Alkmaarsck limit. De Plaatsvervanger Stadswieuws FEUILLETON. No. 80 1929 Handtrd een m derttgste Jaargang. Din*day 12 Maart. Radio-hoekje Woensdag 13 Maart. Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen- flrijding. 1.302.30 Kindermatinee door W. van Houten. 2.30 Toespraken ter gelegenheid van de promotie tot Doctor in de techn. we- tenschap Honoris Causa (Ir. C. F. Stork en Sir Deterding). 4.5.— Lezing door Prof. W. v. d. Pluym: Het oude Griekenland. 5. 5.15 Gramofoonmuziek. 5.456.15 Land- bouwhalfuurtje door Dr. Ir. C. K van Daa- len. 6.15—7.15 Concert door het A. V. R O.- tTrio. 7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door 'Prof. Dr. J. F. van Bemmelen. 8.9.20 Con cert. Muziekver. Armenia" (v. d. Storkfa- brieken)A. de Rookvan Leeuwen, piano. If®, de Rook, cello. 9.2010.30 Populair 'concert door het Omroep-orkest. 10*30 Pers- berichten. Daarna tot 11.30 Dansmuziek. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M-) KUitsluitend: N. C. R. V.) 11.—11.30 Korte jZiekend'ienst. 12.301.45 Middagconcert, sopraan, clarinet en piano. 5.6.Kinder- nurtje. 6.6.30 Spr.: A- van Santen: De iLeipziger Messe. 6.307.Fransehe les. 7.7.30 Engelsche correspondentie. 7.30 8.Spr.: P. J. RJsseeuw. Liter, causerie. 8.Concert. Chr. Radio-orkest. Mevr. Mul derBelser, alt mezzo. Spr. Prof. Dr. Th. L. Haitjema: Willem Bilderdijk. Daventry, 1562 M. 10.3'5 Kerkdienst. 11.05 iVoor de vrouw. 11.20 Gramofocnmuziek. 112.20 Batladenconcert, sopraan, bas bariton. 1250 Gramofoorimuziek. 1.20 Orkestcon- cert. 2.20 Beeld-uitzending. 2.50 Voor de scholen. 3.15 Muriek. 3.20 Gedichtenvoor- lezing. 3.50 Gezondheidspraatje. 4.05 Klas- siek concert. 5.05 Concertorgelbespeling. 5 35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.— Muziek. 7.05 Che pin's mazurka's, piano. 7 20 Causerie. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Ouverture. 8.20 „Francesca da Rimini", tooneelstuk in 5 acten van d'Annunzio. 10.20 Nieuwsberichten. 10.40 Concert. Orkest. F. Wilton, sopraan. N. Hansen, tenor. 11.05 12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.50 2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert 7.057.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert. Tschecho-Slowaaksch Kwartet. Hr. Pugel, zang. Langenberg, 462 M. 9.35 en 11.30 Gra mofoonmuziek. 12.25—1.50 Orkestconcert. 5 05—5.50 Opera-aria's en duetten. 7.20 Symphonieconcert. Werag-orkest. Daarna tot 11.20 dansmuziek (9.5010.20 Uitz. Dort- munder 6-dagenrennen). Zeesen, 1649 M. 11.20—3.50 Lezingen 3.50—4.50 Orkest-concert. 4.507.05 Le zingen. 7.20 Balalaika-concert. 7.50 Koor concert. Piano-recital door Prof. Samuel Feinberg. Daarna: vocaal concert. Rudolf ©andler, bariton en tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 10.2011.20 Gramo- foonplafen. 1.25 Orkest-concert. 3.50 Orkest concert met medewerking van solisten en koor. 5.20 Orkest-concert. 6.45 Opera-uitzen- ding: „Don Carlos" van G. Verdi. 10.10 Her-uitzending van buitenl. stations. Brussel, 511.9 M. 5.20 Orkest-concert. 6.50 Trio-concert. 