Iliimcki Coirant.
Honderd een en dertigste Jaargang.
Donderda^ 25 April.
,RENATUS DES CARTES, GALLUS,
PHILOSOPHUS"
26 April
16291929.
Les plus grandes antes sont capa-
bles des plus grands vices aussi bien
que des plus grandes vertus; et ceux,
qui nu mar chant que fort lenternent.
peuvent avancer beaucoup davan-
tage, 'ils suivent toujours le droit
chentin. 1)
Tusschen Frieslands hoofdstad Leeuwar-
de en dier provincie voornaamste havenstad
Harlingen ligt het vriendelijk-stille stedeke
Franeker, nu een plaatsje van ruim 8000 m-
woners Vroeger was dat stadje een van Ne-
derlands brandpunten van geestelijk leven:
Franeker is sinds het einde der XVIe eeuw
universiteitsstad geweest, zelfs nog tot 1843
toe En de tegenwoordige inwoners denken
waarne terug aan dat schoone verleden het
strekt hun tot eere.
Den 26en April zal het drie eeuwen ge-
leden ziin 2), dat aan de toenmalige Frane
ker universiteit als student in het Album stu-
diosorum werd ingeschreven de 33-jarige
Renatus des Cartus, Gallus, philosophus
ofwel Rene Descartes, Franschman, student
■in de philisophie. En omdat nu, drie eeuwen
later, Descartes, wiens verlatijnschte naam
Cartesius is, nog wordt genoemd en erkend
als de vader der Fransche, ja door sommi-
gen van gansch de moderne, wijsbegeerte,
heeft het Comite Leeuwarden van de Alliance
Framjaise in samenwerking met het gemeen-
tebestuur van Franeker, besloten deze gebeur-
tenis te herdenken.
Daartoe zal dien dag te half twee een bu-
eenkomst worden gehouden in de aula van de
voormalige universiteit en daar zullen dan
het woord voeren de Nederlandsche wijsgeer-
litterator dr. J. D. Bierens de Haan, met als
onderwerp„Descartes en de wijsbegeerte
onze bekende mathematicus prof. dr. H. de
Vries, over: „Descartes et les mathematiques
en tenslotte mr. Jan den Tex, over: „Descar-
tes et Franeker.
Natuurlijk zijn vele autonteiten tot het bij-
wonen dezer bijeenkomst uitgenoodigd; de
universiteit van Parijs en het hoofdbestuur
van de Alliance Franchise aldaar zullen ver-
tegenwoordigers afgevaardigen en verder
werden uitgenoodigd de Fransche gezant in
Den Haag, de rectoresmagnifici der Neder
landsche universiteiten en de burgemeesters
der gemeenten waar Descartes in Nederland
destijds hoofdzakelijk gewoond heeft; dat
zijn: Breda. Middelburg, Amsterdam, Oegst-
geest, Egmond, Utrecht, Deventer, Amers-
foort en Leiden.
Op het prachtige oude Franeker Stadhuis
wordt die dagen een tentoonstelling van ma-
nuscripten en portretten van Descartes geor-
ganiseerd.
De vader der moderne philosophic wie
was die man, dat men hem nu nog dien naam
bliiit gunnen?
Rene Descartes, Seigneur de Perron, werd
den 31 Maart 1596 te La Haye, in Touraine,
halverwege tusschen Tours en Poitiers, gebo-
ren. Zijn vader Joachim Descartes, van een
deftig oud-Fransch geglacht, was parlements-
raad in Rennes, en de jonge Rene werd, zoo-
als welhaast vanzelf sprak, voor een militaire
loopbaan bestemd. Maar een scherpe, criti-
sche geest en een zwakke lichaamsgesteldheid
deden beide hun invloed op zijn levensloop
gelden. Het laatste was b.v. oorzaak, dat hij,
op de koninklijke Jezu'itenschool in La Fleche
van de ochtend-oefeningen werd vrijgesteld
en daar wende hij zich aan, des morgens lang
wakker in bed te liggen philosopheeren een
gewoonte, die hij levenslang hield!
Na 1612 trok Descartes naar Parijs, waar
zijn levenslange vriendschap met pater Mer-
senne, van de orde der Minderbroeders, zijn
oorsprong vond. De studie des wiskunde, aan-
gewakkerd door Claude Mydorge, een be
yond Fransch mathematicus, was hier nog
hoofdzaak voor Descartes.
