DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Etaffelijkscl* owerzicht, iuiienland W. M. K. PELS EN ZOON No. *3 Dif nnmmer nestaat nit 3 blades. Honderd een en dertigste laargang 1929 AnoniTcmcntsprljs T>fJ voornitlbetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plaatsrnimtc. Brieven franco NX Boek- en Handelsdr. t.Il Herms. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redactie No, 33. WOEIiDAG Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA. Postgiro 37060 2? MA ART DE UITVAART VAN FOCH. Een grootsche plechtigheid. Enorme belangstelling. De rede van Poincare. Gisteren heeft Frankrijk een van zijn hel- den begravenFoch, de groote man van den wereldoorlog, de overwinnaar van Duitsch- iland, is naar zijn laatste rustplaats gebracht. Het is een grootsche plechtigheid gewor den, waaraan geheel Frankrijk tainoze land en hebben deelgenomen. De plechtigheid begon in de Notre Dame. Over een afstand van vier K.M. ongeveer is het stoffelijk overschot langs den bekenden weg naar het Huis der Invaliden vervoerd. Hiervoor heeft Poincare de eenige redevoe- ring uitgesproken. Na het defile van de troe- pen is de kist vervolgens bijgezet in den graf- kelder van de gouverneurs van dat rims Deze plechtigheid was door duizenden en duizenden bijgewoond. Langs den weg ver- drong zich een dichte menigte; de omfloerste lantarens brandden. Voor zoover op het oogenblik bekend is, zijn betreurenswaardige incidenten als van Zondag uitgebleven. De straten en toegangswegen, die gevolgd wer- den, zijn zoo breed, dat at en een plaats kon- den vinden. Zoovelen hebben het stoffelijk overschot naar de rustplaats willen vol-gen, dat zij bij lange niet in de Notre Dame kon- den worden toegelaten. De kathedraal was natuurlijk stampvol. Mevrouw Foch en de beide dochters woonden den dienst bij. De katafalk praalde in een gloed van 200 kaarsen. De aartsbisschoppen van Parijs en Reims waren tegenwoordig evenals de nun- tius en andere kardinalen en bisschoppen. De president van de republiek, de ministers en de parlementsleden hadden eereplaatsen. Allen waren in rok en droegen hun onderschei- dingsteekenen. Rondom de katafalk stonden de maarschalken en hoofden der buitenland- sche delegaties. Na den zang gaf kardmaal Dubois de absolutie. De samenstelling van den eindeloozen stoet geschiedde regelmatig. Toen deze de Place de la Concorde bereikte, bulderde het geschut. De kist met het lijk van den maarschalk rustte op een affuit, dat door zes zwarte paar-den werd getrokken. Bij hoo ge uitzondering liiep de President van de Re publiek mede. De treurmuziek van verschil- jende kapellen klonk plechtig en gedragen Gedurende het langs trekken, dat ruim drle kwartier duurde, werd alleen het stiffen van de voeten gehoord. Op het Plein van de Invaliden waren alle vensters, daken en boomen zwart van de menschen. De mist, die al enkele dagen ever de stad hing, trok op. Langzaam naderde de stoet. Het affuit met de kist, het paard van den maarschalk en de onder-officieren, die de onderscheidingen van den grooten doode dra- gen maken halt tusschen de twee tribunes, waarop de officieele personen gezeten zijn. Op de eerste rij van een der tribunes zit presi dent Doumergue met de Engelsche en Belgi- sche prinsen aan zijn zijde. De vereenigingen van oud-strijders stellen zic'h op voor de beide tribunes. Dan bestijgt Poincare het speciale spreekgestoelte, waarna hij diep bewogen een toespraak houdt, die door luidsprekers wordt verspreid. Dan defileeren generaal Gouraud, de gouverneur