Alkmaarsck limit.
De Plaatsvervanger
Stadswieuws
FEUILLETON.
No. 80
1929
Handtrd een m derttgste Jaargang.
Din*day 12 Maart.
Radio-hoekje
Woensdag 13 Maart.
Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen-
flrijding. 1.302.30 Kindermatinee door W.
van Houten. 2.30 Toespraken ter gelegenheid
van de promotie tot Doctor in de techn. we-
tenschap Honoris Causa (Ir. C. F. Stork en
Sir Deterding). 4.5.— Lezing door Prof.
W. v. d. Pluym: Het oude Griekenland. 5.
5.15 Gramofoonmuziek. 5.456.15 Land-
bouwhalfuurtje door Dr. Ir. C. K van Daa-
len. 6.15—7.15 Concert door het A. V. R O.-
tTrio. 7.157.45 Gezondheidshalfuurtje door
'Prof. Dr. J. F. van Bemmelen. 8.9.20 Con
cert. Muziekver. Armenia" (v. d. Storkfa-
brieken)A. de Rookvan Leeuwen, piano.
If®, de Rook, cello. 9.2010.30 Populair
'concert door het Omroep-orkest. 10*30 Pers-
berichten. Daarna tot 11.30 Dansmuziek.
Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M-)
KUitsluitend: N. C. R. V.) 11.—11.30 Korte
jZiekend'ienst. 12.301.45 Middagconcert,
sopraan, clarinet en piano. 5.6.Kinder-
nurtje. 6.6.30 Spr.: A- van Santen: De
iLeipziger Messe. 6.307.Fransehe les.
7.7.30 Engelsche correspondentie. 7.30
8.Spr.: P. J. RJsseeuw. Liter, causerie.
8.Concert. Chr. Radio-orkest. Mevr. Mul
derBelser, alt mezzo. Spr. Prof. Dr. Th.
L. Haitjema: Willem Bilderdijk.
Daventry, 1562 M. 10.3'5 Kerkdienst. 11.05
iVoor de vrouw. 11.20 Gramofocnmuziek.
112.20 Batladenconcert, sopraan, bas bariton.
1250 Gramofoorimuziek. 1.20 Orkestcon-
cert. 2.20 Beeld-uitzending. 2.50 Voor de
scholen. 3.15 Muriek. 3.20 Gedichtenvoor-
lezing. 3.50 Gezondheidspraatje. 4.05 Klas-
siek concert. 5.05 Concertorgelbespeling.
5 35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek.
6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.—
Muziek. 7.05 Che pin's mazurka's, piano.
7 20 Causerie. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing.
8.05 Ouverture. 8.20 „Francesca da Rimini",
tooneelstuk in 5 acten van d'Annunzio. 10.20
Nieuwsberichten. 10.40 Concert. Orkest. F.
Wilton, sopraan. N. Hansen, tenor. 11.05
12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.50
2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert
7.057.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert.
Tschecho-Slowaaksch Kwartet. Hr. Pugel,
zang.
Langenberg, 462 M. 9.35 en 11.30 Gra
mofoonmuziek. 12.25—1.50 Orkestconcert.
5 05—5.50 Opera-aria's en duetten. 7.20
Symphonieconcert. Werag-orkest. Daarna tot
11.20 dansmuziek (9.5010.20 Uitz. Dort-
munder 6-dagenrennen).
Zeesen, 1649 M. 11.20—3.50 Lezingen
3.50—4.50 Orkest-concert. 4.507.05 Le
zingen. 7.20 Balalaika-concert. 7.50 Koor
concert. Piano-recital door Prof. Samuel
Feinberg. Daarna: vocaal concert. Rudolf
©andler, bariton en tot 11.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 10.2011.20 Gramo-
foonplafen. 1.25 Orkest-concert. 3.50 Orkest
concert met medewerking van solisten en
koor. 5.20 Orkest-concert. 6.45 Opera-uitzen-
ding: „Don Carlos" van G. Verdi. 10.10
Her-uitzending van buitenl. stations.
Brussel, 511.9 M. 5.20 Orkest-concert.
6.50 Trio-concert. 8.35 Gramofoonplaten
8.50 Orkestconcert.
NEDERLANDSCH GENOOTSCHAP
TOT ZEDELIJKE VERBETERING DER
GEVANGENEN.
