mknnstkt Cimit De wettige Erfgeiam. FEUIIX ETON. Ilondertlasi- 20 ileeenifoer. \IEUWJAARSW£NSCHEN. No. 30! 1928 flndsrd derate 'airi ang. FN HF.T NUMMER DAT MAANDAG 31 DEC. VERSCHIjNI, ZAI WEDLROM GELEGENHEID BESTAAN TOT HET PLAATSEN VAN NIEUWJAARSWEN- SCHEN a 50 CENT a CONT ANT. DE DIRECTIE. ZIJ, DIE ZICH MET 1 JANUARI A S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVANGEN DE IOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. RadSio-hDekje Vrijdag 21 December. Hilversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen- wijding. 12.15—2.— Concert door het Boris Lenski-Trio. 2.05—2.45 Schooluitzending door A. F. J. Portielje: Voge's. 4.4.30 Halfuurtje van de Ned. Ver. van Huisvrou- wen door Mevr. van OostenMossingen. 5 306.Radiopraatje. 6.7.15 Concert door het Boris Lenski-Trio. 7.15—7.45 Schip- persles door T. P. Keyzer. 8.058.50 Con cert door het Hollandsch Instrumentaal Kwintet, viool, altviool, cello, harp en f'uit 8.509 35 Nutslezing door Dr. J. L. Sncth- lage: Amerika (1) 9.35 (Vervolg) Concert. 10Persberichten. 10.15 Conceri in Breda. Het Ornroep-orkest onder lei ding van Nico Treep. Lotti Muskens Sleurs, sopraan. He'ene Cals, sopraan. Huizen, 340-9 M. (Na 6 uiir 1852 M.) 12.30—1.30 K. R. O. Concert door het K. R. O.-Trio. 3.-4.Vrouwenuurtje door Mevr. Kaller—Wigman. 4.- -5.— Gramofoonmu- ziek. N. C. R. V. 5.-6.45 Conceri Mevr. J. Hekkert—van Eysd-en, sopraan. Mevr. I. Mulder—Belsera alt mezzo. F Uyttenboo- gaard, orgel en piano. 7.7.30 Paedagogie door Dr J. van Dael. 8.V. P. R. O. Kerst- wijding. Spr. Ds. S. H. N. Gortei. Riek Har- donk, sopraan. Car. Castendijk, mezzo so praan. Willem Brederode, viool. Hans Schouwman, piano. Lien de Jong, declamatie Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 1120 Gramofoonmuziek. 12.20 Sonatencon- cert voor viool en piano 12.50 Orgelconcert 1 20—2.20 Orkestconcert. 3.20 Liclit orkest- concert. 4.20 Carillonbespe'ing door Jef De- nvn. 4 50 Orkestconcert. j.35 Kinderuurtje. 6 20 Kerstlezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Muziek 7.05 Schubert's pianosonate's. 7.20 Muzik. critiek. ".35 M uziek. 7 45 Historische voorlezin?. 8.05 I icht orkestconcert Orkest, koor. Werken van Enge'sche componi'fen. 920 Nieuwsberichten 935 Lezing. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 ..Trhough the 'ooking- jrtass", comedie met zang en mur ,ek van C. Lewis. 11.20 Een verrassing. 11.35—12.20 Da^smnziek. Partis „Radio-Paris"1750 M. 12.50- 2.10 Oloestconcert 4.05 5.05 Tkestconcert. 7 057,50 Mech&nische muziek. 3.20 Liter, causerie. 8.50—11.20 ..De klokken van Cor- neveille". voor orkest. koor en solisten van Planouette. Lauaenberg, 469 M. 11.30 Mechamsche muziek 12.25—1.50 Orkestconcert. 5.05— 5.50 Kamermuziek. Wera<r-striikkwartet. 7.20 Concert door het Klein Werag-orkest. 8.20 Het Duitsche volkslied (5). Fr. Gulland, sopraan. Fr. Mann. alt. H". Kusters. bariton. Hr. Mittmann en Heinrichs. viool. Hr. Fel- din, ce1'1o. Hr. Breuer, begeleiding. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Konipswusterhansen (Zeesert). 1680 M. g 20—3.50 Lezin"-en. 3.50—4.50 Orkestcon cert 4.507 05 Lezingen. 7.20 Orkestcon cert. E. Telmanyi, viool. 8.20 Causerie. 8.50 Orkestconcert. Hamburg. 395 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Concert onder leiding v. Tose Eibenschfitz. 0.50 Actueele causerie. Daarna heruitzending van buitenlandsche zemfers Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.55 Trioeoncert. 