Een gemeentehesluur op de vln- gers getikt. Nadat in Juli de burgemeester van Rotter dam overleden was en in Sept. een opvolr~r was aangewezen een langdurige vacature heeft de gemeenteraad van de Maa""' in een paar moties afkeuring uitgesproken over deze benoeming. De eene motie (aange- nomen met op een na algemeene stemmen) betreurde dat de burgemeestersbenoeming is geschied buiten eenig overleg met B. en w.; en de tweede, die een kleine meerderheid kreeg, stelde vast dat de benoeming niet strookt met de politieke verhoudingen in den Raad. Voor mr. Droogleever Fortuyn, den nieuwen burgervader (een 60-jarige Rotter- dammer van geboorte en afstamming, maar sinds jaren wonende in Den Haag),'een on- aangenaam begin. Wei werd daar aan toe- gevoegd dat de uitspraak buiten den pasbe- noemde omging, dat men niet te kort wensch- te te doen aan diens bekwaamheid en ge- schiktheid enz., maar ondertusschen deed de nieuwe burgemeester toch maar zijn intrede in den Raad met een motie van afkeuring zij- ner benoeming. Maar minister Kan, die toe- valligerwijze zelf een Rotterdammer is, beeft reeds den volgenden dag geantwoord dat Grondwet noch wet een dergelijk overleg voorschrijven en dat herhaaldelijk pogingen om daarin veratidering te brengen, zijn afge- wezen. Dusdanig overleg heeft dan ook nooit plaats gehad en de bewering dat dit een vo- rig maal wel zou zijn geschied, moet op een vergissing berusten. De tweede motie laat in het onzekere zoo ging de minister voort welke benoeming wel zou strooken met de po litieke verhoudingen in den Raad (moest er een sociaal-democraat benoemd worden of een man van rechts, maar dan uit welke fractie?) De politiek staat achter bij de ge- schiktheid en de motie is dus te beschouwen als een poging van den Raad om zich een bevoegdheid aan te matigen in strijd met ons grondwettig en wettelijk bestel. Boem! daar kunnen de vroede vaderen van de dezen zomer 600 jaar geworden stad het voorloopig wel mee doen. En toch is men in het algemeen geneigd dien gemeenteraad niet geheel en al in net ongelijk te stellen. Het mag waar zijn, dat de burgemeester regeerings-ambtenaar is, dat dus alleen maar op geschiktheid mag wor den gelet en dat het er niet op aankomt tot welke politieke partij hij behoort toch schijnt het geen onbescheiden verlangen van een Gemeenteraad, gaarne vooraf te weten wie aan het hoofd der gemeente zal komen te staan. Immers het gebeurt meermalen dat iemand voor de burgemeestersfunctie wordt aangewezen in een gemeente die hij van <e voren niet kende en waar men van zijn per- soon evenmin iets weet. Politieke ziekte. Niet alleen in het buitenland kent men deze kwaal zij kwam nogal eens voor in het Rusland van thans ook ons eigen land schijnt een bodem te hebben die de vatbaar- heid voor deze ziekte bevordert. Een der grooten die er dit jaar aan leed was de heer H. Stenhuis, de man die als echt voorstand.er der vakvereenigingen het Landelijk Verbond van Fabrieksarbeiders oprichtte en het daar na bracht tot Voorzitter van de machtige or ganisatie van al wat zich modern georgani- seerd arbeider noemt, het N. V. V. en tevens tot lid van onzen Senaat, later' verwisseld voor een zetel in de Tweede Kamer. Deze man van grooten invloed nu verzocht op 14 Mei ontslag als voorzitter en bestuurder van het N. V. v., naar het heette om gezondheids- redenen. Dat het met die gezondheid nog we] ging, hebben de latere maanden wel bewe- zen, het is dan ook wel duidelijk geworden, dat de ware reden elders lag, waarschijnlijk op verschillend terrein, althans is het links- staan in de S. D. A. P. niet de eenige aan- leiding voor het heengaan. De strijd is vrij