mkmaarst
CtiruL
Ob WBttilB Efigf
Geneeskundise "oiieven.
Honderd
KKMITKTON.
Dontierriag Februari
Radio-haekje
Wo.
32
1929
sen Gi. riigste Jaargang.
Vrijdag 8 Februari.
Hilvorsum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen-
Wiiding. 12.15—2.— Concert door het A. V.
R O.-Trio. 2.05-2.45 Schooluitzending G.
de ClercqSteenkolendelven 2.45-^.—Gra
mofoonmuziek. 4.--4.3G Hmsvrouwenhalf-
uurtie. 4.30—5.— Gramofoonmuziek. 5.30
5Radiopraatje. 6.7.15 Concert door
het A V. R. O.-Trio. 7.15-7.45 Schippens-
l<s 8 „De Blauwe Mantel" (voorspel le
en 2de fcedr.), operette van Walter KoLo,
door het Ned. Operettegezelschap. 10.30
'Aansluiting van het Theater Carre te Am
sterdam. Omroep-orkest onder leidmg van
iNico Treep. Helene Ca s en Loth Muskens
Sleurs, sopraan. F. Helmann, viool.
Huizen, 336.3 M (Na6 uurl852 M.)
iin. c. R- V. Ziekendienst. 12.301.30
IK R. O. Lunchmuziek. 3.4.— Vrouwen-
uurtje door Mej. N. Mens. 4.-5— Gramo-
ioonmuziek. 5.6.45 Concert. Mevr
''MulderBe'ser, alt mezzo. Mej. L. Eders-
heim, viool. J. H. E. Wittpen fluit F Urf-
tenboogaard, orgel en piano. N. C. K.
6 45—7K. R- O. Lezing door P. Hei'.ker.
Esperanra Literaturo. 7—7.30 9l,r^USppaR
dagogie door Dr. J. van Dael. J.o5 V. lT K
O Snr Prof. Dr. M. C. van Mourik Broek-
man: God. 2e voordracht: Stroomingen in
het Vrijz. Protestantisme Konimer Klein,
declamatie Jhr. j. Repelaer van Dnel, a.t.
Me^ A Th. de Kuyper-de Meester, piano
H Schouwman, piano. Debussy-cyclus.
Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst.
11^5 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek
12.20 Sonatenconcert, viool en piano. 12.ou
Orwlconcert. 1,2C—2.20 Orkestconcert. 2.50
Voor de scholen. 3.15 Muziek. 3.20 Lezing.
China. 3.40 Muziek. 3.45 Lezing: Faraday.
4— Muziek. 4.05 Concert voor soholen. 4.50
Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje 6.20 ruin-
•praatje. 6.35 Nieuwsbenchten 6.50 Land-
couwpraatje. 7.05 Pianomuzick van Debussy.
•7.20 Cinemapraatje. 7.35 Muziek. 7.45Le
zing. 8.05 Sydney Bayne's band. A. Lilley,
sopraan. G. Pizzey, baritom 9.20 N.euws-
berichten, 9.35 Lezmg: The wa> of the
world 9.55 Deiius-concert. Symphoniecon-
cert. onder lading van Sir. Thomas Beecham
D. Labbette, sopraan. 11.20—12.20 uans
muziek.
Pnrijc Radio-Paris", 1750 M. 12.50
2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestcon
cert 7.05—7.50 Gramofoonmuziek. 8.50—
11 10 Symphonie-concert. G. Cassadso, cello.
Langtnberg, 462 M. 9.35-10.30. Grains
ioonmuziek. 11.30 ^5
i1.50 Orkestconcert. 5.05—5.oO Kamer
muziek. Blaas-mstr umen+en. 7.20—8.3b
Vroolijk concert. Declamatics. Daarna
zanguurtje. Vervolgens dansmuziek.
Zeesen 1,649 M. 11 20—3.50 Lezingen.
g 504.50 Orkestconcert. 4.50—7.05 Lean-
een 7.50 Symphonieconcert onder lading v.
H Scherchen. M. Basca, alt. 10.05 Sluiten.
Hamburg, 395 M. 10.2011 20 Grrmo-
foonmuzielf'5 20 Orkestconcert. 6.20 Orkest
concert. 7.20 Hamburg in het donfcer.
vroolijke dans-avond 10.05 Karnaval.
Brussel, 509 M. 500 Orkestconcert.
Orkestconcert. 7-0 Gramofoonmuziek.