AFDEELING ALKMAAR.
Jaarverslag over 1928.
Twee redenen zijn er, die maken, dat het
Jaarverslag over het jaar 1928 van die over
vorige jaren zal verschillen.
In de eerste plaats omdat in den zomer van
het afgeloopen jaar de Strafgevangenis te
Alkmaar werri gesloten, waardoor van zelf
sprckend een einde lewam aan dat deel der
werkzaamheden der Afdeeling, dat in het
biizonder tot de gevangenis in betrekking
stond: aan het celbezoek door de Bestuurs-
kden. aan het spreekuur van den 2den secre.
taris in de gevangenis, aan de geregelde ver-
gaderingen van den reclasseeringsraad kwam
een einde. Niet plotseling, want reeds in het
begin van 1928 daalde de bevolkingssterkte
der gevangenis tot de helft, welke aantal in
den loop van het jaar tot aan de opheffing
successievelijk van ongeveer 50 tot 0 daalde
De Hoofdredactie van het Maandblad van
Berechting en reclasseering van volwassenen
en kinderen wees erop, dat de opheffing een
gevoel van bevrediging moet geven en dat in
Door RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
16
„Hoe kan ik u helpen?"
•>Chn te beginnen hiermee".
Hij stak haar iets toe.
..Meent u door geld van u aan te nemen
wat u mij daar aanbiedt? Beweert u dat ik u
daardoor zou helpen? Hoe dan?"
„Dat is niet gemakkelijk te verklaren".
..Neen, dat begrijp ik".
..U weet dat ik u liefheb want dat heb ik u
gezegd; misschien begreep u het al voordat
ik het u zei. Ik heb gehoord dat een vrouw
dat kan".
..Stel u niet zoo bespottelijk aan".
„In ieder geval, nu weet u het. Wilt u
ronduit op een vraag van mij antwoorden.
Wjlt u eenmaal mijn vrouw worden?"
"Ik kan waarlijk niet aannemen dat het u
ernst is, het lijkt zoo onwijs Ik heb een ge
voel of u mij voortdurend voor den gek sfaat
te houden, misschien omdat u denkt, ze is
nog zoo jong, zoo onschuldig, of iets derge-
lhks.
„U w#et wti beter; ik weet zeker dat eeo
de sluiting een symptoom moet worden ge-
zien van het succes der nieuwe methode, die
kan gekenschetst worden als de methode van
opvoeding in de maatschappij (voorwaarde-
lijke veroordeeling) ter gedeeltelijke vervan-
ging van gestichtsverpleging. Met die woor-
den kunnen wij ons geheel vereenigen, even-
als met de daaruit verder door die redactie
getrokken consequentie: „De misdaad houdt
niet van zelf op. Als er een gevangenis geslo
ten wordt moet er meer opvoeding van de mis-
dadigers in de maatschappij, meer reclassee
ring komen". Laten wij hopen, dat de Regee-
ring het niet alleen laat bij de opheffing van
gevangenissen, maar den haar vanwege het
Maandblad gegeven wenk begrijpt en de noo-
dige fondsen beschikbaar stelt, die, wil er in-
derdaad sprake zijn van opvoeding in de
maatschappij en reclasseering, onontbeerlijk
zijn. In afwachting daarvan zullen de wer-
kende leden der afdeeling wier tijd thans niet
meer door celbezoek in beslag wordt geno-
men in den vervolge hun krachten moeten
wijden aan het niet minder verantwoordelijke
en misschien nog zooveel zwaarder patro-
naatswerk nt voorwaardelijke veroordeeling
Meer en meer bliikt, dat de ambtenaar ter
reclasseering, ondanks den besten wil en een
noesten vlijt, niet meer in staat is eenvoudig
wegens gebrek aan tijd eenig patronaat
voor zijn rekening te nemen, overladen als die
ambtenaar in dit Arrondissement tevens
ambtenaar der kinderwetten is met uit-
brengen van rapporten, ter voorlichting van
de Justitie. Ook de groote afstanden in het
Arrondissement maken voor hem lange reizen
bij zijn onderzoekingswerk noodzakelijk
reizen, die onvermijdelijk veel tijd kosten.
