lIlmiMki Coirait. De Plaatsvervanger i \MIcftiS In M MMM&M m Mb.Ha H B "A. M m w mJILJm m Brievtn alt dl© hoofdstad in i 1? m m m ii 1 ijyflL Mm 11 i ill FEU 11,1, ETON. WM; WB, WOk WHk mM: mmseim Mo. 64 1929 Hondard m en dertigste Jaargang. Zaterdag 16 Waart. XXVIII. Nogmaals: Wat gesloopt wordt. Geen Museum-theater. Geen gastvoorstellingen van buitenland- sche opera-gezelschappen. Leve de Radio! Wij hebben een vorigen brief gewijd aan het werk van den slocper. We hebben thans jets op het hart naar aanleiding van ander sloopers-werkhet sloopen van monumenten, die nog niet gebouwd zijn, 't vernietigen van grootsche bouw-plannen. De Amsterdamsche gemeenteraad heeft een meerderheid gevon den, die daartoe bereid bleek en zoo zal de hoofdstad, ondanks zorgvuldige economische voorbereiding, ondanks het ijveren van kunstenaars en kunstkenners, het Museum- theater, Staal's gtootsch ontwerp, niet zien verrijzen. Met enkele stemmen meerderheid is de •voordracht betreffende den bouw verworpen, ondanks de hartstochtelijke verdediging door wethouder Ketelaar, die verwoed voor het ontwerp heeft gevochten. En zoo hebben een paar weifelmoedige stadgenooten den door- siag gegeven en alle groote verwaehtingen den bodem ingeslagen. Men telle dezen slag voor Amsterdam mei licht. Kan men zich de hoofdstad voorstellen izon.de r het Rijksmuseum? Natuurlijk, maar jnen behoeft niet veel verbeeldingskracht te fcezitten om het als een ramp te voelen, wan neer Cuypers' schepping of Berlage's Beurs door een of andere oorzaak met den grond ge- ijijk werd gemaakt. En Staal's Museum-thea ter werd door kenners op een lijn met Rijks- 'ffiuseum en Beurs geplaatst. Maar er is meer. Cuypers' Rijksmuseum werd op aanwijzing van het gemeentebestuur op de daartoe aangewezen plaats aan de Stadhouderskade ontworpen. Ook de rooiliin, waarbinnen Berlage's Beurs zou verrijzen. was te voren afgebakend. Doch met Staal's conceptie stond het anders. Hij moest 3e plaats voor zijn gebouw zelf rinden, hij moest de ruimte, die hem geboden werd, zelf ind.ee- len. Zeker, eenige aanwijzingen waren hem gegeven, maar tusschen Concertgebouw en Rijksmuseum had hij als't ware vrij spel. En de opgave was niet zoo gemakkelijk, want er moest een goede verhouding van het nieuwe gebouw tot genoemde, reeds bestaande, bouwwerken worden gevonden. Het Museum- terrein, d.w.z. de bebouwde en onbebouwde ruimte achter het Rijksmuseum, is een rom- melige boel, een chaosmen heeft er maar raak gebouwd, zonder zich om harmonie te bekommeren. De voorgevel van het Concert gebouw loopt allerminst evenwijdig aan den achtergevel van het Rijksmuseum en tusschen deze beide lijnen moesten de gevellijnen •van het nieuwe gebouw worden getrokken Het is architect Staal geweest, die met een geniale greep de groote moeilijkheid heeft op- gelost. Van alle architecten, die inderiijd aan de prijskamp deelnamen en dat waren de best befaamde meesters van de Amster damsche school was hij de eenige, die een volstrekt harmonische oplossing vond, die een geniaal werk ontwierp en daardoor een greep deed, welke, in