mkmaarst CtiruL Ob WBttilB Efigf Geneeskundise "oiieven. Honderd KKMITKTON. Dontierriag Februari Radio-haekje Wo. 32 1929 sen Gi. riigste Jaargang. Vrijdag 8 Februari. Hilvorsum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen- Wiiding. 12.15—2.— Concert door het A. V. R O.-Trio. 2.05-2.45 Schooluitzending G. de ClercqSteenkolendelven 2.45-^.—Gra mofoonmuziek. 4.--4.3G Hmsvrouwenhalf- uurtie. 4.30—5.— Gramofoonmuziek. 5.30 5Radiopraatje. 6.7.15 Concert door het A V. R. O.-Trio. 7.15-7.45 Schippens- l<s 8 „De Blauwe Mantel" (voorspel le en 2de fcedr.), operette van Walter KoLo, door het Ned. Operettegezelschap. 10.30 'Aansluiting van het Theater Carre te Am sterdam. Omroep-orkest onder leidmg van iNico Treep. Helene Ca s en Loth Muskens Sleurs, sopraan. F. Helmann, viool. Huizen, 336.3 M (Na6 uurl852 M.) iin. c. R- V. Ziekendienst. 12.301.30 IK R. O. Lunchmuziek. 3.4.— Vrouwen- uurtje door Mej. N. Mens. 4.-5— Gramo- ioonmuziek. 5.6.45 Concert. Mevr ''MulderBe'ser, alt mezzo. Mej. L. Eders- heim, viool. J. H. E. Wittpen fluit F Urf- tenboogaard, orgel en piano. N. C. K. 6 45—7K. R- O. Lezing door P. Hei'.ker. Esperanra Literaturo. 7—7.30 9l,r^USppaR dagogie door Dr. J. van Dael. J.o5 V. lT K O Snr Prof. Dr. M. C. van Mourik Broek- man: God. 2e voordracht: Stroomingen in het Vrijz. Protestantisme Konimer Klein, declamatie Jhr. j. Repelaer van Dnel, a.t. Me^ A Th. de Kuyper-de Meester, piano H Schouwman, piano. Debussy-cyclus. Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11^5 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek 12.20 Sonatenconcert, viool en piano. 12.ou Orwlconcert. 1,2C—2.20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing. China. 3.40 Muziek. 3.45 Lezing: Faraday. 4— Muziek. 4.05 Concert voor soholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje 6.20 ruin- •praatje. 6.35 Nieuwsbenchten 6.50 Land- couwpraatje. 7.05 Pianomuzick van Debussy. •7.20 Cinemapraatje. 7.35 Muziek. 7.45Le zing. 8.05 Sydney Bayne's band. A. Lilley, sopraan. G. Pizzey, baritom 9.20 N.euws- berichten, 9.35 Lezmg: The wa> of the world 9.55 Deiius-concert. Symphoniecon- cert. onder lading van Sir. Thomas Beecham D. Labbette, sopraan. 11.20—12.20 uans muziek. Pnrijc Radio-Paris", 1750 M. 12.50 2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestcon cert 7.05—7.50 Gramofoonmuziek. 8.50— 11 10 Symphonie-concert. G. Cassadso, cello. Langtnberg, 462 M. 9.35-10.30. Grains ioonmuziek. 11.30 ^5 i1.50 Orkestconcert. 5.05—5.oO Kamer muziek. Blaas-mstr umen+en. 7.20—8.3b Vroolijk concert. Declamatics. Daarna zanguurtje. Vervolgens dansmuziek. Zeesen 1,649 M. 11 20—3.50 Lezingen. g 504.50 Orkestconcert. 4.50—7.05 Lean- een 7.50 Symphonieconcert onder lading v. H Scherchen. M. Basca, alt. 10.05 Sluiten. Hamburg, 395 M. 10.2011 20 Grrmo- foonmuzielf'5 20 Orkestconcert. 6.20 Orkest concert. 7.20 Hamburg in het donfcer. vroolijke dans-avond 10.05 Karnaval. Brussel, 509 M. 500 Orkestconcert. Orkestconcert. 7-0 Gramofoonmuziek. Concert. Orkest e. Hr. Andre, viool. le acte van „Misantrope Molieu. CLXX. Een 6.55 8.35 8 50 Griep Op het oogenblik, dat ik dezen brief ga schriiven, komen uit allerlei deelen der wereld berichten tot ons. dat daar een ernstige griep-epidemie heerscht. Niet alleen in Ame rika, van waar de teyr>- berichten kwamen, maar sedert ook in Europa, o.a. in Berui Denemarken en Polen. komen talrijke geva.