hevig, z66 zelfs, dat den heer Stenhuis verzocht werd als Kamerlid heen te gaan, omdat hij niet meer erkenc werd zijn zetel als afgevaardigde van de S D. A. P. in te nemen. Aan dit verzoek heeft de heer S. niet vol- daan, hij blijft in de Kamer en zal het vol- gende jaar denkelijk met een eigen lijst uit- komen bij de nieuwe verkiezingen. Intusschen is deze herrie een onaangenaam iets voor de S. D. A. P. Erger echter lijkt ons de in Zuid-Limburg onlangs voltrokken splitsing. Daar is immers een nieuwe socia- listische partij opgericht, die zich Volksnartij noemt en meteen zich richtte tot den Mijn- werkersbond, die alras deelde in deze split, sing. Bedenkelijk lijkt ook het optreden van den linkervleugel uit de S. D. A. P., waartoe o.a. behooren Stenhuis en Frank van der Goes. Een nieuw partijblad heeft deze al en wie weet of het totaal losscheuren van de S. D. A. P. niet nog zal volgen. Een doodenschip. De op 20 Juli beeindigde thuisreis van het hit Indie komende stoomschip „Insulinde", van de Rott. Lloyd, zal de droevigste reis zijn geweest, die sinds jaren een Nederland- sche stoomer heeft gemaakt. Het had im mers verschillende patienten aan boord, al ien lijdende aan dezelfde ziekte, en er stier- ven acht hunner. Zes der lijken moesten in zee worden neer- gelaten of in vreemde havensteden worden ter aarde besteld, slechts twee konden wor den meegenomen naar Rotterdam. Men stel- le zich de ongerustheid voor van de familie dergenen, die aan boord van het schip de besmetting niet konden ontvluchten, waar- aan de drijvende gemeenschap voortdurend was blootgesteld. Er is veel te doen geweest over deze ziek- tegevallen. Den scheepsdokter werd onvol- doende voorzichtigheid aangewreven, er werd gesproken van angina en van roodvonk als de oorzaken van de ellende, de Indische deskundigen zijn het niet eens met de Hol- landsche en't is te verwachten, dat het laat- ste rapport over de onderzoekingen of het laatste verweerschrift nog niet is verschenen. Grootsche werken. Op het gebied van den Waterstaat blijft Nederland steeds in de voorste rijen der na- ties. Bij den onsterfelijken roem dien de Nederlandsche ingenieurs-arbeid op dit ter rein reeds heeft veroverd (Zuiderzeewerken, haven IJmuiden, enz.) kornt nu nog de drooglegging van de Zuidhollandsche Bies- bosch, die daardoor van een onvruchtbaar rietveld is geworden tot een bloeiende land- streek, die aan zeer velen een bestaan zal kunnen verschaffen. Van de uitgestrekte landstreken, die meer dan 500 jaren geleden met al wat er op was zijn verzwolgen tenge- volge van een dijkdoorbraak bij Dordrecht, werden voor en na weder stukken aan den waterwolf ontfutseld en eind Juli heeft mi nister Kan den polder plechtig geopend, die 1000 H.A. aan dien heroverden grond toe- voegde. Met een ander groot werk is men een paar weken geleden aangevangen. Wij bedoelen de ontwatering van het land van Vollenhove in N.-W. Overijsel, waar men een terrein van 1400 H.A. hoopt te herpcheppen in vrucht- baren grond, waardoor de welvaart zal toe- nemen. In het vorenstaande hebben wij een en an der in herinnering gebracht van hetgeen 1928 ons bracht. Bij veel droefs was er toch ook veel dat verheft en tot moedig voortgaan noopt. Moge 1929 veel gofds brengen voor ons land en gewest. t. H. Zoo was het in Groningen, zoo was het zeker overal in den lande. En wat zullen de volkeren der direct-bij- den-oorlog-betrokken-landen gevoeld hebben op dien 11 den November? Zeer zeker was daar de vreugde nog grooter. Hadden zij niet duizenden, neen honderdduizenden broeders moeten opofferen? Hadden zij niet nog meer ellende en angst doorstaan dan wij Ne- derlanders? De oorlog was voorbij! De vrede kwam. En met haar de groote vredesgedachte, de nooit- meer-oorlog-gedachte. Nu zou het leed spoedig geleden zijn. Met alle kracht zou men probeeren, de verwoes- tingen te herstellen, het land, geheel Europa weer in zijn oude doen en zijn vroegeren bloei terug te brengen. Zoo was het in 1918 Vele Nederlanders hebben in 1928 het tij- delijke met t eeuwige verwisseld. We noemen hiervan slechts hen, die door hun werk voor ons yolk of voor de streek waar zij woonden van invloed zijn geweest. 