8.35 Gramofoonplaten 8.50 Orkestconcert. NEDERLANDSCH GENOOTSCHAP TOT ZEDELIJKE VERBETERING DER GEVANGENEN. AFDEELING ALKMAAR. Jaarverslag over 1928. Twee redenen zijn er, die maken, dat het Jaarverslag over het jaar 1928 van die over vorige jaren zal verschillen. In de eerste plaats omdat in den zomer van het afgeloopen jaar de Strafgevangenis te Alkmaar werri gesloten, waardoor van zelf sprckend een einde lewam aan dat deel der werkzaamheden der Afdeeling, dat in het biizonder tot de gevangenis in betrekking stond: aan het celbezoek door de Bestuurs- kden. aan het spreekuur van den 2den secre. taris in de gevangenis, aan de geregelde ver- gaderingen van den reclasseeringsraad kwam een einde. Niet plotseling, want reeds in het begin van 1928 daalde de bevolkingssterkte der gevangenis tot de helft, welke aantal in den loop van het jaar tot aan de opheffing successievelijk van ongeveer 50 tot 0 daalde De Hoofdredactie van het Maandblad van Berechting en reclasseering van volwassenen en kinderen wees erop, dat de opheffing een gevoel van bevrediging moet geven en dat in Door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. 16 „Hoe kan ik u helpen?" •>Chn te beginnen hiermee". Hij stak haar iets toe. ..Meent u door geld van u aan te nemen wat u mij daar aanbiedt? Beweert u dat ik u daardoor zou helpen? Hoe dan?" „Dat is niet gemakkelijk te verklaren". ..Neen, dat begrijp ik". ..U weet dat ik u liefheb want dat heb ik u gezegd; misschien begreep u het al voordat ik het u zei. Ik heb gehoord dat een vrouw dat kan". ..Stel u niet zoo bespottelijk aan". „In ieder geval, nu weet u het. Wilt u ronduit op een vraag van mij antwoorden. Wjlt u eenmaal mijn vrouw worden?" "Ik kan waarlijk niet aannemen dat het u ernst is, het lijkt zoo onwijs Ik heb een ge voel of u mij voortdurend voor den gek sfaat te houden, misschien omdat u denkt, ze is nog zoo jong, zoo onschuldig, of iets derge- lhks. „U w#et wti beter; ik weet zeker dat eeo de sluiting een symptoom moet worden ge- zien van het succes der nieuwe methode, die kan gekenschetst worden als de methode van opvoeding in de maatschappij (voorwaarde- lijke veroordeeling) ter gedeeltelijke vervan- ging van gestichtsverpleging. Met die woor- den kunnen wij ons geheel vereenigen, even- als met de daaruit verder door die redactie getrokken consequentie: „De misdaad houdt niet van zelf op. Als er een gevangenis geslo ten wordt moet er meer opvoeding van de mis- dadigers in de maatschappij, meer reclassee ring komen". Laten wij hopen, dat de Regee- ring het niet alleen laat bij de opheffing van gevangenissen, maar den haar vanwege het Maandblad gegeven wenk begrijpt en de noo- dige fondsen beschikbaar stelt, die, wil er in- derdaad sprake zijn van opvoeding in de maatschappij en reclasseering, onontbeerlijk zijn. In afwachting daarvan zullen de wer- kende leden der afdeeling wier tijd thans niet meer door celbezoek in beslag wordt geno- men in den vervolge hun krachten moeten wijden aan het niet minder verantwoordelijke en misschien nog zooveel zwaarder patro- naatswerk nt voorwaardelijke veroordeeling Meer en meer bliikt, dat de ambtenaar ter reclasseering, ondanks den besten wil en een noesten vlijt, niet meer in staat is eenvoudig wegens gebrek aan tijd eenig patronaat voor zijn rekening te nemen, overladen als die ambtenaar in dit Arrondissement tevens ambtenaar der kinderwetten is met uit- brengen van rapporten, ter voorlichting van de Justitie. Ook de groote afstanden in het Arrondissement maken voor hem lange reizen bij zijn onderzoekingswerk noodzakelijk reizen, die onvermijdelijk veel tijd kosten. Reeds thans kan de ambtenaar rekenen op een staf van medewerkers in verschillende plaatsen. Echter zal in de toekomst deze schare van vrijwilligers steeds meer moeten worden uitgebreid en aangevuld, en het is werkelijk geen gemakkelijke taak om telkens weer voor ieder geval den geschikten persoon te vinden, bereid en in staat, om