DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd een en dertigste laargang SlageSijkscSt ©weracltt. Het geheime verdrag tusschen Belgie en Frankrljk. Het militair verdrag. LM&fitiraart No. 4S Dlt nummei beslaat nit 2 bladen. 1929 Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestflagen, nitgegeven. Abonnenientsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Afzonderlijke en bewijsnumtners 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsraimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrnkkerij v/h, EERMs, COSTER ZOON, Voordam C 9. Directenr: C. KRAK. Telef.nr. Adminisfrafie 3. Telefoonnr. Redacfie 33. Postqiro 37060. Hooldredacteur: Tj. N. ADEMA. 2ft FEBBtll/IKI Nederland er ten nauwste in betrokken. Wat verstaat men in Belgie onder „neutraliteit" Belgische persstemmen. Het militaire verdrag tusschen Frankrijk en Belgie, dat door het U. D gepubliceerd is (men zie ons nummer van gisteren) heeft ge heel West-Europa uit zijn rust opgeschrikt En geen wonder, het ,,-geheime" verdrag werpt al een zeer eigenaardigen indruk op de politieke bewegingen in de verschillende landen. Ook Nederland is er ten nauwste bij be trokken, zooals in het verdrag dan ook dui delijk naar voren komt. Bij het lezen van het verdrag gaan onze gedachten onwillekeurig terug naar 1914, toen de groote wereldoorlog uitbrak De overgroote meerderheid van de wereld nam het Duitschland toen zeer kwalijk, dat het de neutraliteit van Belgie schond, door zijn legers over dit land naar Fransch grondgebied te brengen. Maar wat doet Belgie, waarmee elk land toen te doen had nu zelf? Alsof het zich niets meer herinnert van den onverdienden slag, dien het kreeg, bouwt het met Frankrijk een verdrag op, waarin de schending van de neutraliteit van een ander land als „heel ge- woon" beschouwd wordt! Immers, we lezen bij artikel V, dat ,,een tweede groep, be- staande uit Belgische en Britsche troepen, onder Belgisch bevel, tot doelwit zou ntmen Heinsberg en Geilenkirchen en Neder land s c h Limburg zou door- trekken langs enz (Men zie het betreffende artikel in ons blad van gister). Dat alles werpt wel een zeer eigenaardigen kij-k op de handelwijze van de Belgische regeering, temeer als men bedenkt, dat tijdens de onderhandelingen tusschen Nederland en Belgie over het (verworpen) Beigisch- Nederlandsch tractaat Belgie de verzeke- ring wilde hebben van Nederland, dat een Duitsche doortocbt door Nederland als een casus belli zou worden beschouwd. Die ver- zekering kreeg Belgie van ons land en als dank daarvoor wordt nu een Belgisch- Engelsche doortocht door Limburg in het geheim vastgesteld. Hoe men een dergelijke handeiing moet kwalificeeren, zullen we maar niet zeggen; in elk geval weet Nederland thans, waar het aan toe is: het is in het geniep verkocht en verraden met opzijzetting van alle goede trouw. Het is logisch, dat ons het meest belang in- boezemt, hoe men in Belgie over deze open- baarmaking denkt. Daarvoor zullen we eeni- ge Belgische persstemmen overnemen en dan valt allereerst op, dat de Fransch-Belgische bladen van Maandag. zooals de Etoile Beige, de Derniere Heure en Le Peuple nog met geen letter gewag maken van't verdrag. Wel echter gceft de Standaard (Brussel) een beschou- wing. waarbij zij o m. opmerkt, dat het vooralsnog niet kan aannemen, dat een der- gelijk verdrag tusschen de betrokken landen tot stand is gekomen. ,,Maar, voegt het blad erbij, „de kwestie is van.te gewichtigen aard. dan dat ze lang in het onzekere zou kunnen blijven. Het kan dan ook niet anders, of de regeering moet zich daarover onverwijld uit- spreken". Ook „De Schelde" meent, dat de regeering zich niet onbetuigd mag laten. „Indien het stuk echt is, dan is het vernie- tigend oordeel over het beleid van deze Regeering, van de staatslieden die er de ver- antwoordelijkheid van te dragen hebben, zonder mogelijk beroep defimti-ef