DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hit het Parlement
DageBijksch cverzicht.
Buitenland
No. 294
Dif nomtner bestaat ait 2 bladen.
Honderddertigste Jaargan&
1928
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, nilgegeven.
Abonnementsprijs bij vooruit'oetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door
4et geheele Rijk /2.50.
Afzonderlijke en beWTjsnummers 5 cents.
PRUS DER OEWONE ADVERTENTlfiNt
Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaafsrnlmfe.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerty v/b HERMs. COSTER ft ZOOM.
Voordam C9.
Directeur: C. KRAK.
WOEliDAG
Telef.nr. Administrate 3.
Telefoonnr. Redacfie 33.
Postgiro 37 06.
Hoofdredacteun Tj. N. ADEMA.
12 DECEMBER
DEN HAAG, 11 December 1928.
De Tweede Kamer is hedenmiddag begon-
nen met af te stemmen het amendemtnt van
den heer Zijlstra (A. R.) om noch aan het
Leeuwarder orkest een subsidie van 5000
noch aan het Residentieorkest een verhooging
van het subsidie van 7500 toe te kennen.
Het werd verworpen met 46 tegen 33 stem-
men. Aangenomen werd evenwel een amende-
ment van den heer Langman (C. H.) om al-
leen aan het Residentieorkest geen verhooging
van het subsidie te geven. Dit werd goedge-
keurd met 45 tegen 40 stemmen. Tegen stem-
den de Vrijheidsbonders, de Vrijzinnig-Demo-
era ten, de Sociaal-Democraten en de heeren
L. de Visser (Comm.), Arts (R.K. Volksp.),
Moller (R.K.), Dr. de Visser (C.H.) en
Snoeck Henkemans (C.H.) De Begrooting
van Onderwijs, waarbij ze behoo1-en, is daar-
op zonder stemming goedgekeurd.
De Kamer heeft daarna behandeld en ten
slotte aangenomen het ontwerp strekkende
een regeling te maken voor de belegging van
felden van Rijksfondsen en Rijksinstellingen
ot nog toe bestond daaromtrent geen enkele
vaste regeling nog minder eenig toezicht.
Het gevolg was, dat pubiieke lichamen, die
de onder hun beheer staande fondsen wilden
beleggen, soms tlkander in de wielen reden.
Nu zullen we krijgen een Centralen Beleg-
gingsraad, gevormd door een voor zitter, door
ae Ned. Bank aan te wij/en, en zes leden;
waarvan een ook door de Ned. Bank zal wor-
den aangewezen, de vijf overigen door de
Kroon. Die Raad zal de belegging regelen
voor instellingen als het Ongevallenfonds,
ihet Invaliditeitsfonds, de Rijkspostspaarbank,
het Burg. Pensioenfonds enz.
Over de berar dslaging n zullen we maar
niets na vertellen. Ze betroffen eenig speciale
punten en de Minister van Financien heeft
alle amendementen overgenomen. Maar daar-
om is de eindstemming over het ontwerp tot
Vrijdag a.s. aangehouden, opdat nogeens rus-
tig kan worden nagegaan, of nu wel alle?
klopt. Gevaar voor. verwerping bestaat er in
het minst niet.
Daarna is de Kamer begonnen met de al-
gemeene beraads'agingen over de Begrooting
van Financien. De voorzitter stelde voor aan
elken spreker daarbij 20 minuten te geven.
Daar kwam de heer Braat (Plattel.) tegen
op: ieder moest ten minste een half uur heb-
ben om zijn hart te luchten. De voorzitter,
Dr. de Visser, wierp het op een accoordje:
25 minuten, en daarmee vereenigd? de Kamer
zich. Daar er 20 sprekers waren ingeschre-
ven, beteeken de da I een debat van goed acht
uur! Gelukkig hadden lang niet al1e spre
kers zoo veel tijd noodig, zoodat Feden tus-
schen drie en half zes uur reeds tien kamerle-
der hebben gesproken.
Wij zullen ze niet alien stuk voor stuk na-
gaan, velen hebben trouwens nogal oude
beestjes van stal gehaald.
Het debat werd geopend door den heer
Staalman (Vrijheidsb.), die de wenschelijk-
heid betoogde om aKe bedrijfslocaliteiten te
ontheffen van de Personeele Belasting, daar
deze een verteringsbelasting is, die in dit
geval ten onrechte den middenstand' treft.
Ook vrijstelling van vrachtauto's achtte hij
dringend gewenscht. Verder drong de heer
Staalman aan op tegemoetkoming aan de
o-ud-gepensioneerden.