7.20 Gratno*oonmuziek. 8.35 Lichte muziek. 10.35 Sluiten. Door E. PHILIPS OPPENHE1M. Ceautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B 80 „Ik ben zeer verrast", bekende hij. „Waarom?" vroeg Francis. „Er is geen bijzondere reden, behalve deze, dat ik mij een geheel andere meening had ge- vormd van uw smaak." Francis haaled even de schouders op. „Men kan zich zeer gemakkelijk vergissen", herhaalde hij. „Ik las in de „Review", die u mii op de boot gaf, dat men het gemakkelijkst het moderne leven leert kennen door zijn ver- dorvenheid te zoeken. Het is mijn plan dy waarheid van deze bewering te onderzoeken'' „Het spijt mij, dat ik onder die omstandighe- den u zeer weinig van dienst zal kunnen zijn", verklaarde sir Stephen stijfjes. „Eustatius zal een gesrhikter gids zijn". „Dat had ik ook reeds gemeend", gaf Fran cis toe. „Ik zend even voor tafel een bood- schap naar het Weduwenhuis, dat het mij aangenaam zou zijn na tafel mijn neef hier te zien indien hem dit past" Sir Stephen stond vastberaden op. „Ik geiocf wezenlijk", zdde hij, „dat hei u geen ernst is". BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar Nr. 1114 is opgenomen het be- sluit van den Raad dier gemeente van 9 November j.l. tot aanvulling der Ver- ordening tot wijziging der verordening betreifende het Gemeentelijk Grondbe- drijf (Gemeenteblad Nr. 1093). Dit besluit is heden afgekondigd en ligt gedurende drie maanden ter secre- tarie ter lezing en is daar tegen betaling der kosten in afdruk verkrijgbaar. Alkmaar, 19 December 1928. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. F. THOMSEN, lo.-Burgemeester. R. VEENDORP, lo.-Secretaris. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig van het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uux, de navol- gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 15, 16 en 17 Dec. 1928: bosje sleutels; damesportemonnaie met inh., collier, pet en handschoenen. Aanwezig en ie bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 15, 16, 17 en 18 December 1928: bril, M. Martin, Korte St Jozefstraat 2; beursje, F. A. Klaassen. Ra- men 2; fabriekspenning. K. Klaver, Wolfs- pad 3; grijze pet, A. Bieman. Uitenbosch- straat 42; nummerplaat. G. Molenaar, To- renburg 5; ketting, H. Wortel, v7ogelenzang 5; riiwielantaarn, P. Slikker, Paardemarkt 3; belastingmerk gemerkt A. V. in etui,. J Beurs, Uitenboschstraat 37; damesportemon- naie met inh., K. Timmerman, Kooltuin 9; een collier (chaonelier), J. Paoy. Tulpstraat 19bril in etui, O. Havtema, Oudegracht 70 ringetje, R. Geus, Koorstraat 13; portemon- naie met inh., P. Vennik. Nieuwesloot 127; kinderhandschoen, T. Kaay, Hofdijkstraat 11; zakkammetje, J. Brasser. Oudegracht 180; autoslinger, Brakenhoff, Oudorper dijkje 50; rolletje koperdraad, J. Bakker, Kennemerstraatweg 97; sleutel van een deur van een auto, H. Voetelink, Noorderkade, Noodwining 12; belastingmerk in etui, A Zwartendijk, Bergerweg 113; rozenkrans in etui, H. Boots, Baanoad 9; dameshorloge met heerenketting, Wubbenhorst, Druiven- laan 3; kinder handschoentje, J. Zentveld, Nieuwpoortslaan 81. Proviwciaai nieuws Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Nooi*dei*kwartier. Bovengenoemde Vereeniging hield Woens dag in ,,De Roskam" te Hoorn haar algv meene Najaarsvergadering. De voorzitter, de heer P. Stapel Cz., open- de de vergadering met een woord van wel- kom in't bijzonder gericht tot dr v. d. Zan de, inspecteur van den Landbouw, den heer Huisman, secretaris van de Holl. Maatsch van Landbouw en den heer D. de Boer van het Ned. Landbouwcomite. Onder de vele belangrijke vraagpunten die door uw bestuur onder de oogen zijn ge zien en de commissies die zijn gevraagd ter bestudeering, waarvan straks enkele rappor- ten zullen worden medegedeeld, was naar mijn meening, aldus de voorzitter, het zeer belangrijke punt, de t. b. c.