uitgespro- ken. Dan is, wat wij vreesden, in nog groo- tere mate dan wij't vermoedden, bewaarheid de gruwelijke oorlogsdienstbaarheid rust dan op ons volk en wij zijn met deze open- baring van de geheime bedoelingen der Bel gische Regeering in de meest gevaarlijke phase getreden van de grondig-bedorven vredes-atmosfeer waarin geen normale be- trekkingen tusschen Nederland en Belgie meer mogelijk worden. Indien het hier (a forgery) een vervalsching -geldt, dan is het een politieke misdaad van een eerloozen schurk die niet zonder sanctie mag biijven. Een officieel „dementi" kan hier geen op- heldering brengen Daaraan zal wel niemand geloof hechten. Er moeten middelen uitge- vonden worden om duidelijk en onbetwist- baa r vast te stellen of dit stuk juist weer- geeft wat er tusschen Frankrijk en Belgie is overeengekomen. Wij veronderstellen dat niet* wij alleen hierover het debat in de Belgische Kamer zullen uitlokken Er zijn er onder de Belgische Staatslieden wier eer hierbij op het spel staat. tf' Nu of nooit moet deze kwestie worden uit- gevochten. 31MLQE& beLteft, .wij zorgen er vow dat de gelegenheid daarvoor onmiddellijk ge- boden wordt". De correspondent van de N. R Crt meldt aan zijn blad, dat in dip:omatieke kringen de publicatie een groote sensatie te weeg heeft gebracht. De eerste, vrij algemeene indruk is. dat het stuk valsch moet zijn, al blijken sommige bij- zonderheden van technis- hen aard die er in voorkomen, de waarheid te benaderen. Men weigert en ook De Standaard doet zulks aan te nemen, dat een dergelijk verdrag, vooral voor wat de tegen Nederland gerich- te interpretatie van de artikelen betreft, wel degelijk tot stand is gekomen. In officieuze kringen aan Buitenlandsche zaken wordt bet document een kwaadwiilige fantasie geheeten en stelt men een dementi in uitzicht. Tevens is mij door de Fransche ambassade alhier meegedeeld, dat de Fran- sche ambassadeur, de heer Herbette, op de meest formeele wijze de echtheid van het g'1- publiceerde stuk ontkent, zegt genoemde cor respondent. Het Fransch-Belgische militair accoord is, naar uit deze bron wordt ver- zekerd, sedert zijn onderteekening nimmer gewijzigd geworden en er komt geen letter in voor betreffende Nederland. Wat thans wordt gepubliceerd behoort tot het domein van de gefantasecrde romans. lets dergelijks bevat ook een officieel communique van het Belgische departement van buitenlandsche zaken Dat communique luidt als volgt: Een Nederlandsche courant publiceert on der een sensationeelen titel een tekst, welke zij beweert te zijn die van het Fransch-Bel gische militaire accoord en van de interpre- tatieve bepalingen, welke zouden getroffen zijn tusschen de beide generale staven. Een vluchtige lezing van dezen tekst volstaat reeds om aan te toonen, dat men hier te doen heeft met een grove vervalsching. De Belgische regeering heeft herhaaldelijk op duidelijke en volledig wijze uitleg ver- strekt inzake het Fransch-Belgische militaire accoord. Het is voldoende hierbij te herinne- ren aan de verklaringen, afgelegd in de ka mer door den heer Vandervelde, toenmaals minister van buitenlandsche zaken. den 15en November 1927, alsmede aan den. brief van minister-president Jaspar, 26 Januari 1928 gericht tot den president der gemengde mili taire commissie. Het Fransch-Belgische mili taire accoord voorziet uitsluitend het geval van een niet uitgelokten aanval van Duitsch land. De tekst werd in 1920 aan het parle- ment medegedeeld. Alleen de uitvoerbepalin- gen ervan, zooals deze werden overeenge komen door de twee generale staven, zijn uiteraard geheim gebleven. Het Nederlandsche blad, dat het valsche document publiceert, qeemt de voorzorg voor te behouden, alle waarde te ontzeggen aan het dementi, dat er zal worden tegenoverge- steld en door dit blad trouwens werd ^er- wacht. Het is gewenscht de aandacht te ves- tigen op een dergelijke handelwijze, waar- van