lIlmiMki Coirait.
De Plaatsvervanger
i
\MIcftiS In
M MMM&M
m Mb.Ha
H B
"A. M
m
w
mJILJm
m
Brievtn alt dl© hoofdstad
in i 1?
m m m ii 1
ijyflL Mm
11 i
ill
FEU 11,1, ETON.
WM; WB, WOk WHk
mM:
mmseim
Mo. 64
1929
Hondard m en dertigste Jaargang.
Zaterdag 16 Waart.
XXVIII.
Nogmaals: Wat gesloopt wordt.
Geen Museum-theater. Geen
gastvoorstellingen van buitenland-
sche opera-gezelschappen. Leve
de Radio!
Wij hebben een vorigen brief gewijd aan
het werk van den slocper. We hebben thans
jets op het hart naar aanleiding van ander
sloopers-werkhet sloopen van monumenten,
die nog niet gebouwd zijn, 't vernietigen van
grootsche bouw-plannen. De Amsterdamsche
gemeenteraad heeft een meerderheid gevon
den, die daartoe bereid bleek en zoo zal de
hoofdstad, ondanks zorgvuldige economische
voorbereiding, ondanks het ijveren van
kunstenaars en kunstkenners, het Museum-
theater, Staal's gtootsch ontwerp, niet zien
verrijzen.
Met enkele stemmen meerderheid is de
•voordracht betreffende den bouw verworpen,
ondanks de hartstochtelijke verdediging door
wethouder Ketelaar, die verwoed voor het
ontwerp heeft gevochten. En zoo hebben een
paar weifelmoedige stadgenooten den door-
siag gegeven en alle groote verwaehtingen
den bodem ingeslagen.
Men telle dezen slag voor Amsterdam mei
licht. Kan men zich de hoofdstad voorstellen
izon.de r het Rijksmuseum? Natuurlijk, maar
jnen behoeft niet veel verbeeldingskracht te
fcezitten om het als een ramp te voelen, wan
neer Cuypers' schepping of Berlage's Beurs
door een of andere oorzaak met den grond ge-
ijijk werd gemaakt. En Staal's Museum-thea
ter werd door kenners op een lijn met Rijks-
'ffiuseum en Beurs geplaatst.
Maar er is meer. Cuypers' Rijksmuseum
werd op aanwijzing van het gemeentebestuur
op de daartoe aangewezen plaats aan de
Stadhouderskade ontworpen. Ook de rooiliin,
waarbinnen Berlage's Beurs zou verrijzen.
was te voren afgebakend. Doch met Staal's
conceptie stond het anders. Hij moest 3e
plaats voor zijn gebouw zelf rinden, hij moest
de ruimte, die hem geboden werd, zelf ind.ee-
len. Zeker, eenige aanwijzingen waren hem
gegeven, maar tusschen Concertgebouw en
Rijksmuseum had hij als't ware vrij spel. En
de opgave was niet zoo gemakkelijk, want er
moest een goede verhouding van het nieuwe
gebouw tot genoemde, reeds bestaande,
bouwwerken worden gevonden. Het Museum-
terrein, d.w.z. de bebouwde en onbebouwde
ruimte achter het Rijksmuseum, is een rom-
melige boel, een chaosmen heeft er maar
raak gebouwd, zonder zich om harmonie te
bekommeren. De voorgevel van het Concert
gebouw loopt allerminst evenwijdig aan den
achtergevel van het Rijksmuseum en tusschen
deze beide lijnen moesten de gevellijnen
•van het nieuwe gebouw worden getrokken
Het is architect Staal geweest, die met een
geniale greep de groote moeilijkheid heeft op-
gelost. Van alle architecten, die inderiijd
aan de prijskamp deelnamen en dat waren
de best befaamde meesters van de Amster
damsche school was hij de eenige, die een
volstrekt harmonische oplossing vond, die
een geniaal werk ontwierp en daardoor een
greep deed, welke, in stedenbouwkundig op-
zicht, verre de scheppingen van Cuypers en
•Berlage overtreft. Wij willen hiermede na
tuurlijk niet beweren, dat Staal een grooter
kunstenaar zou zijn dan zijn hier genoemde
voorgangers, maar alleen, dat de hem voor-
gelegde, de van hem geeischte taak, het door
hem opgeloste probleem in stedebouwkundjg
opzicht zooveel ingewikkelder was.
