llkinrsclc tsinit.
De broonjuweelen.
1
Vrudasr *8 Juni.
Lendensch aanteekenboek.
FEU1LLETON.
riindtrd een en dertigste Jaargang.
Radio-hoekje
Zaterdag 29 Juni.
HUversum, 1071 M. 10.-10.15 Morgen-
tviiding 12.15—2.— Concert door het A. V.
R O.-Kwintet: 2.—2.30 Filmpraatje door
Max Tak. 2.30—3.30 Aansluiting van het
Tuschinski-Theater te Amsterdam. 3.30—
4 15 Lezingreeks door Dr. C. H. Sluiter: VI.
De Rontgenstralen. 4.155.Gramofoon
muziek. 5.30—7.— Concert door het Omroep-
orkest. Greta Knegtter Haar, sopraan.
7715 Verkiezingsrede. Comm. Parti]
igroep Wijnkoop). 7.15-7.30 Verkiezings
rede Vrijheidsbond. 7.50 Voortzetting con
cert.
gv. A-'R- A. Uitzending van de verga-
dering van het Haagsche Ontwapenings
Comite. Sprekers. 9.15 V. A. R. A. Orkest-
concert 10.— Persberichten. Gramofoonmu-
ziek 10.15 V. A. R. A. Populair Orkestcon-
cert 11 V. A. R. A. Gramofoonmuziek.
Huizen, 336-3 M. (Na 6 uur 1S52 M)
(Uitsluitend K. R. O.) 11.30—12. G°ds-
dienstig halfuuHje. 12.15—1.15 Concert
door het K. R. O.-Trio. 1-15-2^- Gramo-
foonplatenconcert. 2.-3.15 Kinderuurtje.
5.—6.25 Gramofoonplatenconcert. o.2o—
6 40 Journalistiek weekoverzicht. 6.40—7 10
Causerie over: De Grootstad in vergehjk met
Platteland. 7.25—11— Concert. Orkest en
solist. In de pauze verkiezingspraatje. 9.30
Nieuwsberichten. 11.—12.— Dansmuziek
Daventry, 1562 M. 10.35 Morgenwijding.
11 0511.20 Lezing. 1.202.20 Orkestcon-
cert 3.50 Concert. Marguerita Carlton, alt
en het Slydel Octet. 5.05 Orgelconcert. 5.35
Kinderuurtje. Tusschen 4.20 en 6.20 Uitsla-
gen van de lawntennis wedstrijden te Wim
bledon. 6 20 Muzikaal Intermezzo 6.35
Nieuwsber 6.50 Muzikaal Intermezzo 7 50
Strijkkwartet. 7.20 Lezing. 7.35 Verslag van
de Cricketmatch Engeland—Zuid Afrika.
7 50 Lezing. 8.05—9.20 Musical Comedy
Programma. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Le
zing. 9-50 Nieuwsberichten. 9.55 Vaudeville
10.55—12.20 Dancmuziek.
Parijs ,fcadio-Paris", 1744 M. 12.50 Gra
mofoonmuziek. 4.35 Dansmuziek 6.55 Gra-
mofoonplaten. 8.35 Orkestconcert. 9.35
Dansmuziek.
Langenberg, 462.2 M. 9.25—10.20 Katho-
lieke morgenwijding 1.202.50 Orkestcon
cert. 4.50—6.20 Orkestconcert uit Frankfurt
8.20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.20 Or
kestconcert.
Zeesen, 1651 M. 6.10 Weerbericht. 10.35
5.20 Lezingen enz. 5.206.20 Orkestcon
cert 6.20—8.15 Lezingen enz. 8.20 „Pla-
giat". Blijspel uit „Mein" en „Dein". Daarna
persberichten en tot 12.50 dansmuziek. In de
pauze beelduitzending.
Hamburg, 391.7 M. 5.20 Concert. 6.35
Concert. 7.20 Mandoline-concert. 8.20 Caba
ret. 11.201.20 Dansmuziek.
