DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het bedrijf van Gemeentewerken. s Associatie voor Lijkbezorgintj 1929 Alboniieraeiitsprijs MJ vooruitfoetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Adyertentlepr. 25 ct p. regel, grootere letters naur Brie veil franco N.Y. Boeh- en Handelsdr, v.h. Hems. Coster Zoon, Voordam C9, TeL Administr. No. 3. ^^dactle No. 83. XAfERDAIS 5 JtVI AKI I Dagelijksch overzicht. Buitenland tfo. 4 Dit nnmniei besfaat sit 3 hi a den. Honderd een en dertigste iaargang Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA. Het iedrijf van Gemeentewerken floreert niet bet schijnt te groot en te kostbaar en reeds too 'an» is er over c'at veel te luxieuze drift gesproken, dat alles zooveel duurder uitvc«rt dan particulieren dat kunnen, dat j3 en W. er ten slotte toe overgegaan zijn, een commissie in het leven te roepen, bc- staand uit de heeren Margadant, Schier- j,eek en Faber, welke commissie op 20 Juli j.l. de opdracht kreeg te onderzoeken of het mogelijk zou zijn het bedrijf te reorganisee- ren tot een eenvoudigen administratieven dienst en die tevens moest rapporteeren welke ibesparing aan personeelsonkosten daardoor kon worden verkregen. Alvorens een eigen meening te geven, is het noodzakelijk den inhoud van dit zeer uit- .voerige rapport in het kort even na te gaan De drie heeren, die wij in dit artikel kort- heidshalve als de commissie zullen betitelen. herinneren er aan, dat „Gemeentewerken" vroeger een dienst was, en dat daarvan eerst in 1921 een bedrijf is gemaakt. Dit laatste geschiedde op advies van den Directeur van het Centraal Bureau voor veri- iicatie en financieele adviezen der Ver. van Ned. Gemeenten. In dat advies werd betoogd, dat het invoe- ren van een commercieele boekhouding voor den dienst der Gemeentewerken ten doel heeft om door middel van de boekhouding, oo systematische wijze, de werkelijke kosten van alle werken te leeren kennen. Dit was tot dat tijdstip niet mogelijk daar alle ontvangsten en uitgaven der werken over de gemeentebegrooting liepen, niet alleen de kosten van salarissen maar ook allerlei al gemeene kosten, het gebouw, kantoor- en tee kenbehoeften enz. betreffende. i Al die kosten werden op bepaalde num- mers van de gemeentebegrooting verant- woord zonder dat zij gesplitst werden en ten laste werden gebracht van de werken waarop zij eigenlijk zouden moeten drukken. Bij aankoOp van materialen werd de uitga- ve uit het betrokken begrootingsartikel be- streden, hoewel niet altijd vast stond dat alle aangekochte materialen ook werkelijk voor het bestemde doel, bij het artikel om- schreven, werden gebruikt. Zoo konden restanten ontstaan welke later voor geheel andere doeleinden werden gebe- zigd en slechts door de invoering van een commercieele boekhouding was het mogelijk met al deze kosten nauwkeurig rekening te houden en ze evenredig over alle werken te yerdeelen. De bedrijfsvorm werd dus de meest ver- kieslijke geacht en men staat nog op dit standpunt ook uit een oogpunt van overzich- telijkheid en juiste kostenverdeeling. De duurte van een gemeenfelijke organisa- tie ligt niet in den beheersvorm. Bovenge- noemde commissie kan zich indenken, dat men over de bezwaren van een dienstvortn wil heenstappen en men zocht voor dat geval naar den minst bezwarenden opzet. Wil men het bedrijf tot een administratie ven dienst reorganiseeren dan acht de com missie de volgende regeling noodzakelijk. Aan het hoofd van den dienst zou een di recteur moeten staan, bijgestaan door een staf van opzichters. Er zou een administratis moeten zijn, evenwel zou de dienst geen werk lieden moeten hebben daar de gemeente alle werken zou moeten aanbesteden of aan het particulier bedrijf zou moeten opdragen. Er zou jaarlijks een begrooting van uit t? voeren werken moeten opgemaakt worden en het gewone werk zou in groepen timmer- werk, verfwerk enz. moeten worden