mknnstkt Cimit
De wettige Erfgeiam.
FEUIIX ETON.
Ilondertlasi- 20 ileeenifoer.
\IEUWJAARSW£NSCHEN.
No. 30! 1928
flndsrd derate 'airi ang.
FN HF.T NUMMER DAT MAANDAG
31 DEC. VERSCHIjNI, ZAI WEDLROM
GELEGENHEID BESTAAN TOT HET
PLAATSEN VAN NIEUWJAARSWEN-
SCHEN a 50 CENT a CONT ANT.
DE DIRECTIE.
ZIJ, DIE ZICH MET 1 JANUARI A S.
VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT
BLAD ABONNEEREN, ONTVANGEN DE
IOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE
NUMMERS FRANCO EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
RadSio-hDekje
Vrijdag 21 December.
Hilversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen-
wijding. 12.15—2.— Concert door het Boris
Lenski-Trio. 2.05—2.45 Schooluitzending
door A. F. J. Portielje: Voge's. 4.4.30
Halfuurtje van de Ned. Ver. van Huisvrou-
wen door Mevr. van OostenMossingen.
5 306.Radiopraatje. 6.7.15 Concert
door het Boris Lenski-Trio. 7.15—7.45 Schip-
persles door T. P. Keyzer. 8.058.50 Con
cert door het Hollandsch Instrumentaal
Kwintet, viool, altviool, cello, harp en f'uit
8.509 35 Nutslezing door Dr. J. L. Sncth-
lage: Amerika (1) 9.35 (Vervolg) Concert.
10Persberichten. 10.15 Conceri in Breda.
Het Ornroep-orkest onder lei ding van Nico
Treep. Lotti Muskens Sleurs, sopraan.
He'ene Cals, sopraan.
Huizen, 340-9 M. (Na 6 uiir 1852 M.)
12.30—1.30 K. R. O. Concert door het K. R.
O.-Trio. 3.-4.Vrouwenuurtje door Mevr.
Kaller—Wigman. 4.- -5.— Gramofoonmu-
ziek. N. C. R. V. 5.-6.45 Conceri Mevr. J.
Hekkert—van Eysd-en, sopraan. Mevr. I.
Mulder—Belsera alt mezzo. F Uyttenboo-
gaard, orgel en piano. 7.7.30 Paedagogie
door Dr J. van Dael. 8.V. P. R. O. Kerst-
wijding. Spr. Ds. S. H. N. Gortei. Riek Har-
donk, sopraan. Car. Castendijk, mezzo so
praan. Willem Brederode, viool. Hans
Schouwman, piano. Lien de Jong, declamatie
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
1120 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatencon-
cert voor viool en piano 12.50 Orgelconcert
1 20—2.20 Orkestconcert. 3.20 Liclit orkest-
concert. 4.20 Carillonbespe'ing door Jef De-
nvn. 4 50 Orkestconcert. j.35 Kinderuurtje.
6 20 Kerstlezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50
Muziek 7.05 Schubert's pianosonate's. 7.20
Muzik. critiek. ".35 M uziek. 7 45 Historische
voorlezin?. 8.05 I icht orkestconcert Orkest,
koor. Werken van Enge'sche componi'fen.
920 Nieuwsberichten 935 Lezing. 9.50
Nieuwsberichten. 9.55 ..Trhough the 'ooking-
jrtass", comedie met zang en mur ,ek van C.
Lewis. 11.20 Een verrassing. 11.35—12.20
Da^smnziek.
Partis „Radio-Paris"1750 M. 12.50-
2.10 Oloestconcert 4.05 5.05 Tkestconcert.
7 057,50 Mech&nische muziek. 3.20 Liter,
causerie. 8.50—11.20 ..De klokken van Cor-
neveille". voor orkest. koor en solisten van
Planouette.
Lauaenberg, 469 M. 11.30 Mechamsche
muziek 12.25—1.50 Orkestconcert. 5.05—
5.50 Kamermuziek. Wera<r-striikkwartet. 7.20
Concert door het Klein Werag-orkest. 8.20
Het Duitsche volkslied (5). Fr. Gulland,
sopraan. Fr. Mann. alt. H". Kusters. bariton.