Concert. Orkest e. Hr. Andre, viool.
le acte van „Misantrope Molieu.
CLXX.
Een
6.55
8.35
8 50
Griep
Op het oogenblik, dat ik dezen brief ga
schriiven, komen uit allerlei deelen der wereld
berichten tot ons. dat daar een ernstige
griep-epidemie heerscht. Niet alleen in Ame
rika, van waar de teyr>- berichten kwamen,
maar sedert ook in Europa, o.a. in Berui
Denemarken en Polen. komen talrijke geva.-
len van griep voor. 3> is dus alle reden om
aan dit onderwerp i bespreking te wijden,
want de kans is groot, dat ook ons land een
bezoek zal krijgen. Mocht het geiuk ons
dienstig zijn en de epidemie verzuimen onze
landspalen te overschrijden, dan staat het
verlies aan actualiteit, dat dit epistel zou In
den, ver en ver ten achter, bij het voordee'
van bespaard te bliiven voor ade ellende.
welke een griep-epidemie met zich brengt.
Het jongere geslacht herinnert zich nie1
Oieer de eerste epidemie van 1890, toen de
-fekte als iets geheel nieuws ons volk overviel.
Wei hadden wij gelezen. dat vroeger in Rus
land af en toe een allerheftivste soort ver
koudheid, de influenza, was opgctreden, maa
veel meer wist men er niet van. Spoedig was
er gelegenheid genoeg, ervaring op te doen
omtrent de wijze van optreden, toen gansche
huisgezinnen werden aangetast, door de alge
meenheid der ziekte dikwijls geen hulp was te
krijgen en menige arts met tal van huissleu-
tels in zijn zak rondging, om althans bi]
zijne patienten te kunnen binnen komen.
Meestal openbaarde de ziekte zich plotse-
ling met hooge koorts, algemeene zwakte er
vcrschiilende plaatselijke verschijnselen. Een
van d toen veelvuldig waargenomen begin-
verschijnseen was, dat het naar boven kijken
een pijnlijk gevoel in de oogen gaf. Men on
derscheidde al gauw drie hoofdvormen, naar-
mate het hoofd de borst- of de buik-organen
het meest werden aangetast. Sterfgevallen
kwamen vrij talrijk voor, doch meest bij per-
sonen, die reeds zwak van constitutie waren
hetzij dat zij den aanval der ziekte zelf niet
meer konden doorstaan, hetzij door bijkomsti-
ge ziekten zooals bij die vormen, waar de
verschijnselen der borstorganen op den voor-
grond traden, door longontsteking. Het meest
opvallend was de in bijna alle gevallen nog
zeer lang aanhoudende zwakte, zoodat hot
gemakkelijk een half jaar kon duren, ook' in
betrekkelijk niet zoo zware gevallen, voordat
men zich weer even flink en sterlc gevoelde
als voorheen,
Na die eefste epidemie kwamen met bijna
regelmatige intervallen nieuwe epidemieen
voor, die echter van minder uitgebreidheid en
veelal ook van minder ernstigen aard waren.
Het bij besmettelijke ziekten gewone ver-
schijnsel, dat de lijder, die de ziekte eenmaal
goed doorstaan had, haar als regel niet weer
kreeg, bleek voor influenza niet op te gaan
Er waren er zelfs, die als het ware op de ziek
te geabonneerd schenen en bij elke volgend-
epidemie opnieuw werden aangetast. De |m-
muniteit. welke na rocdvonk. typhus, pokken
enz. ontstaat, bleef dus uit of was althans In
veel minder mate aanwezig.
Die immuniteit kan, zooals men weet.
kunstmatig worden opgewekt. Ik wijs op net
meest klassieke voorbeeld der koepok-inenting
we'ke met zoo goed als absolute zekerheid bet
kriiq*en van pokken voorkomt. Voor diphterie,
typhus, roodvonk, kinkhoest, tetanus en velc
andere ziekten worden voorbehoedende in-
spuitingen toegepast. Daarvoor is evenwel in
de eerste plaats noodig, dat men den verwek-
ker der ziekte nauwkeurig kent, afzonclerliik
kan kweeken en dan de voorbehoedende in
spuitingen kan bereiden. Wei heeft men de
zoogen. influenza-bacil leeren kennen, maa
het staat nog niet voldoende vast, dat deze
de eenige oorzaak van de ziekte is en waae
schijnlifk soelen daarbij nog andere factoren
een rol. welke men tot nu toe niet in staat is,
te elimineeren. Maar toch is ieder er van
overtuigd, dat wij met een echte besmettelijze
ziekte te maken hebben.
