llhuiiitlt Ciurani. Honderd derti^sfe jaarsang, Pluimveev eelt 1C u nst L in oil i vaart verkoudhefd Osise P€<fiif$j-iieri, Tijdschriften No. 301 1928 Donderdag- iO Becemher. Als we bij het gieren van de najaars- stormen zoo knusjes bij de kachel zitten, gevoelen we ons welbehaaglijk en gaarne sprckei' we dan weer over het naderende voorjaar. Ja, zegt Wil- lem, die met Piet bij mij een avondje is komen praten, als eerst de kieviten maar weer *.esten hebben! Dan gaan we er zeker weer op uit, net als in het verloopen voorjaar. Hij dacht aan het volgende: Met ons drietjes togen we uit, Wil- lem, Piet en ik, om te trachten eenige eieren te vinden van den alom beken- den Kievit (Vanellus vanellus). Piet, die het werk jaren lang bij de hand heeft gehad, verbeeldde zich spe- cialiteit in het vak te zijn, en ons menig lesje op het gebied van eierenzoeken te kunnengeven. In den polder „Het N^orden" op Texel, dat heerlijk oord voor zoovele onzer gevleugelde vrien- den, zouden we ons ^eluk beproeven en reeds te vier uur in den morgen van den 5den April naderden we den Slaperdijk van genoemden polder. Zeer behoed- zaam gluurden we over dezen dijk heen, om te bespeuren, of niet ergens de verlengde kopvederen (het kuifjo) van een op het nest zittenden kievit bo- ven het nog korte gras uitstaken. Wei zagen we tal van kieviten loopen en hoorden we et vroolijk ..gekiewiewiet" van veel vlugge mannetjes, die met breede wieken en snirtende slagen nu den linker en dan weer den rechter- vle ige Inaar beneden hielden, om plot- seling bijna loodrecht naar boven te stijgen en met een vlugge buiteling we- der neer te komen. Toen we ons eenigszins hooger boven den dijk begaven zagen we op korten af- stand van ons een wijfje schielijk.door het gras Snellen, toen tegen den wind in opvliegen, om eenige meters verder weer neer te dalen en verder te loopen „Die vliegt van 't nest," zei Piet, en spoedig snelden we de andere zijde van den dijk af naar de plaats, waar ons va- nellusje het eerst door ons werd opge- merkt. En na eenig zoeken vonden we het nestje met slechts e6n ei. Pit voel- de er aan en gaf als zijn meening te kennen, dat de weggevlogen kievit nog moest leggen omdat dit ei „steenkoud" was. We besloten daarom het ei in het nest te laten en bij het naar huis gaan den inhoud van het nest mede te ne- men; stellig zouden er zich dan twee eieren jn bevinden. Het stuk land, waar- op we ons bevonden, geleek ons voor kievitseieren bijzonder geschikt, en daarom stelde Willem voor, om het ak- ker voor akker in zlg-zaglijnen af te zoe ken. Piet keurde zulks af, en noemde het landziekig werk. Hij beweerde, dat een eierenzoeker den blik naar boven moet richten en aan de vliegende kievi ten kunnen zien, waar hunne nesten zich ongeveer bevinden. Wij, Willem en ik, beweerden geheel onbedreven te zijn en wilden gaarne ons plan uitvoe- ren. We spraken daarom af, dat Piet all een vender zou gaan en wij tweetjes op en neer zouden loopen. A1 ziegeza- gende liepen wij heen en weer; vroolij- ke kieviten schermden ons om het hoofd, terwijl andere met loomen wiek- slag in flauwe kringen rondom ons vlo- gen en af en toe een treurig geluid lie- ten hooren. Uit een en ander meenden we te mogen constateeren, dat hier eieren gevonden moesten worden Dus maar ijverig gezocht want we zou den zoo gaarne eens aan Piet willen too- nen, dat zijn theorie in de practijk kon falen. Piet sprong over verschillende sloo- ten, gluurde achter walletjes, liep nu eens snel en bekeek dan weder de bewe- gingen van vliegende kieviten, om wel- dra in een rechte lijn te