AlkiiiaarscliG limit.
De Plaatsvervanger
FEUILLKTON.
Raciio-hoekje
No. 53 1929
H9fld<rd 88ft en tiertigste Jaargang.
Maaiidag 4 Maart.
Dinsdag 5 Macrt.
Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen-
wijding. 12.152.Concert door het A. V.
R. O.-Trio. 2.2.30 Kookpraatje door P. J.
Kers. 2.303.Gramofooninuziek. 3.4.
Kniples. 4.30—5.— Gramofoonmuziek. 5.—
5.30 Orgelconcert door P. Palla. 5.307.15
Concert door het Omroep-orkest. 6.156.45
Pianoconcert door F. Pfeiffer. 7.157.45
Fngelsche les. 8.8.30 Boekbespreking door
Ina BoudierBakker. 8.30 „Een jaar ge-
trouwd", comedie in 3 acten door F. Graven.
Met meaewerking van Ko van Dijk. Co Bal-
foort, en anderen. In de pauze persberichten.
Na afloop gramofoonmuziek.
Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.)
(Uitsluitend K. R. O.) 11.3012.— Gods-
dienstig halfuurtje. 12.151.15 Concert door
het ICR. O.-Trio. 1.152.Gramofoon
muziek. 4.5.45 Uitzending uit de Aula v.
d. Keizer ^Karel Universiteit te Nijmegen.
Rede van Prof. Dr. W. Mulder en prof. mr.
P. Beliefroid: De oplossing van het Romein-
sche vraagstuk van historisch en Intern
rechtelijk standpunf bezien. 5.456.30 Gra
mofoonmuziek. 6.307.Duitsche les 7.
7.25 en 7.358.Cursus kerklatijn. 8.
9.30 Lijdensoverweging. Gewijde muziek.
Meditatie door Kapelaan J. Hooymans. Gem.
koor onder hiding van Jos. H. Pickkers. 9.30
Concert. Trio Gaillard.
Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05
Kookpraatje. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20
Concert Quarrymen's band. 1.202.20 Or-
kestconcert. 2.20 Beeld-uitzending. 2.50 Voor
de scholen. 3.50 Muziek. 3.55 Fransche les
4 20 Orkestconcert. 4.35 Voor de scholen
4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
Gedichtenvoorlezing. 6.35 Nieuwsberichten
6.50'Muziek. 7.05 Mozart's pianosonate's
7 20 Causerie. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing:
Sparta. 8.05 Concert. Sensicle Kwintet en E.
Coleman. alt. D. Hutchinson, tenor. (8 20—
8.50 Lezing). 9.20 Nieuwsberichten. 9.35
Muziekles. 9.55 Nietrwsberichten. 10.Con
cert. S. Austin, bariton. Solomon, piano.
10 40 A. J. Allan: A sea trip. 11.12.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1744 M. 12.502 10
Orkestconcert. 4.055.05 Orkestconcert
7 057.50 Gramofoonmuziek. 8 20 Literaire
causerie. 8.5011.10 „Die Afrikanerin",
opera van Meyerbeer. Koor, orkest en solis-
ten.
Langenberg, 462 M. 9.35 en 11.30 Gra
mofoonmuziek. 12.25—1.50 Orkestconcert.
5.055.50 Solistenconcert. 7.20 „De Barbier
van Sevilla", opera in 2 acten van Rossini.
Zeesen, 1649 A. 11.203.50 Lezlngen
3 50—4.50 Orkest-concert. 4.507.10 Lezin-
gen. 7.20 Opera-uitzending „De Barbier van
Sevilla", van Rossini.
Hamburg, 391.6 M. 10.2011.20 Gramo-
foonp'aten. 5.35 Dansmuziek. 6 45 „Manon"
Opera in 4 bedrijven van J. Massenet. 9.35
Actueele causerie. 9.5511.40 Dansmuziek
11.50 Opera-concert.
Brussel, 511.9 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50
Kamermuziek. 8.35 Orkestconcert.
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
De Burgemeester van Alkmaar roept de
leden van den Gemeenteraad op ter bijwo-
ning eener vergadering op
Donderdag 7 Maart 1929, nam. 1 uur,
ten einde te beraadslagen en te besluiten om-
trent de hieronder vermelde punten.
1. Vaststelling van de notulen der vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen
stukken.
