AlkiiiaarscliG limit. De Plaatsvervanger FEUILLKTON. Raciio-hoekje No. 53 1929 H9fld<rd 88ft en tiertigste Jaargang. Maaiidag 4 Maart. Dinsdag 5 Macrt. Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen- wijding. 12.152.Concert door het A. V. R. O.-Trio. 2.2.30 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.303.Gramofooninuziek. 3.4. Kniples. 4.30—5.— Gramofoonmuziek. 5.— 5.30 Orgelconcert door P. Palla. 5.307.15 Concert door het Omroep-orkest. 6.156.45 Pianoconcert door F. Pfeiffer. 7.157.45 Fngelsche les. 8.8.30 Boekbespreking door Ina BoudierBakker. 8.30 „Een jaar ge- trouwd", comedie in 3 acten door F. Graven. Met meaewerking van Ko van Dijk. Co Bal- foort, en anderen. In de pauze persberichten. Na afloop gramofoonmuziek. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.) (Uitsluitend K. R. O.) 11.3012.— Gods- dienstig halfuurtje. 12.151.15 Concert door het ICR. O.-Trio. 1.152.Gramofoon muziek. 4.5.45 Uitzending uit de Aula v. d. Keizer ^Karel Universiteit te Nijmegen. Rede van Prof. Dr. W. Mulder en prof. mr. P. Beliefroid: De oplossing van het Romein- sche vraagstuk van historisch en Intern rechtelijk standpunf bezien. 5.456.30 Gra mofoonmuziek. 6.307.Duitsche les 7. 7.25 en 7.358.Cursus kerklatijn. 8. 9.30 Lijdensoverweging. Gewijde muziek. Meditatie door Kapelaan J. Hooymans. Gem. koor onder hiding van Jos. H. Pickkers. 9.30 Concert. Trio Gaillard. Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Kookpraatje. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert Quarrymen's band. 1.202.20 Or- kestconcert. 2.20 Beeld-uitzending. 2.50 Voor de scholen. 3.50 Muziek. 3.55 Fransche les 4 20 Orkestconcert. 4.35 Voor de scholen 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gedichtenvoorlezing. 6.35 Nieuwsberichten 6.50'Muziek. 7.05 Mozart's pianosonate's 7 20 Causerie. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing: Sparta. 8.05 Concert. Sensicle Kwintet en E. Coleman. alt. D. Hutchinson, tenor. (8 20— 8.50 Lezing). 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nietrwsberichten. 10.Con cert. S. Austin, bariton. Solomon, piano. 10 40 A. J. Allan: A sea trip. 11.12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1744 M. 12.502 10 Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert 7 057.50 Gramofoonmuziek. 8 20 Literaire causerie. 8.5011.10 „Die Afrikanerin", opera van Meyerbeer. Koor, orkest en solis- ten. Langenberg, 462 M. 9.35 en 11.30 Gra mofoonmuziek. 12.25—1.50 Orkestconcert. 5.055.50 Solistenconcert. 7.20 „De Barbier van Sevilla", opera in 2 acten van Rossini. Zeesen, 1649 A. 11.203.50 Lezlngen 3 50—4.50 Orkest-concert. 4.507.10 Lezin- gen. 7.20 Opera-uitzending „De Barbier van Sevilla", van Rossini. Hamburg, 391.6 M. 10.2011.20 Gramo- foonp'aten. 5.35 Dansmuziek. 6 45 „Manon" Opera in 4 bedrijven van J. Massenet. 9.35 Actueele causerie. 9.5511.40 Dansmuziek 11.50 Opera-concert. Brussel, 511.9 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Kamermuziek. 8.35 Orkestconcert. GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. De Burgemeester van Alkmaar roept de leden van den Gemeenteraad op ter bijwo- ning eener vergadering op Donderdag 7 Maart 1929, nam. 1 uur, ten einde te beraadslagen en te besluiten om- trent de hieronder vermelde punten. 1. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2. Benoeming van een tijdelijk leeraar aan de Handelsschool (bij1 age nr. 19). 3. Idem van een lid van het college van curatoren van het gymnasium (Milage nr. 28). 