Welnu, wij zullen het gebouw van Staal
niet zien verrijzen. De meerderheid van den
Amsterdamschen gemeenteraad vond het
te duur. Dezelfde Raad, die telkerts voor al-
lerlei onbeduidende belangen geld beschik-
baar heeft. deinsde terug voor een jaarlijk-
sche subsidie van een en een kwart ton Die
Raad geeft ieder jaar meer uit aan subsidies
voor soms zeer onbeduidende en middelbare
kunstprestaties, maar voor een blijvend kunst
werk, dat de eeuwen zou trotseeren, dat de
roem van de stad zou verrijken, werd dit be-
drag te groot gevonden. Er gaan telkens weer
tonnen gouds onder den hamer door, zonder
dat er een gemeenteraadslid naar kraait
•Een der verdedigers van het plan-Staal heeft
erop gewezen, dat alleen de verbreeding van
de Apollolaan de stad jaarlijks 250.000
kost, maar tegen dit geldelijk offe&'heeft zich
niemand verzet. Maar het ontwerp van
Staal was nu eenmaal te duur.
Het was te duur en de Raadsmeerderlheid
wilde niet begrijpen, welk een kostbaar ge-
schenk de hoofdstad ontvangen zou hebben,
Door RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelseh door C. M. G. de W.
20
Zij ging de straat op. Toen zij den hoek
omdraaide liep daar een heer heen en weder
met een sigaar in den mond en zwaaiende met
een wandelstok met zilveren knop. Hij was
een man, die zeer met zichzelf scheen ingeno-
men te zijn en hij zag er ook niet kwaad uit
als men hem onbevooroordeeld aanzag. Hij
was van gemiddelde lengte, keurig gekleed en
toen hij zijn sigaar uit den mond nam, zag
men een grooten diamant aan zijn pink schit-
teren. Hij en de dame waren zeker goede ken-
nissen. Ofschoon hij op haar scheen te wach-
ten, was hij toch veibaasd haar zoo spoedig
te zien verschijnen.
„Wat is er gebeurd?" vroeg hij. „Ik had
niet gedacbt dat u zoo spoedig terug zou ko-
men. Was hij niet thuis? Ik dacht, dat zij ge-
pegd hadden van wel."
„Sam, er iets niet in den haak."
„Wat ter wereld beduidt dat?"
„Het was onze Talbot niet."
„Wat meen je? Onze Talbot niet?"
_HiJ lijtk evenmin op hem als jij."
Maar zijn naam is Talbot Percival Tal-1
ta hi komt van Messina.'8
indien de voordracht was aanvaard. Want
tenslotte hadden de heeren van de Wagner-
vereeniging in uitzicht gesteld, dat
1.200.000 in het bouwfonds gestort zou
worden. Als de Raad de voordracht aange-
nomen had op voorwaarde, dat dit bedrag
inderdaad verstrekt zou woren, zou het ge
bouw er gekomen zijn. Dat wil zeggen, aat
door particulieren meer dan een kwart van de
bouwsom opgebracht werd.
Zal zidh zulk een gelegenheid ooit weer
voordoen? Wij vreezen van niet. Er zijn niet
veel kunstinstellingen in de hoofdstad zoo
kapitaalkrachtig als de Wagner-vereeniging.
Er zijn niet veel kunstminnaars, zoo gul als
de heer Bunge. En welke architect zal in het
voetsooor van Staal kunnen treden? Een
tweede, even geniale oplossing van het stede-
bouwkundige probleem is niet denkbaar en
geen architect van naam zal Staal's vinding
kunnen benutten. Een behoorlijke, harmoni
sche en monumentale bebouwing van het
Museum-terrein is dus uitgesloten en tnen
zal ertoe moeten overgaan tusschen Rijks
museum en Concertgebouw flat-woningen te
plaatsen, of het rommelige villa-park, dat
daar in de buurt ontstaan is, uit te breiden.