Brussel, 511.9 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Viool-recital door
Leon Fouya. 9.20 Symphonie-concert.
Boezemsingel; vulpotlood, A. Eendebak,
Wildemanstraat 6; zakmesje, C. Hof, Kenne-
mersingel 30; belastingmerk in £tui, T.
Bruin, Ritsevoort 25.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
Van onzen Londenschen Correspondent.
GEVONDEN VOORWERPEN
Aanwezig aan het Bureau van politie.
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen' 11 en 1 uur, de na
volgende voorwerpen als gevonden gedepo-
neerd op 24, 25 en 26 Juni 1929: Bosje sleu-
teltjes; souvenir de communion (communie-
medaille); netje met kinderspeelgoed; kinder
muts; belastingmerk in etui; bankbiljet (ge
ha vend); jongenscalotjesleutels; hand
gchoenen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op 24, 25 en 26 Juni
1929: Rijwielbelastingmerk, J. v d. Pol,
Laat 162; bril, G. Michielse, Laat 93; beursje,
A. Voorthuysen, Helderscheweg 29; dop van
een wagen, R. Reek, Bruinvisstraat 6; tom-
pousse, R. Reek, Bruinvisstraat 6; dames-
tasch met inhoud, Kantoor Alkmaar Packet,
Voormeer; portemonnaie met inhoud, Jan
Baas, Kennemerstraatweg (garage); kinder-
zakdoekje, J. Hoogland, Laat 171; huissleu-
tels, H. Kokkes, Langestraat 63; jongens-
jekker en muts, M. Vergunst, Oudorperdijkje
43; sleuteltje, T. v. d. Baan, Dijkgraafstraat
29; hondepenning, T. Aben, Nieuwpoorts-
laan 118; double Letting, N. Kleverlaan,
Popehnanslaan 15; kindertaschje met inhoud,
ij. de Vries, Snaarmanslaan 44; damestasch
met inhoud, J. v. d. Stok, Kweerenpad 3;
mand eieren, Wolzak, Luttik Oudorp 39a;
tompousse, Nutsspaarbank, Nieuwesloot;
Bleutels aan ring, M Wenting, Stationstraat
60; faeerenportemonnaie, D. Mook-Bongers,
.Reiormkleeding" voor mannen.
Juni 1929.
Voor den oorlog was er een beweging
gaande, ook in Nederland waarneembaar,
voor hervorming van vrouwenkleeren. Men
sprak, meen ik, van reformkleeding en ver-
eenzelvigde die met ongratielijke, zak-achti-
ge jurken, waarin de ioenmalige vrije vrou-
wen en het stofffge type sociale hervormster
rondliepen. Deze beweging verliep. maar
de Reform" in vrouwenkleeding kwam noch-
tans tot stand, zij het op geheel andere wijze
en in gansch andere manifestaties dan zich
aanvankelijk liet aanzien. Trouwens de aan-
vankelijke „hervorming" was tot mislukking
gedoemd omdat ze in flagranten strijd was
met de vrouwelijke natuur die zich, zelcer wat
kleeding betreft, wil uiten in gratie en lieftal-
ligheid. En de latere hervorming, die ge-
richt was op bewegingsvrijheid in gratie en
lieftalligheid slaagde dan ook volkomen.