van Parijs, en de Fransche en geallieerde troepen, die aan den stoet deel hebben genomen, langs de kist, gevolgd door bataljons en eskadrons van alle wapens. Bij het voorbijgaan nijgen de vaande's, de offi cieren groeten met de sabel, de soldaten wen- den het hoofd rechts. Het defile duurde anderhalf uur. De maar schalken Petain en Lyautey stonden aan weerszijden van de kist. Na de troepen defi leerden afvaardigingen van oud-strijders uit alle deelen van Frankrijk; de Elzassers en Lotharingers in hun nationaal costuum, ver volgens oud-strijders uit de geallieerde lan- den. Na de plechtigheid reed het affuit met de kist het Paleis der Invaliden binnen. slechts gevolgd door de familie, president Doumer gue, de prinsen, de gezanten, de ministers, de maarschalken van Frankrijk en eenige gees- telijken en vrienden. Daarop wordt het hek gesloten. De kist is in afwachting van de definitieve bijzetting ter zijde van het graf van Napo leon in den gouverneurskelder bijgezet. Dit geschiedde in alien eenvoud onder liturgische gezangen en het zeggen van gebeden. Voor de Invaliden het woord voerend ver- klaarde Poincare: Wij staan hier voor de smartelijke werkelijkheid; wij begrijpen, dat de vlam, die zoo juist gedoofd is, een der vu- rigste en reinste was die ooit haar schijnsel over de aarde heeft geworpen. Foch bezat alle krachten en hoedanigheden van dapperheid, grootmoedigheid, natuurlijke goedheid, een natuurlijke levendigheid, het doordringende oordeel, de grootheid en ver- hevenheid van het genie en de onschatbare gave eener sterke vroomheid. Op hem rustte het bevel over millioenen geallieerde soldaten, hij leidde den strijd van geheele volken. Niet uit hoogmoed', maar uit hoofde eener moreele verplichting; niet met het doet om vreemd gebied te veroveren, maar uitsluitend om het overweldigde vaderland te bevrijden. Hij kende geen andere ambitie dan dienen, wenschte geen andere belooning dan de vol- doening van een nagekomen plicht. Daarom rouwt Frankrijk en een groot deel der menschheid en beschavingde afgestor- vene zal echter niet geheel verdwijnen, hij laat achter een voorbeeld, dat nooit zal ver- gaan. Poincare schetste het roemrijke en schitte- rende leven van den maarschalk, een voor beeld van toewijding, verstand en nederig- heid. Foch had nooit onder invloed gestaan van den pest van imperialisme, wraak of haat. Toen de oorlog geeindigd was, was hij een soldaat des vredes Zijn natuurlijke goedheid, zijn bekoorlijke nederigheid, bescheidenheid en onzelfzuchtigheid troffen alien, die hem van nabij leerden kennen. Hij had een levtn- oigen geest. Zijn woorden misten kleur noch ironie, doch om hem goed te beoordeelen was het noodig om diep in hem door te dringen. Hij was vooral een man van hart en geweten. Wij zijn aan de nagedachtenis van Foch verplicht, geen lijn van zijn grootsche figuren in de schaduw te laten. Laten wij eerbiedige hulde brengen aan het stoffelijk overschot van hem, die door Frankrijk te dienen, de menschheid diende en steeds zal btijven voortleven in de herinnering van komende geslachten. De plechtigheid is voorbij. Foch is begra- •ven met al de eer, die hem toekwam. En men moge militairist of anti-militairist zijn, ieder zal moeten erkennen, dat een groot man is heengegaan. Dat in Frankrijk de droefheid groot is, behoeft geen nader betoog. Men heeft Foch beschouwd als den redder van het vader'and, a's den man, die Frankrijk behoed heeft van een Duitsche overheersching. Als zoodanig heeft Frankrijk de eer ge bracht, die Foch toekwam