DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het bedrijf van Gemeentewerken.
s
Associatie voor Lijkbezorgintj
1929
Alboniieraeiitsprijs MJ vooruitfoetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Adyertentlepr. 25 ct p. regel, grootere letters naur
Brie veil franco N.Y. Boeh- en Handelsdr, v.h. Hems. Coster Zoon, Voordam C9, TeL Administr. No. 3. ^^dactle No. 83.
XAfERDAIS
5 JtVI AKI
I
Dagelijksch overzicht.
Buitenland
tfo. 4
Dit nnmniei besfaat sit 3 hi a den.
Honderd een en dertigste iaargang
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA.
Het iedrijf van Gemeentewerken floreert
niet bet schijnt te groot en te kostbaar en
reeds too 'an» is er over c'at veel te luxieuze
drift gesproken, dat alles zooveel duurder
uitvc«rt dan particulieren dat kunnen, dat
j3 en W. er ten slotte toe overgegaan zijn,
een commissie in het leven te roepen, bc-
staand uit de heeren Margadant, Schier-
j,eek en Faber, welke commissie op 20 Juli
j.l. de opdracht kreeg te onderzoeken of het
mogelijk zou zijn het bedrijf te reorganisee-
ren tot een eenvoudigen administratieven
dienst en die tevens moest rapporteeren welke
ibesparing aan personeelsonkosten daardoor
kon worden verkregen.
Alvorens een eigen meening te geven, is
het noodzakelijk den inhoud van dit zeer uit-
.voerige rapport in het kort even na te gaan
De drie heeren, die wij in dit artikel kort-
heidshalve als de commissie zullen betitelen.
herinneren er aan, dat „Gemeentewerken"
vroeger een dienst was, en dat daarvan eerst
in 1921 een bedrijf is gemaakt.
Dit laatste geschiedde op advies van den
Directeur van het Centraal Bureau voor veri-
iicatie en financieele adviezen der Ver. van
Ned. Gemeenten.
In dat advies werd betoogd, dat het invoe-
ren van een commercieele boekhouding voor
den dienst der Gemeentewerken ten doel heeft
om door middel van de boekhouding, oo
systematische wijze, de werkelijke kosten van
alle werken te leeren kennen.
Dit was tot dat tijdstip niet mogelijk daar
alle ontvangsten en uitgaven der werken over
de gemeentebegrooting liepen, niet alleen de
kosten van salarissen maar ook allerlei al
gemeene kosten, het gebouw, kantoor- en tee
kenbehoeften enz. betreffende.
i Al die kosten werden op bepaalde num-
mers van de gemeentebegrooting verant-
woord zonder dat zij gesplitst werden en ten
laste werden gebracht van de werken waarop
zij eigenlijk zouden moeten drukken.
Bij aankoOp van materialen werd de uitga-
ve uit het betrokken begrootingsartikel be-
streden, hoewel niet altijd vast stond dat
alle aangekochte materialen ook werkelijk
voor het bestemde doel, bij het artikel om-
schreven, werden gebruikt.
Zoo konden restanten ontstaan welke later
voor geheel andere doeleinden werden gebe-
zigd en slechts door de invoering van een
commercieele boekhouding was het mogelijk
met al deze kosten nauwkeurig rekening te
houden en ze evenredig over alle werken te
yerdeelen.
De bedrijfsvorm werd dus de meest ver-
kieslijke geacht en men staat nog op dit
standpunt ook uit een oogpunt van overzich-
telijkheid en juiste kostenverdeeling.
De duurte van een gemeenfelijke organisa-
tie ligt niet in den beheersvorm. Bovenge-
noemde commissie kan zich indenken, dat
men over de bezwaren van een dienstvortn
wil heenstappen en men zocht voor dat geval
naar den minst bezwarenden opzet.
Wil men het bedrijf tot een administratie
ven dienst reorganiseeren dan acht de com
missie de volgende regeling noodzakelijk.