3 Jan. Baron Sweerts de Landas Wyborg, commissaris der Koningin in Zuidholland. Den 14 Jan. werd met ingang van 1 Maart tot opvolger benoemd jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, minister van staat, oud-minister van buitenlandsche zaken. Ou-d-prof. van Rees, vooral bekend als drankbestrijder. Juist dezer dagen ontstond het plan om door het stichten van een Aula voor geestelijke cultuur te Laren zijn nage- dachtenis te eeren. 20 Jan. Dr. J. Ankerman, oud-lid der Tweede Kamer. 20 Jan. Mevr. T. K. E. de Haas.Okkeri, 74 jaar, bekend schrijfster in de Groningsche volkstaal. 8 Febr. Prof. Lorentz, natuurkundige van wereldvermaardheid, 74 jaar oud. Als voor zitter van de Volkenbondscommissie voor in- tellectueele samenwerking werd hij door den Franschen minister Briand gehuldigd Zijn woonplaats Haarlem eerde hem door een plein naar hem te noemen. Uit eerbied voor de hooge wetenschappelijke verdiensten van den overledene hield men bij zijn begrafenis op de telegraafkantoren drie minuten stilte. Van vorsten en regeering waren bewijzen van deelneming binnengekomen, terwij-1 weten schappelijke beroemdheden als Einstein en Madame Curie aan de groeve stonden. 15 Febr. D. W. Stork, bekend industrieel te Hengelo. 17 Febr. Dr. H. Fransen, 68 jaar, oud-lid der Eerste Kamer, oud-wethouder van Zwolle. W. J. Lugard, oud-lid dagelijksch bestuur A.N.W.B., oud-hoofdredacteur van De Kam- pioen. 3 Maart. Jan Toorop, een der eerste schil- ders uit onzen tijd. Als wild revolutionnair begonnen, een impressionist van het eerste water, schilder der ellende van de lagere klassen en van hun verzet tegen de maat- schappij, heeft hij bewogen jaren te Brussei gekend en is eerst na 1890 tot rust gekomen. Van toen af dateert zijn portretkunst en ook het occultistische element in zijn schilderijen, dat den overgang vormt naar het katholicis- me, waartoe hij zich in 1905 bekeerde. Met groot geduld droeg hij zijn zwaar lichamelijk lijden (verlamming aan beide beenen). 16 April. Gepens. gen.-majoor A. C. baron Bentinck, kamerheer i. b. d. der Koningin. 90 jaar oud. 21 April. Baron Nagell van Ampsen, lid der Eerste Kamer. 28 April. Mgr. A. J. Callier, bisschop var- Haarlem, 78 jaar oud. Den 29 Juni werd tot opvolger benoemd prof. Aengenent te War- mond. die 25 Juli tot bisschop werd gewijd. 2 Mei. L. W. de Vries, lid der Eerste Ka mer, 78 jaar. 11 Juli. Dr. Wytema, burgemeester van Rotterdam. 18 Juli. Dr. Scheurer, lid der Tweede Ka mer; opgevolgd door den heer Th. Heukels, nadat de heeren Colijn en Rutgers hadden bedankt. 25 Juli. Mr. van Aalten, lid der Tweede Kamer; opgevolgd door mevr. van Itallie van Embden. 20 Sept. Prof. dr. C. P. Hoist Gz., oud- hoogleeraar aan de technische hoogeschool. 8 Nov. Prof. W. van der Vlugt, hoog- leeraar te Leiden, oud-lid der Tweede Kamer. 15 Nov. Oud-luitenant-generaal H. C. A Block, inspecteur der burgerwachten. 4 Dec. C. Werkhoven, secr.-penningmees- ter S.D.A.P., 41 jaar oud. 7 Dec. W. Cool, gep. luit.-generaal, oud- minister van oorlog. 22 Dec. J. Burger, luit.-generaal buiten dienst. 27 Dec. W. J. Vervloet, oud-hoofdofficier Ned.