Een gemeentehesluur op de vln-
gers getikt.
Nadat in Juli de burgemeester van Rotter
dam overleden was en in Sept. een opvolr~r
was aangewezen een langdurige vacature
heeft de gemeenteraad van de Maa""'
in een paar moties afkeuring uitgesproken
over deze benoeming. De eene motie (aange-
nomen met op een na algemeene stemmen)
betreurde dat de burgemeestersbenoeming is
geschied buiten eenig overleg met B. en w.;
en de tweede, die een kleine meerderheid
kreeg, stelde vast dat de benoeming niet
strookt met de politieke verhoudingen in den
Raad. Voor mr. Droogleever Fortuyn, den
nieuwen burgervader (een 60-jarige Rotter-
dammer van geboorte en afstamming, maar
sinds jaren wonende in Den Haag),'een on-
aangenaam begin. Wei werd daar aan toe-
gevoegd dat de uitspraak buiten den pasbe-
noemde omging, dat men niet te kort wensch-
te te doen aan diens bekwaamheid en ge-
schiktheid enz., maar ondertusschen deed de
nieuwe burgemeester toch maar zijn intrede
in den Raad met een motie van afkeuring zij-
ner benoeming. Maar minister Kan, die toe-
valligerwijze zelf een Rotterdammer is, beeft
reeds den volgenden dag geantwoord dat
Grondwet noch wet een dergelijk overleg
voorschrijven en dat herhaaldelijk pogingen
om daarin veratidering te brengen, zijn afge-
wezen. Dusdanig overleg heeft dan ook nooit
plaats gehad en de bewering dat dit een vo-
rig maal wel zou zijn geschied, moet op een
vergissing berusten. De tweede motie laat in
het onzekere zoo ging de minister voort
welke benoeming wel zou strooken met de po
litieke verhoudingen in den Raad (moest er
een sociaal-democraat benoemd worden of
een man van rechts, maar dan uit welke
fractie?) De politiek staat achter bij de ge-
schiktheid en de motie is dus te beschouwen
als een poging van den Raad om zich een
bevoegdheid aan te matigen in strijd met ons
grondwettig en wettelijk bestel.
Boem! daar kunnen de vroede vaderen
van de dezen zomer 600 jaar geworden stad
het voorloopig wel mee doen.
En toch is men in het algemeen geneigd
dien gemeenteraad niet geheel en al in net
ongelijk te stellen. Het mag waar zijn, dat de
burgemeester regeerings-ambtenaar is, dat
dus alleen maar op geschiktheid mag wor
den gelet en dat het er niet op aankomt tot
welke politieke partij hij behoort toch
schijnt het geen onbescheiden verlangen van
een Gemeenteraad, gaarne vooraf te weten
wie aan het hoofd der gemeente zal komen
te staan. Immers het gebeurt meermalen dat
iemand voor de burgemeestersfunctie wordt
aangewezen in een gemeente die hij van <e
voren niet kende en waar men van zijn per-
soon evenmin iets weet.
Politieke ziekte.
Niet alleen in het buitenland kent men
deze kwaal zij kwam nogal eens voor in
het Rusland van thans ook ons eigen land
schijnt een bodem te hebben die de vatbaar-
heid voor deze ziekte bevordert. Een der
grooten die er dit jaar aan leed was de heer
H. Stenhuis, de man die als echt voorstand.er
der vakvereenigingen het Landelijk Verbond
van Fabrieksarbeiders oprichtte en het daar
na bracht tot Voorzitter van de machtige or
ganisatie van al wat zich modern georgani-
seerd arbeider noemt, het N. V. V. en tevens
tot lid van onzen Senaat, later' verwisseld
voor een zetel in de Tweede Kamer. Deze
man van grooten invloed nu verzocht op 14
Mei ontslag als voorzitter en bestuurder van
het N. V. v., naar het heette om gezondheids-
redenen. Dat het met die gezondheid nog we]
ging, hebben de latere maanden wel bewe-
zen, het is dan ook wel duidelijk geworden,
dat de ware reden elders lag, waarschijnlijk
op verschillend terrein, althans is het links-
staan in de S. D. A. P. niet de eenige aan-
leiding voor het heengaan.
