DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd een en dertigste laargang
SlageSijkscSt ©weracltt.
Het geheime verdrag tusschen
Belgie en Frankrljk.
Het militair verdrag.
LM&fitiraart
No. 4S
Dlt nummei beslaat nit 2 bladen.
1929
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestflagen, nitgegeven.
Abonnenientsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—, franco door
het geheele Rijk 2.50.
Afzonderlijke en bewijsnumtners 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsraimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrnkkerij v/h, EERMs, COSTER
ZOON, Voordam C 9.
Directenr: C. KRAK.
Telef.nr. Adminisfrafie 3.
Telefoonnr. Redacfie 33.
Postqiro 37060.
Hooldredacteur: Tj. N. ADEMA.
2ft FEBBtll/IKI
Nederland er ten nauwste in
betrokken. Wat verstaat men in
Belgie onder „neutraliteit"
Belgische persstemmen.
Het militaire verdrag tusschen Frankrijk en
Belgie, dat door het U. D gepubliceerd is
(men zie ons nummer van gisteren) heeft ge
heel West-Europa uit zijn rust opgeschrikt
En geen wonder, het ,,-geheime" verdrag
werpt al een zeer eigenaardigen indruk op
de politieke bewegingen in de verschillende
landen.
Ook Nederland is er ten nauwste bij be
trokken, zooals in het verdrag dan ook dui
delijk naar voren komt.
Bij het lezen van het verdrag gaan onze
gedachten onwillekeurig terug naar 1914,
toen de groote wereldoorlog uitbrak De
overgroote meerderheid van de wereld nam
het Duitschland toen zeer kwalijk, dat het de
neutraliteit van Belgie schond, door zijn legers
over dit land naar Fransch grondgebied te
brengen.
Maar wat doet Belgie, waarmee elk land
toen te doen had nu zelf? Alsof het zich niets
meer herinnert van den onverdienden slag,
dien het kreeg, bouwt het met Frankrijk een
verdrag op, waarin de schending van de
neutraliteit van een ander land als „heel ge-
woon" beschouwd wordt! Immers, we lezen
bij artikel V, dat ,,een tweede groep, be-
staande uit Belgische en Britsche troepen,
onder Belgisch bevel, tot doelwit zou ntmen
Heinsberg en Geilenkirchen en Neder
land s c h Limburg zou door-
trekken langs enz (Men zie het
betreffende artikel in ons blad van gister).
Dat alles werpt wel een zeer eigenaardigen
kij-k op de handelwijze van de Belgische
regeering, temeer als men bedenkt, dat tijdens
de onderhandelingen tusschen Nederland en
Belgie over het (verworpen) Beigisch-
Nederlandsch tractaat Belgie de verzeke-
ring wilde hebben van Nederland, dat een
Duitsche doortocbt door Nederland als een
casus belli zou worden beschouwd. Die ver-
zekering kreeg Belgie van ons land en als
dank daarvoor wordt nu een Belgisch-
Engelsche doortocht door Limburg in het
geheim vastgesteld.
Hoe men een dergelijke handeiing moet
kwalificeeren, zullen we maar niet zeggen; in
elk geval weet Nederland thans, waar het
aan toe is: het is in het geniep verkocht en
verraden met opzijzetting van alle goede
trouw.
Het is logisch, dat ons het meest belang in-
boezemt, hoe men in Belgie over deze open-
baarmaking denkt. Daarvoor zullen we eeni-
ge Belgische persstemmen overnemen en dan
valt allereerst op, dat de Fransch-Belgische
bladen van Maandag. zooals de Etoile Beige,
de Derniere Heure en Le Peuple nog met geen
letter gewag maken van't verdrag. Wel echter
gceft de Standaard (Brussel) een beschou-
wing. waarbij zij o m. opmerkt, dat het
vooralsnog niet kan aannemen, dat een der-
gelijk verdrag tusschen de betrokken landen
tot stand is gekomen. ,,Maar, voegt het blad
erbij, „de kwestie is van.te gewichtigen aard.
dan dat ze lang in het onzekere zou kunnen
blijven. Het kan dan ook niet anders, of de
regeering moet zich daarover onverwijld uit-
spreken".