stedenbouwkundig op- zicht, verre de scheppingen van Cuypers en •Berlage overtreft. Wij willen hiermede na tuurlijk niet beweren, dat Staal een grooter kunstenaar zou zijn dan zijn hier genoemde voorgangers, maar alleen, dat de hem voor- gelegde, de van hem geeischte taak, het door hem opgeloste probleem in stedebouwkundjg opzicht zooveel ingewikkelder was. Welnu, wij zullen het gebouw van Staal niet zien verrijzen. De meerderheid van den Amsterdamschen gemeenteraad vond het te duur. Dezelfde Raad, die telkerts voor al- lerlei onbeduidende belangen geld beschik- baar heeft. deinsde terug voor een jaarlijk- sche subsidie van een en een kwart ton Die Raad geeft ieder jaar meer uit aan subsidies voor soms zeer onbeduidende en middelbare kunstprestaties, maar voor een blijvend kunst werk, dat de eeuwen zou trotseeren, dat de roem van de stad zou verrijken, werd dit be- drag te groot gevonden. Er gaan telkens weer tonnen gouds onder den hamer door, zonder dat er een gemeenteraadslid naar kraait •Een der verdedigers van het plan-Staal heeft erop gewezen, dat alleen de verbreeding van de Apollolaan de stad jaarlijks 250.000 kost, maar tegen dit geldelijk offe&'heeft zich niemand verzet. Maar het ontwerp van Staal was nu eenmaal te duur. Het was te duur en de Raadsmeerderlheid wilde niet begrijpen, welk een kostbaar ge- schenk de hoofdstad ontvangen zou hebben, Door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelseh door C. M. G. de W. 20 Zij ging de straat op. Toen zij den hoek omdraaide liep daar een heer heen en weder met een sigaar in den mond en zwaaiende met een wandelstok met zilveren knop. Hij was een man, die zeer met zichzelf scheen ingeno- men te zijn en hij zag er ook niet kwaad uit als men hem onbevooroordeeld aanzag. Hij was van gemiddelde lengte, keurig gekleed en toen hij zijn sigaar uit den mond nam, zag men een grooten diamant aan zijn pink schit- teren. Hij en de dame waren zeker goede ken- nissen. Ofschoon hij op haar scheen te wach- ten, was hij toch veibaasd haar zoo spoedig te zien verschijnen. „Wat is er gebeurd?" vroeg hij. „Ik had niet gedacbt dat u zoo spoedig terug zou ko- men. Was hij niet thuis? Ik dacht, dat zij ge- pegd hadden van wel." „Sam, er iets niet in den haak." „Wat ter wereld beduidt dat?" „Het was onze Talbot niet." „Wat meen je? Onze Talbot niet?" _HiJ lijtk evenmin op hem als jij." Maar zijn naam is Talbot Percival Tal-1 ta hi komt van Messina.'8 indien de voordracht was aanvaard. Want tenslotte hadden de heeren van de Wagner- vereeniging in uitzicht gesteld, dat 1.200.000 in het bouwfonds gestort zou worden. Als de Raad de voordracht aange- nomen had op voorwaarde, dat dit bedrag inderdaad verstrekt zou woren, zou het ge bouw er gekomen zijn. Dat wil zeggen, aat door particulieren meer dan een kwart van de bouwsom opgebracht werd. Zal zidh zulk een gelegenheid ooit weer voordoen? Wij vreezen van niet. Er zijn niet veel kunstinstellingen in de hoofdstad zoo kapitaalkrachtig als de Wagner-vereeniging. Er zijn niet veel kunstminnaars, zoo gul als de heer Bunge. En welke architect zal