DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Buitenland
Uit het PaHement
No. 301
Oil nommer besJaaf nfi 3 blades-
Honderd dertigste laargang
1928
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feesfdagen, nitgegeven.
Abonnementspn'js bij vooruitbelaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door
bet geheele Rijk /2.50.
Afzonderlijke en bewijsnummers 5 cents.
sed»
PRUS DER OEWONE ADVERTENTl£N»
Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaafsrtifmfe.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerfy v/b HERMs. COSIER 6 ZOON*
Voordam C9.
LUrecieur: C. KRAK.
DOAUEKOAO
Telef.nr. Administrafie 3.
Telefoonnr. Redactie 33.
Postgiro 37060.
Hoofdredacteuri Tj. N. AD£MA.
Den Haag, 19 December 1928.
Het is toch niet gelukt ora de Begroo-
ting van Defensie gisteravond af te han-
delen. Wei is het een latertje geworden,
maar in de behandeling van de artike-
len is men blijven steken.
Alvorens de minister van Defensie
de aanvallen op zijn beleid kon afslaan,
heeft de Kamer eerst nog mogen luiste-
ren naar een anti-militaristische rede
van den heer Brautigam (S. D. A. P.),
die vooral verzet aanteekende tegen de
marine-plannen des ministers, vervol-
gens heeft nog de heer mr. Drooglever
Fortuyn (Vrijheidsb.) gesproken, die
waarschuwde tegen plannen tot uitbrei-
ding van de formatie bij de Marine en
van meening was, dat nog niet alle
moeielijkheden in zake de opleiding
en aanwerving van personeel uit den
weg zijn geruimd. Ten slotte heeft de
heer Langman (C.-H.) een woord van
protest doen hooren tegen den maatre-
gel, dat er weder sterken drank in de
onderofficierscantines kan worden ge-
bruikt.
Minister Lambooy heeft in zijn ant-
woord in de eerste plaats de anti-milita-
risten te pakken genomen. In het bij-
zonder' moet het den voorstanders van
eenzijdige ontwapening niet aangenaam
te moede zijn geweest, tOc.n de minister
met een aantal citaten uiteen zette hoe
nog kort geleden de heer Troelstra,
prof. Van Embden en mr. Marchant van
eenzijdige ontwapening niets wilden
weten. Vervolgens wees hij er op, hoe
onder een socialistische minister Enge-
land voor zijn defensie 29, Nederland
op het oogenblik 14 in het jaar per
hoofd der bevolking uitgeeft. Dat wij
weerloos zouden zijn, ontkende de mi
nister met een beroep op de uitkomsten
van de jongste manoeuvres.
Wat de vernielingen in oorlogstijd be-
treft, spr. houdt ook niet van het op-
zettulijk vernietigen van oorlogsterrei-
nen, maar er kan noodzaak zijn en
daarvoor is een bureau onmisbaar ten
einde de vernieling tot een minimum te
beperken.
Wat de oud-gepensioneerden betreft,
wenscht spr. niet af te wijken van het
thans gevolgde stelsel. Alleen kan de
stichting, waaruit de noodlijdenden
worden gesteund rekening houden met
het aantal dienstlaren van een gepensi-
oneerde. De kleermakers-buitenwer-
kers. die geen recht hebben op pen-
sioen, kunnen wellicht een jaarlijksche
gratificatie ontvangen.
Wat de marine betreft, verklaarde de
minister zich ten stelligste gekant tegen
een derden kruiser. Ook wil hij voor
het oogenblik niet overgaan tot den
bouw van onderzeeers. Eerst dienen de
onderzeeers voor den Indischen dienst
voltooid te worden en daarna komen
dan nieuwe onderzeebooten en jagers
voor het moederland aan de beurt. Wat
het personeel betreft, achttp de minister
de opleiding en aanvulling thans in or-
de. Dit is ook het geval bij de land-
macht. Wat het vooroefeningsinstituut
betreft, aan den minister is niet bekend,
dat voorgeoefenden wel eens onwelwil-
lend worden behandeld. Mocht zoo iets
gebeuren ,dan wenscht hij daarvan op
de hoogte te worden gebracht.
In zake de Kringenwet beloofde de
minister den heer Deckers, dat deze zoo
voorzichtig mogelijk zal worden toege-
past. Nu er bezwaar wordt geopperd te
gen de mogelijkheid om in de onderof
ficierscantines sterken drank te ver-
krijgen, zal de ministei dien maatregel
terug nemen, maar hij had gedacht, dat
men in dezen aan onderofficieren wel
•vrijheid kon laten.
