Ilkiimdi Conrant.
De Piaatsvervanger
n nieutue
mantel
Wat ik in Indie zag en hoorde
EEIJILLETON.
No. 84 1929
Honderd een en dertigste Jaargang.
U oen§da^ lO April.
Radio-hoekje
Donderdag 11 April.
Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen-
wijding. 12.15—2.— Concert door het A. V.
R O.-Trio. 2.2.30 Causerie. 2.30—3.-—
Gramofoonmuziek. 3.4.Kniples. 4.5
Ziekenuurtje 5— 5.30 Sportpraatje. 6.—7.15
Concert door het Omroep-orkest. 7.157.45
Engelsche les. 8.15 Aansluiting van het Con-
certgebouw te Amsterdam. Orkest onder lei-
ding van Willem Mengelberg. Daarna pers
berichten. Gramofoonmuziek tot 11.30.
Huizen, 339-8 M. (Na 6 uur 1852 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.—11.30 Korte
Ziekendienst. 12.30—145 Sohstenconcert.
6 —6.30 Gramofoonmuziek. 6.30—7.— Lite-
rair halfuurtje. Spr. A- J- D. van Oosten.
7—8,— Orgelconcert. 8.— Uitzend-avond.
Sprs. M. Fernhout, burgemeester van Kam-
,pen, prof. Dr. T. Hoekstra, Lt. Kolonel C. M.
Donck en Ds. F. A. van Schaick. Koor,
orkest, vocale en instrumentale solisten.
Daarna persberichten.
Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05
iLezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Con
cert piano, cello en alt. 1.20 Gramofoonmu
ziek! 3.20 Vesper in de Westminster Abbey.
4.05 Briefbeantwoording. 4.20 Concert. Mi-
litaire kapel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Mu-
ziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Landbouw-
jjerichten. 6.55 Muziek. 7.05 Sonaten van
iHaydn, piano. 7.20 Lezing. 7.35 Muziek.
7.45 Lezing: How an aeroplane flies. 8.05
De Aeolian Players. 9.20 Nieuwsberichten.
9.35 Lezing: The way of the world. 9.50
(Nieuwsberichten. 9.55 Chariot's uurtje. Vroo-
jijke muziek en zang. 10.5512.20 Dansmu
ziek.
Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.20 Pro
test. causerie. 12.50—2.10 Orkestconcert.
4.055.05 Gramofoonmuziek. Klassiek con
cert. 7.05—7.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Li-
teraire causerie. 8.5011.10 Symphoniecon-
cert. Orkest en Hr. Cambon, zanger.
Langenberg, 462 M. 9.35 en 11.30 Gra
mofoonmuziek. 5.05—5.50 Pianoconcert. 7.20
—8.05 Concert. Klein Werag-orkest. 8.05
Westfaalsche avond. Orkest. A. Imkamp, bas.
I. van Stach en F. van Castelle, voorlezing
Daarna dansmuziek tot 11.20.
Zeesen, 1649 M. 11.50—4.20 Lezingen.
4.205.20 Orkest-concert. 5.20—6.40 Lezin
gen. 7.20 Concert voor soli, koor en orkest.
Daarna Persberichten en tot 11.50 Dansmu-
£jek.
Hamburg, 395 M. 10.2011.20 Gramo-
foonplaten. 4.20 Orkest-concert. 5.20 Vroo
lijk concert. 7.20 Hoorspel. 9.35 Dansles.
10.35 Dansmuziek.
Brussel, 511.9 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35 Orkestconcert. 10.—
Dansmuziek.
Door H. N- A. SWART.
(Luit.-gen. b. d., oud vice-president van den
Raad van Nederlandsch-Indi'i.)
VI.
Ik wil nu nog enkele opmerkingen maken
over die door de regeering in de laatste jaren
gevolgde bestuurspolitiek in het algemeen
en over de zoogenaamde Bestuurshervor-
ming (zie art. 119 tot en met art. 121 der
Ind. Staatsregeling) in het bijzonder.