Reeds thans kan de ambtenaar rekenen op
een staf van medewerkers in verschillende
plaatsen. Echter zal in de toekomst deze
schare van vrijwilligers steeds meer moeten
worden uitgebreid en aangevuld, en het is
werkelijk geen gemakkelijke taak om telkens
weer voor ieder geval den geschikten persoon
te vinden, bereid en in staat, om aan 'n veroor-
deelde de juiste leiding en steun te geven.
Vergissen wij ons niet, dan zijn in de laatste
jaren door de Alkmaarsche Rechtbank aan
onze Afdeeling naast lichtere ook enkele zeer
moeilijke gevallen tot het verleenen van hulp
en steun na voorwaardelijke veroordeeling
toebedeeld en op zich zelf "mag het ongetwij-
feld tot vreugde stemmen, wanneer door de
Rechtbank blijkbaar voldoende vertrouwen
in het verdere verloop van dergelijke geval
len, waarbij alles aankomt opeen degelijk
patronaat, wordt gesteld. Aan den anderen
kant mag evenwel niet uit het oog worden
verloren, dat de verantwoordelijkheid bij het
aanvaarden van een derp^y're opdracht voor
de Afdeeling sTeeds grooTer wordt en dat zij
er alleen in zal slagen het in haar gestelde
vertrouwen niet te beschamen, door "uitbrei-
ding van den kern van vrijwillige medewerkers
in wie het besef van deze verantwoordelijkheid
voldoende leeft en die eveneens in staat zijn
zich met geheel hun hart en geest aan het
werk te wijden.
De tweede reden, waarom in dit verslag
eenige wijziging wordt gebracht vergeleken
met verslagen van vorige jaren, is een op-
merking van den secretaris van het Hoofdbe-
stuur in zijn jaarverslag over het jaar 1927,
op biz. 24, waar hij klaagt over een tekort
aan paedagogische mededeelingen betreffen-
de den persoon van den voorw. veroordeelde
en de oorzaken van succes en mislukking
Voordat hieromtrent echter nadere mededee
lingen worden gedaan, mogen hier eerst vol-
gen eenige cijfers, zooals die tot nog toe
steeds in het jaarverslag werden verwerkt:
In 1928 werden in totaul 70 rapporten be-
treffende aard en vroegere leven van verdach-
ten uitgebracht en web als volgt verdeeld: 24
rapporten op verzoek van rechtbank of rech-
ter-commissaris; 26 rapporten op verzoek
van pblitierechter; 16 rapporten op verzoek
van den officier van justitie; 1 rapport op
verzoek van den kantonrechter; 1 rapport op
verzoek van den raadsman; 2 rapporten op
verzoek van den verdachte.
Bij beschouwing van deze cijfers treft, dat
in vergelijking met de getallen vtn de Rb. of
den P.R. aangevraagde, slechts een klein aan
tal rapporten door den officier van justitie
werd aangevraagd. O.i. ware in veel gevallen
een noodelooze vertraging der behandeling te
voorkomen, indien reeds dadelijk bij het
begin der vervolging een rapport werd ge-
vraagd door den officier van justitie, zooals
ook in vorige jaren gebruikelijk was.
Van die rapporten concludeerden er 36 tot
voorwaardelijke gevangenisstraf (in 4 van
deze gevallen werd daarbij geadviseerd tot
het opleggen van de verplichting tot schade-
vergoeding als bijzondere voorwaarde), geen
tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf. 5 tot
geldboete, 1 tot niet-vervolgen, 5 tot voor-
waardelijk niet vervolgen, 18 rapporten
gaven geen bepaalde conclusie, 1 rapport
concludeerde tot voorwaardelijke veroordee
ling en civielrechtelijke ondertoezichtstelling,
terwijl in 3 gevallen de rapporten slechts in-
lichtingen bevatten omtrent de financieele
rneisje zooals u is heel goed weet of een man
het ernstig meent ja of neen. Ik zou u niet
graag voor den gek houden, want nu ja,
dat weet u nu al".
Plotseling keerde zij zich om van de ver-
schansing en keek hem aan. Zij stond voor
hem met opgericht hoofd.
„Ik weet niet of wij beiden stapelgek zijn
wat er daar ginds met ons gebeurd is was
voldoende om gek te worden; vanavond zal
ik u dit zeggen en dit alleen: ik wil graag
tien pond van u leenen."
