DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Medische gemeentczorg
Uit het Parlement
Oagelijksch overzicht.
No. 5J9? }if nnmmer bestaat ait 3 blades.
Deze Conrant word! ELKEN AVOND, behalve Zon- en Peestdagen, uitgegeven.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden vooi Alkmaar /2.—franco door
het geheele Rijk /2.50.
AfzonderUjke en bewijsnummers 5 cents.
PRUS DER OEWONE ADVERTENTlENi
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat Groote letters naar plaafsrufmfe.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/b HERMs. COSTER 6 ZOON.
Voordam CO.
Directeur: C. KRAK.
KATEKDAG
Telef.nr. Administrate 3.
Telefoonnr. Redactie 33.
Postgiro 37 06.
Hoofdredacteun Tj. N. AD EM A.
15 DECEMBER
Het in de laatste raadsz'tting aangenomen
voorstel om op verschillende punten der stad
reclamezuilen te plaatsen, die een brancard
benevens de noodige verbandmiddelen zullen
bevatten, doet opnieuw de vraag rijzen wat
hier ter stede gedaan kan worden om bij ern-
stige ongelukken zoo spoedig mogelijk des
kundige huTp te kunnen verleenen.
Voor deze reclamezuilen wordt, in tegen-
stelling met de zoogenaamde klokzuilen, geen
vergoeding betaald en men mag veronder-
stellen, dat de gemeente zich voidoende be-
iToond acht door het vrije gebruik van de ter
beschikking gestelde materialen.
De gemeente heeft dus in zekeren zin een
offer gebracht in het belang van een eersten
hulpdienst bij ongelukken.
Voor een gemeentelijken geneeskundigen
dienst schijnt Alkmaar, ondanks de talrijke
aanrijdingen, om van andere ongelukken nu
maar niet te spreken, nog niet groot genoeg
en nog niet gevaarlijk genoeg.
De reclamezuilen lrengen slechts het begin
van een „Eerste Hulpdienst" en weldra kan
blijken of zij werkelijk eenig practisch nut
zullen hebben.
-Verbandmateriaal kan alleen gebruikt
worden door menschen, die weten wat zij er
mee daen moeten.
En al hebben verschiilende leergierige
stadgenooten cursussen in eerste hulp bij on
gelukken gevolgd, dat wil daarom nog niet
zeggen, dat zij bekwaam zijn bij ernstige on-
ge.ukken de behandeling van een zwaar ver-
wonde voor hun rekening te nemen.
Maar in alien gevalle. za'l het door hen ge-
leerde wel voidoende- zijn om den patient te-
gen al te onkundige behandeling van omstan-
ders in bescherming te nemen en werd zoo n
reclamezuil bij hun wohingen gep'aatst, dan
zouden wij zeker meer voldaan ziin over deze
zonderlinge combine tie van geneeskundige
hulp en reclame, dan wij het nu kunnen
wezen.
Inderdaad een vrij zonderlinge combinatie.
De ondernemers, die ons met deze uitvin-
ding gelukkig zullen maken hebben natuurlijk
geen ander doel dan geld te verdienen van
de firma's welke op deze verlichte zuilen hun
advertenties zullen p'aatsen.
Slechts ten einde die winst zoo groot moge
lijk te maken, trachten zij aan het staangeld
te ontkomen door de zuilen zoo in te richten,
dat ook de gemeente bij plaatsing daarvan
gebaat kan zijn.
D'at is de reden dat er een brancard en wat
verbandmateriaal ingebracht worden waar-
van men in tijd van nood gebruik zal mogen
maken.
Wij vertrouwen, dat de gemeente er nauw-
lettend voor zal waken, dat een en ander in
prima staat is en blijft.
Een geneeskundige zal daarover zijn wa-
kend oog moeten laten gaan, opdat nummer
bij een ernstig ongeluk geconstateerd meet
worden, dat de brancard niet wil rijden, dat
het verband bedcrven is of wellicht sinds het
laatst verloopen ongeluk niet meer is aange-
vuld.
Maar zelfs al wordt hierop nauwlettend
toegezien, dan blijft nogaltijd de vraag w ie
bevoegd zal zijn dat materiaal te gebruiken
De reclameonderneming en dat is van
haar standpunt bezien zeer begrijpelijk
vraagt zich af waar haar zuilen het best tot
haar recht zullen komen, m. a. w. waar de
daarop voorkomende advertenties het meest
zullen worden gelezen.
