*4^ BON GELDIG TOT 6 JUNI '29 Fabiiekmatige zuivelbereiding. GRCDTEH c* RQDKTAIVAST J CRESCENT EGYPTIAN CIGARETTES Tijdschriften StEEDS 'nKV/AL/TE/T BETER/ StafBsnieuws Raadselhoekie. ,x. ,x. ,x. xxxxxxxxx Land- en Tuitalioinv. Wat leer en ons de veranderingen, die in dezen tijd zich voltrekken op het gebied van de cooperaiieve fa- briekrnatige zuivelbereiding in Noord-Holland. De rijksveeteeltconsulent voor Noord-Hol- 4and, dr. L. T. C. Scheij uit Hoorn, heeft gis- !termiddag voor den Nieuwen Bond van Zui- velfabrieken de volgende inleiding gehouden over bovengenoemd onderwerp: In de geschiedenis der menschheid kent men tijden van rustig verder schrijden en tij den van groote veranderingen, en ook het leven van den enkeling heeft zijn zeer bewo- gen perioden en zijn tijden van rustig verder gaan. Hetzelfde kan men opmerken in de geschie denis van de fabriekmatige zuivelbereiding in de provincie Noordholland, welker begin reeds van ongeveer 1870 dateert, dus reeds een 60-tal jaren geleden. i Wie een groote gedeelte van dien tijd een werkzaam aandeel in het Noordhollandsche Zuivelbedrijf gehad heeft, en zich eens neer- zet om zijn gedach ten te laten gaan naar het- geen achter hem ligt, zal kunnen opmerken, hoe in deze provincie de fabriekmatige zuivel bereiding zich steeds heeft uitgebreid, en te- vens zich heeft gewijzigd, in aanpassing aan de behoeften van den tijd. De overgang ge- schiedde geleidelijk, zooals blijkt uit de om- standigheden, dat men thans terzelfder tijci nog het oudste type van kaasfabriek aantreft zoowel als de groote kaas- en boterfabriek »lsmede de tusschenvormen, terwijl de boe- 'renkaasbereiding ook nog van eenige beteeke- nis is. In de provincie Friesland als zuivelge- •west het meest met de onze te vergelijken, is bij den overgang der zuivelbereiding van de boerderij naar de fabriek in't algemeen direct hetzelfde type van fabriek ontstaan, dat men thans nog heeft. Het N.H. fabriekmatige zuivelbedrijf is ge- groeid in een bepaalde richting en dat proces zet zich nog steeds voort; er zijn tijden ge weest, dat de verandering langzaam ging; we beleven thans een tijd van groote, zich snel voltrekkende wijzigingen. Spr. motiveerde deze zienswijze uitvoerig. De kaasfabrieken ziin aan het verdwijnen, en het gaat thans hard. Einde 1921 waren er in Noordholland 63 kaasfabrieken en 46 kaas- en boterfabrieken. (Gij weet, dat ik de leelijke, niet rationeele benamingen: dagfabriek en zoetfabriek niet gebruik.) Sinds dien is het totaal aantal zuivelfabrieken vrij wel con stant gebleven, doch het aantal kaasfabrieken steeds" verminderd, dat der kaas- en boterfa brieken steeds vermeerderd, zoodat einde 1928 de verhouding was 44 kaasfabrieken tegen- over 63 kaas- en boterfabrieken, er waren dus eind 1921 bijna 1 maal zooveel kaas fabrieken als kaas- en boterfabrieken en eind 1928 juist omgekeerd. De vermindering was in de jaren 1926 (5) in 1927 (4) en in 1928 nam het aantal kaasfabrieken zelfs met 8 af en vermeerderde het aantal kaas- en boterfa brieken met 7. Die verhouding zal in de volgende jaren in denzelfden zin zich blijven wijzigen; door ver- bouwing tot kaas- en boterfabrieken of door opheffing zal het aantal kaasfabrieken snel verminderen. Het bestuur van elke kaasfabriek moet zich goed bewust zijn, dat ook zijn fabriek vroeg of wat later aan de beurt komt, ook al werkl zij nu nog goed en rustig. Van grooten in- vloed is hierbij de omstandigheid of de melk- leveranciers voor een zeer groot gedeelte aandeelhouders en leden zijn, of dat velen als losse leveranciers vrij zijn hun melk elders t? paatsen. Ook de ligging der fabriek ten op zichte van andere melkconcurrenten speeU een rol; evenwel