-Ind. leger, oud-secretaris Ned. Roode Kruis. Buitenland Herinneringen. 11 November 1918. Dat, waar zoo velen verlangd en reikhalzend naar uitgezien hadden, is geschied: de wapenstilstand is gesloten! Als een blijde mare snelde het be- richt de geheele wereld door. Na 4 lange ja ren van bitteren strijd, van groote, namen- looze ellende, na tijden van bangheid, van armoede en verdriet, behoorde de wereldoor- log tot het verleden Het was's morgens onder schooltijd we zaten nog in een der laagste klassen van de H. B. S. dat het heugelijk nieuws bekend werd en onze directeur gaf ons dien dag vrij, om de gelukkige gebeurtenis te kunnen vie- ren. Een optocht was gauw genoeg gevormd en dossend en zingend trokken we door de stra- ten van Groningen. De optocht werd steeds grooter, andere scholieren sloten zich bij ons aan, toen oudere menschen en weldra was de geheele stad in feeststemming. Vlaggen kwa- men te voorschijn en werden uitgestoken, klokken galmden, menschen zongen. En hoog boven ons, hoog van den Martinitoren, wap- perde de vaderlandsche driekleur als teeken van vreugde, dat de oorlog voorbij was Vredesgedachten 10 jaren zijn voorbijgegaan. Straks, enkele uren nog, en wij schrijven 1929. Dan gaan we elk voor zich de balans opmaken van het afgeloopen jaar. En ook wij als overzichtschrijvers wij maken de balans op over 1928, ook wij werpen even een blik terug naar het jaar, dat straks achter ons hgt Onwillekeurig blijven we dan even stil- staan bij den 1 lden Nov. van dit jaar, den dag, dat overal, in elk land de wapenstil stand herdacht werd. In vele landen heersch- te 2 minuten stilte om als het ware in stille, deemoedige dankzegging het grootsche mo ment van voor 10 jaren te herdenken Maar zijn we thans werkelijk tot den vrede gekomen? Hebben thans inderdaad de oor- logen afgedaan? Is dan werkelijk de vredes gedachte zoo ver gevorderd, dat een oorlog ondenkbaar is? Helaas, we kunnen op deze vragen geen bevestigend antwoord geven, want bij het beantwoorden er van denken we onmiddellijk aan de oorlogsbegrootingen van de meeste landen, die nog steeds enorme percentages van de geheele begrootingen beloopen. Op die oorlogsbegrootingen valt nog geen verande- ring te bespeuren, tenzij veranderingen in de verkeerde richting. Zeggen dus deze oorlogsbegrootingen al heel weinig, wat wijst op de algemeene vre desgedachte, ook andere gebeurtenissen zijn niet bevorderlijk, om de wereld te overtuigen, dat het oorlogsgevaar verdwenen is. Daar is in de eerste plaats de berucht ge worden Fransch-Engelsche vlootovereenkomst, waar de heele wereld zich weken lang mee bezig gehouden heeft, en waarbij bleek, dat er nog altijd door de betrokken mogendheden geen overeenstemming gevonden is, om haar oorlogsvloten te verkleinen. Het bleek toen toch, dat er tusschen Frankrijk en Engeland een geheim verdrag in wording was, dat overeenkomsten bevatte omtrent den bouw van oorlogsschepen, om in een eventueelen oorlog weer geheel „fit" te zijn. Het was vooral Amerika, dat door dit rransch-Engelsche vlootaccoord zich verwij- derde van beide landen en al heel gauw met de mededeeling kwam, dat het zijn eigen gang zou gaan met zijn vlotenbouw, tenzij een geheel openbare overeenkomst gesloten zou worden tusschen de zeemogendheden. Op een dergelijke overeenkomst wachten we nog Het deed wel eenigszins vreemd aan, dat de „ontdekking" van dit vlootaccoord juist moest plaats vinden even na den tijd, dat het Kellog-pact als een groote stap in de richting van den we- reldvrede werd beschouwd. Het anti-oorlogs- verdrag, een groot, belangrijk werk van den Amerikaanschen Staatssecretaris Kellog be- teekende immers, dat de oorlog in