ftikniaarscli! Ciurant. De kroonjuweeEen. dAbbelm^nh C,9.C05R0Z&N ZE-Erp MET nE-T AMK&R Stadsnieuws Radio-hrcekje milTETON. Htfitftrd een en dertigste laargang. Woensdag 26 Juni. Donderdag 27 Juni. HUversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen- wiidiasj 12.15—2.— Concert door het A. V. R CX-Kwintet. 2.-2.30 Lezing door W. Biersteker over „Het Noordzee-strand Rust- oord en plaats van verschrikking". 2.30— 3.Gramofoonmuziek. 3.4.Knipcur- sus. 4._5.-l Ziekenuurtje. 5—5.30 Sport- causerie door H. Hollander. 6.017. Con cert door het A- V. R. O^Kwintet 7.-7.15 Verkiezingsrede. Dem. Parti]. 7.15 7JU Verkiezingsrede S. D. A. P. 7.30 Voortzet- ting concert. 8.01—8.45 Viool-recital door Nicholas Roth. 8.45-11.— Concert door het Omroep-orkest. R. Brinkman, cello. Na af- loop gramofoonmuziek. 12.Sluiting. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.) :(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.-11.30 Korte Ziekendienst. 12.30—1.45 Solistenconcert. 56 30 Solistenconcert. 6.30—6.55 Muziek- praatie. 7.35—8.05 Anti-revol. verkiezings rede. 8.05—8.35 Chr. Hist verkiezingsrede 8.35 Scandinavische avond. Muziek en lite- ratuur van Scandinavische componisten en schrijvers. Orkest, declamatie, solisten. Daarna persoerichten. Daventry, 1562 M. 10.35 Morgenwijding. 10 50 Nieuwsberichten. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert. Doreen Chester, sopraan. Emilio Perca, tenor. Lorna Peruzzi, viool. 1.20 Gramofoonmuziek. 2 20 —2.45 Beelduitzending. 3.20 Vesper uit de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. Tusschen 4 206 20 Uitslagen van de lawntennis wed- Btriiden te Wimbledon. 4.20 Concert. Marga ret Adla, sopraan. Olive Cloke, piano. 4.50 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berich- ten. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Landbouw- berichten. 6.55 Muzikaal Intermezzo. 7.05 Striikkwartet. 7.20 Lezing. 7.35 Muzikaal Intermezzo. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudevi'le. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Or- kestconcert. Twee nieuwe balletten van Igor Strawinsky onder diens persoonlijke leiding. 11 20 Dansmuziek. 11.3512.20 Vocaal concert. Edna Thomas. Parijs Radio-Paris", 1744 M. 12.50 Gra mofoonmuziek. 4.05 Klassiek uurtje van Radio Art et Pensee. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.20 Qrkestcon :ert m. m. van solisten en instrumentaal kwintet. Langeftberg, 462-2 M. 10.35—12.15 Gra mofoonmuziek. 12.40 Gramofoonmuziek. I.25—2.50 Orkestconcert. Anita Greve, alt. 6 05—6.50 Gramofoonmuziek. 9.05—9 35 Orkestconcert. Cornelis Bronsgecst, bariton. 9.35 Concert door het Liitticher strijkkwartet. Daarna tot 12.20 Orkestconcert. Zeesen, 1651 M. 6.10 Weerbericht. 10 35 —5.20 Lezingen enz. 5.20—6.20 Orkestcon cert. 6.20—8.15 Lezingen enz. 8.20 Piano- recital door Alice Jacob—Loewenson. 8.50 Vocaal concert door Emmy von Stettin, so praan. 9.20 Orkestconcert. Daarna persber. en tot 12.50 Dansmuziek. Omstreeks 2.20 's nachts: Uitzending uit Amerika van de boksmatch Schmeling—Paolino. Hamburg, 391.7 M. 4.35 Orkestconcert 5 20 Orkestconcert. 6.20 Concert. 7.15 „Der Rosenkavalier". Muziek van Rich. Strauss. II.35 Dansmuziek. Brussel, 511-9 M. 5.20 Trioconcert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Operette-fragmenten. Orkest en solisten. 9.05 Vervolg van 8.35. TIJDELIJKE GOLFLENGTE- VERANDERING. Wij vernemen, dat met ingang van Maan- dag 1 Juli a.s., de golflengte van de zake- lijke omroepen te Scheveningen-Haven tijde- lijk zal worden gewijzigd van 1852 1875 M. M. in DE DIRECTEUR DER GEMEENTE- WERKEN MAAKT BEKEND DAT DE RIDDERSTRAATBRUG OVER DE OUDEGRACHT VANAF DONDERDAG 27 JUNI A.S. TOT NADERE AANKON- DIGING VOOR R1J- EN VOETVER- KEER ZAL ZIJN AFGESLOTEN. A.