Daarna werd er druk gerepliceerd,
ditmaal waren evenwel de nadere op-
merkingen niet bijzonder belangrijk. In
de eerste artikelen is de Kamer blijven
steken.
Chronologisch te werk gaande moeten
fvij in de eerste plaats gewag maken
van de vergadering, welke de Eerste
Kamer hedenmorgen elf uur heeft ge-
houden ter afdoening van enkele spoed-
eischende zaken. Lang heeft de samen-
komst niet geduurd: een half uur na de
opening stonden wij al weder op straat.
Onder meer zijn de hoofdstukken der
Rijksbegrooting: Huis der Koningin,
Nationale Schuld en Middelenwet goed-
gekeurd. Verder heeft de Kamer hare
goedkeuring gehecht aan de deelne-
ming van het Rijk in het kapitaal van
de Kon. Luchtvaartmaatschappij en
bovendien zijn een dikke honderd
vreemdelingen verblijd met de toeken-
ning van het Nederlanders'hap.
Volgens gewoonte heeft de heer De
Gijselaar (C.-H.) geprotesteerd tegen de
zijns inziens luchthartige wijze, waarop
de regeering te werk gaat bij de natura-
lisatie-voordrachten en heeft de minis
ter van Justitie daartegen geprotesteerd.
Intusschen ware het toch wel goed,
wanneer er een regeling werd getroffen,
waarbij niet het geheele wetgevende ap-
paraat in werking werd gesteld om aan
een vreemdeling onze nationaliteit te
bezorgen. Zou er geen wet zijn te ma
ken, welke de bevoegdheid daartoe dele-
geerde aan de uitvosrende macht? De
Kamer komt 27 dezer nogmaals bijeen
tot afdoening van spoedvereischen ie
voorstellen enz.
De Tweede Kamer heeft heden de be-
raadslaging over de Indische begroo-
ting voortgezet. Eerst evenwel heeft zij
den heer Gerhardt (S. D. A. P.) vergund
op een nader te bepalen dag den minis
ter van onderwijs te interpelleeren over
de schoolkwestie van Murmerwoude.
De heer Korstenhorst (R. K.) heeft ver
volgens verzocht te mogen interpellee
ren omtrent de plannen van het hoofd-
bestuur der P. T. T. ten opzichte van de
telefoontarieven. Daarover wordt later
beslist.
De eerste spreker over de Indische Be-
grooting was de heer Van Boetselaer
van Dubbeldam (C.-H.), die ter wille van
Indie hoopte, dat we spoedig weer een
parlementaire regeering zouden heb
ben. Dan kwam er ook meer vastheid
in het beleid. Voor Indie is in de eerste
plaats noodig handhaving van het ge-
zag van het binnenlandsche bestuur en
het is z. i. onjuist, dat de Volksraad
daaromtrent van gedachten mag wisse-
len. De spreker sprak ten slotte ook nog
een warm woord voor de oprichting van
een antiopjumhospitaal, waar opium-
schuivers van hun hartstocht kunnen
worden genezen.
De heer L. de Visser (Comm.) heeft
ditmaal een buitengewoon heftige rede
gehouden, die in het bijzonder gericht
was tegen de sociaal-democraten. Het
zat hem ten zeerste dwars, dat de woord-
voerder dier partij, dt heer Cramer, gis-
ter met eenige moties was voor den dag
gekomen, welke feitelijk hem tot vader
hadden. Verleden jaar had hij ze inge-
diend; omdat geen lid er voor te vinden
was om ze te steunen waren zij evenwel
niet in behandeling gekomen. Nu kwa-
men de sociaal-democraten er mee voor
den dag en als voldoende ondersteund
maakten zij nu een onderwerp van be-
raadslaging uit. Dat was voor den com-
munistischen spreker aanleiding om
den sociaal-democraten veel leelijks in
allerheftigste taal te verwijten. De heer
De Visser verweet hun in het bijzonder,
dat zij in 1926 gestemd hadden tegen een
motie ten gunste van algemeene amnes-
tie, doch nu zelf voor den dag kvvamen
met een motie ten gunste er van Het
was wel eigenaardig op te merken, hoe
de heer De Visser stelselmatig vermeed
te spreken over Nederlandsch-Indie,
doch het steeds had over d~ fictieve sub-
jecten Indonesie en Indonesische natie.
