l-iiyi, i Coarait.
De kroon;uweelen.
FEU1LLET0N.
No. 136 1929
Hinderd een en dertigste Jaargang.
H oeibdas 12 Juni.
Radio-hoekje
Donderdag 13 Juni.
Hilversum, 1071 M. 10.—10.15 Morgen-
wijding. 12.15—2.— Concert door het A. V.
R. O.-Kwintet. 2.—2.30 Lezing door Mej.
Dr. E. v. d. Looy v. d. Leeuw. 2.303.
Gramofoonmuziek 3.4.Kniples. 4.
5.— Ziekenuurtje. 5.—5.30 Sportpraatje.
6.6.30 Concert door het A. V. R. O.-Kwin
tet. 6.30-^7.— Lezing door H W. O. de
BruinHet verkeersvraagstuk en het wegen-
plan. 7.—7.15 Vervolg concert. 7.15—7.30
Verkiezingspraatje. 7.307.45 Vervolg con
cert. 8.-8.30 Boekbespreking door H. Kool.
8 30 Operaconcert, met medewerking van L.
Poolman—Meissner, Helene Cals, Gusta
Scheepmaker, Chris de Vos, L. van Tulcjpr,
P. PuL e. a. Versterkt omroeporkest. In de
pauze persberichten. Daarna tot 11-30 Gra
mofoonmuziek.
Huizen, 336-3 M. (Na 6 uur 1852 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.11.30 Korte
Ziekendienst. 12.30—1.45 Solistenconcert.
5.6.Solistenconcert. 6.30—7.Muziek-
praatje. 7.-8.Orgelconcert. 8— Concert
door het Draper-kwartet. Causerie. Daarna
persberichten.
Daventry, 1562 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05
'Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 So
listenconcert, sorpaan, viool en piano. 1.20
Gramofoonmuziek. 2.50 Voor de scholen.
3.10 Muziek. 3.20 Vesper van de Westmin
ster Abbey 4.05 Lezing: Bermuda. 4 20
Concert. Brown's kwintet. 5.35 Kinderuurtje.
620 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50
Voor landbouwers 7.Muziek. 7.05 Piano-
sonaten van Beethoven. 7.20 Novellenbespre-
king. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing: China. 8.05
'Avondconcert. Gershom Parkington Kwin
tet. G. Ripley, alt. E Greene, tenor. 9.20
'Nieuwsberichten. 9.35 Causerie. 9.50
Nieuwsberichten. 9.55 Harpconcert. 10.20 A.
(J. Alan: „The cabmen's Shelter". 10.50—
12.20 Dansmuziek.
Pariis Radio-Paris"1744 M. 12.50
2.10 Gramofoonplatenconcert, (orkestopna-
men). 4.05 Kinderhalfuurtje. 4.35 Klassiek
concert. 6.55—7.20 Gramofoonmuziek. 8.20
Concert. Kamermuziek en zang. Mme. Tissot
en Hr. Fleur, zang.
Langenberg, 462 M. 10.35 en 12.40 Gra
mofoonmuziek 1.25—2.50 Orkestconcert.
6.056.50 H. Flohr, humorist aan de piano.
8.20 Concert. Klein-Werag-orkest. 9.20
„Etagenhaus'', hoorspel van O. A. Palitzsch.
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1649 M. 12.20—5.20 Lezingen en
lessen. 5.20—6.20 Orkestconcert. 6.20—8.05
Lezingen. 8.20 Aria's door Giacomo Lauri
Volpt. Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 5.05 Gedichtenlezing.
5.20 Orkestconcert. 6.30 Vroolijk concert.
8 20 Concert. Werken van vroolijke compo-
nisten. 9.50 Voorlezing. 11.2012.15 Dans
muziek.
Brussel, 512 M. 5.20 Trioconcert. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. 10.05
10.35 Dansmuziek.
HET BEIAARDIERCONCERT VAN
DEN WAAGTOREN.
Men schrijft ons:
Voor bezitters van een radio-ontvangtoe-
stel is tijdens het beiaardierconcert van den
Waagtoren een interessante proef te nemen,
wanneer zij althans nog op een afstand van
den zingenden toren wonen om de klokken te
kunnen hooren. Deze proef berust op de snel-
heden van het geluid, van de electriciteit en
van de ethergoiven. Zet men onder het con
cert zijn radio aan, dan komt de muziek
langs twee wegen tot het oor: ten eerste
regelrecht door middel der geluidsgolven en
ten tweede langs een omweg per telefoon en
radio-uitzending over Huizen heen en terug.
