Sliiwistk Conrant. De kroonjuweelen. KKlllLLKTON. inmurd een en dertigste Jaargang. Dinsdag 25 Juni. Badio-htoekje Woensdag 26 Juni. HUversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen- wMng. 12.15—1.30 Concert door het A- V. R O-Kwintet. 1.30-3.- Kindermatinee. 3 4.Maak het zelf, cursus. 4.—5.— Le- zing door D. J. Holosteyn over ,,Kunstmati- ge verlichting van Pluimyee 6 01-7.- Concert door het A. V. R. O.-Kwmtet. 7.— 715 Verkiezingsrede. Vrijz. Dem. Bond. 7 157.30 Verkiezingsrede. Vrijheidsbond. 7 30 Voortzetting concert. 8.018.45 Voor- dracht over de Op. „La Boherne'door Cas- ner Howeler. Muzikaal. geillustreerd door gramofoonplaten. 8.45—11-— Concert door het Omroeporkest. Familie Speenhoff. In de pauze te 10.05 Persberichten. Na afloop Gramofoonmuziek. 12.Sluiting. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.J (Uitsluitend N. C. R- 11.—11.30 Korte Ziekendienst. 12.302.Sohstenconcert 2 _3 Gramofoonplatenconcert. 3—5.— Solistenconcert. 5—6.- Kinderuurtje. Zang en vertellingen. 6.-6.25 Causene over: Het dierenrijk. 6.40—6.55 Verkiezingsrede v. d. Chr Dem. Unie. 6.55—7.10 Verkiezmgsreae van de Herv. Geref. Staatspartij. 7.30—8.— Praatie tot de luisteraars door den N. C. K. V -voorzitter. S— Samenkomst van het Le- ger des Heils in Rotterdam. Zang, muziek en redevoeringen. Daarna persberichten. Daventry, 1562 M. 10.35 Morgenwijdiag. 10.50 Nieuwsberichten. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladenconcert Marv Ogden, alt. Alfred Walmsley, tenor. 12 50 Gramofoonmuziek. 1.202.20 Orkest concert. 2.50 Uitzen-ding voor scholen. 3.15 Intermezzo. 3.20 Overdracht van de kapel van King's College Hostel. Toespraken door den Aartsbisschop van Canterbury en de Lord Bisschop van Londen. 4.35 Concert. Roma June, sopraan, het Sylvian Trio. Ius- schen 4 20 en 6.20 Uitslagen der lawntennis wedstrijden te Wimbledon. 5.05 Orgelcon- cert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muzikaal Inter mezzo. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Lezing. 7Muzikaal Intermezzo. 7.05 Strijkkwar- tet. 7.20 Lezing. 7.35 Muzikaal Intermezzo. 7 45 Lezing. 8.05 Piano-recital door Mrs. Norman O'Neill. 8.35 „La Rondine" (,,De Zwaluw"), opera in 3 bedrijven van G. Puc cini Koor, orkest en solisten. 9.20 Nieuwsber. 9 35 Lezing. 9.55 „La Rcndine" (2e en 3e bedrijf). 11.10 Verrassing. 11.25—12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.50 Gra mcfoonmuziek. 4.05 Orkestconcert m.m. v. solisten. 6.55 Gramofoonplaten. 8.55 Orkest concert. Mme RitterCiampi, zang. Langenberg, 463.2 M. 10.3512.15 Gra mofoonmuziek. 12.15-12.55 Muziekuitzen- ding voor schol.en Orkest, koor en soast 12.55 Gramofoonmuziek. 6.036.50 Orkest concert. Heinz Ecca-ius, piano. S.20 Orkest concert. Intermezzo: Das Deutsche Yolkslied (16). Koor en 3olisten. Vervolgens tot 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1651 M. 6.10 Weerbericht. 10.35 —5 20 Lezingen enz. 5.206.20 Orkestcon cert 6.20—8.50 Lezingen enz. 8.50 Vocaal concert. Mafalda Salwatini, sopraan. 9.20 Kamermuziek. Josef Schwarz, piano. Bons Schwarz, viool. Alexander Schuster, cello. Daarna persberichten en tot 12.50 Dansmu- eiek. In de pauze beelduitzending. Hamburg, 391.7 M. 4 30 „Aufsatzstunde". 5 20 Ballet- en dansmuziek. 6.20 Concert 3 20 Orkestconcert. 10.20 „Schneider Fips" Sprookjes-opera in 1 bedriif van Hans Stad. ler. 9.20 Orkestconcert. 