-R. KIESVEREENIGING. V erkiezingsmeeting in den sted muziektuin. Door de A. R. Kiesvereeniging „Neder- land en Oranje", hier ter stede was gister- avond een verkiezingsmeeting georganiseerd in den muziektuin, waarvoor de belangstel- ling groot genoemd kan worden. Medewerking op dezen avond werd ver- leend door het muziekkorps „Soli Deo Gloria". De heer G. H. Hoytink opende deze bij- eenkomst, na zang en gebed, met een woord van welkom, speciaal gericht tot de drie sprekers van dezen avond en waarbij hij er met nadruk op wees, dat men bij de a.s. ver- kiezingen moet stemmen op de lijst der A. R. Vervolgens was het woord aan den heer Chr. v. d. Heuvel, lid der Tweede Kamer. Rede van den heer Chr. v. d. Heuvel. Deze ving aan met te zeggen, dat hij in een paar woorden zou aangeven, hoe men moest strijden en hierbij liet hij vier waar- schuwingen hooren. Wij moeten niet toegeven aan de pogin- gen, om ons te laten dringen van de plaats die wij momenteel innemen. De linkschen en allerlei andere groepen pogen ons uit de sterke stellingen te verdrijven Thans wijst men op het voorbeeld van het buitenland, waar geen strijd tusschen geloof en ongeloof bestaat. Dit beroep is foutief. Wie eenigs- zins bekend is met den toestand in het buiten land weet dat men daar met angstige pre- ciesheid uit de staatsinrichting tracht te ban- nen alles wat aan God herinnert. Dit beroep faalt, zoowel b.v. voor Zweden als voor Engeland en Amerika. Zelfs in deze laatste landen houden alle politieke partijen er rain of meer christelijke traditien op na. Bovendien moeten de Nederlandsche vrij- zinnigen zich niet naar het Westen, doch Zuiden en Oosten richten. Als hier geen Christelijke politiek was geweest, dan zou bij ons de toestand zijn geweest zooals in de an dere, omliggende landen. Juist op dit oogenblik wordt daar zooals in Duitschland en Hongarije, ingezien dat men op den verkeerden weg is. De tweede waarschuwing richtte spr. te- gen de opmerking dat die Christelijke for- matie geen leiddraad zou vormen voor de Staatkunde. Wat wil men echter in de plaats stellen van de huidige partij-formatie. Een van de meestgenoemden is de scheiding tus schen democraat en conservatief. Op zichzelf is het niet duidelijk hoe dit een scheiding moet vormen. Wat zien we nl. gebeuren bij de z.g democraten? De S. D. A. P. en V. D. zijn over het Staatspensioen in een hopelooze ru- zie geraakt. Het Christel. staatkundig beginsel is in staat gebleken heel veel tot stand te brengen Daarom moeten we onbewogen vanuit onze stelling den strijd blijven voeren en ons niet uit deze positie laten dringen. Tegenover de vele pogingen om de vraag- stukken waarover het gaat, te verdoezelen, moeten wij stellen de kwesties waarom het gaat in hun juiste proporties. Wat het Staatspensioen betreft wil men het van links voorstellen, alsof men ter rech- terzijde voor de nooden van de ouden van dagen niets wil doen en ter linkerzijde wel. Dit is niet het geval. Alle partijen staan zon- der onderscheid op het standpunt dat voor- ziening getroffen moet worden, wanneer men niet meer geschikt is om te werken. Het gaat om de vraag op welke wijze die verzorging moet geschieden. De linksche partijen willen Staatsarmen- zorg, een soort bedeeling, terwijl de recht- sche groepen de gebreken in de samenleving willen opheffen, opdat de maatschappij op den duur zelf geschikt zal zijn in die nooden te voorzien. Hetzelfde geldt voor het probleem der ont- wapening. Het gaat er niet om of men voor oorlog is of niet. Het vraagstuk waar het hier om gaat is of het mogelijk is temidden van een tot de tanden gewapende wereld al leen de wapens neer te leggen, dus of een- zijdige ontwapening gewenscht is. Veel materiaal tot bestrij ding der nationale ontwapening staat ons ten dienste. Er zijn geen grooter tegenstanders van den oorlog dan de Christelijken