DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Medische gemeentczorg Uit het Parlement Oagelijksch overzicht. No. 5J9? }if nnmmer bestaat ait 3 blades. Deze Conrant word! ELKEN AVOND, behalve Zon- en Peestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden vooi Alkmaar /2.—franco door het geheele Rijk /2.50. AfzonderUjke en bewijsnummers 5 cents. PRUS DER OEWONE ADVERTENTlENi Per regel 0.25, bij groote contracten rabat Groote letters naar plaafsrufmfe. Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/b HERMs. COSTER 6 ZOON. Voordam CO. Directeur: C. KRAK. KATEKDAG Telef.nr. Administrate 3. Telefoonnr. Redactie 33. Postgiro 37 06. Hoofdredacteun Tj. N. AD EM A. 15 DECEMBER Het in de laatste raadsz'tting aangenomen voorstel om op verschillende punten der stad reclamezuilen te plaatsen, die een brancard benevens de noodige verbandmiddelen zullen bevatten, doet opnieuw de vraag rijzen wat hier ter stede gedaan kan worden om bij ern- stige ongelukken zoo spoedig mogelijk des kundige huTp te kunnen verleenen. Voor deze reclamezuilen wordt, in tegen- stelling met de zoogenaamde klokzuilen, geen vergoeding betaald en men mag veronder- stellen, dat de gemeente zich voidoende be- iToond acht door het vrije gebruik van de ter beschikking gestelde materialen. De gemeente heeft dus in zekeren zin een offer gebracht in het belang van een eersten hulpdienst bij ongelukken. Voor een gemeentelijken geneeskundigen dienst schijnt Alkmaar, ondanks de talrijke aanrijdingen, om van andere ongelukken nu maar niet te spreken, nog niet groot genoeg en nog niet gevaarlijk genoeg. De reclamezuilen lrengen slechts het begin van een „Eerste Hulpdienst" en weldra kan blijken of zij werkelijk eenig practisch nut zullen hebben. -Verbandmateriaal kan alleen gebruikt worden door menschen, die weten wat zij er mee daen moeten. En al hebben verschiilende leergierige stadgenooten cursussen in eerste hulp bij on gelukken gevolgd, dat wil daarom nog niet zeggen, dat zij bekwaam zijn bij ernstige on- ge.ukken de behandeling van een zwaar ver- wonde voor hun rekening te nemen. Maar in alien gevalle. za'l het door hen ge- leerde wel voidoende- zijn om den patient te- gen al te onkundige behandeling van omstan- ders in bescherming te nemen en werd zoo n reclamezuil bij hun wohingen gep'aatst, dan zouden wij zeker meer voldaan ziin over deze zonderlinge combine tie van geneeskundige hulp en reclame, dan wij het nu kunnen wezen. Inderdaad een vrij zonderlinge combinatie. De ondernemers, die ons met deze uitvin- ding gelukkig zullen maken hebben natuurlijk geen ander doel dan geld te verdienen van de firma's welke op deze verlichte zuilen hun advertenties zullen p'aatsen. Slechts ten einde die winst zoo groot moge lijk te maken, trachten zij aan het staangeld te ontkomen door de zuilen zoo in te richten, dat ook de gemeente bij plaatsing daarvan gebaat kan zijn. D'at is de reden dat er een brancard en wat verbandmateriaal ingebracht worden waar- van men in tijd van nood gebruik zal mogen maken. Wij vertrouwen, dat de gemeente er nauw- lettend voor zal waken, dat een en ander in prima staat is en blijft. Een geneeskundige zal daarover zijn wa- kend oog moeten laten gaan, opdat nummer bij een ernstig ongeluk geconstateerd meet worden, dat de brancard niet wil rijden, dat het verband bedcrven is of wellicht sinds het laatst verloopen ongeluk niet meer is aange- vuld. Maar zelfs al wordt hierop nauwlettend toegezien, dan blijft nogaltijd de vraag w ie bevoegd zal zijn dat materiaal te gebruiken De reclameonderneming en dat is van haar standpunt bezien zeer begrijpelijk vraagt zich af waar haar zuilen het best tot haar recht zullen komen, m. a. w. waar de daarop voorkomende advertenties het meest zullen worden gelezen. In zooverre loopen haar