11.20 Dansmuziek. Brussel, 511.9 M. 5.20 Concert door het Radio-Trio. Mile Madeleine Borrey, zang 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert 1005 Dansmuziek. noch op de tribune. Zou deze s'ijgende politieke belangstoling zich uiten over de heele linie, nu we steeds meer en meer den datum van 3 Juli naderen? Tot dusver leek die belangstelling wel bijna op het nulpunr te staan De opening. De heer A. Bakker, voorzitter aer afd Alkmaar S.D.A.P., heette deze groote schare welkom. Hij hoopte in het bezoek, dat zoo gunstig afstak bij dat van andere politieke vcrgaderingen hier ter stede, een goed voor- teeken te mogen zien voor den uitslag van de verkiezingen en sprak den wensch uit, dat die voor de S.D.A.P. een schitterende overwin- ning mogen brengen. (Applaus.) Zang. Omdat de spreker van den avond nog niet was gearriveerd, trad daarop de gemengde zangvereeniging „De stem des Volks" op met een drietal liederen. Van de Internationale" werd het refrem door het publiek geestdriftig meegezongen. Het koor en zijn directeur, de heer P. A Blaauw, hadden voor de uitvoering van de meerstemmige liederen een daverend applaus in ontvangst te nemen. De ontvangst van den heer Duys. Tijdens den zang kwam de heer Duys het gebouw binnen, maar wijselijk bleef hij nog even buiten de zaal, omdat zijn binnentreden ongetwijfeld storend zou hebben gewerkt, want nu reeds, toen men van zijn aanwezig- heid op de hoogte kwam, ging er een hinder- lijk gefluister door de menigte, zoodat een vermanend „ssst" werd gehoord. Men hoort den heer Duys nu eenmaal gaarne, omdat hij zijn rede steeds doorspekt met aardigheidjes en de menschen aan het lachen weet te bren- Stadsnieuws DE S. D. A. P. EN DE VERKIEZINGEN. Rede van den heer mr. Duys. Een ongekende belangstelling! Om 8 uur den tijd van aanvang, was de heele groote zaal van De Harmonie gisteravond reeds bezet, slechts enkele staanplaatsen waren nog te krijgen, en nog bleven de belangstel- lenden toestroomen, wat, gezien de gewoonte van het beruchte „Alkmaarsche kwartier" (dat helaas wel eens een half uur wordt), geen verwondering behoeft te verwekken. Ve- len moesten dus teruggestuurd worden, om dat er geen plaats meer was, noch in de zaal (The crinkled Crown.) Geautoriseerde vertaiing uit het Engelsch van William le Queux, door Mej. E. H. 23 „Daar ben ik blij om", merkte mrs. Kearns «p, die altijd practisch van aard was, want dan zal hij ons al heel goed van dienst kun- nen zijn in de zaak, die wij onderbanden hebben". ,.U meent natuu- lijk de zaak Van der Wyck?" vroeg le jt nge man. J uist. A prooos, u heeft die bewuste pa pier en toch wel vei'ig opgeborgen?" „Ze zijn op de Bank, in*een gesloten trom mel, waar wij er altijd bij kunnen. Maar ik geloof, dat wij beiden den inhoud wel goed in ons hoofd hebben geprent. Easterbee's copie wordt op het ministerie van Binnenlandsche Zaken bewaard, maar Harold kent den in houd ook uit het hoofd. Je kunt niet veel be- reiken in dezen tak van dienst, als je niet een goed geheugen hebt". Na het diner brachten zij den rest van den avond in den salon door. Ena Craven, die een uitstekende musicienne was, speelde en kele sonate's en Doris, die een sympathieke stem bezat, zong een paar liederen. Mrs. Kearns, die niet bijzonder muzikaal was, sluimerde zoowat in en gedurende de oogen- blikken, dat zij walker was, dacht zij na over gen. Toen de zang geeindig was, richtten aller oogen zich naar den ingang en toe mr. Duys binnenkwam, gingen velen staan en hartelijk klonk het applaus als welkom. De voorzitter sprak nog een woord ter begroeting, daaraan vastknoopend den wensch, dat mr. Duys de vergadering zooda- nig mocht kunnen begeesteren, dat straks in onze stad minstens 4500 roode stemmen zul- len worden uitgebracht. Mr. Duys aan het woord. Mr. Duys opende zijn rede met een dank- betuiging voor de hartelijke ontvangst. Hij had autopech gehad, vandaar zijn late aan- komst. Van verschillede kant had spr. den laat- sten