Aan het hoofd van den dienst zou een di
recteur moeten staan, bijgestaan door een
staf van opzichters. Er zou een administratis
moeten zijn, evenwel zou de dienst geen werk
lieden moeten hebben daar de gemeente alle
werken zou moeten aanbesteden of aan het
particulier bedrijf zou moeten opdragen.
Er zou jaarlijks een begrooting van uit t?
voeren werken moeten opgemaakt worden en
het gewone werk zou in groepen timmer-
werk, verfwerk enz. moeten worden ver-
deeld.
Aannemers en leveranciers zouden nota'-
moeten indienen welke zuiver kloppen met de
omschrijving der betrokken begrootingspos-
ten. Deze nota's zouden worden gecontro
leerd, door de administratie geboekt en ter be-
taling moeten doorgezonden worden aan den
gemeente-controleur.
Het magazijn zou kunnenverdwijnen en
jaarwedden, en pensioensbijdtagen van direc
teur, opzichter en administratis personeel
zouden op het hoofdstuk „Openbare werken"
gebracht kunnen worden, terwijl eveneens
een post voor bureaukosten of algemeene on
Jcosten kon worden aangewezen.
Na afloop van elk jaar zou de dienst dan
een rekening moeten indienen waarin tevens
wordt becijferd welk percentage van algemee
ne onkosten bij de uitgaven op de verschillen
de volgnummers moet worden geteld om de
werkelijke kosten van elk onderdeel te weten
Stond men nu voor de taak een nieuwen
toestand voor het eerst te regelen, dan was
het bovenstaande heel eenvoudig in te voeren
Maar de commissie ziet in, dat een zoo ra
dicale verandering als omzetting van het
thans bestaande bedrijf tot een dienst op on
overkomelijke bezwaren moet stuiten.
De verplaatsing van de betalingen naar
de gemeentekas zou het werk op de afdeeling
financien en bij den gemeente-ontvanger zeer
verzwaren en op een zoo plotselinge vermeer-
dering van arbeid is men daar niet ingesteld
Bovendien meent de commissie, dat men
zich volkomen aan het particuliere bedrijf
zou overleveren. Weliswaa, zou men het ge-
vaar van te hooge prijzen te moeten betalen
beperken door zooveel mogelijk alle werken
aan tebesteden, doch er zouden nog tal van
leveringen en werkjes zijn die in uurloon en
tegen eenheidsprijzen moeten worden uitge-
voerd.
Het is te verwachten, dat op den duur van
concurrentie bij de inschrijvingen zoo goed
als geen sprake zou zijn, dank zij de machtl-
ge bonden op allerlei gebied en de commissie
acht het zeer twijfelachtig ot de gemeente er
wel bij zou varen wanneer zij de mogelijk-
heid van eigen beheer thans geheel over-
boord wierp.
Het grootste bezwaar ziet de commissie
evenwel in het feit, dat de gemeente zooveel
personeel, inzonderheid»werklieden, in vasten
dienst heeft. Werd voortaan alle gemeente-
werk aanbesteed, dan zou zeker aan 24 werk-
lieden (de 2 vaste marktarbeiders niet mee
gerekend) ontslag moeten worden verleend.
Men zou dan aan loonen en pensioensbijdra-
gen 48000 en aan bijkomende bedrijfskos-
ten 7000, dus in totaal 55000 kunnen be-
sparen.
Evenwel zou de gemeente dan heel wat aan
wachtgelden moeten'uitkeeren, het eerste jaar
reeds 39000, het tweede jaar 32000, het
vijfde jaar 29000, het tiende jaar 12000
Dit alles zou moeten betaald worden boven
hetgeen de aannemers en leveranciers we-
gens werkloon zouden vorderen. En al mogc
dit nu iets lager zijn dan dat van de ge
meente, de wachtgeld-lasten blijven te groot
om langs dezen weg belangrijke besparin-
gen te kunnen verwachten, zelfs al zou zoo
nu en dan een wachtgelder bij een anderen
gemeentedienst kunnen geplaatst worden of
wegens eigen verdiensten minder uitgekeerd
krijgen.
