ftikniaarscli! Ciurant.
De kroonjuweeEen.
dAbbelm^nh
C,9.C05R0Z&N
ZE-Erp
MET nE-T AMK&R
Stadsnieuws
Radio-hrcekje
milTETON.
Htfitftrd een en dertigste laargang.
Woensdag 26 Juni.
Donderdag 27 Juni.
HUversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen-
wiidiasj 12.15—2.— Concert door het A. V.
R CX-Kwintet. 2.-2.30 Lezing door W.
Biersteker over „Het Noordzee-strand Rust-
oord en plaats van verschrikking". 2.30—
3.Gramofoonmuziek. 3.4.Knipcur-
sus. 4._5.-l Ziekenuurtje. 5—5.30 Sport-
causerie door H. Hollander. 6.017. Con
cert door het A- V. R. O^Kwintet 7.-7.15
Verkiezingsrede. Dem. Parti]. 7.15 7JU
Verkiezingsrede S. D. A. P. 7.30 Voortzet-
ting concert. 8.01—8.45 Viool-recital door
Nicholas Roth. 8.45-11.— Concert door het
Omroep-orkest. R. Brinkman, cello. Na af-
loop gramofoonmuziek. 12.Sluiting.
Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.)
:(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.-11.30 Korte
Ziekendienst. 12.30—1.45 Solistenconcert.
56 30 Solistenconcert. 6.30—6.55 Muziek-
praatie. 7.35—8.05 Anti-revol. verkiezings
rede. 8.05—8.35 Chr. Hist verkiezingsrede
8.35 Scandinavische avond. Muziek en lite-
ratuur van Scandinavische componisten en
schrijvers. Orkest, declamatie, solisten.
Daarna persoerichten.
Daventry, 1562 M. 10.35 Morgenwijding.
10 50 Nieuwsberichten. 11.05 Lezing. 11.20
Gramofoonmuziek. 12.20 Concert. Doreen
Chester, sopraan. Emilio Perca, tenor. Lorna
Peruzzi, viool. 1.20 Gramofoonmuziek. 2 20
—2.45 Beelduitzending. 3.20 Vesper uit de
Westminster Abbey. 4.05 Lezing. Tusschen
4 206 20 Uitslagen van de lawntennis wed-
Btriiden te Wimbledon. 4.20 Concert. Marga
ret Adla, sopraan. Olive Cloke, piano. 4.50
Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berich-
ten. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Landbouw-
berichten. 6.55 Muzikaal Intermezzo. 7.05
Striikkwartet. 7.20 Lezing. 7.35 Muzikaal
Intermezzo. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudevi'le.
9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Or-
kestconcert. Twee nieuwe balletten van Igor
Strawinsky onder diens persoonlijke leiding.
11 20 Dansmuziek. 11.3512.20 Vocaal
concert. Edna Thomas.
Parijs Radio-Paris", 1744 M. 12.50 Gra
mofoonmuziek. 4.05 Klassiek uurtje van
Radio Art et Pensee. 6.55 Gramofoonmuziek.
8.20 Qrkestcon :ert m. m. van solisten en
instrumentaal kwintet.
Langeftberg, 462-2 M. 10.35—12.15 Gra
mofoonmuziek. 12.40 Gramofoonmuziek.
I.25—2.50 Orkestconcert. Anita Greve, alt.
6 05—6.50 Gramofoonmuziek. 9.05—9 35
Orkestconcert. Cornelis Bronsgecst, bariton.
9.35 Concert door het Liitticher strijkkwartet.
Daarna tot 12.20 Orkestconcert.
Zeesen, 1651 M. 6.10 Weerbericht. 10 35
—5.20 Lezingen enz. 5.20—6.20 Orkestcon
cert. 6.20—8.15 Lezingen enz. 8.20 Piano-
recital door Alice Jacob—Loewenson. 8.50
Vocaal concert door Emmy von Stettin, so
praan. 9.20 Orkestconcert. Daarna persber.
en tot 12.50 Dansmuziek. Omstreeks 2.20
's nachts: Uitzending uit Amerika van de
boksmatch Schmeling—Paolino.