Want wanneer men het terrein onbebouwd
laat als nu. of er een parkje aanlegt in den
trant van Baner's tuin-ontwerp, zal de stad
op hoogere kosfen dan een en een kwart ton
worden gejaagd.
Dit hebben des loopers van den Amster
damschen Raad dus bereikt en zij hebben
zich hiermede jammerlijk geblameerd En
wat nu? Ja, zij vragen thans: wat nu? Wor
den de zeldzaam-mooie plannen van den
kunstenaar Staal voor goed op?eborgen, om-
dat een aantal heeren, die tijdelijk over het
wel en wee van de stad.te beslissen hebben,
in ergerlijke verblinding hebben gefaald?
Het is bijna ondenkbaar. Men zal in ieder ge-
val voorloopig moeten berusten en moeten af-
wachten. Maar wij vreezen wel, dat Amster
dam niet zoo spoedig uit de impasse, die door
dit raadsbesluit ontstaan is, vrij zal komen.
Een der argumenten, welke tegen het plan
aangevoerd zijn, was de overweging, dat
Amsterdam geen oubliek heeft voor opera-
uitvoeringen, en dat een opera-gebouw vooi
een stad, die weldra driekwai tmillioen inwo-
ners tellen zal, een overbodige luxe is. Nu
weet iedereen, die tot de „uitgaande" wereld
behoort, dat geen overweging minder steek-
houdend is. Het is waar, datde Nederlandsche
Opera in de hoofdstad nooit heeft gebloeii.
Maar dat heeft een andere oorzaak. Het pu-
bbek is bereidwillig genoeg om entree-prijzen
te betalen, wanneer goede opera-uitvoeringen
worden gegeven, maar geen opera kan alleen
van het entree-geld bestaan. De kosten van
opera-uitvoeringen zijn te hoog. Een deugde-
lijk orkest, wereldberoemde solisten en een
goed geschoold koor om van ballet en
decor niet eens te spreken slokken meer op
den Jan Publiek kan betalen. Opera-gezel
schappen kunnen in het buitenland alleen
bloeien dank zij gemeenteiijke of rijksksubsi-
die of dank zij de geldelijke ondersteuning
van regeerende vorstenhuizen. Maar dat
neemt niet weg, dat het publiek, ook het Am
sterdamsche, op goede opera-uitvoeringen, ja
zelfs op middelmatige, verzot is. De Italiaan-
sche Opera heeft niet te klagen over den toe-
loop van belangstellenden en de Wagner-
vereeniging kan niet alle gegadigden tevre-
den stellen. Men behoeft er dus niet aan te
twijfelen of gastvoorstellingen van buiten-
landsche opera-voorstellingen zouden publiek
trekken, mits de entree-prijzen niet abnot-
maal hoog gesteld werden. Doch dit laatste
is alleen mogelijk, wanneer een gezelschap
beschikken kan over een zaal, die groot ge
noeg is om de exploitatie ook met een geringe
entree-prijs rendeerend te maken. Het Mu
seum-theater had daartoe de gelegenheid
kunnen bieden. Die kans is nu ook verkeken
en de Amsterdammer zal zich voorloopig
tevreden moeten stellen met opera-aria's van
de gramofoon, of wat de Radio hem bieden
kan.
Amsterdam, Maart'29. EMERGO
ich^akrubpiek
OPLOSSING TWEEZET 219.
(G. Chocholous).
1. c6 c7 lreigt2. c8P mat.
1.Ke7 2. Lb4 mat.
1. Pe7 2. fe5 mat.
OPLOSSING EINDSPEL 265
1. La7 hlD 2. b8Pf Kb5 3. Tb7t ad lib.
4. g8D Tg8 pat.
Ad lib. of voluit ad libitum beteekent:
Zwart mag doen wat hij wil (mits hij zich
maar aan het schaak onttrekt).
OPLOSSING EINDSPEL 266.
(Troitzky).