- len van griep voor. 3> is dus alle reden om aan dit onderwerp i bespreking te wijden, want de kans is groot, dat ook ons land een bezoek zal krijgen. Mocht het geiuk ons dienstig zijn en de epidemie verzuimen onze landspalen te overschrijden, dan staat het verlies aan actualiteit, dat dit epistel zou In den, ver en ver ten achter, bij het voordee' van bespaard te bliiven voor ade ellende. welke een griep-epidemie met zich brengt. Het jongere geslacht herinnert zich nie1 Oieer de eerste epidemie van 1890, toen de -fekte als iets geheel nieuws ons volk overviel. Wei hadden wij gelezen. dat vroeger in Rus land af en toe een allerheftivste soort ver koudheid, de influenza, was opgctreden, maa veel meer wist men er niet van. Spoedig was er gelegenheid genoeg, ervaring op te doen omtrent de wijze van optreden, toen gansche huisgezinnen werden aangetast, door de alge meenheid der ziekte dikwijls geen hulp was te krijgen en menige arts met tal van huissleu- tels in zijn zak rondging, om althans bi] zijne patienten te kunnen binnen komen. Meestal openbaarde de ziekte zich plotse- ling met hooge koorts, algemeene zwakte er vcrschiilende plaatselijke verschijnselen. Een van d toen veelvuldig waargenomen begin- verschijnseen was, dat het naar boven kijken een pijnlijk gevoel in de oogen gaf. Men on derscheidde al gauw drie hoofdvormen, naar- mate het hoofd de borst- of de buik-organen het meest werden aangetast. Sterfgevallen kwamen vrij talrijk voor, doch meest bij per- sonen, die reeds zwak van constitutie waren hetzij dat zij den aanval der ziekte zelf niet meer konden doorstaan, hetzij door bijkomsti- ge ziekten zooals bij die vormen, waar de verschijnselen der borstorganen op den voor- grond traden, door longontsteking. Het meest opvallend was de in bijna alle gevallen nog zeer lang aanhoudende zwakte, zoodat hot gemakkelijk een half jaar kon duren, ook' in betrekkelijk niet zoo zware gevallen, voordat men zich weer even flink en sterlc gevoelde als voorheen, Na die eefste epidemie kwamen met bijna regelmatige intervallen nieuwe epidemieen voor, die echter van minder uitgebreidheid en veelal ook van minder ernstigen aard waren. Het bij besmettelijke ziekten gewone ver- schijnsel, dat de lijder, die de ziekte eenmaal goed doorstaan had, haar als regel niet weer kreeg, bleek voor influenza niet op te gaan Er waren er zelfs, die als het ware op de ziek te geabonneerd schenen en bij elke volgend- epidemie opnieuw werden aangetast. De |m- muniteit. welke na rocdvonk. typhus, pokken enz. ontstaat, bleef dus uit of was althans In veel minder mate aanwezig. Die immuniteit kan, zooals men weet. kunstmatig worden opgewekt. Ik wijs op net meest klassieke voorbeeld der koepok-inenting we'ke met zoo goed als absolute zekerheid bet kriiq*en van pokken voorkomt. Voor diphterie, typhus, roodvonk, kinkhoest, tetanus en velc andere ziekten worden voorbehoedende in- spuitingen toegepast. Daarvoor is evenwel in de eerste plaats noodig, dat men den verwek- ker der ziekte nauwkeurig kent, afzonclerliik kan kweeken en dan de voorbehoedende in spuitingen kan bereiden. Wei heeft men de zoogen. influenza-bacil leeren kennen, maa het staat nog niet voldoende vast, dat deze de eenige oorzaak van de ziekte is en waae schijnlifk soelen daarbij nog andere factoren een rol. welke men tot nu toe niet in staat is, te elimineeren. Maar toch is ieder er van overtuigd, dat wij met een echte besmettelijze ziekte te maken hebben. Als wij het verloop van verschillende be smettelijke ziekten nauwkeurig volgen, dan zijn we geneigd, aan ieder afzonderliik een bepaalden levensloop toe te kennen. Terwij' sommioe ziekten steeds in ernst toenemen. gaan andere in kwaadaardigheid achteruit Sommige ziekten kent men zelfs alleen