En nu komen de mannen aan de beurt. Lon-
densche heeren, met waarlijk indrukwekken-
de namen, hebben een „Man's Dress Reform
Party" gevormd. De partij gaat vechten te-
gen boordkoopjes en lange broeken en vesten
Zij wenscht den heer der schepping op zijn
weg te sturen, gekleed in korte broek en shirt
met Schillerkraag. Zij doet een beroep op
„allen die belangstellen in gezondere en bete-
re kleeren voor den man" lid van de partij
te worden en te bespreken hoe de mannen-
kleeding kan worden hervormd, met even-
veel profijt voor hun gezondheid en uiterlijk
als vrouwen in dezen tijd hebben verkre-
gen". Onder de stichters der partij bevinden
zich o.a. dr. Inge, de vermaarde deken van
St. Paul, tevens collega-journalist, dr. Salee-
by, 'n geneesheer, die zich bekenheid heeft
verworven als zonaanbidder in den modernen
utilitairen zin en als bestrijder van het vuil
in de Engelsche lucht, verder Richard Sickert,
door een select aantal kenners beschouwd als
een der origineelste en geniaalste kunste-
naars van het palet, en verder de acteur Er
nest Thesiger, beroemd o.a. om zijn vertol-
king van den dauphin in Bernard Shaw's
Saint Joan. Ik mag eigenlijk niet op het
mogelijk verloop van deze opstanding in
mannenkleedij vooruitloopen. Maar ik voor-
zie dat ze niet zal doorgaan. Om verschillen-
dd redenen. In de eerste plaats is de man in
deze zaak de behoudendste der schepselen.
In de tweede plaats laat zijn ijdelheid niet toe
dat hij in den vorm van zijn beenen in de
meeste gevallen niet aesthetisch prijsgeeft
aan het kritisch oog der openbaarheid. In de
derde plaats verfoeit hij het idee dat hij als
maniak zou worden aangezien. En in de vier-
de plaats koestert hij een diepe aanhankelijk-
heid voor knoopen in het algemeen en boord-
knoopjes in het bijzonder. Hij zal bereid zijn
onder zekere dringende omstandigheden veel
op te offeren, maar zijn boordknoopje.
nimmer! Misschien is het feit dat het zich
normaal in de onmiddellijke nabijheid van
zijn Adamsappel bevindt aan deze aanhan-
kelijkheid niet vreemd. Hij ervaart vele och-
tenden en avonden van zijn leven dat het
knoopje een plagerig ding is waarmede hi]
moet worstelen en manipuleeren tot wordens
toe of dat soms na zulk handgemeen onder
bedden of kasten vlucht, in duistere hoeken,
onbereikbaar voor knieen die stijf worden en
armen die met de beste knuppeloefeningen
niet lenig kunnen worden gehouden. Maar al
die narigheid schijnt de liefde des mans voor
het grillige boordknoopje slechts intenser te
maken. Ernest Thesiger voornoemd mag
zich aan de korte broek wagen, zijn groote
collega van het tooneel, Gerald Du Maurier
heeft bereids verklaard dat men geweld zou
moeten gebruiken indien men hem in een
korte broek zou willen steken. En ik vraag
me af of de illustere „Dean" Inge zijn deco
ratieve slobkousen deel van zijn ambts-
kleedij zou willen prijsgeven voor een
paar been- en kuitvorm onthullende kousen
onder een voetbalbroekje.
Liberalen en hun portretten.
De National Liberal Club in Londen is
een soort monument geworden van vroegere
liberale grootheid. Deze machtige „soos" is
niet langer in overeenstemming met den ge-
ringen invloeod, dien de Liberale Staatspartij
van Engeland thans uitoefent. Eenige lezers,
die den politieken toestand hier volgen, zul-
len mij vertellen dat de Liberalen, met het
oog op hun positie in het Parlement, aan
kwaliteit en invloed winnen wat zij aan getal-
sterkte tel d George heeft in
denzelfde. Dit is maar be-
trekkelijk ;ralen loopen fei-
telijk nu i leiband van „La-
bour" dan omgekeera. De zaak is dat een
macht van staatsmaatregelen, door Labour
voorgesteld, liberaal van aard zijn en daar-
om door de Liberalen niet kunnen worden te-
gengegaan uit hartzeer alleen Ik blijf er
dus bij dat de National Liberal Club een mo
nument is van vroegere liberale grootheid en
beteekenis.