Het interessante is nu, dat door de veel
grootere snelheid van de electriciteit en de
ethergoiven (300 millioen meter per seconde)
de tonen in't radio-toestel reeds klinken on
geveer 1/3000 seconde, nadat de klokken ze
hebben voortgebracht, daar de afstand Alk-
maarHuizen heen en weer ongeveer 100
KM. bedraagt. De directe geluidsgolven
hebben echter maar een snelheid van 300 M.
per seconde. Reeds op ongeveer dien afstand
van den toren komen de tonen door de lucht
pas na een heele seconde tot den luisteraar,
op 600 Meter pas na twee seconden, enz.
Zoodat men door de radio een muziekstuk
al in zijn geheel genoten kan hebben, terwijl
men door het geopende raam den toren een
of meer seconden achter zijn eigen muziek
aan kan hooren.
(The crinkled Crown.)
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William le Queux, door Mej. E. H.
13
Een oogenblik nadat hij zoo gesproken
had, voegde zich de lange man met den
baard bij hen, dien Pennington herkende als
Lenoir. De ernstige Franschman leek zeer
gejaagd in zijn manier van doen. Zij waren
in het minst niet verbaasd dat hij hen aan-
sprak; zulk een onverwachte, treurige ge-
beurtenis maakt de tongen los van de meest-
teruggetrokkenen en doet hen conventies uit
het oog verliezen.
„Een verschrikkelijk iets!" begon hij, op
een toon die trilde van ontroering. „De arme
Van der Wyck en ik waren al jaren lang boe-
zemvrienden: wij hadden geen geheimen voor
elkaar. Op mij rust nu de taak, om het vree-
selijke nieuws aan zijn dochter over te bren-
gen. Mijn hart bloedt voor haar, arm kind!
Den Hemel zij dank, bracht een gelukkig
toeval mij vanavond hier! Ik zou mij niet
kunnen indenken, dat zij haar verlies zou te
hooren krijgen van de lippen van een vreem-
de!"
Onopgemerkt door den opgewonden
Franschman, wisselden de jongelui een blik
van verstandhouding: Zij begrepen volkomen
de reden van de leugeiL die hii had i.esttroIi.en
Stadsnieuw£
DE VRIJHEIDSBQND EN DE
MIDDENSTAND.
Rede van den heer E. G. Sehiir-
mann, voorzitler van den Ron-
Ned. Middenstandsbond.
Gisteravond had de afd. Alkmaar van de
liberale staatspartij De Vrijheidsbond een
openbare vergadering belegd met het oog op
de aanstaande verkiezingen. Zooals te ver-
wachten was op den avond van een mooien
zomerschen dag, was er slechts een klein pu-
bliek opgekomen, dat welkom geheeten werd
door den heer J. G. Haremaker, wegens
afwezigheid van den voorzitter, den heer mr.
W. C. Bosman.
De heer Schiirmann had als onder-
werp voor zijn rede gekozen „De Vrijheids
bond en de middenstand", om het verband
tusschen beiden aan te toonen. Spr. begon
met een herinnering aan het congres van den
Middenstandsbond van het vorige iaar en zei
dan dat hij met middenstand bedoelde den
handeldrijvenden en den industrieelen mid
denstand in hun geheelen omvang.
Vroeger werd de middenstand veelal be-
schouwd als een categorie, waarmee niet al te
vee 1 rekening behoefde te worden gehouden.
Dit was eigen schuld, omdat de middenstand
zich niet organiseerde en de vakgenooten
slechts als concurrenten beschouwde.
Tot het midden der vorige eeuw was alls
handel (distributie) vrijwei in handen van
buitenlanders, pas na 1850 legde zich ook de
Nederlander daarop toe. Zoodoende kwam
het en natuurlijk ook door het eerstgenoemde,
dat er in de wet slechts weinig rekening
werd gehouden met den middenstand, die
daardoor allerwege in de verdrukking kwam.
Dat duurde tot 1902, toen de drang naar
concentratie zoo groot werd, dat de Midden
standsbond werd opgericht. Deze is nu goed
gevestigd en heeft reeds veel in het bekang
van den middenstand gedaan. Thans zitten
zijn vertegenwoordigers in allerlei regee-
ringscolleges en alom kan men daarvan de
gunstige gevolgen zien.
