DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Alle Overhsmden f 0.25
Alle Boorden f 0.08
KROM,
18116 voor
(lit den Alkmaarschen Raad.
Ilif het Parlement
No. 46
Dil nommer besfaaf nif 3 bfaden.
Honderfl een en dertigste Jaargang
*929
AI&otiiicmcntsprijs T>ij Yooruitbetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct p. rcgel, grootere letters naar plaatsruimtc.
1 Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. y.h. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Rcdactie No. 33.
XATEROA6
ssss
Het gebeurt gelukkig niet dikwiks, dat er
an onze gemeente een spoedvergadering van
onze vroedschap wordt uitgeschreven. Want
[wanneer de burgemeester het alarmsein heeft
geblazen en de edelachtbare voiksvertegen-
woordigers zich naar het tooneel van den po-
ilifcieken strijd spoeden, dan is er natuurlijk
jets bijzonders gebeurd. dan hebben B. en W.
een voorstel, dat geen uitstel kan lijden ofwel
dan is een deel van de raadsleden van oor
deel, dat er een crisistoestand is ontstaan
iwaarvoor van overheidswege zoo spoedig mo
gelijk maatregelen getroffen moeten worden
De oorzaak was ditmaal natuurlijk niet ver
te zoeken. De aanhoudende strenge vorst, die
niet alleen het werk buitenshuis onmogelijk
maakte, maar bovendien in tal van gezinnen
[wat eten, kolen en dekking betreft, een noo-d-
toestand had gesehapen, maakte een extra
steunverleening noodzakelijk en waar, vol-
gens het oordeel van sommige raadsleden,
noch het Burgerlijk Armbestuur, noch B. en
,W. voldoende hulp boden, vroegen zij een
spoedvergadering aan om den Raad a s
machtigste college tot een doeltreffender
steunactie te laten besluiten.
Men vraagt zich af of een dergelijke raads-
vergadering na bijna twee weken van strenge
ivorst nog wel noi dzakelijk was, nu, als de
voorteekenen niet bedriegen, de winterkoning
zijn troon reeds voe't wankelen en montere
huismuschjes, die ongedeerd uit het ijstijdperk
te voorschijn zijn gekomen, al weer naar
.wormpjes uit den modderigen bodem pikken,
maar uit de weerberichten van de laatste we
ken, die soms om uen anderen dag langdu-
rige vorst of liehten dooi voorspelden, is wel
overtuigend gebleken, dat niemand voorzien
kan of het misschien morgen alweer niet zoo
hard vriezen zd, dat opnieuw van een crisis
toestand kan worden gesproken en daarom is
het volkomen begrijpelijk dat men het zekere
voor het onzekere heeft genomen en het ijzer
gesmeed heeft nu het nog heet was, of, in dit
geval beter gezegd, den steun verstrekt heeft
nu het nog koud is.
Bovendien zal men de arbeidersvertegen-
woordigers zeker niet verwiiten, dat zij deze
spoedvergadering te laat nebben aange-
vraagd.
Zij hadden waarschijalijk liever heelen.aal
geen vergadering gehouden, maar hebben
reeds bij het begin va., de vorstperiode ge-
tracht de door nen gewenschte noodmaatre-
gelen eenvoudig door het college van B. en
W. te laten uitvoeren.
De raadsfractie der S. D. A. P. en daarna
de Bestuurdersbond lie >ben zich tot het Da-
gelijksch bestuur cnzer gemeente gewend en
eerst toen zij constateerden, dat zij op deze
wijze niet veel verder kwamen, toen h. i. het
College en het Burgerlijk Armbestuur samen
verstoppertje speelden, hebben zij noodge-
dwongen een raadsvergadering aangevraagd
opdat de vroedschap ten slotte de kwestie zou
kunnen beoordeelen en in hoogste instantie
uitspraak zou doer over de vraag of het nood
zakelijk was van overheidswege meer steun te
verleenen dan tot dusver geschied was.