aan 'n veroor- deelde de juiste leiding en steun te geven. Vergissen wij ons niet, dan zijn in de laatste jaren door de Alkmaarsche Rechtbank aan onze Afdeeling naast lichtere ook enkele zeer moeilijke gevallen tot het verleenen van hulp en steun na voorwaardelijke veroordeeling toebedeeld en op zich zelf "mag het ongetwij- feld tot vreugde stemmen, wanneer door de Rechtbank blijkbaar voldoende vertrouwen in het verdere verloop van dergelijke geval len, waarbij alles aankomt opeen degelijk patronaat, wordt gesteld. Aan den anderen kant mag evenwel niet uit het oog worden verloren, dat de verantwoordelijkheid bij het aanvaarden van een derp^y're opdracht voor de Afdeeling sTeeds grooTer wordt en dat zij er alleen in zal slagen het in haar gestelde vertrouwen niet te beschamen, door "uitbrei- ding van den kern van vrijwillige medewerkers in wie het besef van deze verantwoordelijkheid voldoende leeft en die eveneens in staat zijn zich met geheel hun hart en geest aan het werk te wijden. De tweede reden, waarom in dit verslag eenige wijziging wordt gebracht vergeleken met verslagen van vorige jaren, is een op- merking van den secretaris van het Hoofdbe- stuur in zijn jaarverslag over het jaar 1927, op biz. 24, waar hij klaagt over een tekort aan paedagogische mededeelingen betreffen- de den persoon van den voorw. veroordeelde en de oorzaken van succes en mislukking Voordat hieromtrent echter nadere mededee lingen worden gedaan, mogen hier eerst vol- gen eenige cijfers, zooals die tot nog toe steeds in het jaarverslag werden verwerkt: In 1928 werden in totaul 70 rapporten be- treffende aard en vroegere leven van verdach- ten uitgebracht en web als volgt verdeeld: 24 rapporten op verzoek van rechtbank of rech- ter-commissaris; 26 rapporten op verzoek van pblitierechter; 16 rapporten op verzoek van den officier van justitie; 1 rapport op verzoek van den kantonrechter; 1 rapport op verzoek van den raadsman; 2 rapporten op verzoek van den verdachte. Bij beschouwing van deze cijfers treft, dat in vergelijking met de getallen vtn de Rb. of den P.R. aangevraagde, slechts een klein aan tal rapporten door den officier van justitie werd aangevraagd. O.i. ware in veel gevallen een noodelooze vertraging der behandeling te voorkomen, indien reeds dadelijk bij het begin der vervolging een rapport werd ge- vraagd door den officier van justitie, zooals ook in vorige jaren gebruikelijk was. Van die rapporten concludeerden er 36 tot voorwaardelijke gevangenisstraf (in 4 van deze gevallen werd daarbij geadviseerd tot het opleggen van de verplichting tot schade- vergoeding als bijzondere voorwaarde), geen tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf. 5 tot geldboete, 1 tot niet-vervolgen, 5 tot voor- waardelijk niet vervolgen, 18 rapporten gaven geen bepaalde conclusie, 1 rapport concludeerde tot voorwaardelijke veroordee ling en civielrechtelijke ondertoezichtstelling, terwijl in 3 gevallen de rapporten slechts in- lichtingen bevatten omtrent de financieele rneisje zooals u is heel goed weet of een man het ernstig meent ja of neen. Ik zou u niet graag voor den gek houden, want nu ja, dat weet u nu al". Plotseling keerde zij zich om van de ver- schansing en keek hem aan. Zij stond voor hem met opgericht hoofd. „Ik weet niet of wij beiden stapelgek zijn wat er daar ginds met ons gebeurd is was voldoende om gek te worden; vanavond zal ik u dit zeggen en dit alleen: ik wil graag tien pond van u leenen." Hij nam een paar van de banknoten die hij in de hand had en reikte ze haar toe. „Twee van 5 pond; nu begint u mij te hel pen". Zij lachte dat geluid was zoo verrassend, zoo welluidend en klonk zoo echt, dat die echte vreugde, die er uit klonk hem ook deed lachen. „Mooi zoo. Dus u kunt lachen. 