belangen met die van de gemeente parallel, dat dikwijls de drukste punten ook de gevaarlijkste verkeers- hoeken zijn, waar de kans op een ernstig on geluk dus het grootst geacht moet worden. Het zou toevallig zijn als juist daar een dokter, een lid van de transportcolonne van het Roode Kruis of zelfs een niet te onhandig cursist van den Eersten Hulpdienst woont en in den regel zal de zuilsleutel dus bij een der omwonenden berusten, die zelf onmachtig is in geval van nood eenige hulp te bieden Al juichen wij de beschikbaarstelling op verschillende plaatsen van onze stad dus ten zeerste toe, daarnaast wi'len wij er toch op wijzen, dat materiaal zonder deskundige hulp weinig verbetering in den thans bestaanden toestand zal brengen. Wij doen dit hoofdzakelijk opdat B. en W., van welk college in dit opzicht in den loop der jaren nog zoo heel weinig uitgegaan is, thans niet tot de conclusie zu'len komen dat er nu hunnerzijds genoeg gedaan is en zij in de eerst volgende jaren kunnen volstaan met op hun lauweren te gaan rusten. Het is trouwens de groote vraag- of deze zuilen er door B. en W. dan wel door den aanvrager zijn gekomen. Hoe het zij, er moet meer gedaan worden en het verheugde ons, dat de heer Kusters daarop in de laatste raadsvergadering nog eens nadrukkelijk de aandacht heeft geves- tigd. Wij hebben er vroeger al eens op gewezen, dat in geval van nood ieder weten moet tot wien hij zich dadelijk heeft te wenden. Wij zullen nu niet meer aan verschillende ongelukken herinneren, waarbij zenuwachtige omstanders achtereenvolgens verschillende doktoren en anderen opbelden zonder iemand thuis te treffen. Het is thans voidoende gebleken hoe nood- zakelijk een vast adres is vanwaar onmiddel- lijk een deskundige zich naar de plaats des onheils kan begeven. Het Stadsziekenhuis is als gemeentelijke instelling de p'aats vanwaar de hulp moet worden uitgezonden en als straks het groote nieuwe ziekenhuis in gebruik wordt genomen, moet minstens een der verplegenden een ge- routineerd broeder zijn, die bij het eerste ajarmsein tot uitrukken gereed is. Wat men voor een huis van de brandweer verwacht, mag men voor een ernstig gewonde zeker van een Eersten Hulpdienst ver'angen. Hoe deze verpleger bij tijdelijke afwezig- heid maatregelen kan nemen, dat desnoods een cursist-pO'itieagerit hem kan vervangen, en'waarheen de patient moet worden oyer- gebracht nadat een medicus zich van diens toestand in het Stadsziekenhuis vergewist heeft, zijn vragen van ondergeschikt be'ang, welke gemakkelijk opgelost kunnen worden. Er is, nu wij toch over gemeentelijk-medi- sche vraagstukken schrijven, nog iets anders waarop wij ook wel even de aandacht willen vestigen. Hoe staat het met den bouw van het nieuwe Stadsziekenhuis en zal dit werkelijk binnen afzienbaren tijd in gebruik genomen kunnen worden? Ai'le specialisten hebben toezegging gekre- gen, daar, evenals da-t in het Sint Elisabeth- ziekenhuis het geval is, hun patienten te mo gen behandelen en wij vertrouwen, dat ook de huisartsen te dien ppzichte in het nieuwe gebouw geen moeiliikheden zullen ondervin- den: - Evenwel sraat het gerucht, dat een lokaa-1 voor de po'ikliniek van onzen gemeentelijken geneeskundig-en dienst elders zal gevestigd moeten worden omdat alle beschikbare ruimte reeds aan de specialisten is toegewezen. In dat geval zou uitbreiding van het ge bouw met een poliklinisch lokaal zeker geen overbodige weelde zijn. Meermalen hebben wij, met verzoek oru inlichtingen, brieven van leveranciers ontvan- gen, die ten behoeve van den medischen of huishoudelijken inventaris voor dit zieken huis goederen wilden leveren, en wij hebben hen altijd naar de gemeente verwezen omdat deze, als eigenaresse van het ziekenhuis, alles zal moeten betalen. Nog kort geleden bereikte ons de klacht van