nog uit de geschiedenis, zooals de zwarte dood uit de middeleeuwen. Roodvonk neemt in betee- kenis af, mazelen worden daarentegen meer dan vroeger crevreesd. Van nokken en diphte rie, welke zich ook in een dalende lijn bew= gen, is het niet zeker, of de daartegen geno- men maatregelen (vaccinatie en serumbehan- deling) hiervoor als reden mogen gelden of er althans in belangrijke mate toe hebben medegewerkt. Verder is het merkwaardig, dat de eene epidemie een zooveel ander karakter vertoont dan de volgende. Dit is ook met influenza het creval. Sommige epidemieen waren van vrij onschuldigen aard. Daarentegen is die van 1918 ten zeerste berucht. En terecht, want zi] deed, wat het aantal slachtoffers betreft, aan den toen juist afgeloonen grooten oorlog ernstine concurrence aan. Hebben wij nu, tien jaren later, een her- haling te vreezen? Natuurlijk kan niemand daarop een afdoend antwoord geven. Er is kans van niet, omdat twee op elkaar volgende eoidemieen zelden precies op elkaar gelijken Maar ook. wanneer zij van niet zoo ernstigen aard mocht zijn. is er reden genoeg, met het oog op de moo-eliikheid. dat de ziekte-golf over ons land zal strijken, na te gaan, hoe wij ons te dien opzichte hebben te gedragen en of er nuttige maatregelen genomen kun nen worden. In de eerste plaats heeft men zijn best t- doen om zich vrij te houden van overdreven vrees. Vrees is een ongunstige factor voor het weerstandsvermogen en de versterking van dat laatste is het beste, dat wij kunnen doen Ieder behoort te bedenken. dat, als de utt barsting hier komt, er een kans is, dat hijzei: tot de getroffenen zal behooren. Wat nie wegneemt, dat het alleszins gerechtvaardigd is, de oude spreuk: „Wie den vrede wil, wape- ne zich ten strijde" ook hier in toepassing te brengen en dus er voor te zorgen, dat, zoo de ziekte ons lichaam tot doelwit mocht kie zen, dat lichaam voldoende voorbereid is. Hoe doen we dat? In het kort gezegd, luidt het antwoord: Gezond en eenvoudig te leven en zich vrij houden van excessen. Bestaat er eenige afwijking, welke door de ziekte gemak kelijk verergerd zou kunnen worden, dan is het zaak, deze met zorg te behandelen en dus zelfs voor betrekkelijke kleinigheden den huls- arts te hulp te roepen, al zou men er anders mis^chien nog niet toe gekomen zijn. Omdat griep een besmettelijke ziekte is, zou de eeuvoudigste raad zijn, zich voor besmet- ting te vrijwaren. Dit is practisch niet moge lijk, zocdra de epidemie een zekeren omvang verkregen heeft. Dan moeten wij wel aan- r.emen, dat de kiemen der ziekte door onze gansche samenleving verspreid zijn. Maar toch weten wij, dat ock de hoeveelheid smet- stof een rol speelt. Een weinigje zullen wi] mogelijk overwinnen, terwijl een grootere hoeveelheid ons de baas wordt. In dit verband een enkel woord over het be zoek aan patienten, waar de besmettingskans uit den aard der zaak het grootst is. Voor zwakken en ouden van dagen is't met anders dan verstandig te noemen, wanneer zij, in- dien zij niet noodzakelijk met den patient te maken hebben, uit zijn buurt blijven. En ook voor anderen zal de voorzichtigheid er allicht toe Iciden, een besmette omgeving te vermp- den, zoolang men daar niets te maken heeft Zulic een omgeving kan men overal verwach- ten waar veel menschen tesamen komen. In ver'o-aderingen van allerlei aard is men al licht minder veilig dan in zijn huislcamer. Maar iii dit opzicht mag men toch met overdrijven. De huisarts loopt tijdens een wriep-epidemie van den eenen patient naa: 3en anderen, komt dus elk oogenblik in de meest besmette omgeving; op