Het principieele verschii tusschen het Col
lege van B. en W. en de Sociaal Democrati-
sche fractie zit hoofdzakelijk hierin, dat B. en
W. meenen, dat armenzorg in de ruimste be-
teekenis van het woord, bij het Burgerajk
Armbestuur thuis behoort, terwijl de link-
sche arbeidersvertegenwoordigers van oordeel
zijn, dat in abnormale omstandigheden als
thans geconstateerd werden, het gemeente-
bestuur zelf in allerlei vorm daadwerkeliik
hulp moet verleenen en zich- dus niet uitslui-
tend moet bepalen tot het wat ruimer ver-
strekken van credieten.
Wat de S. D. A- P- verlangde kwam thans
neer op het volgende.
Men wilde alle werkloozen en alien, die
van het B. A. trekken, zoowel kostwinners als
hoof den van gezinnen 1 H.L. anthraciet ot
2 H.L. cokes verstrekken «oor elk tijdvak van
een week, ingaande met terugwerkende kracht
op 11 Februari. Men zou daarbij in minde-
ring brengen wat reeds door het B. A. is ver
strekt en deze brandstoffenvoorziening laten
voortduren zoolang de vorst aanhoudt.
Daarnaast wilde men van gemeentewege
op alle uitkeeringen, zoowel van de vakbon-
den als van het B.A., een toeslag verstrekken
en wel van 15 procent op die boven de 12
en op de lagere een zoodanig percentage, dat
de kleinste uitkeering voor een gezin zonder
inkomen 10 wordt voor n an en vrouw, plus
0.50 per kind, in te gaan voor de week ein-
digende op 16 Februari en voor den duur der
vorstperiode.
Aan de Vereeniging voor Kindervoeding
zou een bianco crediet verstrekt moeten wor
den voor uitbreiding dier voeding voor alle
kinderen, die het noodig hebben, waaraan
ruime bekendheid moest worden gegeven.
Deze voeding zou zoo mogelijk in de. scho.len
verstrekt moeten worden en bovendien .wilde
men eenvoudige maaltijden tegen 5 cent per
portie verkrijgbaar stellen voor gezinnen en
alien, die het verder aanvragen.
En ten slotte werd de eisch gesteld ver-
warmde lokalen open te stellen voor alien, die
aan den weg hun brood moeten verdienen en
zoo noodig dekens te verstrekken aan arme
/ezionen die daaraaa behoefte hebben.
De afwezigheid van den heer Westerhof,
die door een keelaandoening niet spreken kon,
werd aan de andere zijde eenigszins gecom-
penseerd door het niet verschijnen van den
heer Kusters.
Er waren er onder de toehoorders, die ver-
onderstelden, dat dit laatste een beleefdheid
van Katholieke zijde was omdat daardoor de
krachtsverhouding van links en rechts weer
op de ncrmale basis gebracht zou worden,
maar het lijkt ons mter waarschijnlijk, dat de
heer Kusters op deze spoedvergadering niet
had gerekend en daardoor niet aanwezig kon
zijn.
In alien gevalle werden de beide kempha-
nen ditmaal niet op elkaar losgelaten en de
algemeene voorspelling was daarom, dat de
Raad een buitengewoon kalm verloop zou
hebben en vroeger dan gewoonlijk zou worden
beeindigd.
Het eerste is in alle opzichten bewaarheid
Ondanks twee tribunes volgepropt met
werkeloozen over wier lot thans beslist zou
worden, is er geen enkele wanklank verno-
men en heeft de raad in vriendschappel'ijke
stemming de naar voren gebrachte eischen
van alle zijden bekeken en besproken.
Hoofdzakelijk is dit zeker te danken aan
den heer Bonsema, die als woordvoerder der
Soc. Dem. fractie een alleszins waardig en
goed gedocumenteerd betoog ter ondersteu-
ning zijner voorstellen heeft gehouden.