Hamburg, 391.7 M. 4.35 Orkestconcert
5 20 Orkestconcert. 6.20 Concert. 7.15 „Der
Rosenkavalier". Muziek van Rich. Strauss.
II.35 Dansmuziek.
Brussel, 511-9 M. 5.20 Trioconcert. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35 Operette-fragmenten.
Orkest en solisten. 9.05 Vervolg van 8.35.
TIJDELIJKE GOLFLENGTE-
VERANDERING.
Wij vernemen, dat met ingang van Maan-
dag 1 Juli a.s., de golflengte van de zake-
lijke omroepen te Scheveningen-Haven tijde-
lijk zal worden gewijzigd van 1852
1875 M.
M. in
DE DIRECTEUR DER GEMEENTE-
WERKEN MAAKT BEKEND DAT DE
RIDDERSTRAATBRUG OVER DE
OUDEGRACHT VANAF DONDERDAG
27 JUNI A.S. TOT NADERE AANKON-
DIGING VOOR R1J- EN VOETVER-
KEER ZAL ZIJN AFGESLOTEN.
A.-R. KIESVEREENIGING.
V erkiezingsmeeting in den sted
muziektuin.
Door de A. R. Kiesvereeniging „Neder-
land en Oranje", hier ter stede was gister-
avond een verkiezingsmeeting georganiseerd
in den muziektuin, waarvoor de belangstel-
ling groot genoemd kan worden.
Medewerking op dezen avond werd ver-
leend door het muziekkorps „Soli Deo
Gloria".
De heer G. H. Hoytink opende deze bij-
eenkomst, na zang en gebed, met een woord
van welkom, speciaal gericht tot de drie
sprekers van dezen avond en waarbij hij er
met nadruk op wees, dat men bij de a.s. ver-
kiezingen moet stemmen op de lijst der A. R.
Vervolgens was het woord aan den heer
Chr. v. d. Heuvel, lid der Tweede Kamer.
Rede van den heer Chr. v. d.
Heuvel.
Deze ving aan met te zeggen, dat hij in
een paar woorden zou aangeven, hoe men
moest strijden en hierbij liet hij vier waar-
schuwingen hooren.
Wij moeten niet toegeven aan de pogin-
gen, om ons te laten dringen van de plaats
die wij momenteel innemen. De linkschen en
allerlei andere groepen pogen ons uit de
sterke stellingen te verdrijven Thans wijst
men op het voorbeeld van het buitenland,
waar geen strijd tusschen geloof en ongeloof
bestaat. Dit beroep is foutief. Wie eenigs-
zins bekend is met den toestand in het buiten
land weet dat men daar met angstige pre-
ciesheid uit de staatsinrichting tracht te ban-
nen alles wat aan God herinnert.
Dit beroep faalt, zoowel b.v. voor Zweden
als voor Engeland en Amerika. Zelfs in deze
laatste landen houden alle politieke partijen
er rain of meer christelijke traditien op na.
Bovendien moeten de Nederlandsche vrij-
zinnigen zich niet naar het Westen, doch
Zuiden en Oosten richten. Als hier geen
Christelijke politiek was geweest, dan zou bij
ons de toestand zijn geweest zooals in de an
dere, omliggende landen.
Juist op dit oogenblik wordt daar zooals
in Duitschland en Hongarije, ingezien dat
men op den verkeerden weg is.
De tweede waarschuwing richtte spr. te-
gen de opmerking dat die Christelijke for-
matie geen leiddraad zou vormen voor de
Staatkunde. Wat wil men echter in de plaats
stellen van de huidige partij-formatie. Een
van de meestgenoemden is de scheiding tus
schen democraat en conservatief. Op zichzelf
is het niet duidelijk hoe dit een scheiding
moet vormen.
Wat zien we nl. gebeuren bij de z.g
democraten? De S. D. A. P. en V. D. zijn
over het Staatspensioen in een hopelooze ru-
zie geraakt.
Het Christel. staatkundig beginsel is in
staat gebleken heel veel tot stand te brengen
Daarom moeten we onbewogen vanuit onze
stelling den strijd blijven voeren en ons niet
uit deze positie laten dringen.