is de belangrijkheid hiervan geringer geworden met en tengevolge van h e-, kleiner worden der afstanden door het auto- verkeer. Elk verschijnsel heeft zijn oorzaak of oor- zaken. Laten wij nu eens nagaan, waarom de N.H. eenvoudige kaasfabriek aan het ver dwijnen is, en of er wel wat aan te doen is om ze te behouden. Zij verdwijnen omdat zij hun tijd gehad hebben; zij hebben nuttig gewerkt, doch vol doen niet meer aan de eischen van het heden. De omstandigheid, die vooral tot hun ont staan den stoot gaf, doet zich thans nog en zelfs in sterkere mate gelden n.l. de moeiliik heids, soms onmogelijkheid, om geschikte werkkrachten voor het veehoudersbedrijf te krijgen. Dezelfde omstandigheid, die ze deed ontstaan, doet ze thans weer verdwijnen. De kaasfabrieken -hebben den zelfkazenden boer van het kaasmaken ontlast, doch nu moet en wil hij ook afzijn van de behandeling der avondmelk en room, van het botermaken, het brengen der melk naar de fabriek, het terug- halen der wei. Zelfs het boenen der melkbus- sen is velen een bezwaar. Ook al zou het leveren aan een kaasfabriek vocrdeeliger zijn, dan zouden toch vele vee- houders, die vrij zijn in de keuze, aan een fabriek gaan leveren, die de melk's morgens en's avonds aan de poort afhaalt. Een zelf- kazer moet zich immers soms ook wel uit ge- brek aan arbeidskrachten met de kazerij op- houden en aan de fabriek gaan leveren, ook al is het voor hem minder voordeelig. Maar hoe staat het in werkelijkheid met di geidelijke opbrengst der melk bij de 2 bedrijfs vormen? Bij de beantwocrding van die vraag doet zich de behoefte gevoelen aan betrouwbaar cijfermateriaal, voor dit doel verzameld. Men zcu daartoe moeten nagaan, wat eenige vee houdefs. die aan kaasfabrieken leveren per 100 KG voile avond- en morgenmelk hebben gemaakt aan a. 95 a 96 K.G. geroomde avondmelk plus voile morgenmelk, aan de kaasfabriek geleverd, en b. de waarde der producten uit de 5 a 4 K.G. room, die zij thuis hielden, dus de boteropbrengst plus dc karnemelkwaarde. Wanneer nu wordt natre- gran, hoeveel voile melk zij zouden hebben geleverd aan een kaas- en boterfabriek gedu- ren.de de uitbetalingsperiodcn en welk vetge halte en eventueel welk gehalte aan vetvrije droge stof hun voile melk dan bevatte, dan is bekend, hoeveel geld zijn bij levering aan die fabriek zouden hebben ontvangen. Van beide soort fabrieken kan dezelfde hoeveelheid wei terugontvangen worden; doorgaans zal de wei van de kleine kaasfabriek wat meer vet bevatten. Bij de vergelijking der melkgelden moet dan nog inrekening gebracht worden het werk, dat de leyerancier aan de kaasfabriek heeft te doen en de onkosten welke op de be handeling der avondmelk, het melk- en wei- vervoer, en de boterbereiding komen. Er is nog al wat aan verbonden, om al die gegevens op betrouwbare wijze te verkrijgen Het was een goed werk geweest voor een Bond van Zuivelfabrieken. Ik heb ter inzage gehad dergelijke gege vens, die loopen over het tijdvak I Mei tot 31 Dec. 1928 eh verzameld door een der groot:- N.H. zuivelfabrieken. Hierop afgaande, kom ik tot de conclusie, dat die kaasfabriek in dat tijdvak niet mee kon komen met die groote fabriek en de leverancier aan melkgeld, boter geld en karnemelkgeld per 100 K.G., voile melk 0.45 minder ontvangen heeft, terwij' dan het werk op de boerderij en de onkosten daaraan verbonden nog niet in rekening zijn gebracht. De meening, die nog al eens verkondigd wordt, dat de kleine kaasfabriek niet voordee lig werkt, wordt door deze helaas te weinige cijfers, althans niet weersproken. Ik wijs er nog op, dat het hier een bepaald geval betreft en dat ik niet bekend ben met de prijszetting der melk aan beide fabrieken