In zooverre loopen haar belangen met die
van de gemeente parallel, dat dikwijls de
drukste punten ook de gevaarlijkste verkeers-
hoeken zijn, waar de kans op een ernstig on
geluk dus het grootst geacht moet worden.
Het zou toevallig zijn als juist daar een
dokter, een lid van de transportcolonne van
het Roode Kruis of zelfs een niet te onhandig
cursist van den Eersten Hulpdienst woont en
in den regel zal de zuilsleutel dus bij een der
omwonenden berusten, die zelf onmachtig is
in geval van nood eenige hulp te bieden
Al juichen wij de beschikbaarstelling op
verschillende plaatsen van onze stad dus ten
zeerste toe, daarnaast wi'len wij er toch op
wijzen, dat materiaal zonder deskundige hulp
weinig verbetering in den thans bestaanden
toestand zal brengen.
Wij doen dit hoofdzakelijk opdat B. en W.,
van welk college in dit opzicht in den loop
der jaren nog zoo heel weinig uitgegaan is,
thans niet tot de conclusie zu'len komen dat
er nu hunnerzijds genoeg gedaan is en zij in
de eerst volgende jaren kunnen volstaan met
op hun lauweren te gaan rusten.
Het is trouwens de groote vraag- of deze
zuilen er door B. en W. dan wel door den
aanvrager zijn gekomen.
Hoe het zij, er moet meer gedaan worden
en het verheugde ons, dat de heer Kusters
daarop in de laatste raadsvergadering nog
eens nadrukkelijk de aandacht heeft geves-
tigd.
Wij hebben er vroeger al eens op gewezen,
dat in geval van nood ieder weten moet tot
wien hij zich dadelijk heeft te wenden.
Wij zullen nu niet meer aan verschillende
ongelukken herinneren, waarbij zenuwachtige
omstanders achtereenvolgens verschillende
doktoren en anderen opbelden zonder iemand
thuis te treffen.
Het is thans voidoende gebleken hoe nood-
zakelijk een vast adres is vanwaar onmiddel-
lijk een deskundige zich naar de plaats des
onheils kan begeven.
Het Stadsziekenhuis is als gemeentelijke
instelling de p'aats vanwaar de hulp moet
worden uitgezonden en als straks het groote
nieuwe ziekenhuis in gebruik wordt genomen,
moet minstens een der verplegenden een ge-
routineerd broeder zijn, die bij het eerste
ajarmsein tot uitrukken gereed is.
Wat men voor een huis van de brandweer
verwacht, mag men voor een ernstig gewonde
zeker van een Eersten Hulpdienst ver'angen.
Hoe deze verpleger bij tijdelijke afwezig-
heid maatregelen kan nemen, dat desnoods
een cursist-pO'itieagerit hem kan vervangen,
en'waarheen de patient moet worden oyer-
gebracht nadat een medicus zich van diens
toestand in het Stadsziekenhuis vergewist
heeft, zijn vragen van ondergeschikt be'ang,
welke gemakkelijk opgelost kunnen worden.
Er is, nu wij toch over gemeentelijk-medi-
sche vraagstukken schrijven, nog iets anders
waarop wij ook wel even de aandacht willen
vestigen.
Hoe staat het met den bouw van het nieuwe
Stadsziekenhuis en zal dit werkelijk binnen
afzienbaren tijd in gebruik genomen kunnen
worden?
Ai'le specialisten hebben toezegging gekre-
gen, daar, evenals da-t in het Sint Elisabeth-
ziekenhuis het geval is, hun patienten te mo
gen behandelen en wij vertrouwen, dat ook
de huisartsen te dien ppzichte in het nieuwe
gebouw geen moeiliikheden zullen ondervin-
den: -
Evenwel sraat het gerucht, dat een lokaa-1
voor de po'ikliniek van onzen gemeentelijken
geneeskundig-en dienst elders zal gevestigd
moeten worden omdat alle beschikbare ruimte
reeds aan de specialisten is toegewezen.
In dat geval zou uitbreiding van het ge
bouw met een poliklinisch lokaal zeker geen
overbodige weelde zijn.
Meermalen hebben wij, met verzoek oru
inlichtingen, brieven van leveranciers ontvan-
gen, die ten behoeve van den medischen of
huishoudelijken inventaris voor dit zieken
huis goederen wilden leveren, en wij hebben
hen altijd naar de gemeente verwezen omdat
deze, als eigenaresse van het ziekenhuis, alles
zal moeten betalen.
