Iltiiuuli CiuranL De Plaatsvervanger Gemeenteraad van Alkmaar, Radio-hoekje Mil 11,LUTON. trudaf 22 Februari. No. 45 1929 hindtrd een en dertigste Jaargang. Zaterdag 23 Februari. HUversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen- wijding. 10.30—10.45 Gramofoonmuziek. 10.4511.45 Jaarbeursconcert door het Kling Trio. 11.4512.Grarnof oonmuziek 12.15—2.Concert door het A. V. R. O.- Trio. 2.4.— Aansluiting van het Theater Tuschinski. Filmmuziek ondcr Ieiding van Max Tak. 4.5.Ialiaansche lessen. 5. 6.6.45 Concert door het Omroep-orkest. 6.457.45 Deutsche lessen. 8.V. A. R. A. Concert, aangeb. door de Ned. Ver. v. Fabrieksarb. Gem. Zangver. „Kunst en strijd". J. Bacilek, sopraan E. Bomli, viool. L. Contran, piano. Ru Mulder, voordracht. O.m. een schets: Voorheen en thans. 10.30 Nieuwsberichten. 11.— De Vo- tendammers (Accordeon-ensemble), afgew. met gramofoonmuziek. 11.30 Sluiten. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.) (Uitsiluitend K. R. O.) 12.301.30 Concert door het K. R. O.-Trio. 3.-4.— Kinder- uurtje. 5.30—6.30 Gramofoonmuziek. 6.30 6.50 Spr.: E. van Duin: Doel en streven v d. Ned. R. K. Politiebond „St. Michael. 6.50 7.Kath. berichten. 7.7.30 Engelsehe les. 7.30—8.— Kniples. 8.— Concert in Den IHaag. R.K. Mannenzangver. „St. Caecilia", onder Ieiding van A. Bielen. Trio Miledi. M Galjema Verheui'i," viool. L. Kruithof van Diggelen, sopraan. D. Appeldoorn, piano. Meisjeskoor „Marie v. d. Vijver". Mevr. Rut- ten van Hoesel, sopraan. Mej. Riitreiber, piano. J. v. d. Broek, bariton. Davenlry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 1.20—2.20 Carlton Hotel Octet. 3.50 Instrument, soli voor viool en piano. 4.20 Dansmuziek. 5 35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 7.— Muziek. 7.05 Handel's vioolsonaten. 7.20 Omroeppraatje. 7.35 Lezing. 7.50 Populair symphonieconcert. A. Brosa, viool. Sympho- nie-orkest. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Le zing: The Ugliness Exhibition. 9.50 Nieuws berichten. 9.55 Variete en dansmuziek. 10 55 12.20 Dansmuziek. Parijs ,Jt_adio-Pdris"1750 M. 12.50 2.10 Dansmuziek. „Les Ixes"-band. 4.05 5.05 Orkestconcert. Werken van Dunkerque en Hazebrouck. 7.057 50 Gramofoonmu ziek. 8.35 Symphonieconcert onder Ieiding v. Hr. Koderic. Mme. Dargy en Hr. Soria, zang. Langenberg, 462 Af. 9.35 en 11.30 Gra mofoonmuziek. 12.251.50 Orkestcon ert 5 055.50 Gramofoonmuziek. 6.207.20 Concert. Zangkoor v. d. Wkshoogeschool. 7 20 Vrolijke avond. Daarna tot 12.20 Dans muziek. Zeesen, 1649 Af. 11.20—3.50 Lezingen. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507.05 Lezin gen. 7.20 Orkestconcert. 8.20 Dialoge der Weltliteratur, met medewerking van Maurits v d. Berg, viool. Bruno SeidLrWinkler, piano. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg, 391-6 Af. 19.2011.20 Grama- phoonp'aten. 3.50 Kamermuziek. 4.50 Con cert. 7.20 Halloh! Die grosse Revue. Berlin wie es weint und lacht. 10.10 Dansmuziek. Brussel, 511.9 Af. 5.20 Orkestconrert 7.05 Piano-recital. 7.20 Gramaphoonplaten. 8.20 Concert uit het Ken. Conservatorium. Luik. Soseph Jongen, orgel. Charles Herman, viool. Vervolg. Na een half uur schorsing, heropende de voorzitter de vergadering. De heer B o n s e m a oordeelde, dat de voorzitter in zijn betoog wel wat had gevoch ten tegen windmolens. Geen hunner had ge- mis aan waardeering getoond voor hetgeen het particulier initiatief had gedaan. Ook wij hebben daarvoor waardeering, ofschoon wij de wijze waarop, niet zoo sympathiek vinden en van oordeel zijn, dat de overheid hier een taak heeft te vervullen. Misschien deed de voorzitter zijn waardeering voor het particu lier initiatief zoo scherp