Hij heeft bewezen, dat zonder theatraai
gedoe, zonder dreigementen van ordeversto
ring door bevolkingsgroepen, die men „niet
meer in de hand zou hebben", zonder eenige
provocatie, de nood der allerarmsten zoo kan
worden afgeschilderd, dat men algemeen be-
seft, dat er inderdaad veel wordt geleden en
een ingrijpen van overheidswege noodzake-
lijk mag worden geoordeeld.
Rustig, maar in een klemmend betoog heeft
hij de aanvrage van deze spoedvergadering
verdedigd en stuk voor stuk de inwilliging
van de eischen zijner fractie bepleit.
En met uitzondering van B. en W., die hij
te weinig activiteit en een te groot vertrouwen
op het B. A. verweet, hebben blijkbaar alle
raadsleden het goed recht en zelfs de nood-
zakelijkheid dezer buitengewone bijeenkomst
erkend.
Algemeen werd gevoeld, dat er meer dan
tot dusverre moest worden gedaan en het
was nog slechts de groote vraag tot welke
extra maatregelen men thans zou willen be
sluiten.
De heer Bonsema heeft in den breede be-
toogd dat hij en zijn partijgenooten, zoodra
de vorstperiode een crisis deed verwachten,
getracht hebben voor de armsten hier ter
stede den toestand zoo dragelijk mogelijk te
maken.
Zij hebben, waar door het particulier
initiatief iets tot stand kwam, naar draag-
kracht een persoonlijk offer gebracht, maar
zij achten, met alle waardeering voor wat
van particuliere zijde reeds verricht is, den
toestand zoo precair, dat de overheid zal
moeten ingrijpen om afdoende verbete'ring te
kunnen krijgen.
Mag men, vroeg de heer Bonsema, met het
oog op de weinige particuliere middelen
waarover de arbeiders beschikken, ons ver-
wijten, dat wij overheidssteun vragen, ge-
meentelijken steun, waaraan wij, als di be
lasting verhoogd mocht worden, toch ook ons
evenredig deel moeten bijdragen?
Is het niet ons goed recht van de gemeen-
schap, waartoe de armenzorg behoort, iets
meer dan gewoonlijk te eischen als die zorg
door abnormale omstandigheden tijdelijK
gro'oter en intensiever dan anders moet zijn?
En scherp laakte hij een dezer dagen in
het Noord Hollandsch Dagblad verschenen
redactioneel artikel waarin de houding van
dh leden der Soc. Dem. partij weerzinwekkend
werd genoemd, waarin hun verweten were,
dat zij zelf geen offertje willen brengen, dat
men, als het er op aankwam den medearbei
der in grooten nood aan voedsel en kleeding
te helpen, geen cent daarvoor over had, dat
zij het staat er letterlijk hun partijge
nooten en andere arbeiders liever zien ver-
hongeren, verkleumen of doodvriezen.
„Deze heeren", had het blad gezegd, „vra-
gen om te vragen. Zooveel steun kan er niet
verleend worden of zij leggen er nog een
schepje op omdat zij nu eenmaal als weldoe-
ners der menschheid moeten paradeeren en
omdat hun politiek anders haar bestaans-
recht verloren zou hebben.
Ontevredenheid", aldus gaat dit geschrijf
verder, „moet er zijn, anders kan de S. D
A. P. niet bestaan en anders kunnen meerde-
re partijbonzen niet leven..
Met de weerzinwekkende actie en agitatie
van „roode zijde", aldus dit b'ad, „hebben wij
h-iermede volkomen afgerekend".
Zooals gezegd, de heer Eonsema heeft, na
het uiten van zijn verontwaardiging over de-
zen laster, duidelijk de goede bedoeling zijner
partij en het goed recht tot aanvrage dezer
spoedvergadering om krachtiger overheids
steun uiteengezet en daarbij zijn waardee
ring d oen uitkomen voor alles wat, hetzij
door de gemeente, hetzij door particulieren
tot dusverre reeds verricht was, zij het dan
ook, dat dit hem tot dusver ontoereikend voor-
kwam om den grooten nood te kunnen leni
gen.