Het huidige regime zocht en zoekt zijn
rechtvaardiging in de zoogenaamde Inland
sche beweging. Doch, zooals wij gezien heb-
ben, deze Inlandsche beweging geeft niet
weer de stem der millioenen massa van de
inheemsche bevolking, doch zij is de, welis-
waar zeer luide, stem van slechts weinige
duizenden. Volgens de laatsten zou die mas
sa reeds rijp zijn voor een groote mate van
medezeggenschap in het landsbestuur. Ik
meen, dat deze stelling niet in ernst kan wor
den volgehouden.
Maar hoe is het dan in werkelijkheid met
die massa gesteld?
Is de wong tani op Java werkelijk bezig
zich te evolutioneeren en zoo ja, in welke
richting?
Eerst moet men dan toch hieromtrent goec
georienteerd zijn, wil men de grondslagen
kurinen aangeven, waarop het bestuurs-stel-
sel in Nederlandsch-Indie verder behoort te
worden opgebouwd. Dit immers behoort zich
dan zoo goed mogelijk aan te passen aan de
behoeften en wenschen dier massa.
Kent men nu de wenschen dier massa?
M. i. niet, daar deze zich daaromtrent nog in
Door RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
40.
Weer een geluid. Voetstappen een stem
hij versiond het duidelijk, het was niet ver
van hem van daan aan zijn rechter kant.
Hij liep tastend voort, nu wat minder snel.
Daar voelde hi] een deur, toen nog een, wel
one of yier. Nu was hij aan't eind van de
gang. Nu weer een dwarsgang. De geluiden
werden wat beter verstaanbaar daar zag
hi] een Dent. Hij liep nu wat sneller voort en
was aan het eind van de gang toen het licht
verdween. Dat was lastig, want hij wist niet
waar hi] was, zelfs niet precies waar zijn
eigen kamer was. Waar was dat licht neb e-
ven? 6
- wfs in de gang geweest die nu links
H#n hem lag. Op den tast liep hij voort in de
*oop dat het weer terug zou komen
w-w dft?* stemInen vlak in zijn nabij-
5?1?; "'J b eef staan. Zonder twijfel, het was
*chtblJ En hi] zag iets, een klein streepje
lich op den grond. Dus hij stond bij een deur
het licht seheen onder door en de stemmen
twain en uit die kamer. Hri begreep nu dat hij
tmssehien op jacht was naar iets heel <re.
Woons en dat er niets biizonders gebeurde
het geheel niet heeft geuit. Zoover is hare j
evolutie nog niet gevoraerd.
De waarheid is, dat de tani verlangt met
rust gelaten te worden. Hij vindt slechts, dat
hij door bestuurszorg en bestuursbemoeienis-
sen te veel wordt lastig gevallen. Zijn
wensch is alleen om in zijn eigen kleinen
kring, de dessa of kampong, zijn eigen aan-
gelegenheden zelf te mogen regelen; in zijn
dessa, de kleinste belangengemeenschap, die
in Java Wordt gevonden. De goedbedoelde
maar al te groote bestuursbemoeienis met
zijn dagelijksch leven en zijne dagelijksche
aangelegenheden verveelt en grieft hem en
dat maakt hem ook vatbaar voor de valsche
voorspiegelingen van volksmenners en poli-
tieke agitators.
Uit niets blijkt zijn politieke onrijpheid
duidelijker dan uit zijn houding tegenover de
Bestuurshervorming, dat, volgens Neder-
landsche sociaal-democraten, zoo „kostbare
geschenk" dat wij der bevolking hebben ge-
schonken.
Die Bestuurshervorming moet beschouwd
worden als een democratische proefneming
ter vervanging van het voordien geldende,
zich aan het karakter en den godsdienst der
bevolking aanpassende systeem. De indee-
ling van Java in Residenties heeft altijd haar
practische bruikbaarheid bewezen en was
volkomen gerecipieerd in het rechtsbewust-
zijn der bevolking, die onder dat stelsel zich
ongestoord heeft kunnen ontwikkelen. Zij ge-
noot daarbij in haar dessa's de meest volledi-
ge vrijheid om haar intieme aangelegenhe
den naar eigen inzicht te regelen. En men
stelde volkomen vertrouwen in het Eur. be-
stuur en de regeering. De gewone inlanders
zegt: „het is het werk der Regeering om te
regeeren, en het is de rol van den onderdaan
om geregeerd te worden." Hij wenscht niet
deel te nemen aan het bestuur, hem interes-
seeren alleen de regenval, de prijs van de
rijst en van kleedingstukken, de mogelijkheid
van geld leenen, de veiligheid van zijn per-
soon en zijn goed. En hij kende en vertrouw-
de den assistent-resident en den controleur,
bij wie hij zijn klachten kon voorbrengen.