4. Voorstel tot afwijzing van een verzoek om subsidie voor de restauratie van het perceel Heiligland No. 42 (bijlage nr 16). 5. Idem tot aankoop van strooken grond ten behoeve van de verbetering van den Twuyverv eg (bijlage nr. 17). 6. Idem tot aankoop van terrein nabij de Popelmanslaan (bijlage nr. 18). 7- Idem tot vergoeding der kosten van eer- ste inrichting van lokalen ten behoeve van het algemeen voorbereidend lager onderwijs (bijlage nr. 20). 8. Idem inzake het aanbrengen van water- spoeling in de closets der gemeentewo- ningen aan het Oudorperdijkje (bijlage nr. 21). 9. Idem tot vaststelling der vergoeding over 1926 ten behoeve van de bijzondere lagere scholen en tot toekenning van een voorschot op de vergoeding- over 1929 (bijlage nr. 23). 10. Idem tot het treffen van voorzieningen met betrekking tot het onderwijzend per- soneel bij het openbaar uitgebreid1 lager onderwijs (bijlave nr. 25). 11. Idem tot wijziging der verordening op de heffing van een plaatselij'ke inkom- stenbelasting (kinderaftrek) (bijlage nr. 27). 12. Idem tot verkoop van een strook grond aan het Zeglis (bijlage nr. 31). 13. Idem tot ontbinding van de met de Ver- eeniging voor algemeen voorbereidend lager onderwijs aangegane overeenkom-* sten van huur en verhuur (bijlage nr. 22). 14. Idem tot verhuur van het schoolgebouw in de Doelenstraat aan de Vereeniging „Alkmaarsche frobelschool" (school voor algemeen voorbereidend lager on derwijs) en tot toekenning van subsidie aan die vereeniging (bijlage nr 30). 15. Idem tot herziening van het uitbreidings- plan voorzooveel betreft de terreinen ge- legen tusschen den Bergerweg, de Hout- vaart en de evens ti>--cchen Alkmaar en Bergen (bijlage nr. 24). 16. Idem tot bouw van een nieuwe Rootoren- brug (bijlage nr. 26). GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de na- volgende voorwerpen als gevonden gedepo- neerd op 27 en 28 Februari en 1 Maart 1929: Koperen gewicht; sleutel van een melkbus; hondenpenning; staartriem; handschoenen; sleutels. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 27 en 28 Februari en 1 Maart 1929: Kopsleutel, te bevragen bij G. Bruin a. d. Handelsraad, Dijk 12, glace handschoen, J. Breeker, p. a. S. Groot, Laat 140; s eutel van een melkbus, A. Groot, Hekelstraat 29; paar grijze handschoenen, T. H. de Visser. Oudegracht 44; paar hand schoenen, C. Rezelman, Noorderkade 32; rozenkrans in etui, C. Savonye, Koorstraat 8, rijwielbelastingmerk in etui, P. Schuyff, Payglop 9; koperen sleutel van een melkbus. J. Bruin, Houttil 8; ketting, E. de Wild. Heilooerdijk 4; huissleutel, S. de Vet, Groot- Nieuwiand 43; werkbroek, C. J. de Graaf. Breedstraat 5; kleine sleutel, T Deber, Ge- dempte Baansloot 7; tang, J. Ente, Bagynen- straat 9; sleutel, J. Zomerdijk, Groot Nieuw- land 76 Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van politie. Een auiofoehf, file zelden Monrukendam—Marken per auto. „Kerrnesse d'hiver" op het ijs. Dui- zenden op de Goawzee. Hoe we nu eigenlijk ook schelden op de- zen barnn winter, die blijkbaar vanaf heden z'n tenten weer in Noordelijker regionen heeft opgeslagen, een groot voordeel heeft ie toch gehad. Uit is het, finaal uit, met alle fan- tastische praatjes over den winter van '90, waar de jongeren toch niets van geloofden. Gelukkig, ze hebben nu zelf zoo'n v/intertje meegemaakt, en we hoeven niets meer te hoo- ren over strenge kou, dat de snert op de kachel bevroor, ze slaan ons niet meer dood met hun verhalen, we maken ze