Vooral het laatste doet nog al dwaas
aan, daar er toch van een natie in oris
Indie met zijn tallooze nationaliteiten
geen sprake kan zijn. Maar met de wer-
kelijkheid kon de spreker niet altijd
even goed overweg. Daarvoor heeft hij
te veel idealen!
Natuurlijk waren zijn woorden wel
eens krachttermen, die niet bijzonder
parlementair klonken en zoo hebben we
hem hooren beweren: „Ik heb nog min
der respect voor de S. D. A. P. dan voor
de regeering en daar gevoel ik toch
al heel weinig eerbied voor!"
Die onvriendelijkheid liet de goed-
moedige dr. De Visser passeeren, maar
toen hij sprak over zwabber- en schar-
relpolitiek, werd het hem toch te gortig
en herinnerde hij er den spreker aan,
dat hij in een parlement stond Wat niet
verhinderde, dat deze eenige oogenbiik-
ken later weer sprak alsof hij op een
communisten-meeting het woord voer-
de. Aan het slot van zijn rede had hij
het druk over de verschrikkingen, wel
ke volgens zijn inlichtingen door Euro-
peesche ambtenaren tegen inlanders
worden uitgehaald, toen de voorzitter
plotseling een einde aan zijn vertoog
maakte door de mededeeling, dat zijn
tijd (anderhalf uur) verbzuikt was,
slechts noode liet hij zich bewegen den
heer De Visser nog gelegenheid te ge-
ven om zijn motie in te dienen, welke
een v erkorte editie was van de vier door
de sociaal-democraten voorgestelde mo
ties, doch ietwat verder ging. Daarom
zal zij het eerste in stemming komen
de vrijzinnig-democraten hebben haar
ondersteund, zoodat zij in behandeling
kon komen maar dat zij meer stem-
men dan die van den voorsteller zal
krijgen, durven wij niet verzekeren.
Na den vurigen L. de Visser de rusti-
ge mr. Knottebelt(Vrijheidsb.) Deze
drong er op aan bij de zorgen voor In
die de blanken niet te stiefmoederlijk te
behandelen, waarschuwde tegen te zwa-
re heffingen, welke de groote onderne-
mingen het leven moeielijk zouden ma
ken en verdedigde de handhaving van
de poenale sanctie van het arbeidscon-
tract met koelies.
De laatste spreker van den middag
was de heer mr. Joekes (V. D.), die na
ons goed recht als koloniale mogendheid
verdedigd te hebben, er op wees, dat het
onze eerste taak is voor de belangen en
den bloei van de Indische bevolking te
zorgen. Van den invloed der S. D. A. P.
verwachtte hij niets; die partij kan in de
Indische maatschappij niet aarden. Ook
van de zending verwachtte hij niet veel,
al sprak hij in het bijzonder met groote
waardeering van de medische zending.
Over den financieelen toestand van
Indie liet de spreker zich vrij optimis-
tisch uit, waarna hij zich ten slotte ver-
diepte in een kritiek op het veelbespro-
ken boek van den heer Colijn.
HageEijksch overzichf.
DE TOESTANO IN AFGHANISTAN.
Verschillende stammen in op-
stand; ook onder het leger heerscht
verdeeldheid; de moeilijke positie
van Aman Oellah.
Hoe is de algemeene toestand in het rijk
van Aman Oellah? Deze vraag is niet ge-
makkelijk te beantwoorden, omdat de berich-
ten, die ons bereiken soms al te tegenstrijdig
en te vaag zijn.
Wat er dus precies gebeurd is, ligt voor-
alsnog in bet duister, doch vast staat, dat de
opstand zijn oorsprong heeft gevonden on
der enkele, met een sterk onafhankelijkheids-
gevoel bezielde stammen, die aan de Indische
grens gevestigd zijn, n.l. de Sjinwari's en de
Mohmands.
Aanvankelijk, scheen het, alsof koning
Aman Oellah, die persoonlijk de leiding van
het leger op zich nam, er in zou slagen, de
opstand te bedwingen. Het duurde echter
niet lang, of andere berichten meldden dat
de koning en zijn hof in ernstig gevaar ver-
keerden. De opstand was niet bedwongen.