Hij bestreed krachtig de opvatting van het
genoemde blad, dat deze vergadering overbo
dig en het verzoek der fractie „goedkoop"
zou zijn en zelfs niet een der katholieke raads-
(uitgezonderd zijden en smoking)
ITOOMHAiiCHERIJ
SCIIOtHSkllWKG.
leden heeft blijk gegeven met dit geschrijf in
te stemmen of het te willen verdedigen.
In deze tijden, nu ieder naar eigen kracht
en inzicht doet wat in zijn vermogen is om
zijn medemenschen te helpen, in deze toch al
reeds zoo onevenwichtigen en spanningsvollen
tijd is het zeker uiterst onverantwoordelijk
om nu maar geen sterker woord te gebrui
ken op deze wijze een zeer groot deel on-
zer bevolking door ongemotiveerden laster
tot openlijk verzet te prikkelen.
Nadat de heer Bonsema uiteengezet had
hoe de werkloozenkassen, het grooten-
deels door de arbeiders zelf bijeengebrachte
geld door den nood der tijden waren ge-
slonken, heeft de heer Sietsma zich met bijna
alle wenschen der Soc. Dem. fractie accoord
verklaard, met uitzondering van de verwarm
de lokalen, welke hij voorloopig onnoodig
achtte.
En daarna heeft de heer Van Slingerland
namens de Katholieke Srbeiders getuigd, dat
het particulier initiatief met alle waardee
ring daarvoor absoluut onvoldoende was,
dat hij deze raadsvergadering zeker wensche
lijk oordeelde, dat de arbeiders thans in een
toestand zijn waarbij het vragen van over
heidssteun noodzakelijk mag genoemd wor
den en dat z.i. het Burgerlijk Armbestuur de
zekerheid moet krijgen, dat de Raad een
grootere steunverleening op kosten der ge-
meenschap dringend noodig oordeelt.
Hij kon zich geheel met het principe van
den heer Bonsema vereenigen, wilde er nog
een schepje op leggen en deed met volko
men negeering van de meening van zijn lijf-
blad, dat dit slechts voor- de domme massa
profijtelijk is een betoep op de openbare
kas *om niet vijftien procent, maar veertig
procent en in sommige gevallen zelfs nog
hooger te gaan dan de uitkeeringen van he:
B. A. thans bedragen.
Hij eischte dit en zooals weldra bleek
ook namens zijn katholieke medeleden
niet alleen voor de gewone armlastigen,
maar wilde ook, via de vertrouwensmannen,
een evenredigen toeslag aan de werkloozen
geven.
Slechts was er tusschen de voorstellen van
beide fracties dit onderscheid, dat de Soc.
Dem., die van meening waren, dat het B. A.
van een reeds toegezegd grooter crediet niet
voldoende geprofiteerd had, liever directen
gemeentelijken steun zagen omdat zij vrees-
den, dat een individueele beoordeeling van
elk geval door het B. A. zooals de heer
Van Slingerland dat verlangde vaak tot
een onvoidoenden of onbillijken toeslag zou
kunnen leiden.
De brutaalsten kregen h.i. dikwijls het
meest en zij zouden in elk geval de werkloo
zen, die eigenlijk bij het B. A. niet thuis hoo
ren, een visite van den armbezoeker en een
biecht van hun armoede willen besparen.
Daarover hebben ook de heeren Schats en
Dekker zich uitgesproken, maar de heer Wol
dendorp gaf de verzekering, dat wanneer het
B. A. door te lage uitkeeringen niet voldoen
de medewerkt, hij zoo spoedig mogelijk een
nieuwe vergadering van den Raad zal aan
vragen.