uitkomen, om te be- mantelen, wat wij hebben gevraagd. Hij ging niet in op hetgeen wij gezegd hebben over de taak, die de overheid in dezen heeft te vervul len. Wij waardeeren het ook, dat de R. K Volksbond 300 pond vet beschikbaar heeft ge steld, maar dit is geen feit om zoo hoog van den toren te schreeuwen, als de hoofdredac- teur van het N. Holl. Dagblad deed. De heer Van Slingerland: Dat heeft hij niet gedaan. Mr. S 1 u i s: Daar hebben we hier niet over te debatteeren. Door RICHARD MARSH. Vrij naar het Ertgelsch door C. Af. G. de W. HOOFDSTUK I. De Aardbeving. Hij was volkomen wakker. Het was of er iets heel vreemds in de wereld gebeurd moest zijn: het bed, de kamer, het huis, de aarde leek te schudden ja schudden inderdaad. Te trillen? Terwijll hij zich daarover lag te verbazen schudde zijn bed; het voeteneinde ging omhoog, bleef omhoog staan, het was of hij op zijn hoofd stond. En het geraas* Het kraakte en loeide alsof het heele huis in stukken gescheurd werd. Het was zoo zonder- iling, dat hij, pas wakker geworden, zich af- vroeg of hij sorns nachtmerrie had. Daar weer een gekraak, dat was duidelijk en echt: het voeteinde van het bed, dat in de hoogte gestaan had, kwam met een plof naar bene den zulk een harde plof, dat hij zich op zij moest vasthouden om er niet uit te va ten. Toen, na dat lawaai, volkomen stilte, die na dat ontzettende leven te meer opvallend was. Een paar minuten bleef hij stil liggen, maar toen hij begreep, dat er iets heel vreemds ge beurd was, stapte hij'uit bed, deed; een stap De heer B o n s e m a. Hij deed het wel. Het was echter een klein steentje, dat werd bijgedragen, maar de nood is daardoor nog niet gelenigd. Spr. hoopt, dat de heer Slin gerland, die gezegd heeft, dat de uitkeeringen nog lang niet hoog genoeg zijn, die meening nog zal huldigen en zijn stem zal geven voor hetgeen spr. fractie vraagt. Honger is een scherp zwaard en spr. kon zich levendig voor- stellen, dat een botte afwijzing minder goed ontvangen zal worden door de menschen, die het aangaat. Dit is geen aandrang tot provo cate, doch het gdringe, dat wij van de ge- meente eischen, mag niet worden afgewezen, omdat wij principieel verschillen. Wij hebben liever een anderen vorm dan hetgeen momen- teel door de particulieren en de overheid wordt gedaan, maar indien dit de eenige kwestie zou wezen, dan zouden wij, vasthou- dend aan ons principe, er toch genoegen mee nemen, als de arbeiders maar een 5 in hun zak meer kregen. Wij willen niets tegenhou- den, dodh zijn van oordeel, dat de bonafide arbeiders niet behooren bij het B. A. Dit is ook de meening van den hoofdredacteur van het R. K. arbeidersblad „De Morgen". Men moet zich kunnen verplaatsen in den toestand van een werkeloos arbeider, die langen tijJ van de werkeloozenkas heeft getrokken en dan overgaat naar het B. A. Voor zoo'n man zoo'n gang maakt, heeft hij reeds eenige weken bittere armoede geleden. Het is het uiterste, waartoe een arbeider, die werken kan en werken wil, doch geen week kan bekomen, overgaat. Wij oordeelen, dat aan zulks arbeiders deze vernederende gang moet wor den bespaard en dat zij geholpen moeten wor cien door het gemeentebestuur. Ten aanzien van het door den heer Sietsma geopperde bc-zwaar tegen de verwarmde loka- len merkt spr. op, dat die lokalen niet be- doekl zijn voor elken dag, maar voor de zeer koud> dagtn, die we hier ook gekend hebben In zulke dagen zal het vcor de menschen, die langs de straat moeten gaan, hoogst aan genaam zijn, de gymnastieklokalen open en verwarmd te vinden. Het offer, dat de ge- meente daarvoor moet brengen, is toch waar djk niet groot. Namens zijn fractie, wil