loopen en even- tjes te bukken en iets op te rapen. Het was, om jaloersch te worden. Doch, wat zou het ons baten, of wij aj dergelijke geforceerde bewegingen maakten! Wij waren leeken en hadden nog nimmer der kieviten heiligdom betreden. Daar- orp maar weer verder, van links naar rechts en van rechts naar links.Somtijds vonden we een mooi nestje, van eenig dood gras voorzien, of ook wel een kuil- tje, waar de aarde pas uitgekrabd was, doch eiei m vonden we vooreerst nog niet. Misschien wel twintig akkers had den we afgezocht, toen ik vlak aan het kantje van den greppel een nog onvol- tooid nest vond met 66n ei er in. Dat, gaf moed en weer zig-zagden we voort, totdat Willem plotseling uitbarstte: „Hier heb ik er vier!" En ja, daar lagen ze, de olijfgroene, van zwarte vlekken voorziene eieren, alle vier heel knusjes met de punten naar het midden van het nestje gekeerd. Ik verzochi Willem de eieren nog even in het nest te willen laten liggen, opdat we nu eens de vlie gende kieviten konden bestudeeren Heel hoog in de lucht vloog er een ang- stig rond. We onthielden goed de plaats, waar 't- nest zich bevond en ver- wijderen ons toen langzaam, steeds de bewegingen van den vliegenden kievit gadeslaande. En, hoe meer we weggin- gen, hoe lager de vermoedelijke eige- naar van het nest daalde, totdat hij plotseling een vroolijk „gekiewit" aan- hief, wat stellig moest beduiden: be- houden, behouden! Een tweede vogel, matter van kleur, trippelde over het land, en verdween weldra op de plaats, waar het nest zich bevond; ongetwijfeld was dit het wijfje, dat het nest weder zou innemen. We vleiden ons neder aan het kantje eener sloot, om Piet op te wachten, die al zoekende naderde. We waren zeer nieuwsgierig te weten wat hij gevon den zou hebben. Intusschen luisterden we naar het „tu-tu-tu" van een paar mooie Tureluren (Totanus totanus), die met nikkende bewegingen post had den gevat op een hek in onze nabijheid terwijl we bewonderden de mooie bonte kleuren van enkele Scholeksters (Hae- matopus ostrilegus) en Kluiten (Recur- virostra avocette.) Piet was nog eenige akkers van ons verwijderd, toen ik vijf vingers opstak, om Hem te kennen te geven, dat wij een gelijk aantal eieren hadden gevonden. Aan een glimlach van Piet bemerkte ik, dat dit getal voor zijn vondst veel te k'ein was. Piet zette zijn groote pet heel behoedzaam van het hoofd en met ver- bazing ontwaarden we, hoe zich daarin bevonden 27 kievitseieren. Nooit had ik gedacht,, dat iemand zooveel eieren op zijn hoofd kon heel houden. Het bleek ons nu genoegzaam, dat men ook om kievitseieren te zoeken, verstand en er- varing behoeft. „En waar blijf je nu met je 5 stuks," zeide Piet. Ik wih'e hem mijn eenige eitje, dat ik in mijn jaszak had geborgen laten zien; doch tot mijn grooten schrik bespeurde ik, dat de schaal stuk was en de inhoud van het ei zich door de zak had verspreid. Eene aangename gewaarwording was dat niet voor mij en ik werd nog uitge- lachen op den koop toe. Verder deelden wij Piet mede, dat de overige vier nog in het nestje lagen, waarop Piet een bedenkelijk gezicht zette en vreesde, dat deze eieren bebroed zouden zijn. Want als de ki vit eerst het vierde ei gelegd hceft, vangt hij bijna onmiddel- lijk met het broedingswerk aan. We spoedden ons naar de plaats, waar het nest zich nevond en heel duidelijk heb ben we gezien, hoe het wijfje al loopen de het nest verliet, om daarna tegen den wind in te viiegtn om een siukje verder weer te gaan zitten. De mooie d.ren waren heel warm ge worden. Piet nam een ei uit het nestje en liep naar 'n