Hij nam een paar van de banknoten die hij
in de hand had en reikte ze haar toe.
„Twee van 5 pond; nu begint u mij te hel
pen".
Zij lachte dat geluid was zoo verrassend,
zoo welluidend en klonk zoo echt, dat die
echte vreugde, die er uit klonk hem ook deed
lachen.
„Mooi zoo. Dus u kunt lachen. 't Is nog
niet lang geleden dat ik twijfeldte of u ooit
weer zou lachen; daar was ik zoo bang voor.
En nu zie ik dat dit noodig was."
Zij wierp het hoofd in den neker was iets
kinderlijks in dat gebaar.
„U is totaal krankzinnig! Of ik begin iets
te vermoeden. Ik zou heusch wel eens weten
of u alle meisjes die u ontmoet als u ze twaalf
uur geleden voor het eerst gezien hebt, ver-
telt dat u van het eerste oogenblik af aan ver-
iefd-Op ze geWeest is."
Hjj stond met de handen in ziin iaszald«»
draagkracht van den betrokkene in verband
met een eventueel op te leggen boete.
Van de 48 gevallen waarin een bepaald
advies werd uitgebracht ging de rechtbank
(c.q. de officier van justitie) in 47 gevallen
met de conclusie van het rapport mee. In 1
geval werd door den politierechter afgeweken:
in dat geval was voorgesteld voorwaarde
lijke veroordeeling met verplichte opname in
een verplegingsinrichting. Op het laatste
oogenblik bleek dat de betrokkene daarbij niet
wilde medewerken, zoodat een gevangenis
straf volgde.
(Wordt vervolgd.)
Land- en Tuinboiiw.
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN
LANDBOUW,
AFD. ALKMAAR.
Een praatavond.
Gisteravond trad in het cafe „Central" voor
bovengenoerade afd. op de heer Ir. de Vries,
veeteelt-consulent, die als onderwerp ge-
kozen hadGa at het u i t e r 1 ij k van
het Noord-Hollandsche Vee
a c h t e r u i t, d o o r d a t er meer
productie wordt vereischt?
Nadat de voorzitter, de heer D. J. Govers de
vergadering met een enbel woord opende,
nam ir. de Vries het woord. Spr. begon met er
op te wijzen, dat al onze huisdierrassen door
de menschelijke cultuur in verschillende rich-
tingen zijn gefokt. Daardoor krijgt men be
paalde types.
We kennen in de rundveerassen rassen, die
enkel vleesch produceeren. ook, die voor melk
gefokt worden.
De meeste rassen zijn echter gecombineer-
de productie-rassen, n.l. die van melk en
vleesch.
Het fokken heeft een bepaalden uit- en in-
wendigen bouw van het lichaam doen ont-
staan.
Spr. begon met de enkele-productie.
Het ontstaan van een richting vond zijn
oorzaak in economische omstandigheden.
Zoo bijvoorbeeld in Engeland.
Daar ging men al vroeg met machines te
werk. We kregen daar dus centra met
dichte bevolking, en de vraag van het volk
was allereerst naar vleesch en vet.
Daaidoor ontstonden de moderne vleesch-
rassen in Engeland.
Hoe zijn die vleeschrassen te verkrijgen?
Voornamelijk door intensieve voeding en
betere verpleging.
Door als kalf het dier reeds veel gemakke
lijk verteerbaar voedsel te geven, treedt reeds
een verandering in het jonge dier op.
Bovendien worden deze dieren veelal op
stal gehouden, en liefst in donkere stallen.
Daar is minder zuurstof. Het gevolg daar
van is. dat minder voedsel wordt verbrand,
en meer voedsel in vleesch en vet veranderd
wordt.
Alle dieren reageeren niet gelijk op deze
behandeling. Het bleek n.l. dat het eene dier
veel sneller groeide dan het andere.
Nu kwam men tot de fokkerij. Men hield
n.l. die dieren aan, die afstamden van de
snelste groeiers.
Dank zij het groeivermogen en de verbete-
ring van voeding e. d. hebben we nu de mo
derne vleeschrassen gekregen.
Ook in het lichaam zelf kwam verandering
o.m. de voormagen bleven in ontwikkeling
achter.