tijd de klacht gehoord van weinig be langstelling voor de politick, maar ziende de drukke opkomst van thans en in vele an dere plaatsen, waar hij was opgetreden, meende spr. dat er wel belangstelling is voor de soc. democratic. Steeds meerderen keeren zich af van de andere partijen, als gevolg van onwaarheden, door deze partijen gelan ceerd. En deze menschen die zich afkeerden van andere partijen. vulden overal de zalen en vooral dezu'ken hoopte spr. op te wekken tot een zich verdiepen in het ideaal van het socialisme. Zeer velen weten nog slechts heel weinig van die idealen, omdat zij nog wer- den opgevoed in de richting van het kapita- lisme. Dat men de kinderen in het geloof aan God opvoedt, vond spr. uitstekend, mits men zich daar dan ook bij het godsdienstonder- wijs maar toe bepaalde, want zij. die opge voed worden in het ware Christendom, zullen de beste soc.-democraten worden. Immers de soc.-democratie, zij moge niet elken dag Gods naam op de lippen dragen, beoefent het beste Christendom. Wil men het lippen-dhristendom, dat niet tot daden komt, dan zie men naar Chr. van der Bilt e.a. Bij hen is geen spra- ke van een streven om te willen doen wat de bijbel voorschrijft. Sterk keurde spr. dit „farizeisme" af, waarbij hij opmerkte, dat zijn bezwaar niet is, dat men bij rechts zich christenen noemt, maar dat zij het niet zijn. In al de jaren van zijn Kamerlidmaatschap had spr. nog maar een keer een oprecht christelijk woord van rechts gehoord, en dit was bij de behandeling van de vlootwet, toen mevr. Bronsveld—Vitringa verwerping dier wet bepleitte. Tot straf werd zij de „woestijn" ingejaagd door hare partijgenooten. Van rechts beweert men dat men de arbei- dersbelangen wil behartigen. De r.k probee- ren het ook in Noord-Holland. De lijst dezer partij vergeleek spr. bij het Bredasche turf- schio: bovenop de turf (v. d. Bilt), onderin de soldaten (prof. Kortenhorst) en deze lading moet door de r.k. arbeiders in voile vertrou- wen naar het Binnenhof gesleept worden, waar de heer Kortenhorst dan wel voor den dag komt. Pas nadat de soc.-dem. toonden op te ko men voor de arbeiders, is men van de andere zijde begonnen ook afgevaardigden voor die menschen te candideeren. Echter, gekozen zijnde, bleken deze Kamerleden, die door ge boorte en opvoeding eigenlijk bij de arbeiders behooren, steeds aan de zijde van het kapita- lisme te staan, en dat stemde spr. meermalen bitter. Hij haalde hiervan eenige voorbeelden aan (behandeling ziektewet), waarbij hij er op wees, dat de vertegenwoordigers der chris- telijke partijen geen notitie namen van de wenschen van het r.k. werkliedenverbond. Spr. en de zijnen hadden aanvankelijk aan de rechterzijde willen overlaten die wenschen bij amendement in te dienen, maar toen zulks niet gebeurde, had de S.D.A.P.-fractie het ge- daan, ondanks het bezwaar dat men daar een poging in zou kunnen zien om de roomsche kiezers in het gevlei te komen. De toen voor- gestelde amendementen beoogden verschil- lende verbeteringen in het wetsvoorstel te brengen (betere verpleging en nazorg b.v., die alle gevolgen van ziekte beter zou kunnen doen verdwijnen). Een bijzonder groot aantal loontrekkenden zou niet in de wet worden opgenomen en toen spr. voorstelde deze 400.000 menschen wel op te nemen (een voorstel eigenlijk dus van het r.k. werkliedenverbond), kwam de heer Kuiper van de r.k.