Het waren vdoral de Sjinwar's, die niet voor
een wapenstilstand te vinden waren en den
strijd doorzetten. En alsof dat nog niet ge-
noeg ware, brak een tweede opstand uit in
Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. Het
gevolg daarvan was, dat de koning moest
vluchten in een zijner forten.
Uit een en ander valt af te leiden, dat het
geheele rijk van Aman Oellah in gisting ver-
keert en dat de positie van Aman Oellah
hachelijk is.
Men heeft hier blijkbaar te doen met een
gewelddadige reactie van een godsdienstig-
conservatief volk tegen de voortvarende, maar
provoceerende wijze, waarop Aman Oellah
zijn volk op Westersche schaal trachtte te
modemiseeren.
Daarbij komt, dat de koning zich niet in
een gelukkige positie bevindt. Strikt be-
schouwt is hij niet de wettige erfgenaam
van den Afghaanschen troon en allicht heeft
ook dit feit invloed gehad op de ontwikke-
ling van den opstand.
Het zou, met de Oostersche mentaliteit re
kening houdende, zeker niet behoeven te ver-
wonderen, als zich de opstandige beweging
ook aan de paleiskringen had medegedeeld
en koning Aman Oellah zich op een gegeven
moment voor een paleisrevolutie gesteld zag.
De omstandigheden schijnen daarop wel te
wijzen, want er is ook sprake van afvallig-
heid onder de troepen waarin meestal het
eerst monarchale sympathieen of antipathieen
tot uiting komen.
Overigens heeft Aman Oellah te kampen
met een slecht-geoutilleerd leger, (het ge
deelte, dat hem althans nog is trouw geble-
ven, onder den chef van den staf Omar
Khan), dat sedert lang sterk verwaarloosd
was. Gemeld wordt dat het nij-
pend gebrek heeft aan machinegeweren,
lichte artillerie en munitie, d.w.z. dus aan
zoowat alles, dat bij een oorlog in bergterrein
noodig is. De opstandelingen zouden daarbij
beschikken over een bekwaam leider,
genaamd Batsja Sakan, een vroeger water-
arager.
Wat de uitkomst zal zijn van dezen op
stand, is nog moeilijk te zeggen. Indien de
opstandelingen de overhand behouden, zal
Aman Oellah waarschijnlijk afstand moeten
doen van de kroon. Zoover is het echter nog
niet, en we dienen dus nog eenigen tijd ge-
duld te hebben.
Van belang is de opstand wel, ook voor
Europa, omdat't van den afloop der beweging
zal afhangen, hoe Afghanistan zich verder
zal ontwikkelen in de Westersche beschaving.
DUITSCHLAND.
DE BRAND IN DE SCHoNLEIN-
STRASSE TE BERLIJN.
Gistermiddag is een onderzoek ter plaatsc-
ingesteld naar de oorzaak van den brand in
de radiotoestel-fabriek in de Schonleinstrasse
te Berlijn. De brandweer is den geheelen
nacht nog met de blussching bezig geweest
en gistermorgen is het aantal manschaopen,
dat met het opruimingswerk bezig is, weer
uitgebreid.
De B/Z am M deelt over het resultaat van
het eerste onderzoek mede, dat de brand moet
zijn ontstaan door de onvoorziehtigheid van
een jonge arbeidster.
Verder is gebleken, dat de eigenaar van de
fabriek, Trotvky, niet de noodige veiligheids-
maatregelen'voor zulk een bedrijf genomen
heeft. Daar Trotzky niet verzekerd was, lijdt
hij een enorme schade. Zijn schuld ligt voor
al hierin, dat hij volgens de voorschrifter,
slechts een bepaalde hoeveelheid celluloid in
de fabrieksafdeelingen mocht bewaren, die
voor de productie van een dag noodig isde
andere voorraden moeten in brandvrije ver-
trekken of onder water opgeslagen worden.
Het ongeluk is geschied doordat een der
meisjes de persmaehine, waaraan zij werkte
met een brandend stuk celluloid wilde aanste-
ken. Zij brandde hierblj haar vingers en liet
het stuk celluloid in een kist met cellu-
loid-afval vallen. Toen ook dit afval in brand
vloog, wierp zij de kist van de tafel. De kist
viel naast eenige zakken met afval. De zak-
ken, waarin ongeveer 250 K.G. celluloid zat,
vatten direct vlam en een oogenblik later
stond de zaal in lichte laaie.