Het vroeg-rij per maken van het ras, het
systematisch verhoogen van een vleesch- en
vet-productie, het bezuinigen op de hoeveel-
heden voedsel, noodig voor het onderhoud
van het lichaam, dat waren de eischen, die men
stelde, aan het eenzijdige vleeschtype,
Het melktype.
Om nu veel melk te produceeren, moet men
een andere richting uitgaan. Nu moet men
het dier zooveel mogelijk voedsel geven, om
hart, longen en spijsverteeringsorganen zoo
goed mogelijk te doen ontwikkelen.
Daaraaast moeten de melkorganen zoo
goed mogelijk ontwikkeld zijn. Men moet dus
hebben een koe met groote, goed ontwikkelde
uier. Men wil echter die melk zoo goedkoop
mogelijk produceeren. Daarom neemt men de
goedkoopste voedingsmiddelen, zooals gras,
hooi, knol- en andere gewassen.
Een koe is nu in staat, veel ruw voer om
te zetten, als de spijsverteringsorganen daar-
op gebaseerd zijn. Daarom moet men reeds
beginnen, als het beest nog kalf is. Met op
zeer jongen leeftijd het kalf ruw voer te
geven, krijgt men al resultaten.
De ontwikkeling van het lichaam is echter
nu veel langzamer dan bij het vleeschras.
Het ras wordt dus later rijp.
I>e dieren worden tijdens de drachtigheid
schraal gevoerd. Na het kalven wordt het
voedsel beter, maar ook dan is ruw voer
hoofdzaak.
Men zag echter, dat de eene koe veel meer
melk produceerde dan de andere.
Al weer werden die dieren voor de fokke
rij aangehouden, die gunstig reageerden op
de melk-gevende productie.
Zoo was het in Engeland.
In ons land heeft men waarschijnlijk altijd
een gecombineerde productie gehad.
Dc kustprovincies hebben steeds rijke gras-
landen gehad, dus uiterst geschikt voor de
melkproductie.
Ook de handelscentra ontstonden in die
provincies. Die handel vroeg vleesch en melk
De kustprovincies moesten dus dieren fok
ken, die men elders kon afzetten, en wel
met gecombineerde productie.
Echter een 50 jaar geleden ging men bijna
te ver in de melk-richting.
Toen was er van melkcontrole geen sprake.
Toch deed de boer ook toen zijn best. Hi t
ontbrak hem echter aan gegevens.
Men lette toen op uiterlijke teekens en dat
is bijna fataal geweest, want goed ontwik
kelde uiers e.d. zij niet voldoende.
Men selecteerde vaak dieren, die dikwijls
erg tegen vielen. Men deed gelukkig ,ont-
dekkingen".
Door de centrifuge werd het mogelijk, dat
de melk op een centrale plaats bell and. rid
werd. Ook het vetgehalte van alle koeien
werd bepaald. Men kreeg dus een veilige
controle, en kon daardoor tot een doelmatigc
fokking komen, dank zij de registratie, van
de in- en de uitwendige eigenschappen der
dieren.
Maakf men van die wetenschap geen ge-
bruik, dan is elke fokkerij een gokkerij.
Men richte dus vele stamboeken en ver-
eeuigingen op.
Met bleek door de controle, dat het vetge
halte afhankelijk was van de productiever-
hooging. Men moest hebben krachtige dieren
met een groot weerstandsvermogen.
Van dien tijd dateert het streven naar een
koe met behoorlijke bes pie ring
Hier in Holland hebben we de meik-
vleesch-fokproductie. Gelukkig! Enkelzijdige
fokinrichtingen zijn voor wijzigingen moeilijk
vatbaar.
En men kan genoodzaakt zijn, zijn richting
te veranderen, dat men de melk-productie moet
veranderen in een vleeschproductie Dat is
met een gecombineerde productie veel ge-
makkelijker dan met een enkelzijdige
Tenslotte concludeerde spreker. dat men
bij het streven naar toename van productie
den uiterlijken vorm niet uit het oog mag
verliezen. Hij wees op het nut van het ge-
organiseerd zijn, om beide factoren te be-
reiken.
Aan het eind van zijn lezing gekomen, liet
ir. de Vries een aantal lantaarnplaatjes zien,
die wel zeer sterk het verschil tooiiden in vee
van 1884/85 en dat van heden.