-fractie dit amendement bestrijden, zoodat deze dus afkeurde een wensch van het verbond, waarvan hij zelf be stuurder is. De premiebetaling, waarbij patroon en ar beider elk een deel zouden moeten betalen, werd door spr. sterk afgekeurd en dwaas ge- noemd, omdat de minister, zelf erkennende dat het loon der arbeiders te gering is om de risico van ziekte te dragen, niet nog een soort belasting op hen mag leggen. De premie moet worden betaald door de patroons, omdat er in de arbeidersgezinnen toch altijd nog veel tekort is, ondanks de verbeteringen, die voor en na, dank zij veel strijd, werden veroverd In verband hiermee stelde spr. vast, dat de reactionnairen den arbeider niet gunnen wat hij thans heeft, ondanks het feit, dat diezelf- de kapitalisten magazijnen stichten om met winst allerlei goedkoop „moois" aan den werkman te verkoopen. Maar niet alleen ver- bruiksartikelen e.d. komen tekort in de gezin- nen der arbeiders, ook en vooral cultureele verlangens wachten tevergeefs op vervulling. Aan sparen valt niet te denken, daarom moe ten de arbeiders niet worden verplicht ool; nog premie voor de ziektewet te betalen. De plicht daartoe moet gelegd worden op de pa troons, met dien verstande, dat men de klei- nen onder hen in dezen vrij laat, omdat zij vaak zelf reeds een zwaren dobber hebben om het hoofd boven water te houden. De pre mie die door hen die minder dan 1800 zui- ver inkomen hebben, zou moeten worden be taald voor de knechts, behoort te worden op- gebracht door de rijkere patroons. Maar alle rechtsche Kamerleden stemden tegen een amendement der soc.-dem. in dezen, ook de zoogenaamde arbeidersvertegenwoordigers. Onjuist noemde spr. het, dat de socialisten den middenst. zouden willen zien verdwijnen Dat deze stand bezig is te verdwijnen, is 'n gevolg van andere oorzaken't grootkapitaal met zijn groote ondernemingen, fabrieken en bazars, drukt de middenstanders dood en daarom doet het belachelijk aan, diezelfde grootkapitalisten te hooren beweren, dat zij willen opkomen voor de belangen van den middenstand. De eisch van het staatspensioen werd door spr. uitvoerig toegelicht en verdedigd. Hij zette uiteen, dat alle arbeid, goed beschouwd, geschiedt in het belang van het algemeen, dus gemeenschapsarbeid is en daarom heeft de gemeenschap plichten tegenover de produ- centen, als deze niet meer kunnen meewerken aan het productieproces. Dan is het juist, dat de gemeenschap erkent haar christel. plicht om ook dien ouden werkers het leven nog mogelijk te maken en aangezien het alleen de staat is dien plicht daartoe kan opleggen. noemen we deze uitkeering, die de ouden van dagen zullen krijgen, staatspensioen. Spr. ontkende, dat men dit een bedeeling zou mo gen noemen, het is een recht. Thans is het helaas nog vaak zoo, dat gebrek aan Jiet noodige het den kinderen onmogelijk maakt den ouden vader of moeder tot hun dood te verzorgen. Bovendien zal zoo'n bij de kinderen inwo- nende vader of moeder's avonds vaak bittere tranen storten over de zorg, dien kinderen gebracht door den ouderdom en dan wenscht zoo'n oudje vaak den dood, opdat die zorgen iets lichter zouden kunnen worden. Gij alien, zei spr., zult mede schuldig staan aan dergelijke tragedies, als gij niet meewerkt aan het totstandkomen van het staatspensioen. Vooral de jongeren hebben den plicht daartoe, een plicht, dien zij tot he- den weleens hebben vergeten. Ook zij hebben kans oud te worden en den tijd daarvoor hebben zij ook te besteden aan het voeren van strijd voor den eerbied voor den mensch. Spr. vond belachelijk het zedelijkheidsargu- ment van rechts tegen den eisch van het staatspensioen en vele andere rechtvaardige verlangens der arbeiders. De kerk stond en staat in dienst van het kapitalisme en ver- zaakte steeds haar plicht om op te komen voor rechtvaardigheia. Slechts dan, als de arbeiders de macht in handen nemen, zal de kerk het ware Christendom toonen. Tot dus ver heeft zij slechts een vernisje van democra tic voorgehangen. De