llhuiiitlt Ciurani.
Honderd derti^sfe jaarsang,
Pluimveev eelt
1C u nst
L in oil i vaart
verkoudhefd
Osise P€<fiif$j-iieri,
Tijdschriften
No. 301 1928
Donderdag- iO Becemher.
Als we bij het gieren van de najaars-
stormen zoo knusjes bij de kachel
zitten, gevoelen we ons welbehaaglijk
en gaarne sprckei' we dan weer over
het naderende voorjaar. Ja, zegt Wil-
lem, die met Piet bij mij een avondje is
komen praten, als eerst de kieviten
maar weer *.esten hebben!
Dan gaan we er zeker weer op uit,
net als in het verloopen voorjaar. Hij
dacht aan het volgende:
Met ons drietjes togen we uit, Wil-
lem, Piet en ik, om te trachten eenige
eieren te vinden van den alom beken-
den Kievit (Vanellus vanellus).
Piet, die het werk jaren lang bij de
hand heeft gehad, verbeeldde zich spe-
cialiteit in het vak te zijn, en ons menig
lesje op het gebied van eierenzoeken te
kunnengeven. In den polder „Het
N^orden" op Texel, dat heerlijk oord
voor zoovele onzer gevleugelde vrien-
den, zouden we ons ^eluk beproeven en
reeds te vier uur in den morgen van den
5den April naderden we den Slaperdijk
van genoemden polder. Zeer behoed-
zaam gluurden we over dezen dijk
heen, om te bespeuren, of niet ergens
de verlengde kopvederen (het kuifjo)
van een op het nest zittenden kievit bo-
ven het nog korte gras uitstaken. Wei
zagen we tal van kieviten loopen en
hoorden we et vroolijk ..gekiewiewiet"
van veel vlugge mannetjes, die met
breede wieken en snirtende slagen nu
den linker en dan weer den rechter-
vle ige Inaar beneden hielden, om plot-
seling bijna loodrecht naar boven te
stijgen en met een vlugge buiteling we-
der neer te komen.
Toen we ons eenigszins hooger boven
den dijk begaven zagen we op korten af-
stand van ons een wijfje schielijk.door
het gras Snellen, toen tegen den wind
in opvliegen, om eenige meters verder
weer neer te dalen en verder te loopen
„Die vliegt van 't nest," zei Piet, en
spoedig snelden we de andere zijde van
den dijk af naar de plaats, waar ons va-
nellusje het eerst door ons werd opge-
merkt. En na eenig zoeken vonden we
het nestje met slechts e6n ei. Pit voel-
de er aan en gaf als zijn meening te
kennen, dat de weggevlogen kievit nog
moest leggen omdat dit ei „steenkoud"
was. We besloten daarom het ei in het
nest te laten en bij het naar huis gaan
den inhoud van het nest mede te ne-
men; stellig zouden er zich dan twee
eieren jn bevinden. Het stuk land, waar-
op we ons bevonden, geleek ons voor
kievitseieren bijzonder geschikt, en
daarom stelde Willem voor, om het ak-
ker voor akker in zlg-zaglijnen af te zoe
ken. Piet keurde zulks af, en noemde
het landziekig werk. Hij beweerde, dat
een eierenzoeker den blik naar boven
moet richten en aan de vliegende kievi
ten kunnen zien, waar hunne nesten
zich ongeveer bevinden. Wij, Willem
en ik, beweerden geheel onbedreven te
zijn en wilden gaarne ons plan uitvoe-
ren. We spraken daarom af, dat Piet
all een vender zou gaan en wij tweetjes
op en neer zouden loopen. A1 ziegeza-
gende liepen wij heen en weer; vroolij-
ke kieviten schermden ons om het
hoofd, terwijl andere met loomen wiek-
slag in flauwe kringen rondom ons vlo-
gen en af en toe een treurig geluid lie-
ten hooren. Uit een en ander meenden
we te mogen constateeren, dat hier
eieren gevonden moesten worden
Dus maar ijverig gezocht want we zou
den zoo gaarne eens aan Piet willen too-
nen, dat zijn theorie in de practijk kon
falen.