In Nederland hebben de gemeenten en de
provincies zich zelf in den loop der eeuwen
in vaak bangen strijd gevormd uit eigen
krachten. Maar in Indie?
De eenige daar historisch ontstane en ge-
groeide zelfstandige gemeenschappen zijn de
dessa's.
Zooals bekend, brengt de Bestuurshervor
ming staatkundig o.m. de instelling van auto-
nome provincies en regentschappen. Het be
stuur over de provincie berust bij een gou-
verneur en een provincialen raad, over het
regentschap bij den regent en een regent-
schapsraad. Met de bestuurshervorming ging
tevens de ontvoogding van het Inlandsche
bestuur gepaard.
Heeft men nu door deze hervormingen in
een volksbehoefte voorzien, heeft men daar-
door bij de bevolking grootere belangstelling
gewekt in het bestuur en in het beheer der
publieke aangelegenheden?
Duidelijk is gebleken, dat de groote massa
der bevolking van deze instellingen niets
begrijpt en hoegenaamd geen onderscheid
ziet tusschen dat, wat door de regeering, de
provincie of het regentschap wordt verricht.
Een kleine minderheid heeft er eenige notie
van, doch staat er onverschillig tegenover,
terwijl eindelijk slechts een zeer kleine kern
zich voor de regentschapszaken interesseert.
En dat zijn ongelukkigerwijs meestal de min
der loyale elementen
Doch wat erger is, de bestuurshervorming
is niet alleen onbegrepen gebleven, hare
werking heeft allerwegen een slechten in-
vloed gehad op de daadwerkelijke bestuurs-
voering en op de handhaving van ons gezag.
Ik trof, zooals vroeger vermeld, alleen in
een gewestelijk bestuurder een voorstander
aan, al de andere gewestelijke bestuurshoof-
den die ik sprak, stonden afwijzend tegen
over de Bestuurshervorming!
Het zou mij ten aanzien van den niet-in-
gewijden lezer te ver voeren, indien ik hier
a! de ongewenschte gevolgen der Bestuurs
hervorming in bijzonderheden zou uiteen-
zetten. Laat ik naast het volkomen gebrek
aan begrip bij de inheemsche bevolking
alleen vermelden, dat het huidige stelsel
onder meer ten gevolge heeft, dat de be-
stuurszaak zoowel der Europeesche als der
Inlandsche ambtenaren van Binnenlandsch
Bestuur daardoor op losse schroeven is ge-
zet, dat hun onderlinge verhouding erdoor
verslapt en ongewis is geworden, dat de
Europeesche bestuursambtenaren voor een
aanzienlijk deel hun direct en zoo hoognoo-
dig contact met de bevolking hebben ver-
loren, dat het prestige der regenten door de
oppositie van deloyale elementen in de
regentschapsraden reeds heeft geleden en
in de toekomst nog veel meer zal lijden en
dat het zeer te bezien zal staan, of de voor
die taak geheel onrijpe regentschapsraden
geen beslissingen zullcn nemen, in strijd met
het volksbelang, doch eigen belangen zullen
laten domineeren en hoe zij zullen omsprin
Het was wellicht de slaapkamer van mijnheer
en juffrouw Eva. Hij zou een heel mal figuur
maken als een van de twee misschien de ka
mer uit kwam en hij daar den luistervink
stond te spelen. De achterdocht waarmee de
man hem reeds had aangezien zou er terecht
niet op verminderd zijn.
Toch diende hij wel iets uit te voeren. Hij
wist niet hoe hij in de duisternis zonder hulp
zijn kamer zou kunnen terug vinden. Hij
aarzelde en luisterde eigenlijk zonder opzet.