de ban zou worden gedaan. Het had' lang geduurd, eer de verschillende landen met het ontwerp van Kellogg accoord konden gaan. Voorna- melijk Frankrijk, waar Briand een dergelijk ontwerp-verdrag had klaar gemaakt, maakte ernstige bezwaren. Er is toen geconfereerd en onderhandeld, verschillende wijzigingen wer den aangebracht en het aldus gewijzigde Kellogg-pact was klaar, om geteekend te worden. Dit zou gebeuren in Parijs en het was den 26 Juli, dat de uitnoodigingen tot onderteekening aan verschillende rijken wer den verzonden en een maand later (27 Aug.t had de plechtige onderteekening van het pact plaats door 14 mogendheden. Tot de belang- rijkste landen, die bij die onderteekening ver- tegenwoordigd waren, behoorden de Veree- mgde Staten, Frankrijk en Engeland, Duitschland en Japan. Rusland, dat toch ook nog altijd tot de groote mogendheden ge- rekend mag worden, behoorde niet tot de oorspronkelijke onderteekenaars. Daar maak- ten de Vereenigde Staten bezwaar tegen, zoo- dat het rijk der sovjets eerst later het pact mocht onderteekenen. Vele landen zijn daarna gevolgd en we kunnen thans zeggen, dat de meeste, de belangrijkste landen der wereld het Kellogg-pac,t onderteekend heb ben. Zou men echter meenen, dat het oorlogs gevaar thans voor een groot deel voorbij was, niets is minder waar. We herinneren maar even aan de Amerikaansche vlootwet, aan de Fransche oorlogsbegrooting, aan de nieuwe Fransche militaire organisatie, aan Italie, waar men als het ware hunkert naar een „ontmoeting" met Frankrijk, ware het niet, dat de noodige gelden voor een eenigszins langdurigen oorlog in het land van Musso lini ontbreken En dan Oost Europa! Nog steeds is de Poolsch-Litausche kwestie niet opgelost en er zijn oogenblikken geweest, dat de toe- stand daar zeer gespannen was. En was het tot een oorlog gekomen, allicht waren ook andere landen in den krijg betrokken ge weest. (Rusland en Duitschland bijv.l) Om tenslotte nog even bij Italie terug te komenook dit jaar heeft dit rijk der fascls- ten gelegenheid gehad, om de oogen van ge heel Europa op zich te vestigen naar aan- leiding van zijn bemoeiingen met de Balkan- Staten en met zijn grenzenkwestie in het Noorden des lands. De Balkan! Italie heeft voortdurend ge- tracht meer macht op dit schiereiland van Europa te krijgen, en meer dan eens heeft het gespannen. Incidenten bleven niet uit. Zoo herinneren we aan de kwestie Italie Zuid Slavie, waarbij bleek dat het drie-dee- lige rijk van Zuid Slavie al zeer anti-Itali- aansch gestemd was Het is dikwijls tot be- toogingen gekomen, al schijnt de toestand thans eenigszins tot het normale te zfjn te- ruggekeerd. De Chineesche burgeroorlog. Over oorlogen gesproken, ook daar zijn wij in 192S niet vrij van gebleven. Weliswaar was het in Europa betrekkelijk veilig en heb ben er in ons werelddeel geen bloedige bot- singen plaats gehad, maar het verre Oosten eischte geruimen tijd onze aandacht. Als we on?e aanteekeningen naslaan, dan zien we, dat het eerste half jaar van 1928 China een prooi is geworden van een burgeroorlog, een oorlog, die vele menschenlevens eischte, die het land zijn welvaart vemietigde, die hon derdduizenden deed sterven van honger, Het was de strijd tusschen de Noordelijken en de Zuidelijken om de hegemonie van het land. Echter, niet alleen deze beide groote groepen van Chineezen stonden tegenover el- kaar, ook andere landen meenden zich in den strijd te moeten mengen. Daar was in de eer ste plaats Japan, dat zijn onderdanen, die zich op het vaste land gevestigd hadden, be- dreigd zag en dat daardoor meende, tusschen beide te moeten komen. Het gevolg daarvan was, dat ook