Piet sprong over verschillende sloo-
ten, gluurde achter walletjes, liep nu
eens snel en bekeek dan weder de bewe-
gingen van vliegende kieviten, om wel-
dra in een rechte lijn te loopen en even-
tjes te bukken en iets op te rapen. Het
was, om jaloersch te worden. Doch, wat
zou het ons baten, of wij aj dergelijke
geforceerde bewegingen maakten! Wij
waren leeken en hadden nog nimmer
der kieviten heiligdom betreden. Daar-
orp maar weer verder, van links naar
rechts en van rechts naar links.Somtijds
vonden we een mooi nestje, van eenig
dood gras voorzien, of ook wel een kuil-
tje, waar de aarde pas uitgekrabd was,
doch eiei m vonden we vooreerst nog
niet. Misschien wel twintig akkers had
den we afgezocht, toen ik vlak aan het
kantje van den greppel een nog onvol-
tooid nest vond met 66n ei er in. Dat,
gaf moed en weer zig-zagden we voort,
totdat Willem plotseling uitbarstte:
„Hier heb ik er vier!" En ja, daar lagen
ze, de olijfgroene, van zwarte vlekken
voorziene eieren, alle vier heel knusjes
met de punten naar het midden van
het nestje gekeerd. Ik verzochi Willem
de eieren nog even in het nest te willen
laten liggen, opdat we nu eens de vlie
gende kieviten konden bestudeeren
Heel hoog in de lucht vloog er een ang-
stig rond. We onthielden goed de
plaats, waar 't- nest zich bevond en ver-
wijderen ons toen langzaam, steeds de
bewegingen van den vliegenden kievit
gadeslaande. En, hoe meer we weggin-
gen, hoe lager de vermoedelijke eige-
naar van het nest daalde, totdat hij
plotseling een vroolijk „gekiewit" aan-
hief, wat stellig moest beduiden: be-
houden, behouden! Een tweede vogel,
matter van kleur, trippelde over het
land, en verdween weldra op de plaats,
waar het nest zich bevond; ongetwijfeld
was dit het wijfje, dat het nest weder
zou innemen.
We vleiden ons neder aan het kantje
eener sloot, om Piet op te wachten, die
al zoekende naderde. We waren zeer
nieuwsgierig te weten wat hij gevon
den zou hebben. Intusschen luisterden
we naar het „tu-tu-tu" van een paar
mooie Tureluren (Totanus totanus),
die met nikkende bewegingen post had
den gevat op een hek in onze nabijheid
terwijl we bewonderden de mooie bonte
kleuren van enkele Scholeksters (Hae-
matopus ostrilegus) en Kluiten (Recur-
virostra avocette.)
Piet was nog eenige akkers van ons
verwijderd, toen ik vijf vingers opstak,
om Hem te kennen te geven, dat wij een
gelijk aantal eieren hadden gevonden.
Aan een glimlach van Piet bemerkte ik,
dat dit getal voor zijn vondst veel te
k'ein was. Piet zette zijn groote pet heel
behoedzaam van het hoofd en met ver-
bazing ontwaarden we, hoe zich daarin
bevonden 27 kievitseieren. Nooit had ik
gedacht,, dat iemand zooveel eieren op
zijn hoofd kon heel houden. Het bleek
ons nu genoegzaam, dat men ook om
kievitseieren te zoeken, verstand en er-
varing behoeft.