Ook „De Schelde" meent, dat de regeering
zich niet onbetuigd mag laten.
„Indien het stuk echt is, dan is het vernie-
tigend oordeel over het beleid van deze
Regeering, van de staatslieden die er de ver-
antwoordelijkheid van te dragen hebben,
zonder mogelijk beroep defimti-ef uitgespro-
ken. Dan is, wat wij vreesden, in nog groo-
tere mate dan wij't vermoedden, bewaarheid
de gruwelijke oorlogsdienstbaarheid rust
dan op ons volk en wij zijn met deze open-
baring van de geheime bedoelingen der Bel
gische Regeering in de meest gevaarlijke
phase getreden van de grondig-bedorven
vredes-atmosfeer waarin geen normale be-
trekkingen tusschen Nederland en Belgie
meer mogelijk worden.
Indien het hier (a forgery) een vervalsching
-geldt, dan is het een politieke misdaad van
een eerloozen schurk die niet zonder sanctie
mag biijven.
Een officieel „dementi" kan hier geen op-
heldering brengen Daaraan zal wel niemand
geloof hechten. Er moeten middelen uitge-
vonden worden om duidelijk en onbetwist-
baa r vast te stellen of dit stuk juist weer-
geeft wat er tusschen Frankrijk en Belgie is
overeengekomen.
Wij veronderstellen dat niet* wij alleen
hierover het debat in de Belgische Kamer
zullen uitlokken
Er zijn er onder de Belgische Staatslieden
wier eer hierbij op het spel staat. tf'
Nu of nooit moet deze kwestie worden uit-
gevochten.
31MLQE& beLteft, .wij zorgen er vow dat
de gelegenheid daarvoor onmiddellijk ge-
boden wordt".
De correspondent van de N. R Crt meldt
aan zijn blad, dat in dip:omatieke kringen de
publicatie een groote sensatie te weeg heeft
gebracht.
De eerste, vrij algemeene indruk is. dat het
stuk valsch moet zijn, al blijken sommige bij-
zonderheden van technis- hen aard die er in
voorkomen, de waarheid te benaderen. Men
weigert en ook De Standaard doet zulks
aan te nemen, dat een dergelijk verdrag,
vooral voor wat de tegen Nederland gerich-
te interpretatie van de artikelen betreft, wel
degelijk tot stand is gekomen.
In officieuze kringen aan Buitenlandsche
zaken wordt bet document een kwaadwiilige
fantasie geheeten en stelt men een dementi in
uitzicht. Tevens is mij door de Fransche
ambassade alhier meegedeeld, dat de Fran-
sche ambassadeur, de heer Herbette, op de
meest formeele wijze de echtheid van het g'1-
publiceerde stuk ontkent, zegt genoemde cor
respondent. Het Fransch-Belgische militair
accoord is, naar uit deze bron wordt ver-
zekerd, sedert zijn onderteekening nimmer
gewijzigd geworden en er komt geen letter
in voor betreffende Nederland. Wat thans
wordt gepubliceerd behoort tot het domein
van de gefantasecrde romans.
lets dergelijks bevat ook een officieel
communique van het Belgische departement
van buitenlandsche zaken Dat communique
luidt als volgt:
Een Nederlandsche courant publiceert on
der een sensationeelen titel een tekst, welke
zij beweert te zijn die van het Fransch-Bel
gische militaire accoord en van de interpre-
tatieve bepalingen, welke zouden getroffen
zijn tusschen de beide generale staven. Een
vluchtige lezing van dezen tekst volstaat
reeds om aan te toonen, dat men hier te doen
heeft met een grove vervalsching.
