DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Buitenland Uit het PaHement No. 301 Oil nommer besJaaf nfi 3 blades- Honderd dertigste laargang 1928 Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feesfdagen, nitgegeven. Abonnementspn'js bij vooruitbelaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door bet geheele Rijk /2.50. Afzonderlijke en bewijsnummers 5 cents. sed» PRUS DER OEWONE ADVERTENTl£N» Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaafsrtifmfe. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerfy v/b HERMs. COSIER 6 ZOON* Voordam C9. LUrecieur: C. KRAK. DOAUEKOAO Telef.nr. Administrafie 3. Telefoonnr. Redactie 33. Postgiro 37060. Hoofdredacteuri Tj. N. AD£MA. Den Haag, 19 December 1928. Het is toch niet gelukt ora de Begroo- ting van Defensie gisteravond af te han- delen. Wei is het een latertje geworden, maar in de behandeling van de artike- len is men blijven steken. Alvorens de minister van Defensie de aanvallen op zijn beleid kon afslaan, heeft de Kamer eerst nog mogen luiste- ren naar een anti-militaristische rede van den heer Brautigam (S. D. A. P.), die vooral verzet aanteekende tegen de marine-plannen des ministers, vervol- gens heeft nog de heer mr. Drooglever Fortuyn (Vrijheidsb.) gesproken, die waarschuwde tegen plannen tot uitbrei- ding van de formatie bij de Marine en van meening was, dat nog niet alle moeielijkheden in zake de opleiding en aanwerving van personeel uit den weg zijn geruimd. Ten slotte heeft de heer Langman (C.-H.) een woord van protest doen hooren tegen den maatre- gel, dat er weder sterken drank in de onderofficierscantines kan worden ge- bruikt. Minister Lambooy heeft in zijn ant- woord in de eerste plaats de anti-milita- risten te pakken genomen. In het bij- zonder' moet het den voorstanders van eenzijdige ontwapening niet aangenaam te moede zijn geweest, tOc.n de minister met een aantal citaten uiteen zette hoe nog kort geleden de heer Troelstra, prof. Van Embden en mr. Marchant van eenzijdige ontwapening niets wilden weten. Vervolgens wees hij er op, hoe onder een socialistische minister Enge- land voor zijn defensie 29, Nederland op het oogenblik 14 in het jaar per hoofd der bevolking uitgeeft. Dat wij weerloos zouden zijn, ontkende de mi nister met een beroep op de uitkomsten van de jongste manoeuvres. Wat de vernielingen in oorlogstijd be- treft, spr. houdt ook niet van het op- zettulijk vernietigen van oorlogsterrei- nen, maar er kan noodzaak zijn en daarvoor is een bureau onmisbaar ten einde de vernieling tot een minimum te beperken. Wat de oud-gepensioneerden betreft, wenscht spr. niet af te wijken van het thans gevolgde stelsel. Alleen kan de stichting, waaruit de noodlijdenden worden gesteund rekening houden met het aantal dienstlaren van een gepensi- oneerde. De kleermakers-buitenwer- kers. die geen recht hebben op pen- sioen, kunnen wellicht een jaarlijksche gratificatie ontvangen. Wat de marine betreft, verklaarde de minister zich ten stelligste gekant tegen een derden kruiser. Ook wil hij voor het oogenblik niet overgaan tot den bouw van onderzeeers. Eerst dienen de onderzeeers voor den Indischen dienst voltooid te worden en daarna komen dan nieuwe onderzeebooten en jagers voor het moederland aan de beurt. Wat het personeel betreft, achttp de minister de opleiding en aanvulling thans in or- de. Dit is ook het geval bij de land- macht. Wat het vooroefeningsinstituut betreft, aan den minister is niet bekend, dat voorgeoefenden wel eens onwelwil- lend worden behandeld. Mocht zoo iets gebeuren ,dan wenscht hij daarvan op de hoogte te worden gebracht. In zake de Kringenwet beloofde de minister den heer Deckers, dat deze zoo