Tegenover de vele pogingen om de vraag-
stukken waarover het gaat, te verdoezelen,
moeten wij stellen de kwesties waarom het
gaat in hun juiste proporties.
Wat het Staatspensioen betreft wil men
het van links voorstellen, alsof men ter rech-
terzijde voor de nooden van de ouden van
dagen niets wil doen en ter linkerzijde wel.
Dit is niet het geval. Alle partijen staan zon-
der onderscheid op het standpunt dat voor-
ziening getroffen moet worden, wanneer men
niet meer geschikt is om te werken. Het gaat
om de vraag op welke wijze die verzorging
moet geschieden.
De linksche partijen willen Staatsarmen-
zorg, een soort bedeeling, terwijl de recht-
sche groepen de gebreken in de samenleving
willen opheffen, opdat de maatschappij op
den duur zelf geschikt zal zijn in die nooden
te voorzien.
Hetzelfde geldt voor het probleem der ont-
wapening. Het gaat er niet om of men voor
oorlog is of niet. Het vraagstuk waar het
hier om gaat is of het mogelijk is temidden
van een tot de tanden gewapende wereld al
leen de wapens neer te leggen, dus of een-
zijdige ontwapening gewenscht is.
Veel materiaal tot bestrij ding der nationale
ontwapening staat ons ten dienste.
Er zijn geen grooter tegenstanders van
den oorlog dan de Christelijken en geen groo
ter propagandisten van het kwaad van den
oorlog dan de sociaal-democraten. Alleen wie
de liefde en de verzoening predikt kan een
krachtig propagandist zijn voor den vrede.
Slechts het bevorderen van het Christelijk
beginsel kan ons den vrede brengen.
Laten we verder er ons niet toe laten ver-
leiden den strijd oneerlijk te vechten. Enkele
voorbeelden van oneerlijke strijdwijze noem
de spr.
B.v. zooals Floris Vos en de Sociaal-De-
mocraten, die onmogelijke programpunten in
hun verkiezingsmanifesten hebben opgeno-
men. Dat is een oneerlijke manier van strij
den. Het is niet aan te nemen, dat het Ne
derlandsche volk zich op deze wijze zal la
ten foppen.
Het optreden der Staatkundig gerefor-
meerde partij noemde spr. eveneens oneerlijk,
daar deze idealen verkondigt, waarvan men
weet dat men ze, met de macht in handen,
toch niet zou kunnen vervullen. Het is een
ernstige fout t.a.v. de stoffelijke dingen ide
alen voor te houden die men nimmer kan
vervullen, doch nog erger is het dit met gees
telijke dingen te doen.
Ik durf te zeggen, aldus spr., dat geen en-
kel A. R. spreker een belofte heeft gedaan,
die wij niet kunnen vervullen Trouw aan 't
beginsel zullen we onze belangen in de volks
vertegenwoordiging verdedigen.
Laten we als staatkundige, als A. R. par
tij, eerlijk den strijd blijven voeren.
Van alles kan ons in den komenden strijd
bemoedigen, doch we moeten ons niet laten
wijsmaken dat voor allerlei stoffelijke belan
gen van anderen meer valt te verwachten
dan van ons. Dat is volstrekt onwaar. Laten
we tegenover deze meening de waarheid. stel
len. Door de eeuwen heen is alleen het Chris
tendom in staat geweest eenige verbetering
in het sociale leven te brengen.
Waardoor is de vrouw opgeheven uit haar
slaafsche positie tot de tegenwoordige eere-
plaats, waarop zij zetelt? Wie heeft de sla-
vernij doen verdwijnen, vroeg spr.
Dat in 1929 pas een ziektewet tot stand
kwam is de schuld der soc.-dem. die haar
16 jaren tegengehouden hebben.
Wanneer we onze propaganda op dit ter-
rein voeren, dan mogen we gebruik maken
van de opmerking dat de soc-democratie
slechts woorden en woorden heeft gesproken,
maar geen daden heeft kunnen verrichten.