rechtsche partijen handhaven nog steeds de zuiver kapitalistische eischen en werpen daarmee een slagboom op den weg naar den vooruitgang. Beter kan men met een onvervalschten Vrijheidsbonder te doen hebben, dan weet men wien en wat men voor heeft en wordt niet bedrogen door een demo- cratisch masker, gelijk thans de christelijke partijen toonen. Wijzend op een uitlating van Lloyd George over den stelligen ondergang van de mensch- heid, indien er niet een macht opstaat om oorlog te verhoeden, zei spr., dat bedoelde Engelsche staatsman blijkbaar die macht niet kende. Wij, zei spr., zijn zoo vrij, te meenen, dat de sociaal-democratie, de inter- nationale arbeiderswereld, deze macht ver- tegenwoordigt. De groote internationale belangen-te- genstellingen in het kapitalisme doen de grootste gevaren ontstaan voor een nieuwen oorlog en zij zweepen de arbeiders op door valsche leuzen en beweringen Het is de taak der soc. democratic om daartegen op te ko men en het is niet wenschelijk dat men ach- teraf critiseert. Komt daarom thans de gele deren versterken. De arbeidersklasse heeft niet de economi- sche tegenstellingen der kapitalisten en daar om is zij de eenige macht die de wereld kan redden en behoeden voor een nieuwen oor log, die zooveel offers aan menschen en geld kostte, waarvan spr. op humoristische wijze een voorstelling gaf. Zulk een oorlog, die eigenlijk is een strijd van machines en gas- sen, kan alleen voorkomen worden door ont- wapening. Tegen ontwapening door Nederland vond spr. niets in te brengen. De milliarden, die ons land heeft uitgegeven voor het militairis-- me, hadden ons (volgens verklaring van ge- neraal Snijders zelf) slechts een paar dagen in staat kunnen stellen ons leger en onze vloot eenige gevechtswaarde te geven. Uit voerig ging spr. in op de kosten van een en ander tegenover hetgeen men in andere lan- den daarvoor uitgeeft, om te constateeren, dat onze bewapening als oorlogsbewapening geenerlei beteekenis heeft. Een belachelijke vertooning noemde spr. hetgeen men in ons land deed na het gebeurde op Curasao. Ge- lukkig dat we daar geen legertje of een oor- logsschip hadden, want dat hadden de Vene- zolanen dan ook nog meegenomen. Veel goedkooper dan onze tegenwoordige weermacht kunnen wij een zoogenaamd poli- tieleger inrichten. Practisch zijn we al ont- wapend en wij zijn het dus eens met de Vrij- heidsbonders en andere voorstanders van be wapening. Alleen is hun systeem van ontwa pening ons wat te duur. Bovendien is het een zedelijke plicht om onze bewapening om te zetten in een politie- leger en dwaasheid is het te zeggen: „wi] willen niet eenzijdig ontwapenen". Deze leu ze leidt tot een andere, n.l. tot het: „zoo gij den vrede wilt, bereidt u ten oorlog", en deze heeft in 1914 tot den grooten oorlog geleid. De kwestie van ontwapening is niet op te los sen met te zeggen„wij doen het niet voor ze het allemaal doen". Neen, zei spr., wij kun nen er niet komen, als wij wachten tot in elk- land de laatste bewapenaar bekeerd is. Wij mogen en moeten gerust voorop gaan. In dien ooit een leger ons land zou willen bin- nentrekken, zouden wij het toch met onze mi litaire macht niet kunnen tegenhouden. Dat deden wij ook niet in 19141918, toen ons leger en onze vloot slechts dienst deden om bewijs te geven van onze neutraliteit. Dat zelfde resultaat kan echter veel goedkooper en met een kleine macht bereikt worden Zoolang een land zich niet rechtstreeks tegen ons keert om door ons land te trekken, kun nen wij ons neutraal houden met een kleine macht. Indien dat land zulks wel doet, zoo als Duitschland tegenover Belgie deed, kun nen wij ons toch niet met onze militaire macht