-bestrijding onder het rundvee. Naar aanleiding van de vele personen, die over dit onderwerp in het binnenland, zoo- wel als in het buitenland, in samenwerking met verschillende provinciale vereenigingen spraken heeft de vereeniging H. N. K. mede opgericht „De Vereeniging tot bestrijding van de t. b. c. en andere veeziekten onder het Rundvee". Spr. gaf het doel van deze vereeniging aan en deed mededeeling van de door de Provin- cie aan deze vereeniging toegekende subsidie Spr. gaf hierop een beschouwing over de wenschelijkheid om reactiedieren te merken. Hij .oordeelde't van de regeering juist gezien om op het merken van reactiedieren te staan. Daardocrr wordt medegewerkt om den naam van het zwartbonte vee in het buitenland hoog te houden. De bewering, dat niet velen zich bij de ver zekering zullen aansluiten, wordt door de voorteekenen niet bevestigd. In het zuiden van ons land komen meer dan 12000 runderen onder controle en in N.-H. meer dan 8000. Zeer zeker al een mooi begin. De zuivelfabrieken hebben hun voile me- dewerking toegezegd en de veehouders begin nen meer en meer in te zien, dat de bestrij ding- van rundertuberculose een behoefte be- gint te worden. Spr verklaarde hierna de vergadering voor geopend. De secretaris deed de volgende mededee- lingen „Ik spreek altijd in ernst", was het koude antwoord. Sir Stephen was diep geschokt. Hfl legde zijn hand een oogenblik op den schouder van den jongen man. Er was niets meer in hem van huilen met de wolven. Hij sprak eerlijk en natuurlijk: „Francis Chatfield", begon hij, „ik ben een man op leeftijd en gij zijt nog zeer jong. Ik heb geleefd in de wereld en ik ken haar. Gij hebt er buiten geleefd en gij kent haar waar- schijnlijk minder dan eenig ander man van uw leeftijd. Ik waag het er op u boos te ma- ken door u te zeggen, dat uw kijk op de wereld mij niet bevalt." „H-et spijt mij", mompelde Francis. „Ik houd er niet van" ,ging de advocaat voort, „en ik zeg u, dat het niet natuurlijk is. In den grond zijt gij ernstig. Gij hebt begin- selen. Het kleine moeras dat zij hier het leven van genot noemen, kan u niet wezenlijk trek- ken. Er schuilt iets achter dat plan. Wat is het?" De jonge man ontmoette den vasten blik van den man, die zijn leidsman wilde zijn, zonder de geringste verandering in zijn hou sing. „U bedoelt het goed, sir Stephen", zeide hij, „en ik erken uw recht, mij raad te geven. Zooals het nu echter gesteld is, vraag ik dien niet. Ik ben van plan te leven volgens mijn eigen opvattingen. Ik schenk nionand mij vertrouwen." a uat net bestuur van „Het Landbouw- huis" nader het plan zal voorbereiden om voor de landbouworganisaties in de provincie een propagandist aan te stellen. b. Dat de heer C. Kramer Glijnis als ver- tegenwoordiger van H. N. K. in de Vereeni ging tot bestrijding van de t. b. .c. en andere veeziekten onder het rundvee is aangewezen. c. Dat het bestuur over de werkwijze van de onder b genoemde vereeniging