Neen, het waren niet de stemmen van den
heer Eva en zijn vrouw; het waren mannen-
stemmen. Als er een vrouw bij was, dan
zweeg zij. Het was bespotte'ijk zooals hij
daar stond, zonder iets uit te voeren, te nau-
wernood wetende welken kant hij moest uit-
gaan. Hij strekte de hand uit, vond den deur-
knop en draaide hem om, de deur ging open;
hij trad de kamer binnen
„Wat duivel, wie is dat!"
Hij herkende de stem van John Eva De
man stond bij een tafeldicht bij hem stond
een andere man, die er uitzag of hij van bui
ten kwam. Hij had een dikke overjas aan en
een bouffante om; ook zijn donkere laken pet
had hij nog op. Het was niet te verwonderen
dat beide mannen hem met verbazing aan-
zagen. Ze hadden ieder een hand in den zak
Mr. Talbot had willen wedden dat er een
revo'ver in ieder van die zakken aat. Hij was
het die het stilzwijgen verbrak.
„Eva, wie is deze heer? Is het uw ge-
woonte op dit uur van den nacht bezoek te
gen met de hun ter beschikking staande
fondsen, daar nu reeds gebleken is de nei-
ging tot overmatige opvoering der perso-
neelsuitgaven.
Buiten en behalve deze Bestuurshervor
ming, die door velen als een afgedane zaak
schijnt te worden beschouwd, waarop niet
meer zou kunnen worden teruggekomen, (zij
schijnen het goede Hollandsche spreekwoord
niet te kennen, dat leert, dat beter ten halve
gekeerd wordt, dan ten heele gedwaald),
constateerde ik ook, dat de bestuurspolitiek
der huidige regeering overal zorg baarde.
Zij schijnt toch onder den indruk te ver-
keeren, dat de Bestuurshervorming van 1925
niets anders beteekent dan het begin van het
proces, dat aan Indie autonomic zal brengen
en zij schijnt van oordeel, dat het haar taak
is dit proces zooveel doenlijk te verhaasten.
Men vraagt zich af of deze regeering niet in-
ziet het historische recht van Nederland om
in Indie te zijn, noch de economische nood-
zakelijkheid van onze westersche bedrijven.
Ziet zij slechts een strijd tusschen politieke
aanspraken van blank en bruin, waarbij zij
het betere recht aan inlandsche zijde acht?
Blijkbaar heeft zij wel ingezien, dat haar
regeeringsdaden en vooral ook haar voor de
toekomst uitgestippelde politiek van Neder-
landsche zijde in Indie en in Nederland zelf
een te groot verzet begonnen wakker te roe-
pen, en dat zij op deze wijze en in dit tempo
voortgaande tot een al te gevaarlijk forceeren
zou komen en scherpe conflicten niet zouden
uitblijven. Na December 1927 is het tempo
der uitvoering harer plannen vertraagd en
zijn verschillende tot die uitvoering behoo-
rende maatregelen uitgesteld. Zonder echter
het doel uit het oog te verliezen heeft zij een
door den weerstand noodig geworden zwen-
king uitgevoerd. Een oppervlakkig beschou-
wer moge deze zwenking misschien houden
voor een veranderde houding, in werkelijk
heid is zij dat niet. Alleen zijn de hoofdlijnen
tijdelijk minder markant. Bdvendien heeft
men ongemerkt dan eens eene zwenking na^r
rechts, dan weer naar links.
Het kan niet anders of deze tweeslachtig-
heid, deze ongewisheid en zwakheid hebben
op alles, wat in deze jaren van het gouverne-
men uitging, hun stempel gedrukt. Van elke
circulaire, van elke handeling op het gebkd
der inlanderpolitiek van de regeering zijn
verwaring en verscherping van tegenstellin-
gen het gevolg geweest, ofschoon de toestand
der inlandsche bevolking daartoe in geen en-
kel opzicht noopte. Een bepaald standpunt
valt niet gemakkelijk te ontdekken. Is men
misschien allerwegen in afwachting van ko-
mende maar onzekere gebeurtenissen, ook op
financieel gebied? Door de ongewisheid der
Regeering is natuurlijk ontstaan eene groote
onzekerheid bij de ambtenaren, terwijl men
bovendien er naar raden moet of zij zelfstan-
dig dan wel in opdracht handelen..