Politieke redenen deden hem Frankrijk
verlaten; Mei 1617 trok hij naar de Neder-
landen en ging in het leger van prins Mau-
rits; te Breda" trad hij als vrijwilliger in
dienst en z'n eerste en eenige soldij, die hij
ooit ontving, bewaarde hij altijd als een merk-
waardigheid.
Na twee jaren dienst in vredestijd ging hij
over naar het Beiersche leger en in den win
ter van 1619, in kwartier te Neuburg aan
den Donau, kwam het keerpunt van zijn
leven: op een avond in zijn warme kamer
werd de critisch-wijsgeerige geest plotseling
en hevig, haast visionair. over hem vaardig,
zijn ziel wierp den wapenrok, die hem altijd
al kwalijk gezeten had, van zich, en de philo-
soof, d. i. „vriend der wijsheid", kroop uit
zijn schulp te voorschijn. Tot 1621 bleef hij
nog in actieven dienst (onder Karl Bonacen-
tura de Longueval, graaf van Bousqoi) doch
toen verliet hij den dienst en trok door Mora-
vie, Polen, Pommeren, Brandenburg, Hol-
stein en Friesland, door Belgie naar zijn
vaderstad Rennes terug. Daar verkocht hij
z'n landgoedje in Poitou en belegde de op-
brengst zoodanig, dat een jaarlijksch inko-
men van een 60007000 francs hem ver-
zekerd was 3), toen trok hij weer verder, door
Zwitserland naar Italie. In Juni 1625 terug
in Parijs, sloot hij zich op en legde zich in de
eenzaamheid toe op mathematische en natuur-
kundige studieen; met name de theorie der
refractie van het licht had zijn belangstel-
ling, terwijl hij ook, als later De Spinoza, de
practische lenzenslijperii hier beoefende. De
diepere vragen naar het wezen der dingen,
van den mensch, de ziel en van God, lieten
hem echter niet met rust en een gesprek met
den kardinaal De Berulle, die hem zeide zijn
leven in dienst van het zoeken naar waarheid
te stellen, gaf den laatsten stoot: Descartes
besloot, dien wenk te volgen. Tot zijn finan-
cieeen zaakwaarnemer benoemde hij den
ab-bd Picot, zijn wetenschappelijke dito werd
pater Mersenne en Descartes trok naar Ne
derland, waar hij tot 1649 bleef In dertien
verschillende plaatsen woonde hij hier, 24
malen van woonplaats veranderende. Aan de
studie der wijsbegeerte in den vroegeren rui-
men zin, dus ook de natuurwetenschappen
omvattende, was zijn leven hier gewijd; hij
woonde bij voorkeur in de buurt van de toen
malige universiteitssteden, terwijl hij een
levendige briefwisseling onderhield met de
geleerden van zijn vaderland, in hoofdzaak
echter met zijn grooten vriend pater Mer
senne
In Nederand bleef Descartes een trouw
zoon van de roomsch katholieke kerk: de Bij-
bel en Thomas van Aquino's Summa theolo-
gica waren onder de we nige boeken, die zijn
biblotheek bevatte en in Franeker woonde hij
in het kasteeltje van de Sjaerdema's „door een
giacht van de overigc stad gescheiden en
waarin in alle veiligheid de mis gelezen kon
worden" Zijn zinspreuk waren voor't overi-
ge Ovidius woorden: Bene qui latuit bene
vixit 4), d. i. „Wel leeft hij, die wel verborgen
leeft". Toch paarde hij aan philosofischen zin
geen afkeer van 's werelds geneuchten en,
mogen wij Casimir gelooven 5), dan is Des
cartes zelfs uit een liefdesbetrekking tot een
Am^terdamsch meisje nog een dochtertje ge-
boren, dat tot zijn smart op 4-jarigen leeftijd
overleden zoude zijn.