in het voetsooor van Staal kunnen treden? Een tweede, even geniale oplossing van het stede- bouwkundige probleem is niet denkbaar en geen architect van naam zal Staal's vinding kunnen benutten. Een behoorlijke, harmoni sche en monumentale bebouwing van het Museum-terrein is dus uitgesloten en tnen zal ertoe moeten overgaan tusschen Rijks museum en Concertgebouw flat-woningen te plaatsen, of het rommelige villa-park, dat daar in de buurt ontstaan is, uit te breiden. Want wanneer men het terrein onbebouwd laat als nu. of er een parkje aanlegt in den trant van Baner's tuin-ontwerp, zal de stad op hoogere kosfen dan een en een kwart ton worden gejaagd. Dit hebben des loopers van den Amster damschen Raad dus bereikt en zij hebben zich hiermede jammerlijk geblameerd En wat nu? Ja, zij vragen thans: wat nu? Wor den de zeldzaam-mooie plannen van den kunstenaar Staal voor goed op?eborgen, om- dat een aantal heeren, die tijdelijk over het wel en wee van de stad.te beslissen hebben, in ergerlijke verblinding hebben gefaald? Het is bijna ondenkbaar. Men zal in ieder ge- val voorloopig moeten berusten en moeten af- wachten. Maar wij vreezen wel, dat Amster dam niet zoo spoedig uit de impasse, die door dit raadsbesluit ontstaan is, vrij zal komen. Een der argumenten, welke tegen het plan aangevoerd zijn, was de overweging, dat Amsterdam geen oubliek heeft voor opera- uitvoeringen, en dat een opera-gebouw vooi een stad, die weldra driekwai tmillioen inwo- ners tellen zal, een overbodige luxe is. Nu weet iedereen, die tot de „uitgaande" wereld behoort, dat geen overweging minder steek- houdend is. Het is waar, datde Nederlandsche Opera in de hoofdstad nooit heeft gebloeii. Maar dat heeft een andere oorzaak. Het pu- bbek is bereidwillig genoeg om entree-prijzen te betalen, wanneer goede opera-uitvoeringen worden gegeven, maar geen opera kan alleen van het entree-geld bestaan. De kosten van opera-uitvoeringen zijn te hoog. Een deugde- lijk orkest, wereldberoemde solisten en een goed geschoold koor om van ballet en decor niet eens te spreken slokken meer op den Jan Publiek kan betalen. Opera-gezel schappen kunnen in het buitenland alleen bloeien dank zij gemeenteiijke of rijksksubsi- die of dank zij de geldelijke ondersteuning van regeerende vorstenhuizen. Maar dat neemt niet weg, dat het publiek, ook het Am sterdamsche, op goede opera-uitvoeringen, ja zelfs op middelmatige, verzot is. De Italiaan- sche Opera heeft niet te klagen over den toe- loop van belangstellenden en de Wagner- vereeniging kan niet alle gegadigden tevre- den stellen. Men behoeft er dus niet aan te twijfelen of gastvoorstellingen van buiten- landsche opera-voorstellingen zouden publiek trekken, mits de entree-prijzen niet abnot- maal hoog gesteld werden. Doch dit laatste is alleen mogelijk, wanneer een gezelschap beschikken kan over een zaal, die groot ge noeg is om de exploitatie ook met een geringe entree-prijs rendeerend te maken. Het Mu seum-theater had daartoe de gelegenheid kunnen bieden. Die kans is nu ook verkeken en de Amsterdammer zal zich voorloopig tevreden moeten stellen met opera-aria's van de gramofoon, of wat de Radio hem bieden kan. Amsterdam, Maart'29. EMERGO ich^akrubpiek OPLOSSING TWEEZET 219. (G. Chocholous). 