Iltiiuuli CiuranL
De Plaatsvervanger
Gemeenteraad van Alkmaar,
Radio-hoekje
Mil 11,LUTON.
trudaf 22 Februari.
No. 45 1929
hindtrd een en dertigste Jaargang.
Zaterdag 23 Februari.
HUversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen-
wijding. 10.30—10.45 Gramofoonmuziek.
10.4511.45 Jaarbeursconcert door het
Kling Trio. 11.4512.Grarnof oonmuziek
12.15—2.Concert door het A. V. R. O.-
Trio. 2.4.— Aansluiting van het Theater
Tuschinski. Filmmuziek ondcr Ieiding van
Max Tak. 4.5.Ialiaansche lessen. 5.
6.6.45 Concert door het Omroep-orkest.
6.457.45 Deutsche lessen.
8.V. A. R. A. Concert, aangeb. door de
Ned. Ver. v. Fabrieksarb. Gem. Zangver.
„Kunst en strijd". J. Bacilek, sopraan E.
Bomli, viool. L. Contran, piano. Ru Mulder,
voordracht. O.m. een schets: Voorheen en
thans. 10.30 Nieuwsberichten. 11.— De Vo-
tendammers (Accordeon-ensemble), afgew.
met gramofoonmuziek. 11.30 Sluiten.
Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.)
(Uitsiluitend K. R. O.) 12.301.30 Concert
door het K. R. O.-Trio. 3.-4.— Kinder-
uurtje. 5.30—6.30 Gramofoonmuziek. 6.30
6.50 Spr.: E. van Duin: Doel en streven v
d. Ned. R. K. Politiebond „St. Michael. 6.50
7.Kath. berichten. 7.7.30 Engelsehe
les. 7.30—8.— Kniples. 8.— Concert in Den
IHaag. R.K. Mannenzangver. „St. Caecilia",
onder Ieiding van A. Bielen. Trio Miledi. M
Galjema Verheui'i," viool. L. Kruithof van
Diggelen, sopraan. D. Appeldoorn, piano.
Meisjeskoor „Marie v. d. Vijver". Mevr. Rut-
ten van Hoesel, sopraan. Mej. Riitreiber,
piano. J. v. d. Broek, bariton.
Davenlry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst.
11.05 Lezing. 1.20—2.20 Carlton Hotel
Octet. 3.50 Instrument, soli voor viool en
piano. 4.20 Dansmuziek. 5 35 Kinderuurtje.
6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 7.—
Muziek. 7.05 Handel's vioolsonaten. 7.20
Omroeppraatje. 7.35 Lezing. 7.50 Populair
symphonieconcert. A. Brosa, viool. Sympho-
nie-orkest. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Le
zing: The Ugliness Exhibition. 9.50 Nieuws
berichten. 9.55 Variete en dansmuziek. 10 55
12.20 Dansmuziek.
Parijs ,Jt_adio-Pdris"1750 M. 12.50
2.10 Dansmuziek. „Les Ixes"-band. 4.05
5.05 Orkestconcert. Werken van Dunkerque
en Hazebrouck. 7.057 50 Gramofoonmu
ziek. 8.35 Symphonieconcert onder Ieiding v.
Hr. Koderic. Mme. Dargy en Hr. Soria,
zang.
Langenberg, 462 Af. 9.35 en 11.30 Gra
mofoonmuziek. 12.251.50 Orkestcon ert
5 055.50 Gramofoonmuziek. 6.207.20
Concert. Zangkoor v. d. Wkshoogeschool.
7 20 Vrolijke avond. Daarna tot 12.20 Dans
muziek.
Zeesen, 1649 Af. 11.20—3.50 Lezingen.
3.504.50 Orkestconcert. 4.507.05 Lezin
gen. 7.20 Orkestconcert. 8.20 Dialoge der
Weltliteratur, met medewerking van Maurits
v d. Berg, viool. Bruno SeidLrWinkler,
piano. Daarna tot 11.50 Dansmuziek.
Hamburg, 391-6 Af. 19.2011.20 Grama-
phoonp'aten. 3.50 Kamermuziek. 4.50 Con
cert. 7.20 Halloh! Die grosse Revue. Berlin
wie es weint und lacht. 10.10 Dansmuziek.
Brussel, 511.9 Af. 5.20 Orkestconrert 7.05
Piano-recital. 7.20 Gramaphoonplaten. 8.20
Concert uit het Ken. Conservatorium. Luik.