weg van het eene huis naar het andere heeft hp de best? nelep-enheid om kou te vatten. Toch is nooit aan "het licht gekomen, dat de griep onder de dokfers zooveel meer slachtoffers maakt dan in andere beroepen. Hij denkt niet eens aan gevaar. doch gaat klam zijns weegs en doet zijn plicht. Als ieder ander dat ook dcet en zich in acht neemt voor schadelijkheden, dan behoeft hij volstrekt niet bevree'sd te zijn en kan met vertrouwen afwachten wat gebeurt, en, mocht hij de ziekte krijgen, deze met be- rusting dragen. HAS Provincsaal nieuws ZIEKTEWET. De heer A. Visser, Secretaris van het Prov. Bestuur Noordholland N. V. Z. ver- zoekt ons opname van het volgende. Sinds menschenheugenis hebben de ar- beiders en daarmee gelijkgestelden door on- derlinge verzekering getracht de nnsere van loonderving bij ziekte tot de kleinst mogelijke proportien terug te brengen. De talrijke ziekenkassen ten plattelande zijn daarvan het bewijs. Steeds zijn er menschen geweest die uit liefde de taak van bestuurders der ziekenkassen gadegeslagen worden. Met ]>ewondering moeten de resultaten van die ziekenkassen gade gestagen worden. Met zeer weinig contributie is er dikwijls veel tot stand gebracht. Menig arbeider is daar door bij ziekte den zwaren gang naar liefdadigheia bespaard. De namen der kassen „Steunt elkander", „Draagt elkanders lasten", „Help U zelve" enz. geven voldoende den gedachten- gang weer. Vele dezer kassen hebben zich georgani- seerd in provinciate groepen en zijn later ver- eenigd in het „Nederlands Verbond van Ziekenkassen". Oorspronkelijk had deze or- ganisatie slechts tot doel „het overnemen van elkanders leden bij verhuizen met direct m- gaande rechten", langzamerhand groeide er uit voort gedachtenwisseling ten bate der kassen, b.v. in de richting van betere regle- menten, bcekhouding en statistiek. In de laatste jaren heeft de organisatie zich zeer sterk moeten bemoeien met de plannen der Regeering om te komen tot een wettehjke regeling voor Arbeiders-ziekengeldverzeke- ring. Reeds in het begin van deze eeuw heeft de Regeering een paar pogingen gedaan om tot een ziektewet te komen, doch het was eerst Minister Talma, die zijn wet tot regeling der Arbeiders-ziektevereeniging in het Staatsblad kreeg (5 Juni 1913). In werkingstelling van die ae wet heeft echter nimmer plaats gehad Vanaf dien tijd zijn nog verschillende po gingen gewaagd en wel door de Ministers Treub en Aa'berse en ten lotte door Slote- maker de Bruine. Eigenaardig is het, dat de strijd niet in de eerste plaats loopt loopt over den uitkeeringsduur, 't uitkeeringsbedrag, of de betaling der premie, doch wel over de kwestie welke organen de wet moeten uit- B Door E PHILIPS OPPENHE1M Geautoriseerde vertaling van Mej E. J 58 De bibliothccaris overwoog de zaak een oogenblik ernstig. „Onder die oinsiandigheden zou ik het di ner niet bijwonen, /our Grace. Indien u het mij toestaat zal ik een briefje met excuses senden." „Dat is uitstekend", keurde Francis goed, met een opgelucht gezicht. „Ik zal hier boven at'een eten. U kunt mij het Floientijnsche Ge- bedenboek zenden om door te kijken en ook de „Abelard en He'oise", die Sotherby op zicht zond. Intussch^n hebt u de avond- bladen gelezen?" „Ik lees nooit d. bladen, Your Grace", be- kende de heer Moss. Jammer. Zij staan vanavond vol over mij." „Ik zai er misschien een lezen wanneer ik naar huis ga met de ondergrondsche. Is ei niets anders, dat ik u boven kan zenden uit de bibliotheek?" Zendt ir;, een exemplaar van Walter Pa ter's Renaissance", verzocht Francis, „de in gerkament ceboacea