1. c6 c7 lreigt2. c8P mat. 1.Ke7 2. Lb4 mat. 1. Pe7 2. fe5 mat. OPLOSSING EINDSPEL 265 1. La7 hlD 2. b8Pf Kb5 3. Tb7t ad lib. 4. g8D Tg8 pat. Ad lib. of voluit ad libitum beteekent: Zwart mag doen wat hij wil (mits hij zich maar aan het schaak onttrekt). OPLOSSING EINDSPEL 266. (Troitzky). 1. De7f Kg6! 2. Pf8 Kf5 3. Dh7 Kf4! 4. Dd3! en wit wint wegens mat-dreiging Pg6. PROBLEEM 220. W. A. Shinkman. „Dat is alles waar, maar hij is onze Perci val Talbot niet." „Ach kora, wat een gekheid; ze hebben je voor den gek gehouden." „Dat mag zoo wezen, maar ik begrijp niet hoe. Laten wij hier niet blijven staan; ieder een let op ons. Laten wij doorloopen." Zij liepen naast elkaar de straat af, heel langzaam. „Het is zeker een heel vreemd geval. Ik heb aan dezen Talbot gevraagd of hij nog een ander kent van dien naam, maar hij zegt van niet. Het is een heel bedaarde man. Hij had mij de kamer. uitgelaten voor ik er op bedacht was. Ik was zoo verbaasd toen ik zag dat hij het niet was, dat ik niets deed dan hem aan- staren." „Ik zeg je, dat je voor den gek gehouden bent; het is een slimmerik, die mijnneer Tal bot. Het is een van die blanke lummels, waar- van je nooit weet hoe je het met ze hebt. Een listige vent!" De man lachte, maar het was geen vroolijke lach. „Het is een spelletje, dat hij met ons speelt slim net als hij zelf is. Als ik er aan denk o!" Hij spuwde op de straat, alsof dat de eenige manier was waarop hij zijn gevoelens kon uitdrukken. „Neen, die man heeft niets van die blanke lummels-zooals je op het oog hebt; je moest gezien hebben hoe hij er uitzag en hoe hij keek. Ik ken een mensch op het eerste gezicht. *1ij is een echte man." „Dat is geen reden waarcm hij niet een be- drieger zou weaen. Ik zeg je nog eens: je '4dm i mm wm i am/., mm 20. Lg51! "r'-k a b c d e t' g h Wit geeft in 2 zetten mat. EINDSPEL 267. ZwartDr. Perlis, gespeeld in een meester- tournooi te Weenen. WM. £i\ -Mr HH t A I.m a WA WB a ml vmM 'mid- i abcdetgh Zwart begint en wint. EINDSPEL 268. Gebroeders Rubbel, (de bekende probleem-componisten). Een zeer sterke zet! Na 18. Dc4 kan volgen 10. dc6 Dc6 20. Te7f met Dame winst. Bovendien is dan ook na 18Dc4 zeer sterk 19. Lg5 met vree- selijke dreigingen. 18cd5 19. g3 Df6 ir,51! Deze L wil Wit wel kwijt, hij heeft er meer last dan gemak van. 20Dg5 Gedwongen; anders volgt Te7f 21. TaclDd8 Na Tc8 volgt 22. Dc6 en 23. Dd6 mat. 22. Dc6 J<c8 23. DaS Kd7 24. Dc6 Kc8 25. Te3 Dreigt 26. Tc3 met stuk winst. Na 25d4 volgt 26 Tb3 en 27. Tb7 met het zelfde gevolg. op- a b c d e f g Zwart speelt en wint. Hier volgt een partij, gespeeld door Frank Marshall in een simultaan-seance tegen Spencer te Toronto in 1914. 1. e4 e5 2. d4 ed4 3- c3 Wit speelt hiei' het z.g. Noorsch gambiet, dat, doorgespeeld, er als volgt uit ziet: 3dc3 4. Lc4 cb2 5. Lb2. Nu heeft wit drie pion- nen geofferd voor een snelle ontwikkeling Zwart komt niet of zeer moeilijk tot een bevredigd spel. Daarom werd het gambiet niet aangenomen zooals hier. 3. zd5 Beter was cvenwel toch 3dc3 4, Lc4 en n u 4. d5! 