Als we hiermede vergelijken hetgeen door
de Christelijken is gedaan, dan stijgt dit op
als een eerbiedwaardige zuil naast hetgeen
door de soc. democraten is gedaan.
Hierop mogen we ons echter niet verhoo-
vaardigen
Spr eindigde met de opwekking: Christe
nen mannen en vrouwen, Christenen uit stad
er. land, Christenen van alien stand. Chnste-
nen van alle kerk, verzamelt U rond de A.R.
bani-er en maakt Alkmaar en o rage ving tot
ten stevige en sterke A.-R. burcnt
Mr. Bijlevetd aan het woord.
De tweede spr. was mr. Bijleveld, evdnee.ns
lid der Tweede Kamer.
Zooeven hebben we reeds gehoord, aldus
spr., tot welke groote dingen het A.-R. be
ginsel ons dringt, het beginsel dat uit God
is en voor het leven ten zegen.
Dat op zoo velerlei manier geprobeerd
wordt het volk af te trekken van den weg der
Heilige Schrift, bracht spr. ertoe te wijzen
op het levenbewarend element der A. R.
De naam anti-revolutionnair is voor ons
eenigszins belemmerend. De naam is vreemd
en niet af. Tegen den geest, die in de Fran-
CEflT
(The crinkled Crown.)
Geautoriseerde vertaiing uit het Engelsch
van William le Queux, door Mej. E. H.
24
SNEL SCHUIMEND
EN REINIGEND.
SPECIAAL VOOR
HET BAD.
OP GOEDE ZEEP5TAAT-
sche revolutie zijn hoogfcpunt vond, richt zich
de A R. partij Dat deae' geest nog voortbe
staat, toonde spr. nader aan.
Tegen dien geest te strijden en den eisch
van het evangelie te doen hooren, is anti-
revolutionnair.
Wat we daartegenover zelf zijn, blijkt uit
ons oude program van beginsel, dat God ons
50 jaar deed bezitten en dat een zegen was
voor ons vol'k.
Wij zijn de anti-revolutionnairen of chris-
telijk-historische richting, zooals Kuiper het
zeide. Christenen te zijn bewaart ons voor
alle zelfverheffing of eigenwaan, doch legt
op onze schouders een ontzettende verant-
woording. God stelt ons tot plicht te laten
schijnen het licht van zijn ordeningen en zijn
genade.
Als wij gehoorzaam onderwerpen, dan
wordt hier op God's goedheid nimmer tever-
geefs gebouwd.
Historisch beteekent dat het heele warrel-
net van draden, dat ons oog ziet, doch ons
hart niet begrijpt lijnen zijn die God met zijn
vinger trekt en waardoor heel de schepping
zich zal ontwikkelen naar God's bestel en
dan haar Heiland weer ontvangen.
A.-R. is dit wonderlijke: wij moeten zwoe-
gen elken avond weer en werken tot den 3en
toe. Of we het winnen of verliezen, het is
altijd goed.
Het gaat om God's wil, God's rechten.
Het gaat in die worsteling om de vrijheid
van onze conscientie
Spr. wees op twee dingen, waar het in
den komenden verkiezingsstrijd om gaat
Het staatspensioen wilde spr. teekenen in
zijn onzinnige dwaasheid.
Hij wees erop hoe de liberalen in strijd
met hun beginsel voor staatspensioen zijn,
terwijl de soc.-dem. en vrijz.-dem. ruzie zoe-
ken om het staatspensioen.
Als we de dingen peilen, wat krijgen we
dan: Op zekeien leeftijd hierover is men het
nog niet eens, krijgen zij die het noodig
hebben staatspensioen.
Het wordt betaalt uit de ongebreidelde
schatkist.
Wat gebeurt er nu straks?
Dat menschen die hard en noest gewerkt
hebben en zich weten te redden, niets krijgen,
terwijl zij, die niets overspaarden, onder-
steund worden.
De volkskracht wordt weggenomen. Over
de balk gooien wordt als grootste wijsheid
gepropageerd. Met God's ordeningen wordt
gebroken en hier zegt de A.R., om God's wil
en om des volkswil niet dien weg op.