Een tweede stachtoffer,
De brand heeft inmiddels een tweede slacht-
offer geeischt. De arbeidster Elfriede Krause
is aan haar brandwonden bezweken. De toe
stand van de andere zwaargewonden was nog
zeer ernstig.
Reeds drie slachtoffers.
Een jong meisje, dat zware verwondingen
had opgeloopen bij den hevigen brand, die
Dinsdag te Berlijn heeft gewoed, is in het
ziekenhuis overleden, zoodat het aantal doo-
den tot drie is gestegen. In't ziekenhuis wor
den <h; ns nog 29 slachtoffers verpleegd. De
gencesheeren hopen hen alien te kunnen red
den. Het meisje, dat schuld van het ontstaan
van den brand bleek gehad te hebben, is bij
de ramp om het leven gekomen.
In der Pruisischen landdag sprak de pre
sident, Bartels, dc^hoop uit, dat de regeering
de noodige veiligheidsmaatregelen zal treffen
om een herbaling van een dergelijke ramp te
voorkomen.
beidsters vermist worden.
ENGELAND.
DE ZIEKTE DES KONINGS.
Weer meer hoop in paleiskringen.
Het bulletin acht men in paleiskringen
gunstig en voldoening gevend, doch men
wijst erop, dat in de afgeloopen twee of drie
dagen de vooruitgang, ofschoon beslist, toch
zeer gering is geweest. Een hoopvoller atmos-
feer heerschte gisteren onder de leden der
koninklijke hofhouding, ofschoon men erop
wijst dat de bezorgdheid toch nog eenigen tijd
moet aanhouden.
Aan de betere hand?
Zoowel van de zijde der geneesheeren als
van die van het publiek wordt geprotesteerd
tegen de duistere bewoordingen, waarin ver
schillende bulletins omtrent den toestand van
den koning zijn vervat, en de moeilijkheid om
er den juisten stand uit op te maken. De laat
ste berichten zijn evenwel bemoedigender,
hoewel de toestand nog steeds zorgwekkend
wordt geacht. Het schijnt evenwel, dat de
koning thans beslist aan de betere hand is.
GRIEKENLAND.
WEER EEN GEHEIMZINNIGE ZIEKTE.
Uit Saloniki wordt gemeld, dat in de buurt
van Kavalla onder de daar wonende Griek-
sche vluchtelingen uit Turkije een epidemie
is uitgebroken, welke, naar de geneesheeren
verk'aren, tot dusver volkomen onbekend was.
Er zijn reeds 16 personen aan de ziekte over
leden. De lichamen der patienten worden
geheel zwart. Aanvankelijk meende men met
cholera, later met pest te doen te hebben,
maar de symptom en van beide ziekten wijzen
daar niet op.
ZUID-SLAVIe.
DE VERJAARDAG VAN KONING
ALEXANDER.
Maandag is het volk der Senders, Kroaten
en S'owenen tenminste eens voor een dag
eensgezind geweest. Koning Alexander, die
bij alle volksgroepen evenzeer bemind is, vier-
de zijn veertigsten verjaardag en het heele
volk vierde dien mede. Zoowel te Belgrado
als te Agram werd druk gevlagd. In alle ker-
ken van alle gezindten is een bidstond voor
den koning gehouden.
30 DECEMBER
AFGHANISTAN-
DE OPSTAND.
Kaboel door de opstandelingen bezel#
Naar uit Teheran gemeld w6rdt, is de toe
stand in Afghanistan opnieuw slechter ge
worden. Kaboel is definitief door de opstande
lingen bezet, welke de stad ingericht hebben
tot een militair steunpunt, om plundering ta
voorkomen. De in een voorstad uitgebroken
brand werd door de bewoners gebluscht. Het
buitenlandsche diplomatieke corps heeft be-
sloten alle buitenlandsche burgers dringend
aan te manen de gebouwen der buitenland
sche vertegenwoordigingen niet te verlaten,
daar in de stad nog geen nieuwe regeering
aanwezig is. Een beyestiging van dit bericht
is nog niet ontvangen.
Afstand van Amanoella geeischt?