het onbetwistbare doel is. de betrekkin- gen tusschen Nederland en Belgie in gevaar te brengen. Tot zoover, wat Nederland en Belgie be treft. Er zullen in de volgende dagen nog wel vele kolommen in de diverse bladen gevuld worden met beschouwingen over deze mili taire kwestie en het is te hopen, dat de zaak spoedig en afdoend geregeld wordt. In het andere geval zou er wel eens een groote kloof tusschen beide staten kunnen komen En daar heeft toch zeker geen van de twee belang bij. De meening van den Franschen zaakgelastigde. De Haagsche Crt. heeft gisteren een onder- houd gehad met den Franschen-zaakgelastig de, M. de Saint Martin, in verband met de puKiceering van het verdrag. De charge d'affaires verklaarde zeer ver- wenderd te zijn over de publicatie door het Nederlandsche dagblad. Hem dacht, dat de tekst van dit geheime verdrag, welks bestaan hij niet ontkende, reeds lang (in 1920) gede- poneerd zou zijn te Geneve en aldaar geregis- treerd. Zoodra mr. St. Martin de publicatie in het „U. D." gelezen had, had hij den tekst getele- grafeerd naar zijn regeering. De zaakgelastigde was er van overtuigd, dat de Fransche regeering de verantwoorde- bjkheid van de interpretatie nie-t op zich zal nemen, omdat zij er onkundig van zal zijn. Welke bezwaren, zoo vroeg M. de St. Mar tin ons, kan Nederland maken tegen de tekst van het verdrag? Het gaat tegen Duitsch land. En wat er in de interpretatie van dit -verdrag over Nederland te lezen staat: „Wat is dat een interpretatie van een verdrag? Ge'fnterpreteerd door wie? door de generale staven van beide landen? Of door anderen? Wie onderteelcenden die interpretatie? Zoo lang wij de oorspronkelijke tekst niet hebben, a'dus beslcot de rhage affaires het .oMcrhoud, en zoolang wij niet wetem welke meening in de interpretatie tot uiting komt, zoolang hebben wij a. ten ons alleen te houden aan de artikelen van het verdrag. Wat de Nederlandsche bladen zeggen. Het is zegt de „TeI." een militair ver- bond in optima forma. Het heet bestemd te zijn tegen aanvallers, maar als men nagaat, hoe Nederland „in de gauwigheid" tot aanval er wordt „geconstru- eerd", weet m-en hoeveel d-it „defensief" ka- rakter waard is. Het is gericht tegen Duitsch land, of „tegen eenige andere mogendheid, die hoe dan ook door Duitschland onder- steund wordt". „Hoe dan ook" welk een gevaarlijke rek zit er in deze vage woorden! Het blad gaat dan de beteekenis der inter pretatie door de generale sta-ven na om te beskuiien In laalste ins-tantie doet het er weinig toe, of de gepubl-iceerde documenten we'Iicht in een enkel onderdeel niet goed weergegeven zullen blijken. Flet is niettemin zaak, dat de aangelegen- heid, die thans aa:i de orde is gestekd, tot in den grond wordt nagegaan. Een effen „Es ist nicht wahr" is niet genoeg om gerecht- vaardigden argwaan te dooven. Volkomen opheldering moet worden gege\'en. Het Ne derlandsche vo;1 k verwacht van zijn regeering, dat zij alle stappen zal doen, noodig om deze aange'egenbeid en daarmede onze verhou- ding tot Frankrijk, Engeland en Belgie tot klaarheid te brengen. De N. R. C. De N. R. C. herinnert aan hetgeen over den nieuwen geest der internationale politiek door Chamberlain e. a. is gezegd en aan het feit, dat men nu tegenover ons beraamt, wat de geheele wereld ontzette, to-en Duitschland het in 1914 tegen Belgie bedreef. Slechts deze opmerking mogen wij maken, akdus het blad, dat eene geesbesgesteldiheid als uit de bovenaangehaalde zinsnede der „interpretatie" spreekt, zoo zij thans nog be- staat, eene basis voor onderhandeling met Belgie schijnt te ontbreken. Zoo gij mij niet gewillig vo'gt, gebruik ik geweld schijnt in de passage opgesloten. Doet gij niet wat ik wil, dan zal ik „agressie" aannemen. Een d-ruk op het knopje, en twee Fransche leger- korpsen staan mij gereed het lijkt ons geen grondsiag, om gemakkelijk te komen tot een NederlandschBelgische