Een tweede ding, dat onze tegenstanders
vereent, is de huwelijkswetgeving. Man en
vrouw zullen gelijkgerechtigd zijn, doch wat
moet er gebeuren als er verschil van inzicht
komt?
Dan zijn er drie mogelijkheden: de kan-
tonrechter zal beslissen, zegt de meest radi
cale
Een tweede wil gezinsraden instellen en
een derde zegt dat het binnenshuis opgelost
moet worden.
Zooals God het in zijn wijsheid en liefde
heeft geordend, zoo zal het niet zijn, is de
diepste diepte van deze theorie
Spr. stelde hierbij in het licht de stand
punten van de v. d., de s. d. a. p. en de com-
munisten, waarbij het steeds meer naar de
diepte gaat.
Hier wordt bewaarheid de profetie: VX at
afvalt van den hoogen God moet vallen.
Hier is geen vastheid en worden de
vrouweneer, vrouwenschoonheid en vrou
wen adel verhroken
Spr. eindigde met de opwekking: Het gaat
om onze conscientie, om God's wil en om des
volks wil. Anti-revolutionnair beteekent dan
te zeggen in het geloof: Ze zullen het ni -t
hebben, de goden van dezen tijd.
Ds. Remme spreekt.
De laatste spreker was ds. J. H. F. Rem
me, pred. der Ned. Herv. gemeente te Am
sterdam. Uit wat wij hier vernomen hebben,
zoo ving spr. aan, blijkt wel, dat onze leider
de heer Colijn den strijd zoo juist schetste,
toen hij een vlugschrift noemde: „Terwi'lle
van geestelijke waarden".
Ons menschenhart vraagt om rust aan
God's vaderhart, want wi; behoeven meer
dan brood. Onder invloed van de ongeloofs-
propaganda is de waarde van ons mensch
zijn in veler schatting aanmerkelijk gedaald.
Men moge doen voorkomen dat men het
mensch zijn schuift naar hooger plan, doch
als men zich er op voorstaat van God's
woord te vervreemden, dan ontrooft men aan
de menschen het beste en staat schuldig aan
ontzettende berooving van het volk.
De wapenkreet, die oproept van pal staan
voor ons kostbaarst bezit, is geen loos-
alarm.
In het roode kamp durft men brutaalweg
zeggen dat godsdienst opium moet worden
genoemd voor de samenleving.
Een van de Engelsche bisschoppen sprak
het uit dat men vrij moest kiezen, doch de
Engelsche arbeiderspartij is niet zoo gocis-
dienst-vijandig als de Nederlandsche. Dat de
geestelijk waarden verband houden met de
staatkunde komt, omdat we een gerust en sti!
leven wenschen in eerbaarheid en godszalig-
heid. Eens smaalde „Het Volk'' Colijn onder
de broederen. Is dit niet schoon, vroeg spr.
Wij kennen broederschap, omdat wij strijden
voor geestelijke waarden. Het moge blijken
dat liefde en aanhankelijkheid in staat zijn
tot schoonere vrucht dan verguizing en
haat. Het is echter te betrcuren dat in ons
Christelijk kamp de splijtzwam wortel heeft
geschoten. Dit dient noodlottig geheeten te
worden. Straks blijft het succes uit en wordt
de kloof wijder en dieper.
Wat hun en ons gemeenschappelijk heilig
en lief is, verkeert in gevaar en we dienen
eendrachtig te strijden tegen den anti-Christ.
Langs de waterer. van het politieke leven is
een veelvoorkomend genus: de stuurlui aan
den wal, die den schipper het aesturen van
het schip zeer bemoeilijken. Zoo moest men
niet doen. De regeering van ons vaderland
is een veel te ernstig bedrijf.
Dit lokte mij uit mijn tent, aldus spr. Ik
ben geen politikus, doch de ernstige zucht
dreef mij te waarschuwen tegen de steeds
verdere splitsing. Wanneer zal ons volk weer-
houden worden van alle roekeloosheid op po
litiek gebied, waar zoo ernstig gevaar dreigt?