De burgemeester heeft zijn groote waar
deering uitgesproken voor alles wat tot dus
ver door particulieren hier ter stede reeds
verricht is, hij gaf te kennen, dat het Colleg
niet remmend tegenover het B. A. gestaan
had, maar zelfs te kennen had gegeven, dat
het bereid was in deze abnormale omstandig
heden een overschrijding van het crediet bij
den Raad te verdedigen. Z.i. hielp het B. A
reeds naar gebleken behoefte en mede door
den steun van particuliere zijde en door een
bianco crediet aan „Kindervoeding" hadden
B. en W. gemeend, dat het nemen van meer
dere maatregelen momenteel overbodig was
Nu de Raad daarover blijkbaar unaniem
een ander oordeel had, wilde het College
daarin gaarne medegaan en verklaarde het
zich bereid, de motie van den heer Van Slin
gerland over te nemen.
In stemming gebracht werd het bloc-voor
stel van de S. D. A. P. daarna verworpen
en dat van den heer Van Slingerland aange
nomen
De V. D. fractie had zich reeds voor de
stemming daarvoor verklaard omdat h.i
daardoor de grootste overheidssteun werd
geboden.
Wij gelooven, dat alle fracties ten slotte
tevreden kunnen zijn met wat in deze spoed-
eischende vergadering, welker noodzakelijk
held wij thans bewezen mogen achten, be
reikt is geworden.
Het doet ons genoegen, dat het voorstel
van den heer Van Slingerland, dat bij een
den grootsten overheidssteun verzekert, ten
slotte zonder hoofdelijke stemming werd
aangenomen.
Moge ook het B. A. voor wiens moeilijke
werk in dezen tijd wij alle waardeering heb
ben, den wenk van den Raad ter harte nemen
en niet schromen krachtig te helpen waar dit
inderdaad dringend noodzakelijk mocht
blijken.
Het Noord Hollandsch Dagblad op wiens
onruststokende artikelen van de laatste dagen
wij ons hadden voorgenomen het eenige
daarop passende antwoord te geven, door er
nameli]k niet de minste notitie van te nemen,
is in den Raad, ook voor zoover het zijn cri-
tiek op onze courant betreft, ter sprake ge-
(omen en wij zullen er daarom in dit over-
zicht zoo kort mogelijk een enkele opmerking
over maken.
Het heeft ons verweten, dat wij er spoedig
bij zijn symptonen van ontevredenheid te sig-
naleeren, doch daartegenover weinig of geen
waardeering toonden voor wat er allerwege
alreeds gedaan wordt tot leniging van den
nood.
Voor zoover het nog noodig is ons tegen
een zoo ongemotiveerden laster te verdedi
gen, willen wij er op wijzen, dat wij van alles
wat hier ter stede door het particulier initia
tief gedaan is op ruime schaal berichten en
verslagen hebben opgenomen. dat wij nooit
naar partij of richting hebben gekeken maar
van elke actie met waardeering hebben mel
ding gemaakt.
„De pers", zegt het Noord-Hollandsch
Dagblad met het oog op onze courant, „heeft
in omstandigheden als de huidige, naar onze
bescheiden(meening, een minder afzijdige
taak te vervullen".
Wanneer het blad daarmede bedoelt, dat
ook wij van dezen malaise-toestand mis-
bruik zouden moeten maken, door volksgroe-
pen, die niets anders doen dan naar hun
beste weten medehelpen den nood te ver-
zachten, in redactioneele artikelen te belaste-
ren, dan kan inderdaad op .onze volkomen
afzijdigheid worden gerekend.
Bedoelt het blad een verwijt dat wij niet
daadwerkelijk medewerkten den nood te le-
nigen, dan zullen wij alhoewel wij dit
liever niet meer naar voren gebracht hadden
nog even moeten herinneren aan onze zoo
succesvolle en blijkbaar alom gewaardeerde
actie voor de stille armen waardoor in twee
dagen tijds niet minder dan 236 H.L. kolen
gedistribueerd konden worden.
Het Noord-Hollandsch Dagblad, dat an
deren dezer dagen zoo scherp verwijt, dat
zij niets doen of zich afzijdig houden, mag
daartegenover stellen wat het. behalve het
schrijven van onrust stokende artikelen. zelf
tot leniging van den nood gedaan heeft.
