DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Honderd sen en dertigsie laargang 1929 Hit foefc ParSemeni Usstgelijkscto overzicht. Met militair verdraf. VOLKSUNIVERSITEIT. wo, 5© Dit nammei bestaai nit 2 bfadeit. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, bebalve Zon- en Feestdagen, uitgsgeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—, franco door bet geheele Rijk 2.50. Alzonderlijke en bewijsnnmmers 5 cents. rrvi PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote confracten rabat. Groote letters naar plaatsrnimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h, KERMs, COSTER ZOON, Voordam C 9. Directeur: C. KRAK. Telef.nr. Administratie 3. Tele^cnr. Redacfie 33. Postgiro 37060. Hooldredacteur: Tj. N. ADEMA. 28 FKIIltl iltl mim, mm Den Haag, 27 Februari 1929. Van de beraadslagingen in verband met de interpellatie van den heer Duymaer van Twist (A.R.) omtrent de toepassing van de Zuiderzee-steunwet koesterden vele leden der Tweede Kamer groote verwachtingen, zoo- dat, toen heden de voorzitter haar aan de orde stelde, de heer Duys (S.D.A.P.) al dade- lijk kwam met een voorstel om aan iederen spreker meer spreektijd te gunnen dan de voorzitter in overweging had gegeven. De meerderheid der Kamer schaarde zich even- wel aan de zijde des voorzitters en dat is achteraf niet zoo kwaaa gebleken, want nu had de Kamer binnen twee uur de zaak aeti ter den rug. Doch dit is ook te danken aan den minister van Waterstaat, den heer Van der Vegte, die, toen de interpellant zijn grie- ven omtrent de wet had gezegd, verklaarde het zoo volkomen met hem eens te zijn, dat hij reeds doende was aan een wetswijziging. Hij verwachtte nog slechts een advies van den Generalen Raad, en dan zou met bekwa- men spoed zijn departement aan den arbeid gaan om een wetswijziging te formuleeren, welke de minister nog dit jaar met de Kamer zou kunnen behandelen. Daarmee had hij den interpellant vrijwel den wind uit de zeilen ge- nomen. Toch werd het debat daarom niet ge- staakt. Had de heer Duymaer van Twist in het bij- zonder er over geklaagd, dat de steunwet als een armenwet werd toegepast, terwijl het de bedoeling is de Zuiderzeevisschers, die door de drooglegging dreigen hun bestaan te ver- liezen, op hetzelfde economische peil te hou- den als vroeger, zoo kwamen ook andere sprekers met hun grieven voor den dag. In het bijzonder de heer Duys, die een bijzon- dere liefde voor die vischers scheen te koeste- ren. Hij diende zelfs d.ie moties in, waarbij aangedrongen werd op bijslagen op het loon, op verlenging van de termijnen van terug- betaling van verleende credieten en op rui- mer vertegenw oordiging der visschers in den Centralen Raad Eenigszins komisch was het den heer Van der Biit (R.K.) te hooren ver- klaren. dat hij de verwerping van de begroo- ting van het Zuiderzeefonds zou bevorderen zoo de Minister geen spoed maakte en niet minder humoristisch was het den heer Lovina te hooren dreigen met een initiatiefvoorstel van de Christelijk-Historische fractie als de minister niets deed! Minister Van der Vegte verloor door die dreigeroenten zijn kalmte niet Hij verklaarde. dat hij kalm zou afwachten, hoe de Kamer zich tegenover de moties zou houden Wer- den zij aangenomen, dan zou hij daaruit kun nen afleiden welke opvattingen de Kamer over de zaak koesterde, doch overigens, be- wust van zijn verantwoordelijkheid, zijn eigen gang gaan. Het slot der besprekingen is geweest dat de Kamer zich zonder stemming heeft ver- eenigd met een motie van den heer Duy maer, waarbij op wetswijziging wordt aan gedrongen en in het bijzonder de wenscheiijk- heid wordt uitgesproken. dat den visschers vergoed wordt de waardevermindering van hunne goederen ten gevolge van de droog- leggin. Maar de moties van den heer Duys ging de meerderheid toch te ver en zij wer- den met 40 tegen 28 stemmen verworpen Het overige van den middag heeft de Ka mer gewijd aan de bespreking van de inder- tijd door den heer Sannes (S.D A.Pinge- diende motie ten gunste van een rente