verzetten. Een zedelijke plicht dwingt tot ontwap ning, tot instelling van een polit'c leger in plaats van onze tegenwoordige militaire macht. Tot slot van zijn betoog besprak de heer Duys het bevieemdende \an de oprichting van zoovele partijen, alleen met't doel om ersoneninde Karner te brengen Dit is een bewijs van het verval van he* liberalis- me, zooals tmr-schien in de toekomst ook nog eens het socialisme tot verva! zal komen. Het is het bewijs van het beginsellooze van de bourgeoisie, waartegenover wij zullen heb ben te plaatsen de idealen van het socialisme, dat een zon zal brengen in de grauwe we reld van het kapitalisme, op economisch, cul tured en maatschappelijk gebied een betere wereld zal brengen, waarin het niet meer voorkomt, dat het goede in den mensch ver- stikt wordt door de invloeden van het kapi talisme. Het socialisme zal de wereld mooier en beter maken en meer liefde brengen voor de menschheid. Strijdt daarvoor, zoo eindig- de spr. zijn rede, die hij herhaaldelijk met aardigheidjes en grapjes wist te kruiden en daardoor telkens door applaus werd onder- broken, en stemt 3 Juli op de S. D. A. P., waardoor gij een steentje bijdraagt aan veler geluk, iets wat nooit zal berouwen. (Dave- rend applaus). de gewichtige vraagstukken, waarin zij zoo- zeer belangstelde en voornamelijk over de waardevolle inlichtingen die de verrader hun had verschaft. Als het geluk hun gunstig was, werden ze daardoor in staat gesteld tot een grooten staatsgreep, de schoonste kans, die zij ooit gehad hadden! Op behoorlijken tijd ging het huishouden naar bed, op Pennington na, die enkele be- langrijke brieven had te schrijven. Hiertoe had hij zich aan een schrijftafeltje gezet, dat voor het venster op zijn kamer stond. Het was zeer warm, zoodat hij de deur gedeelte- lijk open hield, om eenigen tocht te hebben van het venster. Een uur had hij zoo zitten schrijven, toen hij eenig geruisch meende waar te nemen, dat van de benedenverdieping kwam. Op de tee- nen liep hij naar de deur en luisterdeJa, er was geen vergissing mogelijk: zachte voet- stappen gleden door de nail, in de richting van de kamer van mrs. Kearns. Terwijl hij een pistool bij zich stak, ging hij voorzichtig de trap af. Ena Craven sliep altijd zeer licht en van tijd tot tijd leed zij aan buien van slapeloos- heid. Op dezen avond had zij juist weer zoo'n bui. Haar slaapkamer was op de eerste ver- dieping, waar ook de kamers waren van mrs. Kearns, Doris en Pennington. De bedienden, de butler en de drie meisjes sliepen op de verdieping daarboven. De voorzitter deed verschillende mededeelingen over de verkiezingspropagan- da, die de afdeeling Alkmaar der S. D. A. P. zich voorstelt en noodigde alien uit om in grooten getale daarbij aanwezig te zijn. D E B A T. De heer Ver nee aan het woora. Voor het voeren van debat diende zich aan de heer A. V e r n e e, zich noemend verte- genwoordiger van de Anti-stemdwangpartij. Hij zei, heel goed te begrijpen waarom er zooveel politieke partijen ontstaan: het safa ris der Kamerleden is beter dan dat van een fabrieksarbeider, gelijk spr. is, en dan nog krijgt elk lid na elke zittmgperiode een pensi- oen, dat grooter is dan het bedrag hetwelk de socialisten den ouden arbeider die zijn heele leven heeft gezwoegd, willen toekennen. Spr. zou, in dien hij ooit Kamerlid mocht worden, willen voorstellen om het aantal leden te verdubbelen, opdat meei;dej-en die voordeelen zouden kunnen plukken. Onmogelijk yond spr, het, dat de voor de social-e wet ten noodige fasten zouden worden betaald dpor de lsapjtaiisten. want dat zou dan indircet toch weer terug komen op de ar beiders, want dezen zijn het van wie alles moet komen. Hierop besprak de heer Vernee de leuze van ontwapening. De socialisten zijn daar alleen voor, zei hij, omdat ons land prac tisch al ontwapend is. Spr. wees op hetgeen de heer J. J. de Roode had geschreven dien- aangaande. De soc.