tevreden is aangezien haar werkzaamheden zich reeds over 5305 koeien uitstrekt. d. Van het Koninkl. Ned. Landbouw Co- mite kwam een verzoek om advies van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw in over de stichting van een mond- en klauwzeeronderzoekingsinstituut. Het Bestuur achtte het gewenscht, dat er 'n onderzoekingsinstituut komt en dan in com- binatie met de Rijksseruminrichting. e. Van het Koninkl. Ned. Landbouw Comi- te kwam een schrijven in van het Centraal Veevoederbureau houdende het verzoek om medewerking tot het verkrijgen van ruimere gelegenheid voor het nemen van meer weten- schappelijke proeven op het gebied der vee- voeding. Het Bestuur besloot in deze uitbrei- ding te vragen voor het wetenschappelijk werk aan de Proefzuivelboerderij te Hoorn. f. Dat besloten is weer deel te nemen aan het collectief onderzoek voor veevoeder. g. Dat gunstig geadviseerd is op de plan- nen van het Hoofdbestuur der P. T. T. tot herziening van de telefoontarieven. h. Dat aan het Kon. Ned. L. Comite op verzoek bericht is, dat in 1916 in het over stroomde gebied vrijstelling van grondbelas- ting is verkregen. i. Dat de ondervoorzitter en de secretaris een bespreking zullen hebben met Ged. St. over de wenschelijkheid om ook de veraf wo- nenden in de provincie op billijke wijze bij het waterleidingbedrijf aan te sluif m. j. Dat een uitvoerig rapport over den toe- stand van landarbeiders aan den Hoogen Raad van Arbeid was verzonden. k. Dat het bestuur meent goed te doen ten aanzien van de Landverhuizing in het al gemeen de volgende mededeeling te doen Niemand besluite tot vestiging in het over zeesche buitenland, alvorens in zijn eigen be- lang inlichtingen en raad te hebben ge vraagd aan de Nederlandsche Vereeniging Landverhuizing, Bezuidenhoutschen Weg 30, 's-Gravenhage. Niemand ga alleen of op inlichtingen en voorspiegelingen van andere zijde. De voorzitter deelde nog mede, dat ir. Smeding tijdelijk gedetacheerd was bij het departement van Waterstaat en sprak den wensch uit, dat de heer Smeding voor het werk der vereeniging nog tijd zal kunnen vin den. Op voorstel van den voorzitter werd beslo ten den opvolger van den hr. Smeding den hr. Veenstra als adviseur der vereeniging te be- noemen. De Veeteeltconsulent, ir. de Vries, rappor- teerde hierop over de werkzaamheden van het veevoederbureau welk rapport ook reeds Maandag in Schagen was uitgebracht. In deze vergadering ontlokte het rapport nog een uitvoerige discussie over de proefne- ming met stikstof. Dr. S c h e ij begleitte de wenschelijkheid om ook aandacht te schenken aan de invloed van de bevordering van het grasgewas op de sa- menstelling van melk. De heer K a a n, Wieringerwaard, deed mededeeling over in Denemarken bereikte re- sultaten. De heer K a a ij, Hauwert, leverde een pleidooi om bij de proefneming met stikstof vooral te letten op de nawerking in het volgend jaar. Ir. d e V r i e s deelde mede, dat het Vee voederbureau, juist op grond van de bezwa- ren door dr. Scheij gevoerd de proeven met stikstofbemesting neemt. Ook de nawerking wordt nagegaan. Hij verzocht den heer Kaaij voldoende vertrou- wen in de commissie te hebben. Ir. S m e d i n g waarschuwde tegen het jagen en drijven. Men mag niet uit den grond halen wat er in moet blijven. De moderne stikstofhoudende kunstmest- stoffen kan men goed aanwenden mits't oor- deelkundig gebeurt. Men kan het echter ook zoo