4. ed5 Dd5 5. cd4 Pf6 Hier kan ook volgen: 5. cb wat tot gelijk spel leidt, b.v. 5c5 6. Pc3 Dd4 7. Dd4 cd4 8. Pb5 Pa6 9. Pf3, enz. 6. Pf3 Lg4 7. Le2 Pco 8. Pc3 Lb4 9. 0—0 Dh5 Een begin van aanval. 10. a3 Vraagt om verklaring. Wit doorziet zwarts be- doeling en helpt hem na tuurlijk niet zonder afdoen- de verweermiddelen. 10Ld6 Dreigt Lf3 en Dh2. 11. Pb5! Dat is de tegenzet. 11. Lf3? Heeft vreeselijke ge- volgen. 12. Pd6f ed6 13. Lf3 Dh4 14. Tel Kd7 De partij doet zien, dat deze zet ook font is Beter was achteraf Kf8, maar dan was de h-toren inge- slcten. Daarom doet zwart 't niet. 15. Lc6 bc6 16. Db3! Nu is goede raad duur. 16Pd5 17. Db7 Pc7 18. d51 bent voor den gek gehouden. Ik weet niet hoe, maar zeker op de een of ander manier, ik b.'n er zeker van. Maar ik laat er mij zelf niet inloopen, nu niet en in het geheel niet. Je zult er ook niet achter komen, mijnheer Tal bot! Ik zal je eens wat zeggen: ik zal er op afgaan en mijnheer eens bekijken, dien mijn heer van jou!" „Juist, dat wou ik je juist aanraden; jij moet er eens op afgaan. Misschien heb je hem wel eens meer gezien. Ik nooit. Als ik hem ooit eerder ontmoet had zou ik het wel weten 't Is niet een type dat men zoo licht vergeet Maar ik zou niet naar hem vragen; je moet hem zien te onfmoeten onverwacnts. Hij moet er niet op voorbereid zijn." „Denk je, dat ik zoo dom zou wezen? Neen. Ik zal wel zoo lang wachten tot hij buiten komt. Dat kan heel best in een hotel; ik zal hem goed opnemen als hij op straat komt. Indien ik hem meer gezien heb, en dat is heel goed mogelijk, daar ben ik misschien wel in de gelegenheid hem daaraan te herjn- neren." HOOFDSTUK IX. De teeriing wordt geworpen. Mijnheer Talbot ging de trap af en was van plan een wandelingetje te gaan doen Toen hij in de vestibule kwam, stond daar een dame met den portier te praten; de man was fcamwrtje wtgekocrxai om tewr uit te te- Aan de Dammers! In onze vorige opgave gaven wij ter lossing probleem No. 1059. Zw. 12 sch 4, 6, 10, 11, 13, 14, 18, 19, 23, 26, 29, 35. W. 13 sch.: 25, 27 28, 30, 32, 36, 37, 38, 42, 43, 44, 47, 48. Oplossing. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 1. 2. 3. 44—39 27—22 32 21 21—17 42—37 38 :20 36—31 48—42 39—34 25 5! EEN M001E PARTIJSTAND. In de partij DeutrouxSpringer, te Lyon ;espeeld, kwam de volgende positie voor: 5. 6. 7 8. 9. 10. 35 24 18 27 23 41 11 22 41 32 24 15 26 37 37 :4S 48 30 Zw. 14 sch op: 2, 3, 6, 8, 9, 13, 14, 16, 17, 19. 21, 22, 23, 29. W. 14 sch. op: 25, 26, 28, 31, 32, 35, 36, 38, 39, 42, 43, 44, 45, 49. Zwart heeft als laatsten zet 18—22 ge speeld. Wit kan zwart nu dwingen tot een damzet. den dam daarna afnemen en zelf naar dam doorbreken. Springer had echter alles nog verder door- gerekend. Zie maar: 1. 39—33 1. 21—27 2. 32 12 2 23 32 3. 38 18 3. 29 47 4. 43—38 4. 47 50 5. 45—40 5. 8 17 6. 40—34 6. 1322 7. 49—44 7. 50 30 8. 35 4 8. 16—21 9. 4:16 9. 6—11 10. 16: 7 10 2:11 11. 31—27 11. 11—16 12. 26—21 12. 17 26 13. 27—22 13. 