Nog kort geleden bereikte ons de klacht
van een stadgenoot, die vroeg waarom hij als
Alkmaarder niet voor levering in aanmerking
kon komen, hoewel hij meende te kunnen con-
curreeren met niet-Alkmaarders die deson-
danks de voorkeur zouden krijgen.
Wij kunnen de juistheid van zijn opmer-
king moeilijk controleeren evenmin als die
van een klacht waarin ons werd medegedeeld
dat reeds nu voor 20.000 a 30.000 aan
inventarisgoederen zouden gekocht zijn, goe
deren welke aan bederf onderhevig zijn en
die in een oude barak der Cadettenschool een
allesbehalve goede ligplaats hebben gevon
den.
Mocht dit alles juist blijken, dan mag
werkelijk wel eens wat meer toezicht op di
verse inkoopen worden gehouden.
In verschillende regentencolleges belasten
zich in het bijzonder de dames met den aan-
koop van huishoudelijke artikelen en wat
dit betreft, zou het zeker geen kwaad kunnen
als het betrekkelijk kleine college van regen
ten van het Stadsziekenhuis, met't oog op de
grootere beteekenis welke de instelling wel
dra zal krijgen, met eenige damesleden werd
uitgebreid.
Deze zouden zich in het bijzonder voor de
aankoopen ten behoeve van den huishoudelij
ken dienst kunnen interesseeren, want van de
directrice, die bovendien nog de verantwoor
delijkheid voor de geheele verpleging draagt,
is niet te verlangen, dat zij dit alles alleen
voor haar rekening zal nemen.
De propaganda voor ziekenhuisverzeke-
ring zal er zeker toe medewerken dat heel
wat meer patienten uit daarvoor ongeschikte
ziekenkamertjes naar een moderne verple-
gingsinrichting worden overgebracht en wij
hopen, dat bij later gebleken ruimtegebrek
men niet de patienten zal weren, maar he*
dian in alle opzichten aan zijn bestemming
voidoende ziekenhuis zal vergrooten.
Waar de verzekering het gevaar doet ont-
staan, dat in niet ernstige gevallen of in een
stadium waarbij gestichtsverpleging niet
meer noodzakelijk is, toch bedden zouden be
zet worden, zal de gemeente zeker verstandig
doen, een controleerend arts aan te wijzen,
die zoowel de noodzakelijkheid van opname
als de mogelijkheid van ontslag beooraeelt.
Vele minvermogende patienten kosten de
gemeente een kapitaal aan toeslag op verple-
gingsgelden en het is zeker niet wenschelijk,
de gemeenschap dit zonder noodzaak te laten
betalen.
Daartegenover wil het ons voorkomen, dat
er meer dan tot dusver voor de armenpatien-
ten op specialistisch gebied kan worden ge
daan.
Vergissen wij ons niet, dan zijn er tot dus
ver maar drie specialisten die door deze pa
tienten zonder toestemming van het Burger-
lijk Armbestuur geraadpleegd mogen wor
den en het is zeker wenschelijk, dat ook deze
van de gemeente afhankelijken, waar het de
verzorging van hun lichaam betreft, van de
zelfde hulp kunnen profiteeren als alle
fondspatienten.
Er kunnen wat extra kosten mee gemoeid
zijn, maar wellicht gevoelen de specialisten,
die thans toestemming kregen in het Stads
ziekenhuis hun practijk uit te oefenen, zich
tegenover de gemeente tot een tegenprestatie
verplicht en zullen zij onze armste ingezete
nen tegen een uiterst billijk tarief willen be
handelen.
Of er, nu door het vertrek van Dr. Co'nijn
een der drie stadsgeneesheeren onze gemeente
gaat verlaten, aanleiding bestaat den gemeen
telijken geneeskundigen dienst meer in over-
eenstemming met de eischen van dezen tijd te
brengen, is een vraag, die B en W. zelf maar
eens moeten beantwoorden.
Het is al weer getuimen tijd geleden, dat
wij de taak der gemeente op medisch gebied
hebben besproken en er was o.i. alle aanlei
ding, dit onderwerp hier nog eens naar voren
te brengen.
Wii meenen in het bovenstaande de vraag
wat de gemeente ten opzichte van medische
hulpverleening en moderne verpleging H
do en heeft, op vele punten beantwoord te heb
ben.
Wellicht hebben anderen daaraan nog iets
toe te voegen of daarover eenige bedenking
h? maken.