De strijd is vrij hevig, z66 zelfs, dat den
heer Stenhuis verzocht werd als Kamerlid
heen te gaan, omdat hij niet meer erkenc
werd zijn zetel als afgevaardigde van de S
D. A. P. in te nemen.
Aan dit verzoek heeft de heer S. niet vol-
daan, hij blijft in de Kamer en zal het vol-
gende jaar denkelijk met een eigen lijst uit-
komen bij de nieuwe verkiezingen.
Intusschen is deze herrie een onaangenaam
iets voor de S. D. A. P. Erger echter lijkt
ons de in Zuid-Limburg onlangs voltrokken
splitsing. Daar is immers een nieuwe socia-
listische partij opgericht, die zich Volksnartij
noemt en meteen zich richtte tot den Mijn-
werkersbond, die alras deelde in deze split,
sing.
Bedenkelijk lijkt ook het optreden van den
linkervleugel uit de S. D. A. P., waartoe o.a.
behooren Stenhuis en Frank van der Goes.
Een nieuw partijblad heeft deze al en wie
weet of het totaal losscheuren van de S. D.
A. P. niet nog zal volgen.
Een doodenschip.
De op 20 Juli beeindigde thuisreis van het
hit Indie komende stoomschip „Insulinde",
van de Rott. Lloyd, zal de droevigste reis
zijn geweest, die sinds jaren een Nederland-
sche stoomer heeft gemaakt. Het had im
mers verschillende patienten aan boord, al
ien lijdende aan dezelfde ziekte, en er stier-
ven acht hunner.
Zes der lijken moesten in zee worden neer-
gelaten of in vreemde havensteden worden
ter aarde besteld, slechts twee konden wor
den meegenomen naar Rotterdam. Men stel-
le zich de ongerustheid voor van de familie
dergenen, die aan boord van het schip de
besmetting niet konden ontvluchten, waar-
aan de drijvende gemeenschap voortdurend
was blootgesteld.
Er is veel te doen geweest over deze ziek-
tegevallen. Den scheepsdokter werd onvol-
doende voorzichtigheid aangewreven, er
werd gesproken van angina en van roodvonk
als de oorzaken van de ellende, de Indische
deskundigen zijn het niet eens met de Hol-
landsche en't is te verwachten, dat het laat-
ste rapport over de onderzoekingen of het
laatste verweerschrift nog niet is verschenen.
Grootsche werken.
Op het gebied van den Waterstaat blijft
Nederland steeds in de voorste rijen der na-
ties. Bij den onsterfelijken roem dien de
Nederlandsche ingenieurs-arbeid op dit ter
rein reeds heeft veroverd (Zuiderzeewerken,
haven IJmuiden, enz.) kornt nu nog de
drooglegging van de Zuidhollandsche Bies-
bosch, die daardoor van een onvruchtbaar
rietveld is geworden tot een bloeiende land-
streek, die aan zeer velen een bestaan zal
kunnen verschaffen. Van de uitgestrekte
landstreken, die meer dan 500 jaren geleden
met al wat er op was zijn verzwolgen tenge-
volge van een dijkdoorbraak bij Dordrecht,
werden voor en na weder stukken aan den
waterwolf ontfutseld en eind Juli heeft mi
nister Kan den polder plechtig geopend, die
1000 H.A. aan dien heroverden grond toe-
voegde.
Met een ander groot werk is men een paar
weken geleden aangevangen. Wij bedoelen de
ontwatering van het land van Vollenhove in
N.-W. Overijsel, waar men een terrein van
1400 H.A. hoopt te herpcheppen in vrucht-
baren grond, waardoor de welvaart zal toe-
nemen.
In het vorenstaande hebben wij een en an
der in herinnering gebracht van hetgeen
1928 ons bracht. Bij veel droefs was er toch
ook veel dat verheft en tot moedig voortgaan
noopt. Moge 1929 veel gofds brengen voor
ons land en gewest.
t. H.
Zoo was het in Groningen, zoo was het
zeker overal in den lande.
En wat zullen de volkeren der direct-bij-
den-oorlog-betrokken-landen gevoeld hebben
op dien 11 den November? Zeer zeker was
daar de vreugde nog grooter. Hadden zij niet
duizenden, neen honderdduizenden broeders
moeten opofferen? Hadden zij niet nog
meer ellende en angst doorstaan dan wij Ne-
derlanders?
De oorlog was voorbij! De vrede kwam. En
met haar de groote vredesgedachte, de nooit-
meer-oorlog-gedachte.