en geen groo ter propagandisten van het kwaad van den oorlog dan de sociaal-democraten. Alleen wie de liefde en de verzoening predikt kan een krachtig propagandist zijn voor den vrede. Slechts het bevorderen van het Christelijk beginsel kan ons den vrede brengen. Laten we verder er ons niet toe laten ver- leiden den strijd oneerlijk te vechten. Enkele voorbeelden van oneerlijke strijdwijze noem de spr. B.v. zooals Floris Vos en de Sociaal-De- mocraten, die onmogelijke programpunten in hun verkiezingsmanifesten hebben opgeno- men. Dat is een oneerlijke manier van strij den. Het is niet aan te nemen, dat het Ne derlandsche volk zich op deze wijze zal la ten foppen. Het optreden der Staatkundig gerefor- meerde partij noemde spr. eveneens oneerlijk, daar deze idealen verkondigt, waarvan men weet dat men ze, met de macht in handen, toch niet zou kunnen vervullen. Het is een ernstige fout t.a.v. de stoffelijke dingen ide alen voor te houden die men nimmer kan vervullen, doch nog erger is het dit met gees telijke dingen te doen. Ik durf te zeggen, aldus spr., dat geen en- kel A. R. spreker een belofte heeft gedaan, die wij niet kunnen vervullen Trouw aan 't beginsel zullen we onze belangen in de volks vertegenwoordiging verdedigen. Laten we als staatkundige, als A. R. par tij, eerlijk den strijd blijven voeren. Van alles kan ons in den komenden strijd bemoedigen, doch we moeten ons niet laten wijsmaken dat voor allerlei stoffelijke belan gen van anderen meer valt te verwachten dan van ons. Dat is volstrekt onwaar. Laten we tegenover deze meening de waarheid. stel len. Door de eeuwen heen is alleen het Chris tendom in staat geweest eenige verbetering in het sociale leven te brengen. Waardoor is de vrouw opgeheven uit haar slaafsche positie tot de tegenwoordige eere- plaats, waarop zij zetelt? Wie heeft de sla- vernij doen verdwijnen, vroeg spr. Dat in 1929 pas een ziektewet tot stand kwam is de schuld der soc.-dem. die haar 16 jaren tegengehouden hebben. Wanneer we onze propaganda op dit ter- rein voeren, dan mogen we gebruik maken van de opmerking dat de soc-democratie slechts woorden en woorden heeft gesproken, maar geen daden heeft kunnen verrichten. Als we hiermede vergelijken hetgeen door de Christelijken is gedaan, dan stijgt dit op als een eerbiedwaardige zuil naast hetgeen door de soc. democraten is gedaan. Hierop mogen we ons echter niet verhoo- vaardigen Spr eindigde met de opwekking: Christe nen mannen en vrouwen, Christenen uit stad er. land, Christenen van alien stand. Chnste- nen van alle kerk, verzamelt U rond de A.R. bani-er en maakt Alkmaar en o rage ving tot ten stevige en sterke A.-R. burcnt Mr. Bijlevetd aan het woord. De tweede spr. was mr. Bijleveld, evdnee.ns lid der Tweede Kamer. Zooeven hebben we reeds gehoord, aldus spr., tot welke groote dingen het A.-R. be ginsel ons dringt, het beginsel dat uit God is en voor het leven ten zegen. Dat op zoo velerlei manier geprobeerd wordt het volk af te trekken van den weg der Heilige Schrift, bracht spr. ertoe te wijzen op het levenbewarend element der A. R. De naam anti-revolutionnair is voor ons eenigszins belemmerend. De naam is vreemd en niet af. Tegen den geest, die in de Fran- CEflT (The crinkled Crown.) Geautoriseerde vertaiing uit het Engelsch van William le Queux, door Mej. E. H. 24 SNEL SCHUIMEND EN REINIGEND. SPECIAAL VOOR HET BAD. OP GOEDE ZEEP5TAAT- sche revolutie zijn hoogfcpunt vond, richt zich de A R. partij Dat deae' geest nog voortbe staat, toonde spr. nader aan. Tegen dien geest te strijden en den eisch van het evangelie te doen hooren, is anti- revolutionnair. Wat we daartegenover zelf zijn, blijkt uit ons oude program van beginsel, dat God ons 50 jaar deed bezitten en dat een zegen was voor ons vol'k. Wij zijn de anti-revolutionnairen of