spr verklaren, dat het gewenscht is, om niet al- tijd met voorstellen te komen, als de heer Go- vers deed. Spr. houdt meer van menschen, als de onbekende, die een hotellier in staat stelde, om zonder het noemen van zijn naam den nood te leeningen. Wanneer de gemeente den nood leenigt, dan is dit ook meer een be- lasting naar draagkracht. Men dwingt dan ook hen, die niets doen en toch wel wat kun nen missen, naar draagkracht bij te dragen De legende, dat wij het maar van de overheid willen halen, is een dwaasheid. Wij zijn ook een deel van de gemeenschap en betalen ook belasting. Wie zelfs vrij is gesteld van de in- kostenbelasting, betaalt nog belasting in den vorm van een verhoogden gas- of electri- citeitsprijs. De deelneming, die de voorzitter betoonde met de noodlijdenden, zal nog meer worden gewaardeerd, wanneer die wordt omgezet in de daad, dat het gemeentebestuur besluit, de dingen, die wij vragen, toe te staan. Wij ont- kennen niet, dat aan kindtrvoeding een bian co crediet is verleend. Wij willen, dat daar- aan in de plaatselijke pers bekendheid wordt gegeven. Zij, die het noodig hebben. moeten weten, dat zij hun kinderen naar Kindervoeding kunnen sturen. Dat in school II de kinder voeding in de school verstrekt wordt, waar deeren wij; wij zouden het op prijs stellen. wanneer daarvoor nog meer lokalen werden aangewezen. Over de werkverschaffing heeft niemand onzer wat gezegd. Wij kunnen het college niet verwijten, dat de werkverschaffing stop moest worden gezet. Ik gevoel de neiging om onze vijf wenschen met een zesde aan te vul- len, n.l. dat de Raad zich uitspreekt voor de komst van een flinken sneeuwbui, opdat de werkverschaffing weer ter hand kan worden genomen. Gelach De voo rzi tt er: Daar zijn wij dllemaal voor. De heer Bonsema: Wat het principieele verschil betreft, B. en W. willen alles overla- ten aan het B. A., waartegen zij gezegd heb ben, niet ongenegen te zijn, meer ge'd toe te staan, maar is dit niet een zich verschuilen achter het B. A.? Aan het B. A. wordt over- gelaten, te bepa'en, of een gezin werkelijk armlastig is. Wanneer de adviseur zegt: „Het is niet noodig", dan is het niet noodig. Wij meenen, dat dit geen goed standpunt is. We behoeven xoch niet te betoogen, dat men schen met 10 tot 13 armoe lijden? Laat men mij eens aantoonen dat daarvan is te le ven. Wanneer men gevoelt, dat dit niet moge- liik is, dan moet de gemeenschap ingrijpen. Wij zijn in onze eischen zeer matig geweest. Niemand kan zeggen, dat er, wanneer de uitkeeringen met 15 pCt. worden verhoogd, weelde komt in de gezinnen. Het is s'echts een aanmoediging aan particulieren om de vooruit en stond joist bijtijds op zijn voe- ten. Ofschoon hij een flinken man was en geen verstand had van hetgeen zwakke men schen zenuwen noemen, stond hij te trillen als een espenblad. In de diepe duisternis strekte hij zijn voet uit, heel voorzichtig en onder- zoekend. „Lieve hemel! waar was de grond geble- ven?" Het was of die verdwenen was; de stevige grond was weg; het leek wel of hij aan den rand van een aigrond stond; als hij nog een klein stapje deed zou hij naar beneden stor- ten. Terwijl hij nog aarzelde, doodelijk ver- schrikt, scheen het einde van aOle dingen te naderen. De kamer schudde zoo hevig, dat hij, die er niet op verdaoht was, bijna niet kon blijven staan, en het scheelde niet veel of hij was in den onzich tbaren a "gron d gestort. En krik, krak, daar begun het weer, zulk een vreeselijk lawaai, het was of hij gebouwen hoorde instorten, of hij menschenstemmen hoorde, vreemde, geheimzinnige geluiden, die de duistere wereld met schrik vervulden. „Zoo waar ah ik leef, het is een