't Is nog niet lang geleden dat ik twijfeldte of u ooit weer zou lachen; daar was ik zoo bang voor. En nu zie ik dat dit noodig was." Zij wierp het hoofd in den neker was iets kinderlijks in dat gebaar. „U is totaal krankzinnig! Of ik begin iets te vermoeden. Ik zou heusch wel eens weten of u alle meisjes die u ontmoet als u ze twaalf uur geleden voor het eerst gezien hebt, ver- telt dat u van het eerste oogenblik af aan ver- iefd-Op ze geWeest is." Hjj stond met de handen in ziin iaszald«» draagkracht van den betrokkene in verband met een eventueel op te leggen boete. Van de 48 gevallen waarin een bepaald advies werd uitgebracht ging de rechtbank (c.q. de officier van justitie) in 47 gevallen met de conclusie van het rapport mee. In 1 geval werd door den politierechter afgeweken: in dat geval was voorgesteld voorwaarde lijke veroordeeling met verplichte opname in een verplegingsinrichting. Op het laatste oogenblik bleek dat de betrokkene daarbij niet wilde medewerken, zoodat een gevangenis straf volgde. (Wordt vervolgd.) Land- en Tuinboiiw. HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW, AFD. ALKMAAR. Een praatavond. Gisteravond trad in het cafe „Central" voor bovengenoerade afd. op de heer Ir. de Vries, veeteelt-consulent, die als onderwerp ge- kozen hadGa at het u i t e r 1 ij k van het Noord-Hollandsche Vee a c h t e r u i t, d o o r d a t er meer productie wordt vereischt? Nadat de voorzitter, de heer D. J. Govers de vergadering met een enbel woord opende, nam ir. de Vries het woord. Spr. begon met er op te wijzen, dat al onze huisdierrassen door de menschelijke cultuur in verschillende rich- tingen zijn gefokt. Daardoor krijgt men be paalde types. We kennen in de rundveerassen rassen, die enkel vleesch produceeren. ook, die voor melk gefokt worden. De meeste rassen zijn echter gecombineer- de productie-rassen, n.l. die van melk en vleesch. Het fokken heeft een bepaalden uit- en in- wendigen bouw van het lichaam doen ont- staan. Spr. begon met de enkele-productie. Het ontstaan van een richting vond zijn oorzaak in economische omstandigheden. Zoo bijvoorbeeld in Engeland. Daar ging men al vroeg met machines te werk. We kregen daar dus centra met dichte bevolking, en de vraag van het volk was allereerst naar vleesch en vet. Daaidoor ontstonden de moderne vleesch- rassen in Engeland. Hoe zijn die vleeschrassen te verkrijgen? Voornamelijk door intensieve voeding en betere verpleging. Door als kalf het dier reeds veel gemakke lijk verteerbaar voedsel te geven, treedt reeds een verandering in het jonge dier op. Bovendien worden deze dieren veelal op stal gehouden, en liefst in donkere stallen. Daar is minder zuurstof. Het gevolg daar van is. dat minder voedsel wordt verbrand, en meer voedsel in vleesch en vet veranderd wordt. Alle dieren reageeren niet gelijk op deze behandeling. Het bleek n.l. dat het eene dier veel sneller groeide dan het andere. Nu kwam men tot de fokkerij. Men hield n.l. die dieren aan, die afstamden van de snelste groeiers. Dank zij het groeivermogen en de verbete- ring van voeding e. d. hebben we nu de mo derne vleeschrassen gekregen. Ook in het lichaam zelf kwam verandering o.m. de voormagen bleven in ontwikkeling achter. Het vroeg-rij