De commissie meent dus de haar door B
en W. gestelde vraag ontkennend te moeten
beantwoorden.
Zij heeft daarnaast evenwel onderzocht of
wellicht, met behoud van den bedrijfsvorm, op
andere wijze voor den algemeene begrootings-
dienst der gemeente eenige besparing zou
zijn te verkrijgen.
Het commissielid de heer Margadant meent,
dat het bedrijf zich hier nooit voldoende heeft
kunnen ontwikkelen. In verschillende gemeen
ten zorgt het niet alleen voor alles wat den
gewonen dienst betreft, doch voert het ook de
onderhoudswerken uit voor rekening der be-
drijven waardoor de algemeene dienst van
onkosten wordt ontlast. Hier worden be-
langrijke werken voor de bedrijven door an
deren uitgevoerd, zoodat de algemeene on
kosten vrijwel geheel ten laste van den alge-
meenen dienst komen. Het zou dus wensche-
lijk zijn, voortaan alle technische werkzaam
heden, ook die van de bedrijven, door Ge
meentewerken te doen verrichten.
Zoo er slechts voldoende vrijheid van werk
regeling bestond, zou gemeentewerken geen
hoogere kosten in rekening brengen dan par
ticulieren doen, en de kostenomslag over de
posten der gemeentebegrooting zou dan zeker
een veel gunstiger beeld vertoonen.
Men zou dus niet op inkrimping maar op
verbreeding van het arbeidsveld moeten aan
sturen.
D^armede hebben' zich de heeren Schier-
beek en Faber niet kunnen vereenigen.
Uitbreiding van het bedrijf zou niet in
overeenstemming zijn met de hun verstrekte
opdracht, die tot beperking en bezuiniging
moet leiden.
Zij meenen, dat verschillende bedrijfsdi
recteuren er geen prijs op zouden stellen ver
plicht te worden tot het verstrekken van hun
opdrachten uitsluitend aan Gemeentewerken
Die willen ook de hun verleende credieten
zoo economisch mogelijk aanwenden en zou
men hen als Gemeentewerken duurder
werkt dan particulieren noodzaken een
deel in de kosten te dragen van een ander
bedrijf, dat te hooge onkosten heeft, dan ver-
plaatst men wel cjie kosten ten deele van de
gemeenterekening naar de bedrijfsrekenin-
gen, doch bezuiniging zou zeker niet worden
verkregen.
Eenparigheid van gevoelen bestond over
een andere oplossing, waarbij het bedrijf in
zijn tegenwoordigen vorm zou blijven be-
staan maar het corps vaste werklieden zou
worden verminderd.
Al die vaste menschen, aldus de commissie,
zijn een vol jaar niet noodig, en drukken de
bedrijfsbegrooting te zwaar. Men zou hun
aantal terug moeten brengen tot een kleine
kern b.v. bestaande uit 2 timmerlieden, 1
straatmakersbaas en 3 straatmakers met 4
handlangers (desnoods los maar liever in
vasten dienst omdat hun werk routine-werk
is) 1 schildersbaas, 1 schilder, 1 metselaar,
1 opperman (en 2 marktarbeiders).
Dit zou een verschil van 10 vaste werklie
den geven en aanstelling van losse werklie
den zou slechts in noodzakelijke gevallen
moeten plaats hebben.
Men zou dan het stelsel van aanl esteding
van onderhoudswerken op uitgebreide schaal
moeten toepassen.
De 14 werklieden zou men in dienst moe
ten houden, want afgezien van de straatwer
ken, die de gemeente met geroutineerd per
soneel beter zelf kan doen, moet de mogelijk
heid blijven bestaan, dat zij sommige werken
waaxvoor bij aanbesteding of opdracht te
hooge bedragen worden gevraagd, zelf uit-
voert. De wetenschap, dat de gemeente ten
slotte niet geheel aan het particuliere bedrijf
is gebonden zou een prikkel kunnen zijn om
billijke bedragen in rekening te brengen.