nu zelf, en let op, over tien jaar is het zoover dat er ver- teld wordt, dat in 1929 heel Nederland weer tot bet praehistorische ijstijdperk was terug- gekeerd. Gister, op den afscheidsdag van koning Thialf, zijn er nog ontelbare tochtjes ge- maakt, die zoo eens in de vijftig jaar moge- lijk zijn, en tot de meest geliefkoosde behoor- de zeker wel een ijs-autotocht naar Marken. We hebben't ook gedaan, en genoten. Niet alleen van het rijden zelf, maar ook van het meer dan fleurige schouwspel, dat zich vanaf den Monnikendammerdijk liet aan- schouwen. Monnikendam het middelpunt gister van autorijdend Nederland. Van verre doe- men ai de torens op in de betrokken nevel- lucht. Op alle, wegen die naar dit stadje lei- den Snellen auto's aan naar het eene wegje dat naar zee voert. De nauwe straatjes van het oud-Holland- Door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. 8 „Ik gel oof niet dat u in het geheel geen vritnden hebt zooals u zegt. U moet ten min- fete een vriend hebben. Bedenk eens hebt u er niet een?" Deze vraag scheen bijzonder veel indruk op hem te maken; hij glimlachte om zijn eigen gedachten misschien. „Ja, als u het zoo ronduit vraagt, dan weet ik het nog zoo zeker niet. Weet uden vorigen avond of nacht had ik zoo iets als een vriend, mijn eenige vriend op de heele wereld, een man. uit duizenden; dat was hij inderdaad, maar vandaag kan ik zeggen, of ik hem nog heb, ja of neen. Maar u, als uw vader niet meer in leven is, als u geen vrien- din heeft, zoo abso' uut geen vriendenik moet u zeggen, dat lijkt mij haast ongeloof- lijk „Waarom zou dat ongelooflijk zijn?" Er was een grappige uitdrukking in zijn oogen. „Ja, die vraag 'van u is niet makkelijk te beantwoorden zonder u te beleedigen Ik kan alleen zeggen, dat ik het vreemd vind, dat een meisje zmia's u, in het geheel geen enkelen vriend of vriendln op de wereld heeft". J*. daai- kan ik niets s sn dnen, maar het is zoo!" Zij strekte haar handen een weinig uit om klem bij haar woorden te zetten. „Op dit oogenblik sta ik volmaakt alleen op de wereld". „U moet mij excuseeren, dat ik het u durf vragen, maar de omstandigheden hebben ons nader tot elkaar gebraeht in enkele minuten, dan andere menschen in jaren. Ik wil niet on- bescheiden zijn, ik vraag het alleen om u te helpen. Zou u mij even willen verklaren, hoe ik uw antwoord moet opvatten. U zegt dat u heel alleen staat op de wereld. Dat beteekent toch niet dat u ook geen voldoende voor- raad geld hebt?" Zij zweeg. En zij week een weinig terug alsof die woorden haar deden terugdeinzen van een al te nauw contact met ctien man. Toch bleef zij hem aanzien en sloeg de oogen niet neder. Zij stamelde'een weinig toen zij antwoordde: „U heeft het recht niet mij zulk een vraag te doen dat had ik niet van u gedacht". „Nu, op dat punt zijn wij het dan niet met elkaar eens. Ik wil er mij volstrekt niet op be- roemen dat ik iets voor u gedaan heb, maar eerlijk gezegd, ik dacht toch, dat ik het recht verdiend had u zulk een eenvoudige vraag te doen. Wij zijn een eenzaam paar menschen; indien ik dacht dat u mij kon helpen, denkt u dan, dat ik dat niet gaarne zou willen?" „U weet, dat ik u niet helpen kan, daarom zegt u het". „Daar ben ik zco zeker niet van; mis schien op een dag, die niet zoo heel ver af is, kunt u in staat zijn mij julst die hulp te ver- schaffen, die ik zoo hard noodig heb. Vied u niet, dat ik die niet zou aatinemen, dat zou ik sche stedeke puilen van auto's, edn lange j file, waartusschen