Wij blijven steeds gaarne bereid tot elke
publicatie welke op dit gebied tot doeltreffen-
de maatregelen kan leiden.
W. M. H. PELS ZOOM
E
L
S
Koorstraat 49/51. Tel. 207.
WIJNHANDEL.
HET CONFLICT TUSSCHEN BOLIVIA
EN PARAGUAY,
Verscheiden landen. geinteres-
seerd bij het conflict tusschen de
twee republiekjes; de rijkdom van
den grond; een conferentie van
Amerikaansche republiek?
Nog altijd is het conflict tusschen de
twee Zuid-Amerikaansche republieken Boli
via en Paraguay niet uit den weg geruimd.
Integendeel! de toestand is sedert de wereld-
oorlcg nog niet zoo spannend geweest.
De aan het Gran Chaco-gebied grenzende
staten volgen met de grootste belangstelling
de verdeeling van dit gebied. Zij spreken
echter alle van hun wil tot vrede. De bladen
te Buenos Aires vergelijken het conflict tus
schen Paraguay en Bolivia zelfs met de Eu-
ropeesche toestanden in den zomer van 1914!
Het gebied van Chaco, dat Bolivia en Pa
raguay elkaar betwisten, blijkt een streek,
waar zich gemakkelijk internationale com-
plicaties kunnen voordoen. Indien het juist
is, dat er eenigen tijd geleden petroleum is
gevonden, verklaart dit wellicht de scherpte,
waarmede de oeide Zuid-Amerikaansche re
publiekjes plotseling tegenover elkaar zijn
komen te staan. Maar dan heeft ook de be
langstelling van Washington voor het ge-
schil natuurlijk meer dan gewone beteekenis!
Afgescheiden van de petroleumbronnen,
is het gebied ook in ander opzicht voorwerp
van internationale belangstelling. In de eer
ste plaats heeft Argentinie er kapitaal be-
legd. Hoeveel is niet bekend, maar het is wel
zooveel, dat dit land zich levendig interes-
seert bij de strubbeling tusschen de twee re
publiekjes.
Verder heeft Canada (d. i. in werkelijkheid
Groot-Brittannie) belangen bij Chaco, om
dat er eenige duizenden Canadeesche Men-
nonieten gevestigd zijn, die allerlei rechten
hebben verkregen en die willen behouden!
Zoodat een groot deel van Amerika bij de
oplossing van het conflict belang heeft.
De Pan-Amerikaansche conferentie heeft
intusschen een resolutie aangenomen, waar
bij zij Bolivia en Paraguay haar goede dien-
sten aanbiedt voor het bij leggen van het
conflict en besluit de voor het onderzoek van
het geschil ingestelde speciale commissie
verder te laten bestaan. De gedeleceerde van
Paraguay onthield zich van stemming, ter
wijl die van Bolivia niet aan de zitting deel
nam. Deze verklaarde geen bijzondere in-
structies te hebben ontvangen om deze con
ferentie bij te wonen, doch legde er den na
druk op, dat hij wel aan de andere zittingen
zou deelnemen.
Berichten uit de omgeving van Hoover
melden nog, dat een bemiddelend optreden
van Hoover naar alle waarschijnlijkheid
mogelijk zal zijn. Mocht de conferentie te
Washington er in toestemmen, dan zou te
Buenos Aires een conferentie plaats vin
den tusschen Hoover en de twee gedele-
geerden van Paraguay en Bolivia met verte-
genwoordigers van Argentinie, Brazilie en
Peru.
Met het oog op de ontdek!<ing van petro
leum, waarbij natuurlijk de Europeesche-
Amerikaansche petroleumconcerns ten zeer
ste geinteresseerd zijn, zou het niet wensche
lijk zijn, dat de Volkenbond eens ingreep, te-
meer, daar men dan al heel sauw in cm-
Idrawn?
Den Haag, 14 December 1928.
De avondvergadering van gister is uitslui-
tend gewijd geweest aan de begrooting van
het Departement van Kolonien en die van
Suriname.