Hierna had een zeer geanimeerde bespre-
king plaats, die aan vele aanwezigen de ge-
legenheid gaf, verschillende kwesties naar
voren te brengen.
Het was dus een zeer geslaagde avond
voor de Mij. van Landbouw, een avond. die
navolging verdient.
Ppovineiaal roiaorws
SINT PANGRAS.
Zaterdag had alhier in het cafe „De Drie-
sprong" een vergadering plaats van plaatse-
lijke correspondenten der Plantenziektekundi-
gen Dienst, ter vaststelling van verschillende
prcefplannen.
De bijeenkomst werd bijgewoond door 't
hoofd v. d. Pl.z.k.d. ir N. van Poeteren uit
Wageningen en den Rijkstuinbouwconsulent
ir. Hazeloop, en werd gepresideerd door den
heer P. Glas, tuinbouwleeraar te Broek op
Langedijk. die er zijn groote voldoening over
uitsprak, dat 't hoofd v. d. Pl.Z.K.D. door
zijn aanwezigheid van zijn belangstelling
blijk gaf.
De heer Jb. de Vries had deze week met
groote waardeering de radio-rede van den
heer v. Poeteren gehoord en betuigde zijn
dank, dat hiermede aan zijn verzoek was
voldaan. Hij was overtuigd "dat hiermede de
ziektebestrijding onzer cultuurgewassen on-
der veler aandacht was gebracht.
Door den heer Mallekote werd hierna in-
geluid het proefplan '29 tegen vallers (Pho-
ma). Uitgegaan werd van ontsmet zaad (Ger-
misan) en van niet ontsmet zaad, dat echter
van eenzelfde soort moet zijn voor ieder
proefveld.
Bij het uitplanten zal de eene helft van
iedere soort worden gedompeld in een oplos-
sing van Germisan of Usputon. Alzoo wor
den 4 soorten verkregen n.l. A onontsmet
zaad. niet gedoopt; B ontsmet zaad, wel ge-
doopt, C ontsmet zaad, wel gedoopt, D on
ontsmet zaad niet gedoopt.
Op een vraag van den heer Schuur werd
tnedegedeeld, dat het doopen der wortelein-
dr. van de planten moet geschieden, onmid-
dellijk voor het uitzetten. Geschiedt dit b.v.
's avonds te voren, dan is broei niet uitgeslo-
ten. Alleen de worteldeelen moet flink inge-
dompeld worden.
Na uitvoerige technische bespreking werd
dit plan vastgesteld. Getracht zal worden
plaatselijk bij verschillende tuinders aldus
en schudde het hoofd, terwijl hij haar ondeu-
gend aanzag.
„Denkt u dat?"
„Ik zeg, dat ik het mij begin af te vragen",
„En ik zeg dat u maar niet verder rnoet
gaan dan beginnen, omdat u al een heel
slechte beoordeelaarster is van de mannelijke
natuur, wanneer u mij voor zoo iemand
houdt, na alles wat wij samen hebben doorge-
maakt."
7,Ik zeg u vanavond niet wat ik van u
denk. Wij zijn dicht bij Napels; ik heb tien
pond van u ontvangen. Dat is voldoende om
logies te betalen in een net hotel; er blijft nog
genoeg van over om morgenochtend een paar
noodzakelijke kleedingstukken te koopen. In
welk hotel wou u logeeren?"
„Hoe kan ik dat zeggen, ik weet niets van
de hotels te Napels. Absoluut niets. Ik zou
gi'aag in't zelfde hotel logeeren als u, dat is
het eenige."
„Daar heb ik absoluut niets tegen."
„Dan zult u mij morgen misschien pennit-
teeren dit gesprek voort te zetten waar wij
nu gebleven zijn."
Zij keek hem met een grappig glimlachje
aan.
„Wij' zullen morgen zien wat er dan weer
gebeurt."