ontelbare schaats-enthou- J siastelingen krioelen. Politie regelt zoy goed zoo kwaad het gaat, het verkeer. Het is haast ondoenlijk en heel langzaam schieten we op stoppen, weer tien meter, weer stoppen, weer vooruit, dan een heel erg nauw straatje, en de Gouwzee, waar het wemelt van allerhande vehikels. IJsschuitjes schieten over de bevro- ren vlakte, auto's komen en gaan, motoren, met en zonder zijspan, fietsen, arren en on telbare schaatsers. Daartusschen nering- doenden, met alles wordt gevent. Overal pi'o- beeren ze een slaatje uit te slaan en het kost dan ook twee kwartjes om op het ijs te ko men. Ter herinnering en quiteering krijgen we een kaartje waarop „Per auto over het ijs naar Marken, Maart 1929". Kostbaar reli- qui! Het is een heerlijk schouwspel, in de grau- we, nevelige omgeving, het prettige bonte gedoe, op de vuilgore kustsneeuw zitten meeuwen vvijsgeerU het menschengewemel te bekijken, het is aan ook net de verkeerde wereld, zij op den kant, de menschen op zee. Een groote slang auto's, keurig op rich- ting rijdend kronkelt zich naar Marken toe. Halfweg een scheur. Ondernemende Markers i.ebben er een auto-brug over gemaakt en weer a raison van 2 kwartjes mogen we cl over, om even later onzen wagen te parkeeren vlak voor de haven, waar de wijdgebrcekte spes patriae ons opvangt om er op te pas- sen, en een fotograaf ons wil kieken, met auto en al, met de haven op den achtergrond en een oude Marker visscher gratis, voor niks niemendal, op de treeplank. Het eiland zelf is overstroomd met vreem- delingen, het is hoogseizoen, alle mogelijke dialecten roezemoezen door elkaar. „Nou gane me weer effe de hafe kake, naor al die autemebiele op *t aas", zucht een ras- Mokummer, terwijl een Noord-Hollandei" z'n „waif kwait is", en z'n metgezel hem troost met „We hewwe d'r zeker strooid, affijn vrouw van demnee mot ok nog komme." Waarna de liefhebbende echtgenoot weer te- \reden is en „aans op het ais wel zel wach- te." ,,Nee zag, kijk nu eens, wat een schaaaattig klein kaereltje, daar, Johnny, die moet je be- paeld even op een plaetje zetten, zoo vreese- lijk leuk voor m'n foto-album. Doen hoor boyEn boy doet het, trekt z'n Kodak, terwijl de kleine parmante broekeman zich rustig laat bewonderen en kieken voor een kwartie. Of dat uit Den Haag of Dantu- madeel komt, kan hem niets schelen. Op het eiland raadt men ons ai over Vo- lendam terug te rijden. „Er zitten er drie dwars doorheen, mijnheer. 't Ken nog wel, maar je moet den weg wete." „Zai ik mee- gaan"? zegt een stoere visscher. We doen 't echter niet, maar gaan liever weer terug op Monnikendam. We rijden de haven weer uit, onze achter- wielen slaan als bezeten door op het gladdc- ijs, maar we rijden en merken weinig van den straffen tegenwind, die ontelbare schaat- senrijdsters en rijders doet sneuvejen. De auto's worden dan ook als tractor gebruikt, slierten van 50 en meer man hangen er ac'a- ter, totdat er een valt en deheekbendeplots op het ijs ligt te spartelen. liek rtdn wagen vclgeladen." Zelf hebben we een viertal meiskes achtef- op hangen. 't Gaat heel aardig, tot de on- vermijdelijke valpartij komt en we het heele stel maar in den wagen laten kruipen, voor- in, in de dickey-seat, op de treeplanken, want 't viertal is aangegroeid tot zeven, de diverse verloofden en „ijsvrijers" niet inbegrepen. Zoo trekken we al die vermoeiden naar land, de dames rijden, de heeren-aanhang laat zich voortsleepen, hangt aan den reserveband. Onder groote hilariteit wordt voor Monni kendam „uitgeladen", na heel veel gespartel en gegil zijn de dames weer compleet en kunnen de heeren ze weer in ontvangst ne- men. 