en met allerlei omstandigheden, die men bij de juiste beoor- deeling dient te weten. Doch ik zeide reeds, ook wanneer de kaas fabriek een goed figuur maakte, wat het melk geld betreft, dan zou ze toch haar tijd hebben gehad, al zou ze dan ook misschien in wat langzamer tempo verdwijnen. De vraag komt nu op: zijn er oorzaken aan te geven, waardoor een finapcieele slech tere uitkomst te verklaren zou zijn? Ik meen de volgende te kunnen aangeven: lo. De kaas, welke de kaasfabriek ter markt brengt, verschilt gemiddeld in samen stelling iets van die der kaas- en boterfa briek, wat vetgehalte in de droge stof en vochtgehalte betreft. Zij staat volgens de cijfers in de verslagen van het Kaascontrole- station tusschen de boerenkaas en de kaas der kaas- en boterfabrieken in. Ten opzichte van deze laatste was het gemiddeld vetge halte in de droge stof in de jaren 1925, 1926 en 1927 resp. 0,39 0,37 en 0,36 pCt. h.ooger en het vochtgehalte 0,6, 0,36 en 0,1 pCt. la ger. Het laatste is dus practisch gelijk ge worden. De kaasfabriek geeft wat meer vet toe; zij verkaast dooreengenomen vettere melk dan strikt noodig is, om aan het vereischte vetge halte der kaas te voldoen. Voor 40 plus kaas komt een stijging van 1 pCt. vet in de droge stof overeen met een stijging van 0,1 pCt. vet in de kaasmelk. Nemen we het verschil van afgerond 0,4 pCt. vet in de kaas, dan moet de kaasmelk 0,4 pCt. vet meer bevatten, dus per 100 Kg. 40 gram botervet, hetwelk 46 gram boter kan opleveren tot een waarde van 8 cent. Wel is waar zal de kaasopbrengst uit vettere melk hooger zijn, doch de erva- ring heeft wel geleera, dat het toegegeven vet doorgaans meer geld opbrengt in den vorm van boter. De marktwaarde der kaas zal er wel niet door be'invloed worden, wanneer het zulk een gering verschil betreft. Het is wel duidelijk, dat het voor het be- drijf een gunstige omstandigheid is, wanneer men het vetgehalte der kaasmelk kan rege- len. Dit nu is niet het geval in de kaasfabriek, die eenmaal per dag. het mengsel van ge roomde avondmelk en voile morgenmelk moet verkazetr, zooals de leveranciers ze brengen Hetzelfde bezwaar doet zich voor bij kleinere kaas- en boterfabrieken, die niet in staat zijn de avondmelk voldoen de te doen oproomen, b.v. omdat zij een koeler van onvoldoend ver- mogen hebben aangeschaft. 2o. Ook de volgende omstandigheid kan in vloed hebben op de geidelijke opbrengst der melk, wanneer die in een kaasfabriek of in een kaas- en boterfabriek wordt verwerkt. In't algemeen zal de kaasmaker in de een voudige kaasfabriek er naar streven, een goede soliede kaas te maken. D:ze geeft kans op een goeden marktprijs, doch ver- eischt meer melk per K.G. kaas. De ervaring leert, dat het verschil in marktwaarde veelai te gering is, om het meerdere melkverbruik goed te maken. Vooral gedurende daarvoor geschikte tijden is het voordeelig kaas met een hoog vochtgehalte te bereiden. In een grootere kaas- en boterfabriek is men beter in staat ten alien tijde het voordeeligst te kazen. Met het opheffen van sommige kaasfa- briekjes verdwijnt van de markt een product, dat den naam der N. H. Edammers hoog hield. 3o. De kaasfabriek haalt veelai met ge noeg uit de zoete, onafgeroomde wei. Het op roomen in bakken gaat dikwijls slecht, zoo dat de opbrengst aan weiboter heel gering is De kwaliteit der weiboter is altijd inferieur, dikwijls heel slecht. Het afzetgebied is be- perkt, en het is te verwachten, dat de consu- menten, wanneer zij meer gelegenheid krijgen met goede boter kennis te maken, minder ge steld zullen zijn op die weiboter, tenzij voor veel lageren prijs. 