ver- deeld. Aannemers en leveranciers zouden nota'- moeten indienen welke zuiver kloppen met de omschrijving der betrokken begrootingspos- ten. Deze nota's zouden worden gecontro leerd, door de administratie geboekt en ter be- taling moeten doorgezonden worden aan den gemeente-controleur. Het magazijn zou kunnenverdwijnen en jaarwedden, en pensioensbijdtagen van direc teur, opzichter en administratis personeel zouden op het hoofdstuk „Openbare werken" gebracht kunnen worden, terwijl eveneens een post voor bureaukosten of algemeene on Jcosten kon worden aangewezen. Na afloop van elk jaar zou de dienst dan een rekening moeten indienen waarin tevens wordt becijferd welk percentage van algemee ne onkosten bij de uitgaven op de verschillen de volgnummers moet worden geteld om de werkelijke kosten van elk onderdeel te weten Stond men nu voor de taak een nieuwen toestand voor het eerst te regelen, dan was het bovenstaande heel eenvoudig in te voeren Maar de commissie ziet in, dat een zoo ra dicale verandering als omzetting van het thans bestaande bedrijf tot een dienst op on overkomelijke bezwaren moet stuiten. De verplaatsing van de betalingen naar de gemeentekas zou het werk op de afdeeling financien en bij den gemeente-ontvanger zeer verzwaren en op een zoo plotselinge vermeer- dering van arbeid is men daar niet ingesteld Bovendien meent de commissie, dat men zich volkomen aan het particuliere bedrijf zou overleveren. Weliswaa, zou men het ge- vaar van te hooge prijzen te moeten betalen beperken door zooveel mogelijk alle werken aan tebesteden, doch er zouden nog tal van leveringen en werkjes zijn die in uurloon en tegen eenheidsprijzen moeten worden uitge- voerd. Het is te verwachten, dat op den duur van concurrentie bij de inschrijvingen zoo goed als geen sprake zou zijn, dank zij de machtl- ge bonden op allerlei gebied en de commissie acht het zeer twijfelachtig ot de gemeente er wel bij zou varen wanneer zij de mogelijk- heid van eigen beheer thans geheel over- boord wierp. Het grootste bezwaar ziet de commissie evenwel in het feit, dat de gemeente zooveel personeel, inzonderheid»werklieden, in vasten dienst heeft. Werd voortaan alle gemeente- werk aanbesteed, dan zou zeker aan 24 werk- lieden (de 2 vaste marktarbeiders niet mee gerekend) ontslag moeten worden verleend. Men zou dan aan loonen en pensioensbijdra- gen 48000 en aan bijkomende bedrijfskos- ten 7000, dus in totaal 55000 kunnen be- sparen. Evenwel zou de gemeente dan heel wat aan wachtgelden moeten'uitkeeren, het eerste jaar reeds 39000, het tweede jaar 32000, het vijfde jaar 29000, het tiende jaar 12000 Dit alles zou moeten betaald worden boven hetgeen de aannemers en leveranciers we- gens werkloon zouden vorderen. En al mogc dit nu iets lager zijn dan dat van de ge meente, de wachtgeld-lasten blijven te groot om langs dezen weg belangrijke besparin- gen te kunnen verwachten, zelfs al zou zoo nu en dan een wachtgelder bij een anderen gemeentedienst kunnen geplaatst worden of wegens eigen verdiensten minder uitgekeerd krijgen. De commissie meent dus de haar door B en W. gestelde vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Zij heeft daarnaast evenwel onderzocht of wellicht, met behoud van den bedrijfsvorm, op andere wijze voor den algemeene begrootings- dienst der gemeente eenige besparing zou zijn te verkrijgen. Het commissielid de heer Margadant meent, dat het bedrijf zich hier nooit voldoende heeft kunnen ontwikkelen. In verschillende gemeen ten zorgt het niet alleen voor alles wat den gewonen dienst betreft, doch voert het ook de onderhoudswerken uit voor rekening der be- drijven waardoor de algemeene dienst van onkosten wordt ontlast. Hier worden be- langrijke werken voor de bedrijven door an deren uitgevoerd, zoodat de algemeene on kosten vrijwel geheel ten laste van den alge- meenen dienst komen. Het zou dus wensche- lijk zijn, voortaan alle technische