't Valt anders niet mee vijf meiskes uit een dickey-seat op te diepen We zijn weer terug, en hebben een zeldza- men tocht geenaakt, tnooi, interessant, uniek en gezellig. In Monnikendam is het nog ra- zend druk, aan den zwellenden autostroom is vooralsnog geen einde, en door alle mo gelijke sloppen en steegjes komen we na veel moeite weer op den Punnerenderweg. Toen we Alkmaar binnenreden, Yegende het. Rechtssaken VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van Vrijdag 1 Maart. RIJDEN MET ANDERMANS WAGEN? De zitting werd heden geleid door mr. Van Lookeren Campagne, in kwaliteit van kan- tonrcchter-plaatsvervanger. Voortzetting der behandeling van 'n twee- wel, zoo waar als wij beiden leven. Maar om op die vraag van mij terug te komen, mag ik aannemen, dat u bezit, wat sommige men schen den besten vriend noemen die op de wereld bestaat namelijk geld?" „Zelfs dien vriend bezit ik niet; u heeft het recht niet het mij te vragen en ik weet niet waarom ik het u vertelwij zijn vreemden voor elkaar. U hebt mij het leven gered, maar dat maakt geen verschil!" „0 neen'?" weer een punt, waarop wij het niet eens zijn. Ik cr.cht van wel". „En ik denk van niet, niet in de beteekenis, die ik meen. Maar het is waar, terwijl" hier aarzelde zij „toen mijn vader leefde, als hij dood is, dan is het wat anders maar nu, nu ziet ge alles wat ik op de wereld bezit". „U bezit heel, heel veel". Een oogenblik scheen zij de beteekenis van zijn woorden niei te vatten, maar zijn toon, zijn blikken, zijn manier van doen maakten het haar plotseling zeer duidelijk. Een bios bedekte haar tot n toe bleeke wangen, zij deinsde een weinio- achteruit, alsof zij bang voor hem was. Zij scheen geen woorden te kunnen vinden. Er was iets in haar houding dat hem noodzaakte zijn excuses te maken. „Neem mij niet kwa'ijk; ik had dat mis schien niet moeten zeggen, nu ten minste niet en op deze plaats. Maar toch, zooals u zelf zoo even zei, het is waar volkomen waar. Want in mijn oogen bezit u zeer veel, u bezit iets dat meer dan alle geld van de wereld waard is, dat is een oirtwijfelbare waarheid, ofschoon ik u mijn excuses maak het gezegd te hebben. Maar laat ons terusAomen op wat tal zaakjes contro H. de M., los-arbeider te Uitgeest, die de vorige week terecht stond, ten eerste ter zake het berijden van een aan- gespannen voertuig dat onvoldoende was verlicht, terwijl ook aan dit rijtuig een re flector ontbrak in den nacht van 20 op 21 Januari, toen hij zich met zijn vriend Tromp naar Heemskerk had begeven om voedse! voor zijn gezin te halen. In de tweede plaats zou hij bedoeld voer tuig hebben gebruikt zonder toestemming van den eigenaar Wouda, 'n bohemien, die in 'n woonwagen het vaderland rondzwerft. Gehoord werd thans de veldwachter Bor- nebroek, die bedoelde zaken nog eens nader en meer omstandig toelichttc. Uit deze voor- stelling zou men moeten afleiden dat Wouda geen permissie aan Hendrik de M. had ver- feend om over zijn ket en wagen te beschik- ken, terwijl verdachte daarentegen hardnek- kig volhield, die vergunning wel te hebben gekregen. Deze zaak werd nu aangehouden, teneinde zoo mogelijk bedoelden Wouda te hooren. Terzake het rijden zonder reflector enzoovoort werd aan de M. f 1 boete of 1 dag opgelegd. WAAROM ALTIJD ZOO'N HAAST? Gedurende de voortgezette behandeling van het strafproces tegen den