1. De7f Kg6! 2. Pf8 Kf5 3. Dh7 Kf4! 4.
Dd3! en wit wint wegens mat-dreiging Pg6.
PROBLEEM 220.
W. A. Shinkman.
„Dat is alles waar, maar hij is onze Perci
val Talbot niet."
„Ach kora, wat een gekheid; ze hebben je
voor den gek gehouden."
„Dat mag zoo wezen, maar ik begrijp niet
hoe. Laten wij hier niet blijven staan; ieder
een let op ons. Laten wij doorloopen."
Zij liepen naast elkaar de straat af, heel
langzaam.
„Het is zeker een heel vreemd geval. Ik heb
aan dezen Talbot gevraagd of hij nog een
ander kent van dien naam, maar hij zegt van
niet. Het is een heel bedaarde man. Hij had
mij de kamer. uitgelaten voor ik er op bedacht
was. Ik was zoo verbaasd toen ik zag dat hij
het niet was, dat ik niets deed dan hem aan-
staren."
„Ik zeg je, dat je voor den gek gehouden
bent; het is een slimmerik, die mijnneer Tal
bot. Het is een van die blanke lummels, waar-
van je nooit weet hoe je het met ze hebt. Een
listige vent!" De man lachte, maar het was
geen vroolijke lach. „Het is een spelletje, dat
hij met ons speelt slim net als hij zelf
is. Als ik er aan denk o!" Hij spuwde op
de straat, alsof dat de eenige manier was
waarop hij zijn gevoelens kon uitdrukken.
„Neen, die man heeft niets van die blanke
lummels-zooals je op het oog hebt; je moest
gezien hebben hoe hij er uitzag en hoe hij
keek. Ik ken een mensch op het eerste gezicht.
*1ij is een echte man."
„Dat is geen reden waarcm hij niet een be-
drieger zou weaen. Ik zeg je nog eens: je
'4dm
i mm wm
i
am/., mm
20. Lg51!
"r'-k
a b c d e t' g h
Wit geeft in 2 zetten mat.
EINDSPEL 267.
ZwartDr. Perlis, gespeeld in een meester-
tournooi te Weenen.
WM. £i\ -Mr HH t A
I.m a
WA WB a ml
vmM 'mid- i
abcdetgh
Zwart begint en wint.
EINDSPEL 268.
Gebroeders Rubbel,
(de bekende probleem-componisten).
Een zeer sterke zet! Na
18. Dc4 kan volgen
10. dc6 Dc6 20. Te7f met
Dame winst. Bovendien is
dan ook na 18Dc4
zeer sterk 19. Lg5 met vree-
selijke dreigingen.
18cd5
19. g3 Df6
ir,51! Deze L wil Wit wel
kwijt, hij heeft er meer last
dan gemak van.
20Dg5 Gedwongen; anders
volgt Te7f
21. TaclDd8 Na Tc8 volgt 22. Dc6 en
23. Dd6 mat.
22. Dc6 J<c8
23. DaS Kd7
24. Dc6 Kc8
25. Te3 Dreigt 26. Tc3 met stuk
winst.
Na 25d4 volgt 26
Tb3 en 27. Tb7 met het
zelfde gevolg.
op-
a b c d e f g
Zwart speelt en wint.
Hier volgt een partij, gespeeld door Frank
Marshall in een simultaan-seance tegen
Spencer te Toronto in 1914.
1. e4 e5
2. d4 ed4
3- c3 Wit speelt hiei' het z.g.
Noorsch gambiet, dat,
doorgespeeld, er als volgt
uit ziet: 3dc3 4. Lc4
cb2 5. Lb2.
Nu heeft wit drie pion-
nen geofferd voor een
snelle ontwikkeling Zwart
komt niet of zeer moeilijk
tot een bevredigd spel.
Daarom werd het gambiet
niet aangenomen zooals
hier.
3. zd5 Beter was cvenwel toch
3dc3 4, Lc4 en n u
4. d5!