CHINA. DE HERLEVENDE BURGEROORLOG Nanking verklaart Hankou den oorlog Naar Reuter uit Sjanghai meldt, verzeke ren .betrouwbare berichten uit Nanking, dat Nanking officieel den oorlog heeft verklaard aan Hankou. De oorsprong van het conflict ligt in de af- zetting van generaal Loe Tei-ping, een gun- st'eling van Tsjiang Kai-sjek, als gouverneur van Hankou, door de Woehan generalen al- daar. Hoewel er nog geen nieuwe berichten zijn inzake de gevechten tusschen de troepen van Nanking en Hankou in de Jangtsedal, ver- zekert men, dat generaal Tsjang soen tsjang van de Noordelijken, die een leger samen heeft getrokken om tegen Tsjefoe op te ruk- ken, opnieuw 'deze stad trachtte te naderen, maar teruggeslagen werd en nu terugtrekt op Wei hai wei. De staat van beleg is gistermid- dag te Tsjefoe afgekondigd. DUITSCHLAND. DE BRAND IN HET STOOMSCHIP EUROPA. Om 4 uur gisteravond nog niet gebluscht. Wolff meldde gisteravond uit Hamburg, dat de Europa om 4 uur 's middags nog steeds in brand stond. Volgens mededeelingen van de directie van de werf Blohm en Voss zal het bouwbedrijf in ieder geval tijdelijk stopgezet moeten wor den. De 300 arbeiders, die Maandag nog op het schip werkzaam waren, moesten gister- morgen naar huis gezonden worden. Tegen den middag was de brandweer, die weer aan boord koh werken, midscheeps tot aan' de groote schoorsteenen gekomen. De brandweerlieden moeten natuurlijk op de verschillende dekken afzonderlijk verder drin gen. Het schip, dat zooals gemeld, door de groote hoeveelheid water slagzij maakt, is is intusschen op de modder komen rusten. De buitenboordskleppen zijn geopend. Van buiten'heeft het schip nu ook het aanzien van een wrak. Een deel van de bovendekken tus schen de schoorsteenen is ingezakt. De pla ten aan den buitenwand zijn verbogen door de hitte; gedeeltelijk zijn ze gescheurd. Ook de binten zijn op verschillende plaatsen uit elkaar gewrongen. Een'aantal brandweerlieden is bij het blus- schen door rookvergiftiging aangetast. Voor zoover men,heeft kunnen vaststellen zijn geen arbeiders gewond. De oorzaak. Over de mogelijke oorzaak is nog bekend geworden, dat volgens overeenstemmende ge- ruchten de brand op verschillende plaatsen tegelijk moet zijn uitgebroken, zoodat kort- sluiting moeilijk als oorzaak beschouwd kan worden. Men was bezig met het laatste werk in de machinekamer en de eerste werkzaamheden voor de aankleeding der passagiersverblij- ven. Deze werkzaamheden lagen 's nachts stil. Overdag werd gedurende 16 uur, met 2 ploe- gen gewerkt. Om een uur gistemacht hebben de bewakers en de zich aan boord bevinden- de brandwacht nog de voorgeschreven ronde gedaan en niets gemerkt. Tegen twee uur vertoonden zich midscheeps plotseling de eerste vlammen. De Europa was door de werf bij bijna alle Duitsche ve/zekeringsmaatschappijen verze- kerd. Bij de herverzekering zijn ook buiten landsche maatschappijen betrokken. De brand bedwongen. Dank zij den onvermoeiden arbeid van de. Hamburgsche brandweer, versterkt door het materiaal van Blohm en Voss en een groote politiemacht, is men er op het eind van mid dag in geslaagd de brand op de Europa te localiseeren. Het achterste gedeelte van het schip heeft het minst geleden, in het voorste gedeelte is echter alles vernield, wat niet van ijzer of staal was. Overal liggen verkoolde resten van deuren, trappen, balken enz. De groote ruimte, die voor de elegante eetzaal eerste klasse was bestemd, is een ru'ine. On der de overblijfselen woekert het vuur nog voort. De brandweer tracht thans