aan hen die niet vallen onder de bepalingen det Ouderdomswet en dus op hun 65ste jaar geen uitkeering krijgen van 3 pei week. Er is volgens hem een aantal van 380C0 nooillij- dende ingezetenen, die den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt en toch geen rente trek- ken en daarin moet voorzien worden Geen der sprekers. die na hem kwamen. beaamde die opvatting. Men vond het over het algemeen onbillijk tegenover hen, die voor hun rente trouw zegeltjes hebben ge- plakt, dat anderen, die dat niet hebben ge- daan, nu toch die rente deelachtig zouden worden. Maar dat de Ouderdomswet verbe- iering noodig heeft, werd door enkele spre kers wel erkend en zoowel de heer Kuiper (R.K.) als de heer Snoeck Henkemans (C H.) kwamen met moties in die richbng voor den dag. Morgen wordt de beraadslaging voo't- •gezet en hebben we dus gelegenheid om op de zaak wat nader terug te komen. In het begin der vergadering heeft de Ka mer geweigerd mee te gaan met het denk- beeld door den heer Van Vuuren (R Kge- opperd en door den voorzitter overgenomen om de beraadslagingen over onze toetredirig tot het Keliogg-Pact wat uit te stelien in ver band met de onthullingen in zake het Fransch-Belgische tractaat, De Kamer ge- voelde zich blijkbaar niet bijzonder van de vvijs gebracht door die geschiedenis Met 44 tegen 23 stemmen heeft de Kamer verworpen de motie van den heer L. de Visser ten gunste van een herziening van de Vreem- Jlingenwet. DE CRISIS VAN HET PARLEMENTARISME IN DUITSCHLAND. De vorming van nieuwe partijen; wat zal er van de oude partijen worden; een verklaring van het „Hambarger Fremdenblatt". De zware crisis, die het Parlementarisme in Duitschland heeft door te maken, is niet, zooals veelal wordt beweerd, enkel te beschou- wen als het gevolg van de moeilijkheden, die in den weg staan bij de regeeringsvorming in het Rijk en in Pruisen; men heeft eerder te doen met hevige schokken in de partijen, die volgens een vrij algemeen oordeel, ertoe moe- ten overgaan, hun methodes geheel en al te wijzigen, als ze tenminste de democratic wil- len redden en niet den weg bereiden voor hen, die den roep naar de dictatuur doen weer- klinken. Het zijn de groote burgerlijke par tijen, die dreigen uiteen te vallen, terwijl de sociaaldemocratie over het algemeen aaneen- gesloten blijft. De breede massa's der kiezers ergeren zich over de houding van sommige partijen en het is dus niet te verwonderen, als er in parle- mentaire kringen over wordt beraadslaagd, om nieuwe partijen te vormen. Zoo heet het, dat er in de Duitsche Volkspartij een verande- ring voor de deur staat; dat er nu, tengevolge van de definitieve beslissing omtrent de resree- ringsvorming in Pruisen, nu ook de schei- ding der geesten zal plaats hebben, wat men al lang heeft zien aankomen. Er wordt be weerd, dat de leider der Rijksdag-fractie, Dr Scholz, er genoeg van heeft, de vieugels van zijn fractie, die steeds veraer uit elkaar gaan, bijeen te houden en op die manier, door be- gane vergissingen, het gezag van den partij- leider, Dr. Stresemann, tegen zich te krgen. Als de „Deutsche Allgemeine Zeitung" van een nieuwe partij spreekt, meent ze dus het plan, waarvan al eenigen tijd sprake is ge weest, n.l. dat de rechtervleugel van de Duit sche Volksoartii zal afzwenken en zich zal aansluiten bij die groep van Duitsch-nationa- leri, Reichslandbund en Christelijk-nationale boerenpartij, die alle onder den naam „vipj- conservatieve groep" kunnen worden bijeen- gevat. Deze groep bestaat hoofdzakelijk uit actieve parlementairs, die, wanneer ze uit hun partij scheiden en een nieuwe groep vormen, in de Parlementen en vooral in den Rijksdag elken dag politick actief kunnen worden. Het gaat dus om twee nieuwe partijen en het blijft nu maar de vraag, wat er dan van de oude partijen zou worden. Deze vraag wordt in een verklaring van het „Hamburger Fremdenblatt", welks be- trekkineen tot Dr. Stresemann bekend zijn, in den volgenden interessanten vorm beant- woord: Zoolang overtuiging of verbeelding vasthoudt aan