Chineesche en Japansche troe- pen met elkaar in botsing kwamen, waarbij de Japanners zich meester maakten van Tsl nanfoe. Toen zij zoover waren, gingen ze krachtige eischen stellen aan de regeering in Peking, wie zij mededeelde, dat ze een eventu- pe1en opmarsch der Noordeli'ken zouden be- letten en dat ze tevens den Chineezen verbo- den, om in bepaalde zones zeegevechten te leveren. Al deze eischen ten spijt hielden de Zuidelijken en Noordelijken den striid vol en spoedig stonden de eersten voor Peking, da* door de troepen van Tsjang Tso Lin oni- ruimd werd. De leider vluchtte, een aanslag werd on hem rrenleegd en eenige da^en la ter (4 Juni) blies hij zijn laatsten adem uit. Nog was het einde niet daar. Ve'e gevech ten werden nog geleverd, namen van gene raals als Feng, Tsjang Kai Siek werden be kend, maar het einde was. dat de Nationa listen de overwinning uit het vuur sleepten. De overwinning! Ja, maar daarmee was de rust in het land in zoover er van rust gesproken kan worden! n:et terugge keerd Nog langen tiid werd het land onvei- lig gemaakt door kleinere troepen, die als in de M'ddele?uwen het oorlogvoeren en bet brandnmrken en rooven als e^n be- driif beschouwden. Toch is het der Nationa- listische regeering voorloonig gelukt, krach- tig op te treden tegen al deze misstanden en ze is nog een stan verder gegaan en heeft reeds met verschillende rijken handel^vrdra- gen afgesloten. zondat on het-oogenblik de toa«tand in China vrij normaal is. Totdat de opstand opnieuw begint De strubbelingen in Zuid-Amerika en de opstand in Afghanistan liggen nog versch genoeg in het geheugtn, zoodat ze hier niet meer gememoreerd behoeven te worden. Resumeerende komen we tot de conclusie, dat de wereld nog lang niet rijp is vnor een standvastigen, durenden vrede, het Kellogg- pact, en de nooit-meer-oorlog-gedachte den Volkenbond ten spijt. Zoo komen we dus aan het instituut de Volkenbond die en te Geneve en te Lugano vergaderd heeft. Vele vergaderingen zijn in 1928 ge houden, vele belangrijke kwesties zijn ter ta- fel gebracht, maar evenzeer zijn vele kwesties onopgelost gebleven. Onze Nederlandsche gedelegeerden hebben ook dit jaar weer van zich doen hooren en bleken op de allerhoog ste trap van politieke kennis en ontwikkeling te staan. Tot de voornaamste kwesties, die door den Volkenbond behandeld zijn, behoort in de eerste plaats het ontruimingsvraagstuk, Duitschland drong steeds aan op een ver- vroegde ontruiming van het Rijnland en hoewei in verschillende landen velen waren, die de vervroegde ontruiming welwillend ge zind bleken Frankrijk was en bleef de groote tegenstander van Duitschland in deze zaak. Steeds weer, in elke zitting, kwam het ont ruimingsvraagstuk naar voren, en even zoo dikwijls was het bereikte resultaat Uein. Tot dat bij de laatste conference de drie groote politici Briand, Chamberlain en Stresemann het blijkbaar eens zijn geworden en er nu misschien eenige kans bestaat, dat de oplos- sing, of liever een toenadering tot stand zal komen Een andere belangrijke kwestie was het Poolsch-Litausche vraagstuk, waarbij onze Nederlandsche gedelegeerde jhr. Beelaerts van Blokland zich zeer verdiensteliik maak te. Hij was voorzitter van de commissie en had een uitgebreide studie van dit vraagstuk gemaakt. Het voornaamste punt was, aan wie van de beide landen de stad Wilna be hoorde De oplossing is nog niet gevonden, wat vooral te wijten is aan het standpunt, dat de Litausche gedelegperde :nnam. Tam- mer voor jhr. Beelaerts, die tijd noch moeite gespaard had, om de geheele kwestie grondig te bestudeeren. Als nummer drie kwam de oniumkwestie ter tafel en ook daarbij was het