Hr. Mittmann en Heinrichs. viool. Hr. Fel-
din, ce1'1o. Hr. Breuer, begeleiding. Daarna
tot 11.20 Dansmuziek.
Konipswusterhansen (Zeesert). 1680 M.
g 20—3.50 Lezin"-en. 3.50—4.50 Orkestcon
cert 4.507 05 Lezingen. 7.20 Orkestcon
cert. E. Telmanyi, viool. 8.20 Causerie. 8.50
Orkestconcert.
Hamburg. 395 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20
Orkestconcert. 8.20 Concert onder leiding v.
Tose Eibenschfitz. 0.50 Actueele causerie.
Daarna heruitzending van buitenlandsche
zemfers
Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.55
Trioeoncert. 7.20 Gratno*oonmuziek. 8.35
Lichte muziek. 10.35 Sluiten.
Door E. PHILIPS OPPENHE1M.
Ceautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B
80
„Ik ben zeer verrast", bekende hij.
„Waarom?" vroeg Francis.
„Er is geen bijzondere reden, behalve deze,
dat ik mij een geheel andere meening had ge-
vormd van uw smaak."
Francis haaled even de schouders op.
„Men kan zich zeer gemakkelijk vergissen",
herhaalde hij. „Ik las in de „Review", die u
mii op de boot gaf, dat men het gemakkelijkst
het moderne leven leert kennen door zijn ver-
dorvenheid te zoeken. Het is mijn plan dy
waarheid van deze bewering te onderzoeken''
„Het spijt mij, dat ik onder die omstandighe-
den u zeer weinig van dienst zal kunnen zijn",
verklaarde sir Stephen stijfjes. „Eustatius
zal een gesrhikter gids zijn".
„Dat had ik ook reeds gemeend", gaf Fran
cis toe. „Ik zend even voor tafel een bood-
schap naar het Weduwenhuis, dat het mij
aangenaam zou zijn na tafel mijn neef hier
te zien indien hem dit past"
Sir Stephen stond vastberaden op.
„Ik geiocf wezenlijk", zdde hij, „dat hei u
geen ernst is".
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene
kennis, dat in het Gemeenteblad van
Alkmaar Nr. 1114 is opgenomen het be-
sluit van den Raad dier gemeente van
9 November j.l. tot aanvulling der Ver-
ordening tot wijziging der verordening
betreifende het Gemeentelijk Grondbe-
drijf (Gemeenteblad Nr. 1093).
Dit besluit is heden afgekondigd en
ligt gedurende drie maanden ter secre-
tarie ter lezing en is daar tegen betaling
der kosten in afdruk verkrijgbaar.
Alkmaar, 19 December 1928.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
A. F. THOMSEN, lo.-Burgemeester.
R. VEENDORP, lo.-Secretaris.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig van het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uux, de navol-
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 15, 16 en 17 Dec. 1928: bosje sleutels;
damesportemonnaie met inh., collier, pet en
handschoenen.
Aanwezig en ie bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op 15, 16, 17 en 18
December 1928: bril, M. Martin, Korte St
Jozefstraat 2; beursje, F. A. Klaassen. Ra-
men 2; fabriekspenning. K. Klaver, Wolfs-
pad 3; grijze pet, A. Bieman. Uitenbosch-
straat 42; nummerplaat. G. Molenaar, To-
renburg 5; ketting, H. Wortel, v7ogelenzang
5; riiwielantaarn, P. Slikker, Paardemarkt
3; belastingmerk gemerkt A. V. in etui,. J
Beurs, Uitenboschstraat 37; damesportemon-
naie met inh., K. Timmerman, Kooltuin 9;
een collier (chaonelier), J. Paoy. Tulpstraat
19bril in etui, O. Havtema, Oudegracht 70
ringetje, R. Geus, Koorstraat 13; portemon-
naie met inh., P. Vennik. Nieuwesloot 127;
kinderhandschoen, T. Kaay, Hofdijkstraat
11; zakkammetje, J. Brasser. Oudegracht
180; autoslinger, Brakenhoff, Oudorper
dijkje 50; rolletje koperdraad, J. Bakker,
Kennemerstraatweg 97; sleutel van een deur
van een auto, H. Voetelink, Noorderkade,
Noodwining 12; belastingmerk in etui, A
Zwartendijk, Bergerweg 113; rozenkrans in
etui, H. Boots, Baanoad 9; dameshorloge
met heerenketting, Wubbenhorst, Druiven-
laan 3; kinder handschoentje, J. Zentveld,
Nieuwpoortslaan 81.