Spr. wees op de kostelijke schatten, zooals
dc school met den bijbel, en de erkenning
der Goddelijke oorsprong van alle gezag,
waarvoor men moest waken. Vervolgens
deelde spr. mede hoe de leider Colijn sober,
kloek en welmeenend zeide: Van Hem is
mijn verwachting, toen hij de ontredderde
boedel van den financieelen toestand des
lands weer in orde gebracht had. Dat Is
Christendom van het schoonste gehalte.
De fundamenten worden omvergestooten
en het pand ons toebetrouwd, wordt ernstig
bedreigt. Vele geesten bedoelen de ondermij-
ning van den bouw onzer gekerstende samen
leving. Ongeloof is de bron van revolutie
tegen revolutie is maar een hechte dam en dat
is het evangelie.
Ik geloof, aldus spr., dat waaracbtig ge
loof een zeer groot volksbelang is. Het zal
schoon zijn als we straks met succes uit den
strijd komen. Achter onze vertegenwoordi-
gers in's lands raadszaal dient een geheel
volk te staan. Het behouden van het ons toe-
betrouwde pand, wij weten wat het beteekent.
Spr. eindigde met de mededeeling, dat
Neerland's zonen en dochteren ootmoedig
moeten buigen voor en bouwen op den God
hunner vaderen en zich in dienst stellen van
Zijn weg, Zijn dienst en Zijn woord.
De bijeenkomst werd beeindigd met een
gezamenlijk gebed, waarin ds. Remme voor-
ging-
OPENBARE LEESZAAL EN BOEKERIJ
LANGESTRAAT 85.
Geopend op werkdagen van 1010 uur, des
Maandags van 210 uur.
Lijst van aanwinsten:
Uitleening uitsluitend aan leden; min.
contr. 2 p. jaar.
Tijdschriften.
Roeping; maandschr. voor verdieping van
leven en kultuur.
Natura; orgaan der Ned. natuurhistorische
ver. (G.)
Nederlandsche letterkunde.
811 G 88 J. H. de Groot. Sprongen. (Ge-
dichten).
Nederlandsche rontons.
B 97 re R. Burman. Recht op geluk.
H 78 la A. van HoogstraienSchoch. De
lange weg.
H 78 sDe steenen pelgrim.
J 42 r A. M. de Jong. De rijkaard.
S 39 g Marie Schmitz. Het groote heimwee.
S 58.5 Anke Servaes. Marianneke.
W 77 a Augusta de Wit. De avonturen van
den muzikant.
In het Nederl. vertaalde rontons.
C 48 h J. O. Curwood. De oude heirbaan.
G 13.5 J. Galsworthy. Zwaar beproefd.
0 34.5 ag. E. Ph. Oppenheim. Afgodsbeel-
den.
O 34.5 ar. Afrekening.
O 34.5 duiDe duivelsklauw.
0 34.5 w De weg tot geluk.
P 51.5 Kathrene Pinkerton en R. Pinkerton.
Fort-mysteiy.
W 18.9 E. Wallace. Het politie-raadsel.
Friesche letterkunde.
819 S 75 Sophocles. Kening Oidipous;
treurspil; yn Fryske oersetting
(G.)
Engelsche letterkunde.
822 S 60 me W. Shakespeare. Merchant of
Venice (a.o. plays). (G.)
Engelsche romans.
823 H 63 s R. Hichens. The spirit of the
time. (G.)
823 W 46 Patricia Wentworth The amazing
chance. (G.)