De Belgische regeering heeft herhaaldelijk
op duidelijke en volledig wijze uitleg ver-
strekt inzake het Fransch-Belgische militaire
accoord. Het is voldoende hierbij te herinne-
ren aan de verklaringen, afgelegd in de ka
mer door den heer Vandervelde, toenmaals
minister van buitenlandsche zaken. den 15en
November 1927, alsmede aan den. brief van
minister-president Jaspar, 26 Januari 1928
gericht tot den president der gemengde mili
taire commissie. Het Fransch-Belgische mili
taire accoord voorziet uitsluitend het geval
van een niet uitgelokten aanval van Duitsch
land. De tekst werd in 1920 aan het parle-
ment medegedeeld. Alleen de uitvoerbepalin-
gen ervan, zooals deze werden overeenge
komen door de twee generale staven, zijn
uiteraard geheim gebleven.
Het Nederlandsche blad, dat het valsche
document publiceert, qeemt de voorzorg voor
te behouden, alle waarde te ontzeggen aan
het dementi, dat er zal worden tegenoverge-
steld en door dit blad trouwens werd ^er-
wacht. Het is gewenscht de aandacht te ves-
tigen op een dergelijke handelwijze, waar-
van het onbetwistbare doel is. de betrekkin-
gen tusschen Nederland en Belgie in gevaar
te brengen.
Tot zoover, wat Nederland en Belgie be
treft. Er zullen in de volgende dagen nog wel
vele kolommen in de diverse bladen gevuld
worden met beschouwingen over deze mili
taire kwestie en het is te hopen, dat de zaak
spoedig en afdoend geregeld wordt. In het
andere geval zou er wel eens een groote
kloof tusschen beide staten kunnen komen En
daar heeft toch zeker geen van de twee
belang bij.
De meening van den Franschen
zaakgelastigde.
De Haagsche Crt. heeft gisteren een onder-
houd gehad met den Franschen-zaakgelastig
de, M. de Saint Martin, in verband met de
puKiceering van het verdrag.
De charge d'affaires verklaarde zeer ver-
wenderd te zijn over de publicatie door het
Nederlandsche dagblad. Hem dacht, dat de
tekst van dit geheime verdrag, welks bestaan
hij niet ontkende, reeds lang (in 1920) gede-
poneerd zou zijn te Geneve en aldaar geregis-
treerd.
Zoodra mr. St. Martin de publicatie in het
„U. D." gelezen had, had hij den tekst getele-
grafeerd naar zijn regeering.
De zaakgelastigde was er van overtuigd,
dat de Fransche regeering de verantwoorde-
bjkheid van de interpretatie nie-t op zich zal
nemen, omdat zij er onkundig van zal zijn.
Welke bezwaren, zoo vroeg M. de St. Mar
tin ons, kan Nederland maken tegen de tekst
van het verdrag? Het gaat tegen Duitsch
land. En wat er in de interpretatie van dit
-verdrag over Nederland te lezen staat: „Wat
is dat een interpretatie van een verdrag?
Ge'fnterpreteerd door wie? door de generale
staven van beide landen? Of door anderen?
Wie onderteelcenden die interpretatie?
Zoo lang wij de oorspronkelijke tekst niet
hebben, a'dus beslcot de rhage affaires het
.oMcrhoud, en zoolang wij niet wetem welke
meening in de interpretatie tot uiting komt,
zoolang hebben wij a. ten ons alleen te houden
aan de artikelen van het verdrag.
Wat de Nederlandsche bladen
zeggen.
Het is zegt de „TeI." een militair ver-
bond in optima forma.
Het heet bestemd te zijn tegen aanvallers,
maar als men nagaat, hoe Nederland „in de
gauwigheid" tot aanval er wordt „geconstru-
eerd", weet m-en hoeveel d-it „defensief" ka-
rakter waard is. Het is gericht tegen Duitsch
land, of „tegen eenige andere mogendheid,
die hoe dan ook door Duitschland onder-
steund wordt". „Hoe dan ook" welk een
gevaarlijke rek zit er in deze vage woorden!