Soseph Jongen, orgel. Charles Herman,
viool.
Vervolg.
Na een half uur schorsing, heropende de
voorzitter de vergadering.
De heer B o n s e m a oordeelde, dat de
voorzitter in zijn betoog wel wat had gevoch
ten tegen windmolens. Geen hunner had ge-
mis aan waardeering getoond voor hetgeen
het particulier initiatief had gedaan. Ook wij
hebben daarvoor waardeering, ofschoon wij
de wijze waarop, niet zoo sympathiek vinden
en van oordeel zijn, dat de overheid hier een
taak heeft te vervullen. Misschien deed de
voorzitter zijn waardeering voor het particu
lier initiatief zoo scherp uitkomen, om te be-
mantelen, wat wij hebben gevraagd. Hij ging
niet in op hetgeen wij gezegd hebben over de
taak, die de overheid in dezen heeft te vervul
len. Wij waardeeren het ook, dat de R. K
Volksbond 300 pond vet beschikbaar heeft ge
steld, maar dit is geen feit om zoo hoog van
den toren te schreeuwen, als de hoofdredac-
teur van het N. Holl. Dagblad deed.
De heer Van Slingerland: Dat
heeft hij niet gedaan.
Mr. S 1 u i s: Daar hebben we hier niet
over te debatteeren.
Door RICHARD MARSH.
Vrij naar het Ertgelsch door C. Af. G. de W.
HOOFDSTUK I.
De Aardbeving.
Hij was volkomen wakker. Het was of er
iets heel vreemds in de wereld gebeurd moest
zijn: het bed, de kamer, het huis, de aarde
leek te schudden ja schudden inderdaad.
Te trillen? Terwijll hij zich daarover lag te
verbazen schudde zijn bed; het voeteneinde
ging omhoog, bleef omhoog staan, het was
of hij op zijn hoofd stond. En het geraas*
Het kraakte en loeide alsof het heele huis in
stukken gescheurd werd. Het was zoo zonder-
iling, dat hij, pas wakker geworden, zich af-
vroeg of hij sorns nachtmerrie had. Daar
weer een gekraak, dat was duidelijk en echt:
het voeteinde van het bed, dat in de hoogte
gestaan had, kwam met een plof naar bene
den zulk een harde plof, dat hij zich op zij
moest vasthouden om er niet uit te va ten.
Toen, na dat lawaai, volkomen stilte, die na
dat ontzettende leven te meer opvallend was.
Een paar minuten bleef hij stil liggen, maar
toen hij begreep, dat er iets heel vreemds ge
beurd was, stapte hij'uit bed, deed; een stap
De heer B o n s e m a. Hij deed het wel.
Het was echter een klein steentje, dat werd
bijgedragen, maar de nood is daardoor nog
niet gelenigd. Spr. hoopt, dat de heer Slin
gerland, die gezegd heeft, dat de uitkeeringen
nog lang niet hoog genoeg zijn, die meening
nog zal huldigen en zijn stem zal geven voor
hetgeen spr. fractie vraagt. Honger is een
scherp zwaard en spr. kon zich levendig voor-
stellen, dat een botte afwijzing minder goed
ontvangen zal worden door de menschen, die
het aangaat. Dit is geen aandrang tot provo
cate, doch het gdringe, dat wij van de ge-
meente eischen, mag niet worden afgewezen,
omdat wij principieel verschillen. Wij hebben
liever een anderen vorm dan hetgeen momen-
teel door de particulieren en de overheid
wordt gedaan, maar indien dit de eenige
kwestie zou wezen, dan zouden wij, vasthou-
dend aan ons principe, er toch genoegen mee
nemen, als de arbeiders maar een 5 in hun
zak meer kregen. Wij willen niets tegenhou-
den, dodh zijn van oordeel, dat de bonafide
arbeiders niet behooren bij het B. A. Dit is
ook de meening van den hoofdredacteur van
het R. K. arbeidersblad „De Morgen". Men
moet zich kunnen verplaatsen in den toestand
van een werkeloos arbeider, die langen tijJ
van de werkeloozenkas heeft getrokken en dan
overgaat naar het B. A. Voor zoo'n man
zoo'n gang maakt, heeft hij reeds eenige
weken bittere armoede geleden. Het is het
uiterste, waartoe een arbeider, die werken kan
en werken wil, doch geen week kan bekomen,
overgaat. Wij oordeelen, dat aan zulks
arbeiders deze vernederende gang moet wor
den bespaard en dat zij geholpen moeten wor
cien door het gemeentebestuur.