het vuur met reusachtige scheepskranen op een af stand van ongeveer dertig meter te naderen. Verschillende leden van de directie van de Norddeutsche Lloyd, waaronder geheimrat Stimming, directeur-generaal van deze on dememmg, waren gister op het terrein van de ramp aanwezig. Geheimrat Stimming ver- klaarde aan een correspondent van het Berli ner Tageblatt, dat men thans nog niet kan zeggen, hoe groot de schade is. Het is moge lijk, dat althans een deel van het schip zal kunnen worden gered, zoodat dan alleen het midden- en bovengedeelte verloren zouden zijn. De schade valt mee. De directie van Blohm en Voss heeft nog medegedeeld, dat het achterschip en de ket-el- en machine-installaties gespaard zijn geble- ven. Een onderzoek door de ingenieurs van de werf bracht aan het licht, dat de schade gelukkig toch minder groot is, dan oorspron- kelijk werd vermoed. Ook het benedendek en de lagere gangen en het voorschip zijn voor het grootste deel gespaard gebleven. Men is dadelijk met het opruimingswerk begonnen De brandweer is op een ploeg na, die met de brandweer van de werf wacht houdt, in- gerukt. SLACHTOFFERS VAN DEN STORM Drie schepen verloren beschouwd. Gisteren zijn drie stoomschepen met een be- manning van tezamen 44 koppen, officieel voor verloren verklaard. Het betreft het stoomschip „Renata" uit Altona, dat op 22 November j.l. zee gekozen heeft met bestemming naar Amsterdam, met 15 man aan boord; verder de „Berlin" uit Cuxhafen,, die op 23 November vertrokken is met bestemming naar de Witte Zee, met 13 man; en ten slotte de „Immenhof" uit Ham burg met 13 koppen. Waarschijnlijk zijn zij alle aan de Novem- berstormen ten offer gevallen, daar men slechts enkele lijken en een reddingsboot heeft gevonden. DE MOORD OP GRAAF STOLBERG. De jonge graaf bekent zijn vader bij ongeluk te hebben gedood. Graaf Christiaan Stolberg heeft Dinsdag gedurende het verhoor, dat vijf uur duurde, bekend zijn vader te hebben gedood. Het verhoor door Berlijnsche ambtenaren van de justitie begon om 11 uur. Graaf Christiaan was eerst zeer terneergeslagen en verklaarde den heelen nacht geen oog te heb ben dichtgedaan. Toen de ambtenaren hem verzochten nogmaals uitvoerig te vertellen, wat er in den nacht, waarin de vader stierf, was gebeurd. deed hij eerst het bekende re- laas. Men maakte hem er echter op opmerk- zaam, dat hij zichzelf bij de verschillende verhooren, die hij reeds heeft ondergaan, her- haaldelijk heeft tegengesproken. Tenslotte legde hij een bekentenis af. Met tranen in de oogen sprak hij zichtbaar moei lijk: Ik beken het schot te hebben afgevuurd, waardoor mijn vader werd getroffen. Uit het verdere verhoor bleek, dat hij zijn vader bij ongeluk heeft gedood. De oude graaf en zijn zoon hadden dezer dagen op jacht willen gaan; zij wilden daarbij het ge- weer medenemen, dat op hun verzoek door den boschwachter was schoon gemaakt. Toen ze de kast openden, waarin de geweren wer- den bewaard, bleken de patronen door el- kander te liggen. Graaf Eberhard verzocht zijn zoon de patronen op orde te brengen. De jonge graaf begon onmiddellijk met het sorteeren van de verschillende patronen. De laatste patroon, die paste, bleef in den loop van het geweer steken. Terwijl hij probeerde de patroon te verwijderen, ging het nood- lottige schot af. Wolf meldt nog, dat graaf Christiaan in verwarring uit de kamer was gevlucht en daarna in de gang in onmacht was gevallen. De ambtenaren uit Berlijn zullen nu zoo gauw mogelijk de juistheid van deze verkla- ringen onderzoeken. Het is