Het blad gaat dan de beteekenis der inter
pretatie door de generale sta-ven na om te
beskuiien
In laalste ins-tantie doet het er weinig toe,
of de gepubl-iceerde documenten we'Iicht in
een enkel onderdeel niet goed weergegeven
zullen blijken.
Flet is niettemin zaak, dat de aangelegen-
heid, die thans aa:i de orde is gestekd, tot in
den grond wordt nagegaan. Een effen „Es
ist nicht wahr" is niet genoeg om gerecht-
vaardigden argwaan te dooven. Volkomen
opheldering moet worden gege\'en. Het Ne
derlandsche vo;1 k verwacht van zijn regeering,
dat zij alle stappen zal doen, noodig om deze
aange'egenbeid en daarmede onze verhou-
ding tot Frankrijk, Engeland en Belgie tot
klaarheid te brengen.
De N. R. C.
De N. R. C. herinnert aan hetgeen over
den nieuwen geest der internationale politiek
door Chamberlain e. a. is gezegd en aan het
feit, dat men nu tegenover ons beraamt, wat
de geheele wereld ontzette, to-en Duitschland
het in 1914 tegen Belgie bedreef.
Slechts deze opmerking mogen wij maken,
akdus het blad, dat eene geesbesgesteldiheid
als uit de bovenaangehaalde zinsnede der
„interpretatie" spreekt, zoo zij thans nog be-
staat, eene basis voor onderhandeling met
Belgie schijnt te ontbreken. Zoo gij mij niet
gewillig vo'gt, gebruik ik geweld schijnt
in de passage opgesloten. Doet gij niet wat
ik wil, dan zal ik „agressie" aannemen. Een
d-ruk op het knopje, en twee Fransche leger-
korpsen staan mij gereed het lijkt ons geen
grondsiag, om gemakkelijk te komen tot een
NederlandschBelgische overeenkomst, die
beide landen bevredigen kan. Misschjen zijn
wij te pessimist, maar de uiterste waakzaam-
heid cnzerzijds lijkt ons ten minste aanbevo-
len.
In een beschouwing van „,Het Vaderland"
leest men o.a.
Het Fransch-Belgische militaire verdrag
is nauwelijks een jaar na de geboorte van den
Volkenbond gesiolen. In tegenstelling met het
accoord' tusschen Engeland en Frankrijk, dat
de zegeningen der openbaarmaking niet ge-
heel ontging, is het niet gepubliceerd. Wil de
Belgische regeering alle misverstand omtrent
de strekking er van wegnemen, dan zal zij
haar Franschen bondgenoot moeten bewegen
tot bekendmpking. Een eenvoudig dementi
kan onder deze omstandigheden niet voldoen
de worden geacht.
Wij vertrouwen, dat men ook in Belgie de
nooclzakelijkheid van opheldering zal mzien.
Dze gehime diplomatie in haar bedenkelijk-
sten -vorm kan, dunkt ons, de instemming
van de meerderheid onzer zuiderburen niet
hebben. En ook zal het't Belgische volk inte-
resseeren te vernemen, of de Belgische sol-da-
ten eventueel naar d-e Italiaansche grens ge-
dirigeerd zullen kunnen worden.
Verschaft de regeering te Brussel de ge-
wenschte ophel-dering niet, dan is er een ern-
stige taak weggelegd voor den Volkenbond,
die de volgende maand wederom bijeenkomt.
Daar zal ook de stem van Duitschland ge-
lioprd worden, dat evenals wij recht heeft op
het schenken van klaren wijn.
„Het mes op de keel".
De juistheid aannemend van de publicatie
in het „Utr. Dgb'd." hebben wij, zegt de
(anti-rev.) „Standaard" te doen met een ont-
stellen-de mentaliteit.