Ten aanzien van het door den heer Sietsma
geopperde bc-zwaar tegen de verwarmde loka-
len merkt spr. op, dat die lokalen niet be-
doekl zijn voor elken dag, maar voor de zeer
koud> dagtn, die we hier ook gekend hebben
In zulke dagen zal het vcor de menschen,
die langs de straat moeten gaan, hoogst aan
genaam zijn, de gymnastieklokalen open en
verwarmd te vinden. Het offer, dat de ge-
meente daarvoor moet brengen, is toch waar
djk niet groot. Namens zijn fractie, wil spr
verklaren, dat het gewenscht is, om niet al-
tijd met voorstellen te komen, als de heer Go-
vers deed. Spr. houdt meer van menschen,
als de onbekende, die een hotellier in staat
stelde, om zonder het noemen van zijn naam
den nood te leeningen. Wanneer de gemeente
den nood leenigt, dan is dit ook meer een be-
lasting naar draagkracht. Men dwingt dan
ook hen, die niets doen en toch wel wat kun
nen missen, naar draagkracht bij te dragen
De legende, dat wij het maar van de overheid
willen halen, is een dwaasheid. Wij zijn ook
een deel van de gemeenschap en betalen ook
belasting. Wie zelfs vrij is gesteld van de in-
kostenbelasting, betaalt nog belasting in
den vorm van een verhoogden gas- of electri-
citeitsprijs.
De deelneming, die de voorzitter betoonde
met de noodlijdenden, zal nog meer worden
gewaardeerd, wanneer die wordt omgezet in
de daad, dat het gemeentebestuur besluit, de
dingen, die wij vragen, toe te staan. Wij ont-
kennen niet, dat aan kindtrvoeding een bian
co crediet is verleend. Wij willen, dat daar-
aan in de plaatselijke pers bekendheid wordt
gegeven.
Zij, die het noodig hebben. moeten weten,
dat zij hun kinderen naar Kindervoeding
kunnen sturen. Dat in school II de kinder
voeding in de school verstrekt wordt, waar
deeren wij; wij zouden het op prijs stellen.
wanneer daarvoor nog meer lokalen werden
aangewezen.
Over de werkverschaffing heeft niemand
onzer wat gezegd. Wij kunnen het college
niet verwijten, dat de werkverschaffing stop
moest worden gezet. Ik gevoel de neiging om
onze vijf wenschen met een zesde aan te vul-
len, n.l. dat de Raad zich uitspreekt voor de
komst van een flinken sneeuwbui, opdat de
werkverschaffing weer ter hand kan worden
genomen.
Gelach
De voo rzi tt er: Daar zijn wij dllemaal
voor.
De heer Bonsema: Wat het principieele
verschil betreft, B. en W. willen alles overla-
ten aan het B. A., waartegen zij gezegd heb
ben, niet ongenegen te zijn, meer ge'd toe te
staan, maar is dit niet een zich verschuilen
achter het B. A.? Aan het B. A. wordt over-
gelaten, te bepa'en, of een gezin werkelijk
armlastig is. Wanneer de adviseur zegt:
„Het is niet noodig", dan is het niet noodig.
Wij meenen, dat dit geen goed standpunt is.
We behoeven xoch niet te betoogen, dat men
schen met 10 tot 13 armoe lijden? Laat
men mij eens aantoonen dat daarvan is te le
ven. Wanneer men gevoelt, dat dit niet moge-
liik is, dan moet de gemeenschap ingrijpen.
Wij zijn in onze eischen zeer matig geweest.
Niemand kan zeggen, dat er, wanneer de
uitkeeringen met 15 pCt. worden verhoogd,
weelde komt in de gezinnen. Het is s'echts
een aanmoediging aan particulieren om de
vooruit en stond joist bijtijds op zijn voe-
ten. Ofschoon hij een flinken man was en
geen verstand had van hetgeen zwakke men
schen zenuwen noemen, stond hij te trillen als
een espenblad. In de diepe duisternis strekte
hij zijn voet uit, heel voorzichtig en onder-
zoekend.
„Lieve hemel! waar was de grond geble-
ven?"