Naar uit Moskou gemeld wordt, zijn thans
nog weer nieuwe berichten binnengekomen
over den toestand in Afghanistan. Volgens
deze berichten is de positie der troepen van
koning Amanoella Maandag sterk vermin-
derd. Zijn troepen zouden geweigerd hebben
hem in den strijd tegen de opstandelingen te
ondersteunen. Bovendien zouden zij zijn af-
sitand van den troon geeischt hebben. De mui-
terij zou door een Amanoella zeer verwant
persoon zijn veroorzaakt. In Kaboel heerschc
rust.
Volgens tot op dit oogenblik nog niet be-
vestigde berichten uit Teheran zouden in de
nabijheid der Russisch-Afghaansche grens
zich nieuwe troepen verzameld hebben, die'
den koning trouw zijn en die besloten hebben,
den opmarsch naar Kaboel t,e ondernemen
Naar verluidt zouden zij reeds onderweg zijn
AM ERIK A. -
HET GESOHIL TUSSCHEN BOLIVIe
EN PARAGUAY.
Nog een telegram van Paraguay.
Gisteren ontving men op het Vclkenbonds-
secretariaat nog een telegram van Paraguay.
Paraguay bekent, dat het de lichtingen van
18 tot 28 jaar gemobiiiseerd heeft/doch al
leen als verdedigingsmaatregel tegen de her-
haalde aanvallen van Bolivie, welke aanval
len het beweert gemakkelijk te kunnen aan-
toonen. Bo ivie heeft weliswaar niet officieel
gemobiliseerd, doch geeft meer uit dan het
verantwoorden kan voor militaire doeleinden,
welke, zooals Paraguay overtuigd is, tegen
Paraguay gericht ;ijn en daar Bolivie erkend
heeft, dat het liever in het oog van de wereld
doof wil blijven voor de vrede'ievende oplos-
sing, dan afzien van den eisch van voldoe
ning voor zijn vermeende grieven, zegt Para-
guay, dat niemand het kwaiijk kan nemen
wanneer Paraguay zich tegen Bolivie wapent.
Een ander bericht meldt, dat nog twee ar* ^a[aSuay nadrukkelijk dat de
idsters vermist worden. onf overtuigd kan zijn, dat het zijn
fraditioneele vredespolitiek zal blijven
gen en slechts die maatregelen zal
welke voor zijn legitieme
stemd zijn.
Briand, de Fransche minister van buiten
landsche zaken. ontving gisterochtend den
Spaanschen ambassadeur te Parijs, Quinones
d_e Leon en den secretaris-generaal van den
Volkenbond, Sir Eric Drummond, die
hij in kennis stelde van den stand van zaken
betreffende de bijlegging van het geschil
tusschen Bolivie en Paraguay. De onderhan-
delingen hieromtrent zouden worden voortge
zet met de vertegenwoordigers van Chili
Venezuela en Cuba.
De mobiUsatie van Paraguay.
Uit Asuncion wordt gemeld, dat de regee
ring besloten heeft om nadat 30.000 reser-
visten onder de wapennen zijn gekomen, niet
verder te mobiliseeren.
Verder is besloten tot het instellen van een
nationaal bureau voor de proviandeering van
het leger en voor de zorg van het oeconomi-
sche leven.
Aan de grens heerscht rust. De troepen van
Bolivie zi[n naar hun operatiebasis terugo-e-
trokken De regeering heeft het congreTin
buitengewone zitting bijeengeroepen, om een
amnestiewet voor vroegere Paraguaysche re-
volutionnairen te laten aannemen.
Telegrammen van den paus aan
de presidenten van Bolivie en
Paraguay.
IAe paus heeft twee gelijkluidende telegram-
men gezonden aan de presidenten der repu-
blieken van Bolivie en Paraguay waarin hij
hun uitnoodigt het conflict .langs vreedzamen
weg op te loss en.
De stap van den paus vormt geen voor-
stel tot bemiddeling of interventie in het ge
schil maar uitsluitend een vaderlijk vermaan
tot vrede.
SMOKKELEN VAN OPIUM.
Een groote partij in beslag genomen.
Uit New York wordt gemeld, dat de in be
slag genomen en onderzochfe papieren van
den onlangs te New York vermoorden speler
en smokkelaar Rothstein, die door het finan-
cieren van den smokkelhandel met opium mil-
lionnair was geworden, het mogelijk hebben
gemaakt dat in den afgeloopen nacht in het
ALKMAARSCHE COORANT.
zijn
vol-
nemen,
verdediging be-