de mogelijkheid, dat het monarchische systeem kan terugkeeren, zoo lang wijde kringen van het Duitsche .volk meenen de vereering voor een roemrijk ver- leden slechts te kunnen bewaren, door de oude toestanden schematisch te herstellen, en zoo lang, onder den druk van economische en po- litieke omstandigheden na een verloren oor- log, pok kringen der jeugd zich voelen aange- trokken tot deze levens- en wereldbeschou- wing, zoolang zal de Duitsch-nationale par tij, meer of minder sterk dat zal op de nieuwe oartij-leiding aankomen blijven be staan. Er zal ook voor afzienbaren tijd moe- ten worden gerekend met de partij van het Centrum en nog veel meer met de groote sociaal-democratische partij. Maar de ont- wikkeling van alle andere partijen, die daar tusschen staan, schijnt geheel onzeker. De burgerlijke partijen van het midden verlan- gen de verwezenlijking van de gedachte eener nieuwe partij, waarin de tallooze verbonden, groepen, vereenigingen," clubs, academisch- en beroeps-organisaties zouden worden ver- eenigd. Men gaat inzien, dat een verandering van den tegenwoordigen toestand alleen mo- gelijk is, wanneer er een beslissende wijziging in het kiesrecht tot stand komt, wanneer de partij-bureaucratie van een deel harer macht wordt ontbloot, wanneer het verouderen der Parlementen wordt vermeden en de zuiver economische en zuiver politieke kwesties scherper worden uiteen gehouden. Geen ver andering van den staatsvorm of van het democratisch-parlementaire systeem, geen ge- weld, maar een vlugge evolutie zweeft den groepen voor den geest, die er op aandringen, zelf mede te werken bij den opbouw van den staat. De jonge generatie in de burgerlijke par tijen, die op den bodem van een liberale levensopvatting staat en de gedachte van den nationalen volksstaat preekt, die door het leed van den oorlog en den tijd daarna een sterk sociaal gevoel heeft en met het verleden al leen gebonden is door respect, niet door eigen herinnering, voelt zich buitengesloten bij den opbouw van den staat. Deze jonge generatie ziet in het tegenwoordige pajlementaire stel- sel een begunsbging van ongezonde econo mische en wettelijke omstanaigheden; ze ziet, dat de partijen tot ambten warden, waer in engen, vertrouwelijken kring, in taktiek of economic ervaren leiders voor hun heele leven zich tot afgevaardigden laten benoemen. Ze ziet in de partij-taktiek, in het stijve vasthou- den aan politieke dogma's, hetwelk niet mee- komt met de steeds voortuitgaande ontwikke- ling van het volk daarbuiten, een gevaar, dat nu reeds werkelijkheid gaat worden: n.l. dat de burgerlijke midden-partijen zichzelf zullen uitschakelen van de medewerking aan den staat. Ze vreezen, dat het niet meer lang kan uitblijven, of de Duitsche burgers in alle lagen en standen zullen zonder invloed zijn, ze zullen gesplitst zijn en zoo worden ver- morzeld tusschen sociaaldemocratie, Duitsch- nationale partij en Centrum. De wensch, dat al deze krachten worden vereenigd en zich zullen aaneensluiten, kan nog tot een orga- nische eenheid leiden. De oude partijen zullen hierdoor misschien worden gedwongen, zich spoedig te uiten, of ze deze beweging deze strooming verder, zoo als tot nu toe, willen ontkennen, of er niet op letten. Deze verklaring van het „Hamburger Frem denblatt" verdient de aandacht. Ze toont onomwonden, hoe de dingen werkelijk staan: de zware crisis, waar de groote burgerlijke partijen van Duitschland zich doorheen m'oe- ten vechten en die eventueel kan leiden tot een algemeene verandering van het beeld der Duitsche binnenlandsche politiek. Onder het hoofd „De authenticiteit van de Utrechtsche documenten" vertelt de „Haag- sche Courant" van een onderhoud dat een harer redacteurs heeft gehad met dr. Ritter, den hoofdredacteur van het U. D. Het blad begint dan als volgt: De aandacht van de geheele wereld is ge- vestigd op de door het „Utrechtsch Dag- blad" gepubiiceerde documenten en er be staat op het oogenblik voor de meeste ge- interesseerden maar een vraag: Zijn de Utrechtsche papieren