Nu zou het leed spoedig geleden zijn. Met
alle kracht zou men probeeren, de verwoes-
tingen te herstellen, het land, geheel Europa
weer in zijn oude doen en zijn vroegeren bloei
terug te brengen.
Zoo was het in 1918
Vele Nederlanders hebben in 1928 het tij-
delijke met t eeuwige verwisseld. We noemen
hiervan slechts hen, die door hun werk voor
ons yolk of voor de streek waar zij woonden
van invloed zijn geweest.
3 Jan. Baron Sweerts de Landas Wyborg,
commissaris der Koningin in Zuidholland.
Den 14 Jan. werd met ingang van 1 Maart
tot opvolger benoemd jhr. mr. dr. H. A. van
Karnebeek, minister van staat, oud-minister
van buitenlandsche zaken.
Ou-d-prof. van Rees, vooral bekend als
drankbestrijder. Juist dezer dagen ontstond
het plan om door het stichten van een Aula
voor geestelijke cultuur te Laren zijn nage-
dachtenis te eeren.
20 Jan. Dr. J. Ankerman, oud-lid der
Tweede Kamer.
20 Jan. Mevr. T. K. E. de Haas.Okkeri,
74 jaar, bekend schrijfster in de Groningsche
volkstaal.
8 Febr. Prof. Lorentz, natuurkundige van
wereldvermaardheid, 74 jaar oud. Als voor
zitter van de Volkenbondscommissie voor in-
tellectueele samenwerking werd hij door den
Franschen minister Briand gehuldigd Zijn
woonplaats Haarlem eerde hem door een
plein naar hem te noemen. Uit eerbied voor
de hooge wetenschappelijke verdiensten van
den overledene hield men bij zijn begrafenis
op de telegraafkantoren drie minuten stilte.
Van vorsten en regeering waren bewijzen van
deelneming binnengekomen, terwij-1 weten
schappelijke beroemdheden als Einstein en
Madame Curie aan de groeve stonden.
15 Febr. D. W. Stork, bekend industrieel
te Hengelo.
17 Febr. Dr. H. Fransen, 68 jaar, oud-lid
der Eerste Kamer, oud-wethouder van
Zwolle.
W. J. Lugard, oud-lid dagelijksch bestuur
A.N.W.B., oud-hoofdredacteur van De Kam-
pioen.
3 Maart. Jan Toorop, een der eerste schil-
ders uit onzen tijd. Als wild revolutionnair
begonnen, een impressionist van het eerste
water, schilder der ellende van de lagere
klassen en van hun verzet tegen de maat-
schappij, heeft hij bewogen jaren te Brussei
gekend en is eerst na 1890 tot rust gekomen.
Van toen af dateert zijn portretkunst en ook
het occultistische element in zijn schilderijen,
dat den overgang vormt naar het katholicis-
me, waartoe hij zich in 1905 bekeerde. Met
groot geduld droeg hij zijn zwaar lichamelijk
lijden (verlamming aan beide beenen).
16 April. Gepens. gen.-majoor A. C. baron
Bentinck, kamerheer i. b. d. der Koningin.
90 jaar oud.
21 April. Baron Nagell van Ampsen, lid
der Eerste Kamer.
28 April. Mgr. A. J. Callier, bisschop var-
Haarlem, 78 jaar oud. Den 29 Juni werd tot
opvolger benoemd prof. Aengenent te War-
mond. die 25 Juli tot bisschop werd gewijd.
2 Mei. L. W. de Vries, lid der Eerste Ka
mer, 78 jaar.
11 Juli. Dr. Wytema, burgemeester van
Rotterdam.
18 Juli. Dr. Scheurer, lid der Tweede Ka
mer; opgevolgd door den heer Th. Heukels,
nadat de heeren Colijn en Rutgers hadden
bedankt.
25 Juli. Mr. van Aalten, lid der Tweede
Kamer; opgevolgd door mevr. van Itallie
van Embden.
20 Sept. Prof. dr. C. P. Hoist Gz., oud-
hoogleeraar aan de technische hoogeschool.
8 Nov. Prof. W. van der Vlugt, hoog-
leeraar te Leiden, oud-lid der Tweede Kamer.
15 Nov. Oud-luitenant-generaal H. C. A
Block, inspecteur der burgerwachten.
4 Dec. C. Werkhoven, secr.-penningmees-
ter S.D.A.P., 41 jaar oud.