„En waar blijf je nu met je 5
stuks," zeide Piet. Ik wih'e hem mijn
eenige eitje, dat ik in mijn jaszak had
geborgen laten zien; doch tot mijn
grooten schrik bespeurde ik, dat de
schaal stuk was en de inhoud van het
ei zich door de zak had verspreid. Eene
aangename gewaarwording was dat
niet voor mij en ik werd nog uitge-
lachen op den koop toe. Verder deelden
wij Piet mede, dat de overige vier nog
in het nestje lagen, waarop Piet een
bedenkelijk gezicht zette en vreesde,
dat deze eieren bebroed zouden zijn.
Want als de ki vit eerst het vierde ei
gelegd hceft, vangt hij bijna onmiddel-
lijk met het broedingswerk aan. We
spoedden ons naar de plaats, waar het
nest zich nevond en heel duidelijk heb
ben we gezien, hoe het wijfje al loopen
de het nest verliet, om daarna tegen den
wind in te viiegtn om een siukje verder
weer te gaan zitten.
De mooie d.ren waren heel warm ge
worden. Piet nam een ei uit het nestje
en liep naar 'n sloot, waarhcen wij hem
volgden. Hij zou het ei „schouwen".
Legde hij 't ei op de vlakke hand in het
water, dan itte het dikke eind aan-
merkelijk naar boven, wat een bewijs
was voor een heel s+ ,letjes en heel jo-
rizontaa! op de band liggen, /or,dat ze
alle voor „schoon" werden verklaard
Het „vuile" eitje werd bij de drie ande
re in het nestje gelegd, en de kievit, die
weder hoog in de lucht in cirkelvormi-
kringen rondvloog, mocht zijn
„schat" behouden.
In het nestje, dat we het eerst hadden
gevonden, lag naar e£n ei. Dit werd
uitgehaald en een kleine aardappel
werd er in het nest gelegd. Piet had
in meerdere nesten een of twee aard-
appe.ltjes nedergelegd, en toen wij den
volgenden morgen nog ecus met hem
naar „Het Noorden" gingen, konden
we in meerJere nesten eeri ei bij de
aardappeltjes weghalen Zoo laten de
kieviten zich bedotten'
't Is al vele jarcn geleden,—dat wo de
zen tocht maakten. Piet is al eenige ja
ren geleden gestorven Wi'lem- is een
bekwaarn ein-mzoeker geworden, doch
ik ben, helaas! nog een brekebeen in
het vak en za! tnt e nimmer ver in
brengert.
J. D Dzn
Vragen, deze rubriek betrefende, kun
nen door onze abonnd's worden gezon-
den aan Dr. te Hennepe Diergaardesin-
gel 96 Rotterdam. Postzegel van 7K cent
voor antwoord insluiten en blad ver-
melden.
Slot van Aladdins Wonderlamp en
kleine-tufntjes-kippenhouders.
In het vorig artikel heb ik reeds ge-
zegd, dat de benzinelamp een helder
wit licht geeft. De fabrikanten zeggen
dat het licht 300 kaarsterkte heeft, en
noemen het zonneschijn bij nacht. Als
men daar nu de gewone reclame-opsnij-
derij van aftrekt blijft er nog meer dan
genoeg over voor ons loel en voor ka-
merverlichting. Het licht is zoo sterk
dat men er niet in kan kijken:
Ook wordt er gezegd dat een kind met
de la*, p kan omgaan, wat ook weer on-
zin is, maar een gewoon mensch, die
niet al te slordig is kan er wel mee om
gaan en dit is ook weer voldoende. De
benzine-toevoerbuis wordt met een luci-
fer of een klein spiritusvlammetje voor-
gewarmd e.* zoodra het kousje gloeit,
verwarmt dit zelf de benzine
Daar alleen het goed afgesloten reser
voir de benzine bevat is de lamp vrijwel
gevaarloos en de vlam weerstaat schok-
ken, slingeren en zelfs een flinke wind.