16—21 14. 22—18 14. 3— 8 Wit geeft op. INTERESSANTE WINSTGANG. Van den heer C. Kerkhof te Amsterdam is de volgende compositie: mm'aic: m 111 mm tfl i§t. ,®l.'w!kWm.. m ,;Sm, 'M WM-."mm WM i Wf Wi>. wm 'mm ten. Het was een jonge dame, knap van uiter- lijk en goed gekleed in de oogen van den por tier. Hij twijfelde zeker geen oogenbHk of het was een echte dame en de meeste mannen van het slag van een portier hebben een goed oog op een vrouW zoover het fortuin, afkomst en manieren betreft. Toen Talbot beneden kwam scheen de portier dadelijk de aandacht der dame op hem te vestigen. Talbot hoorde hem duidelilk zeggen in volmaakt goed Engelseh: „Dat is de heer, die met miss Hallam mee- gekomen is." De dame draaide zich om en keek hem aan. Hij had een zonderlinge gewaarwor- ding, toen hij haar gezicht zag. Waar had hij iemand gezien, waar zij hem aan deed den- ken? Er bestond bepaald een zekere gelijke- nis met iemand, die hij gezien had, en ook weer iets geheel verschillends. Hij nam zijn hoed af toen zij hem even groette; zelfs die beweging van haar hoofd herinnerde hem aan iemand. „Neem mij niet kwalijk, dat ik u aan- spreek, maar de portier vertelt mij, dat u gis- teravond uit Messina gekomen is met juf- frouw Hallam. U heeft zeker een vreeselijken tijd gehad. De telegraaf is zeker in de war; wij schijnen geen betrouwbare tijding te kun nen krijgen, maar het gerucht loopt dat de stad een puinhoop is." „Ja, ik moet u zeggen, dat de geruchten ditmaal niet overdreven zijn. Het is daar een treurige toestand." „-Jte dat das waar? O. hot lis Iftt 45 Zw. 9 sch. op: 3, 8, 9, 14, 20, 22, 27, W. 9 sch. op: 23, 25, 29, 34, 38, 41, Wit wint hier door: 1 38—33! 1. 36:49 2. 32 21 2. 49 16 3. 23—19 3. 1423 4. 29:27 4. 16:30 5. 25 14 5. 9 20 6. 45 14! Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM 1060 van G A Raymond, Canada. 36, 40. 42, 43, wr/. Zw. 13 sch. op: 3, 8/12, 14, 16, 18, 19, 20, 23. 24 en dam op 35. W. 15 seh. op: 21, 27, 29, 33. 34, 36, 38/45 50. Een moeilijk probleem! In onze volgende rubriek geven wij de op lossing. ProvinclaaS nieuws OUDE NIEDOBP. Donderdag vergaderde de Raad dezer ge- meente. Allen tegenwoordig. Voorzitter de heer Meijer, burgemeester, tevens secretaris. Mededeelingen. De voorzitter deelde namens B. en W. den Raad bet volgende mede: dat de perceelen bouw- en weiland onder H.-Hugowaard, in huur geweest zijnde bij den gefailleerde C. Bart, ter uitvoering van het raadsbesluit van 29 Jan. j.l. punt 8a, bij inschrijving zijn verhuurd aan Jb. Klaver te H.-Hugowaard voor f 258 per jaar (wei land) en P. de Boer- te Oude Niedorp voor 6.60 per snees (bouwland). De huurover- eenkomsten zijn bereids van pavtijen getee- kend. dat door Ged. Staten is goedgekeurd het ontwerp tot verlenging en verbetering van de Schutsiuis te Verlaat. in verband waarmede ten spoedigste met het werk zal worden aan- gevangen in samenwerking met het gemeen tebestuur van N.