chris- telijk-historische richting, zooals Kuiper het zeide. Christenen te zijn bewaart ons voor alle zelfverheffing of eigenwaan, doch legt op onze schouders een ontzettende verant- woording. God stelt ons tot plicht te laten schijnen het licht van zijn ordeningen en zijn genade. Als wij gehoorzaam onderwerpen, dan wordt hier op God's goedheid nimmer tever- geefs gebouwd. Historisch beteekent dat het heele warrel- net van draden, dat ons oog ziet, doch ons hart niet begrijpt lijnen zijn die God met zijn vinger trekt en waardoor heel de schepping zich zal ontwikkelen naar God's bestel en dan haar Heiland weer ontvangen. A.-R. is dit wonderlijke: wij moeten zwoe- gen elken avond weer en werken tot den 3en toe. Of we het winnen of verliezen, het is altijd goed. Het gaat om God's wil, God's rechten. Het gaat in die worsteling om de vrijheid van onze conscientie Spr. wees op twee dingen, waar het in den komenden verkiezingsstrijd om gaat Het staatspensioen wilde spr. teekenen in zijn onzinnige dwaasheid. Hij wees erop hoe de liberalen in strijd met hun beginsel voor staatspensioen zijn, terwijl de soc.-dem. en vrijz.-dem. ruzie zoe- ken om het staatspensioen. Als we de dingen peilen, wat krijgen we dan: Op zekeien leeftijd hierover is men het nog niet eens, krijgen zij die het noodig hebben staatspensioen. Het wordt betaalt uit de ongebreidelde schatkist. Wat gebeurt er nu straks? Dat menschen die hard en noest gewerkt hebben en zich weten te redden, niets krijgen, terwijl zij, die niets overspaarden, onder- steund worden. De volkskracht wordt weggenomen. Over de balk gooien wordt als grootste wijsheid gepropageerd. Met God's ordeningen wordt gebroken en hier zegt de A.R., om God's wil en om des volkswil niet dien weg op. Een tweede ding, dat onze tegenstanders vereent, is de huwelijkswetgeving. Man en vrouw zullen gelijkgerechtigd zijn, doch wat moet er gebeuren als er verschil van inzicht komt? Dan zijn er drie mogelijkheden: de kan- tonrechter zal beslissen, zegt de meest radi cale Een tweede wil gezinsraden instellen en een derde zegt dat het binnenshuis opgelost moet worden. Zooals God het in zijn wijsheid en liefde heeft geordend, zoo zal het niet zijn, is de diepste diepte van deze theorie Spr. stelde hierbij in het licht de stand punten van de v. d., de s. d. a. p. en de com- munisten, waarbij het steeds meer naar de diepte gaat. Hier wordt bewaarheid de profetie: VX at afvalt van den hoogen God moet vallen. Hier is geen vastheid en worden de vrouweneer, vrouwenschoonheid en vrou wen adel verhroken Spr. eindigde met de opwekking: Het gaat om onze conscientie, om God's wil en om des volks wil. Anti-revolutionnair beteekent dan te zeggen in het geloof: Ze zullen het ni -t hebben, de goden van dezen tijd. Ds. Remme spreekt. De laatste spreker was ds. J. H. F. Rem me, pred. der Ned. Herv. gemeente te Am sterdam. Uit wat wij hier vernomen hebben, zoo ving spr. aan, blijkt wel, dat onze leider de heer Colijn den strijd zoo juist schetste, toen hij een vlugschrift noemde: „Terwi'lle van geestelijke waarden". Ons menschenhart vraagt om rust aan God's vaderhart, want wi; behoeven meer dan brood. Onder invloed van de ongeloofs- propaganda is de waarde van ons mensch zijn in veler schatting aanmerkelijk gedaald. Men moge doen voorkomen dat men het mensch zijn schuift naar hooger plan, doch als men zich er op voorstaat van God's woord te vervreemden, dan ontrooft men aan de menschen het beste en staat schuldig aan ontzettende berooving van het volk. De wapenkreet, die oproept van pal staan voor ons kostbaarst bezit, is geen loos- alarm. In het roode kamp durft men brutaalweg zeggen dat godsdienst opium moet worden genoemd voor de samenleving. Een van de Engelsche bisschoppen sprak het uit dat men vrij moest kiezen, doch de Engelsche