De kousjes moeten van een bijzonder
sterk materiaal zijn en hoewel ze veel
meer licht uitstralen dan gas-gloeilicht-
kousjes zijn ze veel en veel sterker De
gas*-gloeilichtkousjes heb ik altijd een
ramp gevonden, bij het gerine-ste zijn ze
stuk en het is een voortdurende bron
van groote onkosten. Deze stormlamp-
gloeikousjes bindt men zelf met een
touwtje vast en gloeit ze uit met een
lucifer. Daarna kan men ds lamp flink
schudden zonder dat het kousje stuk
gaat. Als bewijs kan het volgende die-
nen. Ik heb onlangs een lezing gehou-
den ongeveer een 20 K.M. van Rotter
dam en heb de lamp gewoon achter in
de auto gelegd. Daarna ben ik met een
flinke vaart naar de lezing gereden en
onmiddellijk na aankomst brandde de
lamo prachtig, ik kon het zelf haast niet
gelooven. Ditzelfde heb ik op den terug-
weg geprobeerd, waarbij ik op sommige
strekken 70 K.M. op mijn snelheidsme-
ter noteerde. De lamp bleef goed en is
nog goed met hetzelfde kousje.
We zijn dus door dit soort lampen van
alle geknoei met stinkende petroleum af
van vuil en vetvlekken enz. geen wal-
men of roeten, geen flikkeren der vlam.
De lampen branden ongeveer 14 uur
op 1 liter benzine. Vergelijk dit eens met
electrisch licht van bijv. 100 kaars. Maar
ik vernomen heb wordt dit systeem
van verlichting al jaren lang in Ned
Indig en Amnrika gebruikt in de huizen
en toen ik ze zag dacht ik direct dat ze
voor de kippenhokken ook groote waar-
de zouden hebben.
Naar ik gehoord heb worden ze thans
ook bij de Ned. Spoorwegen, verschillen
de gemeentewerken en brandweerorga-
nisaties gebruikt. De prijs der grootere
lampen is ongeveer 17 per stuk. Er
zijn verschillende soorten in den handel
en bepaalde merken kan ik dus niet
noemen.
Van de winter-verlichting kom ik
weer op een andere winterijkwestie,
n.l. de bodembedekking onzer hokken,
het z.g. strooisel. Ook hieraan -wordt
veel te weinig aandacht aan geschon-
ken omdat't als een bijzaak beschouwd
wordt en toch is het een zeer voornaam
punt. Het valt mij vaak op dat vooral
door kleine pluimveehouders vaak on-
wetend gezondigd wordt en dat is jam
mer.
De grootere pluimveehouders weten
de eischen wel die aan goede hokken en
huisvesting gesteld worden doch er zijn
duizenden, ik zou haast zeggen hon-
derdduizenden pluimveehouders in ons
land, die een klein tuintje hebben en er
kippen op na houden voor hun genoe-
gen en voor de versche eitjes doch die
natuurlijk er niet aan denken voor die
paar kippen zich van alles goed op de
hoogte te gaan stellen. Het is gewoon-
weg verbazend als men in steden als
Rotterdam eens hier en daar in de tuin-
tjes der woonwijken kijkt en daar over-
al waar maar eenige plaats is, kippen
hokken en kippenrennetjes vindt. Deze
kippen geven ran de bewoners een pret-
tige afle' ling en b'j voedering met keu-
kenafval en wat bijvoer geven ze vaak
heel aardig profijt. Deze stadstuintjes
vooral in steden als Amsterdam en Rot
terdam liggen vaak laag en zijn vochtig
en er is niets waar een kop zoo het land
aan heeft als aan vocht. Zelfs eenden,
hoewel ze graag overdag wat rond-
ploeteren, moeten's nachts droog zitten
en dit geldt voor kippen nog meer. Men
ziet sons de stomme dieren den heelen
dag in half docker den heelen dag in
een koud rennetje scharrelen en
's nachts worden ze opgeborgen in een
donker slecht geventileerd hokje. Ook
in de vakbladen wordt over het alge-
mcen te weinig aandacht besteed aan
deze geweldig groote groep van kleine
pluimveeliefhebbers-houders omdat ze
zich natuurlijk niet bewegen in ver-
eenigingen en niet veel van zich doen
spreken. Toch willen juist deze lieden
van tijd tot tijd wat over 1 un dieren le-
zen en vandaar dan ook dat ik probeer
in deze artikelen mij zooveel mogelijk
.n te uassen aan de lezers der plaatse-
li.ike bladen. Dit lijkt veel gemakkelij-
ker dan het is, want om telkens iets te
schr'iven dat aantrekkelijk is en toch
tevens een goede kern bevat, dat valt
niet mee.