Als wij het verloop van verschillende be
smettelijke ziekten nauwkeurig volgen, dan
zijn we geneigd, aan ieder afzonderliik een
bepaalden levensloop toe te kennen. Terwij'
sommioe ziekten steeds in ernst toenemen.
gaan andere in kwaadaardigheid achteruit
Sommige ziekten kent men zelfs alleen nog
uit de geschiedenis, zooals de zwarte dood uit
de middeleeuwen. Roodvonk neemt in betee-
kenis af, mazelen worden daarentegen meer
dan vroeger crevreesd. Van nokken en diphte
rie, welke zich ook in een dalende lijn bew=
gen, is het niet zeker, of de daartegen geno-
men maatregelen (vaccinatie en serumbehan-
deling) hiervoor als reden mogen gelden of
er althans in belangrijke mate toe hebben
medegewerkt.
Verder is het merkwaardig, dat de eene
epidemie een zooveel ander karakter vertoont
dan de volgende. Dit is ook met influenza het
creval. Sommige epidemieen waren van vrij
onschuldigen aard. Daarentegen is die van
1918 ten zeerste berucht. En terecht, want zi]
deed, wat het aantal slachtoffers betreft, aan
den toen juist afgeloonen grooten oorlog
ernstine concurrence aan.
Hebben wij nu, tien jaren later, een her-
haling te vreezen? Natuurlijk kan niemand
daarop een afdoend antwoord geven. Er is
kans van niet, omdat twee op elkaar volgende
eoidemieen zelden precies op elkaar gelijken
Maar ook. wanneer zij van niet zoo ernstigen
aard mocht zijn. is er reden genoeg, met het
oog op de moo-eliikheid. dat de ziekte-golf
over ons land zal strijken, na te gaan, hoe
wij ons te dien opzichte hebben te gedragen
en of er nuttige maatregelen genomen kun
nen worden.
In de eerste plaats heeft men zijn best t-
doen om zich vrij te houden van overdreven
vrees. Vrees is een ongunstige factor voor het
weerstandsvermogen en de versterking van
dat laatste is het beste, dat wij kunnen doen
Ieder behoort te bedenken. dat, als de utt
barsting hier komt, er een kans is, dat hijzei:
tot de getroffenen zal behooren. Wat nie
wegneemt, dat het alleszins gerechtvaardigd
is, de oude spreuk: „Wie den vrede wil, wape-
ne zich ten strijde" ook hier in toepassing te
brengen en dus er voor te zorgen, dat, zoo
de ziekte ons lichaam tot doelwit mocht kie
zen, dat lichaam voldoende voorbereid is. Hoe
doen we dat? In het kort gezegd, luidt het
antwoord: Gezond en eenvoudig te leven en
zich vrij houden van excessen. Bestaat er
eenige afwijking, welke door de ziekte gemak
kelijk verergerd zou kunnen worden, dan is
het zaak, deze met zorg te behandelen en dus
zelfs voor betrekkelijke kleinigheden den huls-
arts te hulp te roepen, al zou men er anders
mis^chien nog niet toe gekomen zijn.
Omdat griep een besmettelijke ziekte is, zou
de eeuvoudigste raad zijn, zich voor besmet-
ting te vrijwaren. Dit is practisch niet moge
lijk, zocdra de epidemie een zekeren omvang
verkregen heeft. Dan moeten wij wel aan-
r.emen, dat de kiemen der ziekte door onze
gansche samenleving verspreid zijn. Maar
toch weten wij, dat ock de hoeveelheid smet-
stof een rol speelt. Een weinigje zullen wi]
mogelijk overwinnen, terwijl een grootere
hoeveelheid ons de baas wordt.
In dit verband een enkel woord over het be
zoek aan patienten, waar de besmettingskans
uit den aard der zaak het grootst is. Voor
zwakken en ouden van dagen is't met anders
dan verstandig te noemen, wanneer zij, in-
dien zij niet noodzakelijk met den patient te
maken hebben, uit zijn buurt blijven. En ook
voor anderen zal de voorzichtigheid er allicht
toe Iciden, een besmette omgeving te vermp-
den, zoolang men daar niets te maken heeft
Zulic een omgeving kan men overal verwach-
ten waar veel menschen tesamen komen. In
ver'o-aderingen van allerlei aard is men al
licht minder veilig dan in zijn huislcamer.