editie, die u inij oalangs voeren. Reeds in de wet T; !ma staat, dat de uit keeringsduur zal zijn 180 dagen in de eerste periode van 12 maanden, dat er uitbetaald za! worden 70% van het loon en dat de pre mie betaa'd moet worden door werkgevcr en werknemer, ieder voor de helft. Deze zelfde bepalingen komen ook voor in het ontwerp tot tot wijziging der Ziektewet Talma, die Mi nister Slotemaker de Bruine in deze maand bij de Tweede Kamer in behandeling zal brengen. In beide gevallen stelt de wet de verplichting tot verzekering alleen voor loon arbeiders in dienst van ondernemingen (dus niet voor dienstboden, huisknechts, naaisters, werksters enz.) Het is de strijd om de uitvoeringsorganen, die gemaakt heeft, dat de ziektewet nog steeds niet haar heilzame werking kan doen ontplooien. De ziektewet Talma noemde als uitvoe ringsorganen de Raden van Arbeid en gaf aan onze kassen slechts een zeer onderge- schikte positie. Minister Treub daarentegen had onze ziekenkassen bedoeld als de hoofd organen. Minister Aalberse droeg de uitvoering op aan de Raden van Arbeid en gaf aan onze kassen de mede-uitvoering. In het tweede ontwerp van Minister Slote maker de Bruine werden verschillende uit voeringsorganen genoemd en wel de Raden van Arbeid, onze'ziekenkassen, bedrijfsver eenigingen en ondernemingsziekenkasseu Aan onze kassen werd de voorkeur gegeven De arbeider had het recht om te kiezen, waar hij verzekerd wilde zijn. Juist dit laatste is een der oorzaken ge weest van een hevig verzet, zoowel van a? groote werkgeversvereenigingen als van de vak-centrales. Minister Slotemaker is voor dien drang gezwicht. Het nu ingediende wetsontwerp spreekt slechts van twee uitvoe ringsorganen en wel van de Raden van Ar beid en van bedrijfsvereenigingen. Onze zie kenkassen moeten verdwijnen. Is dat in het belang der arbeiders en daarmee gelijkgestelden? Indien dit zoo was, dan zouden wij het hoofd in de schoot leggen en ons troosten met de gedachte, dat wij goed werk in den loop der jaren verricht hebben, doch dat het in t vervolg nog beter zal gebeuren. Naar mijn innige overtuiging kan niemand die vraag met een positief „ja" beantwoorden. Deze wijzigingen worden niet aangc- bracht, omdat ze beter zijn, maar omdat ze een coinpromis van werkgeversvereenigingen en vakvereenigingen zijn. Bedrijfsvereeniging is slechts een naam, het heeft niets te maken met het bedrijf, het vak of het ambacht, veel beter ware het te spreken over ziekte-risico-vereeniging. Het bestuur van die bedrijfsvereeniging wordt gevormd voor de helft door de werk geversvereenigingen en voor de helft door de vakvereenigingen, terwijl het eigenlijk? werk opgedragen zal worden aan een admt- nistratiekantoor. De arbeider is tegen ziekte verzekerd, zoo lang hij in dienst is bij een onderneming. Bij staking, uitsluiting, werkeloosheid of bij ver- andering van vak of werkkring is hij niet verzekerd, doch krijgt ziekengeld, wanneer hij binnen een maand ziek wordt na zijn ont- slag. De arbeider is dus' niets anders dan 'n nummer, een rad in het mechanisme, dat zoo spoedig mogelijk door een ander vervangen moet worden, indien hij te dikwijls ziek is. Hoe gansch anders is de positie van den arbeider bij onze ziekenkassen. Daar heeft hij de voile medezeggingschap, daar heeft hij recht van meespreken om de premie te wijzi gen in verband met een hoogere uitkeering of een langeren uitkeeringsduur. Bij onze kassen is geen kwestie van be- eindiging van de verzekering, wanneer hij door welke omstandigheden ook buiten werk komt. Hoogstens kan er gesproken worden, dat de arbeider