arbeiderspartij is niet zoo gocis- dienst-vijandig als de Nederlandsche. Dat de geestelijk waarden verband houden met de staatkunde komt, omdat we een gerust en sti! leven wenschen in eerbaarheid en godszalig- heid. Eens smaalde „Het Volk'' Colijn onder de broederen. Is dit niet schoon, vroeg spr. Wij kennen broederschap, omdat wij strijden voor geestelijke waarden. Het moge blijken dat liefde en aanhankelijkheid in staat zijn tot schoonere vrucht dan verguizing en haat. Het is echter te betrcuren dat in ons Christelijk kamp de splijtzwam wortel heeft geschoten. Dit dient noodlottig geheeten te worden. Straks blijft het succes uit en wordt de kloof wijder en dieper. Wat hun en ons gemeenschappelijk heilig en lief is, verkeert in gevaar en we dienen eendrachtig te strijden tegen den anti-Christ. Langs de waterer. van het politieke leven is een veelvoorkomend genus: de stuurlui aan den wal, die den schipper het aesturen van het schip zeer bemoeilijken. Zoo moest men niet doen. De regeering van ons vaderland is een veel te ernstig bedrijf. Dit lokte mij uit mijn tent, aldus spr. Ik ben geen politikus, doch de ernstige zucht dreef mij te waarschuwen tegen de steeds verdere splitsing. Wanneer zal ons volk weer- houden worden van alle roekeloosheid op po litiek gebied, waar zoo ernstig gevaar dreigt? Spr. wees op de kostelijke schatten, zooals dc school met den bijbel, en de erkenning der Goddelijke oorsprong van alle gezag, waarvoor men moest waken. Vervolgens deelde spr. mede hoe de leider Colijn sober, kloek en welmeenend zeide: Van Hem is mijn verwachting, toen hij de ontredderde boedel van den financieelen toestand des lands weer in orde gebracht had. Dat Is Christendom van het schoonste gehalte. De fundamenten worden omvergestooten en het pand ons toebetrouwd, wordt ernstig bedreigt. Vele geesten bedoelen de ondermij- ning van den bouw onzer gekerstende samen leving. Ongeloof is de bron van revolutie tegen revolutie is maar een hechte dam en dat is het evangelie. Ik geloof, aldus spr., dat waaracbtig ge loof een zeer groot volksbelang is. Het zal schoon zijn als we straks met succes uit den strijd komen. Achter onze vertegenwoordi- gers in's lands raadszaal dient een geheel volk te staan. Het behouden van het ons toe- betrouwde pand, wij weten wat het beteekent. Spr. eindigde met de mededeeling, dat Neerland's zonen en dochteren ootmoedig moeten buigen voor en bouwen op den God hunner vaderen en zich in dienst stellen van Zijn weg, Zijn dienst en Zijn woord. De bijeenkomst werd beeindigd met een gezamenlijk gebed, waarin ds. Remme voor- ging- OPENBARE LEESZAAL EN BOEKERIJ LANGESTRAAT 85. Geopend op werkdagen van 1010 uur, des Maandags van 210 uur. Lijst van aanwinsten: Uitleening uitsluitend aan leden; min. contr. 2 p. jaar. Tijdschriften. Roeping; maandschr. voor verdieping van leven en kultuur. Natura; orgaan der Ned. natuurhistorische ver. (G.) Nederlandsche letterkunde. 811 G 88 J. H. de Groot. Sprongen. (Ge- dichten). Nederlandsche rontons. B 97 re R. Burman. Recht op geluk. H 78 la A. van HoogstraienSchoch. De lange weg. H 78 sDe steenen pelgrim. J 42 r A. M. de Jong. De rijkaard. S 39 g Marie Schmitz. Het groote heimwee. S 58.5 Anke Servaes. Marianneke. W 77 a Augusta de Wit. De avonturen van den muzikant. In het Nederl. vertaalde rontons. C 48 h J. O. Curwood. De oude heirbaan. G 13.5 J. Galsworthy. Zwaar beproefd. 0 34.5 ag. E. Ph. Oppenheim. Afgodsbeel- den. O 34.5 ar. Afrekening. O 34.5 duiDe duivelsklauw. 0 34.5 w De weg tot geluk. P 51.5 Kathrene Pinkerton en R. Pinkerton. Fort-mysteiy. W 18.9 E. Wallace. Het politie-raadsel. Friesche letterkunde. 819 S 75 Sophocles. Kening Oidipous; treurspil; yn Fryske oersetting (G.) Engelsche letterkunde. 822 S 60 me W. Shakespeare. Merchant of Venice (a.o. plays). (G.) Engelsche romans. 