automobilist j. M. te Haarlem, berijder van een Maxwell, kwam zeer duidelijk vast te staan, dat ge- noeende heer op 22 November op den Kennc- merstraatweg onder de gem. Alkmaar zijn motorrijtuig op een zeer ongelegen moment en in strijd met de verkeersregelen had trach- ten door te wringen tusschen een aankomen- de autobus en de stopgezette nieuwe auto van van den heer P. Kunze, mede uit Haarlem, zoodat het voertuig van den heer Kunze schade bekwam aan treeplank en linkervoor- spatscherm en 'n asdop verloor. Op grond van het gevaar, dat dergelijk roekeloos rij den teweeg kan brengen, werd de verdachte flink aangepakt en tot f 40 boete of 40 da- gen veroordeeld. EEN VASTHOUDEND JONGEDAME. Mej. Alida Jantina, H., rijksklerke, te Haar lem, die in den laten avond van 25 Nov., be- gunstigd door zilverzacht maanlicht, onbe- wust van eenig dreigend gevaar, door Lim- men op weg naar heur home te Haarlem tufte, kwam later tot de ontstellende ont- dekking dat zij te Liramen een procesverbaal had opgeloopen. omdat haar auto slechts m.t een brandende lantaarn was verlicht. De dame, die dit absoluut niet wilde aannemen, rustte niet voor het haar mogelijk was in persoon terecht te staan. Zij was dan ook heden behoorlijk present om te betoogen, dat zij een dergelijkc overtreding onmogelijk kon hebben begaan, daar haar lainpen in de beste orde hadden verkeerd, De verbalisant, de gem.-veldwachter van Limmen, L. P. v. d. Sande, persisteerde ech ter pertinent aan zijn procesverbaal en zijn onder eede afgelegde verklaring gaf natuur- lijk den doorslag. De dame werd dan ook veroordeeld. doch de plaatsvervangende kan- tonrechter was zoo element geen jtraf op te leggen NIET TIJD1G AAN ZIJN POLDER- DERPLICH l'EN VOLDAAN. De 52-jarige landbouwer Tli. de B. te Eg- mond aan Zee heeft onder Egmond-Binnen in de Kcetermeer een stuk land in gebruik, gren- zendc aan een poldcrsloot, die ij verplicht is overeenkomstig het schouwreglenient in behoorlijken toestand te onderhouden. Hier- arn i ad hij echter na den schouw en zelfs niet met den herschouw naar behocren voi- daan, zoodat hem door het polderbestuur 'n boete van f 10 werd opgelegd, die door hem niet werd voldaan, waarop een strafvervol- ging werd ingesteld. De heer de B., thans terecht staaude, er- kende het feit, doch verontscliuldigde zich met te zeggen, dat hij die sinds jaren ver- waarloosde en met rietschoten bezette sloot eens grondig had willen opknappen en daar- toe had afgewacht dat die sloot droog kwam te liggen. Hij had reeds lang te voren zeke- ren de Groot opdracht gegeven, dit karwei te verrichten. Een minder aangenamen indruk maakte echter de mededeeling van den ambtenaar van het Openbaar Ministerie, dat juist deze Groot tegenover de politie de opdracht had ontkend. Verdachte had hem willen overha- len om dit aan de politie te verklaren, maar Groot had er voor bedankt deze leugens te debiteeren. De ambtenaar, die deze handeling in aan- merking nam bij de bepaling der strafzaak, vorderde in dit ge\'al f 25 boete of 25 dagen, waarop verdachte, ondanks zijn voortduren- de tegenwerpingen, tot f 15 boete subs. 15 dagen hecht. werd veroordeeld. ZONDER STRAF NAAR HUIS GEZONDEN. Een Alkmaarsch huismoeder A. R., die door haar echtgenoote in den steek is gela- wij zco even bespraken. Indien u meent, dat u geen geld hebt, dan doet er dit niets toe, want ik heb het, dat is ook waar". Hij glim lachte alsof zijn woorden een kluchtige betee kenis hadden. Het is een geluk, dat ik er wat van