aardbe ving; en zoo iets van een aardbeving!" Zonder eenigen twijfdl, dat was zoo. Hij had veel van aarcbevingen gehoord en gele- zen; hij wist dat Messina meer dan eens het tooneel was geweest van aardbevingen. Dus dit was er duideliik weer een, een waarin hij onverwachts eert ro' moest spelen. Dit hotel, waarifi hij zich bevond, zoti weldra rfiet den grond gelijk gemaakt worden. uitkeeringen te verhoogen. Met klem dringt spr. erop aan, een dusdanigen maatregel niet hot af te wijzen. Alleen, die voor hun ar moede durven uitkomen, wocclen door het B. A. geholpen. Wii meenen, dat op het ooggenblik alle trekkenden van de werkloo- zenkassen en 'van het B. A. bedragen ontvan gen, waarvan niet vai't te leven. Wij moeten dan cok een bedrag voteeren om die menschen te helpen. Spr. doet een beroep op de arbei- dersvertegenwoordigers in den Raad, want zoowel een geloovig als een atheistisch ar beider kan met 10 voor zijn gezin al weinig uitrichten. Spr. waardeerde het, dat in den Raad het geluid niet was gehoord, dat wij vragen om maar te vragen. Dit is niet het geval. Met het bijeenroepen van de vergadering werden wij alleen gedreven door den drang van den nood in deze stad te leenigen en wij wil'en dan ook gaarne verschoond blijven van den laster, die over ens wordt uitgestrooid. De bona fide arbeiders, die nog trekken van hun werkloozenkas, kwaraen tot nog toe bij het B. A. heelemaal niet in aanmerking. In ons voorstel zijn zij er ook onder begrepen. Dan wordt ook hun ubkeering met een zeker per centage verhoogd. Als men mij vraagt of dit pmcies zuiver is, dan zeg ik: „neen", maar een elk ontvangt dan toch een percentage bo- ven hetgeen hij nu ontvangt en dat is winst. 15 pCt. is een klein bedrag. maar naast schoo'voeding en de beschikbaarstelling van anthraciet en dekens, die wij niet via het Rijk, maar van de gemeente willen verstrekken, wordt er met e'kaar dan toch wat gedaan voor de gezinnen, waar de nood heerscht en spr. is overtuigd, dat het sterk zal worden gewaardeerd dorr de slachtoffers van de vorstperiode. Het resultaat van de comite-. vergadering van B. en W. met als gevolg, dat B. en W. zich niet tegen ren aandrang van den Raad, om het B. A. te verzoeken. de uit keeringen te verhoogen, zullen verzetten, noemde spr. matig. Spr. zou gaarne zien, dat het College nog eens de vergadering schorste, om te overwegen, nog iets meer te doen. Spr. ccnstateerde, dat de voorzitter niets gezegd had over het voorstel om 2 H.L. cokes of 1 H.L. anthraciet te verstrekken. Wil de voorzitter dit ook via het B. A.? Spr. meende de eischen te moeten handhaven en drong er met klem bij de raadsleden en het College op aan, om niets van die eischen af te stemmen. De heer van Slingerland was door het antwoord van den voorzitter niet bevre- digd. Deze had wel gezegd, dat het B. A. van het College een bianco crediet heeft, en dat het College geen aandrang op het B. A. had uitgeoefend om zuinig te zijn, doch het komt hem voor, dat dit niet ver genoeg gaat en dat aan het B. A. alsnog een aanwijzing gegeven moet worden, dat de Raad wenscht, dat er ruimer besehikt wordt over de geld- middelen ten behoeve van de uitkeei*ingen aan de werkloozen. De heeren Schats en Bonsema meenen, dat de uitkeeringen niet moeten gaan over het B. A., maar ik meen, dat wij des- tijds in figuurlijken zin gevochten hebben voor het instituut „vertrouwensmannen" bij het B. A. Wat de heeren Bonsema en Schats zeiden, was dan ook een klap in het gezicht van de vertrouwensmannen d'er organisaties. Het beteekent, dat zij hun werk niet goed doen. Ik meen dan cok te moeten vasthouden aan het instituut van de vertrouwensmannen. De oplossing van den hoofdredacteur van het N.