Gelegenheid zou moeten blijven bestaan,
om zelf materialen in te koopen. Belangrijke
bedragen zouden vroeger reeds bespaard
zijn doordat de gemeente, die als koopster
uiteraard gewild is, zooveel goedkooper bij
de leveranciers tereqht kan dan de aanne
mers.
Een magazijn, zij het in ldeineren omvang,
zou er dus moeten blijven.
Waar zouden nu evenweii de overcomplete
werklieden moeten blijven?
Het op wachtgeld stellen zou te groote uit
gaven vorderen en geen der werklieden be-
reikt spoedig den 65-jarigen leeftijd.
De commissie wil daarom het zoogenaam-
de uitstervingssysteem toepassen, zoodat
eventueefle vacatures niet meer vervuld wor
den en wellicht zouden andere bedrijven
sommige werklieden kunnen overnemen.
Wordt het bedrijf op deze wijze verkleind,
dan zou als een zaak op zichzelf te onder
zoeken zijn weik minimumpersoneel er ove-
rigens bij den technischen dienst van het be
drijf werkzaam dient te zijn.
41
Ten slotte bleek de heer Margadant be
zwaar te hebben tegen betaling van 5000
wegens algemeene bestuurskosten aan de ge
meente en de beide andere leden kunnen zich
daarmede vereenigen omdat het i.iet juist zou
zijn, dat dit bedrijf, optredende als de aanne-
mer der gemeente, zijn algemeene onkosten
moet verhoogen om aan zijn opdrachtgeef-
ster een uitkeering te kunnen doen, die het
bedrijf later zelf weer in rekening brengt. Het
bedrijf staat in dat opzicht niet gelijk met een
gasfabriek, een electriciteitsbedrijf of een
slachthuis, welke hun onkosten aan hun parti
culiere afnemers in rekening brengen.
Eveneens acht de commissie het algemeen
billijk dat niet het bedrijf maar de gemeente
belast wordt met inkcopsommen voor den in-
koop van diensttijd welke bij den vroegeren
dienst, dus eigenlijk bij de gemeente is door-
gebracht.
Unaniem meent men eveneens, dat de alge
meene onkosten nutteloos verhoogd worden,
doordat het bedrijf voor het voorschot, dat
dient om de werken der gemeente te kunnen
uitvoeren, rente heeft te betalen, wat dus
zou kunnen vervallen.
Van dit uitvoerige en tot het verschijnen
van dit nummer onzer courant nog altijd ver-
trouwelijke rapport, zuilen ongetwijfeld velen
met belangstelling kennis nemen.
We zouden er nog een beschouwing aan
willen vastknoopen en wel deze, dat het ons
voorkomt, dat twee der commissie-leden, na-
melijk de heeren Schierbeek en Faber, zich
wel wat angstvalilig aande hun verstrekte
opdracht hebben gehouden.
Wellicht vindt dit zijn oorzaak hierin, dat
betrekkelijk ondergeschikte gemeente-ambte-
naren het niet durven wagen om ook maar
eenigszins af te wijken van den weg welke
het machtige college van B. en W. hun heeft
gewezen en ook daardoor komt sterker de
vraag naar voren of het inderdaad juist ge-
zien is, een -dergelijk onderzoek waarbij men
over het lot van gemeentepersoneel moet be-
schikken, in handen van eenige ambtenaren
en niet in handen van een raadscommissie,
een deskundig adviseur (niet in gemeente
dienst) of van een commissie van particulie
ren te geven.
De laatsten staan vrijer in hun meenings-
uiting en zouden zich wellicht niet zoo angst-
vallig aan hun opdracht hebben gehouden.