meegebracht heb uit het hotel, want an ders zouden wij misschien in moeilijkheden zijn gekomen. Kijk, ik heb een zak vol, zeer gangtare munt, Engelsche bankbiljetten, juist van de Bank". Hij liet haar de banknoten zien, die hij den vorigen avond van den grond had opgeraapt voordat hij trachtte te ontkomen uit hetgeen zijn kamer geweest was, die zoo snel in een gevaarlijken val was veranderd. De andere hand stak hij in zijn zak waarin hij de juwee- len gestopt had, maar daar vertoonde hij niets van. „Luister nu eens goed naar wat ik dacht dat wij doen moesten. In de eerste plaats zoo gauw mogelijk hier vandaan zien te komen, namelijk uit dit gedeelte van het land. Ik heb niets tegen een weinig afleiding, maar te veel staat iemand tegen. En daarenboven, wie weet of die aardbeving niet weer'begint. Ik had zooeven een gevoel of er weer iets trilde". „Ja, dat heb ik ook gevoeld; het was een lichte schok. Ik geloof, dat er hier dikwijls van die lichte scliokken gevoeld worden; men heeft mij verteld, dat ze somtijds meermalen per dag komen, ze maken er zich niet onge- rust over". „0 neen? Nu ik wel; van dit oogenblik af aan zal ik den grond nooit onder mij voelen frill en zonder er veel meer van te vreezen dan ik in staat ben onder vvoorden te brgn.- ten en nu in het onderhoud van zich en haar vrij talrijk kroost tracht te voorzien door het venten met turf, had op 17 Dec. j.l. niet be hoorlijk gezorgd, dat haar 9-jarig zoontje de middagschool had bezocht. Het vrouwtje stond thans terecht wegens overtreding der leerplichtwet. Volgens haar mededeeling had het ventje dien dag hevige kiespijn en cen daaruit voortgekctnen dikke wang en toen had zij den jongen 'smiddags maar thuis gehouden. Zij ontving een vermaning, doch de kantonrechter vond termen om op haar geen straf toe te passen. DE „TONNYBAR" NIET OP TIJD GESLOTEN. De heer Ii. P. L. v. L., verlofhouder vac de Tonny-bar aan den Dijk te Alkmaar, com- pareerde als verdachte naar aanleiding van liet feit, dat hij in den avond van Zaterdag 19 Januari na het sluitingsuur, dus na twaalven, van zijn lokaliteit nog een bezoe- ker aanwezig had, welke heer aan een tafel- Ije had plaats genomen en zich laafde aan door hem betaald glas bier. De verdachte erkende zulks, doch beweer- de, dat deze bezoeker in zijn zaak dienst deed als assistent-kellner. Er was dien avond weinig bezoek en de hulpkellner had niets te doen, daar zijn vaste beaiende de drukte best af kon, De ander had zich toen in de huis- kamer wat gesterkt met een boterham en een glas melk en daarna in het cafe een glaasje bier gedronken, dat hij' als gewoonlijk be- taalde. Deze plausibale toelichting verwekte ech ter echter niet het effect, dat de spreker zich had voorgesteld, want hi, werd veroordeeld tot f5 boete subs. 5 dagen hechtenis. DE BAKKER HAD BEROUW EN EEN GOED VOORNEMEN. De heer Th. "J. IC, 'n 26-jarige broodbak- ker te Limmen, was in conflict gekomen met de bakkerswet omdat hij in den morgen van 31 Januari te kwart voor 6 uur zijn bediende SlijErman had laten arbeiden aan de deeg- bereiding. De verdachte, persoonlijk present, gaf het fe.t onmiddellijk toe. Hij was tot dusverre nog niet voor eenig strafbaar feit veroordeeld en de ambtenaar gaf hem in ov -weging zich daarvan ook in 't vervolg te onthouden. De bakker beloofde dit en zei vroolijk: Ik zal wel oppassen, want het komt mij te duur uit! Waarop hij werd veroordeeld tot f2 boete of 2 dagen. Mondelinge uitspraak 1 Maart 1929. J. Z. te Egmond aan Zee, dronkenschapj 5 boete of 5 dagen hechtenis. C. G. te Egmond aan Zee, A de G. te Zd.