4o. De room van de avondmelk blijft op de boerderij voor de bereiding van boter, met karnemelk als byproduct. Veelai verkrijgt men daaruit te weinig boter. Met de cijfers van de reeds vermelde vergelijkende proef kan ik deze bewering staven. Vooral in de zomermaanden is er te weinig boter gemaakt. Het vetgehalte der karnemelk op de boerderij is dikwijls veel te hoog. Het is trouwens gemakkelijk in te zien, dat al die kleine hoeveelheden room op al die boerderijen veel economischer en beter te zamen in de technisch daarop ingerichte fabriek verwerkt kunnen worden. Ook maakt een kaas- en boterfabriek dikwijls een goede prijs voor het byproduct de karnemelk, b.v. bij verkoop als zoodanig of als brij. Op het oogenblik zijn er in Noordholland nog 38 Kaasfabrieken; vooral onder de le den van den Nieuwen Bond zijn er vele, thans 12 van de 18, dus 66 pCt. Van de le den van den Ouden Bond waren op 1 Jan. 1.1. 25 pCt. kaasfabrieken en van de niet aan- gesloten coop, fabrieken 58 pCt. Nu heb ik als mijn meening uiteengezet, dat deze kaasfabrieken zich op den duur niet zullen kunnen handhaven, en dat vele wel - licht al heel spoedig in het gedrang zullen komen. Als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten, en het is verstandig dit tijdig te doen, om het stranden van het schip te voor- komen. Dit nu wordt nog al eens verzuimd; er zijn kaasfabrieken verdwenen, omdat men zoo Japg draajde met zich aan den nieuwen *5:iW \jQOVV Af£T SCH/TTFREMDE PRJJZEN ALS 100.000 CRESCENT CIGARETTES Aan N.V. Crescent Cie Aid. Reclame Eindhoven oen. „De Erfenis" van Austin Philips laat ons kennis maEen met een misdadiger, die an- ders is, dan men zich gemeenlijk den misda diger voorstelt; in „Omdat het anders was" beschrijft Liane van Hoogherwegen een tra- gi-comedietje uit het moderne alledags-leven. Voorts o.m. nog een korte, fijngevoelde Schets uit de Rechtszaal van Emst Groene- velt, met illustratie van Pinot, en een inte- teressante episode uit het leven van Beetho ven, door mr. J. A Leerink naverteld bij een krabbel en een Weensche Biedermeier-prent Tusschen deze verschillende gangen ser> veert „Astra" als lichtverteerbare entremets kunstdruk-portretten van Nederlandsche sport- en tooneelfiguren, inodeplaten, film- sterren, kinder- en dierenfoto's. toestand aan te passen, dat men de melk der losse leveranciers kwijt was. Een kaasfabriek met een groot percentage melk van losse leveranciers staat op het oogenblik heel wan- kel. Dat leeren ons wel de vele veranderin gen, die we in dezen tijd kunnen opmerken. Daarom is het de plicht van de besturen der kaasfabrieken om na te gaan, hoe moeten wij ons in onze streek aanpassen aan de ge- wijzigde omstandigheden-en daarmede niet te dralen. Hoe vaak komt het voor, dat een be stuur pas in den winter besluit tot verbou- wing. Alles moet dan in haast geschieden tot schade van het werk en het bedrijf. Het is veel beter, dat de verbouwing gereed is, voordat de vorst deze belet. Plaatselijke omstandigheden zullen van overwegenden invloed zijn op den weg, dien men moet inslaan, om tot een gceden toe- stand te komen. Doch in het. algemeen geef ik als advies: maak de nieuwe of verbouwde kaas- en boterfabrieken toch niet te klein met het oog op de geringere exploitatiekosten per 100 K.G. melk, en de mogelijkheid ze in ts richten volgens den eisch, zonder dat groote stichtingskosten op de exploitatie te zwaar drukken. Voor een kaas- en boterfabriek acht ik de melk van 600 koeien een minimum, doch liever zie ik een fabriek voor 1000 koeien tot stand komen. Het zal op sommige plaatsen noodig zijn, dat een paar kaasfabrieken zich oplossen in een nieuwe of verbouwde fabriek. Het gaat doorgaans niet gemakkelijk, om daarvoor een flinke meerderheid te krijgen. Persoonlijke