Spr. schetste hoe de handel in de oorlogs-
jaren geschiedde en hoe ook daarna velen
meenden, dat de middenstand uitgeschakeld
moest blijven uit het distributieproces
Echter de middenstand heeft zich kunnen
redden en zal er naar streven ook zijn ver
tegenwoordigers te krijgen in de landsregee-
ring. Hij heeft uit verschillende geledingen
der maatschappij personen aangewezen als
candidaten voor speciaal die groepen: land-
bouw, handel enz. De andere partijen stelden
geen enkelen middenstander als zoodanig,
wat wel verklaarbaar is, omdat zij in de eer
ste plaats letten op godsdienst en politiek.
Juist omdat de Vrijheidsbond dat niet doet,
voelde spr. zich daartoe zoozeer aangetrok-
ken.
De soc.-dem. willen de socialisatie. Zij we-
ten wel dat het particulier initiatief nooit zal
verdwijnen, ofschoon zij zeggen: „De mid
denstand moet verdwijnen". Zij bedoelen
dan: „De middenstander moet verdwijnen"
De chr. partijen hebben zich in de eerste
plaats te houden aan het dogma, uit vrees
overtroefd te worden door anderen van hunne
partijen.
Spr. stelde vast, dat iedereen, behalve de
middenstander, overal zijn kost kan verdie-
nen, niet aan een bepaalde plaats gebonden
is. De middenstand is de blijvende partij, de
partij die steeds en overal moet betalen. En
hoewel dit vast staat, hebben de andere par
tijen de meeste praats met al hun eischen.
Constateerende dat bijna geen enkele mid
denstander kapitaal heeft, zei spr., dat hard
gewerkt moet worden om alle lasten te kun
nen betalen en voor zich en de zijnen vol-
doende te kunnen zorgen. Dat woekerprijzen
zouden worden gemaakt, zooals wel eens be-
weerd wordt, ontkende spr. ten stelligste, het
publiek zal daar zelf wel tegen waken.
Spr. ging na hoe de middenstand door al
lerlei wetten wordt gedrukt en zelfs onrecht-
matig (ten aanzien van de personeele belas-
ting op winkels, hotels e.d., waarvan de mi
nister zelf het onrechtmatige heeft erkend).
Bij de latere wetten is de middenstand
evenzeer in den knel gekomen, b.v. door de
zakelijke bedrijfsbelasting, die spr. bloedgeld
noemde. Van verschillende zijden wordt het
onrecht erkend, maar de wethouders in vele
plaatsen meenen de opbrengst niet te kunnen
missen, zoodat het onrecht blijft voortduren.
De aanstaande winkdsluitingswet bespre-
kende, zei spr., dat een wet tot sluiting op
Zondag eigenlijk niet noodig is, omdat de
meeste winkels dan toch gesloten zijn, alleen
die, waar geen personeel is, zijn dan nog
open. Deze winkeliers zijn op de grens van
hun bestaansmogelijkheid en moeten op Zon
dag vaak een zeer groot deel van hunne
wekelijksche verdiensten maken. Waarom
moet het nu verboden worden, dat deze win
kels geopend blijven?
Ook ten aanzien van de avondsluiting drei-
toen hij voorgaf dat hij door een gelukkig
toeval" er heen gebracht werd. Hij was de
boezemvriend van Van der Wyck, maar hij
was ook lid van de vereeniging, gebonden
door dezelfde eeden als de doode. Hij moest
echter zorgvuldig verbergen voor een ieder,
de rol, die ^ijn vriendschap hem had opge-
legd op dien noodlottigen avond.
„Ik benijd u niet uw taak", zei Easterbee
op een toon van oprechte deelneming. „Ik
heb het genoegen gehad miss Van der Wyck
een paar maal in de club te ontmoeten; een
alleraardigst, lief meisje! 't Is goed, dat zij
vanavond niet hier was; de schok zou te
veel voor haar zijn geweest. Waarvoor houdt
u het: een geval van zelfmoord?"
„Het heeft er veel van", antwoordde de
Franschman met veel nadruk. Al dacht hij
er hetzelfde van als zij, dan zou nog zijn ont-
zag voor de macht van de vereeniging hem
tot zwijgen hebben gedrongen. Ze begrepen
volkomen zijn terughoudendheid.