Vroeger was de begrooting van Curapao
daar onafscheidenlijk mede gebonden, doch
nu dit deel van het rijk het zonder subsidie
uit de staatskas kan stellen om de eindjes
bij elkaar te knoopen, behoeft zijn budget
niet meer de bekrachtiging bij de wet. Wat
niet verhinderde, dat er toch wel een
woordje aan gewijd is geweest. Nadat er de
Departementsbegrooting was afgehandeld,
waarbij de heer Joekes zijn leedwezen er
over uitdrukte, dat er nog steeds geen posi-
tie is gevonden, waarmee de aan den refe-
rendaris Gorter aangedane bejegening, in
overeenstemming met den wensch der Ka-
mer kan worden goedgemaakt, heeft de Ka-
mer zich hoofdzakelijk met Suriname bezig-
gehouden. Het wil maar niet lukken dit deel
van ons Rijk tot bloei te brengen en elk
jaar wordt daarover beraadslaagd, zonder
succes. Indertijd had de Minister van Kolo-
nie een werkplan in uitzicht gesteld, doch
tot nog toe is daar niets van gekomen. Dit
is den minister gister nogal euvel geduid,
doch de heer Koningsberger heeft nu ver-
klaard, dat hij niet veel heil ziet in een det-
gelijk plan. Hij achtte het zelfs niet noodig,
meende lichtpunten in het verschiet te heb
ben opgemerkt en wel in de richting van
den grootlandbouw. „Laten het dan staats-
instellingen worden", opperde de heer
IJzerman (S. D, A. P.). ,,Neen", antwoordde
de heer Joekes (V. D.) „laten we liever ver
trouwen hebben in het particulier initia-
tief", wat de Minister beaamde. Deze denkt
zich den toestand zoo, dat de groote lan-i-
bouw als het ware door een klein bedrijf
wordt omgeven en dat groot en klein zullen
samenwerken om Suriname tot bloei te
brengen. In dit opzicht koestert men goede
verwachtingen van den nieuwen gouver-
neur, den heer Rutgers, terwijl dan een
tweede lichtpunt er bij komt, dat eindelijk
de plannen in zake de drinkwatervoorzie-
ning schijnen op te schieten. De minister
hoopt op een zeer spoedige indiening van
een voorstel in dezen van den naar de West
uitgezonden adviseur, dr. Weyerman en zal
dan haast maken met de verwezenlijking
van het plan.
Bij de post Curasao werd o.a. door enke-
le leden betreurd, dat de Kamer nu geen ge-
legenheid heeft om over de begrooting van
het eiland te spreken, maar intusschen vond
men gelegenheid van gedachte te wisselen
over den toestand der Bovenwindsche
Eilanden St. Eustatius enz. en werd een
goed woord ten gunste van een betere ver
zorging van deze stiefkinderen van het rijk
gezegd. De minister heeft beloofd de zaak
te overwegen.
Nadat de Kamer na korte gedachtenwis-
seling hare goedkeuring had gehecht aan
een paar wijzigingen in het Indische Regee-
ringsreglement, is zij tot hedenmiddag uit-
eengegaan.
Den Haag, 14 December 1928.
De Tweede Kamer is hedenmiddag be-
gonnen met hare goedkeuring te schenken
aan het ontwerp op de belegging van gelden
van openbare fondsen en instellingen, dat
enkele dagen geleden in openbare behande
ling is geweest, doch waarover de eindstem-
ming was verdaagd wegens de veranderin-
gen, welke er bij de openbare behandeling
in waren gebracht en die nog eens gerevi-
deerd moesten worden.
De heer Gerhard (S. D. A. P.) heeft zijn
reeds in uitzicht gesteld verzoek om over
de schoolkwestie te Murmerwoude te mo
gen interpelleeren, heden ingediend. Daar
over zal Dinsdag a.s. worden beslist. Be-
houdens een korte bespreking omtrent een
enkel punt heeft de Kamer zonder stem
ming of debat hare goedkeuring gehecht
aan 26 wetsontwerpen van eenvoudigen
aard en conclusies, om zich daarna weder
te wijden aan de Begrooting van Defensie,
waarover nog steeds algemeene beschou-
wingen worden gehouden.
Eerste spreker was de oud-minister J.
J. C. van Dijk (A.R.), die evenals de heer
Duymaer niet al te best te spreken blijft
over de samensmelting van de departemen-
ten van Oorlog en Marine en, gelijk deze,
spreekt van een nevenschikking. Wijders
betoogde hij, dat de bezuinigingen van den
minister meer schijn dan werkelijkheid zijn.
De houding der regeering tegenover de oud-
gepensioneerden achtte hij correct, maar
toch moest de minister er bij zijn collega
van financien op aandringen niet uit het
oog te verliezen, dat de gepensioneerden
van land- en zeemacht er ongunstiger voor
staan dan de burgerambtenaren die gepen
sioneerd worden.