-dem. zijn geen echte ont- wapenaars, in Duitschland was hun eerste regeeringsdaad: het stemmen voor den bouw van kruisers. (Zwak applaus.) Spr. stelde vast, dat alleen om de eenheid in de regee- ring te bewaren, de soc.-dem. ministers daar voor stemden. Dit bewijst hoe verkeerd het is, als de soc.-democratie deelneemt aan de re- geering en baantjes aanneemt. In Engeland zal niets veranderen, nu Mac Donald eerste minister wordt. Spr. wees voorts op Belgie, waar de soc.-dem minister Kamiel Huysmans tijdens den oorlog jenever Het zenden naar het front, om de soldaten dronken te maken, zoodat zij zich gemakke- lijk zouden laten afslachten. (Beweging). Als de S. D. A. P straks een overwinning zal behalen, zal dat gaan ten koste van het beginsel vart ontwapening. want dan zal zij achter 'de ministerstafel plaats nemen en ook weer moeten stemmen voor de oorlogs- credieten. (Onrust). Spr. geloofde, dat in de toekomst de soc. - democratie evenzeer aan verval zal lijden als thans het liberalisme. Dan zal het anarchisme klaar staan en dan zal er veel ,verbeterd wor den in de samenleving. Repliek var mr. Duys Het kwam den heer Duys goed gelegen, dat slechts tot 12 uur vergaderd mocht worden. De heer Vernee had hem de argumenteti nog al gemakkelijk gemaakt: het is mogelijk dat over honderd jaar het anarchisme de wereld regeert, maar aangezien we heden leven, hebben we daar nog niets mee te maken. Spr. geloofde te mogen vaststellen, dat het onjuist is om thans niets te doen, zooals de heer Vernee had geadviseerd. Bovendien is de gang der dingen anders ge- weest dan deze zich voorstelde. Jaren ge- leden heeft het socialisme als anarchisme in ons land zijn intrede gedaan en omdat het toen niets kon uitrichten door zijn onthou- ding aan meewerken, is het gekomen tot socialisme. Boos was spr. geweest, toen de heer Vernee sprak van Kamiel Huysmans op de wijze zooals hij deed, en spr. loochende de juistheid van het dezen toegedichte verzen- den van jenever, want, zei spr., Kamiel Huys mans is tijdens den oorlog nooit minister ge: weest in Belgie. (Daverend gejuich). Hij woonde een groot deel van den oorlog in Den Haag als Belgisch vluchteling. Een weergaloos schandaal noemde spr. de be- wering van den debater. (Gejuich en hand- geklap). Spr. hoopte dat de vergadering hem zou willen ontslaan van de verplichting om verier te antwoorden op het betoog van den heer Vernee. Spr. wilde gaarne toegeven dat er wel wat zal zijn aan te merken op het parlementaire werk der sociaal-democralen, maar de groote lijnen hebben zij toch nooit uit het oog ver- (Wordt yeryolgd). 1929 Ho. 147 Dit geluid van sluipende voetstappen was ook tot haar doorgedrongen. In het eerst was zij geneigd om er weinig aandacht aan te schenkeo. Als men zoo lang over tijd wakker ligt, hoort men in oude huizen gewoonlijk vreemde gelui den, of althans verbeeldt men zich die te hoo ren. Ze zat rechtop in bed, om zich te overtuigen dat ze niet in half-sluimerenden toestand ver- keerde. Maar nu wist ze wel zeker dat ze wak ker was. De voetstappen waren ze£r zacht, maar in de stilte van den nacht toch duidelijk waarneembaar. En bijna onmiddellijk daarop hoorde ze weer andere geluiden. Er ging iemand de trap af, die naar de benedenverdieping leid de, heel langzaam, heel voorzichtig. Ze be- greep dadelijk wie het was: George Pennington had dezelfde voetstappen gehoord en was naar beneden gegaan om onderzoek te doen. Zij was een