Heel spoedig verscheen de politie ten too-
neele en ondervroeg iedereen. Het lijk werd
weggedragen en langzaam gingen de ver
schillende groepen uiteen en verlieten het ge-
bouw. Easterbee en Pennington waren de
laatsten, die gingen. De Franschman met den
baard liep naast hen en toen ze op straat wa
ren nam hij den hoed voor hen af op de be-
leefde wijze, die zijn landaard hem gebood'.
„Goeden avond, heeren. Nu ga ik op mijn
droeven tocht".
Easterbee voelde zich zeer verlicht, dat Le-
aoir er was»_welke ngoftk;rde_ rgdengp moch-.
gen onbillijkheden. Het is niet goed mogelijk
en hoogst onbillijk, voor alle plaatsen gelijke
voorschriften te willen geven.
Ten aanzien van de joden, die krachtens
hun geloofsovertuiging moeten sluiten op
Zaterdag, is voorgesteld dat zij daarvoor op
Zondag compensatie zullen krijgen. Maar nu
is het zonderlinge juist dat de minister de
uren, waarop de joden dien dag hun zaken
geopend mogen hebben, heeft gesteld tus
schen 5 en 12 des voormiddags.
Met den verkoop van sigaren enz. zal het
al even vreemd gaan. Van alien kant wordt
gepoogd het vreemdelingenverkeer te bevor-
deren, maar de ministerieele beschouwingen
daarover en evenzeer ten aanzien van de oud-
bakken-brood-kwestie zijn zoo, dat de vreem-
deling wordt afgeschrikt.
Een en ander is niet in het belang van den
middenstand, doordat de wetgever uitslui
tend let op de belangen van de arbeiders. Dit
is nu alles goed en wel, maar het maakt het
leven duurder dan in andere landen, maakt
de concurrence daardoor moeilijker en doodt
den ondernemingsiust.
De minister meent de concurrentie-voor-
waarden voor iedereen gelijk te kunnen ma
ken. maar dat zal hem ncoit gelukken, want
het is een onmogelijkheid.
Men moet niet te veel willen regelen en ver-
bieden. Het volk moet zelf ook oordeelen.
Het gebruik van sterken drank, dat in de
laatste 25 jaar zooveel is verminderd, heeft
dit bewezen. En als nu de nieuwe drankwet
zou komen. zal die aansturen op droogleg-
ging. met als gevolgmeer drankgebruik,
omdat ten slotte de Nederlander zich niet
alles laat voorschrijven.
Spr. concludeerdc, dat de wetgever niet
moet beginnen met alles te willen dwingen
en ringelooren.
De ambtenarij als gevolg van al die wet
ten. werd door spr. veroordeeld.
De overheid moet verre blijven van het
terrein van het particulier initiatief, omdat
zij daarvan toch geen verstand heeft. Gaat
zij er desondanlcs toch mee door, daft zal
zij den ondernemingsiust dooden, ons land
maken tot een ambtenaarsstaat en de wel-
vaart verminderen.
Een eisch van behoud voor den midden
stand is het handhaven van een voldoende
weermacht. Het is boerenbedrog, als andere
partijen zeggen leger en vloot te willen doen
verdwijnen. Voor spr. stond vast, dat bij ge-
niis van een weermacht elke volgende oorlog
in ons iand zal worden uitgevochten. Een
weermacht zal voor ons dus preventief wer
ken. Dat weten de vrijz.-dem. ook heel goed
(in 1925, toen hij kans had minister te wor
den met de roomschen, zei mr. Marchant
nog, dat hij niet tegen een weermacht was).
Men heeft de noodzakelijkheid ervan dezer
dagen gezien bij hetgeen voorviel op Cu-
ragao. Ons land heeft te veel belang bij zijne
kolonien om die zonder meer prijs te geven.
De Vrijheidsbond strijdt voor de rechten
der vrouw, die hij benoembaar wil stellen
voor alle ambten. waarvoor zij door aanleg
geschikt is.