doen, dat er niets van terecht komt. Spr. bepleitte een matige stikstofbemesting, doch meermalen herhaald en daamaast phos- forzuur en kalizout. Als plaats voor de vol gende vergadering werd Schagen gekozen. Tot leden der commissie belast met het na- zien der rekening 1928 en begrooting 1929 werden de heeren Jm. Blaauboer Kz., D. Timmerman en P. Trapman gekozen. MEDEDEELINGEN VAN DE COMMISSIE VOOR DE KANALISATIE IN WEST-FRIESLAND. De commissie bestaande uit de heeren G. Nobel, E. Koster Dz. en E. Dz. Govers zeide het volgende: In aanvulling van onze mededeelingen op „U wilt zelfs mijn nieuwsgierigheid niet be- vredigen?" drong sir Stephen aan. „Neen". De zware eiken deur in de verte werd ge opend, er viel een zee van vreemd licht bin- nen. Johnson verscheen, gevolgd door Eusta- tius. „Lord Eustatius Wobury is hier, Your Grace", kondigde de bottelier aan. Francis stond op en wees op een plaats naast hem. „Geef een stoel aan den lord en breng nog eeneen glas", beval hij. „Het is heel vriende- lijk van je, Eustatius, hier te komen. Is het wezenlijk uw bedoeling ons te verlaten, sir Stephen?" vroeg hij, toen de advocaat op- stond. Indien u mij excuseert", verzocht de an der. „Het was een lange dag voor mij en het komt mij voor, dat mijn tegenwoordigheid niet langer noodig is." HOOFDSTUK X Eustatius nam den stoel, dien de advocaat had verlaten, een beetje beschroomd Zijn ge- heele houding was inderdaad een vraagtee- ken. De boodschap van zijn neef had bijna den indruk gemaakt van een granaat, die kwam binnenvallen. ,,Drinkt ge Port of Sherry?" vroeg Fran cis. „De port is van rek no. 12", waagde Jobn- de vorige vergadering van leden kunnen wij tot ons genoegen mededeelen, dat ook Alk maar het gevraagde subsidie heeft toege zegd voor de kanalisatie. Voor het kanaal Alkmaar, Oudkarspel, Kolhorn welk kanaal het spoedigst noo dig is is dit van groot bslang en is die kans voor de tot standkoming belangrijk ver- groot. Onzerzijds achten wij het gewenscht dat wordt aangedrongen op het nemen van maat- regelen tot spoedige voorbereiding hiervan. Wij betreuren het dat niet meer vooruit- gang gemaakt wordt met de voorbereiding voor het maken van die kanalen die inder daad noodig zijn, zooals met dit kanaal het geval is. In verband met wat wij in onze vorige me dedeeling ten aanzien van het plan voor Schagen hebben gezegd, hopen wij dat eene cplossing te vinden is, waardoor tegemoet gekomen wordt aan het groote belang van Schagen bij de kanalisatie. DE ZOETWATERVOORZIENING VAN NOORD-HOLLAND. De heer C. Nobel rapporteerde over de Zuiderzeecommissie. Hij deelde mede, dat de IJselmeercommissie, thans bestaande uit de heeren Wijdenes Spaans, Kernkamp, de beide landbouwconsulen'ten en spreker, omgezet was geworden in een Zuiderzeecommissie. Deze Commissie zal, nu de droogmaking van de Zuiderzee een zekerheid is geworden, allereerst bestudeeren of de omstandigheid voor wat betreft het zoetwater, dat door de vorming van het IJselmeer in Noord-Holland za! komen, nog dezelfde is, als toen de Com missie als IJselmeercommissie daarover rap porteerde. Als IJselmeercommissie had de Commissie de voordee'en daarvan hoog becij- ferd en de Staatscommissie nam die becijfe- ring over, maar nu velen in die cijfers een motief zien om de provincie extra te belasten, is het gewenscht, dat de Commissie de zaak opnieuw bestudeert. opdat de voordeelen wat lager kunnen worden geste'd. In de