moedig meisje en had haar zenu wen nooit beter onder bedwang, dan wanneer zij in een toestand van groote spanning -r keerde. Zij sprong uit bed, haalde een ochtend japon te voorschijn, die zij over haar nachtpon wierp en sloop naar de plek vanwaar het ge luid kwam. Maar, of het toeval het zoo wilde struikelde zij over haar ochtendjapon bij het verlaten van haar kamer en dit gaf eenige ver traging, daar ze een oogenblik verdoofd was door den val en even tegen den muur moest leunen. Toen ze halverwege de trap was hoorde ze een geluid van worstelen, van zwaar ademhalen en van het schuifelen van voetstappen. In eens knalde er een pistoolschot, gevolgd door een doodelijke stilte. De deur van de kamer van mrs. Kearns stond half open en het licht brandde er. Toen zij het vertrek binnentrad, waarvan de openstaande deuren op den tuin uitkwamen, trof haar een verschrikkelijk tooneel: George Pennington lag bewusteloos op den grond, terwijl er gestadig bloed sijpelde uit een wonde aan het hoofd. In de hand had hij een afgeschoten pistool en dicht bij de plek waar hij lag rag zij een masker, dat blijkbaar gedragen was door den inbreker en dat hem afgetrokken werd door de tegenpartij in de worsteling, die tusschen beide mannen moest gevolgd zijn. HOOFDSTUK IX. De knal van een pistoolschot zou zeker iemand, zoo niet alien, wekken in huis. Maar Ena Craven liet het daarop niet aankomen. In den hall hing een gong met een machtigen klank. Werd die in beweging gebracht, zelfs door den arm van een vrouw, dan zou die de zeven slapers wekken. Miss Craven bewerkte het instrument dan ook met groote kracht en binnen enkele minuten kwam het huishouden beneden: Doris en haar moeder, de butler en de drie meisjes. Mrs. Kearns overzag de situatie met 46n oog opslag. Iemand was ingebroken bij haar in de kamer, niet met de bedoeling van een gewonen diefstal, maar om enkel papieren te bemachti gen, die er toevallig niet waren, daar ze al vet liger opgeborgen waren. De laden van haar schrijftafel waren niet opengebroken, om de eenvoudige reden, dat de inbreker daartoe niet den tijd had gehad. Pennington had hem een paar minuten na zijn binnendringen overvallen en in de worsteling, die volgde, was George er slecht afgekomen. Als de „inbreker" om hem nu maar zoo te noemen zijn tegenpartij dadelijk bedwelmd had, dan zou hij ruimschoots den tijd hebben gehad om de schrijftafel te doorzoeken. Maar het pistoolschot had hem verraden; hij wist dat iemand in huis het gehoord moest hebben en hij maakte dus dat hij uit de voeten kwam om zich het leven te redden. Duidelijk het werk van een lid van de club, waartoe Van der Wyck had behoord. Terwijl de ongelukkige jonge man voorzichtig op de sofa werd gelegd en Dora, die een ver- bandcursus had doorgemaakt, haar best deed om het bloed te stelpen, belde mrs. Kearns den dokter op, met het dringend verzoek toch voor al dadelijk te komen. Haar volgende stap was om de poiitie te roepen. Maar met het onvermijdelijke oponthoud, dat zulke omstandigheden altijd meebrengen, was er ruim een half uur vervlogen, eer een van bei de opgeroepen partijen zich vertoonde. De in breker wie hij dac ook was zou zeker met een heel Snellen auto zijn gekomen en op dit oogenblik zou hij al een aanmerkelijk eind weg zijn. De dokter keek ernstig, toen hij den jongen man onderzocht. De wonde aan het hoofd, die door een zwaar werktuig moest zijn toege- bracht, was van bedenkelijken aard. Hij kon nog niet met beslistheid zeggen of ze doodelijk zou zijn of niet. Pennington had v66r, dat hij nog jong was en een ijzersterk gestel bezat maar hierop alleen was de hoop gegrond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5