een stadgenoot, die vroeg waarom hij als Alkmaarder niet voor levering in aanmerking kon komen, hoewel hij meende te kunnen con- curreeren met niet-Alkmaarders die deson- danks de voorkeur zouden krijgen. Wij kunnen de juistheid van zijn opmer- king moeilijk controleeren evenmin als die van een klacht waarin ons werd medegedeeld dat reeds nu voor 20.000 a 30.000 aan inventarisgoederen zouden gekocht zijn, goe deren welke aan bederf onderhevig zijn en die in een oude barak der Cadettenschool een allesbehalve goede ligplaats hebben gevon den. Mocht dit alles juist blijken, dan mag werkelijk wel eens wat meer toezicht op di verse inkoopen worden gehouden. In verschillende regentencolleges belasten zich in het bijzonder de dames met den aan- koop van huishoudelijke artikelen en wat dit betreft, zou het zeker geen kwaad kunnen als het betrekkelijk kleine college van regen ten van het Stadsziekenhuis, met't oog op de grootere beteekenis welke de instelling wel dra zal krijgen, met eenige damesleden werd uitgebreid. Deze zouden zich in het bijzonder voor de aankoopen ten behoeve van den huishoudelij ken dienst kunnen interesseeren, want van de directrice, die bovendien nog de verantwoor delijkheid voor de geheele verpleging draagt, is niet te verlangen, dat zij dit alles alleen voor haar rekening zal nemen. De propaganda voor ziekenhuisverzeke- ring zal er zeker toe medewerken dat heel wat meer patienten uit daarvoor ongeschikte ziekenkamertjes naar een moderne verple- gingsinrichting worden overgebracht en wij hopen, dat bij later gebleken ruimtegebrek men niet de patienten zal weren, maar he* dian in alle opzichten aan zijn bestemming voidoende ziekenhuis zal vergrooten. Waar de verzekering het gevaar doet ont- staan, dat in niet ernstige gevallen of in een stadium waarbij gestichtsverpleging niet meer noodzakelijk is, toch bedden zouden be zet worden, zal de gemeente zeker verstandig doen, een controleerend arts aan te wijzen, die zoowel de noodzakelijkheid van opname als de mogelijkheid van ontslag beooraeelt. Vele minvermogende patienten kosten de gemeente een kapitaal aan toeslag op verple- gingsgelden en het is zeker niet wenschelijk, de gemeenschap dit zonder noodzaak te laten betalen. Daartegenover wil het ons voorkomen, dat er meer dan tot dusver voor de armenpatien- ten op specialistisch gebied kan worden ge daan. Vergissen wij ons niet, dan zijn er tot dus ver maar drie specialisten die door deze pa tienten zonder toestemming van het Burger- lijk Armbestuur geraadpleegd mogen wor den en het is zeker wenschelijk, dat ook deze van de gemeente afhankelijken, waar het de verzorging van hun lichaam betreft, van de zelfde hulp kunnen profiteeren als alle fondspatienten. Er kunnen wat extra kosten mee gemoeid zijn, maar wellicht gevoelen de specialisten, die thans toestemming kregen in het Stads ziekenhuis hun practijk uit te oefenen, zich tegenover de gemeente tot een tegenprestatie verplicht en zullen zij onze armste ingezete nen tegen een uiterst billijk tarief willen be handelen. Of er, nu door het vertrek van Dr. Co'nijn een der drie stadsgeneesheeren onze gemeente gaat verlaten, aanleiding bestaat den gemeen telijken geneeskundigen dienst meer in over- eenstemming met de eischen van dezen tijd te brengen, is een vraag, die B en W. zelf maar eens moeten beantwoorden. Het is al weer getuimen tijd geleden, dat wij de taak der gemeente op medisch gebied hebben besproken en er was o.i. alle aanlei ding, dit onderwerp hier nog eens naar voren te brengen. Wii meenen in het bovenstaande de vraag wat de gemeente ten opzichte van medische hulpverleening en moderne verpleging H do en heeft, op vele punten beantwoord te heb ben. Wellicht hebben anderen daaraan nog iets toe te voegen of daarover eenige bedenking h? maken. Wij