Omstreeks 1648 stierven Descartes' vrien
den, dc mahtematicus Mydorge en de wijs
geer pater Mersenne
Toen kwam kort daarop ook de middellijke
oorzaak van zijn te vroegen dood, in de per-
soon van de twintigjarige koningin Christina
van Zweden, die, door den Franschen gezant
aan haar hof, Pierre Chanut, van Descartes
hoorde. Zij interesseerde zich hevig voor de
lettei en en de wijsbegeerte deed althans
alsof men ging aan't Zweedsche hof phi
losofeeren a la Descartes een ten slotte oor-
deelde men het daar dringend noodzakelijk,
dat de man zelf het werk der wijsgeerige ont-
wikkeling en opvoeding der hovelingen kwam
voltooien: Descartes werd naar Stockholm
geroepen en, na lang wikken en wegen, aan-
vaardde hij deze Koninklijke uitnoodiging:
een Zweedsche oorlogsschip haalde hem in
September 1649 in Holland af.
De jeugdige met philosophpitis behepte
Koningin verzocht Descartes elken ochtend
om 5 uur in de paleisbibliotheek een college
over de wijsbegeerte te geven en dat werd
hem spoedig noodlottig: nadat zijn vriend
Chanut van een zware ziekte, waarbij Descar
tes hem verpleegde, genezen was, vatte hij
zelf op een dezer ochtendwandelingen in dit
kille klimaat, waaraan hij niet gewend was,
koude en kreeg een longontsteking, waaraan
hij 11 Februari 1650 overleed.
Na veel omzwervingen rust zijn gebeente
thans in zijn geboorteland Frankrijk, te St.
Germaine-des-Pres, tusschen dat van Mont-
faucon en Mabillon.
Dat was dus in 't kort de levensloop van
dezen wijsgeer. Thans rest ons enkele woor
den aan zijn beteekenis voor onzen tijd te
wijden, want de uiterlijke verschijning en ver-
dwijning van een mensch, hij zij dan wijs
geer, boer of burger, vorst of onderdaan, zijn
in den loop der eeuwen slechts van weinig
belang, nademaal op den gezetten tijd alles
tot stof wederkeert, doch de geestelijke nala
tenschap blijft nog tot in lengte van jaren
voortbestaan. De impulsen, die vroegere phi
losofen aan het denken gegeven hebben, de
stuwende krachten, die tientallen eeuwen ge
leden in de evolutie van het wetenschappe
lijke en wijsgeerige denken werkten, dat zijn
nu nog de medebepalende factoren, die tot de
vorming van het tegenwoordige inzicht bij
droegen, de fundamenten waarop ons weten
en denken van nu rust van Plato en nog
ouderen af
De beteekenis van een ouden wijsgeer voor
den tegenwoordigen tijd kan tweeleden zijn
men kan door analyse van zijn en anderer
werken pogen na te gaan, welken invloed hij
langs zijn tijdgenooten en opvolgers, op c
vorming van het tegenwoordige wereldbeelc
had de indirecte beteekenis dus en men
kan zich afvragen :of zijn werken tegen-
woordig nog gelezen worden en of zij voor
de vorming van onzen geest, bij het zoeker
naar de waarheid, nog van belang kunnen
zijn dat is dan de directe beteekenis.
Wat het eerste betreft is de invloed van
Descartes zeker groot geweest: hij heeft de
leerstellingen van de aftakelende schoiastiek
uit zijn tijd vervangen door een nieuw idea'
lisme, gegrondvest op de zekerheid die ons
eigen denken ons verschaft omtrent ons
eigen en Gods bestaan.
Hij was philisoof en psycholoog, physicus
en mathematicus. grondlegger van de analy-
tische meetkunde en ontdekker van enkele
wetten der dioptrica Als kennistheoreticus
is hij de man vau de „doute scientifique", den
wetenschappelijken twijfel en dit alles
heeft in zijn dagen. en lange jaren na dien,
zonder eenigen twijfel en zeer belangrijkeu
invloed op het denken van tijdgenoot en na-
komeling gehad.
Voor ons Nederlanders is meer in het bij-
zonder van belang, dat Descartes' denkwijze
bijdroeg tot de vorming van onzen De Spi
noza: in diens Opera 6) toch Cartes Princi-
pia Philosophiae more geometrico demonstra-
ta per Benedictutn de Spinoza", ten werk, dat
weliswaar slechts naar meetkundigen trant
eens anders n.l. Descartesphilosofische
inzichten samenvat, maar dat niettemin voor
De Spinoza zeer tot verheldering van eigen
inzicht m<r* hebben bijgedragen. Dat De
Spinoza late», ;n zijn „Ethica", ons een gaaf
wijsgeerig worn van hooge waarde gaf en
kon geven, htbben wij dus stellig mede aan
Descartes te danken.