-Niedorp. zoodra het ver- eischte crediet is verlcregen. dat de heer Sinits W. F. te Nijmegen zich bij brief van 9 Februari j.l. alsnog bereid heeft verklaard om overeenkomstig het hem nader gedaan vei'zoek aan de gemeente te verkoopen de ten behoeve van de verbreeding van den Oude Niedorperweg benoodigde grond, zulks voor 0.50 per M2. tegen aan- koop zijnerzijds van een perceel weiland der gemeente (gelegen naast zijne boerderij) voor 2875 per H.A., niet vrij op naam In verband hiermede, stelden B. en W. voor het besluit van 28 Juni 1928 tot onteigening, voorloonig in te trelcken. dat de beide douches in de O. L. school te Oude Niedorp, ingaande 1 Januari j.l. voor het publiek zijn opengesteld en wel voor vrou- wen elken Woensdagnamiddag van 14 uur en voor mannen elken Zaterdagavond van 58 uur. De tarieven voor het gebruik dier douches zijn door B. en W. vastgesteld a!s volgt: maandabonnement 50 cents, abonne- ment per half jaar f 2.50 en gebruik per keer zonder abonnement 15 cents. De abonne- mentskaarten zijn ter secretarie verkrijgbaar gesteld. Voor het toezicht zijn aangestel-d voor vrouwen mej. G. Eriks en voor mannen K d< Boer, beiden te Oude Niedorp. Ten slotte deelde de voorzitter den Raad naar aanleiding van door eenige leden hem particulier gestelde vraag nog mede, dat ten behoeve van de gasverwarming in de O. L. school in 1928 werd verbruikt 1895 M3. gas. De kostprijs is 6 centen per M3. Het gemid- deld verbruik per maand in de tijdvakken Januari tot en' met Mei en November tot en met December bedroeg 270 M3. Voor het an der school lokaal werden in 1928 brandsioffen aangekocht tot een totaal bedrag van 133.35. Deze mededeelingen werden voor kennis go ring aangenomen. Ingekomen stukken.. Kantschrijven van Ged. Staten d.d 13 Febr. j.l. no. 62 ten gekide van het goedge keurd raadsbesluit van 5 Febr. j.l. no. 5 strekkende tot het aangaan eener geldleening ten bedrage van 40.000. Medegedeeld wordt dat deze leening na- waar, dat u hier naar toe is gekomen met juffrouw Hallam?" „Dat genoegen heb ik inderdaad gehad." ,U begrijot, dat het niet alleen uit nieuws-. gierigheid is, dat ik u die vraag doe, maar zou u mij ook kunnen zeggen of zij familie is van domine David Haliam, den Engelschen predikant te Messina?" Talbot dacht even na voordat hij antwdord gaf. Indien hij de vraag niet beantwoordde zou de vreemde dame juffrouw Hallam wen- sohen te spreken. Hij wist niet precies waar- om, maar hij had een vermoeden dat juffrouw Hallam dat niet wenschte. Zij had hem zoo iets verteld van een persoon, die zij 's mor- gens gezien had en die zij liever niet wilde ontmoeten. Misschien was deze vreemde dame dat wel. Hij zou liever zelf de gewensdhfe in- lichting geven, en hoopte zoodoende van haar af te komen. Misschien was dit de bewuste dame we!, ofschoon er niets onaangenaams was in haar uiterlijk. „Ja, zij is de dochter -van den heer Hal lam." „Zijn dochter?" De andere glimlaehte. ..Dat kan niet zoo wezen. Ik ken mijnheer Hallem heel goed; hij is niet getrouwd." Geen oogenblik erloor Talbot zijn tegen- woordigheid van geest. Hij glimlaehte. „In dat geval is de juffrouw Halkm, dR u bedoelt, niet dezelfde als deae" V///AK '///m, J. v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 9