aannemer uit Woerden. De
rechtbank, op 8 November 1927 vonnis wij-
zende, veroor-deelde den bureelambtenaar tot
drie maanden gevangenisstraf met aftrek der
preventieve hechtenis, wegens verduistering
in dienstbetrekking en valschheid in geschrif-
te, doch sprak den aannemer van de hem ten
laste gelegde valschheid in geschrifte en
heling vrij.
Van dit vrijsprekend vonnis ging het
O. M. in hooger beroep; het had tegen den
verdachte gevorderde drie maanden en vier
dagen gevangenisstraf met aftrek der pre
ventieve hechtenis, die drie maanden en vier
dagen had geduurd.
Op 19 April 1928 diende dit appel voor
het Gerechtshof te Amsterdam. Het hoorde
toen een tweetal getuigen, doch wees ver-
volgens de zaak terug naar den rechtercom-
missaris te Utrecht, teneinde na te gaan de
werking van de administratie bij het Centrale
Kleedingmagazijn te Woerden en de betedke-
nis van de stukken, zooals de verschillende
bons, die destijds gebruikt werden. Gister
wercl het geschorste onderzoek door het ge
rechtshof te Amsterdam hervat
Aan den verdachte was ten laste gelegd,
dat hij in het laatst van 1925 en begin 1926,
terwijl hij wist dat zijn firma geen houtleve-
ringen aan het Centr. Magazijn deed, een
aantal rekeningen (facturen) ten laste van het
Centr. Magazijn opmaakte en uitschreef, val-
schelijk inhoudende, dat houtleveraties wa
ren geschied oa. tot bedragen van f 400,
waarvan de rekeningen door den >irmant
voor voldaan werden geteekend, o.a. op 16
Februari en 6 Maart 1926. In de tweede
plaats werd hem verweten, dat hij die reke
ningen den bureelambtenaar als echt en on-
vervalscht ter hand stelde, en in de derde
plaats werd hij beschuldigd, dat hij om-
streeks 1926 50 ten geschenke aannam van
den bureel-ambtenaar, hoewel hij wist, dat
het geld van verduistering afkomstig was.
Wegens een andere samenstelling van het
Hof werd de zaak opnieuw in haar geheel
behandeld. De verdachte erkende voor den
gewezen majoor en den bureelchef facturen
voor houtleveranties te hebben opgemaakt,
die niet reeel waren. Hij deed dit echter niet
om zichzelf te bevoordeelen, maar alleen om
hun pleizier te doen en de bestaande vriend-
schappelijke verhoudingen te bestendigen,
hopende op die wijze leverancier te blijven.
Da t hij door zijn handelingen gelegenheid
gaf tot malversaties, had hij niet begrepen:
hij vertrouwde de zaak Al vroeger, in 1905,
had hij het bij den kazernebouw te Nijme-
gen meegemaakt, dat hij voor niet geleverd
werk rekeningen moest afgeven om gelegen
heid te geven ander werk, waarvoor geen
geld was, te kunnen verrekenen. Persoonlijk
de stad gekomen?"
In de oogen van deze eenvoudige men
schen was de zaak al in orde. Monica kon
den toestand, of liever wat men zich daar-
van voorstelde, beter waardeeren dan haar
metgezel, en zij zweeg eenigen tijd, nadat zij
hun rit waren begonnen. Francis was ook
stil, maar om heel andere redenen Hij reed
blootshoofds, de wind speelde door zijn
zwart haar, bracht light in zijn oogen en
kleur op zijn wangen. De ondoorgrondelijke
uitdrukking, de onnatuurlijke zelfbeheer-
sching, die vele nauwkeurige waarnemers
een raadsel was, scheen hem te hebben ver-
laten. Hij genoot van de zon en den wind,
die koeler werd, toen zij het open veld na-
derden.
„Francis", vroeg zij plotseling. „Wa»
Eustatius gisteravond bij je?"
Hij schudde het hoofd.
„Ik was voor een paar uur uit den tred-
molen", antwoordde hij. „Ik at alleen thuis
met. een paar boeken, die Moss mij zond en
ik ging vroeg naar bed met een uitgeschakel-
de telefoon."
„Je ziet niettemin Eustatius alle avonden",
hield zij aan. „Ben je je bewust dat hij meer
drinkt dan goed voor hem is en dat hij veel
geld verteert?"
„Ik ben toch niet zijn voogd, wel?" ant
woordde Francis. „Eustatius leidt, vermoed
ik, een leven naar zijn zin".
„Soms denk ik, Francis", vervolgde zij
ernstig, „dat je te goed voor ons bait, ons
veel te veel geld toestaat, bedoel ik. Ik ben
ervan verzekerd, dat wij allea te veel ver-
teeren, ik zelf inbegrepen".
(Wordt vervolgd.) i