Proviwciaai nieuws
Vereeniging tot ontwikkeling
van den landbouw in Hollands
Nooi*dei*kwartier.
Bovengenoemde Vereeniging hield Woens
dag in ,,De Roskam" te Hoorn haar algv
meene Najaarsvergadering.
De voorzitter, de heer P. Stapel Cz., open-
de de vergadering met een woord van wel-
kom in't bijzonder gericht tot dr v. d. Zan
de, inspecteur van den Landbouw, den heer
Huisman, secretaris van de Holl. Maatsch
van Landbouw en den heer D. de Boer van
het Ned. Landbouwcomite.
Onder de vele belangrijke vraagpunten
die door uw bestuur onder de oogen zijn ge
zien en de commissies die zijn gevraagd ter
bestudeering, waarvan straks enkele rappor-
ten zullen worden medegedeeld, was naar
mijn meening, aldus de voorzitter, het zeer
belangrijke punt, de t. b. c.-bestrijding onder
het rundvee.
Naar aanleiding van de vele personen, die
over dit onderwerp in het binnenland, zoo-
wel als in het buitenland, in samenwerking
met verschillende provinciale vereenigingen
spraken heeft de vereeniging H. N. K. mede
opgericht „De Vereeniging tot bestrijding
van de t. b. c. en andere veeziekten onder het
Rundvee".
Spr. gaf het doel van deze vereeniging aan
en deed mededeeling van de door de Provin-
cie aan deze vereeniging toegekende subsidie
Spr. gaf hierop een beschouwing over de
wenschelijkheid om reactiedieren te merken.
Hij .oordeelde't van de regeering juist gezien
om op het merken van reactiedieren te staan.
Daardocrr wordt medegewerkt om den naam
van het zwartbonte vee in het buitenland
hoog te houden.
De bewering, dat niet velen zich bij de ver
zekering zullen aansluiten, wordt door de
voorteekenen niet bevestigd.
In het zuiden van ons land komen meer
dan 12000 runderen onder controle en in
N.-H. meer dan 8000. Zeer zeker al een mooi
begin.
De zuivelfabrieken hebben hun voile me-
dewerking toegezegd en de veehouders begin
nen meer en meer in te zien, dat de bestrij
ding- van rundertuberculose een behoefte be-
gint te worden.
Spr verklaarde hierna de vergadering
voor geopend.
De secretaris deed de volgende mededee-
lingen
„Ik spreek altijd in ernst", was het koude
antwoord.
Sir Stephen was diep geschokt. Hfl legde
zijn hand een oogenblik op den schouder van
den jongen man. Er was niets meer in hem
van huilen met de wolven. Hij sprak eerlijk en
natuurlijk:
„Francis Chatfield", begon hij, „ik ben een
man op leeftijd en gij zijt nog zeer jong. Ik
heb geleefd in de wereld en ik ken haar. Gij
hebt er buiten geleefd en gij kent haar waar-
schijnlijk minder dan eenig ander man van
uw leeftijd. Ik waag het er op u boos te ma-
ken door u te zeggen, dat uw kijk op de
wereld mij niet bevalt."
„H-et spijt mij", mompelde Francis.
„Ik houd er niet van" ,ging de advocaat
voort, „en ik zeg u, dat het niet natuurlijk is.
In den grond zijt gij ernstig. Gij hebt begin-
selen. Het kleine moeras dat zij hier het leven
van genot noemen, kan u niet wezenlijk trek-
ken. Er schuilt iets achter dat plan. Wat is
het?"
De jonge man ontmoette den vasten blik
van den man, die zijn leidsman wilde zijn,
zonder de geringste verandering in zijn hou
sing.
„U bedoelt het goed, sir Stephen", zeide hij,
„en ik erken uw recht, mij raad te geven.