Het was of die verdwenen was; de stevige
grond was weg; het leek wel of hij aan den
rand van een aigrond stond; als hij nog een
klein stapje deed zou hij naar beneden stor-
ten. Terwijl hij nog aarzelde, doodelijk ver-
schrikt, scheen het einde van aOle dingen te
naderen. De kamer schudde zoo hevig, dat
hij, die er niet op verdaoht was, bijna niet kon
blijven staan, en het scheelde niet veel of hij
was in den onzich tbaren a "gron d gestort. En
krik, krak, daar begun het weer, zulk een
vreeselijk lawaai, het was of hij gebouwen
hoorde instorten, of hij menschenstemmen
hoorde, vreemde, geheimzinnige geluiden,
die de duistere wereld met schrik vervulden.
„Zoo waar ah ik leef, het is een aardbe
ving; en zoo iets van een aardbeving!"
Zonder eenigen twijfdl, dat was zoo. Hij
had veel van aarcbevingen gehoord en gele-
zen; hij wist dat Messina meer dan eens het
tooneel was geweest van aardbevingen. Dus
dit was er duideliik weer een, een waarin hij
onverwachts eert ro' moest spelen. Dit hotel,
waarifi hij zich bevond, zoti weldra rfiet den
grond gelijk gemaakt worden.
uitkeeringen te verhoogen. Met klem dringt
spr. erop aan, een dusdanigen maatregel niet
hot af te wijzen. Alleen, die voor hun ar
moede durven uitkomen, wocclen door het
B. A. geholpen. Wii meenen, dat op het
ooggenblik alle trekkenden van de werkloo-
zenkassen en 'van het B. A. bedragen ontvan
gen, waarvan niet vai't te leven. Wij moeten
dan cok een bedrag voteeren om die menschen
te helpen. Spr. doet een beroep op de arbei-
dersvertegenwoordigers in den Raad, want
zoowel een geloovig als een atheistisch ar
beider kan met 10 voor zijn gezin al weinig
uitrichten.
Spr. waardeerde het, dat in den Raad het
geluid niet was gehoord, dat wij vragen om
maar te vragen. Dit is niet het geval. Met het
bijeenroepen van de vergadering werden wij
alleen gedreven door den drang van den
nood in deze stad te leenigen en wij wil'en
dan ook gaarne verschoond blijven van den
laster, die over ens wordt uitgestrooid. De
bona fide arbeiders, die nog trekken van hun
werkloozenkas, kwaraen tot nog toe bij het
B. A. heelemaal niet in aanmerking. In ons
voorstel zijn zij er ook onder begrepen. Dan
wordt ook hun ubkeering met een zeker per
centage verhoogd. Als men mij vraagt of dit
pmcies zuiver is, dan zeg ik: „neen", maar
een elk ontvangt dan toch een percentage bo-
ven hetgeen hij nu ontvangt en dat is winst.
15 pCt. is een klein bedrag. maar naast
schoo'voeding en de beschikbaarstelling van
anthraciet en dekens, die wij niet via het Rijk,
maar van de gemeente willen verstrekken,
wordt er met e'kaar dan toch wat gedaan
voor de gezinnen, waar de nood heerscht en
spr. is overtuigd, dat het sterk zal worden
gewaardeerd dorr de slachtoffers van de
vorstperiode. Het resultaat van de comite-.
vergadering van B. en W. met als gevolg, dat
B. en W. zich niet tegen ren aandrang van
den Raad, om het B. A. te verzoeken. de uit
keeringen te verhoogen, zullen verzetten,
noemde spr. matig. Spr. zou gaarne zien, dat
het College nog eens de vergadering schorste,
om te overwegen, nog iets meer te doen.
Spr. ccnstateerde, dat de voorzitter niets
gezegd had over het voorstel om 2 H.L. cokes
of 1 H.L. anthraciet te verstrekken. Wil de
voorzitter dit ook via het B. A.? Spr. meende
de eischen te moeten handhaven en drong er
met klem bij de raadsleden en het College op
aan, om niets van die eischen af te stemmen.
De heer van Slingerland was door
het antwoord van den voorzitter niet bevre-
digd. Deze had wel gezegd, dat het B. A.
van het College een bianco crediet heeft, en
dat het College geen aandrang op het B. A.
had uitgeoefend om zuinig te zijn, doch het
komt hem voor, dat dit niet ver genoeg gaat
en dat aan het B. A. alsnog een aanwijzing
gegeven moet worden, dat de Raad wenscht,
dat er ruimer besehikt wordt over de geld-
middelen ten behoeve van de uitkeei*ingen aan
de werkloozen. De heeren Schats en Bonsema
meenen, dat de uitkeeringen niet moeten gaan
over het B. A., maar ik meen, dat wij des-
tijds in figuurlijken zin gevochten hebben
voor het instituut „vertrouwensmannen" bij
het B. A. Wat de heeren Bonsema en Schats
zeiden, was dan ook een klap in het gezicht
van de vertrouwensmannen d'er organisaties.