Eenigen tijd geleden kon men in het blad
..De Maasbode" een scherp oordeel lezen
over dit alles. Een blijkbaar ter zake kun-
dige schreef
„Met deze regeering valt geen zakelijk
staatkundig debat te voeren. Hare staat-
kunde is geen zakelijke, doch eene van emotie
en sentiment, van leuze en van avontuur".
Ik moet tot mijne spijt dit oordeel onder-
schrijven.
Provinciaal nieuws
WIERINGEA.
Raadsvergadering.
De Raad vergaderde Zaterdagmiddag.
Tegenwoordig tien 1'eden, afwezig met ken-
nisgeving de heer S. P. de Vries. Voorzitter
burgemeester Kolff. Secretaris de heer C. F.
van Duin.
Mededeelingen en ingekomen stukken.
Ingekomen waren: Van Mej. E. F. de Wit
en mej. M. G. Dekker bericht van aanneming
hunner benoeming tot onderwijzeres aan de
school te Oosterland; van mej. E. M. Mul
ders alsvoren voor de school te Hippolytus-
hoefvan den heer C. J. Bosker bericht van
aanneming van zijn benoeming tot lid der
commissie van toezicht op het lager onder-
wijs; van mevr. G. KaanLont bericht, dat
AMSTERDAM,
Nieuwendijk 225-229.
UTRECHT,
Oude Gracht 151.
ontvangen?"
De vraag scheen de verbazing van den
heer Eva niet te verminderen. Hij keek hem
aan alsof hij verwacht had een verontschul-
diging voor zijn binnentreden te vernemen,
daar hij niet het minste recht had hen die
vraag te doen.
„Dat gaat wel wat al te ver, hemeltje lief!
De kamer binnen te komen en mij zulk een
vraag te doenwat gaat het u aan wie ik ont-
vang en hoe laat?"
„U zult weldra merken dat het wel mijn
zaak is; het schijnt wel dat wij elkaar nog
lang niet goed begrepen hebben. Ik heb u
gevraagd wie deze heer is, die mijn huis bin-
nenkomt als een dief in den nachtals u mij
geen antwoord geeft dan zal ik er van hem
een vragen. Nogmaals, wie is dat?"
De bewuste man had zijn pet afgezet, bij
wijze van be'.eefdheid voor den heer die bin-
nenkwam. Het was duidelijk dat hij zich niet
geheel op zijn gemak voelde. Fluisterend
vroeg hi] aan Eva:
„Pardon, mijnheer Eva, wie is die heer?"
Eva zag den man aan en daarna den heer
in zijn kamerjapon. Ofschoon men het niet
direct een glimlach kon noemen die om zijn
lippen speelde, scheen er toch iets in den toe-
stand te zijn, dat zijn lachlust opwekte.
„Veroorloof mij de twee heeren aan elkaar
voor te stellen", zei hij. „U moet elkaar ken
nen. Het zou mij niet verwonderen als je a
beidesn met de^elfde soort van bezigheden op-
hou<ft". Dit zeggende wees hij naar Talbot
zij voor de herbenoeming tot de vorengencem-
de commissie bedankt; van de algcmeene
Noord-Hollandschc Pluimveehouders-ver. een
dankbetuiging voor het ten behoeve van den
legwedstrijd verleend subsidie; het proces-
verbaal van kasopneming bij den gemeente-
ontvanger en van den kassier der zeegras-
exploitatie, bij den gemeente-ontvanger was
in kas 8986.77 en bij den kassier der zee-
gras-exploitatie 586.91, hetgeen in orde
was; van B. en W. het gemeente-verslag en
het verslag van de volkshuisvesting; verder
de maandstaten der zeegras-exploitatie over
Januari en Februari, in Januari zijn verkocht
630 en in Februari 240 pak; van Ged. Staten
bericht van goedkeuring van het besluit tot
aankoop van een rijpad van armvoogden;
Ged. Staten berichten verder dat de nieuwe
jaarwedderegeling voor de burgemeesters,
secretarissen en ontvangers, ondanks de door
eenige gemeentebesturen aangevoerde bezwa-
ren, overeenkomstig het toegezonden ontwerp
zal worden vastgesteld, het tijdstip van in-
werkingtreding wordt echter verschoven tot 1
Januari 1930; op het verzoek om de motie-
ven, welke hebben geleid tot afwijzing van
het adres om subsidie voor den schoolbouw
te Hippolytushoef, mede te deelen, hebben
Ged. Staten geantwoord, dat zij hiertoe geen
vrijheid kunnen vinden; volgens Ged. Staten
is alleen de minister van Onderwijs gerech-
tigd hiervan rnededeeling te doen; van de
Commissie van Toezicht op het Lager Onder
wijs het jaarverslag over 1928. Al deze stuk
ken worden voor kennisgeving aangenomen.