We hebben vervolgens den heer Van Za-
delhoff (S. D. A. P.) een uur lang een be-
toog ten gunste van ontwapening hooren
houden, waarbij hij vrijwel hetzelfde zei als
bij vorige keeren. Misschien viel het zelfs
Voorzitter Dr. De Visser wat lang, want
midden in zijn uiteenzetting viel hij d ?n
spreker in de rede met de mededeeling, dat
hij nog slechts vijf minuten had. En het
bleek, dat hij zich een kwartier had vergist
Dat kwartier heeft de heer Van Zadelnoft
natuurlijk ook nog volgepraat en als hij niet
gerantsoeneerd ware geweest, zou hij er
vermoedelijk nog wel een paar kwartier
aan vastgeknoopt hebben. Nu heeft hij een
deel zijner rede onvoorgelezen moeten ter
zijde leggen.
De volgende spreker, de heer Oud (V D.)
had hetzelfde thema tot onderwerp zijner
rede, maar natuurlijk bekeek hij de zaak
ietwat anders dan de heer Zadelhoff en
legde hij er vooral den nadruk op, dat wij
niet bij machte zijn een behoorlijke oorlogs-
weermacht op de been te houden. Waarom
hij hardnekkig die aanduiding gebruikte,
was niet duidelijk. Ook de tegenstanders
van ontwapening willen daar niet van we
ten, maar spreken over een defensieve or-
ganisatie, welke wij inderdaad niet kunnen
missen en die werkelijk het minste is, dat
we kunnen vragen.
De heer Oud had medelijden met den mi
nister omdat hij als het ware op twee fron-
ten strijd moet voeren, aan de eene zijde
tegen de ontwapenaars, aan de andere zijde
tegen de militairisten en hij geen van beiden
kan tevreden stellen, maar intusschen niet
bij machte is om de bestaande weermacht
technisch behoorlijk te equipeeren.
De spreker uitte ook zijn ergernis er over,
dat er aan het departement van Defensie
een afdeeling ,,vernieling" is te vinden. Hij
vond dat zoo barbaarsch, dat hij zich niet
kon denken waarvoor dat noodig was, ten-
zij om het eigen vaderland te verwoesten.
En dat leek hem ondenkbaar.
Ook sprak hij van noodeloos onder de
wapens roepen van reserve-officier van
gezondheid bij herhalingsoefeningen, die
niets te doen hadden gehad. Waarop de mi
nister, die toch al graag een interruptie
plaatst, zeer ter snede uitriep: ,,En als er
dan eens een ongeluk was gebeurd en er
was geen militair dokter bij de hand, dan
hadden we de poppen aan het dansen ge
had!"
Na den heer Oud de heer Arts, de verte-
genwoordiger van de R. K. Volkspartij, die
er zijn ernstig leedwezen over uitsprak, dat
de regeering zich niet had gehouden aan
hare belofte om te blijven bezuinigen, Ver
volgens de heer L. de Visser (Comm.), die
o.a. de sociaal-democraten te lijf ging als
toch niet de ware broeders op het punt van
ontwapening. Vervolgens heeft hij ook de
werklieden bij Marine, die op contract ar-
beiden, in bescherming genomen, doch een
motie te hunnen gunste verwierf geen voi
doende ondersteuning, omdater niet
voidoende leden tegenwoordig waren!
De heer Snoeck Henkemans (C.H.) had
nog geen vrede met de fusie, doch erkende
toch, dat het beleid des ministers als hoofd\
der Marine bevredigend was geweest. Ech-
ter kwam ook hij bij den minister met de
vraag aan boord, of het niet goed zou zijn
alsnog de gelden aan te vragen voor een
nieuwen kruiser. Ook hij nam het ten slotte
op voor de oud-gepensioneerden. Zijn par-
tijgenoot Tilanus heeft zich gunstig uitge-
laten over de hoedanigheid van het leger,
maar hij meende toch, dat er terecht ge-
klaagd werd over een tekort aan beroeps-
personeel, terwijl er aan de oefening van
het verlofspersoneel nog wel wat ontbreekt.
De spreker heeft zich ten slotte het genoe-
gen veroorloofd te protesteeren tegen het
streven der ontwapenaars. Toen was het
over zeven uur, waarop de Voorzitter de
vergadering tot Dinsdag verdaagde.
De vergadering van Maandag, waartoe de
Voorzitter noodgedwongen had besloten,
gaat, gelukkig, niet door.