Het beteekent, dat zij hun werk niet goed
doen. Ik meen dan cok te moeten vasthouden
aan het instituut van de vertrouwensmannen.
De oplossing van den hoofdredacteur van het
N.-H. Dagblad die een hoofdeomite kanceer-
de, met aan het hoofd den burgemeester, zou
spr. een ideale oplossing vinden, maar op het
oogenblik zijn wij nog niet zoo ver, en hij
meent dan ook, dat de uitkeeringen aan de
werkloozen via de vertrouwensmannen der
organisaties moeten gesohteden.
De werklooze behoeft niet te gaan naar het
B. A. Flij behoeft zich slechts op te geven
aan den vertrouwensman. Dit geldt ook voor
de cokesbon. De vertrouwensman krijgt de
bons voor de menschen, die hij op z'n lijstje
plaatste om die aan de betrokken menschen
uit te deelen. Ik gevoel dus het bezwaar voor
het B. A. niet, omdat de menschen zich niet
daar behoeven te vervoegen.
Overigens ontken ik, dat een bona fide
werkman, die door de vorstperiode werkeloos
is geworden, en uitgetrokken is van zijn
werkloozenkas, bestempeld mag worden met
het begrip armlastig" en dat is ook niet zoo.
De heer Bonsema Maar hij behoort
bij het B. A.
De heer Van Slingerland: Dit is
cndervangen door het instituut vertrouwens
mannen, waaraan ik nog altijd hooge waarde
toe ken. Ik kan mij overigens niet vereenigen
met de bewering van den voorzitter, dat deze
vergadering overbodig was en daarom onge-
motiveerd. Spr. stelde de volgende motie:
„De Raad, gehoord de besprekingen over
het lenigen van den nood', ontstaan door de
bizondere weersomstandigheden, overwegen-
de, dat B. en W. aan het B. A. reeds de
vriiheid hebben gegeven, die uitgaven te
doen, die zij noodig acbten tot leniging van
dien nood, overwegende, dat naar 's Raads
Waar waren de lucifers? Waar was het
knopje van het electrisch 'ldoht? Heel voor
zichtig bewoog hij zich naar het hoofdeinde
van het ledikant, waar zich het knopje be
vond. Het was een merkwaardige onaervi'n-
ding. De planken schenen van den vloer op-
gesprongen te zijnhij stootte met zijn bloo-
ten voet op onzachte wijze tegen een onzicht
baren hinderpaal, hij struikelde bijna door
wat een gat leek te zijn in den grondhet was
of hij een heelen tocht had gedaan toen hij
eindelijk met uitgestrekte handen den muur
voelde. Toen moest hij het knopje nog zoeken.
Maar er scheen met den muur zelf ook iets
gebeurd te zijner waren gaten in en in een
van die gaten kn hij zijn hand steken. Toen
hij het knopje eindelijk gevonden had en er
op drukte, een keer en nog eens en nog eens,
gebeurde er niets.
„Zooals ik wel had kunnen verwachten, 't
elestrisch licht is verdwenen, met de rest.
Hij begreep echter, dat hij licht moest heb
ben in de duisternis kon hij niets beginnen,
hij durfde zich ternauwernood te bewegen
dus zoeken naar lucifers. Dat was een toer!
Hij was gcheel de richting kwijt; ja, hij wist,
dat hij ze op een tafeltje a..n het andere eind
van het bed had gezet, niet heel ver, meende'
hij, van de p'aats waar hij stond. Toch duur-
de het een heelen tijd voordat hij er was En
het tafeltje was nog oirtgevalleii ook; hij
moest fasten tusschen wat efvao op deli
grond lag.
„Dat hjkt het lucifeisddosje. Goddank,
oordeel van het crediet een ruim gebruik dient
te worden gemaakt, noodigt het B. A. uit, de
gewone norm van de uitkeeringen met 40 pCt.
te verhoogen, met behoud van de individueele
beoordeeling en via de vertrouwensmannen,
aan de werkloozen een cvenredigen toeslag te
geven, een en ander gedurende deze jjeriode".
Spr. interpreteerde de 40 pCt. zoo, dat het
B. A. naar boven en beneden de 49 pCt kan
gaan. Het moet niogelijk blijven, dat in be-
paalde gevallen het B. A. meer geeft.