Maar iii dit opzicht mag men toch met
overdrijven. De huisarts loopt tijdens een
wriep-epidemie van den eenen patient naa:
3en anderen, komt dus elk oogenblik in de
meest besmette omgeving; op weg van het
eene huis naar het andere heeft hp de best?
nelep-enheid om kou te vatten. Toch is nooit
aan "het licht gekomen, dat de griep onder de
dokfers zooveel meer slachtoffers maakt dan
in andere beroepen. Hij denkt niet eens aan
gevaar. doch gaat klam zijns weegs en doet
zijn plicht. Als ieder ander dat ook dcet en
zich in acht neemt voor schadelijkheden, dan
behoeft hij volstrekt niet bevree'sd te zijn en
kan met vertrouwen afwachten wat gebeurt,
en, mocht hij de ziekte krijgen, deze met be-
rusting dragen. HAS
Provincsaal nieuws
ZIEKTEWET.
De heer A. Visser, Secretaris van het
Prov. Bestuur Noordholland N. V. Z. ver-
zoekt ons opname van het volgende.
Sinds menschenheugenis hebben de ar-
beiders en daarmee gelijkgestelden door on-
derlinge verzekering getracht de nnsere van
loonderving bij ziekte tot de kleinst mogelijke
proportien terug te brengen. De talrijke
ziekenkassen ten plattelande zijn daarvan
het bewijs. Steeds zijn er menschen geweest
die uit liefde de taak van bestuurders der
ziekenkassen gadegeslagen worden. Met
]>ewondering moeten de resultaten van die
ziekenkassen gade gestagen worden. Met
zeer weinig contributie is er dikwijls veel tot
stand gebracht. Menig arbeider is daar door
bij ziekte den zwaren gang naar liefdadigheia
bespaard. De namen der kassen „Steunt
elkander", „Draagt elkanders lasten", „Help
U zelve" enz. geven voldoende den gedachten-
gang weer.
Vele dezer kassen hebben zich georgani-
seerd in provinciate groepen en zijn later ver-
eenigd in het „Nederlands Verbond van
Ziekenkassen". Oorspronkelijk had deze or-
ganisatie slechts tot doel „het overnemen van
elkanders leden bij verhuizen met direct m-
gaande rechten", langzamerhand groeide er
uit voort gedachtenwisseling ten bate der
kassen, b.v. in de richting van betere regle-
menten, bcekhouding en statistiek.
In de laatste jaren heeft de organisatie zich
zeer sterk moeten bemoeien met de plannen
der Regeering om te komen tot een wettehjke
regeling voor Arbeiders-ziekengeldverzeke-
ring.
Reeds in het begin van deze eeuw heeft de
Regeering een paar pogingen gedaan om tot
een ziektewet te komen, doch het was eerst
Minister Talma, die zijn wet tot regeling der
Arbeiders-ziektevereeniging in het Staatsblad
kreeg (5 Juni 1913). In werkingstelling van
die ae wet heeft echter nimmer plaats gehad
Vanaf dien tijd zijn nog verschillende po
gingen gewaagd en wel door de Ministers
Treub en Aa'berse en ten lotte door Slote-
maker de Bruine. Eigenaardig is het, dat de
strijd niet in de eerste plaats loopt loopt over
den uitkeeringsduur, 't uitkeeringsbedrag, of
de betaling der premie, doch wel over de
kwestie welke organen de wet moeten uit-
B
Door E PHILIPS OPPENHE1M
Geautoriseerde vertaling van Mej E. J
58
De bibliothccaris overwoog de zaak een
oogenblik ernstig.
„Onder die oinsiandigheden zou ik het di
ner niet bijwonen, /our Grace. Indien u het
mij toestaat zal ik een briefje met excuses
senden."
„Dat is uitstekend", keurde Francis goed,
met een opgelucht gezicht. „Ik zal hier boven
at'een eten. U kunt mij het Floientijnsche Ge-
bedenboek zenden om door te kijken en ook
de „Abelard en He'oise", die Sotherby op
zicht zond. Intussch^n hebt u de avond-
bladen gelezen?"
„Ik lees nooit d. bladen, Your Grace", be-
kende de heer Moss.
Jammer. Zij staan vanavond vol over
mij."