echt of zijn ze valsch? De dementi's in de hoofdsteden der betrokken landen, de hartstochtelijke ontkenningen in de buitenlandsche pers-organen, de veront- waardigde disputen in de Belgische Tweede Kamer maken het voor dengene, die graag de waarheid zou willen kennen, wel heel moeilijk uit de ziedende kolk van „es-ist-nicht- wahr's", de pure, de ongerepte, de zuivere waarheid, jte weten te komen. De sleutel beru.it in Utrecht. De algemeene opinie is: in Utrecht zijn ze er mee begonnen en in Utrecht zullen ze er wel meer van af weten. Zonder ons verder in hypothesen te verdiepen, die bij sommigen allerbedenkelijkste afmetingen hebben aange nomen, hebben wij ons gewend tot den man, die den sleutel van het geheim bezit, tot den hoofdredacteur van het „Utrechtsch Dag- blad", dr. P. H. Ritter jr., die de zaak aan het rollen heeft gebracht. Dr. Ritter deed, wij constateerden het met groote voldoening, in het minst niet geheim- doenerig en was onmiddellijk bereid om ons de motieven uiteen te zetteti, die hem bewo- gen hebben tot publicatie over te gaan van de documenten, die men hem ter hand had gesteld. Hij was er van overutigd ons land er een dienst mee te bewiizen, doch niet, nadat hij er een vijftal Nederlanders, van hooge posi- tie, van onbesproken reputatie, over gespro- ken had, die hem alien den raad gaven tot publicatie der stukken over te gaan, heeft dr. Ritter den stap gedaan, die zullc een ontzag- lijke roering ten gevolge heeft gehad. De stukken zijn uit een beslist onverdachte bron afkomstig, aldus verklaarde ons de heer Ritter, al wilde hij om begrijpelijke redenen ons den naam van zijn relatie niet noemen. Geen ver drag maar de ondertee- kende notulcn van een generalen sta venbijeenkomst. De documenten vormen de notulen van een bijeenkomst van militaire deskundigen, te Brussel gehouden. Zij zijn geschreven op of- ficieel papier van den Belgischen Staat, on- derteekend met de namen der deelnemers aan deze conferentie en dragen Belgische depar- tementale lakzegels. Wat den tekst van't Fransch-Belgisch ver- drag aangaat, deze is geincorporeerd in de notulen der bijeenkomst. Om meer dan een reden, zei ons de heer Ritter, heb ik absolute aanleiding om aan te nemen, dat de documenten niet vervalscht zijn. Wanneer men hier gekomen was met het zoogenaamde oorspronkelijke verdrag, waar van misschien slechts twee exemplaren be staan, achter zeven sloten veilig weggebor- gen in de regeeringskluizen te Brussel en Parijs, dan zou ik moeite hebben om aan de echtheid van het stuk te gelooven. Maar van de officieele notulen, de rapporten der ge houden bijeenkomsten van militaire deskun digen, welke na afloop aan iederen deelne- mer plegen te worden verstrekt, is het zeer wel mogelijk aan te nemen, dat er een exem- plaar verdwaald is. Zoo'n exemplaar nu is in onze handen gekomen. En als men aan de echtheid der handtee keningen op dit document twijfelt aldus dr. Ritter men zal in den kring van den gene, die mij "t merkwaardige document ver- schaft heeft, niets liever zien dan dat het te Geneve op zijn deugdelijkheid onderzocht wordt. Wij hebben als dengene, die u het do cument verschaft heeft, zoo vroegen wij ver der aan dr. Ritter, den naam gehoord van professor Gerretson te Utecht. Is deze sup- positie juist? Met nadruk antwoordde de heer Ritter op onze vraag: „Ik heb voor de publicatie pro fessor Gerretson niet gesproken en ik had geen enkel contact met hem". Kende minister Beelaerts den in- houd? Men heeft u verweten, de documenten gepubliceerd te hebben, in plaats van ze ter kennis gebracht te hebben van het departe ment van Buitenlandsche Zaken, aldus was onze volgende vraag. Hebt u ze aan minister Beelaerts van Blokland laten lezen? De heer Ritter ant woordde ontkennend. Mogen wij hieruit opmaken, dat inder- daad de minister voor een surprise stond, toen Zaterdagavond de publicatie plaats vond? En toen zeide de heer Rittef: Neen, dat zeg ik niet, maar i k heb het departement niet ingelicht. (Van andere zijde werd ons bevestigd, dat de minister