-H. Dagblad die een hoofdeomite kanceer- de, met aan het hoofd den burgemeester, zou spr. een ideale oplossing vinden, maar op het oogenblik zijn wij nog niet zoo ver, en hij meent dan ook, dat de uitkeeringen aan de werkloozen via de vertrouwensmannen der organisaties moeten gesohteden. De werklooze behoeft niet te gaan naar het B. A. Flij behoeft zich slechts op te geven aan den vertrouwensman. Dit geldt ook voor de cokesbon. De vertrouwensman krijgt de bons voor de menschen, die hij op z'n lijstje plaatste om die aan de betrokken menschen uit te deelen. Ik gevoel dus het bezwaar voor het B. A. niet, omdat de menschen zich niet daar behoeven te vervoegen. Overigens ontken ik, dat een bona fide werkman, die door de vorstperiode werkeloos is geworden, en uitgetrokken is van zijn werkloozenkas, bestempeld mag worden met het begrip armlastig" en dat is ook niet zoo. De heer Bonsema Maar hij behoort bij het B. A. De heer Van Slingerland: Dit is cndervangen door het instituut vertrouwens mannen, waaraan ik nog altijd hooge waarde toe ken. Ik kan mij overigens niet vereenigen met de bewering van den voorzitter, dat deze vergadering overbodig was en daarom onge- motiveerd. Spr. stelde de volgende motie: „De Raad, gehoord de besprekingen over het lenigen van den nood', ontstaan door de bizondere weersomstandigheden, overwegen- de, dat B. en W. aan het B. A. reeds de vriiheid hebben gegeven, die uitgaven te doen, die zij noodig acbten tot leniging van dien nood, overwegende, dat naar 's Raads Waar waren de lucifers? Waar was het knopje van het electrisch 'ldoht? Heel voor zichtig bewoog hij zich naar het hoofdeinde van het ledikant, waar zich het knopje be vond. Het was een merkwaardige onaervi'n- ding. De planken schenen van den vloer op- gesprongen te zijnhij stootte met zijn bloo- ten voet op onzachte wijze tegen een onzicht baren hinderpaal, hij struikelde bijna door wat een gat leek te zijn in den grondhet was of hij een heelen tocht had gedaan toen hij eindelijk met uitgestrekte handen den muur voelde. Toen moest hij het knopje nog zoeken. Maar er scheen met den muur zelf ook iets gebeurd te zijner waren gaten in en in een van die gaten kn hij zijn hand steken. Toen hij het knopje eindelijk gevonden had en er op drukte, een keer en nog eens en nog eens, gebeurde er niets. „Zooals ik wel had kunnen verwachten, 't elestrisch licht is verdwenen, met de rest. Hij begreep echter, dat hij licht moest heb ben in de duisternis kon hij niets beginnen, hij durfde zich ternauwernood te bewegen dus zoeken naar lucifers. Dat was een toer! Hij was gcheel de richting kwijt; ja, hij wist, dat hij ze op een tafeltje a..n het andere eind van het bed had gezet, niet heel ver, meende' hij, van de p'aats waar hij stond. Toch duur- de het een heelen tijd voordat hij er was En het tafeltje was nog oirtgevalleii ook; hij moest fasten tusschen wat efvao op deli grond lag. „Dat hjkt het lucifeisddosje. Goddank, oordeel van het crediet een ruim gebruik dient te worden gemaakt, noodigt het B. A. uit, de gewone norm van de uitkeeringen met 40 pCt. te verhoogen, met behoud van de individueele beoordeeling en via de vertrouwensmannen, aan de werkloozen een cvenredigen toeslag te geven, een en ander gedurende deze jjeriode". Spr. interpreteerde de 40 pCt. zoo, dat het B. A. naar boven en beneden de 49 pCt kan gaan. Het moet niogelijk blijven, dat in be- paalde gevallen het B. A. meer geeft. Met de andere voorstel'en kan spr. niet mee gaan. De kindervoeding geschiedt reeds op ruime schaal en de verwarmde lokalen vindt spr. niet zoo urgent. Urgenter vindt hij de