De aankomst' van de Bella Jonee" in de
haven van Napels wertl klaarblijkellik als
een merkwaardige gebeurtenis btscnouwd
Hoe laat het ook was. eqn groot gedeelte vgp
de inwoners was op de aanlegplaats ver-
eenigd. Zoodra het schip dicht genoeg bij
was, hoorde men luide roepen om inlichtin-
gen te vragen. Het was naar het scheen be-
kend dat het schip van Messina kwam. De
een vroeg of er vrienden van hem aan boord
waren, de ander informeerde naar familie-
leden, weer een onder vroeg of dit of dat ge-
bouw wms ingestort. Het kostte moeite vati de
boot af te komen. Mijnheer Tatbot en het jon
ge rneisje moesten door de waanzinnig opge-
wonden menigte dringen; men wilde hen met
geweld naar een hotel brengen. En daar
aangekomen werden zij alweer met vragen
bestormd.
Eindelijk kwamen zij tot het besef dat zij
doodelijk vermoeid waren. Het scheen een on-
mogelijkheid rustig eenig voedsel te gebrui-
ken; hoe goed men het ook bedoelde, ze wer
den overstelpt met belangstellende maar on-
welfcome attenties. Ten langen leste werd het
jonge rneisje een slaapkamer aangewezen en
ze was alleen. Men zou denken dat haar eer
ste werk zou wezen zich uitkleeden en in bed
kruipen; het scheen echter dat zij daar geen
plan op had. Waarschijnlijk veel langer dan
zij zelf wist, liep zij zonder eenig teeken van
verrnoeienis te geven, haar kamer op en neer,
steeds heen en /weer als een wild dier opgeslo-
ten in zijn kooi. Zij liet de gebeurtenissen van
de vorige vier en twintig uur steeds weer de
revue passeeren. Nu en dan scheen zij te ver-
revue passeeren. iNu en dan scheen zij te ver- ring
getai jfet.sgi- £*.aw:ak hdrdop
proefvelden aa-j fe leggen. In dit verband
werd door ir. v. Poeteren nog de wensche-
lijkheid uitgesproken tevens dit jaar de
sublimaat-proef ter bestrijding van de kool-
vliegmade in de plantenbanen te herhalen,
aangezien de hierdoor aangetaste planten
veel vatbaarder zijn.
De heer Hazeloop deelde mede, dat het
sproeien met sublimaat vorige jaren negatie-
ve uitkomsten had gegeven, hetgeen door den
heer v. Poeteren werd verklaard. Ten eerste
tast sublimaat onmiddellijk alle metalen aan
waardoor onmiddellijk een andere scheikun-
aige verbinding ontstaat, waardoor de ver-
giftigende uitwerking opgeheven wordt.
Zoo sproeit men b.v. uit een koperen pul-
verisator met koperchloride, inplaats van met
sublimaat. Het spreekt vanzelf, dat men dan
ook geen resultant krijgt. Verder is de meta
len spuit in eenmaal met sublimaat bedorven
zoodat dit practisch ondoenlijk is. Ten twee
de geeft sproeien te fijne druppels, welke nief
van de bladeren afvloeien, terwijl het juist
de bedoeling is dat de grond en de Stengels
der planten kletsnat worden. Spr. beval
daarom aan te gieten met gieters, welke goed
gemenied zijn.
Getracht zal worden. ook voor de subli-
maatproef tegen de koolvlieg enkele percee-
len te vinden.
Door den heer van Herwijnen werd hierna
ingeleid het proefplan '29 tegen draaihartig-
heid.
Thans zal verder worden voortgegaau met
de zeep-spiritusbespuiingen. Op de planten-
baan perceel A bespuiten, B niet bespuiten.
Van ieder perceel de 1? regel iedere week
bespuiten, de 2e regel iedere 14 dagen bespui
ten; de 3e regel iedere 3 woken bespuiten,
terwijl de- 4e regel niet wordt bespotcn als
controleregel.
Na eenige opmerkingen adviseerde de heer
v. Poeteren het tijdsverloop vast te stellen
op 6, 12 en 18 dagen. Aldus werd dit plan
vastgesteld.
Tevens werd nog een proefplan vastge
steld ter bespuiting met kleefstof om de 3
weken.
Tenslotte werd door den heer Hazeloop
voorgesteld een proefplan tegen knoivoet, n.l.
voor het uitplanten de lste rij doopen in Ger
misan, de 2e rij in Uspulon. de 3e rij onbe-
handeld voor controle; de 4e rij doopen in
Germisan, daarna begietende 5e rij doopen
in Uspulon, daarna begieten en de 6e rij
weer onbehandeld laten voor controle.