„Ik zai er misschien een lezen wanneer ik
naar huis ga met de ondergrondsche. Is ei
niets anders, dat ik u boven kan zenden uit
de bibliotheek?"
Zendt ir;, een exemplaar van Walter Pa
ter's Renaissance", verzocht Francis, „de in
gerkament ceboacea editie, die u inij oalangs
voeren.
Reeds in de wet T; !ma staat, dat de uit
keeringsduur zal zijn 180 dagen in de eerste
periode van 12 maanden, dat er uitbetaald
za! worden 70% van het loon en dat de pre
mie betaa'd moet worden door werkgevcr en
werknemer, ieder voor de helft. Deze zelfde
bepalingen komen ook voor in het ontwerp tot
tot wijziging der Ziektewet Talma, die Mi
nister Slotemaker de Bruine in deze maand
bij de Tweede Kamer in behandeling zal
brengen. In beide gevallen stelt de wet de
verplichting tot verzekering alleen voor loon
arbeiders in dienst van ondernemingen (dus
niet voor dienstboden, huisknechts, naaisters,
werksters enz.)
Het is de strijd om de uitvoeringsorganen,
die gemaakt heeft, dat de ziektewet nog
steeds niet haar heilzame werking kan doen
ontplooien.
De ziektewet Talma noemde als uitvoe
ringsorganen de Raden van Arbeid en gaf
aan onze kassen slechts een zeer onderge-
schikte positie. Minister Treub daarentegen
had onze ziekenkassen bedoeld als de hoofd
organen.
Minister Aalberse droeg de uitvoering op
aan de Raden van Arbeid en gaf aan onze
kassen de mede-uitvoering.
In het tweede ontwerp van Minister Slote
maker de Bruine werden verschillende uit
voeringsorganen genoemd en wel de Raden
van Arbeid, onze'ziekenkassen, bedrijfsver
eenigingen en ondernemingsziekenkasseu
Aan onze kassen werd de voorkeur gegeven
De arbeider had het recht om te kiezen, waar
hij verzekerd wilde zijn.
Juist dit laatste is een der oorzaken ge
weest van een hevig verzet, zoowel van a?
groote werkgeversvereenigingen als van de
vak-centrales. Minister Slotemaker is voor
dien drang gezwicht. Het nu ingediende
wetsontwerp spreekt slechts van twee uitvoe
ringsorganen en wel van de Raden van Ar
beid en van bedrijfsvereenigingen. Onze zie
kenkassen moeten verdwijnen.
Is dat in het belang der arbeiders en
daarmee gelijkgestelden?
Indien dit zoo was, dan zouden wij het
hoofd in de schoot leggen en ons troosten
met de gedachte, dat wij goed werk in den
loop der jaren verricht hebben, doch dat het
in t vervolg nog beter zal gebeuren. Naar
mijn innige overtuiging kan niemand die
vraag met een positief „ja" beantwoorden.
Deze wijzigingen worden niet aangc-
bracht, omdat ze beter zijn, maar omdat ze
een coinpromis van werkgeversvereenigingen
en vakvereenigingen zijn.
Bedrijfsvereeniging is slechts een naam,
het heeft niets te maken met het bedrijf, het
vak of het ambacht, veel beter ware het te
spreken over ziekte-risico-vereeniging.
Het bestuur van die bedrijfsvereeniging
wordt gevormd voor de helft door de werk
geversvereenigingen en voor de helft door
de vakvereenigingen, terwijl het eigenlijk?
werk opgedragen zal worden aan een admt-
nistratiekantoor.
De arbeider is tegen ziekte verzekerd, zoo
lang hij in dienst is bij een onderneming. Bij
staking, uitsluiting, werkeloosheid of bij ver-
andering van vak of werkkring is hij niet
verzekerd, doch krijgt ziekengeld, wanneer
hij binnen een maand ziek wordt na zijn ont-
slag. De arbeider is dus' niets anders dan 'n
nummer, een rad in het mechanisme, dat zoo
spoedig mogelijk door een ander vervangen
moet worden, indien hij te dikwijls ziek is.
Hoe gansch anders is de positie van den
arbeider bij onze ziekenkassen. Daar heeft
hij de voile medezeggingschap, daar heeft hij
recht van meespreken om de premie te wijzi
gen in verband met een hoogere uitkeering of
een langeren uitkeeringsduur.