De huidige onderwijswet deugt niet, er is
meer gedacht aan de riehting dan aan de in-
richting. In een land als het onze is het noo
dig, dat meer gewezen wordt op het onmis-
bare van verdraagzaamheid. Het sectarisme,
dat opbloeit door de vele bijzondere scholen,
is een dwaasheid, een groote fout voor onze
nationale eenheid. Zij kweekt haat en onver-
draagzaamheid en spr. zou zijn kinderen lie-
ver analphabeet willen laten dan hen naar
een bijzondere school te sturen. Wil men het
sectarisme doorvoeren, dan zou men ook moe
ten hebben een roomsche en een chr. telefoon,
enz. Spr. achtte den Vrijheidsbond, die de be
langen van een ieder behartigt en daarbij
niet vraagt naar godsdienst en ieders gods-
dienstige overtuiging eerbiedigt, meer chris-
telijk dan welke zich christelijk noemende
partij.
De Vrijheidsbond is voor staatspensioen,
niet een zoodanig pensioen waarvan men rus-
tig zou kunnen gaan rentenieren, maar wel
zoo, dat op den ouden dag geen armoede be-
hoeft te worden geleden, zooals helaas thans
nog vaak gebeurt. De menschen, die altijd
hebben gezwoegd, moeten niet meer naar het
armenhuis behoeven te gaan. Het geld voor
staatspensioen kan men krijgen door minder
uit te geven voor de opvoeding der kinderen.
Deze kunnen best wat minder leeren en wat
meer werken.
De klassenstrijd is een punt waar de Vrij
heidsbond zich tegen keert. In verband hier-
mede zette spr. uiteen, dat niet straffeloos de
middenstand uit de distributie kan worden
uitgeschakeld, omdat hij niet bestaat uit leeg-
hoofden en omdat de handel een vak is. Zou
de middenstand worden uitgeschakeld, dan
zou het gebouw van den staat ineenstorten.
Ieder die werken wil, kan in ons land zijn
brood verdienen zoolang de middenstand
krachtig blijft bestaan.
Voor iederen weldenkende is het de naast-
bijliggende plicht om op 3 Juli te stemmen op
ten zijn van zijn tegenwoordigheid aldaar.
Hadden ze Lenoir toch niet ontmoet, dan zou
hij het zich tot een plicht gerekend hebben
om naar Soho te gaan en de droeve tijding
daar mede te deelen. En intiem als Pauline
en hij gedurende dat korte tijdsverloop van
hun kennismaking waren geworden, was dit
een tocht, waar hij dan wel zeer tegenop ge
zien zou hebben.
„Ik heb niet het genoegen uw naam te ken-
nen. Ik heet Easterbee en dit is mijn vriend,
mr. Pennington, die ook miss Van der Wyck
hier ontmoet heeft. Wilt u zoo goed zijn, haar
onze van harte gemeende deelneming over te
brengen?"
Lenoir beloofde dit en, nadat de heeren dus
uiteengegaan waren, liepen de jongelui terug
naar Ryderstreet, waar ze nog geruimen tijd
napraatten over het tragische geval, dat
nooit had hoeven plaats te hebben, hierover
waren zij't eens als de Nederlander meer
zelfbeheersching had getoond over zijn ge-
voelens en over zijn tor.g.
Dien volgenden morgen zond Easterbee
een briefje aan Pauline, waarin hij haar
verzocht een uur te noemen waarop hij haar
eens spreken kon. Dit briefje was zeer voor-
zichtig gesteld. Al wat tusschen den doode en
hem had plaats gehad, wilde hij zoo geheim
mogelijk houden.
Waarde miss Van der Wyck,
Een heer, die Pennington en ik gister
avond op de club ontrr.oetten, heeft ons
beloofd1, u onze innig gevoelde deelneming
te tjetujjgen in uw gro,o4Jeed, en ik twjjfel
de candidaten van den Vrijheidsbond, zoo
eindigde spr.
Vragen gesteld.
Dc heer Schuitemaker stelde een
paar vragen naar aanleiding van de droog-
legging van een gedeelte van Rotterdam en
voorts was hij het er niet mee eens, dat de
Vrijheidsbond stemmen zou krijgen van chr.
en katholieken, zooals de heer Schiirmann
verwachtte.
De heer Schiirmann antwoordde,
dat bedoelde drooglegging gold als een
proef, dat er dus niet toe werd aangespoord
door drankmisbruik in die bepaalde buurt.
Als hoon heeft men daar vlakbij een groot
cafe gebouwd; de drooglegging geeft nie-
mendal.
Wat de tweede opmerking betreft, spr.
hield vol, dat het zeer wel mogelijk is dat
R. K. en Chr. stemmen op den Vrijheidsbond,
ondanks de voorschriften der geestelijkheid.