der Wyck. Daar ik wist, dat ik te doen had
met 'n eerloozen schurk, haalde ik mijn pistool
te voorschijn en schoot op hem met de dubbele
bedoeling, om hem buiten gevecht te stellen en
om alarm te slaan, Wij waren echter te dicht
bij elkaar, dat ik het pistool goed richten kon
en zoo miste dan ook mijn schot. Ik hoorde
^o. 148
1929
ZIJ, DIE ZICH MET 1 JULI A.S. VOOR
MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD
ABONNEEflEN, ONTVANGEN DE TOT
DIEN DATUM VERSCHIJNENDE
NUMMERS FRANCO EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
Terwijl hij voorzichtig naar boven gedragen
en te bed gebracht werd, had mrs. Kearns eeu
onderhoud met den inspecteur, wien ze haar
overtuiging mededeelde, dat het geen geval van
inbraak in den gewonen zin was. Zij moest hem
aatuurlijk in zekere mate in haar vertrouwen
nemen en hem enkele dingen vertellen, die ze
liever voor zich gehouden zou hebben. Zij wist,
dat de algemeene indruk buitenaf was, hoe er
lets geheimzinnigs lag over het huishouden van
Ridgemount Close, en een zaak als deze zou dc
opinie daaromtrent nog stijven. En toch ten-
zij ze den inspecteur niet geheel van de wijs
wilde brengen, door voor te geven, dat het een
gewoon soort inbraak was, die verijdeld werd
door het onmiddellijk verschijnen van Penning
ton ten tooneele viel er geen ontkomen aan,
om hem althans een deel van de waarheid me-
de te deelen.
De inspecteur, een zeer intelligent man van
een jaar of vijf en dertig, vatte de situatie heel
goed. Hij wist van den indruk, dien Huize Rid
gemount op de omgeving had gemaakt, een in
druk, die zeker allereerst was gewekt door de
koppigheid, waarmee mrs. Kearns zich op haar
eigen grondgebied had verschanst en waarmee
zij alien omgang met de buren stelselmatig ver-
meed. Dit geheim was nu opgelost, naar nij
meende, en hij haastte zich haar heel tactvol te
verzekeren, dat bescheidenheid noodwendig
hoorde tot de uitrusting van de politie en dat
geen van de bijzonderheden, die zij hem toe-
vertrouwde, verder zou gaan dan tot degenen,
die er strikt mee noodig hadden.
Ofschoon zij zelve er geen oogenblik aan
twijfelde, dat een geheim gezant van de oude
Broederschap, waartoe Van der Wyck had be-
hoord, de schuldige was, hield zij deze meening
vo6r zich. Tot zij in staat zou zijn te raadplegen
degenen, die haar waarlijk met raad konden
dienen, had zij geen lust zich in een wespennest
te steken. Ze waren bloeddorstig, dit had het
geval van den ongelukkigen Van der Wyck be-
wezen want zij geloofde natuurlijk ook aller-
minst aan de theorie van zelfmoord en zij
voelde g66n lust om zich bloot te stellen aan
hun wraakzuchtige attenties. Er konden ook
nog wel andere redenen zijn voor haar terug-
houdendheid.
Terwijl zij hem dus maar half in vertrouwen
nam en enkele namen opzettelijk voor hem
verborgen hield, moest de inspecteur alleen at-
gaan op zijn waarnemingsvermogen. Ongetwij-
feld maakte hij zijn eigen gevolgtrekkingen wat
betreft de redenen van haar terughoudendheid,
maar daar hij voelde, dat hij met een zeer kie-
sche zaak te doen had, was hij bescheiden ge-
noeg om hierop geen commentaren te maken.
Hij deed een nauwkeurig onderzoek en ont-
dekte natuurlijk enkele dingen, met name enke
le vingerafdrukken. Een kogel werd in den
muur gevonden; die was afkomstig uit het
pistool van Pennington en had het doel gemist,
waarvoor hij bestemd was. De partijen waren
zeker te dicht bij elkaar geweest, dat het schot
goed gericht had kunnen worden.
Aan den achterkant van het huis, op een weg,
die toegang gaf tot een weinig-gebruikt tuin
hek, vielen duidelijk de afdrukken van auto-
wielen waar te nemen. Blijkbaar was de ,,in-
breker" bekend met de gelegenheden van het
huis en had hij te eeniger tijd zorgvuldig omge-
keken op het erf. Het masker was achtergela-
ten; maar dit was een heel gewoon ding, waar
door men niet veel wijzer zou worden.
„Er zijn heel weinig aanwijzingen'waren de
laatste woorden van inspecteur Baker, toen hij
afscheid nam. „Als Mr. Pennington in staat is
tot spreken en ik hoop van harte dat dit
gauw zal zijn dan kunnen wij wel tot de ont-
dekking komen, dat hij den man herkende, eer
hij verdoofd werd. Daarop is dan ook onze een-.-
ge hoop gevestigd."