zelf moet betalen de helft der premie, die tot nu toe door den werkge- ver betaald werd, of dat zijn uitkeering ver- laagd zou moeten worden, doch bijna stelli^ zal de extra premie als schuld geboekt wor den, terug te betalen, wanneer hij wederom aan den arbeid is. Het staat bij mij dan ook vast, dat de ar beider, indien hij zelf kiezen mocht, de zie- kenkas zou prefereeren als zijn uitvoeriugs- orgaan. De keuze is nu e^lder bij de Tweede Ka- mtr Misschien kunnen wij daarop nog pressie uitoefenen. Wij' zullen dat probeeren, doch dan moeten wij de steun en hulp inroepen van alien, die met ons zeggen, dat de zieken kas uitvoeringsorgaan van de ziektewet moet zijn. Verzoeke daarom als blijk daarvan mij Uw naamkaartje te zenden. Den besturen der ziekenkassen, zoowel den bij ons Verbond aangeslotenen, als den niet- aangeslotenen, wordt dringend aangeraden om een afgevaordigde te zenden naar de Openbare Landelijke Vergadering te Utrecht, die Vrijdag 8 Februari 1929 's morgens 11 uur gehouden wordt. Bedenk, dat dit onze laatste kans is. OUDE JUEDrdP. Woensdagavond ve>gad'ide de gasvereenl- ging te Oude Niedorp ir het lokaal van den heer Balk. Nadat de vergadering door den voorzitter, den heer A. van Zoonen, met een woord van welkom was geopend en de notu len na lezing waren goedgekeurd, deelde de voorzitter mede, dat in het jaar 1928 door onze vereeniging 22752 M3 gas was ver- bruikt. Hierop werd de rekening over het af geloopen jaar, door de heeren P. Wit en Balk nagezien, goedgekeurd met een voor- deelig saldo groot 2,1814, ontvangsten was 108,68 en uitgegeven 106,50 Tot be- stuurslid werd herkozen de heer W. Lange- dijk. Daar er niets meer aan de orde was ea niemand meer het woord verlangde werd de vergadering met woorden van dank door den voorzitter gesloten en werd overgegaan tot uitbetaling van rente aan de aandeelhou- ders. toonde. Dat is alles, denk ik. Goeden avond, mijnheer Moss". „Ik wensch Your Grace goeden avond antwoordde de heer Moss. Francis baadde en veranderde op zijn doo de gemak van kleeding. Daarna dineerde hij in de kleine salon van de suite, een zeer een- voudige maaltijd, waarbij hij water dronk en een glas port na. De koffie werd gebracht in het aangrenzend vertrek, een vrijgezellen- kamer, die volmaakt van stijl was, behangen met gobelins, die hij bij Cristie zelf had uit- gezocht, en gemeubeld met een rustig middel- eeuwsch karakter, dat een ascetisch cachet vebleende aan de kamer, die er voor het ove- rige zeer behagelijk uitzag. Hij was verdiept in de bestudeering van den moeilijk te ont- cijferen tekst van zijn Florentijnsch gebeden- boek, toen sir Stephen Dobelle werd aan- gekondigd. Francis legde het werk met tegen- zin neer. „Kom binnen, sir Stephen", verzocht hu „Ik had eigenlijk niet verwacht een van de bezoekers van de rennen vanavond hier te zien". „Ik durfde nauwelijks hopen u thms te vut- den", fcegon de advocaat, nadat hij had p'aats genomen in den stoel, dien Francis hem had aangewezen. „Ik ben hier om redenen van tactiek", ver- telde Francis, .,1k was uitgenoodigd op het diner te Storeham House, maar mijnheer Moss achtte het beter, dat ik niet ging Mijnheer Moss heeft ong'etwijfeld gei'gk" verklaarde sir Stephen ernstig. Wilt u geen koffie?" vervolgde Francis. U vindt sigaren op de tafel aan uw rechtei- zijde, ook likeuren en lichte lectuur, als u er zin in heeft. U zult alles, dat u nog niet weet over mij, ont^ekken, a:ls u de moeite neemt deze bladen door te kijken. Ik geloof, dat ik in een daarvan wordt omschreven als ,De laatste gedegenereerde spruit van een