sloot, waarhcen wij hem volgden. Hij zou het ei „schouwen". Legde hij 't ei op de vlakke hand in het water, dan itte het dikke eind aan- merkelijk naar boven, wat een bewijs was voor een heel s+ ,letjes en heel jo- rizontaa! op de band liggen, /or,dat ze alle voor „schoon" werden verklaard Het „vuile" eitje werd bij de drie ande re in het nestje gelegd, en de kievit, die weder hoog in de lucht in cirkelvormi- kringen rondvloog, mocht zijn „schat" behouden. In het nestje, dat we het eerst hadden gevonden, lag naar e£n ei. Dit werd uitgehaald en een kleine aardappel werd er in het nest gelegd. Piet had in meerdere nesten een of twee aard- appe.ltjes nedergelegd, en toen wij den volgenden morgen nog ecus met hem naar „Het Noorden" gingen, konden we in meerJere nesten eeri ei bij de aardappeltjes weghalen Zoo laten de kieviten zich bedotten' 't Is al vele jarcn geleden,—dat wo de zen tocht maakten. Piet is al eenige ja ren geleden gestorven Wi'lem- is een bekwaarn ein-mzoeker geworden, doch ik ben, helaas! nog een brekebeen in het vak en za! tnt e nimmer ver in brengert. J. D Dzn Vragen, deze rubriek betrefende, kun nen door onze abonnd's worden gezon- den aan Dr. te Hennepe Diergaardesin- gel 96 Rotterdam. Postzegel van 7K cent voor antwoord insluiten en blad ver- melden. Slot van Aladdins Wonderlamp en kleine-tufntjes-kippenhouders. In het vorig artikel heb ik reeds ge- zegd, dat de benzinelamp een helder wit licht geeft. De fabrikanten zeggen dat het licht 300 kaarsterkte heeft, en noemen het zonneschijn bij nacht. Als men daar nu de gewone reclame-opsnij- derij van aftrekt blijft er nog meer dan genoeg over voor ons loel en voor ka- merverlichting. Het licht is zoo sterk dat men er niet in kan kijken: Ook wordt er gezegd dat een kind met de la*, p kan omgaan, wat ook weer on- zin is, maar een gewoon mensch, die niet al te slordig is kan er wel mee om gaan en dit is ook weer voldoende. De benzine-toevoerbuis wordt met een luci- fer of een klein spiritusvlammetje voor- gewarmd e.* zoodra het kousje gloeit, verwarmt dit zelf de benzine Daar alleen het goed afgesloten reser voir de benzine bevat is de lamp vrijwel gevaarloos en de vlam weerstaat schok- ken, slingeren en zelfs een flinke wind. De kousjes moeten van een bijzonder sterk materiaal zijn en hoewel ze veel meer licht uitstralen dan gas-gloeilicht- kousjes zijn ze veel en veel sterker De gas*-gloeilichtkousjes heb ik altijd een ramp gevonden, bij het gerine-ste zijn ze stuk en het is een voortdurende bron van groote onkosten. Deze stormlamp- gloeikousjes bindt men zelf met een touwtje vast en gloeit ze uit met een lucifer. Daarna kan men ds lamp flink schudden zonder dat het kousje stuk gaat. Als bewijs kan het volgende die- nen. Ik heb onlangs een lezing gehou- den ongeveer een 20 K.M. van Rotter dam en heb de lamp gewoon achter in de auto gelegd. Daarna ben ik met een flinke vaart naar de lezing gereden en onmiddellijk na aankomst brandde de lamo prachtig, ik kon het zelf haast niet gelooven. Ditzelfde heb ik op den terug- weg geprobeerd, waarbij ik op sommige strekken 70 K.M. op mijn snelheidsme- ter noteerde. De lamp bleef goed en is nog goed met hetzelfde kousje. We zijn dus door dit soort lampen van alle geknoei met stinkende petroleum af van vuil en vetvlekken enz. geen wal- men of roeten, geen flikkeren der vlam. De lampen branden ongeveer 14 uur op 1 liter benzine. Vergelijk dit eens met electrisch licht van bijv. 100 kaars. Maar ik vernomen heb wordt dit systeem van verlichting al jaren lang in Ned Indig en Amnrika gebruikt in de huizen en toen