4. ed5 Dd5
5. cd4 Pf6 Hier kan ook volgen: 5.
cb wat tot gelijk spel
leidt, b.v. 5c5 6. Pc3
Dd4 7. Dd4 cd4 8. Pb5 Pa6
9. Pf3, enz.
6. Pf3 Lg4
7. Le2 Pco
8. Pc3 Lb4
9. 0—0 Dh5 Een begin van aanval.
10. a3 Vraagt om verklaring.
Wit doorziet zwarts be-
doeling en helpt hem na
tuurlijk niet zonder afdoen-
de verweermiddelen.
10Ld6 Dreigt Lf3 en Dh2.
11. Pb5! Dat is de tegenzet.
11. Lf3? Heeft vreeselijke ge-
volgen.
12. Pd6f ed6
13. Lf3 Dh4
14. Tel Kd7 De partij doet zien, dat
deze zet ook font is Beter
was achteraf Kf8, maar
dan was de h-toren inge-
slcten. Daarom doet zwart
't niet.
15. Lc6 bc6
16. Db3! Nu is goede raad duur.
16Pd5
17. Db7 Pc7
18. d51
bent voor den gek gehouden. Ik weet niet hoe,
maar zeker op de een of ander manier, ik
b.'n er zeker van. Maar ik laat er mij zelf niet
inloopen, nu niet en in het geheel niet. Je
zult er ook niet achter komen, mijnheer Tal
bot! Ik zal je eens wat zeggen: ik zal er op
afgaan en mijnheer eens bekijken, dien mijn
heer van jou!"
„Juist, dat wou ik je juist aanraden; jij
moet er eens op afgaan. Misschien heb je hem
wel eens meer gezien. Ik nooit. Als ik hem
ooit eerder ontmoet had zou ik het wel weten
't Is niet een type dat men zoo licht vergeet
Maar ik zou niet naar hem vragen; je moet
hem zien te onfmoeten onverwacnts. Hij moet
er niet op voorbereid zijn."
„Denk je, dat ik zoo dom zou wezen?
Neen. Ik zal wel zoo lang wachten tot hij
buiten komt. Dat kan heel best in een hotel;
ik zal hem goed opnemen als hij op straat
komt. Indien ik hem meer gezien heb, en dat
is heel goed mogelijk, daar ben ik misschien
wel in de gelegenheid hem daaraan te herjn-
neren."
HOOFDSTUK IX.
De teeriing wordt geworpen.
Mijnheer Talbot ging de trap af en was
van plan een wandelingetje te gaan doen
Toen hij in de vestibule kwam, stond daar een
dame met den portier te praten; de man was
fcamwrtje wtgekocrxai om tewr uit te te-
Aan de Dammers!
In onze vorige opgave gaven wij ter
lossing probleem No. 1059.
Zw. 12 sch 4, 6, 10, 11, 13, 14, 18, 19, 23,
26, 29, 35.
W. 13 sch.: 25, 27 28, 30, 32, 36, 37, 38,
42, 43, 44, 47, 48.
Oplossing.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
1.
2.
3.
44—39
27—22
32 21
21—17
42—37
38 :20
36—31
48—42
39—34
25 5!
EEN M001E PARTIJSTAND.
In de partij DeutrouxSpringer, te Lyon
;espeeld, kwam de volgende positie voor:
5.
6.
7
8.
9.
10.
35 24
18 27
23 41
11 22
41 32
24 15
26 37
37 :4S
48 30
Zw. 14 sch op: 2, 3, 6, 8, 9, 13, 14, 16, 17,
19. 21, 22, 23, 29.
W. 14 sch. op: 25, 26, 28, 31, 32, 35, 36,
38, 39, 42, 43, 44, 45, 49.
Zwart heeft als laatsten zet 18—22 ge
speeld. Wit kan zwart nu dwingen tot een
damzet. den dam daarna afnemen en zelf naar
dam doorbreken.
Springer had echter alles nog verder door-
gerekend.