nog niet zeker, dat het lijk weer opgegraven zal worden. Graaf Christian zu Stolberg heeft vandaag nog verklaard, dat hij in den nacht, waarop hij zijn vader heeft gedood, aan een familie- lid alles heeft verteld, maar dit heeft ver zocht hem niet te verraden. Het betrokken familielid, wiens naam in het belang van het onderzoek nog wordt geheim gehouden, zou gisteren worden verhoord. De graaf heeft zijn bekentenis voor den rechter van instructie en den officier van jus titie herhaald. De mijnwerker Siegmund, die zichzelf in den moord beschuldigd heeft, wordt naar Hirschberg overgebracht. Waarom hij deze zelfbeschuldiging heeft geuit weet men nog niet. De regeeringspresident van Liegnitz had voor de aangifte van den moordenaar een belooning van 1000 mark uitgeloofd. Een mijnwerker beweert de moorde naar te zijn. Bij de politie te Freiberg heeft zich de 43- jarige mijnwerker Siegmund uit Kattowitz aangemeld, die beweert den moordenaar van graaf Stolberg te zijn. Men twijfelt evenwel te bevoegder plaatse aan de waarheid ziiner beweringen, daar hij geen normalen indruk maakt. Half verbrande brieven verdwenen. Bij het eerste onderzoek door rechercheurs uit Liegnitz zijn te Jannowitz de oyerblijf- selen van half verbrande brieven gevonden en in beslag genomen. Volgens berichten uit Jannowitz zijn deze fragmenten thans uit de dossiers verdwenen. De Liegnitzer recher cheurs zullen waarschijnlijk nog daarover worden gehoord. De B. Z. meldt dat de wapendeskundige tot de conclusie, is gekomen, dat de kogel die graaf Stolberg getroffen heeft niet van dicht- bij maar van tamelijk grooten afstand ge- schoten is. Van precies hoe ver kon de des- kundige echter niet verklaren. EEN GAS-COMPRESSER ONTPLOFT. In het station te Brandenburg aan de Havel is een gascompressor door onbekende oorzaak in de lucht gevlogen. Twee arbeiders zijn door steekvlammen ernstig gewond, een hunner levensgevaarlijk. Carlo groote bedragen gewonnen. Later, toen hij begon te verliezen, bemerkte hij, dat de croupiers eepige ongeoorloofde trues gebruik- ten. Hij begon daartegen te protesteeren, waarop beambten van het casino hem in een gang drongen en later uit een venster wier- pen. De verwondingen, die dr. Gnjatitsj op- liep waren zoo ernstig, dat hij in het zieken- huis daaraan bezweek. De vader wil thans een proces tegen de speelbank beginnen, en is voornemens de aanklacht in te dienen bij een Tansche rechtbank, daar bij in de justitie van Monaco geen vertrouwen zegt te hebben KOORSTRAAT 49-51. ADVOCAAT COGNAC VOORBURG BEROOVING VAN DOCUMENTEN. De beroofde bedwelmd. De 34-jarige koopman von Fredersdorff, die reeds sedert geruimen tijd in proces ligt met zijn familie wegens een erfenis, welke naar verluidt dagteekent uit den tijd van Fre- derik den Grooten, is te Berlijn in een hotel overvallen en geboeid, waarna hem eenige documenten zijn ontstolen, welke voor het erfenis-proces van groot belang zijn. Fredersdorff, die ter verkrijging van de noodige geldmiddelen voor het voeren van zijn proces een reis om Amerika in een motor- boot wilde doen, kreeg per stadstelegram een uitnoodiging, naar het hotel te komcn, waar een onbekende hem kosteloos Fordmotoren voor den tocht over den Oceaan ter beschik- king wilde stellen. De advocaat van Freders dorff en een vriend, die zich op verzoek van Fredersdorff eveneens naar het hotel hadden begeven, kregen in de opgegeven kamer geen toegang. Eerst na anderhalf uur hoorde men door de telefoon om hulp roepen, waarna men Fredersdorff aan handen en voeten