2. Benoeming van een tijdelijk leeraar aan
de Handelsschool (bij1 age nr. 19).
3. Idem van een lid van het college van
curatoren van het gymnasium (Milage
nr. 28).
4. Voorstel tot afwijzing van een verzoek
om subsidie voor de restauratie van het
perceel Heiligland No. 42 (bijlage nr
16).
5. Idem tot aankoop van strooken grond ten
behoeve van de verbetering van den
Twuyverv eg (bijlage nr. 17).
6. Idem tot aankoop van terrein nabij de
Popelmanslaan (bijlage nr. 18).
7- Idem tot vergoeding der kosten van eer-
ste inrichting van lokalen ten behoeve
van het algemeen voorbereidend lager
onderwijs (bijlage nr. 20).
8. Idem inzake het aanbrengen van water-
spoeling in de closets der gemeentewo-
ningen aan het Oudorperdijkje (bijlage
nr. 21).
9. Idem tot vaststelling der vergoeding
over 1926 ten behoeve van de bijzondere
lagere scholen en tot toekenning van een
voorschot op de vergoeding- over 1929
(bijlage nr. 23).
10. Idem tot het treffen van voorzieningen
met betrekking tot het onderwijzend per-
soneel bij het openbaar uitgebreid1 lager
onderwijs (bijlave nr. 25).
11. Idem tot wijziging der verordening op
de heffing van een plaatselij'ke inkom-
stenbelasting (kinderaftrek) (bijlage nr.
27).
12. Idem tot verkoop van een strook grond
aan het Zeglis (bijlage nr. 31).
13. Idem tot ontbinding van de met de Ver-
eeniging voor algemeen voorbereidend
lager onderwijs aangegane overeenkom-*
sten van huur en verhuur (bijlage nr.
22).
14. Idem tot verhuur van het schoolgebouw
in de Doelenstraat aan de Vereeniging
„Alkmaarsche frobelschool" (school
voor algemeen voorbereidend lager on
derwijs) en tot toekenning van subsidie
aan die vereeniging (bijlage nr 30).
15. Idem tot herziening van het uitbreidings-
plan voorzooveel betreft de terreinen ge-
legen tusschen den Bergerweg, de Hout-
vaart en de evens ti>--cchen Alkmaar en
Bergen (bijlage nr. 24).
16. Idem tot bouw van een nieuwe Rootoren-
brug (bijlage nr. 26).
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de na-
volgende voorwerpen als gevonden gedepo-
neerd op 27 en 28 Februari en 1 Maart 1929:
Koperen gewicht; sleutel van een melkbus;
hondenpenning; staartriem; handschoenen;
sleutels.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op 27 en 28 Februari
en 1 Maart 1929: Kopsleutel, te bevragen
bij G. Bruin a. d. Handelsraad, Dijk 12, glace
handschoen, J. Breeker, p. a. S. Groot, Laat
140; s eutel van een melkbus, A. Groot,
Hekelstraat 29; paar grijze handschoenen,
T. H. de Visser. Oudegracht 44; paar hand
schoenen, C. Rezelman, Noorderkade 32;
rozenkrans in etui, C. Savonye, Koorstraat 8,
rijwielbelastingmerk in etui, P. Schuyff,
Payglop 9; koperen sleutel van een melkbus.
J. Bruin, Houttil 8; ketting, E. de Wild.
Heilooerdijk 4; huissleutel, S. de Vet, Groot-
Nieuwiand 43; werkbroek, C. J. de Graaf.
Breedstraat 5; kleine sleutel, T Deber, Ge-
dempte Baansloot 7; tang, J. Ente, Bagynen-
straat 9; sleutel, J. Zomerdijk, Groot Nieuw-
land 76
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
Een auiofoehf, file
zelden
Monrukendam—Marken per auto.
„Kerrnesse d'hiver" op het ijs. Dui-
zenden op de Goawzee.
Hoe we nu eigenlijk ook schelden op de-
zen barnn winter, die blijkbaar vanaf heden
z'n tenten weer in Noordelijker regionen heeft
opgeslagen, een groot voordeel heeft ie toch
gehad. Uit is het, finaal uit, met alle fan-
tastische praatjes over den winter van '90,
waar de jongeren toch niets van geloofden.