Zooals het nu echter gesteld is, vraag ik
dien niet. Ik ben van plan te leven volgens
mijn eigen opvattingen. Ik schenk nionand
mij vertrouwen."
a uat net bestuur van „Het Landbouw-
huis" nader het plan zal voorbereiden om
voor de landbouworganisaties in de provincie
een propagandist aan te stellen.
b. Dat de heer C. Kramer Glijnis als ver-
tegenwoordiger van H. N. K. in de Vereeni
ging tot bestrijding van de t. b. .c. en andere
veeziekten onder het rundvee is aangewezen.
c. Dat het bestuur over de werkwijze van
de onder b genoemde vereeniging tevreden is
aangezien haar werkzaamheden zich reeds
over 5305 koeien uitstrekt.
d. Van het Koninkl. Ned. Landbouw Co-
mite kwam een verzoek om advies van den
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw in over de stichting van een
mond- en klauwzeeronderzoekingsinstituut.
Het Bestuur achtte het gewenscht, dat er 'n
onderzoekingsinstituut komt en dan in com-
binatie met de Rijksseruminrichting.
e. Van het Koninkl. Ned. Landbouw Comi-
te kwam een schrijven in van het Centraal
Veevoederbureau houdende het verzoek om
medewerking tot het verkrijgen van ruimere
gelegenheid voor het nemen van meer weten-
schappelijke proeven op het gebied der vee-
voeding. Het Bestuur besloot in deze uitbrei-
ding te vragen voor het wetenschappelijk
werk aan de Proefzuivelboerderij te Hoorn.
f. Dat besloten is weer deel te nemen aan
het collectief onderzoek voor veevoeder.
g. Dat gunstig geadviseerd is op de plan-
nen van het Hoofdbestuur der P. T. T.
tot herziening van de telefoontarieven.
h. Dat aan het Kon. Ned. L. Comite op
verzoek bericht is, dat in 1916 in het over
stroomde gebied vrijstelling van grondbelas-
ting is verkregen.
i. Dat de ondervoorzitter en de secretaris
een bespreking zullen hebben met Ged. St.
over de wenschelijkheid om ook de veraf wo-
nenden in de provincie op billijke wijze bij
het waterleidingbedrijf aan te sluif m.
j. Dat een uitvoerig rapport over den toe-
stand van landarbeiders aan den Hoogen
Raad van Arbeid was verzonden.
k. Dat het bestuur meent goed te doen ten
aanzien van de Landverhuizing in het al
gemeen de volgende mededeeling te doen
Niemand besluite tot vestiging in het over
zeesche buitenland, alvorens in zijn eigen be-
lang inlichtingen en raad te hebben ge
vraagd aan de Nederlandsche Vereeniging
Landverhuizing, Bezuidenhoutschen Weg 30,
's-Gravenhage.
Niemand ga alleen of op inlichtingen en
voorspiegelingen van andere zijde.
De voorzitter deelde nog mede, dat
ir. Smeding tijdelijk gedetacheerd was bij
het departement van Waterstaat en sprak
den wensch uit, dat de heer Smeding voor het
werk der vereeniging nog tijd zal kunnen vin
den.
Op voorstel van den voorzitter werd beslo
ten den opvolger van den hr. Smeding den hr.
Veenstra als adviseur der vereeniging te be-
noemen.
De Veeteeltconsulent, ir. de Vries, rappor-
teerde hierop over de werkzaamheden van het
veevoederbureau welk rapport ook reeds
Maandag in Schagen was uitgebracht.
In deze vergadering ontlokte het rapport
nog een uitvoerige discussie over de proefne-
ming met stikstof.
Dr. S c h e ij begleitte de wenschelijkheid om
ook aandacht te schenken aan de invloed van
de bevordering van het grasgewas op de sa-
menstelling van melk.
De heer K a a n, Wieringerwaard, deed
mededeeling over in Denemarken bereikte re-
sultaten.
De heer K a a ij, Hauwert, leverde een
pleidooi om bij de proefneming met
stikstof vooral te letten op de nawerking in
het volgend jaar.
Ir. d e V r i e s deelde mede, dat het Vee
voederbureau, juist op grond van de bezwa-
ren door dr. Scheij gevoerd de proeven met
stikstofbemesting neemt.