De heer Van Voorst tot Voorst (R. K.) had
vele bezwaren tegen de heffing van de Ver-
mogensbelasting van landerijen, die in de na-
bijheid van de groote steden liggen en waar
van nu de waarde getaxeerd wordt alsof zij
voor bouwferrein bestemd waren. Voor de
Successiebelasting geldt hetzelfde bezwaar.
Ook waarschuwde hii tegen de heffing van
meer opcenten op de Grondbelasting, wat een
ondraaglijke last voor den Iandbouw dreigt
te worden, als de wet op de financieeCe ver-
hooding haar beslag krijgt.
De heer Oud, de specialiteit op financieel
gebied van de Vrij'z. Democratische kamer-
fractie, heeft vele punten aangeroerd, zelfs
de kleur der bankbiljetten. Vervolgens heeft
hij er over geklaagd, dat de aanneming van
de motie-Van Rappard in zake den v'eesch-
acciins volstrekt niets heeft uit?ewerkt en al
ias bij het oude is gebleven. Dan heeft hij
een lans gebroken voor de samenvoeging van
Inkomsten- en Vermogensbelasting, heeft ge
klaagd over de opheffing van registratiekan-
toren en aanbevolen den kring Alkmaar voor
de registratie in te krimpen. De heffing van
de belasting door de Post had in geenen deepe
zijn sympathie. Hij verwachtte daarvan meer
verdriet dan plezier voor de belastingadminis-
tratie. Ten slotte heeft hij pensioenverhoo-
ging verkieselijker genoemd dan individueele
steun aan oud-gepensioneerden, die in gel-
de'iike moeie'iikheden verkeeren.
De heer Fleskens (R. K.) heeft er voor ge-
waarschuwd de rege'ing van het credietwezen
voor den Iandbouw niet over denzelfde kam
te scheren als voor den middenstand. Er is
een principieel onderscheid tusschen pen land-
bouwer en een middenstander-winkelier.
Dan hebben we den heer Braat (Plattel
hooren opkomen tegen a.l wat belasting heet,
den heer J. ter Laan (S. D. A. P.) hooren
protesteeren tegen de accijnzen, van we1.ken
aar dook en zijn er nog enkele sprekers ge-
weest voor de voorzitter de Kamer om half
zes naar huis deed gaan ten einde nieuwe
krachten op te doen voor de avondvergade-
nng.
Das
aar de zaken zoo traag opschieten, is be-
sloten ook Maandagmiddag en -avond te
vergaderen, wat anders nooit voorkomt.
EEN GEVAAR VOOR DEN VREDE?
Groote verbUtering van ltali'e
tegen Frankrijk. Wil ltali'e oor-
log? De opleiding der Italianen
tot anti-Franschen.
Daar zijn in Zuid-Europa ernstige dingen
gebeurd in de laatste dagen, of beter gezegd,
in den laatsten tijd. Dingen, die er maar al
te duidelijk op wijzen, dat er tusschen
Frankrijk en Italie something rotten" is.
Dat is trouwens niet zoo heel wonderlijk.
Beide landen toch zijn al sinds jaar en dag
er op uit, elkaar den voet dwars te zetten.
Reeds in 1881 begon de spanning, toen
Frankrijk zich meester maakte van Tunis en
daarmee de sterke posilie van Italie in Noord-
Afrika een gevoeligen slag toebracht. Het
gevolg van deze daad van Frankrijk was de
tripple alliantie (Duitschiand, Oostenrijk en
Jtalie), een verbond, dat Frankrijk aanleiding
gaf tot het opzeggen van het bestaande han-
■delsverdrag met Italie,' waardoor dit laatste
land werd bedreigd met een economischen
ondergang.
De tripple alliantie" duurde tot een groo-
ten wereldoorlog, toen Italie zijn bondge-
nooten in-den steek liet en even later zelfs den
strijd begon tegen diezelfde bondgenooten.
■Frankrijk en Italie dus samen! Ja, maar
slecht? tijdelijk. De geheele „vriendschap"
van die dagen bleek weldra uiLluitend te be-
ru?ten op belangengemeenschap tegenover
.een dreigend gevaar. Werkelijke wapenbroe-
derschap heeft nooit bestaan. Sterker nog:
toen-de Fransehen eenige regimenten hulp-
troepen naar Noord-Italie zonden, moesten
•deze „vrienden" van hun Italiaansche kame-
raden gescheiden worden gehouden, daar het
gevaar niet denkbeeldig was, dat de Itali
anen hun „latijnsche" bondgenooten te lijf
.zouden gaan!