ik ze zag dacht ik direct dat ze voor de kippenhokken ook groote waar- de zouden hebben. Naar ik gehoord heb worden ze thans ook bij de Ned. Spoorwegen, verschillen de gemeentewerken en brandweerorga- nisaties gebruikt. De prijs der grootere lampen is ongeveer 17 per stuk. Er zijn verschillende soorten in den handel en bepaalde merken kan ik dus niet noemen. Van de winter-verlichting kom ik weer op een andere winterijkwestie, n.l. de bodembedekking onzer hokken, het z.g. strooisel. Ook hieraan -wordt veel te weinig aandacht aan geschon- ken omdat't als een bijzaak beschouwd wordt en toch is het een zeer voornaam punt. Het valt mij vaak op dat vooral door kleine pluimveehouders vaak on- wetend gezondigd wordt en dat is jam mer. De grootere pluimveehouders weten de eischen wel die aan goede hokken en huisvesting gesteld worden doch er zijn duizenden, ik zou haast zeggen hon- derdduizenden pluimveehouders in ons land, die een klein tuintje hebben en er kippen op na houden voor hun genoe- gen en voor de versche eitjes doch die natuurlijk er niet aan denken voor die paar kippen zich van alles goed op de hoogte te gaan stellen. Het is gewoon- weg verbazend als men in steden als Rotterdam eens hier en daar in de tuin- tjes der woonwijken kijkt en daar over- al waar maar eenige plaats is, kippen hokken en kippenrennetjes vindt. Deze kippen geven ran de bewoners een pret- tige afle' ling en b'j voedering met keu- kenafval en wat bijvoer geven ze vaak heel aardig profijt. Deze stadstuintjes vooral in steden als Amsterdam en Rot terdam liggen vaak laag en zijn vochtig en er is niets waar een kop zoo het land aan heeft als aan vocht. Zelfs eenden, hoewel ze graag overdag wat rond- ploeteren, moeten's nachts droog zitten en dit geldt voor kippen nog meer. Men ziet sons de stomme dieren den heelen dag in half docker den heelen dag in een koud rennetje scharrelen en 's nachts worden ze opgeborgen in een donker slecht geventileerd hokje. Ook in de vakbladen wordt over het alge- mcen te weinig aandacht besteed aan deze geweldig groote groep van kleine pluimveeliefhebbers-houders omdat ze zich natuurlijk niet bewegen in ver- eenigingen en niet veel van zich doen spreken. Toch willen juist deze lieden van tijd tot tijd wat over 1 un dieren le- zen en vandaar dan ook dat ik probeer in deze artikelen mij zooveel mogelijk .n te uassen aan de lezers der plaatse- li.ike bladen. Dit lijkt veel gemakkelij- ker dan het is, want om telkens iets te schr'iven dat aantrekkelijk is en toch tevens een goede kern bevat, dat valt niet mee. Ziedaar dus een verhaal over totaal iets anders als waarever ik praten wou, n.l. over het strooisel in het hok of de ren. Als een schooljongen in het opstel van den meester zoo den draad kwijt raakte kreeg de stumper vast een dikke onvoldoende er voor, doch ik voor mij heb dit voordeel, dat ik oudanks alle buitennissige zijpaadjes toch altijd weer op den hoofdweg terecht kom en dan is zoo'n wandeling langs allerlei kronkel- paac jes vaak heel wat interessanter dan het loopen op den grooten weg. De volgmde maal gaan we dus in alien ernst praten over het strooisel-mate- riaal. Dr. TE HENNEFE. TOONKUNST. Een onzer vaderlandsche toonlcunstenaars, te Leipzig studiegenoot en vriend van Men delssohn en Gade, verklaarde eens hi] had toen een invloedrijke positie in ons muziek- leven dat alle levende componisten van dien tijd te samen nog niet een Gade uit- maakten Dat was boud gesproken en als het in dezen tijd gezegd werd', zou het heel wat tegenspraak ontmoeten Maar niettegen- staande de heel andere