werkzaam heden, ook die van de bedrijven, door Ge meentewerken te doen verrichten. Zoo er slechts voldoende vrijheid van werk regeling bestond, zou gemeentewerken geen hoogere kosten in rekening brengen dan par ticulieren doen, en de kostenomslag over de posten der gemeentebegrooting zou dan zeker een veel gunstiger beeld vertoonen. Men zou dus niet op inkrimping maar op verbreeding van het arbeidsveld moeten aan sturen. D^armede hebben' zich de heeren Schier- beek en Faber niet kunnen vereenigen. Uitbreiding van het bedrijf zou niet in overeenstemming zijn met de hun verstrekte opdracht, die tot beperking en bezuiniging moet leiden. Zij meenen, dat verschillende bedrijfsdi recteuren er geen prijs op zouden stellen ver plicht te worden tot het verstrekken van hun opdrachten uitsluitend aan Gemeentewerken Die willen ook de hun verleende credieten zoo economisch mogelijk aanwenden en zou men hen als Gemeentewerken duurder werkt dan particulieren noodzaken een deel in de kosten te dragen van een ander bedrijf, dat te hooge onkosten heeft, dan ver- plaatst men wel cjie kosten ten deele van de gemeenterekening naar de bedrijfsrekenin- gen, doch bezuiniging zou zeker niet worden verkregen. Eenparigheid van gevoelen bestond over een andere oplossing, waarbij het bedrijf in zijn tegenwoordigen vorm zou blijven be- staan maar het corps vaste werklieden zou worden verminderd. Al die vaste menschen, aldus de commissie, zijn een vol jaar niet noodig, en drukken de bedrijfsbegrooting te zwaar. Men zou hun aantal terug moeten brengen tot een kleine kern b.v. bestaande uit 2 timmerlieden, 1 straatmakersbaas en 3 straatmakers met 4 handlangers (desnoods los maar liever in vasten dienst omdat hun werk routine-werk is) 1 schildersbaas, 1 schilder, 1 metselaar, 1 opperman (en 2 marktarbeiders). Dit zou een verschil van 10 vaste werklie den geven en aanstelling van losse werklie den zou slechts in noodzakelijke gevallen moeten plaats hebben. Men zou dan het stelsel van aanl esteding van onderhoudswerken op uitgebreide schaal moeten toepassen. De 14 werklieden zou men in dienst moe ten houden, want afgezien van de straatwer ken, die de gemeente met geroutineerd per soneel beter zelf kan doen, moet de mogelijk heid blijven bestaan, dat zij sommige werken waaxvoor bij aanbesteding of opdracht te hooge bedragen worden gevraagd, zelf uit- voert. De wetenschap, dat de gemeente ten slotte niet geheel aan het particuliere bedrijf is gebonden zou een prikkel kunnen zijn om billijke bedragen in rekening te brengen. Gelegenheid zou moeten blijven bestaan, om zelf materialen in te koopen. Belangrijke bedragen zouden vroeger reeds bespaard zijn doordat de gemeente, die als koopster uiteraard gewild is, zooveel goedkooper bij de leveranciers tereqht kan dan de aanne mers. Een magazijn, zij het in ldeineren omvang, zou er dus moeten blijven. Waar zouden nu evenweii de overcomplete werklieden moeten blijven? Het op wachtgeld stellen zou te groote uit gaven vorderen en geen der werklieden be- reikt spoedig den 65-jarigen leeftijd. De commissie wil daarom het zoogenaam- de uitstervingssysteem toepassen, zoodat eventueefle vacatures niet meer vervuld wor den en wellicht zouden andere bedrijven sommige werklieden kunnen overnemen. Wordt het bedrijf op deze wijze verkleind, dan zou als een zaak op zichzelf te onder zoeken zijn weik minimumpersoneel er ove- rigens bij den technischen dienst van het be drijf werkzaam dient te zijn. 41 Ten slotte bleek de heer Margadant be zwaar te hebben tegen betaling van 5000 wegens algemeene bestuurskosten aan de ge meente en de beide andere leden kunnen zich daarmede vereenigen omdat het i.iet juist zou zijn, dat dit bedrijf, optredende als de aanne- mer der gemeente, zijn algemeene onkosten moet verhoogen om aan zijn opdrachtgeef- ster een uitkeering te kunnen doen, die het bedrijf later zelf weer in rekening brengt. Het bedrijf