reeds aan het einde van Januari of in het begin van deze maand volkomen op de hoogte gesteld zou zijn van den inhoud der documenten. Het zou mis schien wel interessant zijn, indien een Ka- merlid bij de bespreking van de vragen door oud-minister Heemskerk gesteld, bij den mi nister van Buitenlandsche Zaken informeer- de hoe deze vork in den steel zit!) Ons onderhoud was hiermede afgeloopen en wij hebben den indruk meegenomen van iemand, die zich ten voile bewust is van de draagwijdte van hetgeen hij, in het belang van ons land, heeft gemeend te moeten doen, maar die uit zuivere conscience en ten voile overtuigd van de waarachtigheid zijner mid delen, gemeend heeft aldus te m o e t e n handelen. De Nederlander en de onthulling van het Utrechtsch Dagblad. De Nederlander van gisteravond schrijfi o. m. „Gisteren tusschen twaalf uur en half twee (het uur, waarop de pers begint te draaien) was er geen gelegenheid tot iets anders, dan tot eene helaas-mislukte poging, om de heeren De Visser en De Vos van Steenwijk terug te brengen van hun verlangen tot onmiddeliijke plaatsing van de door hen gestelde mededee- ling en daarna tot het opstellen van eene zeer beknopte persoonlijke verklaring. Heden kunnen wij niet anders doen, dan deze verklaring iets uitvoeriger herhalen. De mededeeling van deze beide hoog- geachte mannen, gedurende een reeks van ja- ren steunpilaren van de Christe'ijk-His- torische richting en van ons blad, en dit ter- wille van „de appreciate van de Interpreta- tie", heeft ons diep getroffen. En dit treffen kwam geheel onverwacht. Nog altijd zijn wij overtuigd, indien de ver- kwanselaar van het zoogenaamd authentiek document zich had vervoegd tot de Neder lander, om het ter plaatsing aan te bieden; dat hij onverschillig of dr. De Visser of de heer Snoeck Henkemans hem te woord had gestaan ter deure gewezen ware, dat wij onmidde!lijk de Nederlandsche Regeering zouden hebben ingelicht; maar, dat van het verdachte stuk geen letter in de Nederlander ware verschenen. We kennen de beide hoofdredacteuren te lang en te goed, om iets anders yan hen te kunnen onderstellen. Wie eenigszins bekend is met de g is ting, welke herhaaldelijk door pu blicatie van verdachte documenten is ont- staan en hoe door zoodanige publicatie het oor'.ogzoekende nationalisme kan worden op- gezweept hij is voorzichtig. Wel neemt hij al die maatregelen, welke het welzijn van zijn land en den vrede kunnen bevorderen, maar hij wacht zich voor de daad. die hem, geheel tegen zijne bedoeling, tot medeplichti- ge althans zou kunnen maken van dwepers of roekeloozen, die het kwaad, dat nieuwe ooricg over de menschheid zou brengen, ge- ring achten tegenover het geluk, dat hunne politieke idealen zouden zegevieren. Zoo staan wii tegenover het feit der publi catie van de „Interpretatie". En nog altijd gelooven wij, dat, bij rustig nan'en ken, nadat de eerste indruk, die de publicatie maakte, zal zijn voorbijgegaan de ernstige vaderlands- lievende geesten aan onze zijde zullen staan, zeker ook de twee trouwe vaderlanders, die thans in de appreciate van de publicatie der Interpretatie zoo ver van ons af staan". De meeste avondbladen van gisteren be- vatten beschouwingen naar aanleiding van de zitting van de Belgische Kamer, waarin de publicatie van het Utrechtsch Dagblad is besproken. Ffet Algemeen Handelsblad (lib.) gelooft niet dat thans de valschheid van hfit Br. BS VIiISTTEK berichtte veriiinfierd te z a Vrjjflagavond den cursas OPVOEDKObjaa te geven. iiehoadens tegenbericht uitgesteld tot over i4 dagen. stuk vaststaat. Het schrijft o.m.: Als het stuk door het U. D. gepubliceerd het geheime verdrag en de wijze van uitvoe- ring door de generate staven beraamd on- juist weergeeft,' dan bewijze men dat. Dat is mogelijk, bijvoorbeeld door aan een door den Volkenbond aan te wijzen commissie, waar in o.a. ook een Nederlander zitting zou moe ten nemen, inzage te geven van dat in feite- lijken strijd met art. 18 van het handvest ge heim gehouden verdrag en van de protocois- besprekingen