Van deze commissie verder een verzoek om
een vergoeding van 2.50 per persoon en
bezoek toe te staan aan de leden, die ingevol-
ge art. 10 van haar reglement aangewezen
worden om de scholen te bezoeken.
Werd afgewezen.
De verordening op de keuring van waren
werd, in verband met een van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid ontvangen
circulaire gewijzigd.
Aan de te Den Oever gevestigde vereeni-
ging ter bevordering van bouw- en water-
bouwkunde werd voor den tijd van een jaar
een subsidie van f 100 verleend.
Een verzoek van P. Veerdig en 13 anderen
om betaling van de koopsom voor de van
hunne landerijen afkomstige grondstrooken,
die bij het in 1927 op de oudtijds bekende
breedte brengen van de hoofdwegen aan den
weg zijn toegevoegd, werd met alg. stemmen
afgewezen, omdat de wegscheiding niet ver
der was teruggebracht dan tot de dolven in
den bodem aanwezig.
Als stemlokalen werden aangewezen: voor
de districten 1 en 2 lolcalen in de O. L. school
te Hippollytushoefvoor district 2 een lokaal
in de school te Westerland en voor de dis
tricten 4 en 5 lokalen in de school te Ooster-
iland.
Besloten werd tot het aangaan bij de Zee
gras-exploitatie van een geldleening, groot
f 13269.67 tegen een rente van AVi pCt.
's jaars, met jaarlijksche aflossingen van
ten minste 900, ter bestrijding van de kos-
ten van verschillende uitgevoerde werken.
De 2e suppletoire begrooting, dienst 1928
werd vastgesteld.
Door de toename van het aantal feerlingen
werd het noodig geacht de school te Wester
land met een lokaal uit te breiden.
Het vermenigvuldigingscijfer voor de
plaatselijke inkomstenbelasting werd vastge
steld op 0.6. De opbrengst over 19281929
had 18000 meer bedragen dan de raming.
B. en W. stelden voor de school te Ooster
land met nog een lokaal uit te breiden (twee
lokalen worden reeds bijgebouwd). De min
derheid van B. en W. achtte echter stichting
van een nieuwe school te Den Oever beter,
omdat dit meer >_n meer een centrum gaat
worden en de gemeente zich daar het meest
uitbreidt. Mocht de aanvrage om gelden be-
schikbaar te stellen voor een bijzondere
school doorgaan, dan zouden een drietal lo
kalen van deze nieuwe openbare school voor
het schoolbestuur beschikbaar kunnen worden
gesteld.
Hiercver zullen eerst nadere inlichtingen
worden ingewonnen.
Om den goed en gang van het onderwijs te
verzekeren werden drie hulplokalen gehuurd
en we!' het kerkgebouw en het catechisatie-
lokaal te Oosterland en een zaal in het cafe
Koster aldaar. Geklaagd werd over de hooge
huurprijzen die werden bedongen, doch met
het oog op den nood, moesten de lokalen toch
gehuurd worden.
B. en W. werden gemachtigd tot aanstel-
ling van drie tijdelijke leerkrachten, waar-
van 2 geplaatst zullen worden aan de school
te Oosterland en een te Westerland.
De stembureaux voor de verkiezing van de
leden der Tweede Kamer werden samenge-
steld.
Tot lid der Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs werd benoemd in de vacatu-
remevr. G. KaanLont, mevr. T. Kat
Scheltus.
Tot leden der Commissie tot wering van
schoolverzuim werden benoemd: J. Kooy Cz.,
W
M. Goiter, N. Kaan, L. Spaander, A. H. J
van't Hof, N. I. Poel en C. F. van Duin en
tot leden der (Tlmmissie van advies voor de
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemidde-
i'ng 9- J' ®oske}'> J- K¥n Cz., M. Bakker
Sz., IBakker, J. P. Wigbout en A. Vroone.