Het is een geriefelijk instituut, en een vaa
de weinige welvoorziene en belangrijke clubs
in Londen waar vreemdelingen zonder veel
moeite lid kunnen worden. Verscheidene Ne-
derlandsche journalisten hebben het gebouw
altijd hun pied a terre gemaakt in de
stad Die traditie afkomstig van den tijd
dat het Engelsch liberalisme in veel overeen-
kwam met de staatsopvattingen der groote
Nederlandsche dagbladen wordt ook nu
nog voortgezet hoewel mijn collega's er nu
wel niet die nuttige „inside information" zul-
len opdoen, die hun vroeger dienstig was.
Intusschen blijft een lidmaatschap voor den
journalist nuttig vanwege den voortref-
felijken boekenschat die in de vertrek-
ken boven kan worden geraadpleegd.
Toen ik begon te gewagen van deze
Club had ik de portretten van libe
rale leiders, die er de wanden sieren in de
gedachte. Met die portretten is nogal eens
gesold. Het is een eigenaardigheid van libe
rale „die hards" dat de stomme portretten het
altijd moeten ontgelden wanneer zich afval-
ligen in de partij voordoen Toen Lloyd
George met de Tories ging heulen en er
was toen waarlijk aanleiding genoeg voor
verdween zijn portret onmiddellijk van de
wanden van de National Liberal Club. Lloyd
George is inmiddels weer in alle eer onder
de getrouwen opgenomen, is zelfs hun leider
geworden en heeft zijn plaats aan de soos-
wanden herkregen. Churchill prijkte er ook
eens, lang geleden, in conterfeitsel. Het be-
hoeft geen betoog dat zijn portret thans in
het duister der ruime kelders van het gebouw
schuil gaat. Er is weinig kans dat het daar-
uit ooit weer zal worden opgediept.
Er is iets primitiefs in de manier waarop
de Liberalen zoo nu en dan hun woede koelen
op portretten van hen, die hen hebben teleur-
gesteld. Het moet een overblijfsel zijn van
den tijd der verre historie toen zij als wij
nog in wilden staat verkeerden. Een kind
krijgt terecht een standje wanneer het zijn
gramschap wil koelen op een levenloos ding;
het is even dom als onwaardig. Maar de En
gelsche Liberalen, volwassen geworden, heb
ben de goede ouderlijke lessen uit hun jeugd
klaarblijkelijk vergeten, hetgeen vreemd is
voor een slag menschen, dat niet zonder
grond voor zeer beschaafd en ontwikkeld
wordt gehouden. men weet dat de libera
le heer Jowitt, nu Sir William Jowitt en „La-
bour", terstond na de verkiezingen het libera
le kamp verliet om zich als ..Attorney Gene
ral" onder het Labour-vaandel te scharen.
Het district, dat hem tot liberaal afgevaar-
digd koos, was Preston. En de liberale club
van Preston, de Preston Reform Club gehee-
ten, heeft nu in het klein de vroegere portret-
tenscenes van de National Liberal Club in
Londen herhaald. Booze leden scheurden let-
terlijk het portret van Jowitt van de wanden
en wierpen het smadelijk in een schemerige
rommmelkamer, waar het het gezelschap
ging deel en van een zekeren Harold Cox,
eens een Liberaal, nu een ijverig journalist
in dienst van de conservatieve zaak.
Binnenland
(The crinkled Crown.)
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William le Queux, door Mej. E, H.
26
Eenigszins uitdagend haalde zij de schou-
ders op. Alles goed en wel: Lenoir was maar
een vriend, die zich dus geen vaderlijk- gezag
over haar mocht aanmatigen.
„Tegenover sommige mannen zou het
heel dwaas zijn, dat geef ik toe. Maar kapi-
tein Easterbee is een gentleman en hij heeft
grooten eerbied voor vrouwenhij koestert de
ridderlijkste gevoelens jegens haar".
De Franschman bleef maar het hoofd
Bchudden.
„Alle mannen zijn hetzelfde, waar er een
vrouw in het spel komt", zei hij, met een
overtuiging, die gegrond was op zijn veertig-
jarige ervaring. „Voelt hij liefde voor u?"