Ook de nawerking wordt nagegaan. Hij
verzocht den heer Kaaij voldoende vertrou-
wen in de commissie te hebben.
Ir. S m e d i n g waarschuwde tegen het
jagen en drijven. Men mag niet uit den
grond halen wat er in moet blijven.
De moderne stikstofhoudende kunstmest-
stoffen kan men goed aanwenden mits't oor-
deelkundig gebeurt. Men kan het echter
ook zoo doen, dat er niets van terecht komt.
Spr. bepleitte een matige stikstofbemesting,
doch meermalen herhaald en daamaast phos-
forzuur en kalizout. Als plaats voor de vol
gende vergadering werd Schagen gekozen.
Tot leden der commissie belast met het na-
zien der rekening 1928 en begrooting 1929
werden de heeren Jm. Blaauboer Kz., D.
Timmerman en P. Trapman gekozen.
MEDEDEELINGEN VAN DE COMMISSIE
VOOR DE KANALISATIE IN
WEST-FRIESLAND.
De commissie bestaande uit de heeren G.
Nobel, E. Koster Dz. en E. Dz. Govers zeide
het volgende:
In aanvulling van onze mededeelingen op
„U wilt zelfs mijn nieuwsgierigheid niet be-
vredigen?" drong sir Stephen aan.
„Neen".
De zware eiken deur in de verte werd ge
opend, er viel een zee van vreemd licht bin-
nen. Johnson verscheen, gevolgd door Eusta-
tius.
„Lord Eustatius Wobury is hier, Your
Grace", kondigde de bottelier aan.
Francis stond op en wees op een plaats
naast hem.
„Geef een stoel aan den lord en breng nog
eeneen glas", beval hij. „Het is heel vriende-
lijk van je, Eustatius, hier te komen. Is het
wezenlijk uw bedoeling ons te verlaten, sir
Stephen?" vroeg hij, toen de advocaat op-
stond.
Indien u mij excuseert", verzocht de an
der. „Het was een lange dag voor mij en het
komt mij voor, dat mijn tegenwoordigheid
niet langer noodig is."
HOOFDSTUK X
Eustatius nam den stoel, dien de advocaat
had verlaten, een beetje beschroomd Zijn ge-
heele houding was inderdaad een vraagtee-
ken. De boodschap van zijn neef had bijna
den indruk gemaakt van een granaat, die
kwam binnenvallen.
,,Drinkt ge Port of Sherry?" vroeg Fran
cis.
„De port is van rek no. 12", waagde Jobn-
de vorige vergadering van leden kunnen wij
tot ons genoegen mededeelen, dat ook Alk
maar het gevraagde subsidie heeft toege
zegd voor de kanalisatie.
Voor het kanaal Alkmaar, Oudkarspel,
Kolhorn welk kanaal het spoedigst noo
dig is is dit van groot bslang en is die
kans voor de tot standkoming belangrijk ver-
groot.
Onzerzijds achten wij het gewenscht dat
wordt aangedrongen op het nemen van maat-
regelen tot spoedige voorbereiding hiervan.
Wij betreuren het dat niet meer vooruit-
gang gemaakt wordt met de voorbereiding
voor het maken van die kanalen die inder
daad noodig zijn, zooals met dit kanaal het
geval is.
In verband met wat wij in onze vorige me
dedeeling ten aanzien van het plan voor
Schagen hebben gezegd, hopen wij dat eene
cplossing te vinden is, waardoor tegemoet
gekomen wordt aan het groote belang van
Schagen bij de kanalisatie.
DE ZOETWATERVOORZIENING VAN
NOORD-HOLLAND.
De heer C. Nobel rapporteerde over de
Zuiderzeecommissie. Hij deelde mede, dat de
IJselmeercommissie, thans bestaande uit de
heeren Wijdenes Spaans, Kernkamp, de beide
landbouwconsulen'ten en spreker, omgezet
was geworden in een Zuiderzeecommissie.