Er kan echter op een groot verschil in
houdbaarheid hunner theorieen tusschen bei
de hiergenoemden wijsgeeren gewezen wor
den: Descartes heeft zijn werk gedaan, doch
zijn „school" reikt niet meer tot in deze eeuw
De Spinoza, Nederlands nationale philo-
soof, daarentegen, heeft gelukkig nog zijn
aanhangers en volgelingen, zijn Ethica wordt
nog steeds herdrukt en in vele talen verschij-
nen er uitgaven van.
Verdient Descartes echter zoo in de ver-
getelheid onder te duiken? Zek.r, De Spino
za was een rustiger en dieper denker, stellig
van grootscher allure dan Descartes, maar
toch verdienen b.v. zijn in klassiek Fransch
geschreven Discours de la methode 7) en zijn
Meditations metaphysiques nog gelezen te
worden door den zo ker naar waarheid en
inzicht. Een fragment uit het eerstgenoemde
werk moge ten bewijze daarvan hier volgen;
het is de beroemde passage waarin Descar
Binnenland
VERKEERSONGEVALLEN.
Twee auto's vernield. Vier perso-
nen gewond.
Gistermiddag is op den Muiderstraatweg
tegenover de kruitfabriek een emstig auto-
ongeval gebeurd. Een zespersoons-Hudson-
wagen is bij het passeeren van een anderen
auto tegen een uit de tegenovergestelde rich-
ting komende melkauto gebotst. De Hudson
wagen behoorde tot een begrafenisstoet, die
van de israelietische begraafplaats te Mui-
derberg terugkeerde. De beide auto's werden
door de botsing totaal versplinterd. In den
tiudsonwagen, den eersten van den begrafe
nisstoet, waren gezeten de heeren J. M. Hes,
directeur van het israelietisch begrafenis-Ge
nootschap en L. D. Staal, joodsch leeraai
beide personen werden ernstig gewond, even
als de chauffeur Van Zwieten. De bestuur-
der van den melkauto, een zekere Bogaert uit
Weesp, bekwam een hersensclfudding. Dr
J. van Konijnenburg, directeur van den ge
meentelijken geneeskundigen dienst van
"faarlem, die zich in een der auto's van den
begrafenisstoet bevond, legde, geassisteerd
door dr. Smits uit Muiden, den gewonden het
noodverband; het bleek, dat de heer Staal en
de chauffeur Van Zwieten een lichte hersen
schudding hadden bekomen. Bovendien had
den de beide chauffeurs nog verscheidene
bloedende wonden. Ook de heer Hes vertoon-
de zware wonden aan het hoofd en op ver
schillende plaatsen van het lichaam. Alle
vier gewonden werden naar Amstei dam ver-
voerd De heeren Staal, Van Zwieten en Bo
gaert werden in het Burgerziekenhuis ter ver-
pleging opgenomen. De heer Hes werd eerst
in het nieuw israelietisch ziekenhuis verbon-
den en is daarop op zijn verzoek naar zijn
woning vervoerd.
Auto tegen een boom gereden.
Gisteravond omstreeks half zeven had op
den Rijksweg onder de gemeente Gilze (N
B.) een tamelijk ernstig auto-ongeval plaats
Een Chevrolet-vrachtauto van de Nederland
sche Pelsindustrie te Tilburg kwam, vermoe-
delijk tengevolge van de gladheid van den
weg, in botsing met een boom De chauffeur
J Wilbers uit Tilburg zat zoodanig bekneld,
dat de cabine moest worden stukgezaagd Hq
werd inwendig ernstig aan zijn schouderblad
gewond, terwijl de mede inzittende B. Si
mons, uit Tilburg, met den schrik vnj kwam
De wagen werd zoo goed als. geheel ver
nield. De chauffeur werd naar het zieken
huis te Tilburg vervoerd.
Fietsrijder overreden.
Dkisdagmiddag reed de 69-jarige A. V. op
zijn rijwiel van Hilvarenbeek naar Diessin,
terwijl een auto van de ben^jnemaatschappij
Texaco hem achterop reed. Op het laatste
moment week de man verkeerd uit, waardoor
de auto hem raakte en hij tegen den grond
werd geslingerd. Met een hersenschudding
is hij in bewusteloozen toestand in een woon-
huis binnengedragen. Daar is hij des nachts
aan de gevolgen overleden.