7 Dec. W. Cool, gep. luit.-generaal, oud-
minister van oorlog.
22 Dec. J. Burger, luit.-generaal buiten
dienst.
27 Dec. W. J. Vervloet, oud-hoofdofficier
Ned.-Ind. leger, oud-secretaris Ned. Roode
Kruis.
Buitenland
Herinneringen.
11 November 1918. Dat, waar zoo
velen verlangd en reikhalzend naar uitgezien
hadden, is geschied: de wapenstilstand is
gesloten! Als een blijde mare snelde het be-
richt de geheele wereld door. Na 4 lange ja
ren van bitteren strijd, van groote, namen-
looze ellende, na tijden van bangheid, van
armoede en verdriet, behoorde de wereldoor-
log tot het verleden
Het was's morgens onder schooltijd we
zaten nog in een der laagste klassen van de
H. B. S. dat het heugelijk nieuws bekend
werd en onze directeur gaf ons dien dag vrij,
om de gelukkige gebeurtenis te kunnen vie-
ren.
Een optocht was gauw genoeg gevormd en
dossend en zingend trokken we door de stra-
ten van Groningen. De optocht werd steeds
grooter, andere scholieren sloten zich bij ons
aan, toen oudere menschen en weldra was de
geheele stad in feeststemming. Vlaggen kwa-
men te voorschijn en werden uitgestoken,
klokken galmden, menschen zongen. En hoog
boven ons, hoog van den Martinitoren, wap-
perde de vaderlandsche driekleur als teeken
van vreugde, dat de oorlog voorbij was
Vredesgedachten
10 jaren zijn voorbijgegaan. Straks, enkele
uren nog, en wij schrijven 1929. Dan gaan
we elk voor zich de balans opmaken
van het afgeloopen jaar. En ook wij als
overzichtschrijvers wij maken de balans
op over 1928, ook wij werpen even een blik
terug naar het jaar, dat straks achter ons
hgt
Onwillekeurig blijven we dan even stil-
staan bij den 1 lden Nov. van dit jaar, den
dag, dat overal, in elk land de wapenstil
stand herdacht werd. In vele landen heersch-
te 2 minuten stilte om als het ware in stille,
deemoedige dankzegging het grootsche mo
ment van voor 10 jaren te herdenken
Maar zijn we thans werkelijk tot den vrede
gekomen? Hebben thans inderdaad de oor-
logen afgedaan? Is dan werkelijk de vredes
gedachte zoo ver gevorderd, dat een oorlog
ondenkbaar is?
Helaas, we kunnen op deze vragen geen
bevestigend antwoord geven, want bij het
beantwoorden er van denken we onmiddellijk
aan de oorlogsbegrootingen van de meeste
landen, die nog steeds enorme percentages
van de geheele begrootingen beloopen. Op die
oorlogsbegrootingen valt nog geen verande-
ring te bespeuren, tenzij veranderingen
in de verkeerde richting.
Zeggen dus deze oorlogsbegrootingen al
heel weinig, wat wijst op de algemeene vre
desgedachte, ook andere gebeurtenissen zijn
niet bevorderlijk, om de wereld te overtuigen,
dat het oorlogsgevaar verdwenen is.
Daar is in de eerste plaats de berucht ge
worden
Fransch-Engelsche vlootovereenkomst,
waar de heele wereld zich weken lang mee
bezig gehouden heeft, en waarbij bleek, dat
er nog altijd door de betrokken mogendheden
geen overeenstemming gevonden is, om haar
oorlogsvloten te verkleinen. Het bleek toen
toch, dat er tusschen Frankrijk en Engeland
een geheim verdrag in wording was, dat
overeenkomsten bevatte omtrent den bouw
van oorlogsschepen, om in een eventueelen
oorlog weer geheel „fit" te zijn.