inzichten, ook op mu- zikaal gebied, van nu, is Gade nog wel te genieten „Toonkunst" al thans heeft gister- avond met „Psyche", het uitgebreidste koor- werk van den Deenschen componist, een j goed geslaagd concert gegeven. En het luisteren naar zulk een werk heeft veel aantrekkelijks. „Psyche" is bizonder meiodieus geschreven, orafgebroken vloeit de melodische stroom voort, onbegrijpelijke problemen komen er met in voor Wat wil men meer! Zulk een avond, als die van giste- ren, bevrijdt den hoordei van ingespannen luis'eren, men zet zich op z'n gemak neer, en men laat den invloed van Gade's behoorlijke muziek over zich heen komen Het Toon- kunstkoor was er gelukkig in; 't klonk zeker, en men gaf zich. Er werd goed genuanceerd, en waar het noodig was, bijv. in „Allbesieger, o Eros! dein Pfeil" kwam er 'n frisch forte voor den dag, ondanks het bij dit koor nog altijd te geringe aantal bassen, waarover zich in de pauze een van hen bij mij be- klaagdc. Op z'n verzoek of ik niet wat nieuwe leden (bassen) voor het koor kon aanwerven, moest ik hem helaas 'n teleurstellend ant woord geven. Kon ik het, ik zou het doen ook. Maar het koor dan, was doorloopend pa- raat evenals de dirigent, de heer Oushoorn, die met de meeste toewijding leidde, alsook het strijkorkest, en mej. Oort aan den vleugel. Met de solisten was men ook goed ge slaagd. Mej. Schnitzler (sopraan) en de heer van Duuren (baryton) beiden uit Nijmegen, zon- gen de partij van Psyche en van Eros Om- vangrijke partij'en en vooial voor de sopraan veeleischend, juist tegen het einde van het werk. Ze zijn echter dankbaar en zooals mej Schnitzler en de heer van Duuren hun solo's voordroegen, en hun duo's vertolkten, kon het succes niet uitblijven. Het niet talrijke pu- bliek heeft dat dan ook onomwonaen bewe- zen, en hun, zeer terecht klinkende hulde ge- bracht, die ook toekomt aan het drietal koor- leden sopraan, alt en tenor die het ter- zet uitvoerden. In de plaats van mej. Zijp, die niet kon komen, werd de partij van „Proser- pine" door mevr. de LangeVan Rijn gezon- gen, die aan die kleine partij veel relief gaf. Psyche beslaat slechts een halve avond. Dus kregen we na de pauze aparte solo- voordrachten, voorafgegaan door het spelen van de „Elegie" uit de „Serenade" van Tschai- kowsky, door het strijkorkest, dat daarin goed op dreef was. Mej. Schnitzler hernieuwde haar succes met het zingen van twee Italiaansche aria's van Scarlatti, en van Gliick, mevr. de Lange werd zeer geprezen om haar voordracht van drie liederen van Schubert, den componist die dit muziekseizoen zeer gehuldigd wordt apart vermeldt zij de vertolking van „Erlkoning, ook de heer Oushoorn voor z'n klavierspel bij dit lied en de heer van Duuren had buftengewonen bijval met een opera aria van Massenet. z6o zelfs, dat hij een extra num- mer moest geven- Aan het einde van het concert kwamen we dus nog in de opera-muziek terecht. A K. 449ste STAATSLOTERIJ. Trekking van Woensdag 19 Dec. Pr ij z e n v a n 4 5. 5 47 49 127 145 155 182 358 361 423 429 443 458 512 513 516 529 551 614 660 662 695 701 844 845 866 1040 1079 1104 1108 1117 1182 1198 1224 1228 1257 1262 1275 1294 1302 1347 1361 1380 1421 1457 1612 1638 1689 1939 1947 1966 1997 2054 2059 2107 2119 2148 2246 2296 2324 2363 2368 2385 2455 2458 2460 2498 2536 2540 2582 2643 2680 2698 2721 2947 2955 2960 3032 3069 3074 3125 3148 3149 3225 3256 3266 3278 3325 3340 3440 3444 3454 3514 3539 3565 3575 3614 3621 3641 3655 3705 3734 3756 3820 3901 3909 3935 3980 4004 4088 4092 4152 42-16 4278 4284 4407 4442 4460 4523 4598 4618 4627 4696 4757 