voorzichtig mogelijk zal worden toege- past. Nu er bezwaar wordt geopperd te gen de mogelijkheid om in de onderof ficierscantines sterken drank te ver- krijgen, zal de ministei dien maatregel terug nemen, maar hij had gedacht, dat men in dezen aan onderofficieren wel •vrijheid kon laten. Daarna werd er druk gerepliceerd, ditmaal waren evenwel de nadere op- merkingen niet bijzonder belangrijk. In de eerste artikelen is de Kamer blijven steken. Chronologisch te werk gaande moeten fvij in de eerste plaats gewag maken van de vergadering, welke de Eerste Kamer hedenmorgen elf uur heeft ge- houden ter afdoening van enkele spoed- eischende zaken. Lang heeft de samen- komst niet geduurd: een half uur na de opening stonden wij al weder op straat. Onder meer zijn de hoofdstukken der Rijksbegrooting: Huis der Koningin, Nationale Schuld en Middelenwet goed- gekeurd. Verder heeft de Kamer hare goedkeuring gehecht aan de deelne- ming van het Rijk in het kapitaal van de Kon. Luchtvaartmaatschappij en bovendien zijn een dikke honderd vreemdelingen verblijd met de toeken- ning van het Nederlanders'hap. Volgens gewoonte heeft de heer De Gijselaar (C.-H.) geprotesteerd tegen de zijns inziens luchthartige wijze, waarop de regeering te werk gaat bij de natura- lisatie-voordrachten en heeft de minis ter van Justitie daartegen geprotesteerd. Intusschen ware het toch wel goed, wanneer er een regeling werd getroffen, waarbij niet het geheele wetgevende ap- paraat in werking werd gesteld om aan een vreemdeling onze nationaliteit te bezorgen. Zou er geen wet zijn te ma ken, welke de bevoegdheid daartoe dele- geerde aan de uitvosrende macht? De Kamer komt 27 dezer nogmaals bijeen tot afdoening van spoedvereischen ie voorstellen enz. De Tweede Kamer heeft heden de be- raadslaging over de Indische begroo- ting voortgezet. Eerst evenwel heeft zij den heer Gerhardt (S. D. A. P.) vergund op een nader te bepalen dag den minis ter van onderwijs te interpelleeren over de schoolkwestie van Murmerwoude. De heer Korstenhorst (R. K.) heeft ver volgens verzocht te mogen interpellee ren omtrent de plannen van het hoofd- bestuur der P. T. T. ten opzichte van de telefoontarieven. Daarover wordt later beslist. De eerste spreker over de Indische Be- grooting was de heer Van Boetselaer van Dubbeldam (C.-H.), die ter wille van Indie hoopte, dat we spoedig weer een parlementaire regeering zouden heb ben. Dan kwam er ook meer vastheid in het beleid. Voor Indie is in de eerste plaats noodig handhaving van het ge- zag van het binnenlandsche bestuur en het is z. i. onjuist, dat de Volksraad daaromtrent van gedachten mag wisse- len. De spreker sprak ten slotte ook nog een warm woord voor de oprichting van een antiopjumhospitaal, waar opium- schuivers van hun hartstocht kunnen worden genezen. De heer L. de Visser (Comm.) heeft ditmaal een buitengewoon heftige rede gehouden, die in het bijzonder gericht was tegen de sociaal-democraten. Het zat hem ten zeerste dwars, dat de woord- voerder dier partij, dt heer Cramer, gis- ter met eenige moties was voor den dag gekomen, welke feitelijk hem tot vader hadden. Verleden jaar had hij ze inge- diend; omdat geen lid er voor te vinden was om ze te steunen waren zij evenwel niet in behandeling gekomen. Nu kwa- men de sociaal-democraten er mee voor den dag en als voldoende ondersteund maakten zij nu een onderwerp van be- raadslaging uit. Dat was voor den com- munistischen spreker aanleiding om den sociaal-democraten veel leelijks in allerheftigste taal te verwijten. De heer De Visser verweet hun in het bijzonder, dat zij in 1926 gestemd hadden tegen een motie ten gunste van algemeene amnes- tie, doch nu zelf voor den dag