per maken van het ras, het systematisch verhoogen van een vleesch- en vet-productie, het bezuinigen op de hoeveel- heden voedsel, noodig voor het onderhoud van het lichaam, dat waren de eischen, die men stelde, aan het eenzijdige vleeschtype, Het melktype. Om nu veel melk te produceeren, moet men een andere richting uitgaan. Nu moet men het dier zooveel mogelijk voedsel geven, om hart, longen en spijsverteeringsorganen zoo goed mogelijk te doen ontwikkelen. Daaraaast moeten de melkorganen zoo goed mogelijk ontwikkeld zijn. Men moet dus hebben een koe met groote, goed ontwikkelde uier. Men wil echter die melk zoo goedkoop mogelijk produceeren. Daarom neemt men de goedkoopste voedingsmiddelen, zooals gras, hooi, knol- en andere gewassen. Een koe is nu in staat, veel ruw voer om te zetten, als de spijsverteringsorganen daar- op gebaseerd zijn. Daarom moet men reeds beginnen, als het beest nog kalf is. Met op zeer jongen leeftijd het kalf ruw voer te geven, krijgt men al resultaten. De ontwikkeling van het lichaam is echter nu veel langzamer dan bij het vleeschras. Het ras wordt dus later rijp. I>e dieren worden tijdens de drachtigheid schraal gevoerd. Na het kalven wordt het voedsel beter, maar ook dan is ruw voer hoofdzaak. Men zag echter, dat de eene koe veel meer melk produceerde dan de andere. Al weer werden die dieren voor de fokke rij aangehouden, die gunstig reageerden op de melk-gevende productie. Zoo was het in Engeland. In ons land heeft men waarschijnlijk altijd een gecombineerde productie gehad. Dc kustprovincies hebben steeds rijke gras- landen gehad, dus uiterst geschikt voor de melkproductie. Ook de handelscentra ontstonden in die provincies. Die handel vroeg vleesch en melk De kustprovincies moesten dus dieren fok ken, die men elders kon afzetten, en wel met gecombineerde productie. Echter een 50 jaar geleden ging men bijna te ver in de melk-richting. Toen was er van melkcontrole geen sprake. Toch deed de boer ook toen zijn best. Hi t ontbrak hem echter aan gegevens. Men lette toen op uiterlijke teekens en dat is bijna fataal geweest, want goed ontwik kelde uiers e.d. zij niet voldoende. Men selecteerde vaak dieren, die dikwijls erg tegen vielen. Men deed gelukkig ,ont- dekkingen". Door de centrifuge werd het mogelijk, dat de melk op een centrale plaats bell and. rid werd. Ook het vetgehalte van alle koeien werd bepaald. Men kreeg dus een veilige controle, en kon daardoor tot een doelmatigc fokking komen, dank zij de registratie, van de in- en de uitwendige eigenschappen der dieren. Maakf men van die wetenschap geen ge- bruik, dan is elke fokkerij een gokkerij. Men richte dus vele stamboeken en ver- eeuigingen op. Met bleek door de controle, dat het vetge halte afhankelijk was van de productiever- hooging. Men moest hebben krachtige dieren met een groot weerstandsvermogen. Van dien tijd dateert het streven naar een koe met behoorlijke bes pie ring Hier in Holland hebben we de meik- vleesch-fokproductie. Gelukkig! Enkelzijdige fokinrichtingen zijn voor wijzigingen moeilijk vatbaar. En men kan genoodzaakt zijn, zijn richting te veranderen, dat men de melk-productie moet veranderen in een vleeschproductie Dat is met een gecombineerde productie veel ge- makkelijker dan met een enkelzijdige Tenslotte concludeerde spreker. dat men bij het streven naar toename van productie den uiterlijken vorm niet uit het oog mag verliezen. Hij wees op het nut van het ge- organiseerd zijn, om beide factoren te be- reiken. Aan het