4772 4787 4854 4954 4970 4978 50Q0 5065 5117 5159 5243 5301 5321 5338 5510 5539 5565 5579 5623 5724 5737 5754 5831 5872 5880 5895 5934 5943 5958 5969 5977 6000 6055 6096 6219 6257 6279 6306 6312 6321 6309 6511 6510 6544 6593 6599 6658 6692 6726 6768 6790 6830 6989 7130 7161 7255 7277 7373 7374 7427 7497 7542 7638 7668 7875 7921 7938 7985 8106 8180 8273 8429 8538 85-^6 85S0 8693 8700 8-01 8724 8784 8874 8884 9035 9041 9064 9144 9176 9195 9196 9216 9217 9229 9245 9307 9332 9339 9350 9362 9532 9592 9612 9616 9955 9994 9997 10045 10C 58 10121 10197 10227 10308 10417 10422 10463 1C464 10495 10531 10539 10541 10613 10630 10634 10648 10662 10076 10723 10774 10823, 10912 10940 11039 11C63 11092 11201 11291 11327 11341 11347 11357 11362 11375 11407 11442 11450 11478 11513 11541 11555 11585 11598 11652 11731 11807 11819 11835 11846 11863 11906 11963 12120 12235 12255 12333 12335 12395 12441 12491 12508 12540 12^07 12662 12765 12788 12824 12873 13034 13102 13176 13244 13272 13335 13342 13386 13417 13429 13547 13658 13704 13/15 13771 13945 13946 13960 139S8 14001 14076 14095 14421 14479 14494 14248 14266 14340 14378 14380 14481 14524 14598 14695 14696 14750 14878 14973 15001 15032 15075 15091 15149 15202 15248 15260 15324 15328 15339 15364 15434 15441 15541 15558 15559 15570 15591 15665 15792 15826 15875 15889 15971 15982 16008 16032 16126 16245 16315 16356 16388 16510 16531 16534 16556 16621 16671 16729 16772 16831 16833 16891 16989 17021 17039 17052 17114 17127 17165 17215 17307 17315 17344 17447 17449 17476 17642 17659 17667 17687 17689 17701 17707 17718 17718 17722 17778 17806 17807 17832 17884 17913 17977 17994 18033 18113 18130 18157 18163 18199 18224 18264 18271 18279 18318 18325 18358 18426 18472 18475 18480 18483 18535 18599 18611 18629 18638 18722 18769 18882 18987 19018 19022 19050 19066 19110 19197 19276 19340 19444 19468 19492 19497 19556 19605 19658 19678 19732 19746 19761 19768 19837 19968 19971 19972 20025 20049 20088 20160 20213 20220 20269 20326 20331 20403 20405 20434 20440 20538 20587 20611 20645 20696 20736 20783 20918 20921 20940 20942 20955 20963 20990 VIJF-EN-TWINTIG JAREN LUCHTVAART. Gedenkteeken onthuld. Uit New York wordt gemeld, dat Maandag, op den dag, dat Orville Wright 25 jaren geleden de eerste vlucht maakte, een gezelschap, bestaande uit vooraanstaande personen, zich begeven heeft naar Kitty Hawk (Noord-Caroli- na), naar de plek, waar Orville Wright en zijn broeder Wilbur voor het eerst de lucht in gingen. Het gezelschap be- stond uit vertegenwoordigers van der- tig landen, gedelegeerden van de beide Huizen van Congres, Staats- en Oor- logsdepartement, van een aantal lucht- v&art-vereenigingen en andere organi- saties. Op de plek, waar het vliegtuig op- steeg. heeft Senator Brigham, van Con necticut, president van de Nat. Aer. As sociation, een reusachtige granieten kei onthuld, waarop een gjdenkplaat. Be- halve mr. Orville Wright waren nog vier ooggetuigen van de eerste vlucht aanwezig, t.w.: John T. Daniels, W. S. Dough, A. D. Etheridge en John Moore. Ook was er tegenwoordig de gastheer Hulveringen tabletten. van het huis, waarin de Wrights gedu- rende de drie seizoenen vertoefden, toen zij hun e rste proefnemingen uit voerden met glij-vliegtuigen alvorens zij opstegen met een toestel, voorzien van een motor. NIEUW SCANDINAVISCH HOOGTERECORD. Het Scandinavisch hoogterecord (8860 M. eenige jaren geleden gemaakt door den Deen It. Jensen van de ma rine) is gisteren geklopt door den Deenschen marinevlieg-'* Erik Rasmus- sen, die een hoogte bereikte van 10.000. Het toestel was een