Bij onze kassen is geen kwestie van be-
eindiging van de verzekering, wanneer hij
door welke omstandigheden ook buiten werk
komt. Hoogstens kan er gesproken worden,
dat de arbeider zelf moet betalen de helft
der premie, die tot nu toe door den werkge-
ver betaald werd, of dat zijn uitkeering ver-
laagd zou moeten worden, doch bijna stelli^
zal de extra premie als schuld geboekt wor
den, terug te betalen, wanneer hij wederom
aan den arbeid is.
Het staat bij mij dan ook vast, dat de ar
beider, indien hij zelf kiezen mocht, de zie-
kenkas zou prefereeren als zijn uitvoeriugs-
orgaan.
De keuze is nu e^lder bij de Tweede Ka-
mtr
Misschien kunnen wij daarop nog pressie
uitoefenen. Wij' zullen dat probeeren, doch
dan moeten wij de steun en hulp inroepen
van alien, die met ons zeggen, dat de zieken
kas uitvoeringsorgaan van de ziektewet moet
zijn.
Verzoeke daarom als blijk daarvan mij
Uw naamkaartje te zenden.
Den besturen der ziekenkassen, zoowel den
bij ons Verbond aangeslotenen, als den niet-
aangeslotenen, wordt dringend aangeraden
om een afgevaordigde te zenden naar de
Openbare Landelijke Vergadering te Utrecht,
die Vrijdag 8 Februari 1929 's morgens 11
uur gehouden wordt.
Bedenk, dat dit onze laatste kans is.
OUDE JUEDrdP.
Woensdagavond ve>gad'ide de gasvereenl-
ging te Oude Niedorp ir het lokaal van den
heer Balk. Nadat de vergadering door den
voorzitter, den heer A. van Zoonen, met een
woord van welkom was geopend en de notu
len na lezing waren goedgekeurd, deelde de
voorzitter mede, dat in het jaar 1928 door
onze vereeniging 22752 M3 gas was ver-
bruikt. Hierop werd de rekening over het af
geloopen jaar, door de heeren P. Wit en
Balk nagezien, goedgekeurd met een voor-
deelig saldo groot 2,1814, ontvangsten was
108,68 en uitgegeven 106,50 Tot be-
stuurslid werd herkozen de heer W. Lange-
dijk.
Daar er niets meer aan de orde was ea
niemand meer het woord verlangde werd de
vergadering met woorden van dank door den
voorzitter gesloten en werd overgegaan tot
uitbetaling van rente aan de aandeelhou-
ders.
toonde. Dat is alles, denk ik. Goeden avond,
mijnheer Moss".
„Ik wensch Your Grace goeden avond
antwoordde de heer Moss.
Francis baadde en veranderde op zijn doo
de gemak van kleeding. Daarna dineerde hij
in de kleine salon van de suite, een zeer een-
voudige maaltijd, waarbij hij water dronk
en een glas port na. De koffie werd gebracht
in het aangrenzend vertrek, een vrijgezellen-
kamer, die volmaakt van stijl was, behangen
met gobelins, die hij bij Cristie zelf had uit-
gezocht, en gemeubeld met een rustig middel-
eeuwsch karakter, dat een ascetisch cachet
vebleende aan de kamer, die er voor het ove-
rige zeer behagelijk uitzag. Hij was verdiept
in de bestudeering van den moeilijk te ont-
cijferen tekst van zijn Florentijnsch gebeden-
boek, toen sir Stephen Dobelle werd aan-
gekondigd. Francis legde het werk met tegen-
zin neer.
„Kom binnen, sir Stephen", verzocht hu
„Ik had eigenlijk niet verwacht een van de
bezoekers van de rennen vanavond hier te
zien".
„Ik durfde nauwelijks hopen u thms te vut-
den", fcegon de advocaat, nadat hij had
p'aats genomen in den stoel, dien Francis
hem had aangewezen.
„Ik ben hier om redenen van tactiek", ver-
telde Francis, .,1k was uitgenoodigd op het
diner te Storeham House, maar mijnheer
Moss achtte het beter, dat ik niet ging
Mijnheer Moss heeft ong'etwijfeld gei'gk"
verklaarde sir Stephen ernstig.
Wilt u geen koffie?" vervolgde Francis.