eind van zijn lezing gekomen, liet ir. de Vries een aantal lantaarnplaatjes zien, die wel zeer sterk het verschil tooiiden in vee van 1884/85 en dat van heden. Hierna had een zeer geanimeerde bespre- king plaats, die aan vele aanwezigen de ge- legenheid gaf, verschillende kwesties naar voren te brengen. Het was dus een zeer geslaagde avond voor de Mij. van Landbouw, een avond. die navolging verdient. Ppovineiaal roiaorws SINT PANGRAS. Zaterdag had alhier in het cafe „De Drie- sprong" een vergadering plaats van plaatse- lijke correspondenten der Plantenziektekundi- gen Dienst, ter vaststelling van verschillende prcefplannen. De bijeenkomst werd bijgewoond door 't hoofd v. d. Pl.z.k.d. ir N. van Poeteren uit Wageningen en den Rijkstuinbouwconsulent ir. Hazeloop, en werd gepresideerd door den heer P. Glas, tuinbouwleeraar te Broek op Langedijk. die er zijn groote voldoening over uitsprak, dat 't hoofd v. d. Pl.Z.K.D. door zijn aanwezigheid van zijn belangstelling blijk gaf. De heer Jb. de Vries had deze week met groote waardeering de radio-rede van den heer v. Poeteren gehoord en betuigde zijn dank, dat hiermede aan zijn verzoek was voldaan. Hij was overtuigd "dat hiermede de ziektebestrijding onzer cultuurgewassen on- der veler aandacht was gebracht. Door den heer Mallekote werd hierna in- geluid het proefplan '29 tegen vallers (Pho- ma). Uitgegaan werd van ontsmet zaad (Ger- misan) en van niet ontsmet zaad, dat echter van eenzelfde soort moet zijn voor ieder proefveld. Bij het uitplanten zal de eene helft van iedere soort worden gedompeld in een oplos- sing van Germisan of Usputon. Alzoo wor den 4 soorten verkregen n.l. A onontsmet zaad. niet gedoopt; B ontsmet zaad, wel ge- doopt, C ontsmet zaad, wel gedoopt, D on ontsmet zaad niet gedoopt. Op een vraag van den heer Schuur werd tnedegedeeld, dat het doopen der wortelein- dr. van de planten moet geschieden, onmid- dellijk voor het uitzetten. Geschiedt dit b.v. 's avonds te voren, dan is broei niet uitgeslo- ten. Alleen de worteldeelen moet flink inge- dompeld worden. Na uitvoerige technische bespreking werd dit plan vastgesteld. Getracht zal worden plaatselijk bij verschillende tuinders aldus en schudde het hoofd, terwijl hij haar ondeu- gend aanzag. „Denkt u dat?" „Ik zeg, dat ik het mij begin af te vragen", „En ik zeg dat u maar niet verder rnoet gaan dan beginnen, omdat u al een heel slechte beoordeelaarster is van de mannelijke natuur, wanneer u mij voor zoo iemand houdt, na alles wat wij samen hebben doorge- maakt." 7,Ik zeg u vanavond niet wat ik van u denk. Wij zijn dicht bij Napels; ik heb tien pond van u ontvangen. Dat is voldoende om logies te betalen in een net hotel; er blijft nog genoeg van over om morgenochtend een paar noodzakelijke kleedingstukken te koopen. In welk hotel wou u logeeren?" „Hoe kan ik dat zeggen, ik weet niets van de hotels te Napels. Absoluut niets. Ik zou gi'aag in't zelfde hotel logeeren als u, dat is het eenige." „Daar heb ik absoluut niets tegen." „Dan zult u mij morgen misschien pennit- teeren dit gesprek voort te zetten waar wij nu gebleven zijn." Zij keek hem met een grappig glimlachje aan. „Wij' zullen morgen zien wat er dan weer gebeurt." De aankomst' van de Bella Jonee" in de haven van Napels wertl klaarblijkellik als een merkwaardige gebeurtenis btscnouwd Hoe laat het ook was. eqn groot gedeelte vgp de inwoners was op de aanlegplaats ver- eenigd. Zoodra het schip dicht genoeg bij was, hoorde men luide roepen om inlichtin- gen te