Ziedaar dus een verhaal over totaal
iets anders als waarever ik praten wou,
n.l. over het strooisel in het hok of de
ren. Als een schooljongen in het opstel
van den meester zoo den draad kwijt
raakte kreeg de stumper vast een dikke
onvoldoende er voor, doch ik voor mij
heb dit voordeel, dat ik oudanks alle
buitennissige zijpaadjes toch altijd weer
op den hoofdweg terecht kom en dan is
zoo'n wandeling langs allerlei kronkel-
paac jes vaak heel wat interessanter
dan het loopen op den grooten weg. De
volgmde maal gaan we dus in alien
ernst praten over het strooisel-mate-
riaal.
Dr. TE HENNEFE.
TOONKUNST.
Een onzer vaderlandsche toonlcunstenaars,
te Leipzig studiegenoot en vriend van Men
delssohn en Gade, verklaarde eens hi] had
toen een invloedrijke positie in ons muziek-
leven dat alle levende componisten van
dien tijd te samen nog niet een Gade uit-
maakten Dat was boud gesproken en als het
in dezen tijd gezegd werd', zou het heel wat
tegenspraak ontmoeten Maar niettegen-
staande de heel andere inzichten, ook op mu-
zikaal gebied, van nu, is Gade nog wel te
genieten „Toonkunst" al thans heeft gister-
avond met „Psyche", het uitgebreidste koor-
werk van den Deenschen componist, een j
goed geslaagd concert gegeven.
En het luisteren naar zulk een werk heeft
veel aantrekkelijks. „Psyche" is bizonder
meiodieus geschreven, orafgebroken vloeit
de melodische stroom voort, onbegrijpelijke
problemen komen er met in voor Wat wil
men meer! Zulk een avond, als die van giste-
ren, bevrijdt den hoordei van ingespannen
luis'eren, men zet zich op z'n gemak neer, en
men laat den invloed van Gade's behoorlijke
muziek over zich heen komen Het Toon-
kunstkoor was er gelukkig in; 't klonk zeker,
en men gaf zich. Er werd goed genuanceerd,
en waar het noodig was, bijv. in „Allbesieger,
o Eros! dein Pfeil" kwam er 'n frisch forte
voor den dag, ondanks het bij dit koor nog
altijd te geringe aantal bassen, waarover
zich in de pauze een van hen bij mij be-
klaagdc. Op z'n verzoek of ik niet wat nieuwe
leden (bassen) voor het koor kon aanwerven,
moest ik hem helaas 'n teleurstellend ant
woord geven. Kon ik het, ik zou het doen
ook.
Maar het koor dan, was doorloopend pa-
raat evenals de dirigent, de heer Oushoorn,
die met de meeste toewijding leidde, alsook
het strijkorkest, en mej. Oort aan den vleugel.
Met de solisten was men ook goed ge
slaagd.