U vindt sigaren op de tafel aan uw rechtei-
zijde, ook likeuren en lichte lectuur, als u
er zin in heeft. U zult alles, dat u nog niet
weet over mij, ont^ekken, a:ls u de moeite
neemt deze bladen door te kijken. Ik geloof,
dat ik in een daarvan wordt omschreven als
,De laatste gedegenereerde spruit van een
aristocratie, die door een krachtiger proleta-
riaat, een eeuw geleden naar de guilotine zou
zijn gezonden".
„Dank u", antwoordde sir Stephen, zijn
slgaar opstekend en den stapel bladen, waar-
op zijn gastheer had gewezen, negeerend,
„de bladen zullen mij niet ver fell en, wat ik
over u wensch te weten?
„Wat wenscht u te weten?"
„Ik wensch te weten, wat voor den duivel
u toch beoogt?"
Francis trok de wenkbrauwen op.
„Lieve hemel, dat is zeer krachtige taal
voor den zaakwaarnemer der familie!"
„Er is geen taal krachtig genoeg om mijn
gevoel ens uit te drukken. Mag ik enkele mi-
nuten duidelijk tot u spreken?"
„Ik zie, dat u het van plan is, of ik u ver-
lof geef of niet. Dan maar voor den dag er
^Francis, Hertog van Chatfield", begon sir
Stephen plechtig. „Ik ben verantwoordelijk
er voor, dat u is opgediept uit het klooster en
is teruggebrachf in Engeland. Ik eisch het
recht u «nige duiddijke wagen te stellen".
ZUID-SCHARWOUDE.
Aansprakelijkheid van leden van
Boerenleenbanken. JJitspraak van
den Hoogen Raad.
De Statuten der Cooperatieve Boerenleen
bank II te Zuid-Scharwoude, indertijd aan-
fesloten bij de Coop. Centra le Landbouw-
ank te Aikmaar, leggen den leden de ver
plichting op, om bij het einde van hun lid-
maatschap, hun aandeel te betalen in de
door de Bank geleden verliezen op het einde
van het boekjaar, waarin of waarmede hec
lidmaatschap is geeindigd, zooals die zullen
worden vastgesteld door de Algemeene Ver
gadering bij de goedkeuring van de desbe-
treffenae balans.
In den loop van 1925 zegde een zekere S.
zijn lidmaatschap op. Hoewel blijkens de
door de Algemeene Vergadering goedgekeur
de balans per 31 December 1925 over het
boekjaar 1925 zelve een winst was gemaakt
van 282,45, prijkte op de balans nog een
nadeelig saldo groot 7292.85 van vorige
jaren, zoodat er per saldo een verlies was
per 31 Dec. 1925 groot 7010.40. Het uit-
getreden lid werd dus door de bank tot be
taling van zijn aandeel in dit saldo aange-
sproken. S. weigerde te betalen en de Bank
liet den man dagvaarden. De kantonrechter
verklaarde de Bank in haar vordering niet
ontvankelijk, overwegende, dat de Bank zelf
winst had gemaakt, terwijl het saldo-verlie.-
was ontstaan door overname eener schuld
der Centrale van Aikmaar, waarbij de Bank
was aangesloten en daarvoor achtte hij df
leden der Bank niet aansprakelijk. De Banf:
kwam van dit vonnis in hooger beroep bij de
rechtbank te Aikmaar, v/elke het vonnis oor
spronkelijk door den kantonrechter gewezen,
bekrachtigde, daarbij overwegende, dat S.
toen de betrokken balans werd opgemaakt en
goedgekeurd geen lid meer was van die
Bank, zoodat hij niet gebonden werd door
het besluit tot vaststelling der Balans en de
rechter derhalve tot taak heeft te onderzoe
ken, indien daarover verschil bestaat, of in
werkelijkheid het bedrijf van de bank verlies
heeft geleden en gemeld verlies-cijfer van
7292,85 juist was, hetgeen door de recht
bank bewezen werd geacht. De Bank tee-
kende van dit vonnis cassatie aan en zag
bij arrest van 3 Januari 1929 alsnog het
vonnis van den kantonrechter vernietigd en
hare vordering toegewezen.
De Hooge Raad besliste daarbij, dat een
uitgetreden lid kracbtens de tijdens zijn lid
maatschap geldende statutaire voorschriften
ook gebonden kan zijn aan de na zijn uittre-
ding genomen besluiten, zijnde in casu S. ge
bonden door't besluit der ledenvergadering
tot goedkeuring der balans over het boekjaar
1925, in zooverre als bij dat besluit verliezen
zijn vastgesteld.