D.. t Rondvraap
Bij de ronuvraag deelde de voorzitter mede
dat tot tijdelijk opzichter bij den schoolbouw
te Hippolytushoef door B. en W. was aange-
sterd de heer M. Deutekom tegen een salaris
van 200 per maand. Deze benoeming was
vooral geschied op aandrang van den archi
tect, den heer D. Saal.
Deze benoeming lokte nogal eenige critiek
t, daar verschillende leden iemand van
Wienngen op het oog hadden gehad.
De heer Oden stelde voor de aftrek voor
noodzakelijk levensonderhoud voor de plaat
selijke inkomstenbelasting te verhoogen en te
brengeq voor ongehuwden van 400 op
600, en voor gehuwden van f 600 op f 800
De voorzitter meende, dat dit niet veel meer
zou geven, want voor het belastingjaar 1929
1930 is het al te laat en het volgend jaar
de plaatselijke inkomstenbelasting, in ver
band met het wetsontwerp tot regeling van
de financieele verhouding tusschen riik en
gemeenten, vervallen.
Besloten werd een prae-advies van B en
af te wachten.
Hierna sluiting.
HEERHUGOWAARD.
Zondag is alhier opgericht de Westfrie-
sche Motorclub (W. M. C.) welke tot doH
heeft om gezamenlijke clubtochten en behen-
digheidswedstrijden te houden. Ingeschreven
zijn reeds 15 leden. Als bestuursleden zijnge-
cozen de heeren: J. Moejes, Heerhugowaard,
voorzitter; P. S. Gutter, Kinheimstraat 17
Alkmaar, secr.-penn.; J. Bierman, Zuid
bcharwoude, commissaris.
BROEK OP LANGENDIJK.
Vrijdagavond hield Dr. Lovink, lid def
1 weede Kamer hier een zeer belangrijke rede
voor onze tuinbouwers. De aanwezigen heb
ben genoten en geleerd, hun blik werd ver-
ruimd.
't Ging over de beschermende rechten. De
spreker was er voor ons land in't algemeen
geen voorstander van. Zijn bezwaren lichtte
hi] op overtuigende wijze toe.
\X ij twijfelen niet, of alien die ter vergade-
nng waren, zijn enthousiast geweest over het
heldere zaakrijke betoog.
Zaterdagavond vond door de financi
eele commissie onder leiding van den Direc-
teur van Kalken de overdracht der instru-
men ten plants aan de Chr. Harmonievereeni-
ging hier ter plaatse.
Na de uitreiking werd door den voorzitter
der vereeniging, den heer Vinke, de financi-
eeele commissie dank gebracht voor de moei-
te en zorgen welke ze zich getroost heeft om
hier tot opnehting te geraken van een Chr.
Harmonievereeniging. Hij sprak tot de leden
een opwekkend woord om trouw de repetities
te bezoeken en richtte zich daarna tot den
directeur met den wensch, dat onder zijn
leiding de vereeniging tot groote bloei moge
somen.
De dienstplichtige J. de B., uit de gemeente
Broek op Langendijk is wegens gepleegde
deserhe naar den Krijgsraad voor de Land-
macht te s-Hertogenbosch verwezen.
De Veiling.
In tegenstelling met andere jaren is er op
dit oogenblik nog een groote voorraad aan
winterkool bij de verschillende tuinbouwers
De groote aanvoeren der laatste week aan
de Broeker veiling, en de nog veel grooter
hoeveelheden aan die van den Noordermarkt-
bond leveren hiervan het duidelijkste bewijs.
De oorzaak van die groote voorraden zijn
ongetwijfeld toe te schrijven aan de overwe-
ging, dat verreweg het grootste aantal tuin
bouwers veel hoogere prijzen hadden ver
wacht, dan gedurende de laatste weken, en
vooral tijdens den strengen winter zijn be-
steed en mede aan het feit, dat de tempera-
tuur er krachtig toe meewerkte, om de kool
in goeden toestand te kunnen bewaren, voor
zooverre er door de strenge vorst geen „bok-
kige" exemplaren in waren ontstaan, wat,
zooals we reeds eerder opmerkten in vrij ern-
stige mate voorkwam.