vragen. Het was naar het scheen be- kend dat het schip van Messina kwam. De een vroeg of er vrienden van hem aan boord waren, de ander informeerde naar familie- leden, weer een onder vroeg of dit of dat ge- bouw wms ingestort. Het kostte moeite vati de boot af te komen. Mijnheer Tatbot en het jon ge rneisje moesten door de waanzinnig opge- wonden menigte dringen; men wilde hen met geweld naar een hotel brengen. En daar aangekomen werden zij alweer met vragen bestormd. Eindelijk kwamen zij tot het besef dat zij doodelijk vermoeid waren. Het scheen een on- mogelijkheid rustig eenig voedsel te gebrui- ken; hoe goed men het ook bedoelde, ze wer den overstelpt met belangstellende maar on- welfcome attenties. Ten langen leste werd het jonge rneisje een slaapkamer aangewezen en ze was alleen. Men zou denken dat haar eer ste werk zou wezen zich uitkleeden en in bed kruipen; het scheen echter dat zij daar geen plan op had. Waarschijnlijk veel langer dan zij zelf wist, liep zij zonder eenig teeken van verrnoeienis te geven, haar kamer op en neer, steeds heen en /weer als een wild dier opgeslo- ten in zijn kooi. Zij liet de gebeurtenissen van de vorige vier en twintig uur steeds weer de revue passeeren. Nu en dan scheen zij te ver- revue passeeren. iNu en dan scheen zij te ver- ring getai jfet.sgi- £*.aw:ak hdrdop proefvelden aa-j fe leggen. In dit verband werd door ir. v. Poeteren nog de wensche- lijkheid uitgesproken tevens dit jaar de sublimaat-proef ter bestrijding van de kool- vliegmade in de plantenbanen te herhalen, aangezien de hierdoor aangetaste planten veel vatbaarder zijn. De heer Hazeloop deelde mede, dat het sproeien met sublimaat vorige jaren negatie- ve uitkomsten had gegeven, hetgeen door den heer v. Poeteren werd verklaard. Ten eerste tast sublimaat onmiddellijk alle metalen aan waardoor onmiddellijk een andere scheikun- aige verbinding ontstaat, waardoor de ver- giftigende uitwerking opgeheven wordt. Zoo sproeit men b.v. uit een koperen pul- verisator met koperchloride, inplaats van met sublimaat. Het spreekt vanzelf, dat men dan ook geen resultant krijgt. Verder is de meta len spuit in eenmaal met sublimaat bedorven zoodat dit practisch ondoenlijk is. Ten twee de geeft sproeien te fijne druppels, welke nief van de bladeren afvloeien, terwijl het juist de bedoeling is dat de grond en de Stengels der planten kletsnat worden. Spr. beval daarom aan te gieten met gieters, welke goed gemenied zijn. Getracht zal worden. ook voor de subli- maatproef tegen de koolvlieg enkele percee- len te vinden. Door den heer van Herwijnen werd hierna ingeleid het proefplan '29 tegen draaihartig- heid. Thans zal verder worden voortgegaau met de zeep-spiritusbespuiingen. Op de planten- baan perceel A bespuiten, B niet bespuiten. Van ieder perceel de 1? regel iedere week bespuiten, de 2e regel iedere 14 dagen bespui ten; de 3e regel iedere 3 woken bespuiten, terwijl de- 4e regel niet wordt bespotcn als controleregel. Na eenige opmerkingen adviseerde de heer v. Poeteren het tijdsverloop vast te stellen op 6, 12 en 18 dagen. Aldus werd dit plan vastgesteld. Tevens werd nog een proefplan vastge steld ter bespuiting met kleefstof om de 3 weken. Tenslotte werd door den heer Hazeloop voorgesteld een proefplan tegen knoivoet, n.l. voor het uitplanten de lste rij doopen in Ger misan, de 2e rij in Uspulon. de 3e rij onbe- handeld voor controle; de 4e rij doopen in Germisan, daarna begietende 5e rij doopen in Uspulon, daarna begieten en de 6e rij weer