Het was vooral Amerika, dat door dit
rransch-Engelsche vlootaccoord zich verwij-
derde van beide landen en al heel gauw met
de mededeeling kwam, dat het zijn eigen
gang zou gaan met zijn vlotenbouw, tenzij
een geheel openbare overeenkomst gesloten
zou worden tusschen de zeemogendheden. Op
een dergelijke overeenkomst wachten we
nog
Het deed wel eenigszins vreemd aan, dat
de „ontdekking" van dit vlootaccoord juist
moest plaats vinden even na den tijd, dat het
Kellog-pact
als een groote stap in de richting van den we-
reldvrede werd beschouwd. Het anti-oorlogs-
verdrag, een groot, belangrijk werk van den
Amerikaanschen Staatssecretaris Kellog be-
teekende immers, dat de oorlog in de ban
zou worden gedaan. Het had' lang geduurd,
eer de verschillende landen met het ontwerp
van Kellogg accoord konden gaan. Voorna-
melijk Frankrijk, waar Briand een dergelijk
ontwerp-verdrag had klaar gemaakt, maakte
ernstige bezwaren. Er is toen geconfereerd en
onderhandeld, verschillende wijzigingen wer
den aangebracht en het aldus gewijzigde
Kellogg-pact was klaar, om geteekend te
worden. Dit zou gebeuren in Parijs en het
was den 26 Juli, dat de uitnoodigingen tot
onderteekening aan verschillende rijken wer
den verzonden en een maand later (27 Aug.t
had de plechtige onderteekening van het pact
plaats door 14 mogendheden. Tot de belang-
rijkste landen, die bij die onderteekening ver-
tegenwoordigd waren, behoorden de Veree-
mgde Staten, Frankrijk en Engeland,
Duitschland en Japan. Rusland, dat toch
ook nog altijd tot de groote mogendheden ge-
rekend mag worden, behoorde niet tot de
oorspronkelijke onderteekenaars. Daar maak-
ten de Vereenigde Staten bezwaar tegen, zoo-
dat het rijk der sovjets eerst later het pact
mocht onderteekenen. Vele landen zijn
daarna gevolgd en we kunnen thans zeggen,
dat de meeste, de belangrijkste landen der
wereld het Kellogg-pac,t onderteekend heb
ben.
Zou men echter meenen, dat het oorlogs
gevaar thans voor een groot deel voorbij was,
niets is minder waar. We herinneren maar
even aan de Amerikaansche vlootwet, aan de
Fransche oorlogsbegrooting, aan de nieuwe
Fransche militaire organisatie, aan Italie,
waar men als het ware hunkert naar een
„ontmoeting" met Frankrijk, ware het niet,
dat de noodige gelden voor een eenigszins
langdurigen oorlog in het land van Musso
lini ontbreken
En dan Oost Europa! Nog steeds is de
Poolsch-Litausche kwestie niet opgelost
en er zijn oogenblikken geweest, dat de toe-
stand daar zeer gespannen was. En was het
tot een oorlog gekomen, allicht waren ook
andere landen in den krijg betrokken ge
weest. (Rusland en Duitschland bijv.l)
Om tenslotte nog even bij Italie terug te
komenook dit jaar heeft dit rijk der fascls-
ten gelegenheid gehad, om de oogen van ge
heel Europa op zich te vestigen naar aan-
leiding van zijn bemoeiingen met de Balkan-
Staten en met zijn grenzenkwestie in het
Noorden des lands.
De Balkan! Italie heeft voortdurend ge-
tracht meer macht op dit schiereiland van
Europa te krijgen, en meer dan eens heeft
het gespannen. Incidenten bleven niet uit.
Zoo herinneren we aan de kwestie Italie
Zuid Slavie, waarbij bleek dat het drie-dee-
lige rijk van Zuid Slavie al zeer anti-Itali-
aansch gestemd was Het is dikwijls tot be-
toogingen gekomen, al schijnt de toestand
thans eenigszins tot het normale te zfjn te-
ruggekeerd.
De Chineesche burgeroorlog.