Mej. Schnitzler (sopraan) en de heer van
Duuren (baryton) beiden uit Nijmegen, zon-
gen de partij van Psyche en van Eros Om-
vangrijke partij'en en vooial voor de sopraan
veeleischend, juist tegen het einde van het
werk. Ze zijn echter dankbaar en zooals mej
Schnitzler en de heer van Duuren hun solo's
voordroegen, en hun duo's vertolkten, kon het
succes niet uitblijven. Het niet talrijke pu-
bliek heeft dat dan ook onomwonaen bewe-
zen, en hun, zeer terecht klinkende hulde ge-
bracht, die ook toekomt aan het drietal koor-
leden sopraan, alt en tenor die het ter-
zet uitvoerden. In de plaats van mej. Zijp, die
niet kon komen, werd de partij van „Proser-
pine" door mevr. de LangeVan Rijn gezon-
gen, die aan die kleine partij veel relief gaf.
Psyche beslaat slechts een halve avond.
Dus kregen we na de pauze aparte solo-
voordrachten, voorafgegaan door het spelen
van de „Elegie" uit de „Serenade" van Tschai-
kowsky, door het strijkorkest, dat daarin
goed op dreef was.
Mej. Schnitzler hernieuwde haar succes met
het zingen van twee Italiaansche aria's van
Scarlatti, en van Gliick, mevr. de Lange werd
zeer geprezen om haar voordracht van drie
liederen van Schubert, den componist die dit
muziekseizoen zeer gehuldigd wordt apart
vermeldt zij de vertolking van „Erlkoning,
ook de heer Oushoorn voor z'n klavierspel
bij dit lied en de heer van Duuren had
buftengewonen bijval met een opera aria van
Massenet. z6o zelfs, dat hij een extra num-
mer moest geven-
Aan het einde van het concert kwamen we
dus nog in de opera-muziek terecht.
A K.
449ste STAATSLOTERIJ.
Trekking van Woensdag 19 Dec.
Pr
ij z e n v a n
4 5.
5
47
49
127
145
155
182
358
361
423
429
443
458
512
513
516
529
551
614
660
662
695
701
844
845
866
1040
1079
1104
1108
1117
1182
1198
1224
1228
1257
1262
1275
1294
1302
1347
1361
1380
1421
1457
1612
1638
1689
1939
1947
1966
1997
2054
2059
2107
2119
2148
2246
2296
2324
2363
2368
2385
2455
2458
2460
2498
2536
2540
2582
2643
2680
2698
2721
2947
2955
2960
3032
3069
3074
3125
3148
3149
3225
3256
3266
3278
3325
3340
3440
3444
3454
3514
3539
3565
3575
3614
3621
3641
3655
3705
3734
3756
3820
3901
3909
3935
3980
4004
4088
4092
4152
42-16
4278
4284
4407
4442
4460
4523
4598
4618
4627
4696
4757
4772
4787
4854
4954
4970
4978
50Q0
5065
5117
5159
5243
5301
5321
5338
5510
5539
5565
5579
5623
5724
5737
5754
5831
5872
5880
5895
5934
5943
5958
5969
5977
6000
6055
6096
6219
6257
6279
6306
6312
6321
6309
6511
6510
6544
6593
6599
6658
6692
6726
6768
6790
6830
6989
7130
7161
7255
7277
7373
7374
7427
7497
7542
7638
7668
7875
7921
7938
7985
8106
8180
8273
8429
8538
85-^6
85S0
8693
8700
8-01
8724
8784
8874
8884
9035
9041
9064
9144
9176
9195
9196
9216
9217
9229
9245
9307
9332
9339
9350
9362
9532
9592
9612
9616
9955
9994
9997
10045
10C 58
10121
10197
10227
10308
10417
10422
10463
1C464
10495
10531
10539
10541
10613
10630
10634
10648
10662
10076
10723
10774
10823,
10912
10940
11039
11C63
11092
11201
11291
11327
11341
11347
11357
11362
11375
11407
11442
11450
11478
11513
11541
11555
11585
11598
11652
11731
11807
11819
11835
11846
11863
11906
11963
12120
12235
12255
12333
12335
12395
12441
12491
12508
12540
12^07
12662