overeenkomst, die beide landen bevredigen kan. Misschjen zijn wij te pessimist, maar de uiterste waakzaam- heid cnzerzijds lijkt ons ten minste aanbevo- len. In een beschouwing van „,Het Vaderland" leest men o.a. Het Fransch-Belgische militaire verdrag is nauwelijks een jaar na de geboorte van den Volkenbond gesiolen. In tegenstelling met het accoord' tusschen Engeland en Frankrijk, dat de zegeningen der openbaarmaking niet ge- heel ontging, is het niet gepubliceerd. Wil de Belgische regeering alle misverstand omtrent de strekking er van wegnemen, dan zal zij haar Franschen bondgenoot moeten bewegen tot bekendmpking. Een eenvoudig dementi kan onder deze omstandigheden niet voldoen de worden geacht. Wij vertrouwen, dat men ook in Belgie de nooclzakelijkheid van opheldering zal mzien. Dze gehime diplomatie in haar bedenkelijk- sten -vorm kan, dunkt ons, de instemming van de meerderheid onzer zuiderburen niet hebben. En ook zal het't Belgische volk inte- resseeren te vernemen, of de Belgische sol-da- ten eventueel naar d-e Italiaansche grens ge- dirigeerd zullen kunnen worden. Verschaft de regeering te Brussel de ge- wenschte ophel-dering niet, dan is er een ern- stige taak weggelegd voor den Volkenbond, die de volgende maand wederom bijeenkomt. Daar zal ook de stem van Duitschland ge- lioprd worden, dat evenals wij recht heeft op het schenken van klaren wijn. „Het mes op de keel". De juistheid aannemend van de publicatie in het „Utr. Dgb'd." hebben wij, zegt de (anti-rev.) „Standaard" te doen met een ont- stellen-de mentaliteit. Wij onderhandelen met Be'gie in vrede en vriends-chap, zoo we meenden, over aangele- genheden, betrekking hebbende op sommige waterwegen. En nu blijkt, dat de generale staven van Belgie en Frankrijk van oordeel zijn, dat als wij in de Belgische eischen niet toestemmen, daarin eventueel gezien zal kun nen worden een „aanranding", waarbij Belgie op de hu-'p van twee Fransche leger- corpsen zal mo-gen rekenen. De „interpretatie" kan alleen dit fceteeke- nen, wil zij niet ge'heel inhoudloos zijn. Natuurlijk zien we niet over het hoofd, dat voor het metterdaad gewapenderhand optre- den nog iets anders noodig is dan de mee ning van de twee legerstaven, maar het is toch haast ond-en-kbaar te achten, dat zulk een meening schriftelijk zou zijn vastge'egd zon der voorkennis der betrokken regeeringen. In elk geval komt het vraagstuk van onze onderhandelingen mcl Belgie over de herzie- ning van het tractaat van 1830 thans wel under een zeer biizondere belichhng te staan, Wat ook het stand-punt geweest moge zijn, dat ingenomen werd bij de behandeling van het in 1927 verworpen verdrag, thans is o. i. slechts een houding mogelijk. En wel deze, dat wij moeten weigeren ver- der te onderhandelen, indien van Belgische zijde geargumenteerd wordt met 600 00-0 man plus twee Fransche legercorpsen. Beter geen onderhandelingen, dan onder handelen met het mes op de keel. „Het Volk" wijst er op, dat als het gepu bliceerde stuk echt is het een fel licht werpt op de gevaarlijkheid van het militarism-?. In vollen vrede en in koelen bloede wordt dus tusschen Engeland, Belgie en Frank rijk overeengekomen. dat bij een nieuwen oorlog met Duitschland de neutraliteit van het bevriende Nederland brutaalweg ge- schonden zal worden Als staaltje van mi- litairistische roekeloosheid is dit wel bij- zonder grof. Een pikante bijzonderheid is, dat Enge land aan deze overeenkomst cteel nam Dit land trad in 1914 tot den wereldoorlog toe onder opgaaf van d-e officieele reden, dat het de Duitsche schennis der Belgische neutraliteit niet dulden kon Thans neemt het zich op oud-Pruisische wijzt de scher.