823 H 63 s R. Hichens. The spirit of the time. (G.) 823 W 46 Patricia Wentworth The amazing chance. (G.) der Wyck. Daar ik wist, dat ik te doen had met 'n eerloozen schurk, haalde ik mijn pistool te voorschijn en schoot op hem met de dubbele bedoeling, om hem buiten gevecht te stellen en om alarm te slaan, Wij waren echter te dicht bij elkaar, dat ik het pistool goed richten kon en zoo miste dan ook mijn schot. Ik hoorde ^o. 148 1929 ZIJ, DIE ZICH MET 1 JULI A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEflEN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Terwijl hij voorzichtig naar boven gedragen en te bed gebracht werd, had mrs. Kearns eeu onderhoud met den inspecteur, wien ze haar overtuiging mededeelde, dat het geen geval van inbraak in den gewonen zin was. Zij moest hem aatuurlijk in zekere mate in haar vertrouwen nemen en hem enkele dingen vertellen, die ze liever voor zich gehouden zou hebben. Zij wist, dat de algemeene indruk buitenaf was, hoe er lets geheimzinnigs lag over het huishouden van Ridgemount Close, en een zaak als deze zou dc opinie daaromtrent nog stijven. En toch ten- zij ze den inspecteur niet geheel van de wijs wilde brengen, door voor te geven, dat het een gewoon soort inbraak was, die verijdeld werd door het onmiddellijk verschijnen van Penning ton ten tooneele viel er geen ontkomen aan, om hem althans een deel van de waarheid me- de te deelen. De inspecteur, een zeer intelligent man van een jaar of vijf en dertig, vatte de situatie heel goed. Hij wist van den indruk, dien Huize Rid gemount op de omgeving had gemaakt, een in druk, die zeker allereerst was gewekt door de koppigheid, waarmee mrs. Kearns zich op haar eigen grondgebied had verschanst en waarmee zij alien omgang met de buren stelselmatig ver- meed. Dit geheim was nu opgelost, naar nij meende, en hij haastte zich haar heel tactvol te verzekeren, dat bescheidenheid noodwendig hoorde tot de uitrusting van de politie en dat geen van de bijzonderheden, die zij hem toe- vertrouwde, verder zou gaan dan tot degenen, die er strikt mee noodig hadden. Ofschoon zij zelve er geen oogenblik aan twijfelde, dat een geheim gezant van de oude Broederschap, waartoe Van der Wyck had be- hoord, de schuldige was, hield zij deze meening vo6r zich. Tot zij in staat zou zijn te raadplegen degenen, die haar waarlijk met raad konden dienen, had zij geen lust zich in een wespennest te steken. Ze waren bloeddorstig, dit had het geval van den ongelukkigen Van der Wyck be- wezen want zij geloofde natuurlijk ook aller- minst aan de theorie van zelfmoord en zij voelde g66n lust om zich bloot te stellen aan hun wraakzuchtige attenties. Er konden ook nog wel andere redenen zijn voor haar terug- houdendheid. Terwijl zij hem dus maar half in vertrouwen nam en enkele namen opzettelijk voor hem verborgen hield, moest de inspecteur alleen at- gaan op zijn waarnemingsvermogen. Ongetwij- feld maakte hij zijn eigen gevolgtrekkingen wat betreft de redenen van haar terughoudendheid, maar daar hij voelde, dat hij met een zeer kie- sche zaak te doen had, was hij bescheiden ge- noeg om hierop geen commentaren te maken. Hij deed een nauwkeurig onderzoek en ont- dekte natuurlijk enkele dingen, met name enke le vingerafdrukken. Een kogel werd in den muur gevonden; die was afkomstig uit het pistool van Pennington en had het doel gemist, waarvoor hij bestemd was. De partijen waren zeker te dicht bij elkaar geweest, dat het schot goed gericht had kunnen worden. Aan den achterkant van het huis, op een weg, die toegang gaf tot een weinig-gebruikt tuin hek, vielen duidelijk de afdrukken van auto- wielen waar te nemen. Blijkbaar was de ,,in- breker" bekend met de gelegenheden van het huis en had hij te eeniger tijd zorgvuldig omge- keken op het erf. Het masker was achtergela- ten; maar dit was een heel gewoon ding, waar door men niet veel wijzer zou worden. „Er zijn heel weinig aanwijzingen'waren de laatste woorden van inspecteur Baker, toen hij afscheid nam. „Als Mr. Pennington in staat is tot spreken en ik hoop van harte dat dit gauw zal zijn dan kunnen wij wel tot de ont- dekking komen, dat hij den man herkende, eer hij verdoofd werd. Daarop is dan ook onze een-.