Gelukkig, ze hebben nu zelf zoo'n v/intertje
meegemaakt, en we hoeven niets meer te hoo-
ren over strenge kou, dat de snert op de
kachel bevroor, ze slaan ons niet meer dood
met hun verhalen, we maken ze nu zelf, en
let op, over tien jaar is het zoover dat er ver-
teld wordt, dat in 1929 heel Nederland weer
tot bet praehistorische ijstijdperk was terug-
gekeerd.
Gister, op den afscheidsdag van koning
Thialf, zijn er nog ontelbare tochtjes ge-
maakt, die zoo eens in de vijftig jaar moge-
lijk zijn, en tot de meest geliefkoosde behoor-
de zeker wel een ijs-autotocht naar Marken.
We hebben't ook gedaan, en genoten.
Niet alleen van het rijden zelf, maar ook van
het meer dan fleurige schouwspel, dat zich
vanaf den Monnikendammerdijk liet aan-
schouwen.
Monnikendam het middelpunt gister
van autorijdend Nederland. Van verre doe-
men ai de torens op in de betrokken nevel-
lucht. Op alle, wegen die naar dit stadje lei-
den Snellen auto's aan naar het eene wegje
dat naar zee voert.
De nauwe straatjes van het oud-Holland-
Door RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
8
„Ik gel oof niet dat u in het geheel geen
vritnden hebt zooals u zegt. U moet ten min-
fete een vriend hebben. Bedenk eens hebt u er
niet een?"
Deze vraag scheen bijzonder veel indruk op
hem te maken; hij glimlachte om zijn eigen
gedachten misschien.
„Ja, als u het zoo ronduit vraagt, dan
weet ik het nog zoo zeker niet. Weet uden
vorigen avond of nacht had ik zoo iets als
een vriend, mijn eenige vriend op de heele
wereld, een man. uit duizenden; dat was hij
inderdaad, maar vandaag kan ik zeggen, of
ik hem nog heb, ja of neen. Maar u, als uw
vader niet meer in leven is, als u geen vrien-
din heeft, zoo abso' uut geen vriendenik
moet u zeggen, dat lijkt mij haast ongeloof-
lijk
„Waarom zou dat ongelooflijk zijn?"
Er was een grappige uitdrukking in zijn
oogen.
„Ja, die vraag 'van u is niet makkelijk te
beantwoorden zonder u te beleedigen Ik
kan alleen zeggen, dat ik het vreemd vind,
dat een meisje zmia's u, in het geheel geen
enkelen vriend of vriendln op de wereld
heeft".
J*. daai- kan ik niets s sn dnen, maar het
is zoo!" Zij strekte haar handen een weinig
uit om klem bij haar woorden te zetten. „Op
dit oogenblik sta ik volmaakt alleen op de
wereld".
„U moet mij excuseeren, dat ik het u durf
vragen, maar de omstandigheden hebben ons
nader tot elkaar gebraeht in enkele minuten,
dan andere menschen in jaren. Ik wil niet on-
bescheiden zijn, ik vraag het alleen om u te
helpen. Zou u mij even willen verklaren, hoe
ik uw antwoord moet opvatten. U zegt dat u
heel alleen staat op de wereld. Dat beteekent
toch niet dat u ook geen voldoende voor-
raad geld hebt?"
Zij zweeg. En zij week een weinig terug
alsof die woorden haar deden terugdeinzen
van een al te nauw contact met ctien man.
Toch bleef zij hem aanzien en sloeg de oogen
niet neder. Zij stamelde'een weinig toen zij
antwoordde:
„U heeft het recht niet mij zulk een vraag
te doen dat had ik niet van u gedacht".
„Nu, op dat punt zijn wij het dan niet met
elkaar eens. Ik wil er mij volstrekt niet op be-
roemen dat ik iets voor u gedaan heb, maar
eerlijk gezegd, ik dacht toch, dat ik het recht
verdiend had u zulk een eenvoudige vraag te
doen. Wij zijn een eenzaam paar menschen;
indien ik dacht dat u mij kon helpen, denkt
u dan, dat ik dat niet gaarne zou willen?"
„U weet, dat ik u niet helpen kan, daarom
zegt u het".
„Daar ben ik zco zeker niet van; mis
schien op een dag, die niet zoo heel ver af is,
kunt u in staat zijn mij julst die hulp te ver-
schaffen, die ik zoo hard noodig heb. Vied u
niet, dat ik die niet zou aatinemen, dat zou ik
sche stedeke puilen van auto's, edn lange j
file, waartusschen ontelbare schaats-enthou- J
siastelingen krioelen.