kvvamen met een motie ten gunste er van Het was wel eigenaardig op te merken, hoe de heer De Visser stelselmatig vermeed te spreken over Nederlandsch-Indie, doch het steeds had over d~ fictieve sub- jecten Indonesie en Indonesische natie. Vooral het laatste doet nog al dwaas aan, daar er toch van een natie in oris Indie met zijn tallooze nationaliteiten geen sprake kan zijn. Maar met de wer- kelijkheid kon de spreker niet altijd even goed overweg. Daarvoor heeft hij te veel idealen! Natuurlijk waren zijn woorden wel eens krachttermen, die niet bijzonder parlementair klonken en zoo hebben we hem hooren beweren: „Ik heb nog min der respect voor de S. D. A. P. dan voor de regeering en daar gevoel ik toch al heel weinig eerbied voor!" Die onvriendelijkheid liet de goed- moedige dr. De Visser passeeren, maar toen hij sprak over zwabber- en schar- relpolitiek, werd het hem toch te gortig en herinnerde hij er den spreker aan, dat hij in een parlement stond Wat niet verhinderde, dat deze eenige oogenbiik- ken later weer sprak alsof hij op een communisten-meeting het woord voer- de. Aan het slot van zijn rede had hij het druk over de verschrikkingen, wel ke volgens zijn inlichtingen door Euro- peesche ambtenaren tegen inlanders worden uitgehaald, toen de voorzitter plotseling een einde aan zijn vertoog maakte door de mededeeling, dat zijn tijd (anderhalf uur) verbzuikt was, slechts noode liet hij zich bewegen den heer De Visser nog gelegenheid te ge- ven om zijn motie in te dienen, welke een v erkorte editie was van de vier door de sociaal-democraten voorgestelde mo ties, doch ietwat verder ging. Daarom zal zij het eerste in stemming komen de vrijzinnig-democraten hebben haar ondersteund, zoodat zij in behandeling kon komen maar dat zij meer stem- men dan die van den voorsteller zal krijgen, durven wij niet verzekeren. Na den vurigen L. de Visser de rusti- ge mr. Knottebelt(Vrijheidsb.) Deze drong er op aan bij de zorgen voor In die de blanken niet te stiefmoederlijk te behandelen, waarschuwde tegen te zwa- re heffingen, welke de groote onderne- mingen het leven moeielijk zouden ma ken en verdedigde de handhaving van de poenale sanctie van het arbeidscon- tract met koelies. De laatste spreker van den middag was de heer mr. Joekes (V. D.), die na ons goed recht als koloniale mogendheid verdedigd te hebben, er op wees, dat het onze eerste taak is voor de belangen en den bloei van de Indische bevolking te zorgen. Van den invloed der S. D. A. P. verwachtte hij niets; die partij kan in de Indische maatschappij niet aarden. Ook van de zending verwachtte hij niet veel, al sprak hij in het bijzonder met groote waardeering van de medische zending. Over den financieelen toestand van Indie liet de spreker zich vrij optimis- tisch uit, waarna hij zich ten slotte ver- diepte in een kritiek op het veelbespro- ken boek van den heer Colijn. HageEijksch overzichf. DE TOESTANO IN AFGHANISTAN. Verschillende stammen in op- stand; ook onder het leger heerscht verdeeldheid; de moeilijke positie van Aman Oellah. Hoe is de algemeene toestand in het rijk van Aman Oellah? Deze vraag is niet ge- makkelijk te beantwoorden, omdat de berich- ten, die ons bereiken soms al te tegenstrijdig en te vaag zijn. Wat er dus precies gebeurd is, ligt voor- alsnog in bet duister, doch vast staat, dat de opstand zijn oorsprong heeft gevonden on der enkele, met een sterk onafhankelijkheids- gevoel bezielde stammen, die aan de Indische grens gevestigd zijn, n.l. de Sjinwari's en de Mohmands. Aanvankelijk, scheen het, alsof koning Aman Oellah, die persoonlijk de leiding van het leger op zich nam, er in zou slagen, de opstand te bedwingen. Het duurde echter niet