De groote ontevredenheid in die kringen over
het optreden der kerkelijke partijen is er
het bewijs van. Godsdienst en vrijhandel heb
ben niets met elkaar te malfen en toch zijn
juist de kerkelijken voor protectie. Het hin-
dert zeer veel menschen dat de kerk zich met
zooveel zaken bemoeit, waarmee zij niets te
maken heeft. De Vrijheidsbond wil ieder op
zijn terrein laten, eerbiedigt ieders overtui
ging, veroordeelt eenzijdigheid en vraagt om
wetten die voor iedereen goed zijn. Op
dezen grond geloofde spr., dat de Vrijheids
bond tal van stemmen kan krijgen van hen
die het met de riehting waarin hun partij
gaat, niet meer eens zijn.
De heer T h o m s e n noemde zich een
voorstander van de openbare school, maar
was toch niet zoozeer tegen de bijzondere als
de heer Schiirmann zich had verklaard. Spr.
meende dat het gezin toch altijd nog corri-
geerend kon werken, als de school het zou
sturen in een door de ouders niet gewenschte
riehting.
De heer Schiirmann geloofde, dat,
dank zij den Vrijheidsbond, de openbare
school niet zal verdwijnen. Overigens hield
hij vol, dat het niet goed zou gaan in de we-
reld, als op de scholen de kinderen werden
opgevoed uitsluitend in eng partijverband.
Het sectarisme is de vloek van onzen tijd. De
godsdienst is vaak niet anders dan een kwes-
tie van geboorte.
De heer Schuitemaker vroeg nog
hoe de heer Schiirmann dacht over de mede-
zeggenschap in de bedrijven.
De heer Schiirmann zette uiteen dat
een goed zakenman bij verschillende voorko-
mende gevallen zijn personeel zal raadple-
gen. Een medezeggenschap echter, zooals de
soc.-dem. en vrijz.-dem. die eischen, is heel
wat anders, omdat zij zou neerkomen on al-
leenzeggenschap van het personeel. Voor
hoeveel de patroon een bepaald werk wil uit-
voeren, moet hij zelf en niemand anders be-
slissen. De patroon, die de risico draagt, blij-
ve baas in eigen zaak.
De eisch van medezeggenschap is niets
anders dan een phrase, evengoed als over-
heidsbemoeii'ng en ontwapening. Het zijn
niet anders dan de stukjes spek, die de kie-
zers moeten lokken. Met dergelijke leuzen
laat de Vrijheidsbond zich niet in, hij vraagt
daarom zeer terecht om vertrouwen van de
kiezers.
De heer Haremaker bracht den spre-
ker bij de sluiting een woord van dank en
sprak de hoop uit, dat het den Vrijheidsbond
mag gelukken om in de eerstvolgende vierja-
rige periode die vraagstukken, die den spre-
ker somber hadden gestemd, tot een goede
oplossing brengen.
Rechtszaken
VOOR DEN P0L1T1ERECHTER.
Zitting van Maandag 10 Juni
AMATEUR SLOOPERS.
Een drietal jongelieden uit Egmond aan
Zee, waaronder de 21-jarige Jacob de V. en
I J. de G., hebben zich op 24 Maart ver-
maakt met een in de duinen staande keet te
beschadigen en nagenoeg uit te sloopen voor
welk feit zij heden terecht staan. Bedoelde
keet behoorde aan zekeren heer Pluster. De
derde vernieler K. G.. die den 18-jarigen
leeftijd nog niet heeft bereikt, stond des
morgens reeds voor den kinderrechter
terecht. Verdachte erkende hetgeen hem was
ten laste gelegd. Zij waren na consumptie
van eenige glazen bier, wat uitgelaten en dit
was de oorzaak van hun brooddronken
vernielzucht.
Eisch en vonnis ieder 10 boete of 10
dagen inclusief een krachtige vermaning van
den politierechter.
ONTVREEMDING VAN ELECTRISCHEN
STROOM.
De 19-jarige smid J. J. S. te Uitgeest is
zoo vrij geweest als radio-amateur het door
hem samengestelde toestel te doen werken
op stroom, die het eigendom was van de
radio-centrale aldaar, hetgeen op 19 April
werd geconstateerd. Verdachte zegt, dat hij
niet, of hij heeft dit gedaan. U zult er wel
zeer door verrast zijn, als ik u schrijf, dat
ik u een boodschap wil overbrengen van
wijlen uw vader.