tweede plaats heeft de Commissie in studie genomen het vraagstuk van de uitgifte der Zuiderzee- gronden. Prof. Visser had gelezen, dat de Raad van Zijpe nog zeer veel waarde hecht aan de zoetwatervoorziening. In dit verband werd gesproken over een kanaal Zijpe Stolpe, maar dit kanaal zal met de zoetwater voorziening uit het toekomstige IJselmeer niets meer te maken hebben. In April 1927 hield spr. te Amsterdam een vooraracht over het militaire peil en de zoetwatervoorziening en hij wees erop, dat in de plannen een vrij groote verandering is gekomen. Het kanaal, dat altijd geprojecteerd is geweest zooals de Commissie-Lovink oordeelde, vanaf het Boezemmeer iwars door Wieringen naar het IJselmeer is verdwenen. De Commissie- Lovink heeft nooit anders geweten, dan dat de zoet watervoorziening an Noord-Holland via dat Boezemmeer zou geschieden. Nu be- staat er hoogstens nog het eene trace van een eventueel te graven kanaal. Als men waarde hecht aan de zoetwatervoorziening van het Noordelijk deel van Noord-Holland dan zal men verstandig doen te ageeren voor het her- stel'en van dat kanaal. Komt het niet, dan moet de zoetwatervoorziening geschieden via Schardam en via het Alkmaardermeer en spr. heeft er een zwaar hoofd in, dat men de ont- zilting van het N.-Hollandsch Kanaal langs dien weg kan tegengaan. Nu kan men zeggen, dat men met het W.- Friesche kanalenstelsel een iets korteren weg krijgt, doch dat kanaal van HoornSchar dam langs Alkmaar, het Enkhuizen—Medem- blikkanaal, is vrij ver teruggezet, maar ook zelfs als dat komt, dan is de omweg nog ver- bazend groot, omdat bij Schardam het zoet water zal worden opgenomen, het gaat dan Zuidelijk langs verschillende rings!ooten van Heerhugowaard, zoodat in de Noordelijke punten, waar men de ontzilting het meest noodig heeft, het zoet water alleen kan krij- gen als men mede langs het kanaal door Wie ringen kan afspuien en men dus wel moet aandringen op een kanaalverbinding van het Boezemmeer rechtstreeks met het IJselmeer. De heer C. Nobel zeide, dat dat punt de aandacht van de Commissie heeft. De heer R e z e 1 m a n was overtuigd, dat de voordeelen van de zoetwatervoorziening grooter zijn dan de nadeelen. Er zijn echter ook nadeelen en spr. zou gaarne zien, dat de Commissie ook die nadeelen overweegt. Voor de schapenfokkerij b.v. zal dit eenigszins een nadeel worden. De heer K a a ii merkte nog op, dat Dr Bierema voor de uitgifte van de Zuiderzee- gronden wel eenigszins gaat in de richting, zooals die door den landbouw vrij alge- meen wordt gewenscht. HET KUNSTMATIG DROGEN VAN BIETENBLAD EN KOPPEN. Ir. Smeding rapporteerde over het bo- venstaande. Door den Directeur van den landbouw was spr. een paar dagen in de ge legenheid gesteld, de drogerijen in Duitsch- son bescheiden. „Sir Stephen wenscht het." „Dan in elk geval port", verklaarde Eusta tius. „Die advocaten kiezen gewoonlijk het besle Hij dronk met waardeering den wijn en merkte met voldoening op, dat het glas van zijn neef oonieuw was gevuld. Deze wachtte, totdat Johnson de kamer had verlaten en de vers, afgelegen deur was afgesioten. „Ik vraag je vanavond hier te komen, Eustatius", begon hij, „omdat het mij in den loop van verschillende gesprekken duidelijk is geworden, dat Sir Stephen zich een eenigs zins verkeerd denkbeeld heeft gevormd om- trent mijn toekomstplannen. Hij schijnt te hebben gedacht, dat ik natuurlijk zou voelen voor maatschappelijk