De groote bloemententoonstelling van
de Kon. Nederl. Maatschappij voor Tuin-
bouw en Plantkunde is gistermiddag op de
voormalige Nenijto te Rotterdam geopend.
Dinsdagmorgen is te Oranjewoud een
tweejarig meisje verdronken, dat bij haar
grootouders verpleegd werd.
Te Wervershoof is het 8-jarig knaapje
Z. door een auto van den bakker v. d. O., uit
Andijk, aangereden en gedood.
NU WEER GEEN >.MISS AMSTERDAM?
Mr. D. S. Jassurun Cardozo schrijft
aan het Hbld. namens het vroegere Comite
ter verkiezing van „miss Amsterdam", het
volgende
„Tot mijn groote verbazing las ik een be-
richt, dat de verkiezing van Miss Amsterdam
1929 toch doorgaat. Noch aan het Comite ter
verkiezing van Miss Amsterdam 1929, dat
thans ontbonden is, noch aan het bestuur
van de vereeniging „Weldadigheid", ten bate
waarvan de feestavond in het Paleis voor
Volksvlijt zou worden gegeven, is hiervan iets
bekend.
Het Comite ter Verkiezing van Miss Am
sterdam heeft zich na den brand in het Paleis
voor Volksvlijt ontbonden.
Wel heb ik vernomen, dat een dansleeraar
met eenige zakenlui moeite doet om het werk
van het Comite voort te zetten. Men wil het
publiek door onjuiste berichten en adverteu-
ties in den waan brengen, dat alles zoo door
gaat als oorspronkelijk was opgezet, daarbij
ten onrechte gebruik makende van den naam
van het Comite ter Verkiezing van „Miss
Amsterdam", en willen profiteeren van de
reeds door het oorspronkelijke comite geda-
ne moeiten en gemaakte onkosten.
Ook de jury, die het oorspronkelijke comite
gaarne ter zijde stond in zijn actie ten bate
van de weldadigheid, is ten zeerste veront-
waardigd over de voorsteling van het nieuwe
comite en wenscht zich niet te verbinden aan
een dergelijke beweging, die niets met welda
digheid te maken heeft, en verzoekt met na-
druk daarvan melding te maken".
PERSONENTREIN ONTSPOORD.
Geen pcrsoonlijke ongelukken.
Gistermorgen is 'n personentram, die te 10
uur uit Lochem naar Deventer vertrok, even
voor Laren (Gld.) ontspoord. De machine viel
om op het land naast de trambaan. De ma
chinist kon zich tijdig redden. Een personen
wagen, waarin dertig passagiers zaten, werd
gedeeltelijk vernield. Persoonlijke ongelukken
kwamen ook daar niet voor. De machinist
bluschte met zand het vuur in de machine.
De pasagiers werden met materieel uit La
ren en Lochem verder vervoerd.
scepsis omverwerpt, het „Cogito ergo sum
8), dat ook op het voetstuk van zijn in Den
Haag opgericht standbeeld staat.
„Sinds geruimtn tijd had ik opgemerkt, dat
het voor de goede zeden somtijds van noode
is, geheel alsof zij onbetwistbaar waren, op-
vattingen te volgen, waarvan men weet, dat
zij zeer onzeker zijnmaar, omdat ik mij
uitsluitend met het zoeken naar waaiheid
wenschte bezig te houden, zoo achtte ik het
noodzakelijk, precies het tegenovergestelde te
doen en als absoluut valsch te verwerpen al
les waaromtrent ik ook maar den minsten
twijfel kon koesteren, opdat ik zou kunnen
zien of er nadien niets in* mijn vertrouwen
zou overblijven, dat absoluut onbetwijfel-
baar zou zijn.
Alzoo, omdat onze zinnen ons soms be-
driegen, wilde ik veronderstellen, dat er geen
enkel voorwerp zoo was, als wij het ons
voorstellen; en, omdat er menschen zijn die
zich, al rcdeneerende/ zelfs in de eenvoudigste
meetkunstige zaken, vergissen, en valsche re-
deneeringen opstellen, oordeelende, dat ik zelf
even feilbaar was als ieder ander, verwierp
ik als valsch alle redeneeringen, die ik vroe
ger voor bewijzen had gehouden; en tenslot
te, overwegcnde dat al dezelfde. gedachten
die wij wakende hebben ons ook ten tijde van
den slaap kunnen komen, zonder dat een en
kele daarvan waar is, zoo besloot ik te on-
derstellen, dat alle de zaken, die mij ooit in
den geest gekomen waren, even weinig waar
heid bevatten, als de beelden mijner droo-
men.