de Neder landsche gedelegeerde, die de leiding had, die het rapport samenstelde. En daarmee had Nederland meer succes, omdat de mpeste le- den van den bond het eens waren met de ge- dachte, dat de opiumhandel verboden moest worden. Een verblijdend resultaat, omdat juist door het gebruik tn misbruik van opium nog meer en nog grooter ellende in de we reld worden gebracht, dan door het alcoho- lisme. Als we nog even herinneren aan de Hon- gaarsche wapensmokkelarij en aan de Op- tantenkwestie, dan hebben we de voornaam ste gebeurtenissen op politiek terrein, die door den Volkenbond besproken zijn, gehad, en kunnen we slechts de hoop uitspreken, dat de Bond in 1929 ons nader tot den duurza- men vrede zal brengen. wet plaatste vooral het Centrum en de uuit- sche Volkspartij tegenover elkaar en het li-ep zelfs zoo ver, dat president Hindenburg een beioep op de regeeringspartijen doen moest, om een kabinetscrisis te- voorkomen! (10 Febr.) Ondanks Hindenburgs pogingen tot bemidd-eling werd de strijd steeds heftiger en bleef de Duitsch-e politieke toestand ver- ward, totdat eindelijk den 20sten Mei de ver kiezingen voor den Rijksdag plaats vonden. Deze verkiezingen brachten een groot aantal zetels aan de sociaal-democraten en aan de communisten, ten koste vooral van de Duitsch-Nationale partij. Het was dus wel te voorzien, dat het kabinet-Marx niet m-eer terug zou komen, om het Rijk verder te regeeren. Marx diende dan ook den 12en Juni zijn ontslag in en Hermann Muller, de so ciaal-democraat, werd met de vorming van een nieuw kabinet belast. De vorming daar van was niet gemakkelijk, omdat slechts met den steun van de Duitsch-e Volkspartij een meerderheid verkregen kon worden, en deze partij stelde den onaanneembaren eisch, om ook in Pruisen dadelijk in d-e regeering te worden opgenomen. Het gevolg was, dat de z.g. groote coalitie uiteen viel en aan Muller niets anders overbleef, dan een z.g. „over- gangskabinet" te vormen. Dit overgangskabinet heeft moeilijke da gen beleefd en de grootste crisis, die het had en Politieke beweglng in verschil lende landen. Verkiezingen en crisissen. Het zou al een groot wonder zijn, als er een jaar voorbij ging, zonder dat in een of meer landen een politieke wrijving of strub- beling voorkwam en 1928 heeft dan ook wel zijn deel gehad in dergelijke bewegingen. Als we bij onze Oostelijke buren begin- nen, dan herinneren we ons direct de groote wrijving, die in Duitschland in het Rijks- kabinet ontstond naar aanleiding van een Nieuwe Duitsche Schoolwet. E)eze school- te doorstaan, kwam naar aanleiding van de bekende pants-erkruiserskwestie. De vorige Rijksdag had don bouw van twee pantser- kruisers goedgekeurd en nu wild-e de nieuwe regeering het besluit van dien Rijksdag niet vernietigen en ze gaf dus last tot den bouw van den eersten kruis-er. Tegen deze geste van de regeering kwam heftig verzet. zoowel van de communisten als van de soc -d-emo- craten. Een hevige actie volgde en het slot was, dat de socialistische groep in den Rijks dag een motie indiende tot staking van den bouw. Deze motie, die per slot van rekening een motie van wantrouwen was jegens de eigen partijgenooten, werd door den Rijksdag yerworpen met 255 stemmen tegen 203 (16 Nov Het kabinet bleef dus en heeft zich tot op dit oogenblik staande gehouden. Niet alleen in Duitschland, ook in Frankrijk hadden verkiezingen plaats en deze Kamer- verkiezingen hadden een bijzonder kalm ver- loop. De leuze was hier vooral. voor of te- gen Poincare en deze grijze staatsman en politicus heeft een roemvolle overwinning behaald. De uitslag van de verkiezingen kan voor Frankrijk niet anders dan als