Deze Commissie zal, nu de droogmaking
van de Zuiderzee een zekerheid is geworden,
allereerst bestudeeren of de omstandigheid
voor wat betreft het zoetwater, dat door de
vorming van het IJselmeer in Noord-Holland
za! komen, nog dezelfde is, als toen de Com
missie als IJselmeercommissie daarover rap
porteerde. Als IJselmeercommissie had de
Commissie de voordee'en daarvan hoog becij-
ferd en de Staatscommissie nam die becijfe-
ring over, maar nu velen in die cijfers een
motief zien om de provincie extra te belasten,
is het gewenscht, dat de Commissie de zaak
opnieuw bestudeert. opdat de voordeelen wat
lager kunnen worden geste'd. In de tweede
plaats heeft de Commissie in studie genomen
het vraagstuk van de uitgifte der Zuiderzee-
gronden.
Prof. Visser had gelezen, dat de
Raad van Zijpe nog zeer veel waarde hecht
aan de zoetwatervoorziening. In dit verband
werd gesproken over een kanaal Zijpe
Stolpe, maar dit kanaal zal met de zoetwater
voorziening uit het toekomstige IJselmeer
niets meer te maken hebben. In April 1927
hield spr. te Amsterdam een vooraracht over
het militaire peil en de zoetwatervoorziening
en hij wees erop, dat in de plannen een vrij
groote verandering is gekomen. Het kanaal,
dat altijd geprojecteerd is geweest zooals
de Commissie-Lovink oordeelde, vanaf het
Boezemmeer iwars door Wieringen naar het
IJselmeer is verdwenen. De Commissie-
Lovink heeft nooit anders geweten, dan dat
de zoet watervoorziening an Noord-Holland
via dat Boezemmeer zou geschieden. Nu be-
staat er hoogstens nog het eene trace van een
eventueel te graven kanaal. Als men waarde
hecht aan de zoetwatervoorziening van het
Noordelijk deel van Noord-Holland dan zal
men verstandig doen te ageeren voor het her-
stel'en van dat kanaal. Komt het niet, dan
moet de zoetwatervoorziening geschieden via
Schardam en via het Alkmaardermeer en spr.
heeft er een zwaar hoofd in, dat men de ont-
zilting van het N.-Hollandsch Kanaal langs
dien weg kan tegengaan.
Nu kan men zeggen, dat men met het W.-
Friesche kanalenstelsel een iets korteren weg
krijgt, doch dat kanaal van HoornSchar
dam langs Alkmaar, het Enkhuizen—Medem-
blikkanaal, is vrij ver teruggezet, maar ook
zelfs als dat komt, dan is de omweg nog ver-
bazend groot, omdat bij Schardam het zoet
water zal worden opgenomen, het gaat dan
Zuidelijk langs verschillende rings!ooten van
Heerhugowaard, zoodat in de Noordelijke
punten, waar men de ontzilting het meest
noodig heeft, het zoet water alleen kan krij-
gen als men mede langs het kanaal door Wie
ringen kan afspuien en men dus wel moet
aandringen op een kanaalverbinding van het
Boezemmeer rechtstreeks met het IJselmeer.
De heer C. Nobel zeide, dat dat punt de
aandacht van de Commissie heeft.
De heer R e z e 1 m a n was overtuigd, dat
de voordeelen van de zoetwatervoorziening
grooter zijn dan de nadeelen. Er zijn echter
ook nadeelen en spr. zou gaarne zien, dat de
Commissie ook die nadeelen overweegt. Voor
de schapenfokkerij b.v. zal dit eenigszins een
nadeel worden.
De heer K a a ii merkte nog op, dat Dr
Bierema voor de uitgifte van de Zuiderzee-
gronden wel eenigszins gaat in de richting,
zooals die door den landbouw vrij alge-
meen wordt gewenscht.
HET KUNSTMATIG DROGEN VAN
BIETENBLAD EN KOPPEN.
Ir. Smeding rapporteerde over het bo-
venstaande. Door den Directeur van den
landbouw was spr. een paar dagen in de ge
legenheid gesteld, de drogerijen in Duitsch-
son bescheiden. „Sir Stephen wenscht het."
„Dan in elk geval port", verklaarde Eusta
tius. „Die advocaten kiezen gewoonlijk het
besle
Hij dronk met waardeering den wijn en
merkte met voldoening op, dat het glas van
zijn neef oonieuw was gevuld. Deze wachtte,
totdat Johnson de kamer had verlaten en de
vers, afgelegen deur was afgesioten.