Maar onmiddellijk daarna merkte ik op,
terwijl ik alzoo denken wilde, dat alles valsch
was, dat het noodzakelijk was, dat ik, die
dat dacht, iets was; en, vaststellende dat de
ze waarheid: ik denk, dus basta ik, zoo ste-
vig en zoo verzekerd was, dat al de buiten
sporigste onderstellingen van de sceptici niet
in staat waren haar omver te werpen, zoo
oordeelde ik dit zonder bezwaar te kunnen
aanvaarden als het eerste beginsel van de
philosofie, die ik zocht.9).
Ziehier hoe Rene Descartes den twijfel
overwon. S. S. S.
tes komt tot de grondstelling, die de absolute marion, I, p. 22.
1) (De grootste geesten zijn zoowel tot
de grootste zonden als tot de hoogste deugd
in st,aat; en zij, die slechts z.er langzaam
voortschrijden, kunnen niettemin veel voor-
uitkomen, indien zij steeds den rechten weg
volgen). Discours de la methode, Iere partie.
2( Het verschil in tijdrekening in aan-
merking genotnen, want de datum was 16
April 1629.
3) In 1647 heeft Mazarin hem, uit de Ko
ninklijke schatkist, nog een toelage van 3000
francs geschonken.
4) Volgens Ueberweg Heinze III, 85.
5) Beknopte Gescshiedenis I, 256. William
Wallace, in Descartes biografie, zegt echter
dat hij „had little of the amorous in his tem
perament"
6) Tauchnitz, Lipsiae MDCCCXLIII.
7) Vertoog over de mtehode, om zijn rede
wel te geleiden en de waarheid in de weten-
schappen te zoeken".
8) (Ik denk en dus basta ik).
Discours de la methode, Paris, Flam-
HERDEN'KING LOUIS COUPERUS.
Op sobere, stijlvolle wijze aldus het Hbl
heeft de onlangs gestichte Haagsche af-
deeling van het Genootschap Louis Couperus
Dinsdagavond haar arbeid ingezet met een
herdenking van Louis Couperus. Een uitge-
lezen gezelschap, onder hetwelk zich de bur-
gemeester van Den Haag, mr. Patijn, en
mevr. de wed. Couperus—Baud bevonden
was daartoe in den Huize Kleykamp bijeenge
komen, in dezelfde zaal, waar Couperus zoo
vaak uit zijn werken placht voor te lezen.
Jhr. Jan Feith leidde den avond in met
eenige vriendelijke woorden aan het adres
der gastvrouwe, mevr. Kleykamp, en een ge-
voelig woord tot mevr. Couperus, voor wie
eenige orchideeen stonden.
De eerste spreker was de letterkundige
Henri van Booven, die bezig is aan een groot
werk over Couperus. Hij gaf een fraaie karak-
teristiek van den grooten schrijver en wees op
de veelzijdigheid van diens wezen en oeuvre
Eveneens legde hij den nadruk op de groote
waardeering welke Couperus werken in En
gelard genieten.
Daarna las mej. Maria van Royen eenige
jeugdverzen van Couperus; de heer Maurits
Wagenvoort sprak over Couperus' verblijf in
Florence, terwijl mevr. Blijenburgh (in de
plaats van majoor Blijenburgh, die verhin-
derd was) vertelde over Couperus' Haag-
schen tijd en vooral over zijn wijze van wer
ken.
Na de rustpoos belichtte mevr. J. van An-
rooy—de Kempenaar het werk van Couperus
in verband met zijn verblijf in Italie, waarna
de heer L. C. Westenenk, oud-gouverneur
van Sumatra's Westkust, eenige aardige anec
dotes vertelde over het bezoek van Couperus
aan Indie.
Het slotwoord werd gesproken door jhr
Feith.
Behoedt Uzelf tegen kouvatten.