- nis der Nederlandsche neutraliteit voor Het toont wel heel kras aan dat milita- risme en immoraliteit een zijn. Dat geldt. zegt het blad, ook voor het N-edeilandsche militairisme Een punt van beteekenis uit de gepubli- ceerde overeenkomst van twee iaar ge- leden is nog, dat daarin gezegd wordt, dat „de onderhandelingen tusschen Nederland en Belgie van wege Nederland hebben uitgelokt en nog zullen uitlokken maat- regelen op het gebied der waterwegen, die eventueel als onvriendelijk en zelfs agressief (aanvallend) kunnen worden beschouwd". Met andere woorden. van Belgische zijde heeft men reeds alles in gereedheid ge bracht ten einde, indien dat wenschelijk mocht worden geoordeeld, d-e cneenigheid tusschen Belgie en Nederland omtrent de waterwegen tot een casus belli, een reden tot oorlog, op te drijven. Wij voor ons zien hierin een nieuwe dringende reden om zoo spoedig mogelijk de Nederlandsch-Belgische geschillen uit de wereld te helpen. Hier zijn, zegt het Hbld., wij bij hetgeen in het gepubliceerde tractaat met militaire in terpretatie ons, Nederland, aangaat. Wij kunnen het bestaan van het verdrag, gesloten met schending van het Pact van den Volken bond, op zichzelf hetreuren, maar wij heb ben wel het recht dit in biizondere mate te doen en ten sterkste ertegen te protesteeren nu duidelijk wordt, dat wij, wanneer Belgie of Frankrijk ooit weer met Duitschland in oor log geraakte, er het slachtoffer van zouden worden. In 1914 zijn wij van Duitsche zijde eraan ontsnapt, omdat in plaats van het plan-Schlieffen, dat doortocht door ons Lim burg inhield, het plan-Moltke getreden was, waarbij wij vrij bleven, omdat onze ont- wapenaars moeten het maar weer eens hooren onze 400 000 man een niet te verwaarloozen factor zouden zijn geweest. Uit de Duitsche pers De publicatie van het geheime oorlogsver drag tusschen Frankrijk en Belgie heeft In Berlijnsche politieke kringen groot opzien ge- baard. Van de gistermorgen verschenen bla den, schrijft de Montag, onder het opschrift „De maskeering van de Locarnopolitiek", dat alle dementi's van de Fransche en Belgische regeering niets helpen zouden. Alle feiten ge tuigen er voor, dat dit verdrag bestaat. Men behoeft slechts te denken aan den aanleg van Belgische spoorlijnen Het Belgisch-Fransch verdrag is voor Duitschland zeer emstig, doch valt geheel binnen het kader van de feiten, die reeds lang bekend waren betreffen de het werkelijk karakter van de Fransche buitenlandsche politiek. Het Berliner Tageblatt constateert met vele andere bladen, dat het geheime verdrag in strijd is met het verdrag van Locarno, zoowel wat den tekst als wat den geest van't verdrag betreft Men heeft hier weder te doen met een overeenkomst, gesloten door militaire autoriteiten en niet door de regee ringen. De wereld heeft reeds meer gezien, welke beteekenis dergelijke daden van militai- ren kunnen verkrij'gen, namelijk bij de in 1912 gesloten overeenkomst tusschen den Franschen en Engelschen generalen staf. In dit opzicht is geen misleiding van de openba re meening meer mogelijk. Het Tageblatt verwacht in de eerste plaats opheldering van het reeds in de Belgische Kamer aangekon- digde debat. Door dit debat zal waarschijn- lijk de houding van het Duitsche departe ment van buitenlandsche zaken worden be- paald. De Lokalanzeiger schrijft, dat niemand, noch in Nederland, noch in Duitschland, noch in Belgie, Frankrijk of Engeland aan de echtheid van het gepubliceerd stuk zal twijfelen. De vrede van Locarno en de al daar geboden waarborgen, bepalingen di? yan twee jaar na Locarno dagteekenen, wa ken elke uitvlucht onmogelijk. We hebben, besluit het Duitsch-nationale blad, steeds ge zegd dat Locarno niets anders was dan zins- bedrog en de bevestiging van deze opvatting hebben we thans voor oogen. Senator Borah over het Belgisch- Fransch verdrag. Senator Borah sprak in de Amerikaansche senaat de hooo uit, dat de onthullingen over een militair verdrag tusschen Frankrijk en Belgie niet in overeenstemming zouden zijn met de waarheid. Geheime verdragen en mi litaire verbonden zijn in den tegenwoordigen tijd en ook wegens