staat in dat opzicht niet gelijk met een gasfabriek, een electriciteitsbedrijf of een slachthuis, welke hun onkosten aan hun parti culiere afnemers in rekening brengen. Eveneens acht de commissie het algemeen billijk dat niet het bedrijf maar de gemeente belast wordt met inkcopsommen voor den in- koop van diensttijd welke bij den vroegeren dienst, dus eigenlijk bij de gemeente is door- gebracht. Unaniem meent men eveneens, dat de alge meene onkosten nutteloos verhoogd worden, doordat het bedrijf voor het voorschot, dat dient om de werken der gemeente te kunnen uitvoeren, rente heeft te betalen, wat dus zou kunnen vervallen. Van dit uitvoerige en tot het verschijnen van dit nummer onzer courant nog altijd ver- trouwelijke rapport, zuilen ongetwijfeld velen met belangstelling kennis nemen. We zouden er nog een beschouwing aan willen vastknoopen en wel deze, dat het ons voorkomt, dat twee der commissie-leden, na- melijk de heeren Schierbeek en Faber, zich wel wat angstvalilig aande hun verstrekte opdracht hebben gehouden. Wellicht vindt dit zijn oorzaak hierin, dat betrekkelijk ondergeschikte gemeente-ambte- naren het niet durven wagen om ook maar eenigszins af te wijken van den weg welke het machtige college van B. en W. hun heeft gewezen en ook daardoor komt sterker de vraag naar voren of het inderdaad juist ge- zien is, een -dergelijk onderzoek waarbij men over het lot van gemeentepersoneel moet be- schikken, in handen van eenige ambtenaren en niet in handen van een raadscommissie, een deskundig adviseur (niet in gemeente dienst) of van een commissie van particulie ren te geven. De laatsten staan vrijer in hun meenings- uiting en zouden zich wellicht niet zoo angst- vallig aan hun opdracht hebben gehouden. Gemeentewerken is te duur en in boven- staand rapport heeft men alleen naar midde- len gezocht om het bedrijf te verkleinen. Er is evenwel nog een andere oplossing. AOs een bedrijf te veel personeel zonder werk heeft, kan men niet alleen dat perso neel ontslaan of laten uitsterven, men kan er ook werk voor zoeken, zoodat het bedrijf in denzelfden omvang in stand kan blijven en door het verrichten van loonenden arbeid rendabel kan zijn. Waarom zou een steeds groeiende stad het besluit moeten nemen een gemeentebedrijf te laten uitsterven? Integendee'!, hoe grooter de stad wordt des te meer zal de behoefte aan een goed geoutil- leerd bedrijf blijken. Door dit bedrijf nu reeds ten deele ter dood te veroordeelen beneemt men de daar- aan verbonden arbeidskrachten in alle ran- gen den lust tot werken. De zaak van deze zijde beziende zullen wij er maar niet verder over spreken, dat de bezuiniging door de commissie alleen bij het lager en niet bij het hooger personeel gezocht is. Men heeft zich wel eens de vraag gesteld of al die opzichters, een speciale hoofdopzich- ter, een volontair-ingenieur (vroeger) en daarnaast het administratieve personeel on- der een directeur wel noodig was, waar daar naast toch bleek, dat de directeur voor dienst- reizen herhaaldelijk gemist kon worden. Thans wordt door de commissie alleen naar bezuiniging bij het lagere personeel ge zocht, maar wij zullen dit verder onbespro- ken laten omdat wii todi geheel arrdcrer. Breedstraat 23 Telefoon 952 Bedieningen met Auto's of Bespanning. NIEUWE FIAT LIJK- en VOLGAUTO'S van de firma A. DAM Co. kant willen uitgaan dan de meerderheid der commissie. Wij zijn het met den directeur eens, dat het bedrijf een levenskans moet worden geboden, door het niet alleen voor den gewonen dienst te gebruiken maar ook voor de onderhouds werken voor rekening der verschillende be drijven waardoor de algemeene dienst van onkosten ontlast wordt. Waarom bestaat er hier zoo weinig vrijheid van werkregeling, dat Gemeentewerken hoo gere kosten in rekening moet brengen dan particulieren? Nu laten verschil1 ende gemeentebedriiven dat is tenslotte de gemeente allerlei werken door