Politie regelt zoy goed zoo kwaad het
gaat, het verkeer. Het is haast ondoenlijk en
heel langzaam schieten we op stoppen,
weer tien meter, weer stoppen, weer vooruit,
dan een heel erg nauw straatje, en de
Gouwzee, waar het wemelt van allerhande
vehikels. IJsschuitjes schieten over de bevro-
ren vlakte, auto's komen en gaan, motoren,
met en zonder zijspan, fietsen, arren en on
telbare schaatsers. Daartusschen nering-
doenden, met alles wordt gevent. Overal pi'o-
beeren ze een slaatje uit te slaan en het kost
dan ook twee kwartjes om op het ijs te ko
men. Ter herinnering en quiteering krijgen
we een kaartje waarop „Per auto over het ijs
naar Marken, Maart 1929". Kostbaar reli-
qui!
Het is een heerlijk schouwspel, in de grau-
we, nevelige omgeving, het prettige bonte
gedoe, op de vuilgore kustsneeuw zitten
meeuwen vvijsgeerU het menschengewemel
te bekijken, het is aan ook net de verkeerde
wereld, zij op den kant, de menschen op zee.
Een groote slang auto's, keurig op rich-
ting rijdend kronkelt zich naar Marken toe.
Halfweg een scheur. Ondernemende Markers
i.ebben er een auto-brug over gemaakt en
weer a raison van 2 kwartjes mogen we cl
over, om even later onzen wagen te parkeeren
vlak voor de haven, waar de wijdgebrcekte
spes patriae ons opvangt om er op te pas-
sen, en een fotograaf ons wil kieken, met
auto en al, met de haven op den achtergrond
en een oude Marker visscher gratis, voor niks
niemendal, op de treeplank.
Het eiland zelf is overstroomd met vreem-
delingen, het is hoogseizoen, alle mogelijke
dialecten roezemoezen door elkaar.
„Nou gane me weer effe de hafe kake, naor
al die autemebiele op *t aas", zucht een ras-
Mokummer, terwijl een Noord-Hollandei" z'n
„waif kwait is", en z'n metgezel hem troost
met „We hewwe d'r zeker strooid, affijn
vrouw van demnee mot ok nog komme."
Waarna de liefhebbende echtgenoot weer te-
\reden is en „aans op het ais wel zel wach-
te."
,,Nee zag, kijk nu eens, wat een schaaaattig
klein kaereltje, daar, Johnny, die moet je be-
paeld even op een plaetje zetten, zoo vreese-
lijk leuk voor m'n foto-album. Doen hoor
boyEn boy doet het, trekt z'n Kodak,
terwijl de kleine parmante broekeman zich
rustig laat bewonderen en kieken voor
een kwartie. Of dat uit Den Haag of Dantu-
madeel komt, kan hem niets schelen.
Op het eiland raadt men ons ai over Vo-
lendam terug te rijden. „Er zitten er drie
dwars doorheen, mijnheer. 't Ken nog wel,
maar je moet den weg wete." „Zai ik mee-
gaan"? zegt een stoere visscher. We doen 't
echter niet, maar gaan liever weer terug op
Monnikendam.
We rijden de haven weer uit, onze achter-
wielen slaan als bezeten door op het gladdc-
ijs, maar we rijden en merken weinig van
den straffen tegenwind, die ontelbare schaat-
senrijdsters en rijders doet sneuvejen. De
auto's worden dan ook als tractor gebruikt,
slierten van 50 en meer man hangen er ac'a-
ter, totdat er een valt en deheekbendeplots
op het ijs ligt te spartelen.
liek rtdn wagen vclgeladen."
Zelf hebben we een viertal meiskes achtef-
op hangen. 't Gaat heel aardig, tot de on-
vermijdelijke valpartij komt en we het heele
stel maar in den wagen laten kruipen, voor-
in, in de dickey-seat, op de treeplanken, want
't viertal is aangegroeid tot zeven, de diverse
verloofden en „ijsvrijers" niet inbegrepen.
Zoo trekken we al die vermoeiden naar land,
de dames rijden, de heeren-aanhang laat zich
voortsleepen, hangt aan den reserveband.