gunstig beschouwd worden, omdat Poincare daar door in de gelegenheid werd gesteld, het fi- nancieel herstel van Frankrijk tot een goed einde te brengen Toen dan ook de stabilisa- tie van den franc in de Kamer behandeld zou worden, vond Poincare een groote meerder heid achter zich en het politiek program dat de minister-president aan de Kamer voorleg- de, werd met een overweldigende meerder heid (455 tegen 126 stemmen) goedgekeurd. Met zoo'n groo'-e meerderheid achter zich had men Poincare vo'komen veilig kunnen wanen. Dat het in de politiek echter altijd vraagteekens en verrassingen blijven, bleek wel in November. Tengevolge n 1. van het aannemen van een motie op het congres der Fransche Radicale partij te Angers werd de ,,nationa!e eenheiri" opgez-egd en Poincare diende zijn ontslag in. Plotseling was dus een ministers-crisis ontstaan. Gelukkig kwam de oplossing spoedig. Poincare werd opnieuw kabinets-formateur en stelde een ministerie samen, hoofdzakelrk bestaand-e uit de leden van het zoo ontijdig gevallene. Hij zelt aan- vaardde echter geen portefeuille. D-e Fransche regeering heeft eenige rro-ei- lijke weken gehad met de reeds hierboven genoemde Fransch Enge'sche vlootovereen komst. Zij heeft echter bijtijds krachtige maatrege'en genomen en het is haar gelukt, de teere kwestie eenigszins tot een goede op- lossing te brengen. Was dit Fransch-Engelsche vlootaccoord in Frankrijk een teer punt, ook in Engeland hield men zich er dagen lang mee bezig En ook daar werd d-e-noodige critiek uitgeoefend op deze „openbaring". Het was voor deze zeemogendheid dan ook lang geen grapje, dat de overeenkomst die nog wel niet geslo ten was zoo aan de wereld bekend werd gemaakt. Vooral het feit, dat ze zich daar voor van Amerika verwijderde, stemde tot onte- vredenh-rid. Toch kan de buitenlandsche politiek van Engeland alleszins bevredigend genoemd worden. Meer dan eens heeft het biijk ge- geven, een open ooi te hebben voor het her stel van Europa. Aan het Britsche rijk heeft het niet gel-egen, dat bijv. de kwestie over de ontruiming van het Rijnland nog geen alge- heele oplossing gevonden heeft. En ook het sluiten van een handelsverdrag met China toonde, dat Engeland op 't oogenblik meer heil ziet in 'n standvastigen vrede dan in een oorlog, al mag natuurlijk niet ontkend wor den, dat daarbij ook eigen belang een woordje meesprak. Tijdens de ziekte van den koning die nu naar alien schijn op weg naar herstel is toonde de Engelsche regeering haar trouw aan het koningshuis en als iemand als Mac Donald in een zitting van het Lagerhuis een rede houdt, waarin de hoop op herstel van den koning zeer duidelijk naar voren komt, dan kan men verzekerd zijn, dat van een ernstigen revolutionnairen geest in Engeland den eersten tijd nog geen sprake zal zijn. Hebben zich dus in Engeland zelf geen bij- zondere gebeurtenissen voorgedaan, toch moest de regeering eenigen tijd haar aandacht bested-en aan een der vele bezittingen van- h-et groote rijk. Egypt-e n.l. kwam in botsing met het Moed-erland. Gelukkig werd het geen bloedige beweging, maar op congressen, in vergaderingen en in zitting-en van de Egypti- sche regeering kwam steeds weer de drang naar meerdere zelfstandigheid naar voren Er werden nota's gewisseld tusschen de r-egeeringen van beide landen, nota's, welke soms zeer scherp waren, maar tenslotte werd toch een overeenstemming bereikt en is Egypte met de overwinning geen strijken, n 1 dat Engeland geen recht heeft, om Egypte -met Engelsche troepen te bezetten. Hiermee was dit incident dus van de baan E-en andere kwestie, waarmee de regeerincr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 16