Zie maar:
1. 39—33 1. 21—27
2. 32 12 2 23 32
3. 38 18 3. 29 47
4. 43—38 4. 47 50
5. 45—40 5. 8 17
6. 40—34 6. 1322
7. 49—44 7. 50 30
8. 35 4 8. 16—21
9. 4:16 9. 6—11
10. 16: 7 10 2:11
11. 31—27 11. 11—16
12. 26—21 12. 17 26
13. 27—22 13. 16—21
14. 22—18 14. 3— 8
Wit geeft op.
INTERESSANTE WINSTGANG.
Van den heer C. Kerkhof te Amsterdam is
de volgende compositie:
mm'aic:
m
111
mm tfl
i§t.
,®l.'w!kWm.. m
,;Sm,
'M
WM-."mm
WM i
Wf
Wi>. wm 'mm
ten. Het was een jonge dame, knap van uiter-
lijk en goed gekleed in de oogen van den por
tier. Hij twijfelde zeker geen oogenbHk of het
was een echte dame en de meeste mannen van
het slag van een portier hebben een goed oog
op een vrouW zoover het fortuin, afkomst en
manieren betreft. Toen Talbot beneden kwam
scheen de portier dadelijk de aandacht der
dame op hem te vestigen. Talbot hoorde hem
duidelilk zeggen in volmaakt goed Engelseh:
„Dat is de heer, die met miss Hallam mee-
gekomen is."
De dame draaide zich om en keek hem
aan. Hij had een zonderlinge gewaarwor-
ding, toen hij haar gezicht zag. Waar had hij
iemand gezien, waar zij hem aan deed den-
ken? Er bestond bepaald een zekere gelijke-
nis met iemand, die hij gezien had, en ook
weer iets geheel verschillends. Hij nam zijn
hoed af toen zij hem even groette; zelfs die
beweging van haar hoofd herinnerde hem
aan iemand.
„Neem mij niet kwalijk, dat ik u aan-
spreek, maar de portier vertelt mij, dat u gis-
teravond uit Messina gekomen is met juf-
frouw Hallam. U heeft zeker een vreeselijken
tijd gehad. De telegraaf is zeker in de war;
wij schijnen geen betrouwbare tijding te kun
nen krijgen, maar het gerucht loopt dat de
stad een puinhoop is."
„Ja, ik moet u zeggen, dat de geruchten
ditmaal niet overdreven zijn. Het is daar een
treurige toestand."
„-Jte dat das waar? O. hot lis Iftt
45
Zw. 9 sch. op: 3, 8, 9, 14, 20, 22, 27,
W. 9 sch. op: 23, 25, 29, 34, 38, 41,
Wit wint hier door:
1 38—33! 1. 36:49
2. 32 21 2. 49 16
3. 23—19 3. 1423
4. 29:27 4. 16:30
5. 25 14 5. 9 20
6. 45 14!
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM 1060
van G A Raymond, Canada.
36, 40.
42, 43,
wr/.
Zw. 13 sch. op: 3, 8/12, 14, 16, 18, 19, 20,
23. 24 en dam op 35.
W. 15 seh. op: 21, 27, 29, 33. 34, 36, 38/45
50.
Een moeilijk probleem!
In onze volgende rubriek geven wij de op
lossing.
ProvinclaaS nieuws
OUDE NIEDOBP.
Donderdag vergaderde de Raad dezer ge-
meente. Allen tegenwoordig. Voorzitter de
heer Meijer, burgemeester, tevens secretaris.
Mededeelingen.
De voorzitter deelde namens B. en W. den
Raad bet volgende mede:
dat de perceelen bouw- en weiland onder
H.-Hugowaard, in huur geweest zijnde bij
den gefailleerde C. Bart, ter uitvoering van
het raadsbesluit van 29 Jan. j.l. punt 8a, bij
inschrijving zijn verhuurd aan Jb. Klaver te
H.-Hugowaard voor f 258 per jaar (wei
land) en P. de Boer- te Oude Niedorp voor
6.60 per snees (bouwland). De huurover-
eenkomsten zijn bereids van pavtijen getee-
kend.
dat door Ged. Staten is goedgekeurd het
ontwerp tot verlenging en verbetering van de
Schutsiuis te Verlaat. in verband waarmede
ten spoedigste met het werk zal worden aan-
gevangen in samenwerking met het gemeen
tebestuur van N.-Niedorp. zoodra het ver-
eischte crediet is verlcregen.