„Ik vraag je vanavond hier te komen,
Eustatius", begon hij, „omdat het mij in den
loop van verschillende gesprekken duidelijk
is geworden, dat Sir Stephen zich een eenigs
zins verkeerd denkbeeld heeft gevormd om-
trent mijn toekomstplannen. Hij schijnt te
hebben gedacht, dat ik natuurlijk zou voelen
voor maatschappelijk en philantropisch werk,
met misschien eenige neiging tot politiek
Niets van dat alles interesseert mij."
Eustatius begreep er niets van, maar bleef
zeer op zijn hoede.
„Een oude droogstoppel, die sir Stephen",
verklaarde hij. ,,Hij dringt bij mij altijd er op
aan, om, wat hij noemt „een carriere" te be-
ginnen. Wat duivel, ik was zes jaar bij de
Household Brigade!" Dat is meer dan ge-
noeg. voor wien ook".
„Mijn eigen neigingen gaan in andere rich-
ting", vertrouwde Francis hem. toe. „Gij kunt,
den-k ik. mij van dienst zijn".
Eustatius zette het glas neer, dat hij op het
punt was aan zijn lippen te brengen. Hij wist
niet, waaraan zich te houden.
,Je van dienst zijn?" herhaalde hij. Zoo-
land te bezoeken. Deze Jtorfe kennismaking
stemt tot de uiierste voorzichtigheid. Ook om
dat aan de bietenbladdrogerij een tintje wordt
gegeven, dat verband houdt met de moeilijk-
heden, waarin de suikerindustrie is geraakt.
Men wil dit als dooddoener tegen de bieten-
bouwers gebruiken en zeggen, dat zij daarmee
hun bedrijf kunnen redden. Wat spr. zal zeg
gen, moet men echter los zien van de al of
niet-bescherming geschiedenis. In Saksen en
Silezie zijn een vijftig inrichtingen, waar het
biefenblad wordt georoogd. Voor een deel zijn
ze gesticht als zelfstandige bedrijven en voor
een ander deel als onderaeel van een suiker-
fahriek, doch voor het grootste dee! als neven-
bedrijf van het bietenbedrijf om het bietenblad
en dte koppen beter te benutten
Spr. is tot de overtuiging gekomen, dat in
Holland aan die zaak de noodige aandacht
moet worden geschonken. De voedingswaar-
de van het bietenblad is hooger dan de mest-
waarde. Het meest economisdie is, het als
versch voer aan de koeien te geven, maar dit
kan nu eenmaal niet met al het bietenblad.
Het gedroogde bietenblad wordt in Duitsch-
land in den handel gebracht onder den naam
van „troblaco" en wel in een hoeveelheid van
20 millioen K.G., waaiwan 3/4 in het eigen
bedrijf ferugkomt. Hier moet nog veel tegen-
stand overwonnen worden om het bietenblad
van het land te halen. Wanneer het werk ech
ter voldoende betaald wordt, wat in Duitsch-
land gebeurt, dan zijn de bezwaren wel te
overwinnen. In Duitschland maakt men de
capaciteit van de drooginrichtingen niet te
groot met het oog op de vervoerkosten.
Spr. gaf een overzicht van de bewerkings-
wijze. Het drogen van het bietenblad geeft in
Duitschland per bunder 100 kosten. Doch
men betaalt het daar ongeveer met 300
per bunder. De boer levert het met de koppen
aan de fabriek en krijgt 160 per bunder.
De boer, die het droge product terug wil heb
ben, levert nat iets meer en ziet zoo de kosten
verrekend. Zoo'n inrichting kost pl.m.
120.000; het werk is eenvoudig en eischt
weinig deskundig personeel. Ook de schie-
ters worden race verwerkt. Ze hebben in
Duitschland daarvoor reeds een vereeniging
gesticht, die ten doel heeft om een gelijkmatig
handelsproduct te krijgen. aangezien de aan-
gesloten fabrieken een verkoopbureau hebben.
De Duitsche regeering verleent credieten voor
het oprichten van die drooginrichtingen en
verlaging van het spoortarief voor het vervoer
van elk Nad. Spr. meent, dat het gewenscht
is, dat ook hier een proef genomen wordt.