Over oorlogen gesproken, ook daar zijn
wij in 192S niet vrij van gebleven. Weliswaar
was het in Europa betrekkelijk veilig en heb
ben er in ons werelddeel geen bloedige bot-
singen plaats gehad, maar het verre Oosten
eischte geruimen tijd onze aandacht. Als we
on?e aanteekeningen naslaan, dan zien we,
dat het eerste half jaar van 1928 China een
prooi is geworden van een burgeroorlog, een
oorlog, die vele menschenlevens eischte, die
het land zijn welvaart vemietigde, die hon
derdduizenden deed sterven van honger,
Het was de strijd tusschen de Noordelijken
en de Zuidelijken om de hegemonie van het
land. Echter, niet alleen deze beide groote
groepen van Chineezen stonden tegenover el-
kaar, ook andere landen meenden zich in den
strijd te moeten mengen. Daar was in de eer
ste plaats Japan, dat zijn onderdanen, die
zich op het vaste land gevestigd hadden, be-
dreigd zag en dat daardoor meende, tusschen
beide te moeten komen. Het gevolg daarvan
was, dat ook Chineesche en Japansche troe-
pen met elkaar in botsing kwamen, waarbij
de Japanners zich meester maakten van Tsl
nanfoe. Toen zij zoover waren, gingen ze
krachtige eischen stellen aan de regeering in
Peking, wie zij mededeelde, dat ze een eventu-
pe1en opmarsch der Noordeli'ken zouden be-
letten en dat ze tevens den Chineezen verbo-
den, om in bepaalde zones zeegevechten te
leveren. Al deze eischen ten spijt hielden de
Zuidelijken en Noordelijken den striid vol en
spoedig stonden de eersten voor Peking, da*
door de troepen van Tsjang Tso Lin oni-
ruimd werd. De leider vluchtte, een aanslag
werd on hem rrenleegd en eenige da^en la
ter (4 Juni) blies hij zijn laatsten adem uit.
Nog was het einde niet daar. Ve'e gevech
ten werden nog geleverd, namen van gene
raals als Feng, Tsjang Kai Siek werden be
kend, maar het einde was. dat de Nationa
listen de overwinning uit het vuur sleepten.
De overwinning! Ja, maar daarmee was
de rust in het land in zoover er van rust
gesproken kan worden! n:et terugge
keerd Nog langen tiid werd het land onvei-
lig gemaakt door kleinere troepen, die
als in de M'ddele?uwen het oorlogvoeren
en bet brandnmrken en rooven als e^n be-
driif beschouwden. Toch is het der Nationa-
listische regeering voorloonig gelukt, krach-
tig op te treden tegen al deze misstanden en
ze is nog een stan verder gegaan en heeft
reeds met verschillende rijken handel^vrdra-
gen afgesloten. zondat on het-oogenblik de
toa«tand in China vrij normaal is.
Totdat de opstand opnieuw begint
De strubbelingen in Zuid-Amerika en de
opstand in Afghanistan liggen nog versch
genoeg in het geheugtn, zoodat ze hier niet
meer gememoreerd behoeven te worden.
Resumeerende komen we tot de conclusie,
dat de wereld nog lang niet rijp is vnor een
standvastigen, durenden vrede, het Kellogg-
pact, en de nooit-meer-oorlog-gedachte
den Volkenbond ten spijt.
Zoo komen we dus aan het instituut
de Volkenbond
die en te Geneve en te Lugano vergaderd
heeft. Vele vergaderingen zijn in 1928 ge
houden, vele belangrijke kwesties zijn ter ta-
fel gebracht, maar evenzeer zijn vele kwesties
onopgelost gebleven. Onze Nederlandsche
gedelegeerden hebben ook dit jaar weer van
zich doen hooren en bleken op de allerhoog
ste trap van politieke kennis en ontwikkeling
te staan.
Tot de voornaamste kwesties, die door den
Volkenbond behandeld zijn, behoort in de
eerste plaats het ontruimingsvraagstuk,
Duitschland drong steeds aan op een ver-
vroegde ontruiming van het Rijnland en
hoewei in verschillende landen velen waren,
die de vervroegde ontruiming welwillend ge
zind bleken Frankrijk was en bleef de
groote tegenstander van Duitschland in deze
zaak.
Steeds weer, in elke zitting, kwam het ont
ruimingsvraagstuk naar voren, en even zoo
dikwijls was het bereikte resultaat Uein. Tot
dat bij de laatste conference de drie groote
politici Briand, Chamberlain en Stresemann
het blijkbaar eens zijn geworden en er nu
misschien eenige kans bestaat, dat de oplos-
sing, of liever een toenadering tot stand zal
komen
Een andere belangrijke kwestie was het
Poolsch-Litausche vraagstuk, waarbij onze
Nederlandsche gedelegeerde jhr. Beelaerts
van Blokland zich zeer verdiensteliik maak
te. Hij was voorzitter van de commissie en
had een uitgebreide studie van dit vraagstuk
gemaakt. Het voornaamste punt was, aan
wie van de beide landen de stad Wilna be
hoorde De oplossing is nog niet gevonden,
wat vooral te wijten is aan het standpunt,
dat de Litausche gedelegperde :nnam. Tam-
mer voor jhr. Beelaerts, die tijd noch moeite
gespaard had, om de geheele kwestie grondig
te bestudeeren.