Danecock Hunter voorzien van etn Jaguar-motor van 385 P.K. De recordvlucht duurde 1 uur 50 nr'n. De barografen zulle gecontro- leerd worden door de Deensche lucht- v artvereeniginr Bij een vlucht, later op den dag emaakt bereikte de Deen sche officier vlieger Petersen 9000 M. BRAND. Uit Medan wordt gemeld. dat door een brand viji Chineesche toko's in de Kampong- lada nabij Rindjei in de asch zijn gelegd De schade bedraagt dertig-duizend gulden waar- van twmtigduizend door verzekering is ge- dekt. VERDI 1STERING. Het d'strictshoofd van Bangkinang is ge- schorst in verband met eene verduistering van gouverncmentsgelden ten bedrage van tweeduizend gulden. Verschenen is het Kerstnummer van Onze Ttunen het gei'llustreerd weekblad voor liefhebbers en vaklieden, gewijd aan tuin- en buitenleven. (Administratie- adres N. Z. Voorburgwal 256 Amster dam). Het fraai geillustreerde nummer be vat weer tal van interessante'bijdragen o.a. over het bewaren van a^pelen en peren in den winter, het forceeren van bolgewassen, een kijkje in s"t Boskoop- sche tuinbouwbedrijf, diverse meststof- fen, practische combinaties in het pluimveebedrijf, bijenteelt, honden, enz. KERSTNUMMER MAANDBLAD DE KRONTEK. Het Tweede Nederlandsche Grafische Kunstkerstnummer van ,.De Kroniek" is ver- verschenen als een boekdeel, waarvan veel werk is gemaakt, zoowel wat inhoud als uit- voering betreft. Van den uitgebreiden inhoud releveeren we allereerst de bij drage van Felix Timmermans' Kerstsneeuw. Hierbij is een correspondence over deze bijdragen, welke Timmermans karakteristiek regelmatig handschrift toont, met toestem- ming van den schrijver in facsimile weerge- geven. Ook elders treffen we nog een toepasse- lijke bijdrage van Timmermans, evenals „Kersisneeuw" met zijn knappe teekeningen verluc'ht, in dit nummer aan. De kunstcriticus H. de Boer schrijft over de Uitbeelding der Kerstgedachte in de schilder- kunst, waarbij reproducties van onbekende primitieve schilderijen o.a. een Geboorte van Van Hieronymus Bosch, over een geheele pa- gina. C. L. Baronesse van Tillden Beer Poor- tugael stond een mooi stu'kje poezie; Brugge, af. Jan H. Eekhout gaf een bijdrage, Rococo, waardoor Joh. Baronesse van Lynden—dt Clerq gei'nspireerd werd tot een erbij gerepro- dueeerd schilderij; Dansend meisje. Een aan Toorop gewijde bladzijde bevat reproducties van „Het Gebed", „Het Offer" en andere weinig of niet bekende werken uit Meester's laatsten tijd. Verder noemen we de foto van de blauw- Delftsche Kerstborden van „de Porceleyne Fles". Onder de Boekbespreking geeft ten Hoet Parson een waardeerende critiek over de dichtbundel „Momenten" door C. L. Ba ronesse van Tillden Beer Poortugael. Zijn benaming: „2de Nederlandsche Gra fische Kunstkerstnummer" ontleent „De Kro niek" aan de vele prachtige origineele bout- en linoleumsneden in zwari en kleur, welke in dit nummer voorkomen. Volgens een hericht in het Kerstnummer bereidt de redacteur als openings-aflevering van den 15den jaargang het Officieele Ko- ninein-Emma-Huldigingsnummer voor da* pm———HC"«r »i.-. wyiff. ^assEsaafflisKEasaii'aesa t i r r t j. i f i 3e klasse 3e lijst. en een algemeen gevoel van onwel zijn wijzen er met zekerheid op, dat een ernstige in aantocht is. Neemt U dadelijk eenige Daardoor beschermt gij Uw orga nisms het best tegen ernstiger ziekten. Men weigere alls namaak en eische steeds de origlneele ver- pakking kenbaar aan den oranje band met het Bayerkruis. Ook lette men erop, datelketablethetwoordf B "BAYER" draagt. A =R, Prijs 75 CtS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 9