Wanneer het voor 8 a 9 per 100 K.G.
verkocht kan worden, dan komt men tot een
andere rekening dan tegen een verkoop van
f 6, een prijs, waartoe men komt als men het
berekent naar du voedingswaarde. Bij die
laatste berekening is echter de groote vraag,
hoe de amiten in rekening moeten worden
gebracht.
Spr. komt tot de volgende conclusie:
1. In de streken van ons land met veeloos-
bedrijf, alsmede daar, waar zooveel suiker-
bieten worden verbouwd, dat blad en koppen
onvo'doende voor de veevoeding kunnen wor
den benut, verdient het ernstig overweging
een proef te nemen met het kunstmatig dro
gen van dit materiaal.
2. Waar het hier een proefneming be
treft, waardoor bij welslagen de rentabiliteit
van de bietencultuur gunstig kan worden
bei'nvloed, verdien het aanbeveling hiervoor
hulp te vragen bij de Regeering, welke zou
kunnen worden verleend door:
a. het finantieel steunen van pogingen,
om te komen tot de oprichting van een of
meer drooginrichtingen in de daarvoor in
aanmerking komende centra van bietencul
tuur;
b. het in studie (do-en) nemen van een
meer economisch transport van bieten, blad
en. koppen, aangezien een doelmatige trans-
porteur een aanzienlijke kostenbesparing met
zich mee zou kunnen brengen, waardoor te-
vens in natte najaren geen structuurbederf
zou zijn te vreezen en de drooginrichtingen
een grootere zekerheid zouden hebben steeds
over vo-'doende grondstof te beschikken.
3. Het is gewenscht zoo mogelijk nog do
zen winter orienteerende voederproeven te
nemen met het gedroogde product, dat in
Duischland onder den naam van „troblako"
in den han-del wordt gebracht.
4. Een instal'atie als bovenbedceld zou in
akkerbouween-tra ook voor het drogen van
andere landbouwproducten (als b.v. fijne za-
den) wellicht toepas-sing kunnen vinden.
Hierop volgde een vrij uitvoerige discussie
over de moeilijkheid om in ons laag polder-
land het bietenblad van het land te halen.
De heer H u ij s m a n, secretaris van de
H. M. v. L., oordeelde de zaak zeer belang
rijk en wenschte een akkerbouweommissie
voor Zuid- en Noord-Holland. Hij hoopte,
dat Ir. Smeding en Prof. Visser ook het trans
port van het land willen bestudeeren.
Prof. Visser deelde mede, d-at hem
hierover reeds een vraag had bereikt van de
C E. M. Van specula-tieven kant zal reeds een
iets vl het verhaal van de spin, die den
kening redde, lijkt het mij. Niet? Ik zal na
tuurlijk drommels blij zijn, a-ls ik iets voor je
kan doen
Hij dronk zijn glas uit. Zijn gastheer vul-
de zijn glas opnieuw en schonk zijn eigen
glas een beetje bij.
„Ik ben blij te zien, dat je een glas wijn
drinkt, neef Francis", verklaarde Eustatuis
„Wij maakten onzen eigen wijn op bet
klooster", vertelde Francis. „Het was echter
treurig brouwsel, vergeleken met dezen,
Waarschijnlijk heb je je ook een verkeerde
meening over mij gevormd, Eustatius", voeg-
de hij er aan toe na een oogenblik zwijgen.
De jonge man bewoog been en weer op
zijn stoel, blijkbaar niet op zijn gemak.
„Ach, dat weet ik zoo niet", prevelde hij
„Iemand, die van een klooster komt en zoo
zie je dan weet men niet precies, waar
aan zich te houden."
„Je dacht, dat ik streng van beginselen
was?"
„Nu, die types, die wij daar zagen in die
bruine pijen die je dien morgen kwamen
halen, toen Monica op de wallen was
die schenen wel een beetje somber."
„Zoo, was dat je indruk van hen?"
„Nu, die lui, die er rondwandelen zagen er
niet bijzonder vroolijk uit, he?" meende
Eustatius, „geen van hen maakte den indruk
of hij in keimisstemming was".
„Zij hadden niet veel gelegenheid tot der-
gelijke ontspanning", merkte Francis op.
(Wordt vervolgd.)