blijven steeds gaarne bereid tot elke publicatie welke op dit gebied tot doeltreffen- de maatregelen kan leiden. W. M. H. PELS ZOOM E L S Koorstraat 49/51. Tel. 207. WIJNHANDEL. HET CONFLICT TUSSCHEN BOLIVIA EN PARAGUAY, Verscheiden landen. geinteres- seerd bij het conflict tusschen de twee republiekjes; de rijkdom van den grond; een conferentie van Amerikaansche republiek? Nog altijd is het conflict tusschen de twee Zuid-Amerikaansche republieken Boli via en Paraguay niet uit den weg geruimd. Integendeel! de toestand is sedert de wereld- oorlcg nog niet zoo spannend geweest. De aan het Gran Chaco-gebied grenzende staten volgen met de grootste belangstelling de verdeeling van dit gebied. Zij spreken echter alle van hun wil tot vrede. De bladen te Buenos Aires vergelijken het conflict tus schen Paraguay en Bolivia zelfs met de Eu- ropeesche toestanden in den zomer van 1914! Het gebied van Chaco, dat Bolivia en Pa raguay elkaar betwisten, blijkt een streek, waar zich gemakkelijk internationale com- plicaties kunnen voordoen. Indien het juist is, dat er eenigen tijd geleden petroleum is gevonden, verklaart dit wellicht de scherpte, waarmede de oeide Zuid-Amerikaansche re publiekjes plotseling tegenover elkaar zijn komen te staan. Maar dan heeft ook de be langstelling van Washington voor het ge- schil natuurlijk meer dan gewone beteekenis! Afgescheiden van de petroleumbronnen, is het gebied ook in ander opzicht voorwerp van internationale belangstelling. In de eer ste plaats heeft Argentinie er kapitaal be- legd. Hoeveel is niet bekend, maar het is wel zooveel, dat dit land zich levendig interes- seert bij de strubbeling tusschen de twee re publiekjes. Verder heeft Canada (d. i. in werkelijkheid Groot-Brittannie) belangen bij Chaco, om dat er eenige duizenden Canadeesche Men- nonieten gevestigd zijn, die allerlei rechten hebben verkregen en die willen behouden! Zoodat een groot deel van Amerika bij de oplossing van het conflict belang heeft. De Pan-Amerikaansche conferentie heeft intusschen een resolutie aangenomen, waar bij zij Bolivia en Paraguay haar goede dien- sten aanbiedt voor het bij leggen van het conflict en besluit de voor het onderzoek van het geschil ingestelde speciale commissie verder te laten bestaan. De gedeleceerde van Paraguay onthield zich van stemming, ter wijl die van Bolivia niet aan de zitting deel nam. Deze verklaarde geen bijzondere in- structies te hebben ontvangen om deze con ferentie bij te wonen, doch legde er den na druk op, dat hij wel aan de andere zittingen zou deelnemen. Berichten uit de omgeving van Hoover melden nog, dat een bemiddelend optreden van Hoover naar alle waarschijnlijkheid mogelijk zal zijn. Mocht de conferentie te Washington er in toestemmen, dan zou te Buenos Aires een conferentie plaats vin den tusschen Hoover en de twee gedele- geerden van Paraguay en Bolivia met verte- genwoordigers van Argentinie, Brazilie en Peru. Met het oog op de ontdek!<ing van petro leum, waarbij natuurlijk de Europeesche- Amerikaansche petroleumconcerns ten zeer ste geinteresseerd zijn, zou het niet wensche lijk zijn, dat de Volkenbond eens ingreep, te- meer, daar men dan al heel sauw in cm- Idrawn? Den Haag, 14 December 1928. De avondvergadering van gister is uitslui- tend gewijd geweest aan de begrooting van het Departement van Kolonien en die van Suriname. Vroeger was de begrooting van Curapao daar onafscheidenlijk mede gebonden, doch nu dit deel van het rijk het zonder subsidie uit de staatskas kan stellen om de eindjes bij elkaar te knoopen, behoeft zijn budget niet meer de bekrachtiging bij de wet. Wat niet verhinderde, dat er toch wel een woordje aan gewijd is geweest. Nadat er de Departementsbegrooting was afgehandeld, waarbij de heer Joekes zijn leedwezen er over uitdrukte, dat