Gemeentewerken is te duur en in boven-
staand rapport heeft men alleen naar midde-
len gezocht om het bedrijf te verkleinen.
Er is evenwel nog een andere oplossing.
AOs een bedrijf te veel personeel zonder
werk heeft, kan men niet alleen dat perso
neel ontslaan of laten uitsterven, men kan er
ook werk voor zoeken, zoodat het bedrijf in
denzelfden omvang in stand kan blijven en
door het verrichten van loonenden arbeid
rendabel kan zijn.
Waarom zou een steeds groeiende stad het
besluit moeten nemen een gemeentebedrijf te
laten uitsterven?
Integendee'!, hoe grooter de stad wordt des
te meer zal de behoefte aan een goed geoutil-
leerd bedrijf blijken.
Door dit bedrijf nu reeds ten deele ter
dood te veroordeelen beneemt men de daar-
aan verbonden arbeidskrachten in alle ran-
gen den lust tot werken.
De zaak van deze zijde beziende zullen
wij er maar niet verder over spreken, dat de
bezuiniging door de commissie alleen bij het
lager en niet bij het hooger personeel gezocht
is.
Men heeft zich wel eens de vraag gesteld
of al die opzichters, een speciale hoofdopzich-
ter, een volontair-ingenieur (vroeger) en
daarnaast het administratieve personeel on-
der een directeur wel noodig was, waar daar
naast toch bleek, dat de directeur voor dienst-
reizen herhaaldelijk gemist kon worden.
Thans wordt door de commissie alleen
naar bezuiniging bij het lagere personeel ge
zocht, maar wij zullen dit verder onbespro-
ken laten omdat wii todi geheel arrdcrer.
Breedstraat 23 Telefoon 952
Bedieningen met Auto's of Bespanning.
NIEUWE FIAT LIJK- en VOLGAUTO'S van de
firma A. DAM Co.
kant willen uitgaan dan de meerderheid der
commissie.
Wij zijn het met den directeur eens, dat het
bedrijf een levenskans moet worden geboden,
door het niet alleen voor den gewonen dienst
te gebruiken maar ook voor de onderhouds
werken voor rekening der verschillende be
drijven waardoor de algemeene dienst van
onkosten ontlast wordt.
Waarom bestaat er hier zoo weinig vrijheid
van werkregeling, dat Gemeentewerken hoo
gere kosten in rekening moet brengen dan
particulieren?
Nu laten verschil1 ende gemeentebedriiven
dat is tenslotte de gemeente allerlei
werken door particulieren uitvoeren en pas-
seeren het eigen bedrijf van Gemeentewerken.
Kan -de gemeente dat geld niet in eigen
zak houden door er Gemeentewerken van te
betalen, waarvan de werklieden veel geld
kosten en niet voldoende werk hebben?
Wij zijn niet voor het systeem van ge-
meentewinkels waardoor de gemeente met
haar ingezetenen concurreert, maar is het
aan den anderen kant logisch, dat de ge
meente, die zelf een bedrijf van Gemeentewer
ken bezit, allerlei werk, dat dit bedrijf zou
kunnen uitvoeren, door particulieren laat ver
richten en daardoor het bedrijf, ten koste der
belastingbetalers, noodlijdend maakt?
Men zal natuurlijk aanvoeren, dat direc-
teuren van andere bedrijven het liefst hun
karweitjes door particulieren laten verrichten
omdat Gemeentewerken in vergelijking daar
mede veel te duur is.
Maar dan moet men Gemeentewerken, zod-
als de directeur dit ook al wenschelijk acht,
zooveel vrijheid van werkregeling geven, dat
het elk gemeentewerk even goedkoop kan
uitvoeren als particulieren, desnoods nog
goedkooper, al zouden wij dit natuurlijk zui
ver tot het gemeentewerk willen beperken.
Laat Gemeentewerken in tijden van slapte
desnoods voor andere bedrijven onder de
markt werken. Elke gulden door de bedrijven
betaald komt de gemeente dan ten goede en
verkleint het tekort van het bedrijf der ge
meente.