Onder groote hilariteit wordt voor Monni
kendam „uitgeladen", na heel veel gespartel
en gegil zijn de dames weer compleet en
kunnen de heeren ze weer in ontvangst ne-
men.
't Valt anders niet mee vijf meiskes uit een
dickey-seat op te diepen
We zijn weer terug, en hebben een zeldza-
men tocht geenaakt, tnooi, interessant, uniek
en gezellig. In Monnikendam is het nog ra-
zend druk, aan den zwellenden autostroom
is vooralsnog geen einde, en door alle mo
gelijke sloppen en steegjes komen we na veel
moeite weer op den Punnerenderweg.
Toen we Alkmaar binnenreden, Yegende
het.
Rechtssaken
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van Vrijdag 1 Maart.
RIJDEN MET ANDERMANS WAGEN?
De zitting werd heden geleid door mr. Van
Lookeren Campagne, in kwaliteit van kan-
tonrcchter-plaatsvervanger.
Voortzetting der behandeling van 'n twee-
wel, zoo waar als wij beiden leven. Maar om
op die vraag van mij terug te komen, mag ik
aannemen, dat u bezit, wat sommige men
schen den besten vriend noemen die op de
wereld bestaat namelijk geld?"
„Zelfs dien vriend bezit ik niet; u heeft het
recht niet het mij te vragen en ik weet niet
waarom ik het u vertelwij zijn vreemden
voor elkaar. U hebt mij het leven gered, maar
dat maakt geen verschil!"
„0 neen'?" weer een punt, waarop wij het
niet eens zijn. Ik cr.cht van wel".
„En ik denk van niet, niet in de beteekenis,
die ik meen. Maar het is waar, terwijl"
hier aarzelde zij „toen mijn vader leefde,
als hij dood is, dan is het wat anders
maar nu, nu ziet ge alles wat ik op de wereld
bezit".
„U bezit heel, heel veel".
Een oogenblik scheen zij de beteekenis van
zijn woorden niei te vatten, maar zijn toon,
zijn blikken, zijn manier van doen maakten
het haar plotseling zeer duidelijk. Een bios
bedekte haar tot n toe bleeke wangen, zij
deinsde een weinio- achteruit, alsof zij bang
voor hem was. Zij scheen geen woorden te
kunnen vinden. Er was iets in haar houding
dat hem noodzaakte zijn excuses te maken.
„Neem mij niet kwa'ijk; ik had dat mis
schien niet moeten zeggen, nu ten minste niet
en op deze plaats. Maar toch, zooals u zelf
zoo even zei, het is waar volkomen waar.
Want in mijn oogen bezit u zeer veel, u bezit
iets dat meer dan alle geld van de wereld
waard is, dat is een oirtwijfelbare waarheid,
ofschoon ik u mijn excuses maak het gezegd
te hebben. Maar laat ons terusAomen op wat
tal zaakjes contro H. de M., los-arbeider te
Uitgeest, die de vorige week terecht stond,
ten eerste ter zake het berijden van een aan-
gespannen voertuig dat onvoldoende was
verlicht, terwijl ook aan dit rijtuig een re
flector ontbrak in den nacht van 20 op 21
Januari, toen hij zich met zijn vriend Tromp
naar Heemskerk had begeven om voedse!
voor zijn gezin te halen.
In de tweede plaats zou hij bedoeld voer
tuig hebben gebruikt zonder toestemming van
den eigenaar Wouda, 'n bohemien, die in 'n
woonwagen het vaderland rondzwerft.
Gehoord werd thans de veldwachter Bor-
nebroek, die bedoelde zaken nog eens nader
en meer omstandig toelichttc. Uit deze voor-
stelling zou men moeten afleiden dat Wouda
geen permissie aan Hendrik de M. had ver-
feend om over zijn ket en wagen te beschik-
ken, terwijl verdachte daarentegen hardnek-
kig volhield, die vergunning wel te hebben
gekregen. Deze zaak werd nu aangehouden,
teneinde zoo mogelijk bedoelden Wouda te
hooren. Terzake het rijden zonder reflector
enzoovoort werd aan de M. f 1 boete of 1
dag opgelegd.
WAAROM ALTIJD ZOO'N HAAST?
Gedurende de voortgezette behandeling
van het strafproces tegen den automobilist j.