lang, of andere berichten meldden dat de koning en zijn hof in ernstig gevaar ver- keerden. De opstand was niet bedwongen. Het waren vdoral de Sjinwar's, die niet voor een wapenstilstand te vinden waren en den strijd doorzetten. En alsof dat nog niet ge- noeg ware, brak een tweede opstand uit in Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. Het gevolg daarvan was, dat de koning moest vluchten in een zijner forten. Uit een en ander valt af te leiden, dat het geheele rijk van Aman Oellah in gisting ver- keert en dat de positie van Aman Oellah hachelijk is. Men heeft hier blijkbaar te doen met een gewelddadige reactie van een godsdienstig- conservatief volk tegen de voortvarende, maar provoceerende wijze, waarop Aman Oellah zijn volk op Westersche schaal trachtte te modemiseeren. Daarbij komt, dat de koning zich niet in een gelukkige positie bevindt. Strikt be- schouwt is hij niet de wettige erfgenaam van den Afghaanschen troon en allicht heeft ook dit feit invloed gehad op de ontwikke- ling van den opstand. Het zou, met de Oostersche mentaliteit re kening houdende, zeker niet behoeven te ver- wonderen, als zich de opstandige beweging ook aan de paleiskringen had medegedeeld en koning Aman Oellah zich op een gegeven moment voor een paleisrevolutie gesteld zag. De omstandigheden schijnen daarop wel te wijzen, want er is ook sprake van afvallig- heid onder de troepen waarin meestal het eerst monarchale sympathieen of antipathieen tot uiting komen. Overigens heeft Aman Oellah te kampen met een slecht-geoutilleerd leger, (het ge deelte, dat hem althans nog is trouw geble- ven, onder den chef van den staf Omar Khan), dat sedert lang sterk verwaarloosd was. Gemeld wordt dat het nij- pend gebrek heeft aan machinegeweren, lichte artillerie en munitie, d.w.z. dus aan zoowat alles, dat bij een oorlog in bergterrein noodig is. De opstandelingen zouden daarbij beschikken over een bekwaam leider, genaamd Batsja Sakan, een vroeger water- arager. Wat de uitkomst zal zijn van dezen op stand, is nog moeilijk te zeggen. Indien de opstandelingen de overhand behouden, zal Aman Oellah waarschijnlijk afstand moeten doen van de kroon. Zoover is het echter nog niet, en we dienen dus nog eenigen tijd ge- duld te hebben. Van belang is de opstand wel, ook voor Europa, omdat't van den afloop der beweging zal afhangen, hoe Afghanistan zich verder zal ontwikkelen in de Westersche beschaving. DUITSCHLAND. DE BRAND IN DE SCHoNLEIN- STRASSE TE BERLIJN. Gistermiddag is een onderzoek ter plaatsc- ingesteld naar de oorzaak van den brand in de radiotoestel-fabriek in de Schonleinstrasse te Berlijn. De brandweer is den geheelen nacht nog met de blussching bezig geweest en gistermorgen is het aantal manschaopen, dat met het opruimingswerk bezig is, weer uitgebreid. De B/Z am M deelt over het resultaat van het eerste onderzoek mede, dat de brand moet zijn ontstaan door de onvoorziehtigheid van een jonge arbeidster. Verder is gebleken, dat de eigenaar van de fabriek, Trotvky, niet de noodige veiligheids- maatregelen'voor zulk een bedrijf genomen heeft. Daar Trotzky niet verzekerd was, lijdt hij een enorme schade. Zijn schuld ligt voor al hierin, dat hij volgens de voorschrifter, slechts een bepaalde hoeveelheid celluloid in de fabrieksafdeelingen mocht bewaren, die voor de productie van een dag noodig isde andere voorraden moeten in brandvrije ver- trekken of onder water opgeslagen worden. Het ongeluk is geschied doordat een der meisjes de persmaehine, waaraan zij werkte met een brandend stuk celluloid wilde aanste- ken. Zij brandde hierblj haar vingers en liet het stuk celluloid in een kist met cellu- loid-afval vallen. Toen ook dit afval in