Wij onderhandelen met Be'gie in vrede en
vriends-chap, zoo we meenden, over aangele-
genheden, betrekking hebbende op sommige
waterwegen. En nu blijkt, dat de generale
staven van Belgie en Frankrijk van oordeel
zijn, dat als wij in de Belgische eischen niet
toestemmen, daarin eventueel gezien zal kun
nen worden een „aanranding", waarbij
Belgie op de hu-'p van twee Fransche leger-
corpsen zal mo-gen rekenen.
De „interpretatie" kan alleen dit fceteeke-
nen, wil zij niet ge'heel inhoudloos zijn.
Natuurlijk zien we niet over het hoofd, dat
voor het metterdaad gewapenderhand optre-
den nog iets anders noodig is dan de mee
ning van de twee legerstaven, maar het is
toch haast ond-en-kbaar te achten, dat zulk een
meening schriftelijk zou zijn vastge'egd zon
der voorkennis der betrokken regeeringen.
In elk geval komt het vraagstuk van onze
onderhandelingen mcl Belgie over de herzie-
ning van het tractaat van 1830 thans wel
under een zeer biizondere belichhng te staan,
Wat ook het stand-punt geweest moge zijn,
dat ingenomen werd bij de behandeling van
het in 1927 verworpen verdrag, thans is o. i.
slechts een houding mogelijk.
En wel deze, dat wij moeten weigeren ver-
der te onderhandelen, indien van Belgische
zijde geargumenteerd wordt met 600 00-0
man plus twee Fransche legercorpsen.
Beter geen onderhandelingen, dan onder
handelen met het mes op de keel.
„Het Volk" wijst er op, dat als het gepu
bliceerde stuk echt is het een fel licht werpt
op de gevaarlijkheid van het militarism-?.
In vollen vrede en in koelen bloede wordt
dus tusschen Engeland, Belgie en Frank
rijk overeengekomen. dat bij een nieuwen
oorlog met Duitschland de neutraliteit van
het bevriende Nederland brutaalweg ge-
schonden zal worden Als staaltje van mi-
litairistische roekeloosheid is dit wel bij-
zonder grof.
Een pikante bijzonderheid is, dat Enge
land aan deze overeenkomst cteel nam Dit
land trad in 1914 tot den wereldoorlog toe
onder opgaaf van d-e officieele reden, dat
het de Duitsche schennis der Belgische
neutraliteit niet dulden kon Thans neemt
het zich op oud-Pruisische wijzt de scher.-
nis der Nederlandsche neutraliteit voor
Het toont wel heel kras aan dat milita-
risme en immoraliteit een zijn.
Dat geldt. zegt het blad, ook voor het
N-edeilandsche militairisme
Een punt van beteekenis uit de gepubli-
ceerde overeenkomst van twee iaar ge-
leden is nog, dat daarin gezegd wordt, dat
„de onderhandelingen tusschen Nederland
en Belgie van wege Nederland hebben
uitgelokt en nog zullen uitlokken maat-
regelen op het gebied der waterwegen, die
eventueel als onvriendelijk en zelfs agressief
(aanvallend) kunnen worden beschouwd".
Met andere woorden. van Belgische zijde
heeft men reeds alles in gereedheid ge
bracht ten einde, indien dat wenschelijk
mocht worden geoordeeld, d-e cneenigheid
tusschen Belgie en Nederland omtrent de
waterwegen tot een casus belli, een reden
tot oorlog, op te drijven.
Wij voor ons zien hierin een nieuwe
dringende reden om zoo spoedig mogelijk
de Nederlandsch-Belgische geschillen uit de
wereld te helpen.