Wij hebben er de redactie geen verwijt van
gemaakt, dat haar eigen daadwerkelijke
actie zich blijkbaar beperkt heeft tot het zit-
ting nemen in de jury van een maskerade-
optocht, maar wij willen dan toch wel con-
stateeren, dat het blad elk recht mist andcen
te belasteren op een wijze, die wij hier niet
nader zullen qualificeeren.
Daarmede is deze zaak voor ons af gedaan
en van mogelijk nog volgende fraaiigheden
zal, althans onzerzijds, niet meer de minste
notitie worden genomen.
TE ALKMAAR.
HET adres voor Begrafenissen en
Transporten door het geheele land,
Kantoor van aangifte:
Breedstraat 23,
Telefoon 952,
afvoer van het ijs naar zee mogelijk is
gebruik van ijsschotsen, waardoor de
te maken. Mocht evenwel van ontplof-
bare stoffen gebruik moeten worden ge
maakt, dan zullen onze geniesoldaten
dat beter doen dam de deskundigen voor
het gebruik van dergelijke stoffen bij
het mijnwezen. Mocht er ernstig gevaar
dreigen, dan zal er een buitengewone
riviercorrespondentie worden ingesteld,
waardoor het departement lijdig ge-
waarschuwd kan worden.
Een voorloopig plan tot opruiming
van het ijs in onze groote rivieren komt
ongeveer hier op neer, dat men begint
met het vrij maken van de Nieuwe Mer-
wede. Daarnaast komt met medewer-
king van particulieren de Noord aan de
beurt, vervolgens de Oude Maas, de
Beneden Memvede en dan volgt de ver-
dej'e opruiming maar steeds van bene
den naar boven.
Den Haag, 22 Februari 1929.
Bij de Tweede Kamer bestaat de rege-
ling, dat des Vrijdags een lid der Kamer
tot 'n minister 'n mondelinge vraag kan
richten, waarop van dezen dan een mon-
deling antwoord wordt verwacht. Van
die regeling, vastgelegd in art. 112 van
het huishoudelijk reglement, wordt
slechts zelden gebruik gemaakt.
De leden achten het blijkbaar aange-
namer door bemiddeling van den Voor-
zitter schriftelijke vragen aan een mi
nister te doen, waarop dan ook een
schriftelijk antwoord komt. Hedenmid-
dag heeft evenwel de heer Bulten (R.K.)
gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid
om een minister mondelinge vragen te
stellen en den minister van waterstaat
een reeks van vragen gedaan omtrent de
eventueele maatregelen door de regee-
ring te nemen wanneer er ijsgang op
de rivieren komt en er gevaar dreigt
van dijkbreuk als anderszins. Hij had
minister van der Vegte vooraf in kennis
gesteld van zijn vragen, zoodat de^e in
staat was zijn antwoord voor te lezen.
Wij meenen de vragen, die trouwens
reeds in enkele bladen opgenomen wa
ren, onvermeld te kunnen laten. De ant-
woorden zijn uit den aard der zaak van
meer beteekenis. In het kort samenge-
vat komen zij ongeveer hier op neer
Naar aanleiding van de berichten, dat
men in Duitschland reeds bezig is het
ijs in de rivieren met dynamiet uiteen
te doen springen zal Maandag een con-
ferentie plaats hebben tusschen de Ne
derlandsche eh Duitsche waterstaats
autoriteiten over samenwerking. Maar
de minister verklaarde onmiddelijk
daarop, dat hij en de deskundigen niet
veel verwachting koesteren van het ge
bruik van dynamiet en andere ontplof-
bare stoffen. Wanneer beneden de rivier
vast zit helpt het niet veel of men boven
het ijs los maakt. Als het flink vriest,
nauwkeurig-e uitvoering in elk noodgeval de groeien de losgemaakte ijsmassa's toch
iuist passende hulp kan verleenen en dat o i. i weer samen. Meer verwacht hij van het
SCHQUWBURG „HARM0N1E"
Morgen (Zondagavond) 8 uur
IKJEliT 3PJk.2<rTSW£&
van HERM. HEIJERMANS.