Gebruik ook regelmatig
ingerbank. Tijdens vliegend stormweer heeft
de bemanning van de Johanna de 13 opva-
renden met groote zeemanskunst gered.
Schipper D. Glas Jz. wist steeds zijn schip
op de Tartar aan te houden, waardoor de
S'oorsche zeelieden op de Johanna konden
overspringen.
In den persoon van schipper Glas is de be
manning door de Noorsche regeering gehul-
digd. De vice-consul te IJmuiden, de heer H.
J. Balfoort, bood hem een zilveren beker aan.
Schipper Glas en de bemanning werden ge-
prezen voor betoonde zeemanschap en moed.
De consul wees er op, dat durf, moed en vol-
louden, waardoor onze oude ztehelden een
naam in de wereld veroverden, ook bij de Ne
derlandsche visschers als deugden gelden.
De Noorsche minister van handel en
scheepvaart had geschreven, dat de Noorsche
regeering door dit huldeblijk getuigenis wilde
geven, dat zij de redding van de 13 opvaren-
den van de Tartar tijdens den tyevigen storm
op de juiste waarde wist te schatten.
Schipper Glas dankte met enkele eenvou-
dige woorden.
De zilveren beker bevat een inschrift. ver-
meldende dfe redding, terwijl een schip in
nood aan den eenen en een reddingboot aan
den anderen kant het feit der redding illu-
streeren. De beker bevat voorts het Noorsche
wapen in goud en de Noorsche vlag in
emaille.
DE BRAND TE OOSTERBEEK.
Nadere berichten omtrent den fabrieks-
brand te Oosterbeek (zie telegrammen in ons
vorig nummer) deelen mede, dat de carton-
nagefabriek geheel is uitgebrand. De schade
wordt geschat op 75.000. De eigenaar, de
heer Van Asperen te Ooserbeek, was verze
kerd, ook tegen bedrijfsschade.
Een begin van brand ontstond nog in de
aangrenzende wasfabriek „De Bijenraat",
INVOERRECHT OP THEE.
De Vereeniging van thee-importeurs te
Amsterdam heeft zich, ten vervolge op haar
telegram d.d. 7 dezer, nader tot den minis
ter van financien gewend met een schrijven,
waarin de redenen worden uiteengezet, die
opheffing c.q. bdangrijke verlaging van het
dig maken dan ooit te vorencfwy :e Br
Ned. invoerrecht op thee juist thans dringen-
der noodig maken dan ooit te voren.
NEDERLANDSCH VOORBEELD IN
DUITSCHLAND GEVOLGD.
In de vijf ziekeninrichtingen van de Duit-
sche Landesversicherungsanstalt in de Rijn-
provincie zijn allergeenvrije kacners ingericht
volgens het systeem van de Leidsche kliniek
voor allergische ziekten van prof. Storm van
Leeuwen.
Ter gelegenheid van de in gebruikneming
ervan op 4 Mei is prof. Storm van Leeuwen
uitgenoodigd in een te Diisseldorf te houden
vergadering te spreken over allergische ziek
ten en haar behandeling.
REDDERS GEHULDIGD.
Ten kantore van de visschersmaatschappij
Tarbotbank te IJmuiden is Dinsdag de be
manning van den stoomtreiler Johanna YM
12 gthuldigd. Deze heeft op 26 November,
op welken dag de Salento nabij Zandvoort
onderging, 13 opvarenden van het Noorsche
motorschip Tartar aangebracht.
De Tartar was met een lading hout op reis
naar Engeland, doch met een defecten motor
dreef het schip in zinkenden toes'and rond
op eenige miilen van het lichtschip Terschel-
ZEDENBEDERF VOOR DE JEUGD.
Moet er niets tegen gedaan worden)-
Mr. M. C. Nijland te Rotterdam schrijft
aan de N.R.Ct.:
Nu van verschillende zijden ernstig wordt
gewezen op de onzedelijke toestanden die in
ongeordende padvindersclubs voorkomen,
mag de vraag wonden gesteld, of niet tegen
de verwildering van de jeugd, ook buiten de
pas gesignakerde padvinderij, nadrukkelijk
moet worden opgetreden dan wel geschiedt,
en of niet middelen moeten worden beraamd,
om daartegen, zoo mogelijk, afdoend paal
en perk te stellen. Ik herinner mij, dat mr. A.