Zoo alleen zal men het bedrijf in stand
kunnen houden en waarschijnlijk rendabel
kunnen maken.
Zoo alleen behoeft men geen personeel te
ontslaan of te laten uitsterven en zal men in
een groeiende stad een goed geoutilleer-d be
drijf niet behoeven te verminken.
Dat de „aannemer" der gemeente bij de
tegenwoordige tekorten nog in de algemeene
bestuursonkosten moet bijdragen en daardoor
zijn tekort vergreot, dat de gemeente daarna
weer zal moeten dekken, is waarschijnlijk een
der zegeningen van den tegenwoordigen ad
ministratieven rompslomp waarbij dit zooge-
naamde betalen met gesloten beurzen her
haaldelijk wordt aangetroffen maar waar
door toch een onjuist beeld van den toestand
-der bedrijven wordt verkregen.
Gemeentewerken toont althans daardoor
een tekort dat 5000 grooter is dan nood
zakelijk behoeft te wezen.
Dat de gemeente de inkoopsommen voor
inkoop van diensttijd bij den vroegeren
„dienst" voor haar rekening neemt en het
bedrijf geen rente laat betalen voor voor-
schotten welke dienen om de werken der ge
meente te kunnen uitvoeren, lijkt ons vanzelf
sprekend.
Het laatste is een gevolg van het streven
alle bedrijven als volkomen zelfstandige
ondememingen te beschouwen en totaal over
het hoofd te zien, dat bedrijven als Gemeente
werken, Plantsoen-en of Reiniging, geen
winstmakende zelfstandige ondememingen
zijn ails b.v. de Gasfabriek, maar in wezen
niets anders dan gemeentediensten die onder-
houdswerk verrichten en de kosten daarvan
uitsluitend op de gemeente moeten verhalen.
Men herleze het rapport der commissie
nog eens rustig en velen zullen dan zeker
tot de overtuiging komen, dat alvorens men
werklieden ontslaat of laat uitsterven omdat
zij geen werk hebben, eerst getracht dient
te worden hen door productieven arbeid ten
voile aan hun bestemming te laten beant
woorden.
EEN TOENADERING VAN RUSLAND
EN POLEN?
De nota van Litwinof aan
Polen. De ratificatie van het
Kellogg-pact. Wie eerst?
We hebben het reeds onder de gewone bui-
tenlandsche berichten genoemd, dat Rusland
een nota aan de Poolsche regeering heeft ge-
«?nd£S met yerwijzing naar het feit, dat bei
de landen tot het verdrag van Kellogg zijn
toegetreden en waarin de Sovjet-reg. voor.
stelt, onafhankelijk van de ratificeering van
dit verdrag door de andere staten, een bizon-
der protocol te onderteekenen over het on-
middellijk in werking treden van de bepalin-
gen van het Kellogg-pact, die verband hou
den met de PoolschRussische betrekkingen.
Wat Litwinof, de plaatsvervangende volks-
commissaris van buitenlandsche zaken in
Rusland met dat verdrag eigenlijk voor heeft.
weet nog niemand duidelijk.
De Times" verneemt uit Riga, dat de arti-
kelen in de Sovjet-bladen de reeds geuite ver-
onderstelling bevestigen, dat het Russische
voorstel een zuiver agitatorisch karakter
draagt. De „Pravda" verklaart, dat de on-
vriendelijke houding van Polen tegenover
Rusland duidelijk is gebleken bij het proces
tegen Wojciechowski, die, zooals bekend,
veroordeeld is wegens den moordaanslag op
den Sovjet-handelsattache te Warschau. De
„Pravda" zegt, dat het Russische voorstel
aan Polen de kans geeft te bewijzen, dat het
vredelievende bedoelingen heeft.