er nog steeds geen posi- tie is gevonden, waarmee de aan den refe- rendaris Gorter aangedane bejegening, in overeenstemming met den wensch der Ka- mer kan worden goedgemaakt, heeft de Ka- mer zich hoofdzakelijk met Suriname bezig- gehouden. Het wil maar niet lukken dit deel van ons Rijk tot bloei te brengen en elk jaar wordt daarover beraadslaagd, zonder succes. Indertijd had de Minister van Kolo- nie een werkplan in uitzicht gesteld, doch tot nog toe is daar niets van gekomen. Dit is den minister gister nogal euvel geduid, doch de heer Koningsberger heeft nu ver- klaard, dat hij niet veel heil ziet in een det- gelijk plan. Hij achtte het zelfs niet noodig, meende lichtpunten in het verschiet te heb ben opgemerkt en wel in de richting van den grootlandbouw. „Laten het dan staats- instellingen worden", opperde de heer IJzerman (S. D, A. P.). ,,Neen", antwoordde de heer Joekes (V. D.) „laten we liever ver trouwen hebben in het particulier initia- tief", wat de Minister beaamde. Deze denkt zich den toestand zoo, dat de groote lan-i- bouw als het ware door een klein bedrijf wordt omgeven en dat groot en klein zullen samenwerken om Suriname tot bloei te brengen. In dit opzicht koestert men goede verwachtingen van den nieuwen gouver- neur, den heer Rutgers, terwijl dan een tweede lichtpunt er bij komt, dat eindelijk de plannen in zake de drinkwatervoorzie- ning schijnen op te schieten. De minister hoopt op een zeer spoedige indiening van een voorstel in dezen van den naar de West uitgezonden adviseur, dr. Weyerman en zal dan haast maken met de verwezenlijking van het plan. Bij de post Curasao werd o.a. door enke- le leden betreurd, dat de Kamer nu geen ge- legenheid heeft om over de begrooting van het eiland te spreken, maar intusschen vond men gelegenheid van gedachte te wisselen over den toestand der Bovenwindsche Eilanden St. Eustatius enz. en werd een goed woord ten gunste van een betere ver zorging van deze stiefkinderen van het rijk gezegd. De minister heeft beloofd de zaak te overwegen. Nadat de Kamer na korte gedachtenwis- seling hare goedkeuring had gehecht aan een paar wijzigingen in het Indische Regee- ringsreglement, is zij tot hedenmiddag uit- eengegaan. Den Haag, 14 December 1928. De Tweede Kamer is hedenmiddag be- gonnen met hare goedkeuring te schenken aan het ontwerp op de belegging van gelden van openbare fondsen en instellingen, dat enkele dagen geleden in openbare behande ling is geweest, doch waarover de eindstem- ming was verdaagd wegens de veranderin- gen, welke er bij de openbare behandeling in waren gebracht en die nog eens gerevi- deerd moesten worden. De heer Gerhard (S. D. A. P.) heeft zijn reeds in uitzicht gesteld verzoek om over de schoolkwestie te Murmerwoude te mo gen interpelleeren, heden ingediend. Daar over zal Dinsdag a.s. worden beslist. Be- houdens een korte bespreking omtrent een enkel punt heeft de Kamer zonder stem ming of debat hare goedkeuring gehecht aan 26 wetsontwerpen van eenvoudigen aard en conclusies, om zich daarna weder te wijden aan de Begrooting van Defensie, waarover nog steeds algemeene beschou- wingen worden gehouden. Eerste spreker was de oud-minister J. J. C. van Dijk (A.R.), die evenals de heer Duymaer niet al te best te spreken blijft over de samensmelting van de departemen- ten van Oorlog en Marine en, gelijk deze, spreekt van een nevenschikking. Wijders betoogde hij, dat de bezuinigingen van den minister meer schijn dan werkelijkheid zijn. De houding der regeering tegenover de oud- gepensioneerden achtte hij correct, maar toch moest de minister er bij zijn collega van financien op aandringen niet uit het oog te verliezen, dat de gepensioneerden van land- en zeemacht er ongunstiger voor staan dan de burgerambtenaren die gepen sioneerd worden. We hebben