onbehandeld laten voor controle. De resultaten te toetsen door weging en sorteering. Tenslotte werd de hoop uitgesproken, dat de tuinders door hunne medewerking weder het nemen dezer proeven zouden helpen mo gelijk te maken. HOORN. Te Arnhem is overleden, 59 jaren oud, Jt heer H. J. Clarion, oud-gemeente-ontvanger alhier. Het was zijn gezondheid, die den heer Cla rion heeft genoopt om zijn functie. welke hij zoo zorgvuldig waarnam en waarbij hij zich een uitstekend ambtenaar heeft getoond, neer te leggen. Vorig jaar werd hij door den Raad op bi|zondere wijze gepensionneerd en men erkende zijn verdiensten door liet bedrag van het pensioen voor den heer Clarion zoo gun stig mogelijk te stellen. De belasting-betalende burgerij heeft in den heer Clarion al die jaren een zeer hu- maan, meevoelend burger gehad, die alles deed wat in zijn vermogen'was om de men- schen te helpen. Ook op ander gebied verrichtte de heer Clarion veel nuttig werk. Wij denken daar bij aan de hondensport, waarvoor hij zich geweldig interesseerde. Hij was keurmeester op de meest belangrijke hondententoonstel- lingen en zijn eigen kennel werd zeer vaak met de mooiste prijzen bekroond. Hij was plaatsvervangerid lid van den Raad van Be- heer der Kynologie, eerevoorzitter van dc Nederlandsche Herdershondenclub, voorzit- tic van de Nederlandsche Schnautzenclub, bestuurslid van „Cynophilia", de groote Ken- nelclub, eere-voorzitter van de Kon. Ned. Politiehondenvereeniging enz. Op dit gebied zal men zeker een groot verlies gevoelen nu de heer Clarion is heengegaan Behalve in zijn ambt als geujeente-ontvan- ger, hetwelk hij ruim 22 jaar vervulde, was de heer Clarion ook op ander terrein in deze gemeente werkzaam; hij was voorzitter der regenten van het Sint Pietershof, voorzitter van de z.g. soepcommissie enz. Voor de heer Clarion naar Hoorn kwam, was hij secretaris-ontvanger der gemeente Bennebroek (van 1896—1902). De heer Clarion was de laatste stamhou- der van zijn geslacht, dat in 1400 naar Ne- derland is gekomen. De crematie zal plaats hebben a.s. Woens- dagmiddag op ..Westerveld", te kwart over driede heer Willem Knikker zal een eigen Een volzin voora! herhaalde zij steeds weer „Als het die Talbot van Monniksland was! O die gedachte alleen! Wat moet ik doen? Wat moet ik tooh doen?" Dit laatste was een vraag, die zij zich zelf herhaaldelijk deed, wel honderd maal, en zon der er ooit eenige antwoord op te kunnen geven. De heer Percival Talbot was ook alleen in zijn kamer, maar toonde ten minste uiterlijk meer zelfbedwang; maar ook hij scheen geen haast te maken met naar bed gaan. Hij uitte niet veel meer dan zeer alledaagsche opmer kingen. „Ja, het is een gekke wereld en ik geloof dat de menschen nog het gekst van alles zijn." Hij begon zich uit te kleeden begon met hetgeen hij in zijn zakken had. Eerst een klein hoopje geld, goud en zilver, toen een aardig pakje Engelsche banknoten. Hij telde het geld en scheen tevreden over het resultaat. „Er is nog heel wat over. Ik had nooit ge- dacht dat hij zooveel had kunnen overhouden. Het is genoeg om den overtocht naar Enge land te doen voor mij en voor juffrouw Kate Hallam. En daar ja dan kan ik die millioen in ontvangst nemen!" Uit een anderen zak haalde hij een hand vol juweelen sieraden voor dames: ringen, armbanden, broches, alleiTei oriiainenten -- en een collier. Hij legde dit uitgesprcid voor 2ich neer en bekegK het met gepaste bewonde- <Woi'dt ve^-yqlgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5