De minister voegde hiprbij de gerust-
stellende mededeeling, dat de leans op
catastrofen niet groot is. De rivieren
s'.aan zoo laag, dat zij enkel het zomer-
bed vullen en het winterbed is ruim ge-
noeg opi alien ijsgang af te doen vloeien,
zoodat er voor dijkbreuk enz. geen ge
vaar bestaat.
Met deze mededeeling van minister
Van der Kegte was dit intermezzo ten
einde en kon de Kamer het onderwerp
weer opnemen, dat den gansch.cn mid-
dag op haar beslag heeft gelegd. Het be-
trof de interpellate van den heer Hiem-
stra (S.D.A.P.) betreffende de plannen
van den Minister van Defensie met de
Marinewerf te Hellevoetsluis. Er is
daaromtfent een rapport samengesteld
door een commissie ad hoc en terwijl de
interpellant niet ingenomen was met de
samenstelling dier commissie, welke hij
niet vrij van eenzijdigheid achtte, heeft
hij in het bijzonder het denkbeeld om.de
werf op te heffen gekritiseerd.
Minister Lambooy heeft op zijn gewo
ne bondige wijze de noodzakelijkheid
van die opheffing betoogd. Het zou een
besparing van ongeveer 4K ton per ja.ar
opleveren, er is niet voldoende werk om
de menschen aan den arbeid te houden
zoodat er tamelijk gelanterfant wordt;
wanneer men alles concentreert op de
werf te Willemsoord, kan een behoorlijk
geoutilleerd bedrijf worden gevormd en
ten slotte vergete men niet, dat de werf
te Hellevoetsluis een goed mikpunt is
voor luchtaanvallen in den oorlog.
Dit laatste kan natuurlijk evengoed
van de>werf te Willemsoord worden ge
zegd, doch overigens leek het betoog
van den minister nogal aannemelijk.
De heer Lambooy heeft intusschen
haast nooit een vriendelijke kamer, doch
zoo als gister hebben we het nog maar
zelden meegemaakt. De eene spreker
na den anderen kwam tegen het betoog
van den minister op en de interpellant
kwam al dadelijk met een motie voor
den dag, waarin aangedrongen wordt
op een nader onderzoek in hoeverre de
landswerven tot een rendabel bedrijf
zijn te maken. Daarop volgden de heeren
Van der Bilt (R.K.), Snoeck Henkemans
(C.H.), Boon (Vrijheidsb.), J. J. C. van
Dijk (A.R.), Jan ter Laan (S.D.A.P.) en
Schaper (S.D.A.P.) alien met verschil-
lende bezwaren aandragen. Wel oprner-
kelijk ,die belangstelling van sociaal-
democratische zijde voor deze zaak
onze weermacht betreffende. De heer
Schaper lichtte dit evenwel toe met da
v°rklaring, dat, als het ging om ophef
fing van al onze militaire werven da
partij daar wel voor zou gevoelen, maar
het betrof hier een maatregel binnen
het huidige kader van de landsverdedi-
ging en die zou volgens hem en zijn
partijgenooten van nadeel zijn voor het
betrokken personeel zoowel als voor
Hellevoetsluis en daarom kwamen zij
er tegen op. De heer Snoeck Henkemans
was vooral bewogen door het lot dat Hel
levoetsluis vvachtte, als de werf daar
verdween en het een echte „ville morte",
die bedeeling uit de staatskas zou moe
ten ontvangen, zou zijn geworden. De
eenige leden die de partij voor den mi
nister opnamen waren de heeren Oud
en Kortenhorst (R.K.), maar de minister
was zoo getroffen door het groote verzet
uit de Kamer tegen de plannen, dat hy
ALIMAAKSG1E
rm m riiKinn m. Direrfpur: C. KRAK. Honfdredacteur Ti. N. ADEMA. Ktl
Voorverk. kaarten f 0.50 pi. bel. 's av, a.d. zaal f 0.80 pi. bel.