Als nummer drie kwam de oniumkwestie
ter tafel en ook daarbij was het de Neder
landsche gedelegeerde, die de leiding had,
die het rapport samenstelde. En daarmee had
Nederland meer succes, omdat de mpeste le-
den van den bond het eens waren met de ge-
dachte, dat de opiumhandel verboden moest
worden. Een verblijdend resultaat, omdat
juist door het gebruik tn misbruik van opium
nog meer en nog grooter ellende in de we
reld worden gebracht, dan door het alcoho-
lisme.
Als we nog even herinneren aan de Hon-
gaarsche wapensmokkelarij en aan de Op-
tantenkwestie, dan hebben we de voornaam
ste gebeurtenissen op politiek terrein, die
door den Volkenbond besproken zijn, gehad,
en kunnen we slechts de hoop uitspreken, dat
de Bond in 1929 ons nader tot den duurza-
men vrede zal brengen.
wet plaatste vooral het Centrum en de uuit-
sche Volkspartij tegenover elkaar en het
li-ep zelfs zoo ver, dat president Hindenburg
een beioep op de regeeringspartijen doen
moest, om een kabinetscrisis te- voorkomen!
(10 Febr.) Ondanks Hindenburgs pogingen
tot bemidd-eling werd de strijd steeds heftiger
en bleef de Duitsch-e politieke toestand ver-
ward, totdat eindelijk den 20sten Mei de ver
kiezingen voor den Rijksdag plaats vonden.
Deze verkiezingen brachten een groot aantal
zetels aan de sociaal-democraten en aan de
communisten, ten koste vooral van de
Duitsch-Nationale partij. Het was dus wel
te voorzien, dat het kabinet-Marx niet
m-eer terug zou komen, om het Rijk verder te
regeeren. Marx diende dan ook den 12en Juni
zijn ontslag in en Hermann Muller, de so
ciaal-democraat, werd met de vorming van
een nieuw kabinet belast. De vorming daar
van was niet gemakkelijk, omdat slechts met
den steun van de Duitsch-e Volkspartij een
meerderheid verkregen kon worden, en deze
partij stelde den onaanneembaren eisch, om
ook in Pruisen dadelijk in d-e regeering te
worden opgenomen. Het gevolg was, dat de
z.g. groote coalitie uiteen viel en aan Muller
niets anders overbleef, dan een z.g. „over-
gangskabinet" te vormen.
Dit overgangskabinet heeft moeilijke da
gen beleefd en de grootste crisis, die het had
en
Politieke beweglng in verschil
lende landen. Verkiezingen en
crisissen.
Het zou al een groot wonder zijn, als er
een jaar voorbij ging, zonder dat in een of
meer landen een politieke wrijving of strub-
beling voorkwam en 1928 heeft dan ook wel
zijn deel gehad in dergelijke bewegingen.
Als we bij onze Oostelijke buren begin-
nen, dan herinneren we ons direct de groote
wrijving, die in Duitschland in het Rijks-
kabinet ontstond naar aanleiding van een
Nieuwe Duitsche Schoolwet. E)eze school-
te doorstaan, kwam naar aanleiding van de
bekende pants-erkruiserskwestie. De vorige
Rijksdag had don bouw van twee pantser-
kruisers goedgekeurd en nu wild-e de nieuwe
regeering het besluit van dien Rijksdag niet
vernietigen en ze gaf dus last tot den bouw
van den eersten kruis-er. Tegen deze geste
van de regeering kwam heftig verzet. zoowel
van de communisten als van de soc -d-emo-
craten. Een hevige actie volgde en het slot
was, dat de socialistische groep in den Rijks
dag een motie indiende tot staking van den
bouw. Deze motie, die per slot van rekening
een motie van wantrouwen was jegens de
eigen partijgenooten, werd door den Rijksdag
yerworpen met 255 stemmen tegen 203
(16 Nov
Het kabinet bleef dus en heeft zich tot op
dit oogenblik staande gehouden.