- ge hoop gevestigd." Steeds buigende verliet hij het vertrek, daar hij dacht, dat hij te doen had met een zeer merkwaardige vrouw en ook een, die heel wat te zeggen had. Het wereldje om Elswick heen zou vreemd opkijken, als het den aard van de werkzaamheden van Mrs. Kearns kende. Er verliepen wel eenige dagen mee, eer bij George Pennington het bewustzijn weer vol- doende teruggekeerd was en de dokter hem ook overigens goed genoeg achtte, om een wat lan- ger gesprek te voeren, Gedurende dien tijd, die een ware kwelling was voor degenen, die uit- zagen, met al wat in hen was, op zijn inlichtin- gen, was hij handig en vol toewijding verpleegd door de drie vrouwen: Doris, Mrs. Kearns en zijn geliefde: Ena Craven. Toen was hij in staat, de geheele geschiedenis te vertellen. „Op het oogenblik, dat ik de kamer binnen- trad, zag ik een man geknield liggen voor uw schrijftafel, die juist bezig was het een of ander inbrekerswerktuig uit zijn zak te halen, klaar- blijkelijk, om de sloten van de laden van uw tafel mee open te steken. Ik schoot onmiddellijk op hem toe en dacht, dat ik hem in die houding er makkelijk onder zou hebben. Maar hij be schikte zeker over een groote mate van kracht, want hij slingerde mij van zich en sprong op, Ik zag toen dat hij een masker droeg. We vielen elkaar aan en in de worsteling, die volg- de, raakte zijn masker los en kon ik zijn gelaat onderseheiden. Ik herkende hem onmiddellijk als Forbes, een berucht lid van de Broeder schap, den man, die op de club van ,,De Mot- ten" was, op den avond, van den dood van Van enkel nog een knal en daarna wist ik niets meer. Hij had mij op het hoofd geslagen met een boksijzer, of iets dergelijks, en hoopte zeker, dat hij mij voorgoed het zwijgen had opgelegd' Mrs. Kearns vertelde hem van het beeoek van den inspecteur en de houding, die zij te genover hem had aangenomen. Had zij goed daaraan gedaan, of had zij er hem van moeten spreken, dat zij de broederschap verdacht? Zij was toen zoo opgewonden, dat zij haast niet geweten had, hoe zij handelen moest. Pennington voelde te veel voor haar, om haar ronduit te zeggen, dat zij volgens zijn mee ning een heel verkeerden weg had ingeslagen. Als zij volkomen openhartig was geweest, te genover Baker, dan zouden zij den man al lang te pakken hebben. „U dacht natuurlijk, dat u er het best aan deed en ik kan mij begrijpen dat u verdeeld was tusschen allerlei overwegingen. Maar nu ik weer mijn eigen baas ben, of althans voor een deel, denk ik, dat ik dien inspecteur eens hier aan mijn bed zal laten komen; dat ik open kaart met hem zal spelen en dat ik van hem ge daan zal zien te krijgen, dat hij heel Scotland Yard in beweging zet, om Forbes op het spoor te komen. Nog afgescheiden van mijn persoon lijke gevoelens jegens hem, moest zoo'n bloed- d-rstig misdadiger uit den weg geruimd wor den." Mrs. Kearns keek teleurgesteld voor een vrouw van een gewoonlijk zoo zelfbewust op treden: „Wij, vrouwen, zijn toch feitelijk niet veel waard in een echte crisis", zei ze nederig. „Het trof dan ook wel allernoodlottigst, dat Easter- bee juist weg moest zijn. Was hij bij de hand geweest, dan zou ik onmiddellijk naar Londen zijn gegaan, om hem te raadplegen. In ieder ge val had ik er maar iemand over moeten spre ken; het was dwaas, om enkel op mijn eigen oordeel af te gaan." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5