verhoogde uitkeering, belichaamd in zijn motie. De heer Bonsema De kolen en de de- kens? De heer Van Slingerland heeft we! zdoveel vertrouwen in het B. A., dat dit daar, waar dekens noodig zijn, die zal verstrekken. Dit gei'dt ook voor de cokesbons. Wij behoe ven de dingen niet anders te stellen, dan ze zijn. De heer Schats wees erop, dat de nog niet uitgetrokken werkeloozen bij het B. A. via de vertrouwensmannen nog niet terecht kunnen. Hij wees erop, dat in vele gevallen georganiseerden en niet-georganiseerden van het B. A- een gelijke uitkeering krijgen. Dit beteekent, dat de georganiseerde met het geld minder kan doen, omdat daar van hem ook de storting aan de werkloozenkas af moet. Het B. A. heeft toegezegd, met deze kwestie rekening te zullen houden, doch dit kwam nog maar sporadisch voor. Spr. constateert, dat de voorzitter gezegd heeft, dat het B. A. de koorden van de beurs maar wat losser moet maken en stelt het op prijs, dat daarnaast gezegd is, dat geen po- gingen zijn gedaan om remmend op te tre- den. Voor hem beteekent dit nog niet dat er een vingerwijzing is gegeven om dieper in den zak te tasten en wanneer heden van den Raad die vingerwijzing uitgaat, dan zal hij dit op grooten prijs stellen en hij verwacht, dat het B. A. daarmee in dit speciale geval rekening zal houden. Wij zijn te practisch aangelegd, dan dat wij zouden beweren, dat B. en W. schuld hebben aan de weersom standigheden. Dezelfde zijn echter een reden te meer om de menschen behoorlijk schade- loos te stellen. In verband met den lagen norm te Alkmaar, is 20 a 30 pCt. verhooging nog niet veel. Voor het instituut ..Vertrou- wensmannen" wenschte spr. een ander insti tuut, b.v. de Arbeidsbeurs. In het belang van de werkloozen moet men er vanniiddag geen priucipes op na houden Wij willen ook wat laten vallen. Spr. verwacht, dat de andere zijde ook niet te zeer aan het principe vasthoudt. Met waardeering voor wat ge daan is, meent spr., dat nog niet genoeg gedaan is en hij hoopt dan ook. dat de voorstellen worden aanvaard. De heer Sietsma was van meening, dat de motie van den heer Van Slingerland ver- der gaat dan hetgeen de S. D. A. P. vraagt. Volgens die motie kan het B. A. zelfs verder gaan dan 40 pCt. vc-rhooging. Spr. betreurt alleen, dat de nog trekkende georganiseerde werkloozen nog niet door het B A. geholpen kunnen worden. De motie van den heer Van Slingerland stelt echter voor, daarmede de vertrouwensmannen te belasten. De motie lacht hem dan ook zoodanig toe, dat hij daar- aan zijn stem zal geven. De' heer Schats merkte op. dat niet ver- geten mag worden, dat de S. D. A. P ook verzoekt. elke week brandstof te verstrek ken. De heer Sietsma Die zitten in de 40 pCt. verhooging. De heer Schats Maar het B. A. is er met die individueele beoordeeling nog wel eens naast. De brutalen trekken daar meestal aan het langste eind en wij wenschen te voorkomen, dat in deze periode de bonafide arbeiders slechts in het uiterste geval van het B. A. gebruik maken. De heer'D e k k e r was zelf een van de ver- trouwensmenschen. Door de verlenging van de uitkeering der werkloozenkassen vallen de nog niet uitgetrokken werkeloozen er buiten. De vertrouwensmannen kunnen voor hen bij het B. A. niets doen en spr. meent, dat ook zij in aanmerking komen. De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d Dat staat ook in mijn motie. De heer D e k k e r Dan is er nog het ver schil, dat het B. A. de gevallen individueel bekijkt. De heer Wo 1 d e n d o r p Daar kunnen de vertrouwensmannen voor zorgen. De heer D e k k e r was het met den heer Schats eens, dat de brutaalsten het meest krijgen. Spr. had niet de bedoeling gehad, B. en W. te verwijten. dat de werkverschaf fing was stoo gezet. Zijn verwijt was alleen, dat ze met het beantwoorden van het schrij- ven der S. D. A. P.