Niet alleen in Duitschland, ook
in Frankrijk
hadden verkiezingen plaats en deze Kamer-
verkiezingen hadden een bijzonder kalm ver-
loop. De leuze was hier vooral. voor of te-
gen Poincare en deze grijze staatsman en
politicus heeft een roemvolle overwinning
behaald. De uitslag van de verkiezingen kan
voor Frankrijk niet anders dan als gunstig
beschouwd worden, omdat Poincare daar
door in de gelegenheid werd gesteld, het fi-
nancieel herstel van Frankrijk tot een goed
einde te brengen Toen dan ook de stabilisa-
tie van den franc in de Kamer behandeld zou
worden, vond Poincare een groote meerder
heid achter zich en het politiek program dat
de minister-president aan de Kamer voorleg-
de, werd met een overweldigende meerder
heid (455 tegen 126 stemmen) goedgekeurd.
Met zoo'n groo'-e meerderheid achter zich
had men Poincare vo'komen veilig kunnen
wanen. Dat het in de politiek echter altijd
vraagteekens en verrassingen blijven, bleek
wel in November. Tengevolge n 1. van het
aannemen van een motie op het congres der
Fransche Radicale partij te Angers werd de
,,nationa!e eenheiri" opgez-egd en Poincare
diende zijn ontslag in. Plotseling was dus een
ministers-crisis ontstaan. Gelukkig kwam de
oplossing spoedig. Poincare werd opnieuw
kabinets-formateur en stelde een ministerie
samen, hoofdzakelrk bestaand-e uit de leden
van het zoo ontijdig gevallene. Hij zelt aan-
vaardde echter geen portefeuille.
D-e Fransche regeering heeft eenige rro-ei-
lijke weken gehad met de reeds hierboven
genoemde Fransch Enge'sche vlootovereen
komst. Zij heeft echter bijtijds krachtige
maatrege'en genomen en het is haar gelukt,
de teere kwestie eenigszins tot een goede op-
lossing te brengen.
Was dit Fransch-Engelsche vlootaccoord
in Frankrijk een teer punt, ook
in Engeland
hield men zich er dagen lang mee bezig En
ook daar werd d-e-noodige critiek uitgeoefend
op deze „openbaring". Het was voor deze
zeemogendheid dan ook lang geen grapje, dat
de overeenkomst die nog wel niet geslo
ten was zoo aan de wereld bekend werd
gemaakt. Vooral het feit, dat ze zich daar voor
van Amerika verwijderde, stemde tot onte-
vredenh-rid.
Toch kan de buitenlandsche politiek van
Engeland alleszins bevredigend genoemd
worden. Meer dan eens heeft het biijk ge-
geven, een open ooi te hebben voor het her
stel van Europa. Aan het Britsche rijk heeft
het niet gel-egen, dat bijv. de kwestie over de
ontruiming van het Rijnland nog geen alge-
heele oplossing gevonden heeft. En ook het
sluiten van een handelsverdrag met China
toonde, dat Engeland op 't oogenblik meer
heil ziet in 'n standvastigen vrede dan in een
oorlog, al mag natuurlijk niet ontkend wor
den, dat daarbij ook eigen belang een
woordje meesprak.
Tijdens de ziekte van den koning die
nu naar alien schijn op weg naar herstel is
toonde de Engelsche regeering haar trouw
aan het koningshuis en als iemand als Mac
Donald in een zitting van het Lagerhuis een
rede houdt, waarin de hoop op herstel van
den koning zeer duidelijk naar voren komt,
dan kan men verzekerd zijn, dat van een
ernstigen revolutionnairen geest in Engeland
den eersten tijd nog geen sprake zal zijn.
Hebben zich dus in Engeland zelf geen bij-
zondere gebeurtenissen voorgedaan, toch
moest de regeering eenigen tijd haar aandacht
bested-en aan een der vele bezittingen van-
h-et groote rijk. Egypt-e n.l. kwam in botsing
met het Moed-erland. Gelukkig werd het geen
bloedige beweging, maar op congressen, in
vergaderingen en in zitting-en van de Egypti-
sche regeering kwam steeds weer de drang
naar meerdere zelfstandigheid naar voren
Er werden nota's gewisseld tusschen de
r-egeeringen van beide landen, nota's, welke
soms zeer scherp waren, maar tenslotte werd
toch een overeenstemming bereikt en is
Egypte met de overwinning geen strijken, n 1
dat Engeland geen recht heeft, om Egypte
-met Engelsche troepen te bezetten.
Hiermee was dit incident dus van de baan
E-en andere kwestie, waarmee de regeerincr