vervolgens den heer Van Za- delhoff (S. D. A. P.) een uur lang een be- toog ten gunste van ontwapening hooren houden, waarbij hij vrijwel hetzelfde zei als bij vorige keeren. Misschien viel het zelfs Voorzitter Dr. De Visser wat lang, want midden in zijn uiteenzetting viel hij d ?n spreker in de rede met de mededeeling, dat hij nog slechts vijf minuten had. En het bleek, dat hij zich een kwartier had vergist Dat kwartier heeft de heer Van Zadelnoft natuurlijk ook nog volgepraat en als hij niet gerantsoeneerd ware geweest, zou hij er vermoedelijk nog wel een paar kwartier aan vastgeknoopt hebben. Nu heeft hij een deel zijner rede onvoorgelezen moeten ter zijde leggen. De volgende spreker, de heer Oud (V D.) had hetzelfde thema tot onderwerp zijner rede, maar natuurlijk bekeek hij de zaak ietwat anders dan de heer Zadelhoff en legde hij er vooral den nadruk op, dat wij niet bij machte zijn een behoorlijke oorlogs- weermacht op de been te houden. Waarom hij hardnekkig die aanduiding gebruikte, was niet duidelijk. Ook de tegenstanders van ontwapening willen daar niet van we ten, maar spreken over een defensieve or- ganisatie, welke wij inderdaad niet kunnen missen en die werkelijk het minste is, dat we kunnen vragen. De heer Oud had medelijden met den mi nister omdat hij als het ware op twee fron- ten strijd moet voeren, aan de eene zijde tegen de ontwapenaars, aan de andere zijde tegen de militairisten en hij geen van beiden kan tevreden stellen, maar intusschen niet bij machte is om de bestaande weermacht technisch behoorlijk te equipeeren. De spreker uitte ook zijn ergernis er over, dat er aan het departement van Defensie een afdeeling ,,vernieling" is te vinden. Hij vond dat zoo barbaarsch, dat hij zich niet kon denken waarvoor dat noodig was, ten- zij om het eigen vaderland te verwoesten. En dat leek hem ondenkbaar. Ook sprak hij van noodeloos onder de wapens roepen van reserve-officier van gezondheid bij herhalingsoefeningen, die niets te doen hadden gehad. Waarop de mi nister, die toch al graag een interruptie plaatst, zeer ter snede uitriep: ,,En als er dan eens een ongeluk was gebeurd en er was geen militair dokter bij de hand, dan hadden we de poppen aan het dansen ge had!" Na den heer Oud de heer Arts, de verte- genwoordiger van de R. K. Volkspartij, die er zijn ernstig leedwezen over uitsprak, dat de regeering zich niet had gehouden aan hare belofte om te blijven bezuinigen, Ver volgens de heer L. de Visser (Comm.), die o.a. de sociaal-democraten te lijf ging als toch niet de ware broeders op het punt van ontwapening. Vervolgens heeft hij ook de werklieden bij Marine, die op contract ar- beiden, in bescherming genomen, doch een motie te hunnen gunste verwierf geen voi doende ondersteuning, omdater niet voidoende leden tegenwoordig waren! De heer Snoeck Henkemans (C.H.) had nog geen vrede met de fusie, doch erkende toch, dat het beleid des ministers als hoofd\ der Marine bevredigend was geweest. Ech- ter kwam ook hij bij den minister met de vraag aan boord, of het niet goed zou zijn alsnog de gelden aan te vragen voor een nieuwen kruiser. Ook hij nam het ten slotte op voor de oud-gepensioneerden. Zijn par- tijgenoot Tilanus heeft zich gunstig uitge- laten over de hoedanigheid van het leger, maar hij meende toch, dat er terecht ge- klaagd werd over een tekort aan beroeps- personeel, terwijl er aan de oefening van het verlofspersoneel nog wel wat ontbreekt. De spreker heeft zich ten slotte het genoe- gen veroorloofd te protesteeren tegen het streven der ontwapenaars. Toen was het over zeven uur, waarop de Voorzitter de vergadering tot Dinsdag verdaagde. De vergadering van Maandag, waartoe de Voorzitter noodgedwongen had besloten, gaat, gelukkig, niet door.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1