en philantropisch werk, met misschien eenige neiging tot politiek Niets van dat alles interesseert mij." Eustatius begreep er niets van, maar bleef zeer op zijn hoede. „Een oude droogstoppel, die sir Stephen", verklaarde hij. ,,Hij dringt bij mij altijd er op aan, om, wat hij noemt „een carriere" te be- ginnen. Wat duivel, ik was zes jaar bij de Household Brigade!" Dat is meer dan ge- noeg. voor wien ook". „Mijn eigen neigingen gaan in andere rich- ting", vertrouwde Francis hem. toe. „Gij kunt, den-k ik. mij van dienst zijn". Eustatius zette het glas neer, dat hij op het punt was aan zijn lippen te brengen. Hij wist niet, waaraan zich te houden. ,Je van dienst zijn?" herhaalde hij. Zoo- land te bezoeken. Deze Jtorfe kennismaking stemt tot de uiierste voorzichtigheid. Ook om dat aan de bietenbladdrogerij een tintje wordt gegeven, dat verband houdt met de moeilijk- heden, waarin de suikerindustrie is geraakt. Men wil dit als dooddoener tegen de bieten- bouwers gebruiken en zeggen, dat zij daarmee hun bedrijf kunnen redden. Wat spr. zal zeg gen, moet men echter los zien van de al of niet-bescherming geschiedenis. In Saksen en Silezie zijn een vijftig inrichtingen, waar het biefenblad wordt georoogd. Voor een deel zijn ze gesticht als zelfstandige bedrijven en voor een ander deel als onderaeel van een suiker- fahriek, doch voor het grootste dee! als neven- bedrijf van het bietenbedrijf om het bietenblad en dte koppen beter te benutten Spr. is tot de overtuiging gekomen, dat in Holland aan die zaak de noodige aandacht moet worden geschonken. De voedingswaar- de van het bietenblad is hooger dan de mest- waarde. Het meest economisdie is, het als versch voer aan de koeien te geven, maar dit kan nu eenmaal niet met al het bietenblad. Het gedroogde bietenblad wordt in Duitsch- land in den handel gebracht onder den naam van „troblaco" en wel in een hoeveelheid van 20 millioen K.G., waaiwan 3/4 in het eigen bedrijf ferugkomt. Hier moet nog veel tegen- stand overwonnen worden om het bietenblad van het land te halen. Wanneer het werk ech ter voldoende betaald wordt, wat in Duitsch- land gebeurt, dan zijn de bezwaren wel te overwinnen. In Duitschland maakt men de capaciteit van de drooginrichtingen niet te groot met het oog op de vervoerkosten. Spr. gaf een overzicht van de bewerkings- wijze. Het drogen van het bietenblad geeft in Duitschland per bunder 100 kosten. Doch men betaalt het daar ongeveer met 300 per bunder. De boer levert het met de koppen aan de fabriek en krijgt 160 per bunder. De boer, die het droge product terug wil heb ben, levert nat iets meer en ziet zoo de kosten verrekend. Zoo'n inrichting kost pl.m. 120.000; het werk is eenvoudig en eischt weinig deskundig personeel. Ook de schie- ters worden race verwerkt. Ze hebben in Duitschland daarvoor reeds een vereeniging gesticht, die ten doel heeft om een gelijkmatig handelsproduct te krijgen. aangezien de aan- gesloten fabrieken een verkoopbureau hebben. De Duitsche regeering verleent credieten voor het oprichten van die drooginrichtingen en verlaging van het spoortarief voor het vervoer van elk Nad. Spr. meent, dat het gewenscht is, dat ook hier een proef genomen wordt. Wanneer het voor 8 a 9 per 100 K.G. verkocht kan worden, dan komt men tot een andere rekening dan tegen een verkoop van f 6, een prijs, waartoe men komt als men het berekent naar du voedingswaarde. Bij die laatste berekening is echter de groote vraag, hoe de amiten in rekening moeten worden gebracht. Spr. komt tot de volgende conclusie: 1. In de streken van ons land met veeloos- bedrijf, alsmede daar, waar zooveel suiker- bieten worden verbouwd, dat blad en koppen onvo'doende voor de veevoeding kunnen wor den benut, verdient het ernstig overweging een proef te nemen met het kunstmatig dro gen van dit materiaal. 