aristocratie, die door een krachtiger proleta- riaat, een eeuw geleden naar de guilotine zou zijn gezonden". „Dank u", antwoordde sir Stephen, zijn slgaar opstekend en den stapel bladen, waar- op zijn gastheer had gewezen, negeerend, „de bladen zullen mij niet ver fell en, wat ik over u wensch te weten? „Wat wenscht u te weten?" „Ik wensch te weten, wat voor den duivel u toch beoogt?" Francis trok de wenkbrauwen op. „Lieve hemel, dat is zeer krachtige taal voor den zaakwaarnemer der familie!" „Er is geen taal krachtig genoeg om mijn gevoel ens uit te drukken. Mag ik enkele mi- nuten duidelijk tot u spreken?" „Ik zie, dat u het van plan is, of ik u ver- lof geef of niet. Dan maar voor den dag er ^Francis, Hertog van Chatfield", begon sir Stephen plechtig. „Ik ben verantwoordelijk er voor, dat u is opgediept uit het klooster en is teruggebrachf in Engeland. Ik eisch het recht u «nige duiddijke wagen te stellen". ZUID-SCHARWOUDE. Aansprakelijkheid van leden van Boerenleenbanken. JJitspraak van den Hoogen Raad. De Statuten der Cooperatieve Boerenleen bank II te Zuid-Scharwoude, indertijd aan- fesloten bij de Coop. Centra le Landbouw- ank te Aikmaar, leggen den leden de ver plichting op, om bij het einde van hun lid- maatschap, hun aandeel te betalen in de door de Bank geleden verliezen op het einde van het boekjaar, waarin of waarmede hec lidmaatschap is geeindigd, zooals die zullen worden vastgesteld door de Algemeene Ver gadering bij de goedkeuring van de desbe- treffenae balans. In den loop van 1925 zegde een zekere S. zijn lidmaatschap op. Hoewel blijkens de door de Algemeene Vergadering goedgekeur de balans per 31 December 1925 over het boekjaar 1925 zelve een winst was gemaakt van 282,45, prijkte op de balans nog een nadeelig saldo groot 7292.85 van vorige jaren, zoodat er per saldo een verlies was per 31 Dec. 1925 groot 7010.40. Het uit- getreden lid werd dus door de bank tot be taling van zijn aandeel in dit saldo aange- sproken. S. weigerde te betalen en de Bank liet den man dagvaarden. De kantonrechter verklaarde de Bank in haar vordering niet ontvankelijk, overwegende, dat de Bank zelf winst had gemaakt, terwijl het saldo-verlie.- was ontstaan door overname eener schuld der Centrale van Aikmaar, waarbij de Bank was aangesloten en daarvoor achtte hij df leden der Bank niet aansprakelijk. De Banf: kwam van dit vonnis in hooger beroep bij de rechtbank te Aikmaar, v/elke het vonnis oor spronkelijk door den kantonrechter gewezen, bekrachtigde, daarbij overwegende, dat S. toen de betrokken balans werd opgemaakt en goedgekeurd geen lid meer was van die Bank, zoodat hij niet gebonden werd door het besluit tot vaststelling der Balans en de rechter derhalve tot taak heeft te onderzoe ken, indien daarover verschil bestaat, of in werkelijkheid het bedrijf van de bank verlies heeft geleden en gemeld verlies-cijfer van 7292,85 juist was, hetgeen door de recht bank bewezen werd geacht. De Bank tee- kende van dit vonnis cassatie aan en zag bij arrest van 3 Januari 1929 alsnog het vonnis van den kantonrechter vernietigd en hare vordering toegewezen. De Hooge Raad besliste daarbij, dat een uitgetreden lid kracbtens de tijdens zijn lid maatschap geldende statutaire voorschriften ook gebonden kan zijn aan de na zijn uittre- ding genomen besluiten, zijnde in casu S. ge bonden door't besluit der ledenvergadering tot goedkeuring der balans over het boekjaar 1925, in zooverre als bij dat besluit verliezen zijn vastgesteld. Door dit arrest van ons hoogste rechiscol- lege in dus definitief uitgemaakt, dat de le den