dat de heer Sinits W. F. te Nijmegen zich
bij brief van 9 Februari j.l. alsnog bereid
heeft verklaard om overeenkomstig het hem
nader gedaan vei'zoek aan de gemeente te
verkoopen de ten behoeve van de verbreeding
van den Oude Niedorperweg benoodigde
grond, zulks voor 0.50 per M2. tegen aan-
koop zijnerzijds van een perceel weiland der
gemeente (gelegen naast zijne boerderij)
voor 2875 per H.A., niet vrij op naam In
verband hiermede, stelden B. en W. voor het
besluit van 28 Juni 1928 tot onteigening,
voorloonig in te trelcken.
dat de beide douches in de O. L. school te
Oude Niedorp, ingaande 1 Januari j.l. voor
het publiek zijn opengesteld en wel voor vrou-
wen elken Woensdagnamiddag van 14 uur
en voor mannen elken Zaterdagavond van
58 uur. De tarieven voor het gebruik dier
douches zijn door B. en W. vastgesteld a!s
volgt: maandabonnement 50 cents, abonne-
ment per half jaar f 2.50 en gebruik per keer
zonder abonnement 15 cents. De abonne-
mentskaarten zijn ter secretarie verkrijgbaar
gesteld. Voor het toezicht zijn aangestel-d voor
vrouwen mej. G. Eriks en voor mannen K d<
Boer, beiden te Oude Niedorp.
Ten slotte deelde de voorzitter den Raad
naar aanleiding van door eenige leden hem
particulier gestelde vraag nog mede, dat ten
behoeve van de gasverwarming in de O. L.
school in 1928 werd verbruikt 1895 M3. gas.
De kostprijs is 6 centen per M3. Het gemid-
deld verbruik per maand in de tijdvakken
Januari tot en' met Mei en November tot en
met December bedroeg 270 M3. Voor het an
der school lokaal werden in 1928 brandsioffen
aangekocht tot een totaal bedrag van
133.35.
Deze mededeelingen werden voor kennis
go ring aangenomen.
Ingekomen stukken..
Kantschrijven van Ged. Staten d.d 13
Febr. j.l. no. 62 ten gekide van het goedge
keurd raadsbesluit van 5 Febr. j.l. no. 5
strekkende tot het aangaan eener geldleening
ten bedrage van 40.000.
Medegedeeld wordt dat deze leening na-
waar, dat u hier naar toe is gekomen met
juffrouw Hallam?"
„Dat genoegen heb ik inderdaad gehad."
,U begrijot, dat het niet alleen uit nieuws-.
gierigheid is, dat ik u die vraag doe, maar
zou u mij ook kunnen zeggen of zij familie is
van domine David Haliam, den Engelschen
predikant te Messina?"
Talbot dacht even na voordat hij antwdord
gaf. Indien hij de vraag niet beantwoordde
zou de vreemde dame juffrouw Hallam wen-
sohen te spreken. Hij wist niet precies waar-
om, maar hij had een vermoeden dat juffrouw
Hallam dat niet wenschte. Zij had hem zoo
iets verteld van een persoon, die zij 's mor-
gens gezien had en die zij liever niet wilde
ontmoeten. Misschien was deze vreemde dame
dat wel. Hij zou liever zelf de gewensdhfe in-
lichting geven, en hoopte zoodoende van haar
af te komen. Misschien was dit de bewuste
dame we!, ofschoon er niets onaangenaams
was in haar uiterlijk.
„Ja, zij is de dochter -van den heer Hal
lam."
„Zijn dochter?" De andere glimlaehte.
..Dat kan niet zoo wezen. Ik ken mijnheer
Hallem heel goed; hij is niet getrouwd."
Geen oogenblik erloor Talbot zijn tegen-
woordigheid van geest. Hij glimlaehte.
„In dat geval is de juffrouw Halkm, dR
u bedoelt, niet dezelfde als deae"
V///AK '///m,
J. v