Met de andere voorstel'en kan spr. niet
mee gaan. De kindervoeding geschiedt reeds
op ruime schaal en de verwarmde lokalen
vindt spr. niet zoo urgent. Urgenter vindt hij
de verhoogde uitkeering, belichaamd in zijn
motie.
De heer Bonsema De kolen en de de-
kens?
De heer Van Slingerland heeft we!
zdoveel vertrouwen in het B. A., dat dit daar,
waar dekens noodig zijn, die zal verstrekken.
Dit gei'dt ook voor de cokesbons. Wij behoe
ven de dingen niet anders te stellen, dan ze
zijn.
De heer Schats wees erop, dat de nog
niet uitgetrokken werkeloozen bij het B. A.
via de vertrouwensmannen nog niet terecht
kunnen. Hij wees erop, dat in vele gevallen
georganiseerden en niet-georganiseerden van
het B. A- een gelijke uitkeering krijgen.
Dit beteekent, dat de georganiseerde met
het geld minder kan doen, omdat daar van
hem ook de storting aan de werkloozenkas
af moet. Het B. A. heeft toegezegd, met deze
kwestie rekening te zullen houden, doch dit
kwam nog maar sporadisch voor.
Spr. constateert, dat de voorzitter gezegd
heeft, dat het B. A. de koorden van de beurs
maar wat losser moet maken en stelt het op
prijs, dat daarnaast gezegd is, dat geen po-
gingen zijn gedaan om remmend op te tre-
den. Voor hem beteekent dit nog niet dat er
een vingerwijzing is gegeven om dieper in
den zak te tasten en wanneer heden van den
Raad die vingerwijzing uitgaat, dan zal hij
dit op grooten prijs stellen en hij verwacht,
dat het B. A. daarmee in dit speciale geval
rekening zal houden. Wij zijn te practisch
aangelegd, dan dat wij zouden beweren, dat
B. en W. schuld hebben aan de weersom
standigheden. Dezelfde zijn echter een reden
te meer om de menschen behoorlijk schade-
loos te stellen. In verband met den lagen
norm te Alkmaar, is 20 a 30 pCt. verhooging
nog niet veel. Voor het instituut ..Vertrou-
wensmannen" wenschte spr. een ander insti
tuut, b.v. de Arbeidsbeurs. In het belang
van de werkloozen moet men er vanniiddag
geen priucipes op na houden Wij willen
ook wat laten vallen. Spr. verwacht, dat de
andere zijde ook niet te zeer aan het principe
vasthoudt. Met waardeering voor wat ge
daan is, meent spr., dat nog niet genoeg
gedaan is en hij hoopt dan ook. dat de
voorstellen worden aanvaard.
De heer Sietsma was van meening, dat
de motie van den heer Van Slingerland ver-
der gaat dan hetgeen de S. D. A. P. vraagt.
Volgens die motie kan het B. A. zelfs verder
gaan dan 40 pCt. vc-rhooging. Spr. betreurt
alleen, dat de nog trekkende georganiseerde
werkloozen nog niet door het B A. geholpen
kunnen worden. De motie van den heer Van
Slingerland stelt echter voor, daarmede de
vertrouwensmannen te belasten. De motie
lacht hem dan ook zoodanig toe, dat hij daar-
aan zijn stem zal geven.
De' heer Schats merkte op. dat niet ver-
geten mag worden, dat de S. D. A. P ook
verzoekt. elke week brandstof te verstrek
ken.
De heer Sietsma Die zitten in de 40
pCt. verhooging.
De heer Schats Maar het B. A. is er
met die individueele beoordeeling nog wel
eens naast. De brutalen trekken daar meestal
aan het langste eind en wij wenschen te
voorkomen, dat in deze periode de bonafide
arbeiders slechts in het uiterste geval van het
B. A. gebruik maken.
De heer'D e k k e r was zelf een van de ver-
trouwensmenschen. Door de verlenging van
de uitkeering der werkloozenkassen vallen
de nog niet uitgetrokken werkeloozen er
buiten. De vertrouwensmannen kunnen voor
hen bij het B. A. niets doen en spr. meent,
dat ook zij in aanmerking komen.
De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d Dat staat
ook in mijn motie.
De heer D e k k e r Dan is er nog het ver
schil, dat het B. A. de gevallen individueel
bekijkt.
De heer Wo 1 d e n d o r p Daar kunnen
de vertrouwensmannen voor zorgen.