particulieren uitvoeren en pas- seeren het eigen bedrijf van Gemeentewerken. Kan -de gemeente dat geld niet in eigen zak houden door er Gemeentewerken van te betalen, waarvan de werklieden veel geld kosten en niet voldoende werk hebben? Wij zijn niet voor het systeem van ge- meentewinkels waardoor de gemeente met haar ingezetenen concurreert, maar is het aan den anderen kant logisch, dat de ge meente, die zelf een bedrijf van Gemeentewer ken bezit, allerlei werk, dat dit bedrijf zou kunnen uitvoeren, door particulieren laat ver richten en daardoor het bedrijf, ten koste der belastingbetalers, noodlijdend maakt? Men zal natuurlijk aanvoeren, dat direc- teuren van andere bedrijven het liefst hun karweitjes door particulieren laten verrichten omdat Gemeentewerken in vergelijking daar mede veel te duur is. Maar dan moet men Gemeentewerken, zod- als de directeur dit ook al wenschelijk acht, zooveel vrijheid van werkregeling geven, dat het elk gemeentewerk even goedkoop kan uitvoeren als particulieren, desnoods nog goedkooper, al zouden wij dit natuurlijk zui ver tot het gemeentewerk willen beperken. Laat Gemeentewerken in tijden van slapte desnoods voor andere bedrijven onder de markt werken. Elke gulden door de bedrijven betaald komt de gemeente dan ten goede en verkleint het tekort van het bedrijf der ge meente. Zoo alleen zal men het bedrijf in stand kunnen houden en waarschijnlijk rendabel kunnen maken. Zoo alleen behoeft men geen personeel te ontslaan of te laten uitsterven en zal men in een groeiende stad een goed geoutilleer-d be drijf niet behoeven te verminken. Dat de „aannemer" der gemeente bij de tegenwoordige tekorten nog in de algemeene bestuursonkosten moet bijdragen en daardoor zijn tekort vergreot, dat de gemeente daarna weer zal moeten dekken, is waarschijnlijk een der zegeningen van den tegenwoordigen ad ministratieven rompslomp waarbij dit zooge- naamde betalen met gesloten beurzen her haaldelijk wordt aangetroffen maar waar door toch een onjuist beeld van den toestand -der bedrijven wordt verkregen. Gemeentewerken toont althans daardoor een tekort dat 5000 grooter is dan nood zakelijk behoeft te wezen. Dat de gemeente de inkoopsommen voor inkoop van diensttijd bij den vroegeren „dienst" voor haar rekening neemt en het bedrijf geen rente laat betalen voor voor- schotten welke dienen om de werken der ge meente te kunnen uitvoeren, lijkt ons vanzelf sprekend. Het laatste is een gevolg van het streven alle bedrijven als volkomen zelfstandige ondememingen te beschouwen en totaal over het hoofd te zien, dat bedrijven als Gemeente werken, Plantsoen-en of Reiniging, geen winstmakende zelfstandige ondememingen zijn ails b.v. de Gasfabriek, maar in wezen niets anders dan gemeentediensten die onder- houdswerk verrichten en de kosten daarvan uitsluitend op de gemeente moeten verhalen. Men herleze het rapport der commissie nog eens rustig en velen zullen dan zeker tot de overtuiging komen, dat alvorens men werklieden ontslaat of laat uitsterven omdat zij geen werk hebben, eerst getracht dient te worden hen door productieven arbeid ten voile aan hun bestemming te laten beant woorden. EEN TOENADERING VAN RUSLAND EN POLEN? De nota van Litwinof aan Polen. De ratificatie van het Kellogg-pact. Wie eerst? We hebben het reeds onder de gewone bui- tenlandsche berichten genoemd, dat Rusland een nota aan de Poolsche regeering heeft ge- «?nd£S met yerwijzing naar het feit, dat bei de landen tot het verdrag van Kellogg zijn toegetreden en waarin de Sovjet-reg. voor. stelt, onafhankelijk van de ratificeering van dit verdrag door de andere staten, een bizon- der protocol te onderteekenen over het on- middellijk in werking treden van de bepalin- gen van het Kellogg-pact, die verband hou den met de PoolschRussische betrekkingen. Wat Litwinof, de plaatsvervangende volks- commissaris van buitenlandsche zaken in Rusland met dat verdrag