12765
12788
12824
12873
13034
13102
13176
13244
13272
13335
13342
13386
13417
13429
13547
13658
13704
13/15
13771
13945
13946
13960
139S8
14001
14076
14095
14421
14479
14494
14248
14266
14340
14378
14380
14481
14524
14598
14695
14696
14750
14878
14973
15001
15032
15075
15091
15149
15202
15248
15260
15324
15328
15339
15364
15434
15441
15541
15558
15559
15570
15591
15665
15792
15826
15875
15889
15971
15982
16008
16032
16126
16245
16315
16356
16388
16510
16531
16534
16556
16621
16671
16729
16772
16831
16833
16891
16989
17021
17039
17052
17114
17127
17165
17215
17307
17315
17344
17447
17449
17476
17642
17659
17667
17687
17689
17701
17707
17718
17718
17722
17778
17806
17807
17832
17884
17913
17977
17994
18033
18113
18130
18157
18163
18199
18224
18264
18271
18279
18318
18325
18358
18426
18472
18475
18480
18483
18535
18599
18611
18629
18638
18722
18769
18882
18987
19018
19022
19050
19066
19110
19197
19276
19340
19444
19468
19492
19497
19556
19605
19658
19678
19732
19746
19761
19768
19837
19968
19971
19972
20025
20049
20088
20160
20213
20220
20269
20326
20331
20403
20405
20434
20440
20538
20587
20611
20645
20696
20736
20783
20918
20921
20940
20942
20955
20963
20990
VIJF-EN-TWINTIG JAREN
LUCHTVAART.
Gedenkteeken onthuld.
Uit New York wordt gemeld, dat
Maandag, op den dag, dat Orville
Wright 25 jaren geleden de eerste vlucht
maakte, een gezelschap, bestaande uit
vooraanstaande personen, zich begeven
heeft naar Kitty Hawk (Noord-Caroli-
na), naar de plek, waar Orville Wright
en zijn broeder Wilbur voor het eerst
de lucht in gingen. Het gezelschap be-
stond uit vertegenwoordigers van der-
tig landen, gedelegeerden van de beide
Huizen van Congres, Staats- en Oor-
logsdepartement, van een aantal lucht-
v&art-vereenigingen en andere organi-
saties.
Op de plek, waar het vliegtuig op-
steeg. heeft Senator Brigham, van Con
necticut, president van de Nat. Aer. As
sociation, een reusachtige granieten kei
onthuld, waarop een gjdenkplaat. Be-
halve mr. Orville Wright waren nog
vier ooggetuigen van de eerste vlucht
aanwezig, t.w.: John T. Daniels, W. S.
Dough, A. D. Etheridge en John Moore.
Ook was er tegenwoordig de gastheer
Hulveringen
tabletten.
van het huis, waarin de Wrights gedu-
rende de drie seizoenen vertoefden,
toen zij hun e rste proefnemingen uit
voerden met glij-vliegtuigen alvorens
zij opstegen met een toestel, voorzien
van een motor.
NIEUW SCANDINAVISCH
HOOGTERECORD.
Het Scandinavisch hoogterecord
(8860 M. eenige jaren geleden gemaakt
door den Deen It. Jensen van de ma
rine) is gisteren geklopt door den
Deenschen marinevlieg-'* Erik Rasmus-
sen, die een hoogte bereikte van 10.000.
Het toestel was een Danecock Hunter
voorzien van etn Jaguar-motor van 385
P.K. De recordvlucht duurde 1 uur 50
nr'n. De barografen zulle gecontro-
leerd worden door de Deensche lucht-
v artvereeniginr Bij een vlucht, later
op den dag emaakt bereikte de Deen
sche officier vlieger Petersen 9000 M.
BRAND.
Uit Medan wordt gemeld. dat door een
brand viji Chineesche toko's in de Kampong-
lada nabij Rindjei in de asch zijn gelegd De
schade bedraagt dertig-duizend gulden waar-
van twmtigduizend door verzekering is ge-
dekt.