Daar geheimhouding strikt noodzakelijk
is, komt het mij voor, dat het niet geraden
zou zijn dat ik naar u toekwam, ingeval
wij eens zouden gestoord worden door een
bezoeker, dien u wel ontvangen moest.
Zoudt u er dus op tegen hebben, bij mij in
Ryderstreet te komen, waar ik er voor kan
instaan dat wij niet overvallen zullen wor
den. Bepaalt u zelve een uur zoo moge
lijk vandaag daar het een dringende
zaak is. Laat niemand dit briefje zien.
Degene, die het briefje bracht, vond haar
thuis en kreeg onmiddellijk antwoord mee:
Pauline zou in Ryderstreet zijn, een half uur
nadat hij haar antwoord ontving. Hij vond
het zeer aangenaam, dat zij dadelijk was in-
gegaan op zijn voorstel. Hij had hoofdzake-
lijk een samentreffen met Lenoir willen ver-
mijden. In de spanning van dit listig-tegen-
elkaar-inwerken van planuen en samenzwe-
ringen was het geraden zoo weinig mogelijk
argwaan te wekken.
Op den bepaalden tijd werd zij op zijn zit-
kamer gelaten. Het mooie jonge meisje was
zeer bleek en haar gezichtje toonde duidelijk
de sporen van den schok, dien zij had door-
staan.
Tot zijn voldoening merkte Easterbee ech
ter, dat zij kalmer was dan hij had durven
denken.
maar eens wilde probeeren of het toeste
goed werkte. Hij had natuurlijk geen toe-
stemming bedoelde stroom te gebruiken
Verdachte staat overigens gunstig bekend
en hem werd na eisch van het O. M. tot 50
boete of 50 dagen hechtenis te veroordeelen.
opgelegd f 20 boete of 20 dagen hechtenis.
PERSOONL1JKE KENNISMAKING f
DRINGEND GEWENSCHT.
Mej. Trijntje K. is niet present, hoewel de
politierechter haar heeft aangeschreven per-
soonlijk te verschijnen.
De zaak werd alsnu niet behandeld en zal
over 14 dagen opnieuw op de rol verschijnen
met bevel dat de afwezige door den sterken
arm der wet zal worden voorgeleid.
TWIJFELACHTIGE COMPLIMENTEN.
De niet aanwezige verdachte Teunis P. t<
Noord-Scharwoude heeft op 18 April der
heer Herman Klein Beekman, koopmans
knecht bij de firma Slot, minder complimen-
teus toegevoegd: Je bent een gemeene
smeerlap, 'n groote schoft en 'n fielt.
Hij heeft nog veel meer gedebiteerd dat
niet vltiend was, doch deze uitdrukkingen
weiden als de meest gepeperde. door den be-
leedigde genoteerd en daarvan klacht gedaan.
Verdachte was boos omdat de heer Beck-
man door hem geleverde kool had afge-
keurd.
Gevorderd werd f 20 boete of 20 dagen
hechtenis.
Vonnis conform dit requisitoir. 'A
DIEFSTAL VAN EEN BANKBILJET. 'A
Mejuffrouw Trijntje K. is inmiddels nog
gearriveerd en wordt haar zaak alsnog be
handeld; nadat zij wegens haar late komst
een reprimande heeft moeten slikken. Zij
blijkt te zijn een jeugdige fabrieksarbeidster
te Alkmaar, die op 20 April aldaar heeft
weggenomen een bankbiljet van f 10, eigen
dom van de fabrieksarbeidster mej. Marie
Zwart te Egmond aan Zee. Beide dames
waren werkzaam op de melkfabriek „Uit-
hoorn" te Alkmaar en verdachte kreeg daar
door gelegenheid dit bedrag, pas ontvangen
loon uitmakend, uit de portemonnaie van
de benadeelde te kapen. Zij heeft van het geld
verschillende modeartikelen gekocht, doch
nu mej. Zwart alsnog weer schadeloos ge
steld. Het meisje heeft zich ten opzichte van
den reclasseeringsambtenaar ook al niet cor
rect gedragen. Haar levensgedrag is lang
niet onberispelijk. Omdat een juiste kijk op
dit geval nog ontbreekt. werd besloten de
zaak aan te houden tot 9 September a.s.