- en N -Schermer, overtreding Jacht- en Visscherijwet, de le 15 boete of 15 dagen hechtenis, de 2e f 3 boete of 3 dagen hechte nis. K. V te Alkmaar, overtreding Drankwet, f 50 boete of 50 dagen hechtenis. Th. H. B. te Egmond aan Zee. overtreding Polderverordening, 15 boete of 15 dagen hechtenis. J. K. te Limmen, A. R. te Alkmaar, over treding Leerplichtwet, de le f 30 boete of 30 dagen hechtenis, de 2e geen straf toege- past Th. J. IC. C. W. te Limmen, M. v. d. K., B. IC te Alkmaar. overtreding Arbeidswet, de le 2 boete of 2 dagen hechtenie de 2e f 8 boete of 8 dagen hechtenis. de 3e en 4< ieder f 3 boete of 3 dagen hechtenis. H. P L. v. L., C. S., C G. te Alkmaar, K. R., J. E„ H H. D., G. W„ T. de J F. S., zwervers, overtreding Politieverordening. de le 5 boete of 5 ,dagen hechtenis, de 2e 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis. H. de M te Uitgeest, .1 M te Beverwijk, A. J. H te Haarlem. A S. te Heiioo. T. S te Egmond aan Zee, P. C. te Limmen, P R te Oudoip. P. J. te Amsterdam. Th v. IC te Zuid-Scharwoude. H M G. J S. te Alkmaar. overtreding Motor- en Rijwielwet de le f 1 boete of 1 dag hechtenis, de 2e f 40 boete of 40 dagen hechtenis. de 3e geen straf toege- past, de 4e, 6e. 7e. 8e. lOe. 1 le ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis. de 5e en 9e ieder f 3 en 5 boete of 3 en 5 dagen hechtenis. Ppowiwciaai nienw< URSEM. De kiezerslijst dezer gemeente bevat 606 kiezers, waarvan voor de gemeente 584 en voor de Provinciate Staten 601 kiezers. Het aantal nieuwe leerlingen voor de R.-K. school bij de toelating op 1 Mei a s. be- draagt 36. Daar wegens de vorst de nieuwe school niet op tijd ldaar zal zijn, en de hulp- lokalen geen voldoende ruimte bieden voor deze kinderen zal zeer waarschijnlijk het pas ontruimde lokaal weer tijdelijk in gebruik moeten worden genomen. Het is maar te hopen. dat de vorst niet al te lang meer aan- gen. Zou u denken dat wij voor geld in staat zouden zijn hier dadelijk vandaan te komen? Het land uit, ver weg, zoo ver mogelijk en waar kunnen wij dan naar toe gaan? Mijn aardrijkskundige kennis van deze streek is zeer beperkt; u moet mij daarin behulpzaam zijn. Ik heb u al gezegd, dat ik heel spoedig uw hulp zou noodig hebben". „Ik weet niet of er treinen zijn en of er veerbooten gaan". „Treinen? Veerbooten? Wat hebben trei nen met veerbooten te maken?" „Ik vermoed dat u met den trein van San Giovanni gekomen is; en die is met d'e veer- boot overgezet". „Neen; ik ben van Palermo gekomen; daar landde ik met een oud vers'eten schip, dat mii van de westkust van Amerika hier heen had gebraeht de ellendigste overtocht dien ik ooit gehad heb. Dat is gis'.erenavond pas ge- beurd, een waardig einde van dien tocht was de ondervinding van dezen nacht. Indien ik had kunnen gissen wat er zou gebeuren, ik geloof dat ik nooit gekomen zou zijn: toch ben ik blij dat ik het gedaan heb. Tk zou die aardbeving niet hebben willen missen, niet neen, ik zou dat alles niet hebben willen missen. U sprak zoo even van treinen en veer booten, maar niet hoe wij hier vandaan kun nen komen en waar wij nu naar toe moeten". „Hoe zou ik dat weten? Wij moesten liever gaan naar wat vroeger de haven was; dlaar zal iemand het ons kunnen vertel'en". „Welken kant op? U moet mij alles wijzen, ik ben geheel aan t: overgo"everd. U moet mij helpen". (Wordt vervolgd). j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5