„Fk geloof van niet eigenlijk weet ik
het ook niet", antwoordde zij, met pijnlijken
bios. Het kostte haar veel dit te moeten zeg-
gen, maar zij meende op het oogenblik, dat
zij de waarheid sprak.
„Voelt u liefde voor hem?" hield hij aan,
met een koppigheid, die haar boos maakte.
„Hoe zou ik nu liefde willen opvatten voor
een man, die geen liefde voelt voor mij?"
vroeg zij luchtig. „U schijnt mij daardoor
wel te beschuldigen van gebrek aan eerbied
DE MOORD OP DEN OOSTZEEDIJK
TE ROTTERDAM.
Dinsdagavond hebben de justitie en
politie, tezamen met mr. J. H. v. d. Meer,
den verdediger van v. 0., den man, die
als verdacht van den moord op den heer
P. C. Lans, den directeur van de N. V.
Adr. de Haas Handelmaatschappij, se-
dert o December 1928 gededneerd zit, een
onderzoek ingesteld op de Admiraliteits-
kade naar de vraag of wat de agent van
politie Brons in zijn proces-verbaal van
16 Juni (dat de reden is geweest tot uit-
stel van de behandeling der zaak) gezegd
heeft, juist kan zijn. Bij dat onderzoek
moet gebleken zijn, dat inderdaad van
die plaats af, goed kon worden waarge
nomen, wat iemand, in het verlichte
kantoor bezig zijnde, uitvoerde.
Met dat al staat daarom nog lang niet
vast, dat wat Brons op 16 Juni heeft neer-
geschreven, maar voetstoots moet wor
den aangenomen. Het rapport, dat Brons
op 30 November heeft ingediend, rept
van den man in overhemdsmouwen ach-
ter het opengeschoven gordijn in geheel
niet. Dit rapport spreekt alleen van een
man, die op 27 November twee dagen
voor den moord over de Admiraliteits
kade had geloopen en naar het hek op
het lak van de firma de Haas had ge-
keken. Die man was gekleed in rating
cverjas, streepbroek, zwarte schoenen,
droeg een harden hoed, was 1.65 a 1.70
M. lang, had een bleek, rond gezicht en
vluggen tred. Brons was dien man, dien
hij volgens zijn rapport verdacht vond,
gevolgd en hem bij de Infirmeriestraat
kwijt geraakt. Verder wordt in dit rap
port g^sproken van de roode vlekken,
die Brons op den avond van 29 Novem
ber bij het eerste politie-onderzoek na
den moord op de handen van v. 0. zou
hebben gezien, loopende van het tweede
lid van den wijsvinger tot nabij den duim,
vlekken, die er uit zagen of ze door schuren
of wrijven waren veroorzaakt. loen Brons
zijn collega Korres den volgenden dag ge-
vraagd zou hebben of hij die vlekken ook had
gezien, had deze dat ontkend. Maar wel had
Korres beweerd een krabbel in den nek van
van O. te hebben gezien.
Korres, daarnaar gevraagd, ontkent ten
stelligste ooit over dien krabbel te hebben ge-
sproken of dien te hebben gezien.
De chefs van B. nebben, zjoals op de sit
ting van 16 Juni is gebleken, aan dit rapport
niet veel waarde gehecht. Men kan het be-
grijpen, als men hoort hoe over het algemeen
in het politiecorps over dezen agent wordt
gedacht. Het eerste feit uit dit rapport geeft
geen enkele aanwijzing van beteekenis. Maar
niemand heeft ooit v. O. met een harden hoed
gezien. Hoe men om kwart over 5 s'avonds in
"den winter bij de Infirmeriestraat een ver-
dachte kan kwijtraken, als men hem niet kwijt
wil raken of hij slechts in de verbeelding
van dien agent bestaat is velen een raad-
sel. Maar de vlekken, die Brons zou hebben
gezien op de handen van v. O., heeft niemand
anders waargenomen.
Hoe is dat nroces-verbaal van dezen agent
nu den 16en Juni zoo plotseling opgedoken?