Als dus zelfs in een gemeenschappelijk ge
vaar de beide landen hun onderlinge veeten
niet konden' vergeten, hoeveel te meer zou
den deze dan tot' uiting komen, als gevaren
van andere zijde niet te duchten waren! In-
derdaad kan men telkens weer in Italie een
instinctieven afkeer tegen Frankrijk waar-
nemen..
En evenzoo kan men in Frankrijk een die-
pen haat tegen Italie constateeren.
Door hun neiging tot samenzwenngen,
hun spottend, minder sociaal karakter en
vooral 'ddor den druk, dien ze steeds uit-
oefenden op de arbeidsloonen, hebben de
Italiaansche emigranten zich den haat der
Fransche arbeiders-op den hals gehaald.
Hier staan dus twee volkeren van „hooge
■Westersche beschaving" tegenover elkaar;
twee volkeren, die elkaar niet begrijpen, niet
begrijpen' willen
Een der groote oorzaken van den steeds
weer opnieuw oplaaienden haat is wel de
vraag: wie van de twee zal de heerscher over
de Middellandsche Zee zijn? Wat den handel
betreft, staat Italie zeer zeker boven aan De
handel van Genua overtreft verre dien van
Marseille, de tonnenmaat van Italie is groo-
ter dan die van Frankrijk, ja Italie heeft
zelfs de vierde plaats als zeevarende mo-
gendheid weten te veroveren!
Anders staat het met het koloniseeren van
de Noord-Afrikaansche kustlanden. Daarin is
Frankrijk ee'rsteMaar op Tunis en op
Syrie, waar Frankrijk vasten voet gezet heeft,
heeft Italie ook zekere aanspraken en her-
haaldelijk verschijnen in.de Italiaansche pers
artikelen, die het beleid der Fransehen in dit
mandaat aan critiek onderwerpen en onver-
anderlijk eindigen deze beschouwingeh met
de Bewering, dat de eenige oplossing deze
zou zijn, dat Frankrijk na afloop van den
mandaatstermijn zich terugtrekt, waarop de
Volkenbond Italie met het mandaat zou kun-
nen belasien.
Op deze artikelen zinspeelde Poincare toen
hij dezer dagen in antwoord op het voorstel
van een communistisch afgevaardigde om het
Syrisch mandaat op te zeggen, o.m. zeide:
,',En vreest gij niet, dat een mogendheid
met imperialistische neigingen zich temidden
van dat volk zal gaan vesti^en. dat wij be-
schermen, en trachten zal het te onderdruk-
ken?"
Geen ongelegener oogenblik had Poincare
kunnen uitkiezen voor het uitspreken van
deze woorden Daar is in de eerste plaats de
hevige beroering in Italie naar aanleicjing
van het bekende vonnis der Parijsche jury. In
alle steden heeft de studeerende jongeling-
schap gedemonstreerd en op vele plaatsen is
het tot ongeregeldheden gekomen. De ge-
zantschappen van Frankrijk en Zuid-Slavie
worden en niet zonder,redenen! be-
waakt door een sterke troepenmacht: machi-
negeweren en infanteriegeschut zijn verdekt
opgesteld en dag en nacht zijn honderden
soldaten, o.a. cavalerie, rondom het Palazzo
Tarnese gelegerd. Oproepen zijn verspreid,
om alle Fransche medailles, tijdens den oor-
log aan Italianen uitgereikt, of terug te stu-
ren ofte doen toekomen aan het rijks-
arsenaal, opdat men er kanonnen van giet
„tegen den vijand van het vaderland".
Reeds meer dan een week hangt te Rome
overal de driekleur uit; de jeugd wordt toe-
gesproken en een beroep wordt gedaan op
het patriotisme. De couranten publiceeren de
meest ijselijke bijzonderheden over het bom-
bardement van Damascus en over de behan-
deling die naar het beet de Fransehen
doen ondergaan aan „dit volk, dat wij be-
schermen".
De toestand is dus al zeer critiek. Italie
voelt zich sterk, voelt zich een mogendheid
van den eersten rang met een sterk leger,
een goede zeevloot, een geweldige lucht-
vloot
Tevens voelt het zich herhaaldelijk door
Frankrijk gegriefd. Lees maar wat de
„Tevere" naar aanleiding van Briand's rede
schreef
„Wij hebben genoeg van de Fransche on-
oprechtheid: op elke beleediging volgt steeds
een glimlachje en op elke vriendelijkheid een
nieuwe trap; tusschen het nieuwe Italie, het
land van Mussolini en de vrijmetselaars en
democraten van Parijs is geen samenwerking
meer mogelijk. Het bloed van onze martela-
ren roept om wraak, en die roep kan niet
gestild worden door de larmoyante herinne-
ringen aan vroegere vriendschap door den
heer Briand".