Hier zijn, zegt het Hbld., wij bij hetgeen
in het gepubliceerde tractaat met militaire in
terpretatie ons, Nederland, aangaat. Wij
kunnen het bestaan van het verdrag, gesloten
met schending van het Pact van den Volken
bond, op zichzelf hetreuren, maar wij heb
ben wel het recht dit in biizondere mate te
doen en ten sterkste ertegen te protesteeren nu
duidelijk wordt, dat wij, wanneer Belgie of
Frankrijk ooit weer met Duitschland in oor
log geraakte, er het slachtoffer van zouden
worden. In 1914 zijn wij van Duitsche zijde
eraan ontsnapt, omdat in plaats van het
plan-Schlieffen, dat doortocht door ons Lim
burg inhield, het plan-Moltke getreden was,
waarbij wij vrij bleven, omdat onze ont-
wapenaars moeten het maar weer eens
hooren onze 400 000 man een niet te
verwaarloozen factor zouden zijn geweest.
Uit de Duitsche pers
De publicatie van het geheime oorlogsver
drag tusschen Frankrijk en Belgie heeft In
Berlijnsche politieke kringen groot opzien ge-
baard. Van de gistermorgen verschenen bla
den, schrijft de Montag, onder het opschrift
„De maskeering van de Locarnopolitiek", dat
alle dementi's van de Fransche en Belgische
regeering niets helpen zouden. Alle feiten ge
tuigen er voor, dat dit verdrag bestaat. Men
behoeft slechts te denken aan den aanleg van
Belgische spoorlijnen Het Belgisch-Fransch
verdrag is voor Duitschland zeer emstig,
doch valt geheel binnen het kader van de
feiten, die reeds lang bekend waren betreffen
de het werkelijk karakter van de Fransche
buitenlandsche politiek.
Het Berliner Tageblatt constateert met
vele andere bladen, dat het geheime verdrag
in strijd is met het verdrag van Locarno,
zoowel wat den tekst als wat den geest van't
verdrag betreft Men heeft hier weder te
doen met een overeenkomst, gesloten door
militaire autoriteiten en niet door de regee
ringen. De wereld heeft reeds meer gezien,
welke beteekenis dergelijke daden van militai-
ren kunnen verkrij'gen, namelijk bij de in
1912 gesloten overeenkomst tusschen den
Franschen en Engelschen generalen staf. In
dit opzicht is geen misleiding van de openba
re meening meer mogelijk. Het Tageblatt
verwacht in de eerste plaats opheldering van
het reeds in de Belgische Kamer aangekon-
digde debat. Door dit debat zal waarschijn-
lijk de houding van het Duitsche departe
ment van buitenlandsche zaken worden be-
paald.
De Lokalanzeiger schrijft, dat niemand,
noch in Nederland, noch in Duitschland,
noch in Belgie, Frankrijk of Engeland aan
de echtheid van het gepubliceerd stuk zal
twijfelen. De vrede van Locarno en de al
daar geboden waarborgen, bepalingen di?
yan twee jaar na Locarno dagteekenen, wa
ken elke uitvlucht onmogelijk. We hebben,
besluit het Duitsch-nationale blad, steeds ge
zegd dat Locarno niets anders was dan zins-
bedrog en de bevestiging van deze opvatting
hebben we thans voor oogen.
Senator Borah over het Belgisch-
Fransch verdrag.
Senator Borah sprak in de Amerikaansche
senaat de hooo uit, dat de onthullingen over
een militair verdrag tusschen Frankrijk en
Belgie niet in overeenstemming zouden zijn
met de waarheid. Geheime verdragen en mi
litaire verbonden zijn in den tegenwoordigen
tijd en ook wegens de vele assuranties der
beide naties ongerechtvaardigd.
Uit de Brusselsche pers,
Naar een B T. A -bericht uit Brussel
meldt, zegt de Libre Belgique, dat men deze
zoogenaamde militaire overeenkomst zijn z6o
gen in het geheel niet au serieux neemt. Men
ziet er een demonstratie in van zekere Ne
derlandsche kringen, om de Nederlandsch-
Belgische betrekkingen van tevoren verwar-
der te maken. Een aantal bepalingen van de
zoogeaamde militaire overeekomst zijn zoo
onwaarschijnlijk, dat daarmee de echtheid
van het document veroordeeld is.
Een officieele Fransche tegen-
spraak.