van een Boerenleenbank die om een ol andere reden hun lidmaatschap verloren hebben, hun aandeel moeten betalen in het door de balans aangegeven verliessaldo der Bank, ook voor zoover dit verliessaldo mocht zijn ontstaan enkel en alleen door overname van een gedeelte van de door de Aikmaar- sche Centrale geleden tekorten. Het fanfarecorps „Kunst na Arbeid" dat alhier 2, 3 en 4 Febr. een bazar heeft gehou den ten bate van zijn kas, heeft zijn moeite beloond gezien met een totaal ontvangs* van 3260 90. Wegens het in werking stellen van het Stoomgemaal heeft het Bestuur van Geest- mer Ambacht per bekkenslag bekend ge maakt, dat het ijs onbetrouwbaar is. CASTRICUM, Zilveren Bestaansfeest Oruferlinge Hulp. Gisterenavond werd in een feestelijke biii eenkomst herdacht het 25-jarig bestaan van de vereeniging „Onderlinge Hulp" en we: in de zaal van de Vriendschap alhier. „Ik ben er zoo zeker niet van, dat ik dat recht erken", antwoordde Francis, „maar vraag wat u te vragen hebt". „Ik heb het opgegeven, u verwijten te doen over uw verkwisting. De weg dien u gaat, is een zelfzuchtige en een slechte weg, maar indien u verkiest de financieele bronnen van uw familie uit te putten, kan noch ik, noch iemand anders u tegenhouden". „Uw erkenning van dat feit is althans ver standig", mompelde Francis. „Ga als't u be lief! verder". „Ik heb een nog ernstiger beschuldiging tegen u aan t? voeren", ging de advocaat voort, „u is begonnen de leden van uw fami lie goed te behandelen „Mijn familie" viel Francis heni in de rede, terwijl hij opschrikte „Zonder twijfel uw familie" hield sir Stephen met kracht vol. „U is begonnen, zooals ik daar zeide, met hen te behandelen met een overdreven edelmoedigheid. U heeft haar feitelijk aangemoedigd, pmoonlijk en als gezin, ver boven hun middelen te leven. Zij moet u of iemand anders groote sommen gelds verschu'digd zijn. Aan den anderen kant weigert u volstrekt de kwitantie te tee- kenen, waardoor zij worden ontslagen van de verantwoordelijkheid voor het geld van u, dat zij hebben uitgegeven in den tijd, dat zij in Chatfield woonden". „Tot nu toe", erkende Francis, „vind ik uw opmerkingen interessant. Uw over-.-icht van i den toestand is helder en juist. Ik verzpek n voort te gaan". „Ook zonder uw veriof ben ik dat van plan. U geeft opzettelijk voor, neigingen te bezit- ten, welke ik niet geloof, dat u heeft. U po- seert voor een licutzinnigen roue en ik geloof dat u, au fond, een asceet is. De geheele ge schiedenis van vannacht was een voorstel- ling. Ik ge'loof niet, dat u maar eenigszms dronken was. U is een bekwaam bokser zeide men mij, maar ik geloof niet, dat u het minste plezier had in dien aanval op een politie- agent". „U vergist u faeelemaal", verzekerde Fran cis hem. „De man had peenicleurig haar en ik heb het land aan een politieagent met peen- kleurig haar". „Dan, wat betreft het fiasco van vandaag", vervolgde sir Stephen, „ik geloof zeker, dat u de heele situatie had bestudeerd, en haar uitgewerkt, zoo, dat u binnen de letter van de wet bleef en het tot het uiterste dreef, eenvou dig om het boosaardig genoegen te smaken, de leden van uw familie hun geld te doen verliezen en d«n naam, dien u draagt, in 'slechten reuk te brengen. Wat moet het einde zijn van dit alles? Wat beteekent het? „Het beteekent", bekendc Francis, „diat u mij begint te vervelen. U is wel een beetje langdradig, niet?" Sir Stephen stond op en nam eec wfixsky soda. Hij zette het glas naast zich new ea boog voorover naar zijn gastheer. (Wpidl vejvolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5