VERDI 1STERING.
Het d'strictshoofd van Bangkinang is ge-
schorst in verband met eene verduistering
van gouverncmentsgelden ten bedrage van
tweeduizend gulden.
Verschenen is het Kerstnummer van
Onze Ttunen het gei'llustreerd weekblad voor
liefhebbers en vaklieden, gewijd aan
tuin- en buitenleven. (Administratie-
adres N. Z. Voorburgwal 256 Amster
dam).
Het fraai geillustreerde nummer be
vat weer tal van interessante'bijdragen
o.a. over het bewaren van a^pelen en
peren in den winter, het forceeren van
bolgewassen, een kijkje in s"t Boskoop-
sche tuinbouwbedrijf, diverse meststof-
fen, practische combinaties in het
pluimveebedrijf, bijenteelt, honden, enz.
KERSTNUMMER MAANDBLAD
DE KRONTEK.
Het Tweede Nederlandsche Grafische
Kunstkerstnummer van ,.De Kroniek" is ver-
verschenen als een boekdeel, waarvan veel
werk is gemaakt, zoowel wat inhoud als uit-
voering betreft.
Van den uitgebreiden inhoud releveeren we
allereerst de bij drage van Felix Timmermans'
Kerstsneeuw.
Hierbij is een correspondence over deze
bijdragen, welke Timmermans karakteristiek
regelmatig handschrift toont, met toestem-
ming van den schrijver in facsimile weerge-
geven.
Ook elders treffen we nog een toepasse-
lijke bijdrage van Timmermans, evenals
„Kersisneeuw" met zijn knappe teekeningen
verluc'ht, in dit nummer aan.
De kunstcriticus H. de Boer schrijft over de
Uitbeelding der Kerstgedachte in de schilder-
kunst, waarbij reproducties van onbekende
primitieve schilderijen o.a. een Geboorte van
Van Hieronymus Bosch, over een geheele pa-
gina.
C. L. Baronesse van Tillden Beer Poor-
tugael stond een mooi stu'kje poezie; Brugge,
af. Jan H. Eekhout gaf een bijdrage, Rococo,
waardoor Joh. Baronesse van Lynden—dt
Clerq gei'nspireerd werd tot een erbij gerepro-
dueeerd schilderij; Dansend meisje.
Een aan Toorop gewijde bladzijde bevat
reproducties van „Het Gebed", „Het Offer"
en andere weinig of niet bekende werken uit
Meester's laatsten tijd.
Verder noemen we de foto van de blauw-
Delftsche Kerstborden van „de Porceleyne
Fles". Onder de Boekbespreking geeft ten
Hoet Parson een waardeerende critiek over
de dichtbundel „Momenten" door C. L. Ba
ronesse van Tillden Beer Poortugael.
Zijn benaming: „2de Nederlandsche Gra
fische Kunstkerstnummer" ontleent „De Kro
niek" aan de vele prachtige origineele bout-
en linoleumsneden in zwari en kleur, welke
in dit nummer voorkomen.
Volgens een hericht in het Kerstnummer
bereidt de redacteur als openings-aflevering
van den 15den jaargang het Officieele Ko-
ninein-Emma-Huldigingsnummer voor da*
pm———HC"«r »i.-. wyiff.
^assEsaafflisKEasaii'aesa
t i r r t
j. i f i
3e klasse 3e lijst.
en een algemeen gevoel van
onwel zijn wijzen er met zekerheid
op, dat een ernstige
in aantocht is.
Neemt U dadelijk eenige
Daardoor beschermt gij Uw orga
nisms het best tegen ernstiger
ziekten.
Men weigere alls namaak en
eische steeds de origlneele ver-
pakking kenbaar aan den
oranje band met het Bayerkruis.
Ook lette men erop,
datelketablethetwoordf B
"BAYER" draagt. A =R,
Prijs 75 CtS