M. te Haarlem, berijder van een Maxwell,
kwam zeer duidelijk vast te staan, dat ge-
noeende heer op 22 November op den Kennc-
merstraatweg onder de gem. Alkmaar zijn
motorrijtuig op een zeer ongelegen moment
en in strijd met de verkeersregelen had trach-
ten door te wringen tusschen een aankomen-
de autobus en de stopgezette nieuwe auto van
van den heer P. Kunze, mede uit Haarlem,
zoodat het voertuig van den heer Kunze
schade bekwam aan treeplank en linkervoor-
spatscherm en 'n asdop verloor. Op grond
van het gevaar, dat dergelijk roekeloos rij
den teweeg kan brengen, werd de verdachte
flink aangepakt en tot f 40 boete of 40 da-
gen veroordeeld.
EEN VASTHOUDEND JONGEDAME.
Mej. Alida Jantina, H., rijksklerke, te Haar
lem, die in den laten avond van 25 Nov., be-
gunstigd door zilverzacht maanlicht, onbe-
wust van eenig dreigend gevaar, door Lim-
men op weg naar heur home te Haarlem
tufte, kwam later tot de ontstellende ont-
dekking dat zij te Liramen een procesverbaal
had opgeloopen. omdat haar auto slechts
m.t een brandende lantaarn was verlicht. De
dame, die dit absoluut niet wilde aannemen,
rustte niet voor het haar mogelijk was in
persoon terecht te staan. Zij was dan ook
heden behoorlijk present om te betoogen,
dat zij een dergelijkc overtreding onmogelijk
kon hebben begaan, daar haar lainpen in de
beste orde hadden verkeerd,
De verbalisant, de gem.-veldwachter van
Limmen, L. P. v. d. Sande, persisteerde ech
ter pertinent aan zijn procesverbaal en zijn
onder eede afgelegde verklaring gaf natuur-
lijk den doorslag. De dame werd dan ook
veroordeeld. doch de plaatsvervangende kan-
tonrechter was zoo element geen jtraf op te
leggen
NIET TIJD1G AAN ZIJN POLDER-
DERPLICH l'EN VOLDAAN.
De 52-jarige landbouwer Tli. de B. te Eg-
mond aan Zee heeft onder Egmond-Binnen in
de Kcetermeer een stuk land in gebruik, gren-
zendc aan een poldcrsloot, die ij verplicht
is overeenkomstig het schouwreglenient in
behoorlijken toestand te onderhouden. Hier-
arn i ad hij echter na den schouw en zelfs
niet met den herschouw naar behocren voi-
daan, zoodat hem door het polderbestuur 'n
boete van f 10 werd opgelegd, die door hem
niet werd voldaan, waarop een strafvervol-
ging werd ingesteld.
De heer de B., thans terecht staaude, er-
kende het feit, doch verontscliuldigde zich
met te zeggen, dat hij die sinds jaren ver-
waarloosde en met rietschoten bezette sloot
eens grondig had willen opknappen en daar-
toe had afgewacht dat die sloot droog kwam
te liggen. Hij had reeds lang te voren zeke-
ren de Groot opdracht gegeven, dit karwei
te verrichten.
Een minder aangenamen indruk maakte
echter de mededeeling van den ambtenaar
van het Openbaar Ministerie, dat juist deze
Groot tegenover de politie de opdracht had
ontkend. Verdachte had hem willen overha-
len om dit aan de politie te verklaren, maar
Groot had er voor bedankt deze leugens te
debiteeren.
De ambtenaar, die deze handeling in aan-
merking nam bij de bepaling der strafzaak,
vorderde in dit ge\'al f 25 boete of 25 dagen,
waarop verdachte, ondanks zijn voortduren-
de tegenwerpingen, tot f 15 boete subs. 15
dagen hecht. werd veroordeeld.
ZONDER STRAF NAAR HUIS
GEZONDEN.
Een Alkmaarsch huismoeder A. R., die
door haar echtgenoote in den steek is gela-
wij zco even bespraken. Indien u meent, dat
u geen geld hebt, dan doet er dit niets toe,
want ik heb het, dat is ook waar". Hij glim
lachte alsof zijn woorden een kluchtige betee
kenis hadden. Het is een geluk, dat ik er wat
van meegebracht heb uit het hotel, want an
ders zouden wij misschien in moeilijkheden
zijn gekomen. Kijk, ik heb een zak vol, zeer
gangtare munt, Engelsche bankbiljetten,
juist van de Bank".