Brons heeft op dien dag mr. de Visser per-
soonlijk opgebeld, nadat hij volgens zijn be-
weren", maar tevergeefs, getracht had zijn
chef, den commissaris Dijkstra, te bereiken.
En nadat volgens zijn beweren, mr. de Jong,
de wethouder, hem geraden had, zich tot den
off icier te wenden. Zooals ter zitting al ge
bleken is, kwam de heer Dijkstra er tegen op,
dat Brons hem niet thuis zou hebben getrof-
fen. Dit alles is echter bijzaak, ten hoogste
kan het een wat vreemdsoortig licht werpen
op de betrouwbaarheid van dezen agent. In
het proces-verbaal van 16 Juni nu is plotse
ling de bukkende man in hemdsmouwen voor
het opengeschoven gordijn opgedoken. Brons
zou dien te kwart over zes gezien hebben.
Neemt men aan, dat dr. Mees, die na een
vluchtig onderzoek, geconstateerd heeft te
kwart over acht ongeveer, dat de heer Lans
al een paar uur dood was, gelijk heeft gehad,
dan zou de moord op dat moment juist ge-
beurd zijn. Zou de man in het overhemd dan
rustig het gordijntje hebben opengeschoven?
In het andere geval, aangenomen dat de man
in de hemdsmouwen de dader is geweest,
moet deze daar bezig zijn geweest met het
plan tot de daad in het hoofd. Zou deze zich
aan de kans hebben willen bloot stellen nog
gezien te worden van buiten af?
Maar is deze man in hemdsmouwen niet
een product van de fantasie van den agent
Brons? Zijn chefs ontkennen pertinent, naar
men weet, dat Brons zich nooit mondeling te-
genover hen over dezen plotseling op 16 Juni
uit de lucht gevallen man in het overhemd
heeft uitgelaten.
De agent Brons heeft nog onlangs een raar
akkevietje aan de hand gehad, waarbij zijn
chefs hem in het ongelijk hebben gesteld en
disciplinair gestraft.
Begrijpelijk dat de verklaring van Brons in
de zaak v. O. met de noodige reserve wordt
aanvaard. Nader wordt bekend, dat met psy-
chiatrisch onderzoek van verdachte v. O. be-
last zijn dr. Scholtens van de strafgevange-
nis te Scheveningen en dr van Woerkom
uit Rotterdam.
De publieke opinie blijft in deze zaak be
langstellen.
Een andere vraag, die men aan de N. R.
Crt. gesteld heeft, is deze: Waarom is de
brief van Jozef K. niet gereproduceerd en op
uitgebreide schaal verspreid?
Maar deze brief, die op 26 December in
het huis van bewaring arriveerde, behelsde
den raad aan v. O. om voor 1 Dec. te be-
kennen, anders zouden aan de justitie uitvoe-
rige aanwijzingen worden gegeven. Men
heeft op den Noordsingel natuurlijlc den fa-
talen termijn afgewacht, doch Jozef K
heeft nooit meer van zich laten hooren. Er is
toen aan gedacht den brief te verspreiden
Maar welk resultaat had dit kunnen opleve-
ren? Dat men den schrijver, die blijkbaar
niets te vertellen had, zou ontdekt hebben.
Meer niet. Men houdt het er voor, dat Jozef
K., moet ingedeeld worden bij de vele ano-
nymi, die van een geschiedenis als deze ge-
bruik maken, den een of ander eens „een ge-
noegen" te doen.
Het zal waarschijnlijk geruimen tijd duren
voor de zaak van den moord op den Oostzee-
dijk weer in openbare zitting zal komen. Men
rekent er voorloopig op, dat de heropende in-
structie pas na de vacanties zal gesloten kun
nen worden.
voor mijzelve!"
Die voorgevende luchtigheid misleidde
hem echter niet, zooals zij dit gehoopt had.