brand vloog, wierp zij de kist van de tafel. De kist viel naast eenige zakken met afval. De zak- ken, waarin ongeveer 250 K.G. celluloid zat, vatten direct vlam en een oogenblik later stond de zaal in lichte laaie. Een tweede stachtoffer, De brand heeft inmiddels een tweede slacht- offer geeischt. De arbeidster Elfriede Krause is aan haar brandwonden bezweken. De toe stand van de andere zwaargewonden was nog zeer ernstig. Reeds drie slachtoffers. Een jong meisje, dat zware verwondingen had opgeloopen bij den hevigen brand, die Dinsdag te Berlijn heeft gewoed, is in het ziekenhuis overleden, zoodat het aantal doo- den tot drie is gestegen. In't ziekenhuis wor den <h; ns nog 29 slachtoffers verpleegd. De gencesheeren hopen hen alien te kunnen red den. Het meisje, dat schuld van het ontstaan van den brand bleek gehad te hebben, is bij de ramp om het leven gekomen. In der Pruisischen landdag sprak de pre sident, Bartels, dc^hoop uit, dat de regeering de noodige veiligheidsmaatregelen zal treffen om een herbaling van een dergelijke ramp te voorkomen. beidsters vermist worden. ENGELAND. DE ZIEKTE DES KONINGS. Weer meer hoop in paleiskringen. Het bulletin acht men in paleiskringen gunstig en voldoening gevend, doch men wijst erop, dat in de afgeloopen twee of drie dagen de vooruitgang, ofschoon beslist, toch zeer gering is geweest. Een hoopvoller atmos- feer heerschte gisteren onder de leden der koninklijke hofhouding, ofschoon men erop wijst dat de bezorgdheid toch nog eenigen tijd moet aanhouden. Aan de betere hand? Zoowel van de zijde der geneesheeren als van die van het publiek wordt geprotesteerd tegen de duistere bewoordingen, waarin ver schillende bulletins omtrent den toestand van den koning zijn vervat, en de moeilijkheid om er den juisten stand uit op te maken. De laat ste berichten zijn evenwel bemoedigender, hoewel de toestand nog steeds zorgwekkend wordt geacht. Het schijnt evenwel, dat de koning thans beslist aan de betere hand is. GRIEKENLAND. WEER EEN GEHEIMZINNIGE ZIEKTE. Uit Saloniki wordt gemeld, dat in de buurt van Kavalla onder de daar wonende Griek- sche vluchtelingen uit Turkije een epidemie is uitgebroken, welke, naar de geneesheeren verk'aren, tot dusver volkomen onbekend was. Er zijn reeds 16 personen aan de ziekte over leden. De lichamen der patienten worden geheel zwart. Aanvankelijk meende men met cholera, later met pest te doen te hebben, maar de symptom en van beide ziekten wijzen daar niet op. ZUID-SLAVIe. DE VERJAARDAG VAN KONING ALEXANDER. Maandag is het volk der Senders, Kroaten en S'owenen tenminste eens voor een dag eensgezind geweest. Koning Alexander, die bij alle volksgroepen evenzeer bemind is, vier- de zijn veertigsten verjaardag en het heele volk vierde dien mede. Zoowel te Belgrado als te Agram werd druk gevlagd. In alle ker- ken van alle gezindten is een bidstond voor den koning gehouden. 30 DECEMBER AFGHANISTAN- DE OPSTAND. Kaboel door de opstandelingen bezel# Naar uit Teheran gemeld w6rdt, is de toe stand in Afghanistan opnieuw slechter ge worden. Kaboel is definitief door de opstande lingen bezet, welke de stad ingericht hebben tot een militair steunpunt, om plundering ta voorkomen. De in een voorstad uitgebroken brand werd door de bewoners gebluscht. Het buitenlandsche diplomatieke corps heeft be- sloten alle buitenlandsche burgers dringend aan te manen de gebouwen der buitenland sche vertegenwoordigingen niet te verlaten, daar in de stad nog geen nieuwe regeering aanwezig is. Een beyestiging van dit bericht is nog niet ontvangen. Afstand van Amanoella geeischt? Naar uit Moskou gemeld wordt, zijn thans nog weer nieuwe berichten binnengekomen over den toestand in