Nu is er voor Polen werkelijk geen reden,
dit voorstel van Rusland mefwantrouwen te
bejegenen. In de Amerikaansche Senaat is
pas gezegd, dat het bestaan van een pact
als dat van Kellogg in den tijd van den
AmerikaanschSpaanschen oorlog dit con
flict niet voorkomen zou hebben, omdat Span-
je daarvoor a'lerlei vijandige handelingen te
gen de Ver. Staten had begaan. Zoo sceptisch
staan de optimisten niet tegenover het
Kellogg-pact. Zij beweren dat de zedelijke
waarde van het anti-oorlogspact cen goede
invloed op de internationale betrekkingen
moet hebben.
Intusschen is er nog geen en-kele mogend-
heid, die het pact geratificeerd heeft, vermos-
delijk, omdat men overal wacht op Amerika,
dat hierin zal moeten voorgaan. Maar het
kan volstrekt geen kwaad, indien de Sovjet-
republiek, Polen en Litauen het pact alvast
tusschen elkaar in werking stellen.
De stap van Sowjet-Rusland heeft reeds
ertoe geleid dat Litauen aan de andere Oost-
zee-staten voorgesteld heeft, mee van de
partij te zijn en dat Polen zich op zijn beurt
tot Roemenie gewend heeft met de vraag, of
het mee zou wil It a doen. Naar verluidt, zou
de nieuwe Roemeensche regeering hiertoe niet
ongeneigd zijn, wat atleszins begrijpelijk is,
omdat Sowjet-Rusland totdusver geweigerd
heeft Bessarabie als Roemeensch gebied te
erkennen en Roemenie alle belang heeft bij
een vredeswaarborg van Sowjet-Russischen
kant. Trouwens, wanneer de Amerikaansche
Senaat het pact geratificeerd heeft, zal ook
Moskou het bekrachtigen en daarmee van
elke poging om de Russische grens aan den
kant van Roemenie met geweld te wijzigen,
plechtig afstand doen.
Een vervroegd in kracht treden van het
anti-oorlogstractaat in de gevaarlijkste Oost-
hoeken van Europa zou toe te juichen zijn,
want is het daar bijtijds bekrachtigd dan
zou het er als Jiplomatiek instrument zijn
waarde behouden, ook al m-ocht het in Ame
rika schipbreuk lijden. Het zou ook een stoot-
je kunnen geven tot de zoo hoog noodige ver-
betering van de betrekkingen tusschen Polen
en Litauen.
VREDESVERDRAG.
DE NIEUWE DESKUNDIGEN-
COMMISSIE.
De kleine ex-geallieerde mogend-
heden vragen gehoor.
De diplomatieke correspondent van de
„Daily Telegraph" verneemt, dat enkele der
kleine geallieerde mogendheden den wensch
te kennen hebben gegeven, door „waarne-
mers" tegenwoordig te zijn bij het onderzoek
van de nieuwe commissie van deskundigen
voor de schadevergoedingen. Voorts ver
neemt hij, dat enkele van deze mogendheden,
waaraan oorspronkelijk een klein percentage
van de Duitsche schadevergoedinen werd
toegewezen, naast een hoog percentage van
de Oostenrijksche, Hongaarsche en Bulgaar-
sche schadevergoedingen (waarvan het mee-
rendeel nog niet betaald is), binnenkort een
belangrijken stap zullen doen in de voor-
naamste hoofdsteden. Zij baseeren zich daar-
bij op de artikelen 231 en 232 en aanhangsel
I van het Verdrag van Versailles, waarbij
Duitschland aansprakelijk wordt gesteld voor
de schadevergoedingverplichtingen van zijn
vroegere bondgenooten goed te maken, zoo-
wel wanneer de deskundigen Duitschlands
verplichtinen onderzoeken als wanneer d«
definitieve verdeeling van het totaal van de
schadevergoedingssom door de voornaamste
schuldeischende regeeringen wordt bespro-
ken. *7
GODRANT.
i i 1mrnrnrnm