Een dergelijke stemming is zeker hoogst
gevaarlijk te achten en het gevaar van een
oorlog tusschen Frankrijk en Italie, waarbij
dan opnieuw' vele Europeesche- landen be-
trokken zouden zijn, is lang niet denkbeel
dig.
Men wil in Italie oorlog De geheel: op-
voeding der Italiaansche jpugd is gebaseerd
op een opleiding tot den krijg. Steeds luider
klinkt de eisch tot bevrijding der „irredenta":
Nizza, Savoye,' Corsica en Dalmatie.
Alleen de uitgeputte staatskas tempert den
lust tot een onmiddellijken krijg. Leger en
vloot zijn puik in orde, alleen het geld tot
het voeren van een eenigszins langdurigen
oorlog ontbreekt.
Tenzij Mussolini zegt, dat het zijn wil is
DUITSCHLAND.
DE INDUSTRIEELE CONFLICTEN.
De loonregeling in de Midden-
Duitsche metaalindustrie.
Nu de arbitrale uitspraak inzake de loon
regeling in de Midden-Duitsche metaalin
dustrie is verworpen, is in het rijksministerie
van arbeid Maandag een langdurige bespre-
king gehouden tusschen vertegenwoordigers
van de werkgevers en van de werknemers, die
echter een negatief resultaat opleverde.
Alle bemiddelingsvoorstellen werden ver
worpen. Ingeval de rijksminister van arbeid
de arbitrale beslissing bindend verklaart, zul
len naar men verwacht, de industrieelen in
Midden-Duitschland het voorbeeld van hun
West-Duitsche collega's volgen en hun per-
soneel geheel uitsluiten.
De arbeidshervatting in het hoog-
ovenbedrijf.
Gisteren zijn de drie laatste nog gedoofde
hoogovens van de Vereinigte Stahlwerke A
G. in bedrijf gesteld, zoodat thans weer alle
36 hoogovens van dit concern werken.
Het geheele personeel, 90.000 metaalbe-
werkers, ruim 82.000 mijnwerkers en 15.000
employ^, is thans weer aan het werk.
De besprekingen van Severing.
Naar de „Voss. Ztg." meldt, zal Severing
Donderdag te Dusseldorf nogmaals confe-
reeren met de vertegenwoordigers der werk
gevers en arbeiders over de regeling van het
conflict in de metaalindustie. Ook Vrijdag
en Zaterdag zal hij nog besprekingen voeren.
Er bestaat kans, dat hij aan het einde dezer
of aan het begin der volgende week uit
spraak zal doen.
HET BESTUUR DER CENTRUMS-
FRACTIE.
Stegerwalds opvolger.
Het blad „Der Deutsche" meldt, dat het
bestuur der Rijksdagfractie van het Centrum
gistermiadag is bijeengekomen om de verkie-
zing van een nieuw fractiebestuur te bespre-
ken.
De voorzitter der fractie was tot dusver,
zooals bekend, dr. Stegerwald, die op het
standpunt staat dat de functie van partij- en
fractievoorzitter in een hand vereenigd moet
zijn. Om hiervoor den weg vrij te maken zal
hij thans het voorzitterschap neerleggen.
Naar Wolff uit Centrumskringen verneemt
staat weliswaar de verkiezing van een nieu-
wen fractievoorzitter op de agenda voor de
op heden vastgestelde zitting der Centrums-
fractie, doch is het zeer waarschijnlijk dat de
regeling der aangelegenheid tot na het parle-
mentair Kerstreces zal worden uitgesteld.
DE LEVENDE DOODE.
Na drie jaar weer terug.
Een dezer dagen werd de markthal in ae
Lindenstrasse te Berlijn opgeschrikt door de
verschijning van een man, die men reeds meer
dan drie jaren dood waande.
Het was de 59-jarige bloemenkoopman
Otto Doring, die onaer zijn /.'oegeFe col-
lega's in levenden lijve verscheen.
Onder een grooten toeloop van belangstel-
lenden vertelde Doring, wat er met hem ge
beurd was.