wenschen zijn dikwijls een hinderpaal; b.v. wanneer men voor de nieuwe fabriek is, in- dien die op een bepaalde plaats komt De er varing leert dat het, om tot een goed resul- taat te komen, vaak gewenscht of noodzake- lijk is, dat buiten de partijen staande perso- nen de leiding hebben en adviseeren. Indien 2 vereenigingen gezamenlijk een nieuwe fabriek bouwen, dan wordt het een geheel nieuwe vereeniging met de leden der oude en eventueel nog andere. De 2 oude ver eenigingen gaan dan liquideeren. Wordt een der bestaa'nde fabrieken ver- bouwd en gemoderniseerd, dan is het ge wenscht, dat de bezittende vereeniging voor een billijke som de fabriek aan de nieuwe vereeniging overdoet. De bouw (eventueel verbouwing) moet een- voudig doch goed zijn. Met de mogelijkheid op eventueele vergrooting dient rekening te worden gehouden. Er moet niet bezuinigd worden op de nood zakelijke installatiekosten. Dit is nog al eens het geval. Hierover wordt dan dikwijls ,ge- oordeeld door personen, die van de techniek der zuivelbereiding niet op de hoogte zijn. Men moest dan meer vertrouwen stellen in de gekozen adviseurs. De Noordhollandsche boer moet meer gaan inzien, dat hij destijds den gang van zaken in de primitieve N.H. kaasfabriek kon bekij- ken, vooral omdat hij zelfkazer geweest was doch dat hij thans voor het drijven van de kaas- en boterfabriek de hulp van technisch op de hoogte zijnde personen behoeft. In een kaas- en boterfabriek, die aan den eisch van onzen tijd wil voldoen, dient de room gepasteuriseerd en de wei gecentrifu geerd te worden. Voorts moet de warmte- oeconomie worden behartigd; de warmte, door de verbranding der steenkco! ontstaan, moet zooveel mogelijk benut worden. Geen bezuiniging op het bedrag der installatiekos ten, die later dagelijks geld kost. Met de beantwoording der vraag, wat wij kunnen leeren uit hetgeen thans op het ge bied der coop, fabriekmatige zuivelbereiding in Noofd-Holland geschiedt, hoop ik bereikt te hebben, dat de daartoe geroepen personen tijdig en ferm zullen aanpakken, om bij de noodzakelijke wijziging tot een nieuwen goe den toestand te komen. GEMEENTELIJKE DIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMI.DDELING. DISTRICTS-ARBEIDSBEURS. Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en werknemers. Geopend van 91 en van 2 5. Des Zaterdags van 91 uur. Voor werknemers uitsluitend van 912 ne Maan- dag- en Donderdagavond van 7—8 uur. De ambtenaar van bovengenoemden dienst maakt bekend dat heden de navolgende werk- zoekenden zijn ingeschreven: 1 electricien, 1 grondwerker, 2 kantoorbedienden, 1 pakhuis- knecht, 1 rijwielhersteller, 1 sigarenmaker, 1 stukadoor, 2 timmerlieden, 4 losse arbeiders. Geplaatst: 2 grondwerkers, 1 loopjongen, 4 metselaars, 2 sigarenmakers, 2 steenbik- kers en 19 losse arbeiders. Alkmaar, 1 Juni 1929. De ambtenaar voornoemd, A KLEYMEER. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT T VORIGE NUMMER. Voor grooteren. 1. Engeland Gedane zaken e m m e r nemen geen doedelzak keer. anker e n g s c h e en zebra hand k i k k e r b e e k n e g e r pioe nroos 2. Nico. Tine; nicotine. 3. Ostende. Deen, Toos. nood, steen. 4. Oom kwam mij uit Harlingen tegemoet fietsen. (Gent I. Zal Tante Trip oliebollen voor ons bak ken? (Tripoli), Heb jij soms de tang ergens gezien (Tanger). Gooi je die lappen weg? Laten we ze lie ver bewaren. (Wezel). Ik lach u recht hartelijk uit, hoor! (Choi). -Voor kleineren. 1. Bot, boot. s haVen Yreeswjk. t a r w e Breda 1 e e uw v i s c h g e w i s g r ti n s p e k e 1 Slak, lak. Doom, OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Vueg bouwmateriaal en hoogten samen en ie krijgt een plaats in Noord- Brabant. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een plaats in ons land, bekend om haar eigenaardige kleederdracht. X -x. -X- •-■ - •X' X 1° rij een medeklinker. 2° de gebiedende wijs van een wert- woord. 3° een viervoetig dier. 4° een Javaansch dorp. 5° 't gevraagde woord. 6° een ande'r woord voor schaal. 7° een jongensnaam. 8° een boomsoort. 9° een medekiinker. 3. Maak plaatsen in ons land van BEN DAL VER KOM MES LIJS D KOOS KERS REE TOOS LAK EPE L UW DAL EEREN 4. Mijn eerste is de naam eener maand, mijn tweede is een mooi dorp in de provin cie Utrecht en mijn geheel is een bloeiende struik of boom. Voor kleineren. 1. Verborgen dieren. Neen Annie, deze bramen zij nog lang niet rijp. Wat frischte die malsche regenbui lekkei op! Zijn neef kwatn u gisteren teg en op de fiets. Er gaat nu ook geen dag voorby, of wy hebben veel huiswerk. (2) Heeft Ru ten have u lentebloemen ge bracht? 2. Zet op de plaats van elk kruisje een letter en wel zoo. dat je goede zelfstandige naamwoorden krijgt: 1. 2. Astra, Nederland's Eerste Oe'ill. Magazine. In een frisch en fleurig omslag biedt het Juni-nummer van Astra" den lezers en leze- ressen een verzameling lectuur, die is als een riik gevarieerd menu. De hors d'oevre wordt gevormd door een geestige causerie, waarin de Nuts-„lezer" Frans Hulleman met snaakschen spot vertelt van zijn ervaringen bij „een groot adellijk heer en een kleine, parmanfige dorps-autori- teit". Nadat vervolgens eenige pagina's beel- den zijn gegeven van kinderleven in verschil lende landen, vraagt Anna E, H.Z. een oogenblik aandacht voor de nagedachtenis van den overleden volks-acteur Marius Spree, wiens markante kop, in de glansrol van „Oude Jaap", aan het In Memoriam is toe- gevoegd. J. A. Pepin brengt zijn portie maande- lijksch film-nieuws, verlucht o.a. met een cu- rieuse karikatuur, die de bekende Eaton tee- kende voor een nieuwe Buster Keatonrol- prent. De hoofdschotel van het „Astra"-menu wordt gevormd door een aantal novellen van uiteenloopend karakter. Griezelig is Richard Connell's „Vierde Graad"; tragisch het ver- haal,, waarin Holly Mahroudi het trooste- looze lot schildert van een wanhopigen de- serteur uit het Fransche vreemdelingenlegi- X ied X nkt X aan X alk X level X oet X aren OP de 1° rij 2° 3° 4° r een veel gebruikte vloeistof. een hemellichaam. een lang ijzeren of houten voorwerp, dat dient om te stutten. een lekkeraij van suiker. iets, wat in den schoorsteen zit. iets, wat door kleermakers en naaisters veel gebruikt wordt. De beginletters moeten, van boven naar beneden gelezen, den naam van een provincie in ons land vormen. 3. Met b ben ik een rond voorwerp, met t kinderspeelgoed, met sch een visch en met kn een veldvrucht. Met beide eerste deelen vormen samen het meervoud van een grooten vogel, mijn derde wordt bij elken maaltija door je gebruikt en mijn geheel is een bekend, ouderwetsch kinderspel. 4. c 5 Philips Radiotoeste 11ert met Luidspreker 5 Prima Rijwielen. - - 5 Gouden Horloges. lO Geldprijzen van f 25.-- 20 Zilveren Horloges. 50 Geldprijzen van f lO.--. - 100 Geldprijzen van f 5.-- - - 200 Geldprijzen van f 2.50. Verdeeld in lOOO prijzen. va* lOO stuks. BUITENDIEN NOG EXTRA PRIJZEN Vraagt voor 6 Juni e.s. inlichtingen met onderstaande bon Na 6 Juni e.s. is het te laat. -------- M.H. Gelieve mij inlicfifingen te zenden omtrent Uw BUTTEN GE WQON AAN- BOD en GRATIS DE EL NAME aan den Grooten Crescent Premie-wedstcijd fiaam en voornaam.- - Slraal en fiuisnurvmer.- U/oonplaals: (vooral DUIDELIfK invullen) 34 Deze bon oh drukwetk te vertenden in envetoppe met /'te Ct. posUegel er op. II >i i) sS n 5° 91 6° iVLO UUl t 7 i. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 6