VERDUISTERING IN
DIENSTBETREKKING.
De 20-jarige slagersknecht A. A. D. ft
Alkmaar, in betrekking bij een slagers-
patroon alhier, stond terecht wegens ver-
duistering van f 152, welk bedrag hij ge
durende het tijdvak Juli '28April '29 ten
nadeele van zijn patroons had ontvreemd,
Verdachte, die overigens uitstekend voldeed,
wist door allerlei geknoei verschillende be-
dragen, hem door diverse klanten ter hand
gesteld, achter te houden, welke gelden hij
ten eigen bate aanwendde. Op grond van zijn
overigens goed gedrag en gebleken ge-
schiktheid heeft zijn patroon besloten hem in
dienst te houden. Het toegebrachte nadeel is
door de ouders van het jongmensch gedeelte-
lijk vergoed. Op grond van een en ander
sloot de officier zich aan bij het reclassee-
ringsrapport en vorderde 3 maanden gevan-
genisstraf voorwaardelijk met 2 jaren proef-
tijd en oplegging van bijzondere voor-
waarden.
Vonnis 2 maanden voorw. meet 2 proef-
jaren met onder toezichtstelling van het ge-
nootschap.
NIET OP HERHAALDE VORDERINQ
VERDWENEN.
De verdachte Joh. P. R., hebbende bereikt
den 23-jarigen leeftijd, stond terecht omdat
hij op Zondag 21 April niet voldaan heeft
aan de herhaalde vordering van mej. de wed.
de Vries te De Rijp, om haar woning, waar
in hij wederrechtelijk vertoefde, te verlaten.
Verdachte had te voren kwestie met een
zoon der weduwe en was deze in het huis
zijner moeder nageloopen, om daar nader
met hem af te rekenen. Verdachte erkend#
wel dronken te zijn geweest, doch ontkende
te weten wat er ten huize van mej. de Vries
is gebeurd. Hij is door de vier zoons van
de weduwe de deur uitgewerkt.
Eisch 35 boete of 35 dagen hechtenis.
Vonnis 25 boete of 25 dagen hechtenis.,
MISHANDELING.
De 24-jarige boerenknecht Pieter F. te
Zijpe heeft op 19 April de getuige S. Kooy en
diens moeder de weduwe S. Kooy mishan-
deld door Kooy in het gelaat en de weduwe
op 'n andere plaats van het lichaam te
raken.
Voor het toebrengen der mishandelingen
heeft verdachte een z.g. klauw of wieder ge-
bezigd. Hij geeft de mishandeling van Simon
Kooy toe, doch ontkende de weduwe geraakt
te hebben. Het schijnt dat er reeds te voren
ming over haar ongeluk had herhaald, licht-
te hij haar toe, waarom hij haar wenschte ts
spreken.
„U was dan zeker wel zeer verrast door
den inhoud yan mijn brief?" begon hij, bij
wijze van inleiding.
„Natuurlijk, kapitein Easterbee. Ik ver-
moedde wel, dat mijn vader en u elkaar veel
beter kenden, dan u wel wilde toegeve®.
Maar ik had toch niet gemeend dat er zulk
een intieme verhouding tusschen u en mijn
vader bestond, als deze brief doet denken".
Easterbee draalde een oogenblik, eer hij
voortging. Het was zaak, dat hij zorgvuldis
zijn woorden koos, want hij wilde niet, dat
zij meer van de waarheid zou weten, dan
volstrekt noodig was. En hij voelde instinct-
matig, dat dit niet zoo gemakkelijk zou zijn;
dat zij zeker niet de soort vrouw is, die maar
onmiddellijk aanneemt, al wat haar verteld
wordt. Ze had niets van het leven gezien: z«
had geen ervaring, maar achter die schijn-
bare eenvoudigheid school een schrander
doorzicht, daarvan was hij overtuigd.
Hij sprak met haperende zinnetjes:
„In werkelijkheid, miss Van der Wyck,
„hebben uw vader en ik nooit een woord go-
wisseld,. tot hij gistermorgen bij mij kwam"
Haar gezichtje, vol uitdrukking, gaf blijf
van groote verrassing.
„Vader is gistennorgen bij u geweest en a
had nooit te voren een woord met hem ge
sproken? Wat is dat allemaal voor gehty
zinnigheid?" 7
AYQMt .ver^yol^i