-fractie zoo lang gewacht hebben tot er een sneeuwval kwam en zich daarop konden beroepen. het is zoo. En het doosje is bijna vol wat een zegen! Ik had nooit gedacht dat een lucifer zooveel waard zou wezen!" Hij streek er een af. Het eerste voorwerp, waar de flikkerende vlam op viel, was de kaars in een kandelaar. Hij raapte die op. De kaars was gebrokentoch was zij meer waard dan verscheidene lucifers. Hij stak hem aan, hield hem rechtop in zijn hand en kon het tooneel overzien. „Het is een geluk, dat ik licht heb", zei hij tot zich zelf. „Als ik had rondgescharrekl zonder licht, zou het spoedig met mij gedaan geweest zijn. Wat is er met de kamer ge beurd?" Dat mocht hij zich wel aivragen; het grootste gedeelte van de kamer was 'verdwe nen, zeker veel meer dan de helft. Alles wat er was overgebl even was een smal stuk, net groot genoeg voor zijn bed; op kleinen af- stand van zijn bed eindigde de grond. Hij keek naar beneden, met zijn hand voor de kaars, uit vrees dat hij uitwoei. Het was een chaos. Bij het onzekere, flikkerende licht kon hij niet precies alles onderscheiden, maar het leek wel of hij op den bodem van een af- grond keek. Toen keerde hij zich om, naar zijn bed en naar de omvergeworpen tafel. Alles wat er had opgelegen, lag door elkaar; een merkwaardige verzameling. Goud, zilver, banknoten, juweeleniets dat er uitzag als een diamanten collier glinSterde hem tege- moet. t)e kast, waar het was uitgevallen, lag omvex-. het collier hinp- over den rand; van De V o o r z i t t e r: Drie dagen. De heer Dekker: Met het sneeuwop- ruimen is maar 38 cent betaald. Weth. R i n g e r s: Voor enkelen. Er u ook 46 cent betaald. De heer Dekker: Dc ljsclub betaalde 50 cent en heeft nu alle baanvegers ontsla- gen en ze weer voor 38 cent aangenomen. Spr. weet niet, of dit op aandrang van B. en W. is geschied, maar wel weet hij, dat daar door aan de werkeloozen een groot bedrag is ontnomen. De Voorzitter zeide, dat de betaling van het loon op de ijsbaan buiten de loonen voor het sneeuwopruimcn staat. Bij het snceuwopruimen geldt een wisselende loon schaal van 38 tot 46 cent, n.l. dc werkver- schaffingsloonen, zooals die in Alkmaar in contact zijn. De IJsdub stelt baanvegers aan voor 50 cent per uur, omdat in de subsidic voorwaarde van dc gemeente staat, dat ze daarvoor het standaardloon moet betalen De subsidie geldt echter ten hoogste voor 14 dagen. De ljsclub had dus geen geld meer, en moest de baanvegers ontslaan. B. en W. htbben toen gezegd: Laten wij nu de baan vegers in werkverschaffing aanstellen eil zoodoende is vandaag weer een ploeg te werk gestelcl, die het werkverschaffingsloon krijgt. Spr. gelooft, dat dit onaantastbaar is. De Raad heeft dit zelf vastgesteld. Met de wethouders heeft spr. zich beraden over de houding van het College tegenover. de motie van de heeren Van Slingerland, Woldendorp en Keesom. De heer Bonsema: Dit is ons welbe- kend. De V o o r z i f t e r: Het College is be- reid, die motie over te nemen en daarmede vervalt de aanleiding om apart brandstof en dekens te verstrekken. Voor zoover het B. A. het noodig oordeelt, dit te doen, zal het dil doen. Aanleiding om verwarmde lokalen in te richten, oordeelt spr. momenteel niet aanwe- zig. Wanneer het ergu- wordt, dhn weet hij niet, wat er nog gedaan zal worden. Juist overdag, nu de zon zoo heerlijk schijnt, is er echter geen aanleiding voor. Het College deelt de meening, dat de uit- getrokkene niet is een armlastige Vandaar, dan ook de maatregel, die