„Pauline, ik heb u al van klein kind af
gekend en ik begrijp u dus heel goed. Als
u geen belang stelt in dien man, waarom
gaat u dan naar zijn kamer, waarom vraagt
u hem dan raad in uw particuliere zaken?"
Zij was stil na dien listigen aanval. Met
steeds toenemenden ernst ging Lenoir voort:
„U denkt misschien, dat ik de liefde niet
ken, dat die een boek met zeven zegelen voor
mij is. Maar dan vergist u zich toch! Hoe
saai en oud ik ook schijnen moge, heb ik wel
degelijk dat smachten gekend naar een, die
nooit de mijne kan zijn; en ik ken de ver-
schijnselen. Nu kunt u hem dus ioochenen,
zooveel u wilt, maar ik weet, dat u liefde
voelt voor kapitein Easterbee, dien u op zijn
kamers gaat opzoeken. Uw stem wordt an
ders de uitdrukking van uw gelaat veran-
dert, als u van hem spreekt. Wilt u de waar
heid niet te kort doen, dan kunt u dit toch niet
•Ioochenen.
Zij kon zich ook niet het geweld aandoen,
om het te Ioochenen; ze wist; dat hij haar
toch niet gelooven zou, als zij hiervoor al
haar best deed.
„U heeft dus zelve liefde gevoeld?" vroeg
zij, in de hoop, hem af te leiden van haar
eigen persoontje en de geheimen, die hij had
ontdekt.
„Heeft liefde gevoeld en voelt die nog",
zei hij, met kalmen nadruk. Liefde voor u,
Pauline! Ik heb u nooit daarover gesproken,
DE MONUMENTEN-VERORDENINGEN.
Bezwaren uit de praktijk.
In een verzoekschrift aan de betrokken
ministers, deelen de Ver. van directeuren van
hypotheekbanken, de Ned. Ver. tot bevorde-
ring van het levensverzekeringswezen en de
Broederschap der notarissen mede, dat zij
aanleiding hebben gevonden met elkander de
ernstige bezwaren te bespreken, welke ge-
rezen zijn in verband met de wijze, waarop
verscheiden gemeentebesturen verordeningen
zijn gaan toepassen, waaraan de naam van
monumenten-verordeningen is gegeven.
De monumenten-verordening geeft B. en
W. de bevoegdheid bouwwerken of gebou-
wen, of gedeelten hiervan, welke naar het
oordeel van dit college „van belang zijn uit
een oogpunt van geschiedenis of kunst", te
plaatsen op een lijst, dan mag de eigenaar er
uiterlijk niets aan veranderen en het evenmin
sloopen, tenzij met vergunning van B. en W.,
die tevens bevoegd zijn aan zulk een ver
gunning vergunningvoorwaarden te ver-
binden.
Het spreekt vanzelf, zeggen adressanten,
dat aldus zeer belangrijk wordt ingegrepen
in de rechten van den eigenaar, wiens be-
schikkingsrecht ten deele wordt onteigend en
vernietigd. Het zal hem b v. onmogelijk
blijken door verbouwing het getroffen per-
ceel economisch nuttig te gebruiken in zijn
zaken of tot een dergelijk gebruik aan een
ander te verkoopen.
Hieruit volgt tevens, dat het getroffen per-
ceel niet zoo gemakkelijk te verkoopen is,
dat het zijn handelswaarde goeddeels heeft
verloren en niet meer geschikt zal zijn om
te dienen tot zekerheid van eenig door den
eigenaar op te nemen hypothecair crediet.
Indien nu deze monumenten-lijst slechts
melding maakte van werkelijke
„monumenten", zouden de getroffen per-
ceelen of perceelsgedeelten betrekkelijk zoo
gering in aantal zijn, dat het hypothecair
crediet in het algemeen weinig aanleiding
zou hebben zich hierover bezorgd te maken.
De practijk leert echter anders.
Het woord ..monument" gebruiken de ge
meentebesturen in de opschriften van veror
deningen, waarin niet is omschreven wat
onder een monument moet worden verstaan.