Naar Havas uit Parijs meldt, verklaart
het Fransche ministerie van buitenlandsche
zaken, dat de in het buitenland gepubliceer
de berichten over een in 1920 gesloten
Fransch-Belgische militair verdrag en over
een interpretatieve overeenkomst, ter aanvul-
ling van dit verdrag in 1927 aangegaan,
onjuist zijn. Het ministerie herinnert, dar
Frankrijk en Belgie op 2 November 1920 den
Volkenbond de gewisselde nota's naar aan-
leiding van het militaire accoord van 7 Sep
tember 1920 hebben meegedeeld. Dit accoord
was zuiver defensief en had uitsluitend be
trekking op een fiiet-uitgelokten aanval. Se
dert dien hebben de beide regeeringen, noch
de generale staven der twee landen eenige
militaire overeenkomst geteekend.
Een vroeger in den avond verzonden tele
gram van Havas uit Parijs luidde:
In tegenstelling met de verzekeringen van
een Nederlandsch blad wordt in bevoegde
Fransche en Belgische kringen formed te-
gengesproken, dat er buiten de overeenkomst
van de generale staven van 1920, die bij den
Volkenbond geregistreerd is en in de parle-
men!en van de twee landen is besproken, een
geheim militair verdrag zou zijn gesloten.
Een Engelsch dementi.
Naar Reuter uit Londen meldt, is daar ter
bevoegder plaatse niets bekend van een mili
taire overeenkomst, die volgens de onthul-
ling in het Utrechtsch Dagblad in 1927 tus
schen Engeland en Belgie zou zijn gesloten.
Wel is bekend. dat in 1920 een militair ac
coord tusschen Frankrijk en Belgie is aan
gegaan. Het was een volstrekt defensief ver-
bond, dat bij den Volkenbond is geregis
treerd. Terzeifder tijd zijn nota's gewisseld-
tusschen de twee regeeringen, die niet zijn
openbaar gemaakt. Het bericht over een mili
taire overeenkomst tusschen Engeland ea
Belgie wordt beschouwd als pure fantasie,
vooral met het oog op het feit, dat zij acht-
tien maanden na de sluiting der verdragen
van Locarno en eenigen tijd na de toelating
van Duitschland tot den Volkenbond zou zijn
aangegaan.
Een ander bericht uit Londen meldt:
Het Britsche ministerie van buitenlandsche
zaken heeft officieel verklaard, dat het niets
afweet van het z.g. oorlogsverdrag tusschen
Frankrijk en Belgie, waarover in Nederland
bijzonderheden zijn gepubliceerd Het be
richt, dat er een andere overeenkomst tus
schen Groot-Brittannie en Belgie zou be
staan, wordt fantastisch genoemd, daar de
datum, die erin gegeven wordt 18 Maart, na
de overeenkomst te Locarno valt.
DE VLIEGTOCHT NAAR HET OOSTEN.
De aviateurs Pailland, Le Brix en Jousse,
die uit Akyab vertrokken zijn gister om 14
uur, zijn gister te Rangoon geland om 17 uur
5 plaatseTijken tijd. Heden vroeg vertrokken
zij naar Bangkok.
LONDEN—KAAPSTAD.
In (in vluchi.
Indien het weer gunstig blijft, zal da on-
onderbroken vlucht van Londen naar Kaap-
stad in een Fairey-eendekker, die ten minste
drie dagen en nachten achtereen in de lucht
kan blijven, binnen eenige dagen geschieden.
De machine zal vermoedelijk te Cranwell of
Waddingston starten.
VLIEGEN OVER DE OCEAAN.
Een kunstmatig eiland als luchthayen.
Naar Henry Gielow, lid van een firma
van waterwerken te New York meedeelt, zal
spoedig een begin gemaakt worden met de
constructie van een Iuchthaven in het mid
den van den Oceaan tiissche.: New .York en
de Bermu.da-eij.anden. v
ALKMAARSCRE GOURANT.