de Graaf, op de jaarlijksche vergadering der
middernachtzending, op Donderdag 23 Oc
tober 1924, een referaat heeft gehouden over
het zedenbederf bij de jeugd. Hij noemde den
toestand zorgwekkend. De chef der Amster-
damsche Zedcnpolitie had hem geschreven:
dat zijn persoonlijke meening was, dat het
zedenbederf onder de kinderen in de laatste
tien jaren zeer was toegenomen, maar dat hij
tevens geloofde, cat wij over het ergste heen
waren, omdat vrijwel algemeen werd erkend,
dat het zoo niet langer ging, daartegen iets
moest worden gedaan, en daartegen ook reeds
werd opgetreden. Is die meening tot werkelijk-
heid geworden? Ik geloof het niet. Men her-
innert zich, dat nog niet zoo lang geleden
voor den Kantonrechter te Zutphen zestien
jongens en meisjes (sommigen wat ouder) uit
Apeldoorn en andere plaatsen terecht heb
ben gestaan die op grond van een boer te
Eefde, onrechtmatig gekampeerd hadden en
den nacht hadden doorgebracht. Bij het ge-
tuigenverhoor hadden de moeders van ver
schillende verdachten verklaard, dat zij niet
hadden geweten, dat ook jongens mede kam-
peerdtn, maar volgens een der verdachten
had een van de moeders het juist heel goed
gevonden, omdat meisjes alleen allicht kon
den worden lastig gevallenDe kan
tonrechter overwoog in zijn vonnis in over-
eenstemming met den eisch van het O.M., dat
het misschien hier gold een poging om Rus-
sische toestanden na te bootsen, maar dat
daartegen ernstig front moest worden ge-
maakt, en veroordeelde alle jongens en meis
jes tot een geldboete of erger.
Als men hoort, hoe opgeschoten jongens en
meisjes, nog voor korten tijd, het verkeer in de
Passage alhier op Zaterdagavond onveilig
maakten, en aan den Linkermaasoever een
z.g. „meisjesmarkt" werd gehouden, waar
onzedelijke tooneelen voorvielen, dan is het
toch wel zeer bedroevend, dat ouders zich
over het wel en wee hunner dochters niets
bekommerden „zij mochten ook wel eens iets
htbben". en zelf naar bioscoop of andere
vermakelijkheid trokken. De zeden zijn na
1924, misschien nog losser geworden: het
aantal gevallen, dat vaders zich tegenover
hun dochtertjes vergrijpen, is zeer toegeno
men: de gedingen tot hun ontzetting zijn
vermenigvuldigd. Ergerlijk daarbij is het, dat
moeders dikwijls niet inzien, welke gevaren
hare dochters bedreigen.
In het bekende werk van Curt Bondy: „die
proletarische Jugendbewegung in Deutsch-
land" vooral op toestanden te Hamburg doe-
lende, en voor eenige jaren te Lauenburg
verschenen, worden de groote gevaren van
dat samenzijn van opgeschoten jongens en
meisjes in de proletarische en de burger-
jeugdbeweging, en ook bij de Wandervogel in
den breede aangegeven, waarbij samen uit-
gaan, samen kampeeren en samen baden
(liefst geheel ongekleed) aan de orde van den
dag zijn, en het is wel ontstellend te verne-
men, dat de eisch der „Gleich berechtigung
der Geschlechter", het samenleven van jon
gens en meisjes, waartegen eerst de burger-
lijke moraal nog een dam had opgeworpen.
heeft bevorderd, en tot velerlei excessen aan-
leiding geeft, al worden die „schwarmerisch"
weggedoezeld.
KORTE BERICHTEN.
Naar Reuter verneemt uit Washington
heeft de National Academy of science de Ja
mes Craigwatson-medaille toegekend aan dr.
W. de Sitter, hoogleeraar in de sterrenkunde
te Leiden.
Dinsdag bracht de Italiaansche gezant
een bezoek aan de Philips' Fabrieken te Eind
hoven.
Voorts heeft de Amsterdamsche Studenten-
Vereeniging een bezoek aan de fabrieken ge-
bracht. Bij het gezelschap, dat uit meer dan
tachtig personen bestond, bevonden zich de
No. 97 1929-
V 9)-
LAKEROL-PASTILLES 50 ct. p. does.
Bij alle Apothekers en Drogisten