Hij liet haar de banknoten zien, die hij den
vorigen avond van den grond had opgeraapt
voordat hij trachtte te ontkomen uit hetgeen
zijn kamer geweest was, die zoo snel in een
gevaarlijken val was veranderd. De andere
hand stak hij in zijn zak waarin hij de juwee-
len gestopt had, maar daar vertoonde hij
niets van.
„Luister nu eens goed naar wat ik dacht
dat wij doen moesten. In de eerste plaats zoo
gauw mogelijk hier vandaan zien te komen,
namelijk uit dit gedeelte van het land. Ik heb
niets tegen een weinig afleiding, maar te
veel staat iemand tegen. En daarenboven,
wie weet of die aardbeving niet weer'begint.
Ik had zooeven een gevoel of er weer iets
trilde".
„Ja, dat heb ik ook gevoeld; het was een
lichte schok. Ik geloof, dat er hier dikwijls
van die lichte scliokken gevoeld worden; men
heeft mij verteld, dat ze somtijds meermalen
per dag komen, ze maken er zich niet onge-
rust over".
„0 neen? Nu ik wel; van dit oogenblik af
aan zal ik den grond nooit onder mij voelen
frill en zonder er veel meer van te vreezen
dan ik in staat ben onder vvoorden te brgn.-
ten en nu in het onderhoud van zich en haar
vrij talrijk kroost tracht te voorzien door het
venten met turf, had op 17 Dec. j.l. niet be
hoorlijk gezorgd, dat haar 9-jarig zoontje de
middagschool had bezocht. Het vrouwtje
stond thans terecht wegens overtreding der
leerplichtwet. Volgens haar mededeeling had
het ventje dien dag hevige kiespijn en cen
daaruit voortgekctnen dikke wang en toen
had zij den jongen 'smiddags maar thuis
gehouden. Zij ontving een vermaning, doch
de kantonrechter vond termen om op haar
geen straf toe te passen.
DE „TONNYBAR" NIET OP TIJD
GESLOTEN.
De heer Ii. P. L. v. L., verlofhouder vac
de Tonny-bar aan den Dijk te Alkmaar, com-
pareerde als verdachte naar aanleiding van
liet feit, dat hij in den avond van Zaterdag
19 Januari na het sluitingsuur, dus na
twaalven, van zijn lokaliteit nog een bezoe-
ker aanwezig had, welke heer aan een tafel-
Ije had plaats genomen en zich laafde aan
door hem betaald glas bier.
De verdachte erkende zulks, doch beweer-
de, dat deze bezoeker in zijn zaak dienst
deed als assistent-kellner. Er was dien avond
weinig bezoek en de hulpkellner had niets te
doen, daar zijn vaste beaiende de drukte best
af kon, De ander had zich toen in de huis-
kamer wat gesterkt met een boterham en een
glas melk en daarna in het cafe een glaasje
bier gedronken, dat hij' als gewoonlijk be-
taalde.
Deze plausibale toelichting verwekte ech
ter echter niet het effect, dat de spreker zich
had voorgesteld, want hi, werd veroordeeld
tot f5 boete subs. 5 dagen hechtenis.
DE BAKKER HAD BEROUW EN EEN
GOED VOORNEMEN.
De heer Th. "J. IC, 'n 26-jarige broodbak-
ker te Limmen, was in conflict gekomen met
de bakkerswet omdat hij in den morgen van
31 Januari te kwart voor 6 uur zijn bediende
SlijErman had laten arbeiden aan de deeg-
bereiding.
De verdachte, persoonlijk present, gaf het
fe.t onmiddellijk toe. Hij was tot dusverre
nog niet voor eenig strafbaar feit veroordeeld
en de ambtenaar gaf hem in ov -weging
zich daarvan ook in 't vervolg te onthouden.
De bakker beloofde dit en zei vroolijk: Ik
zal wel oppassen, want het komt mij te duur
uit!
Waarop hij werd veroordeeld tot f2 boete
of 2 dagen.
Mondelinge uitspraak 1 Maart 1929.
J. Z. te Egmond aan Zee, dronkenschapj
5 boete of 5 dagen hechtenis.
C. G. te Egmond aan Zee, A de G. te Zd.-
en N -Schermer, overtreding Jacht- en
Visscherijwet, de le 15 boete of 15 dagen
hechtenis, de 2e f 3 boete of 3 dagen hechte
nis.