Door dit arrest van ons hoogste rechiscol-
lege in dus definitief uitgemaakt, dat de le
den van een Boerenleenbank die om een ol
andere reden hun lidmaatschap verloren
hebben, hun aandeel moeten betalen in het
door de balans aangegeven verliessaldo der
Bank, ook voor zoover dit verliessaldo mocht
zijn ontstaan enkel en alleen door overname
van een gedeelte van de door de Aikmaar-
sche Centrale geleden tekorten.
Het fanfarecorps „Kunst na Arbeid" dat
alhier 2, 3 en 4 Febr. een bazar heeft gehou
den ten bate van zijn kas, heeft zijn moeite
beloond gezien met een totaal ontvangs*
van 3260 90.
Wegens het in werking stellen van het
Stoomgemaal heeft het Bestuur van Geest-
mer Ambacht per bekkenslag bekend ge
maakt, dat het ijs onbetrouwbaar is.
CASTRICUM,
Zilveren Bestaansfeest Oruferlinge Hulp.
Gisterenavond werd in een feestelijke biii
eenkomst herdacht het 25-jarig bestaan van
de vereeniging „Onderlinge Hulp" en we: in
de zaal van de Vriendschap alhier.
„Ik ben er zoo zeker niet van, dat ik dat
recht erken", antwoordde Francis, „maar
vraag wat u te vragen hebt".
„Ik heb het opgegeven, u verwijten te doen
over uw verkwisting. De weg dien u gaat, is
een zelfzuchtige en een slechte weg, maar
indien u verkiest de financieele bronnen van
uw familie uit te putten, kan noch ik, noch
iemand anders u tegenhouden".
„Uw erkenning van dat feit is althans ver
standig", mompelde Francis. „Ga als't u be
lief! verder".
„Ik heb een nog ernstiger beschuldiging
tegen u aan t? voeren", ging de advocaat
voort, „u is begonnen de leden van uw fami
lie goed te behandelen
„Mijn familie" viel Francis heni in de rede,
terwijl hij opschrikte
„Zonder twijfel uw familie" hield sir
Stephen met kracht vol. „U is begonnen,
zooals ik daar zeide, met hen te behandelen
met een overdreven edelmoedigheid. U heeft
haar feitelijk aangemoedigd, pmoonlijk en
als gezin, ver boven hun middelen te leven.
Zij moet u of iemand anders groote sommen
gelds verschu'digd zijn. Aan den anderen
kant weigert u volstrekt de kwitantie te tee-
kenen, waardoor zij worden ontslagen van
de verantwoordelijkheid voor het geld van u,
dat zij hebben uitgegeven in den tijd, dat zij
in Chatfield woonden".
„Tot nu toe", erkende Francis, „vind ik uw
opmerkingen interessant. Uw over-.-icht van
i den toestand is helder en juist. Ik verzpek n
voort te gaan".
„Ook zonder uw veriof ben ik dat van plan.
U geeft opzettelijk voor, neigingen te bezit-
ten, welke ik niet geloof, dat u heeft. U po-
seert voor een licutzinnigen roue en ik geloof
dat u, au fond, een asceet is. De geheele ge
schiedenis van vannacht was een voorstel-
ling. Ik ge'loof niet, dat u maar eenigszms
dronken was. U is een bekwaam bokser zeide
men mij, maar ik geloof niet, dat u het minste
plezier had in dien aanval op een politie-
agent".
„U vergist u faeelemaal", verzekerde Fran
cis hem. „De man had peenicleurig haar en ik
heb het land aan een politieagent met peen-
kleurig haar".
„Dan, wat betreft het fiasco van vandaag",
vervolgde sir Stephen, „ik geloof zeker, dat
u de heele situatie had bestudeerd, en haar
uitgewerkt, zoo, dat u binnen de letter van de
wet bleef en het tot het uiterste dreef, eenvou
dig om het boosaardig genoegen te smaken,
de leden van uw familie hun geld te doen
verliezen en d«n naam, dien u draagt, in
'slechten reuk te brengen. Wat moet het einde
zijn van dit alles? Wat beteekent het?
„Het beteekent", bekendc Francis, „diat u
mij begint te vervelen. U is wel een beetje
langdradig, niet?"
Sir Stephen stond op en nam eec wfixsky
soda. Hij zette het glas naast zich new ea
boog voorover naar zijn gastheer.
(Wpidl vejvolgd)