Steeds buigende verliet hij het vertrek, daar
hij dacht, dat hij te doen had met een zeer
merkwaardige vrouw en ook een, die heel wat
te zeggen had. Het wereldje om Elswick heen
zou vreemd opkijken, als het den aard van de
werkzaamheden van Mrs. Kearns kende.
Er verliepen wel eenige dagen mee, eer bij
George Pennington het bewustzijn weer vol-
doende teruggekeerd was en de dokter hem ook
overigens goed genoeg achtte, om een wat lan-
ger gesprek te voeren, Gedurende dien tijd, die
een ware kwelling was voor degenen, die uit-
zagen, met al wat in hen was, op zijn inlichtin-
gen, was hij handig en vol toewijding verpleegd
door de drie vrouwen: Doris, Mrs. Kearns en
zijn geliefde: Ena Craven. Toen was hij in staat,
de geheele geschiedenis te vertellen.
„Op het oogenblik, dat ik de kamer binnen-
trad, zag ik een man geknield liggen voor uw
schrijftafel, die juist bezig was het een of ander
inbrekerswerktuig uit zijn zak te halen, klaar-
blijkelijk, om de sloten van de laden van uw
tafel mee open te steken. Ik schoot onmiddellijk
op hem toe en dacht, dat ik hem in die houding
er makkelijk onder zou hebben. Maar hij be
schikte zeker over een groote mate van kracht,
want hij slingerde mij van zich en sprong op,
Ik zag toen dat hij een masker droeg. We
vielen elkaar aan en in de worsteling, die volg-
de, raakte zijn masker los en kon ik zijn gelaat
onderseheiden. Ik herkende hem onmiddellijk
als Forbes, een berucht lid van de Broeder
schap, den man, die op de club van ,,De Mot-
ten" was, op den avond, van den dood van Van
enkel nog een knal en daarna wist ik niets
meer. Hij had mij op het hoofd geslagen met een
boksijzer, of iets dergelijks, en hoopte zeker,
dat hij mij voorgoed het zwijgen had opgelegd'
Mrs. Kearns vertelde hem van het beeoek
van den inspecteur en de houding, die zij te
genover hem had aangenomen. Had zij goed
daaraan gedaan, of had zij er hem van moeten
spreken, dat zij de broederschap verdacht? Zij
was toen zoo opgewonden, dat zij haast niet
geweten had, hoe zij handelen moest.
Pennington voelde te veel voor haar, om
haar ronduit te zeggen, dat zij volgens zijn mee
ning een heel verkeerden weg had ingeslagen.
Als zij volkomen openhartig was geweest, te
genover Baker, dan zouden zij den man al lang
te pakken hebben.
„U dacht natuurlijk, dat u er het best aan
deed en ik kan mij begrijpen dat u verdeeld
was tusschen allerlei overwegingen. Maar nu ik
weer mijn eigen baas ben, of althans voor een
deel, denk ik, dat ik dien inspecteur eens hier
aan mijn bed zal laten komen; dat ik open
kaart met hem zal spelen en dat ik van hem ge
daan zal zien te krijgen, dat hij heel Scotland
Yard in beweging zet, om Forbes op het spoor
te komen. Nog afgescheiden van mijn persoon
lijke gevoelens jegens hem, moest zoo'n bloed-
d-rstig misdadiger uit den weg geruimd wor
den."
Mrs. Kearns keek teleurgesteld voor een
vrouw van een gewoonlijk zoo zelfbewust op
treden:
„Wij, vrouwen, zijn toch feitelijk niet veel
waard in een echte crisis", zei ze nederig. „Het
trof dan ook wel allernoodlottigst, dat Easter-
bee juist weg moest zijn. Was hij bij de hand
geweest, dan zou ik onmiddellijk naar Londen
zijn gegaan, om hem te raadplegen. In ieder ge
val had ik er maar iemand over moeten spre
ken; het was dwaas, om enkel op mijn eigen
oordeel af te gaan." (Wordt vervolgd).