De resultaten te toetsen door weging en
sorteering.
Tenslotte werd de hoop uitgesproken, dat
de tuinders door hunne medewerking weder
het nemen dezer proeven zouden helpen mo
gelijk te maken.
HOORN.
Te Arnhem is overleden, 59 jaren oud, Jt
heer H. J. Clarion, oud-gemeente-ontvanger
alhier.
Het was zijn gezondheid, die den heer Cla
rion heeft genoopt om zijn functie. welke hij
zoo zorgvuldig waarnam en waarbij hij zich
een uitstekend ambtenaar heeft getoond, neer
te leggen. Vorig jaar werd hij door den Raad
op bi|zondere wijze gepensionneerd en men
erkende zijn verdiensten door liet bedrag van
het pensioen voor den heer Clarion zoo gun
stig mogelijk te stellen.
De belasting-betalende burgerij heeft in
den heer Clarion al die jaren een zeer hu-
maan, meevoelend burger gehad, die alles
deed wat in zijn vermogen'was om de men-
schen te helpen.
Ook op ander gebied verrichtte de heer
Clarion veel nuttig werk. Wij denken daar
bij aan de hondensport, waarvoor hij zich
geweldig interesseerde. Hij was keurmeester
op de meest belangrijke hondententoonstel-
lingen en zijn eigen kennel werd zeer vaak
met de mooiste prijzen bekroond. Hij was
plaatsvervangerid lid van den Raad van Be-
heer der Kynologie, eerevoorzitter van dc
Nederlandsche Herdershondenclub, voorzit-
tic van de Nederlandsche Schnautzenclub,
bestuurslid van „Cynophilia", de groote Ken-
nelclub, eere-voorzitter van de Kon. Ned.
Politiehondenvereeniging enz. Op dit gebied
zal men zeker een groot verlies gevoelen nu
de heer Clarion is heengegaan
Behalve in zijn ambt als geujeente-ontvan-
ger, hetwelk hij ruim 22 jaar vervulde, was
de heer Clarion ook op ander terrein in deze
gemeente werkzaam; hij was voorzitter der
regenten van het Sint Pietershof, voorzitter
van de z.g. soepcommissie enz.
Voor de heer Clarion naar Hoorn kwam,
was hij secretaris-ontvanger der gemeente
Bennebroek (van 1896—1902).
De heer Clarion was de laatste stamhou-
der van zijn geslacht, dat in 1400 naar Ne-
derland is gekomen.
De crematie zal plaats hebben a.s. Woens-
dagmiddag op ..Westerveld", te kwart over
driede heer Willem Knikker zal een eigen
Een volzin voora! herhaalde zij steeds weer
„Als het die Talbot van Monniksland was!
O die gedachte alleen! Wat moet ik doen?
Wat moet ik tooh doen?"
Dit laatste was een vraag, die zij zich zelf
herhaaldelijk deed, wel honderd maal, en zon
der er ooit eenige antwoord op te kunnen
geven.
De heer Percival Talbot was ook alleen in
zijn kamer, maar toonde ten minste uiterlijk
meer zelfbedwang; maar ook hij scheen geen
haast te maken met naar bed gaan. Hij uitte
niet veel meer dan zeer alledaagsche opmer
kingen.
„Ja, het is een gekke wereld en ik geloof
dat de menschen nog het gekst van alles
zijn."
Hij begon zich uit te kleeden begon met
hetgeen hij in zijn zakken had. Eerst een klein
hoopje geld, goud en zilver, toen een aardig
pakje Engelsche banknoten. Hij telde het
geld en scheen tevreden over het resultaat.
„Er is nog heel wat over. Ik had nooit ge-
dacht dat hij zooveel had kunnen overhouden.
Het is genoeg om den overtocht naar Enge
land te doen voor mij en voor juffrouw
Kate Hallam. En daar ja dan kan ik die
millioen in ontvangst nemen!"
Uit een anderen zak haalde hij een hand
vol juweelen sieraden voor dames: ringen,
armbanden, broches, alleiTei oriiainenten --
en een collier. Hij legde dit uitgesprcid voor
2ich neer en bekegK het met gepaste bewonde-
<Woi'dt ve^-yqlgd).