Eenige jaren geleden was hij in geldelijke
moeilijkheden gekomenhij zag geen kans om
er zich uit te redden en besloot op een nacht
stilletjes weg te gaan, zonder zijn vrouw of
wie ook te zeggen, waarheen.
Hij trok de wijde wereld in en kwam in
Mecklenburg, waar hij een plaats vond als
tuinman. Het ging hem niet slecht; nu was
hij tijdelijk terug te Berlijn
In de eerste dagen van Doring's verdwij-
ning werd in het Grunewald een man gevon-
den, die zich opgehangen had. Men wist niet
wie het was; de politie nam een foto van het
lijk, waarin sommigen Doring herkenden
Men begroef den doode op het „Selbstmorder
Friedhol". En nu drie jaar later verschijnt
deze doode, die onder den naam van Otto
Doring werd begraven, op de markt.
Vast stond, dat de levende Doring is. Wie
is echter degene, die drie jaar geleden op het
„Selbstm6rderFriedhof" begraven werd?
MOORD EN BEROOVING.
Wolff meldt uit Lichtenfeld in Thuringen,
dat Maandagavond op de spoorlijn Miche-
lan-Lichtenfeld het lijk van den verzekerings-
agent Loefel uit Michelan is gevonden. Ver-
moedelijk is de verzekeringsagent aan twee
steken in den hals gestorven; men neemt aan
dat hij overvallen en van zijn geld beroofd
is. Om aan zelfmoord te doen gelooven, had
men het lijk op de rails gelegd.
De officier van justitie uit Kobury heeft
zich naar Michelan begeven om een onder-
zoek in te stellen.
ERNSTIG ONGEVAL OP DE
SCHIETBANEN.
Drie dooden.
Op een militair schietterein bij Miinchen
zijn Maandag bij een oefening met handgra-
naten een officier gedood en twee soldaten
gewond.
ENOELAND.
DE TOESTAND DES KONINGS
Geen verandering.
Gistermicfdag te kwart over drie was de ge-
zondheidstoestand van den koning onveran-
derd.
Men verwachtte dat de prins van Wales
tegen tien uur te Londen zou aankomen.
De toestand hoogst ernstig geacht.
Het bulletin van gisteren heeft de onge-
rustheid omtrent den toestand van den
koning niet verminderd. Men kan er uit op-
maken dat deze hoogst ernstig is en dat het
hart na drie weken van ziekte en geregelde
hooge temperaturen zijn kracht begint te
verliezen.
De bezorgdheid duurt nog altijd voort.
Ofschoon de doktoren in het's ochtends uit-
gegeven bulletin konden verklaren dat de
krachten van den koning niet verder waren
verzwakt, bleef de bezorgdheid, die er onder
de led en van het Hof heerschte, voortduren
Het voortduren van de hooge temperatuur
beteekent dat de infectie, die tot zekere hoogte
weer optrad, nog altijd bestaat en dat, of
schoon de koorts niet hooger is, de toestand
met betrekking tot de infectie niet is ver-
beterd.
De koning had een rustigen dag. De nit-
putting van krachten is niet verder voortge-
schreden; de pols blijft krachtig.
Baldwin naar Dover.
Baldwin is, nadat hij in het Lagerhuis het
woord had gevoerd, met spoed vertrokken ten-
einde den trein naar Dover te nemen om den
prins van Wales tegemoet te gaan.
De prins van Wales aangekomen.
De prins van Wales is gisteravond om
kwart voor negen op de pakketboot „Biarritz"
te Folkestone aangekomen, waar hij door
Baldwin werd verwelkomd. Samen vertrok
ken zij onmiddelljjk per specialen trein naar
Londen. Hij werd om even over tienen te
Londen verwacht.
Een recordreis.
De Londensche draadlooze dienst wijst er
op, dat de reis van Brindisi naar Londen een
record is, Hij slaat den gewonen tijd met min-
stens zestien uur. Het telegram brengt hulde
aan de Italiaansche, Zwitserscke en Fran
sche spoorwegautoriteiten, die den prins in
staat hebben gesteld, zijn reis te bespoedigen
De prins reisde niet via Parijs, doch over
Chalons, Rheims en Laon, waar de trein
werd overgebracht op de Noordelijke lijn,
waarna zij via Amiens rechtdoor reed naar
Boulogne. De prins heeft de reis van Oost-
Afrika in negen-en-een-halven dag volbracht.
Hij vertrok den 2den December om 10 uur
's morgens uit Das-es-Salam. 'Gewoonlijk
duurt deze reis minstens veertien dagen.