geboeid aantrof. Hij verklaarde, verdoofd te zijn door het rooken van eenige cigaretten. ENGELAND. FITZMAURICE'S VERTREK UIT IERLAND. Een teleurgesteld man. Kolonel Fitzmaurice, de afgetreden chef van de Iersche luchtmacht, de man die met Koehl en baron von Huenefeld den eersten vliegtocht over den Oceaan in Westelijke richting heeft gedaan, is nu naar Amerika vertrokken. Hij scheepte zich in Engeland in op het Duitsche stoomschip Prasident en daar heeft hij voor zijn vertrek journalisten te woord gestaan. Volgens den Londenschen correspondent van het „Berliner Tageblatt, verklaarde hij met bitterheid in zijn stem dat hij sedert meer dan vier maanden werkloos was en geen nieuw werk kon vinden. Daarom verhuisde hij naar Amerika. De Vrijstaatsche regeering had al zijn voorstellen tot ontwikkeling van de Iersche luchtvaart verworpen. Daarna was hem niets anders overgeblteven dan af te treden. HOOGE SUCCESSIE-RECHTEN. De hooge successie-rechten die in Enge land geheven worden, zijn een van de oorza- ken dat er vele kunstschatten het land uit- gaan. Men mompelt nu dat het schildterij de „Jongen in het Rood" van Lawrence, als het ware een tegenhanger van Gainsborough's „Jongen in het Blauw" naar Amerika zal gaan, omdat de familie van den overleden graaf Durham uit de nalatenschap zooveel geld moet losmaken om de successie-rechten te kunnen betalen. 'De derde en de vierde graaf Durham wa ren tweelingbroeders en zijn binnen vier maanden na elkaar gestorven. Toen de derde graaf stierf, werd zijn nalatenschap op 1 millioen geschat. Nu worden van de nalaten schap van den vierden graaf weer successie- rechten geheven en dus slinkt het bezit al- weer. Men schat dat in het geheel 1 mil lioen aan die rechten binnen acht jaar moe afgedragen worden. Na den dood van den ouden graaf is reeds zijn buitenplaats Harraton Lodge bij New market gesloten en het groote huis van de familie aan het Londensche Grosvenor- square staat reeds eenigen- tijd te koop. De waarde van den „Jongen in het Rood" die in het bezit van de grafelijke familie is wordt op tusschen de 75 000 of 100.000 geschat en men twijfelt er geen oogenblik aan, of in Amerika zullen er kooplustigen voor zijn. Epgelsche kunstkenners noemen het een tragedie, wanneer de „Jongen in het Rood" voor Engeland verloren gaat. FRANKRIJK EEN GEHEIMZINNIGE ZELFMOORD TE MONTE-CARLO. Ongeveer een jaar gelede nis dr. Radmilo Gnjatitsj, een advocaat uit Serajewo, onder geheimzinnige omstandigheden in Monte- Carlo gestorven. De familie werd medege deeld, dat hij zelfmoord had gepleegd. De vader van den advocaat stelde zich met deze verklaring niet tevreden en begon op eigen kosten een onderzoek, waarvan het resultaat oozienbarend is. Dr. Gnjatitsj had in Monte- per flesch f per flesch vanaf - per flesch - TELEFOON 207. 1.85 2.50 2 10 SPANJE. DE DICTATUUR. Verliest aan populariteiE In een brief uit Spanje, waarin wordt uit- eengezet, dat de dictatuur van Primo de Rive-- ra hard bezig is haar populariteit in te boe- ten, schrijft de correspondent van Het Vader-* land o.m. dit: De dictator is zeker bezield van het verlan- gen de welvaart van land en volk op zoo hoog mogelijk peil te brengen, maar hij ziet niet, dat de omstandigheden sinds 1923 veel ver- anderd zijn, en dat decreten, die toen noodig waren, nu nog slechts kwaad bloed zetten. Zoo wordt sinds eenige maanden fout op fout gemaakt. De te snelle hervorming van het statuut voor leger en vloot, het toenemend nepotisme, het op onvoldoende gronden ont-: slaan van verdienstelijke