Afghanistan. Volgens deze berichten is de positie der troepen van koning Amanoella Maandag sterk vermin- derd. Zijn troepen zouden geweigerd hebben hem in den strijd tegen de opstandelingen te ondersteunen. Bovendien zouden zij zijn af- sitand van den troon geeischt hebben. De mui- terij zou door een Amanoella zeer verwant persoon zijn veroorzaakt. In Kaboel heerschc rust. Volgens tot op dit oogenblik nog niet be- vestigde berichten uit Teheran zouden in de nabijheid der Russisch-Afghaansche grens zich nieuwe troepen verzameld hebben, die' den koning trouw zijn en die besloten hebben, den opmarsch naar Kaboel t,e ondernemen Naar verluidt zouden zij reeds onderweg zijn AM ERIK A. - HET GESOHIL TUSSCHEN BOLIVIe EN PARAGUAY. Nog een telegram van Paraguay. Gisteren ontving men op het Vclkenbonds- secretariaat nog een telegram van Paraguay. Paraguay bekent, dat het de lichtingen van 18 tot 28 jaar gemobiiiseerd heeft/doch al leen als verdedigingsmaatregel tegen de her- haalde aanvallen van Bolivie, welke aanval len het beweert gemakkelijk te kunnen aan- toonen. Bo ivie heeft weliswaar niet officieel gemobiliseerd, doch geeft meer uit dan het verantwoorden kan voor militaire doeleinden, welke, zooals Paraguay overtuigd is, tegen Paraguay gericht ;ijn en daar Bolivie erkend heeft, dat het liever in het oog van de wereld doof wil blijven voor de vrede'ievende oplos- sing, dan afzien van den eisch van voldoe ning voor zijn vermeende grieven, zegt Para- guay, dat niemand het kwaiijk kan nemen wanneer Paraguay zich tegen Bolivie wapent. Een ander bericht meldt, dat nog twee ar* ^a[aSuay nadrukkelijk dat de idsters vermist worden. onf overtuigd kan zijn, dat het zijn fraditioneele vredespolitiek zal blijven gen en slechts die maatregelen zal welke voor zijn legitieme stemd zijn. Briand, de Fransche minister van buiten landsche zaken. ontving gisterochtend den Spaanschen ambassadeur te Parijs, Quinones d_e Leon en den secretaris-generaal van den Volkenbond, Sir Eric Drummond, die hij in kennis stelde van den stand van zaken betreffende de bijlegging van het geschil tusschen Bolivie en Paraguay. De onderhan- delingen hieromtrent zouden worden voortge zet met de vertegenwoordigers van Chili Venezuela en Cuba. De mobiUsatie van Paraguay. Uit Asuncion wordt gemeld, dat de regee ring besloten heeft om nadat 30.000 reser- visten onder de wapennen zijn gekomen, niet verder te mobiliseeren. Verder is besloten tot het instellen van een nationaal bureau voor de proviandeering van het leger en voor de zorg van het oeconomi- sche leven. Aan de grens heerscht rust. De troepen van Bolivie zi[n naar hun operatiebasis terugo-e- trokken De regeering heeft het congreTin buitengewone zitting bijeengeroepen, om een amnestiewet voor vroegere Paraguaysche re- volutionnairen te laten aannemen. Telegrammen van den paus aan de presidenten van Bolivie en Paraguay. IAe paus heeft twee gelijkluidende telegram- men gezonden aan de presidenten der repu- blieken van Bolivie en Paraguay waarin hij hun uitnoodigt het conflict .langs vreedzamen weg op te loss en. De stap van den paus vormt geen voor- stel tot bemiddeling of interventie in het ge schil maar uitsluitend een vaderlijk vermaan tot vrede. SMOKKELEN VAN OPIUM. Een groote partij in beslag genomen. Uit New York wordt gemeld, dat de in be slag genomen en onderzochfe papieren van den onlangs te New York vermoorden speler en smokkelaar Rothstein, die door het finan- cieren van den smokkelhandel met opium mil- lionnair was geworden, het mogelijk hebben gemaakt dat in den afgeloopen nacht in het ALKMAARSCHE COORANT. zijn vol- nemen, verdediging be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1