van de generale staven over de ze zaak sedert 1920. Dat ware geschikt, cm ons te doen mee nen, dat het U. D. en 90 pCt. van Ncderland met het U. D. dupe is geworden Vc.n een fal- saris. Er kan nog iets anders gebeuren. DS Temps heeft geschreven, dat de bepalingen van het zoogenaamde geheime verdrag zoo in strijd zijn met het gezond verstand, dat t nutteioos is het te bespreken. Dat nu sprekea wij volstrekt tegen. Nutteioos is het niet. Kan men aantoonen, dat de bepalingen van het verdrag absurd zijn, dat 't daarom als een vervalsching zijn moet, dan zullen wij de eer- sten zijn om dit te erkennen en one erover te vtrheugen. In Belgie en ook in Frankrijk ziet men in de geheele zaak een manoeuvre om de verstandhouding tusschen Belgie ea ons, die intierdaad beter moet wordc j en in- derdaad wel beter stond te worden, te ver- storen. Meenden wij dat, wij zouden de pu blicatie een der ergste misdaden achten, die op dit gebied gepleegd zijn. Daartoc zou ook het U. D. zich natuurlijk nooit geleend heb ben; dan zou het mede dupe zijn geworden. Laat dus de Temps de absurditeit van het verdrag aantoonen. Wij vreezen, dat dit het blad met gecnakkelijk zal vallen, al daarom niet, omdat vervaischers gewoonlijk wel zoo- veel weten van de zaken, waarover zij val- sche stukken fabriceeren, dat zij geen absur- diteiten schrijven. Wij zullen die bewijzen nauwgezet na- gaan, en als ze overtuigend zijn, dat gaar- ne erkennen. Wij gelooven aan de noodzaak van onderhandelingen met Belgie over een nieuw verdrag en willen niets liever dan dat die in een geest van vrede en vriendschap zullen kunnen plaats hebben. De Telegraaf (neutr.) schrijft in haar Kr aiek onder het opschrift Impliciete erken- ning o.m.: Heeft het Kamerdebat te Brussel meer klaarheid gebracht? De bedoeling was dat zeker niet, maar er zijn zoo eenige woorden gevallen, die feitelijk als bewijzen-a-contraiio voor de echtheid der gepubiiceerde documen ten kunnen worden beschouwd. Daar was allereerst minister Hymans. „Niets dan ten perscampagne, zoo vertelde hij, om de Belgisch-Nederlandsche betrekkin- gen te vertroebelen". Dat tal van Nederland sche bladen, die altijd vriendschappelijke be- tre1- ;ingen met Belgie hebben voorgestaan, goede redenen hebben om aan le nemen, dat de onthulde documenten echt zijn en zich dr.arom verontwaardigd toonen, dat zegt de- zen bewindsman niets. En dan slaat hij zich fier op de borst en verzekert plechtig: „In het Fransch-Belgisch accoord is er geen sprake van en kan er geen sprake zijn van een conflict met Ncder land, Spanje en Italie en van een militair ac coord met Engeland". En op alle banken roept men „Tres bien" en „Zeer wel", en alle geestdriftige heeren, de heer Hymans incluis, weten opperbest, dat niemand ooit zoo iets had beweerd als thans door hem wordt oni- kend. Het zijn maar praatjes voor de vaak. Niet in't verdrag van 1920 maar in de „in- terpretatie" van 1927 staan al die gewraakte passages, maar over die interpretatie" van 1927 heeft de heer Hymans wijseiijk gezwe- gen. De heer Vandervelde daarentegen heeft gesproken. „Dat officieren van den staf een papier vol schreven, als het door het Utrechtsch Dagblad gepubiiceerde zooge naamde interpretatieve stuk, is niet onmoge- lijk, maar iets dergelijks kan de regeering niet binden". Deze verklaring lijkt aardig op die, welke „een bevoegd persoon" aan d'e „Volksgazet" deed: „Over de uitlegging van overeenkomst kunnen de Fransche en Belgi sche legerstaven het eens worden, maar zulks gebeurt buiten de bemoeienis van de regee- ringen om." Kortom, de regeeringen weten van niets; daar zijn het immers regeeringen voor! De werkelijke machthebbers zijn de tnilitairen en dat die zulk 'n „interpretatie van '27" hebben opgesteld, kijk, aldus Vandervelde, dat is niet onmogeliik. Hij was toen wel minister, maar de interpretatie van het geheime verdrag res- sortecrde niet onder hem. Dat was de zaak der militaireu en deze heeren worden door iLKMAARSGll COORANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1