en bekwame ambte naren, het steeds sterker muilbanden van de pers, de verscherping van den staat van be leg ziedaar een reeks redenen, die er toe bijdragen de populariteit van het systeem en zijn bezieler te ondermijnen. De dictatuur is thans gekomen in het ge- vaarlijke stadium, waarin steeds krachtiger dwangmaatregelen noodig zijn om haar uiter- lijk gezag onaangetast te laten. De spionnage der politie meent verontrus- tende vormen aande leden der Patriottische Unie althans zij die er zich toe leenen zijn 'n soort „stille verklikkers" geworden, en het gevolg is, dat niemand in het openbaar, in een cafe b.v. de dictatuur durft critiseeren uit vrees te worden afgeluisterd en straks, gearresteerd, tot een hooge geldboete of ge- vangenisstraf te worden veroordeeld. Kort geleden moest een rijk Sevillaan, senor Harra, een boete van niet minder dan 50.000 pesatas betalen, omdat hij in particu- liere gesprekken het gewaagd had over ver schillende handelingen der regeering een af- keurend oordeel uit te spreken. Twee journa listen, Enrico de Mesa en Ceferino Palencia, die in een vereeniging tegen de candidatuur van generaal Martinez Anido, Primo's rech- terhand en minister van binnenlandsche za- ken, gestemd hadden, werden naar Soria en Lageono verbannen, twee kleine plaatsjes, waar zij hun beroep niet kunnen uitoefenen. Dit zijn twee voorbeelden uit vele. De perscensuur wordt steeds scherper. Niet slechts, dat dat men in elke krant de vernede- rende woorden: Este numero ha sido visa dp por la censura leest, maar na den artilleris-. ten-opstand moeten de kranten een zestiende van hun plaatsruimte aan de regeering af-; staan. En zoo leest men thans onder sommi-; ge artikelen: verlichte publicatie volgens het; koninklijk decreet, nummer 348, van 3 Fe-* bruari 1929. Dit alles maakt de Spaanscha bladen wel heel triest en onbelangrijk. Zij" durven zich niet verzetten een paar orga- nen in Barcelona, die niet afgedrukt haddeni wat de regeering hun toezond, zijn voor on- bepaalden tijd geschorst maar men kan er zeker van zijn, dat op dit oogenblik bijna de geheele Spa.%nsche oers tegen de dictatuur, die de feiten niet slechts onderdrukt maar zelfs verdraait, is gekant. Er was een tijd, dat de dictatuur met een glimlach werd uitgeoefend. Dat waren Pri mo's goede dagen. De glimlach is verdwenen. De dictatuur ligt thans als lood over Spanje; drukt met harde hand. Zij houdt zich staande met dwang en geweld. In werkelijkheid is zij versleten. Zooals de zaken nu gaan, kunnen zij niet duren. Primo zal, wil hij zich, cum dignitate' kunnen terugtrekken, vrij spoedig besluiten van verstrekkenden aard moeten nemen* Doet hij dat niet, dan is't wel zeker, dat de gebeurtenissen hem te eeniger tijd over 't hoofd zullen gaan groeien. De studentenrel- letjes zijn slechts een schakel in een keten van verschijnselen, die er alle op wijzen, dat de dictatuur, die in Spanje niet waarlijk nuttig meer kan zijn, uitgediend heeft. Gisteravond verklaarde Primo de Rivera in den Spaanschen ministerraad, dat het overdragen van zijn ambt zal moeten worden voorbereid, indien men wil, dat zij zondeb moeilijkheden zal geschieden. In officieele kringen heeft men den indruk, dat de -dictator zijn ambt tegen het einde van Mei a.s. denkt neer te leggen. De „Quoditien" meent te weten, dat de Zooals men in ons nummer van gisteren, heeft kunnen lezen, wordt inderdaad reeds van een mogelijk aftreden van Primo gespro-; ken. (Red. A. C.) v &LKMAABSGHB COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1