2. Waar het hier een proefneming be treft, waardoor bij welslagen de rentabiliteit van de bietencultuur gunstig kan worden bei'nvloed, verdien het aanbeveling hiervoor hulp te vragen bij de Regeering, welke zou kunnen worden verleend door: a. het finantieel steunen van pogingen, om te komen tot de oprichting van een of meer drooginrichtingen in de daarvoor in aanmerking komende centra van bietencul tuur; b. het in studie (do-en) nemen van een meer economisch transport van bieten, blad en. koppen, aangezien een doelmatige trans- porteur een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee zou kunnen brengen, waardoor te- vens in natte najaren geen structuurbederf zou zijn te vreezen en de drooginrichtingen een grootere zekerheid zouden hebben steeds over vo-'doende grondstof te beschikken. 3. Het is gewenscht zoo mogelijk nog do zen winter orienteerende voederproeven te nemen met het gedroogde product, dat in Duischland onder den naam van „troblako" in den han-del wordt gebracht. 4. Een instal'atie als bovenbedceld zou in akkerbouween-tra ook voor het drogen van andere landbouwproducten (als b.v. fijne za- den) wellicht toepas-sing kunnen vinden. Hierop volgde een vrij uitvoerige discussie over de moeilijkheid om in ons laag polder- land het bietenblad van het land te halen. De heer H u ij s m a n, secretaris van de H. M. v. L., oordeelde de zaak zeer belang rijk en wenschte een akkerbouweommissie voor Zuid- en Noord-Holland. Hij hoopte, dat Ir. Smeding en Prof. Visser ook het trans port van het land willen bestudeeren. Prof. Visser deelde mede, d-at hem hierover reeds een vraag had bereikt van de C E. M. Van specula-tieven kant zal reeds een iets vl het verhaal van de spin, die den kening redde, lijkt het mij. Niet? Ik zal na tuurlijk drommels blij zijn, a-ls ik iets voor je kan doen Hij dronk zijn glas uit. Zijn gastheer vul- de zijn glas opnieuw en schonk zijn eigen glas een beetje bij. „Ik ben blij te zien, dat je een glas wijn drinkt, neef Francis", verklaarde Eustatuis „Wij maakten onzen eigen wijn op bet klooster", vertelde Francis. „Het was echter treurig brouwsel, vergeleken met dezen, Waarschijnlijk heb je je ook een verkeerde meening over mij gevormd, Eustatius", voeg- de hij er aan toe na een oogenblik zwijgen. De jonge man bewoog been en weer op zijn stoel, blijkbaar niet op zijn gemak. „Ach, dat weet ik zoo niet", prevelde hij „Iemand, die van een klooster komt en zoo zie je dan weet men niet precies, waar aan zich te houden." „Je dacht, dat ik streng van beginselen was?" „Nu, die types, die wij daar zagen in die bruine pijen die je dien morgen kwamen halen, toen Monica op de wallen was die schenen wel een beetje somber." „Zoo, was dat je indruk van hen?" „Nu, die lui, die er rondwandelen zagen er niet bijzonder vroolijk uit, he?" meende Eustatius, „geen van hen maakte den indruk of hij in keimisstemming was". „Zij hadden niet veel gelegenheid tot der- gelijke ontspanning", merkte Francis op. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5