Moesten we vorige week constateeren, dat
de prijzen beduidend waren gedaald, deze
week was dit gelukkig anders." Nu was er,
ongetwijfeld dank zij het koude voorjaars-
weer ook daar, waarheen onze stapelgroenten
afzetgebied vinden, een belangrijke stijging
te boeken. Zoodat als deze prijzen nog wat
mogen aanhouden er door velen weer „goed
brood" zal zijn verdiend. Dat men het met
de winterkoolteelt nog niet opgeeft, hoewel er
langzamerhand aan Langendijk en Omstre-
ken andere cultures worden verbouwd, blijkt
wel uit het feit, dat er op het oogenblik door
verschillende tuinbouwers reeds contracten
en met een grijslachje zei hij tot den man die
naast hem stond: „En dit is de nieuwe heer
van het landgoed de neef van den ouden heer,
mijnheer Percival Talbot. En dit mr. Talbot
is de heer Johnson, een oude vriend mag ik
wel zeggen, van den ouden heer".
De heer Johnson veegde zijn mond af met
den achterkant van zijn pet, alsof hij niet
best wist wat hij moest opmaken uit de woor-
den van den spreker.
„Ja, dat mag u wel zeggen, mijnheer Eva;
de oude heer was op zijn manier geen kwade
vriend van mij; en Sik weet zeker dat ik voor
hem altijd een goede vriend geweest ben".
„Zoowel als een klant, nietwaar Johnson?"
„Ja zeker, de oude heer en ik hebben een
of twee maal een aardijr zaakje met elkaar
gedaan; wij waren goede klanten van elkaar
zou ik zoo zeggen".
„Daar is geen twijfel aan, mijnheer John
son. Ge zijt goede klanten van elkaar geweest,
zooals ge het noemt u en de dude heer. Dit is
mijnheer Johnson, mijnheer Percival Talbot,
uit Londen zal ik maar zeggen".
,,Ja, u kunt zeggen uit Londen".
Johnson stond nog met zijn pet over zijn
lippen te strijken, als't ware in gedachten
alsof hij niet precies wist wat hij deed. Hij
maakte niet den indruk zich op zijn gemak
te gevoelen.
„Of ook wel aan een ander adres te vin
den".
„0 ja, natuurlijk je kunt niet altijd op de-
zelfde plaats bliiven"'-
„Vooral niet met uw zaken". Het was dui
delijk, dat dit gesprek den heer Eva zeer
amuseerde; dat zag men aan zijn heele ma
nier van doen. Aangezien mr. Johnson een
oud vriend en zakenman was van uw oom,
mijnheer Talbot, zou hij dat misschien ook
van u willen worden, als het u aangenaam
was. Niet waar Johnson, dat zou jc met ge-
noegen willen?"
„0 ja, met het allergrootste genoegen;
niets zou mij aangenamer zijn als mijnheer
Talbot dat ook wenschte. U zult tevreden over
mij zijn, om zaken mee te doen, altijd eerliik
en oprecht en openhartig, net als de oude
heer. Dat kunt u aan mijnheer Eva vragen".
„Ik ben u zeer verplicht, mijnheer Johnson,
maar ik begrijp u niet goed. In welk opzicht
deed u zaken met mijn oom?"
„0, op velerlei terreinen, mijnheer Talbot.
Dat kunt u van mijnheer Eva te weten ko
men".
„Dat is volkomen waar, mijnheer Johnson.
De oude vriend van uw oom mijnheer Talbot,
is hier des avonds of des nachts bij uw oom
gekomen voor zaken terwijl het voor hem een
groote last was".
„Ja, het was soms wel wat lastig, heel
lastig zelfs maar ik kan niet altijd aan mijn
eigen gemak denken dat gaat niet"
Hij richtte zich op met een vroolijk gebaar
dat beduidde het ten minte maar het geiukte
niet, dien indruk te maken. Het was onmoge-
lfjk voor mr. Johnson zich vroolijk en vluj
j voor te doen.
'Wordt vervolgd.)
H