De heer D e k k e r was het met den heer
Schats eens, dat de brutaalsten het meest
krijgen. Spr. had niet de bedoeling gehad,
B. en W. te verwijten. dat de werkverschaf
fing was stoo gezet. Zijn verwijt was alleen,
dat ze met het beantwoorden van het schrij-
ven der S. D. A. P.-fractie zoo lang gewacht
hebben tot er een sneeuwval kwam en zich
daarop konden beroepen.
het is zoo. En het doosje is bijna vol wat
een zegen! Ik had nooit gedacht dat een
lucifer zooveel waard zou wezen!"
Hij streek er een af. Het eerste voorwerp,
waar de flikkerende vlam op viel, was de
kaars in een kandelaar. Hij raapte die op. De
kaars was gebrokentoch was zij meer waard
dan verscheidene lucifers. Hij stak hem aan,
hield hem rechtop in zijn hand en kon het
tooneel overzien.
„Het is een geluk, dat ik licht heb", zei hij
tot zich zelf. „Als ik had rondgescharrekl
zonder licht, zou het spoedig met mij gedaan
geweest zijn. Wat is er met de kamer ge
beurd?"
Dat mocht hij zich wel aivragen; het
grootste gedeelte van de kamer was 'verdwe
nen, zeker veel meer dan de helft. Alles wat
er was overgebl even was een smal stuk, net
groot genoeg voor zijn bed; op kleinen af-
stand van zijn bed eindigde de grond. Hij
keek naar beneden, met zijn hand voor de
kaars, uit vrees dat hij uitwoei. Het was een
chaos. Bij het onzekere, flikkerende licht kon
hij niet precies alles onderscheiden, maar het
leek wel of hij op den bodem van een af-
grond keek. Toen keerde hij zich om, naar
zijn bed en naar de omvergeworpen tafel.
Alles wat er had opgelegen, lag door elkaar;
een merkwaardige verzameling. Goud, zilver,
banknoten, juweeleniets dat er uitzag als
een diamanten collier glinSterde hem tege-
moet. t)e kast, waar het was uitgevallen, lag
omvex-. het collier hinp- over den rand; van
De V o o r z i t t e r: Drie dagen.
De heer Dekker: Met het sneeuwop-
ruimen is maar 38 cent betaald.
Weth. R i n g e r s: Voor enkelen. Er u
ook 46 cent betaald.
De heer Dekker: Dc ljsclub betaalde
50 cent en heeft nu alle baanvegers ontsla-
gen en ze weer voor 38 cent aangenomen.
Spr. weet niet, of dit op aandrang van B. en
W. is geschied, maar wel weet hij, dat daar
door aan de werkeloozen een groot bedrag is
ontnomen.
De Voorzitter zeide, dat de betaling
van het loon op de ijsbaan buiten de loonen
voor het sneeuwopruimcn staat. Bij het
snceuwopruimen geldt een wisselende loon
schaal van 38 tot 46 cent, n.l. dc werkver-
schaffingsloonen, zooals die in Alkmaar in
contact zijn. De IJsdub stelt baanvegers aan
voor 50 cent per uur, omdat in de subsidic
voorwaarde van dc gemeente staat, dat ze
daarvoor het standaardloon moet betalen
De subsidie geldt echter ten hoogste voor 14
dagen. De ljsclub had dus geen geld meer,
en moest de baanvegers ontslaan. B. en W.
htbben toen gezegd: Laten wij nu de baan
vegers in werkverschaffing aanstellen eil
zoodoende is vandaag weer een ploeg te
werk gestelcl, die het werkverschaffingsloon
krijgt. Spr. gelooft, dat dit onaantastbaar
is. De Raad heeft dit zelf vastgesteld.
Met de wethouders heeft spr. zich beraden
over de houding van het College tegenover.
de motie van de heeren Van Slingerland,
Woldendorp en Keesom.
De heer Bonsema: Dit is ons welbe-
kend.
De V o o r z i f t e r: Het College is be-
reid, die motie over te nemen en daarmede
vervalt de aanleiding om apart brandstof en
dekens te verstrekken. Voor zoover het B. A.
het noodig oordeelt, dit te doen, zal het dil
doen.
Aanleiding om verwarmde lokalen in te
richten, oordeelt spr. momenteel niet aanwe-
zig. Wanneer het ergu- wordt, dhn weet hij
niet, wat er nog gedaan zal worden. Juist
overdag, nu de zon zoo heerlijk schijnt, is er
echter geen aanleiding voor.