K. V te Alkmaar, overtreding Drankwet,
f 50 boete of 50 dagen hechtenis.
Th. H. B. te Egmond aan Zee. overtreding
Polderverordening, 15 boete of 15 dagen
hechtenis.
J. K. te Limmen, A. R. te Alkmaar, over
treding Leerplichtwet, de le f 30 boete of
30 dagen hechtenis, de 2e geen straf toege-
past
Th. J. IC. C. W. te Limmen, M. v. d. K.,
B. IC te Alkmaar. overtreding Arbeidswet,
de le 2 boete of 2 dagen hechtenie de 2e
f 8 boete of 8 dagen hechtenis. de 3e en 4<
ieder f 3 boete of 3 dagen hechtenis.
H. P L. v. L., C. S., C G. te Alkmaar,
K. R., J. E„ H H. D., G. W„ T. de J F. S.,
zwervers, overtreding Politieverordening. de
le 5 boete of 5 ,dagen hechtenis, de 2e 3e,
4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e ieder 2 boete of 2 dagen
hechtenis.
H. de M te Uitgeest, .1 M te Beverwijk,
A. J. H te Haarlem. A S. te Heiioo. T. S te
Egmond aan Zee, P. C. te Limmen, P R te
Oudoip. P. J. te Amsterdam. Th v. IC te
Zuid-Scharwoude. H M G. J S. te Alkmaar.
overtreding Motor- en Rijwielwet de le f 1
boete of 1 dag hechtenis, de 2e f 40 boete of
40 dagen hechtenis. de 3e geen straf toege-
past, de 4e, 6e. 7e. 8e. lOe. 1 le ieder 3 boete
of 3 dagen hechtenis. de 5e en 9e ieder f 3
en 5 boete of 3 en 5 dagen hechtenis.
Ppowiwciaai nienw<
URSEM.
De kiezerslijst dezer gemeente bevat 606
kiezers, waarvan voor de gemeente 584 en
voor de Provinciate Staten 601 kiezers.
Het aantal nieuwe leerlingen voor de
R.-K. school bij de toelating op 1 Mei a s. be-
draagt 36. Daar wegens de vorst de nieuwe
school niet op tijd ldaar zal zijn, en de hulp-
lokalen geen voldoende ruimte bieden voor
deze kinderen zal zeer waarschijnlijk het pas
ontruimde lokaal weer tijdelijk in gebruik
moeten worden genomen. Het is maar te
hopen. dat de vorst niet al te lang meer aan-
gen. Zou u denken dat wij voor geld in staat
zouden zijn hier dadelijk vandaan te komen?
Het land uit, ver weg, zoo ver mogelijk en
waar kunnen wij dan naar toe gaan? Mijn
aardrijkskundige kennis van deze streek is
zeer beperkt; u moet mij daarin behulpzaam
zijn. Ik heb u al gezegd, dat ik heel spoedig
uw hulp zou noodig hebben".
„Ik weet niet of er treinen zijn en of er
veerbooten gaan".
„Treinen? Veerbooten? Wat hebben trei
nen met veerbooten te maken?"
„Ik vermoed dat u met den trein van San
Giovanni gekomen is; en die is met d'e veer-
boot overgezet".
„Neen; ik ben van Palermo gekomen; daar
landde ik met een oud vers'eten schip, dat mii
van de westkust van Amerika hier heen had
gebraeht de ellendigste overtocht dien ik
ooit gehad heb. Dat is gis'.erenavond pas ge-
beurd, een waardig einde van dien tocht was
de ondervinding van dezen nacht. Indien ik
had kunnen gissen wat er zou gebeuren, ik
geloof dat ik nooit gekomen zou zijn: toch
ben ik blij dat ik het gedaan heb. Tk zou die
aardbeving niet hebben willen missen, niet
neen, ik zou dat alles niet hebben willen
missen. U sprak zoo even van treinen en veer
booten, maar niet hoe wij hier vandaan kun
nen komen en waar wij nu naar toe moeten".
„Hoe zou ik dat weten? Wij moesten liever
gaan naar wat vroeger de haven was; dlaar
zal iemand het ons kunnen vertel'en".
„Welken kant op? U moet mij alles wijzen,
ik ben geheel aan t: overgo"everd. U moet mij
helpen".
(Wordt vervolgd). j