DE STRANDING VAN DE „CELTIC".
Nog niet viot.
De pogingen om de „Celtic" vlot te krij
gen zijn tot dusver tevergeefs geweest. Het
schip ligt droog op de rotsen, op ongeveer
300 meter van Roches Point verwijderd.
Men meent te weten dat, ofschoon in eeni
ge hutten het water twaalf voet hoog staat,
er geen onmiddellijk gevaar is. De beman-
ning blijft op haar post.
Tot ccmmandobrug onder water.
Een nieuwe poging om de „Celtic" vlot te
krijgen, is mislukt. Het weder blijft gunstig.
In enkele ruimen van het schip heeft het wa
ter een hoogte bereikt van 24 voet. In het
schip is thans blijkbaar geen beweging meer
te krijgen; het ligt tot de commandobrug on
der water.
De pogingen tot het vlot brengen
duren voort.
De Nederlandsche sleepboot „Gele Zee" is
den geheelen nacht in de buurt van de „Cel-
tic" gebleven, en vernomen wordt dat de Duit-
scbe sleepboot „Seelafke" is aangekomen en
zich gereed houdt tot het bijstaan van de
plaatselijke sleepbooten bij verdere pogingen
om het gestrande schip vlot te brengen. Deze
pogingen zouden waarschijnlijk gistermid-
dag worden ondernomen.
Gelicht?
Men weet niet of de „Celtic" gelicht is,
doch men acht het zeer waarschijnlijk. Men
gelooft dat het middengedeelte van de passa-
giersboot is geteisterd.
DE NGOD IN DE MIJNINDUSTRIE.
Ondersteuning der mijnwerkers}
een centrale organisatie.
Baldwin verklaarde in het Lagerhuis, dat
het, met het oog op de toeneming van het
aantal steunorganisaties ten behoeve van de
mijnwerkers, noodzakelijk is gewordert een
centrale organisatie in het leven te roepen.
Tegelijkertijd heeft de lord-mayor van Lon
den de regeering verzocht personeel en bu-
reauruimten te zijner beschikking te stellen
voor het verrichten van den arbeid, noodig
geworden door de jongste uitbreiding van
het ondersteuningswerk. In antwoord hierop
heeft de regeering een hooggeplaatst ambte-
naar, Curtis Bennett, benoemd tot secretaris
en orgaisator van het werk.
AFGHANISTAN.
DE OPSTAND DUURT VOORT.
Het lot der Britten.
In het Engelsche Lagerhuis werd een
vraag gesteld nopens den toestand in Afgha
nistan.
Locker-Lampson, de onder-staatssecretari3
van buitenlandsche zaken, verklaarde, dat
het de regeering niet bekend is of het leven
van Britsche onderdanen in gevaar verkeert;
De regeering is in voortdurende draadlooze
verbinding met den Britschen gezant in Ka-
boel, die alle mogelijke stappen zal doen om
de bescherming der Britsche onderdanen
door de Afghaansche regeering te bewerkstel-
ligen.
Hij meende dat er een of tweeduizend
Britsche onderdanen in Afghanistan wonen,
doch dat slechts weinigen van dezen Brii
van geboorte zijn.
De ongeregeldheden zijn beperkt tot de
omgeving van Djalalabad en Dakka. De on-
derhandelingen over het bijleggen van der
strijd zijn aan den gang.
ZUlD-SLAVIe.
DE POLITIEKE STRIJD IN SERVIe.
Besprekingen tusschen democra
ten uit de regeeringspartij en uit dt
oppositie.
Te Belgrado heeft de democratische regee
ringspartij een conference gehouden, waarop
ook eenige afgevaardigden van de democrati
sche en kroatische oppositiepartijen aanwe-
zig waren.
Het is de eerste samenkomst tusschen le-
den der democratische oppositiepartij en de
leiders der regeeringspartij, sedert de oppo
sitie na de bloedige gebeurtenissen in het
Zuid-Slavische parlement in Juni 1928 he'
parlement heeft verlaten.
ARABIe.
OPSTAND IN ARABIe?
Twee groote stammen zijn tegen Ibn Saoed,
den koning van Hedzjas, in opstand geko
men en men vreest, volgens een bericht van
de British United Press uit Jeruzalem, dat
de oproerige beweging zich wijd en zijd in
Arabi zal verspreiden.
In Transjordanie worden Engelsche luchf-
strijdkrachten en gepantserde woestijn-auto's'
gereed gehouden, om invallers te weren,
COURA