eigenlijk voor heeft. weet nog niemand duidelijk. De Times" verneemt uit Riga, dat de arti- kelen in de Sovjet-bladen de reeds geuite ver- onderstelling bevestigen, dat het Russische voorstel een zuiver agitatorisch karakter draagt. De „Pravda" verklaart, dat de on- vriendelijke houding van Polen tegenover Rusland duidelijk is gebleken bij het proces tegen Wojciechowski, die, zooals bekend, veroordeeld is wegens den moordaanslag op den Sovjet-handelsattache te Warschau. De „Pravda" zegt, dat het Russische voorstel aan Polen de kans geeft te bewijzen, dat het vredelievende bedoelingen heeft. Nu is er voor Polen werkelijk geen reden, dit voorstel van Rusland mefwantrouwen te bejegenen. In de Amerikaansche Senaat is pas gezegd, dat het bestaan van een pact als dat van Kellogg in den tijd van den AmerikaanschSpaanschen oorlog dit con flict niet voorkomen zou hebben, omdat Span- je daarvoor a'lerlei vijandige handelingen te gen de Ver. Staten had begaan. Zoo sceptisch staan de optimisten niet tegenover het Kellogg-pact. Zij beweren dat de zedelijke waarde van het anti-oorlogspact cen goede invloed op de internationale betrekkingen moet hebben. Intusschen is er nog geen en-kele mogend- heid, die het pact geratificeerd heeft, vermos- delijk, omdat men overal wacht op Amerika, dat hierin zal moeten voorgaan. Maar het kan volstrekt geen kwaad, indien de Sovjet- republiek, Polen en Litauen het pact alvast tusschen elkaar in werking stellen. De stap van Sowjet-Rusland heeft reeds ertoe geleid dat Litauen aan de andere Oost- zee-staten voorgesteld heeft, mee van de partij te zijn en dat Polen zich op zijn beurt tot Roemenie gewend heeft met de vraag, of het mee zou wil It a doen. Naar verluidt, zou de nieuwe Roemeensche regeering hiertoe niet ongeneigd zijn, wat atleszins begrijpelijk is, omdat Sowjet-Rusland totdusver geweigerd heeft Bessarabie als Roemeensch gebied te erkennen en Roemenie alle belang heeft bij een vredeswaarborg van Sowjet-Russischen kant. Trouwens, wanneer de Amerikaansche Senaat het pact geratificeerd heeft, zal ook Moskou het bekrachtigen en daarmee van elke poging om de Russische grens aan den kant van Roemenie met geweld te wijzigen, plechtig afstand doen. Een vervroegd in kracht treden van het anti-oorlogstractaat in de gevaarlijkste Oost- hoeken van Europa zou toe te juichen zijn, want is het daar bijtijds bekrachtigd dan zou het er als Jiplomatiek instrument zijn waarde behouden, ook al m-ocht het in Ame rika schipbreuk lijden. Het zou ook een stoot- je kunnen geven tot de zoo hoog noodige ver- betering van de betrekkingen tusschen Polen en Litauen. VREDESVERDRAG. DE NIEUWE DESKUNDIGEN- COMMISSIE. De kleine ex-geallieerde mogend- heden vragen gehoor. De diplomatieke correspondent van de „Daily Telegraph" verneemt, dat enkele der kleine geallieerde mogendheden den wensch te kennen hebben gegeven, door „waarne- mers" tegenwoordig te zijn bij het onderzoek van de nieuwe commissie van deskundigen voor de schadevergoedingen. Voorts ver neemt hij, dat enkele van deze mogendheden, waaraan oorspronkelijk een klein percentage van de Duitsche schadevergoedinen werd toegewezen, naast een hoog percentage van de Oostenrijksche, Hongaarsche en Bulgaar- sche schadevergoedingen (waarvan het mee- rendeel nog niet betaald is), binnenkort een belangrijken stap zullen doen in de voor- naamste hoofdsteden. Zij baseeren zich daar- bij op de artikelen 231 en 232 en aanhangsel I van het Verdrag van Versailles, waarbij Duitschland aansprakelijk wordt gesteld voor de schadevergoedingverplichtingen van zijn vroegere bondgenooten goed te maken, zoo- wel wanneer de deskundigen Duitschlands verplichtinen onderzoeken als wanneer d« definitieve verdeeling van het totaal van de schadevergoedingssom door de voornaamste schuldeischende regeeringen wordt bespro- ken. *7 GODRANT. i i 1mrnrnrnm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1