Het College deelt de meening, dat de uit-
getrokkene niet is een armlastige Vandaar,
dan ook de maatregel, die getroffen is met
de vertrouwensmannen Juist daardoor wordt
het karakter armlastig van die menschen
afgenomen.
Tegenover de voorstellen van de S. D. A
P. staat het College dan ook niet anders
dan reeds in het schrijven stond. Spreker
oordeelt, dat hetgeen de heer Van Slinger
land in zijn motie vraagt, niet veel anders
is dan hij in eerste instantie gezegd heeft.
Hij zeide reeds, dat het College zich niet te
gen een aandrang van den Raad om een hoo-
gere uitkeering ty verstrekken, zal verzetten
Hij ziet dan ook geen enkel bezwaar tegen de
motie.
De heer Bonsema constateert, dat de
vergadering wel noodig is geweest, aange-
zien door het College, een voorstel, in deze
vergadering gedaan, wordt overgenomen
Het B. A kon meer geven, inaar oordeelde,
dat de behoefte daaraan niet bestaat. Wat be-
reikt men nu met die 40 verhooging?
Protesten!
De heer Bonsema: Zwarr op wit haa
het B. A. een vrijbrief van het College om te
verhoogen en ze verhoogde niets.
De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n dZe ver
hoogde wel.
De heer Bonsema: Dc van de w erk
loozenkassen trekkenden hebben niets gekre-
gen.
De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d: Dat is
nu met de motie afgeloopen.
De heer Bonsema: Wat geeft het, om
tot het B. A. te zeggen: „Gij kunt 40 ver
hoogen, zoodra daaraan behoefte is"?
Mr. S 1 u i s: Dat staat niet in de motie.
De heer Bonsema: Practisch is het t
zelfde.
De heer V a n S 1 i n g e r 1 a n d: Ik kan
mij indenken, dat iemand, die J 10 krijgt,
maar nog andere gezinsinkomsten heeft, niet
in aanmerking komt voor 40 verhooging;
maav aan den anderen kant kan ik me ook
indenken, dat het B. A. aan bepaalde gezin
nen een hoogere verhooging dan 40
geeft.
De heer Bonsema: Schrap dande
individueele beoordeeling door het B. A.
Mr. S 1 u i s: Dat moet er niet uit.
De heer Bo'nsema: Maar volgens he*
B. A. bestaat er geen behoefte aan verhoo
ging. Zal nu na de uitspraak van den Raad
het'B. A. uitmaken, dat er wel behoefte is
aan verhooging?
De heer W o 1 d e n d o r py Via de ver
trouwensmannen.
Mr. S 1 u i s: Het beteekent, dat de veriioo
ging 40 maar ook desnoods 60 kan
zijn.
De heer Bonsema: Maar het B. A.
kan het raadsbesluit aan zijn laars lappen
De heer Woldendorp: Kom nou.
het gat en het scheelde niet veel of alles was
in de diepte terechtgekomen. Hij raapte al die
kostbaarheden op, zette het tafelitje overeind
en lgde daar alles op. Zeker al een heel zon-
derlinge verzameling, dacht hij.
„Zijn schattenja, ze zien er tenminste uit
als schatten. Ze zijn heel wat waard, maar
wat had hij er op't oogenblik aan. Tien of
vijftien duizend pond sterling, zei hij dat
niet? En wat ben ik waard? Niets, niets ter
wereld!" Hij verhief zijn stem en riep ./Tal
bot!" Geen antwoord. Nog wat harder: „Tal-
bot! Talbot! loop naar den duivel! Talbot,
waarom antwoordt je dan niet?"
Binnen het bereik van zijn hand was cen
deur, die naar een andere kamer leidde. Hij
bonsde er met zijn hand tegen aan en riep
weer: „Talbot! Talbot! Waarom ter wereld
antwoord je dan toch niet?"
Hij greep naar de kruk van de deur en
tradhtte die open te doen. Maar de kruk ko«
niet draaiener was iets met die deur ge
beurd, evenals met de rest van de kamer. Hij
rukte en bonsde tegen de paneelen met zenuw-
achtig geweld; het was of hij vast besloten
was dat ieinand hem hooren zou, het mocht
dan kosten wat het wil-de. Maar steeds dood-
sche stilte, slechts afgebroken door het bon-
zen tegen de deur. Hij hield er mee op en
scheen te overwegen wat hem nu weer te doen
stond. Hij keek om zich heen.
(Woidtyen'oigttJ!
1)
S i