getroffen is met de vertrouwensmannen Juist daardoor wordt het karakter armlastig van die menschen afgenomen. Tegenover de voorstellen van de S. D. A P. staat het College dan ook niet anders dan reeds in het schrijven stond. Spreker oordeelt, dat hetgeen de heer Van Slinger land in zijn motie vraagt, niet veel anders is dan hij in eerste instantie gezegd heeft. Hij zeide reeds, dat het College zich niet te gen een aandrang van den Raad om een hoo- gere uitkeering ty verstrekken, zal verzetten Hij ziet dan ook geen enkel bezwaar tegen de motie. De heer Bonsema constateert, dat de vergadering wel noodig is geweest, aange- zien door het College, een voorstel, in deze vergadering gedaan, wordt overgenomen Het B. A kon meer geven, inaar oordeelde, dat de behoefte daaraan niet bestaat. Wat be- reikt men nu met die 40 verhooging? Protesten! De heer Bonsema: Zwarr op wit haa het B. A. een vrijbrief van het College om te verhoogen en ze verhoogde niets. De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n dZe ver hoogde wel. De heer Bonsema: Dc van de w erk loozenkassen trekkenden hebben niets gekre- gen. De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d: Dat is nu met de motie afgeloopen. De heer Bonsema: Wat geeft het, om tot het B. A. te zeggen: „Gij kunt 40 ver hoogen, zoodra daaraan behoefte is"? Mr. S 1 u i s: Dat staat niet in de motie. De heer Bonsema: Practisch is het t zelfde. De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d: Ik kan mij indenken, dat iemand, die J 10 krijgt, maar nog andere gezinsinkomsten heeft, niet in aanmerking komt voor 40 verhooging; maav aan den anderen kant kan ik me ook indenken, dat het B. A. aan bepaalde gezin nen een hoogere verhooging dan 40 geeft. De heer Bonsema: Schrap dande individueele beoordeeling door het B. A. Mr. S 1 u i s: Dat moet er niet uit. De heer Bo'nsema: Maar volgens he* B. A. bestaat er geen behoefte aan verhoo ging. Zal nu na de uitspraak van den Raad het'B. A. uitmaken, dat er wel behoefte is aan verhooging? De heer W o 1 d e n d o r py Via de ver trouwensmannen. Mr. S 1 u i s: Het beteekent, dat de veriioo ging 40 maar ook desnoods 60 kan zijn. De heer Bonsema: Maar het B. A. kan het raadsbesluit aan zijn laars lappen De heer Woldendorp: Kom nou. het gat en het scheelde niet veel of alles was in de diepte terechtgekomen. Hij raapte al die kostbaarheden op, zette het tafelitje overeind en lgde daar alles op. Zeker al een heel zon- derlinge verzameling, dacht hij. „Zijn schattenja, ze zien er tenminste uit als schatten. Ze zijn heel wat waard, maar wat had hij er op't oogenblik aan. Tien of vijftien duizend pond sterling, zei hij dat niet? En wat ben ik waard? Niets, niets ter wereld!" Hij verhief zijn stem en riep ./Tal bot!" Geen antwoord. Nog wat harder: „Tal- bot! Talbot! loop naar den duivel! Talbot, waarom antwoordt je dan niet?" Binnen het bereik van zijn hand was cen deur, die naar een andere kamer leidde. Hij bonsde er met zijn hand tegen aan en riep weer: „Talbot! Talbot! Waarom ter wereld antwoord je dan toch niet?" Hij greep naar de kruk van de deur en tradhtte die open te doen. Maar de kruk ko« niet draaiener was iets met die deur ge beurd, evenals met de rest van de kamer. Hij rukte en bonsde tegen de paneelen met zenuw- achtig geweld; het was of hij vast besloten was dat ieinand hem hooren zou, het mocht dan kosten wat het wil-de. Maar steeds dood- sche stilte, slechts afgebroken door het bon- zen tegen de deur. Hij hield er mee op en scheen te overwegen wat hem nu weer te doen stond. Hij keek om zich heen. (Woidtyen'oigttJ! 1) S i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5