de vele assuranties der beide naties ongerechtvaardigd. Uit de Brusselsche pers, Naar een B T. A -bericht uit Brussel meldt, zegt de Libre Belgique, dat men deze zoogenaamde militaire overeenkomst zijn z6o gen in het geheel niet au serieux neemt. Men ziet er een demonstratie in van zekere Ne derlandsche kringen, om de Nederlandsch- Belgische betrekkingen van tevoren verwar- der te maken. Een aantal bepalingen van de zoogeaamde militaire overeekomst zijn zoo onwaarschijnlijk, dat daarmee de echtheid van het document veroordeeld is. Een officieele Fransche tegen- spraak. Naar Havas uit Parijs meldt, verklaart het Fransche ministerie van buitenlandsche zaken, dat de in het buitenland gepubliceer de berichten over een in 1920 gesloten Fransch-Belgische militair verdrag en over een interpretatieve overeenkomst, ter aanvul- ling van dit verdrag in 1927 aangegaan, onjuist zijn. Het ministerie herinnert, dar Frankrijk en Belgie op 2 November 1920 den Volkenbond de gewisselde nota's naar aan- leiding van het militaire accoord van 7 Sep tember 1920 hebben meegedeeld. Dit accoord was zuiver defensief en had uitsluitend be trekking op een fiiet-uitgelokten aanval. Se dert dien hebben de beide regeeringen, noch de generale staven der twee landen eenige militaire overeenkomst geteekend. Een vroeger in den avond verzonden tele gram van Havas uit Parijs luidde: In tegenstelling met de verzekeringen van een Nederlandsch blad wordt in bevoegde Fransche en Belgische kringen formed te- gengesproken, dat er buiten de overeenkomst van de generale staven van 1920, die bij den Volkenbond geregistreerd is en in de parle- men!en van de twee landen is besproken, een geheim militair verdrag zou zijn gesloten. Een Engelsch dementi. Naar Reuter uit Londen meldt, is daar ter bevoegder plaatse niets bekend van een mili taire overeenkomst, die volgens de onthul- ling in het Utrechtsch Dagblad in 1927 tus schen Engeland en Belgie zou zijn gesloten. Wel is bekend. dat in 1920 een militair ac coord tusschen Frankrijk en Belgie is aan gegaan. Het was een volstrekt defensief ver- bond, dat bij den Volkenbond is geregis treerd. Terzeifder tijd zijn nota's gewisseld- tusschen de twee regeeringen, die niet zijn openbaar gemaakt. Het bericht over een mili taire overeenkomst tusschen Engeland ea Belgie wordt beschouwd als pure fantasie, vooral met het oog op het feit, dat zij acht- tien maanden na de sluiting der verdragen van Locarno en eenigen tijd na de toelating van Duitschland tot den Volkenbond zou zijn aangegaan. Een ander bericht uit Londen meldt: Het Britsche ministerie van buitenlandsche zaken heeft officieel verklaard, dat het niets afweet van het z.g. oorlogsverdrag tusschen Frankrijk en Belgie, waarover in Nederland bijzonderheden zijn gepubliceerd Het be richt, dat er een andere overeenkomst tus schen Groot-Brittannie en Belgie zou be staan, wordt fantastisch genoemd, daar de datum, die erin gegeven wordt 18 Maart, na de overeenkomst te Locarno valt. DE VLIEGTOCHT NAAR HET OOSTEN. De aviateurs Pailland, Le Brix en Jousse, die uit Akyab vertrokken zijn gister om 14 uur, zijn gister te Rangoon geland om 17 uur 5 plaatseTijken tijd. Heden vroeg vertrokken zij naar Bangkok. LONDEN—KAAPSTAD. In (in vluchi. Indien het weer gunstig blijft, zal da on- onderbroken vlucht van Londen naar Kaap- stad in een Fairey-eendekker, die ten minste drie dagen en nachten achtereen in de lucht kan blijven, binnen eenige dagen geschieden. De machine zal vermoedelijk te Cranwell of Waddingston starten. VLIEGEN OVER DE OCEAAN. Een kunstmatig eiland als luchthayen. Naar Henry Gielow, lid van een firma van waterwerken te New York meedeelt, zal spoedig een begin gemaakt worden met de constructie van een Iuchthaven in het mid den van den Oceaan tiissche.: New .York en de Bermu.da-eij.anden. v ALKMAARSCRE GOURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1