Zij zijn hierdoor volkomen vrij door middel
van plaatsing op de bovenbedoelde lijst
eigenaren te verhinderen hun perceelen te
veranderen ook in gevallen, waarin de wo-
ningwet en de bouwverordening hiertoe de
bevoegdheid niet verleenen. Geheele reeksen
van huizen zijn geplaatst op de „Monumen-
ten-lijst" om het stadsbeeld niet te doen ver
anderen. Dit was echter nog niet genoeg.
Terreinen en beplantingen werden door mid-
del van deze verordeningen aan de beschik-
king van den eigenaar onttrokken. Zelfs
noodige vernieuwing of noodig herstel van
gpbouwen wordt verboden tenzij met ver
gunning van B. en W.
Wanneer het mogelijk wordt, dat op
ruime schaal geheele reeksen van eigendom-
men, welke zeer ze'ker geen „monumenten
zijn, eenvoudig door een daad van een ge-
meentebestuur onverhandelbaar worden,
dan staat daarmede vast, dat het hypothecair
crediet in Nederland op hoogSt ernstige wijze
zal worden ondermijnd. Dit in het verkeer
onmisbare crediet berust op zekerheid. Deze
zekerheid verdwijnt, wanneer te alien tijde
de overheid door een verordening plotse
ling het verbonden onderpand onverhandel
baar of minder verhandelbaar kan maken. Of
de overheid in het opschrift van zulk een
verordening van een ..monument gewaagt,
of wel eenvoudig een artikel in een politie-
verordening invoegt (ais Sluis en Wassenaar
deden) verandert aan het feit niets, dat de
overheid het hypothecair crediet ernstig in
gevaar brengt.
Adressanten achten dit een zoo ernstig ge
vaar, dat zij tezamen in overleg zijn ge-
treden, hoe zij de belangen van de hypotheek-
houders (hypotheekbanken, verzekerings-
maatschappijen, fondsen en particulieren), en
hierdoor tevens dat van het credietwezen in
Nederland zouden kunnen bescherraen. Zij
wenden zich thans tezamen tot de betrokken
ministers, teneinde de regeering met aan-
drang te verzoeken in te grijpen. Wanneer
b v. de gemeenten bij de wet verplicht werden
in alle gevallen, waarin zij voomemens wa
ren eenig onroerend goed op een lijst te
plaatsen als bovenbedoeld, hiervan aan den
eigenaar en de derde-belanghebbenden kennis
te geven op de wijze en met de gevolgen als
ten aanzien van bouwverboden is geregeld bij
omdat dit geen pas gaf. Ik ben niet in een
positie, om een vrouw te onderhouden en al
was dit nu ook zoo, dan zou ik nog niet de
wreedheid hebben, om u te vragen, uw jeugc
op te offeren voor zoo iemand als ik. Maar
niettemin heb ik u lief en doordat ik dus
zelve dit gevoel ken, begrijp ik heel goed', hoe
het in uw hart geschapen staat, al tracht u
dit dan ook voor mij verborgen te houden."
Het deed haar zeer veel leed voor hemde
tranen kwamen haar in de oogen.
„Daar u weet, wat liefde is, kunnen wij
medelijden met elkaar hebben", zei ze met
verstikte stem.
Zijn toon van spreken klonk ernstiger dan
ooit, terwijl hij antwoordde:
„Ja, ik heb ook zeer met u te doen. Maar u
is nog jong. U heeft het leven voor zich en
zult wel hierover heenkomen. Voor mij, op
mijn leeftijd, is er geen hoop op nieuwe ban-
den, of andere verstroostingen. De scheids-
muur tusschen u en dezen jongen man is te
groot. Uw vader was een man uit het volk,
schrander, in zekeren zin beschaafd door
de opvoeding, die hij zichzelven had gegeven,
maar Easterbee hoort tot een heel anderen
stand. Al voelt hij op het oogenblik ook liefde
voor u, dit gevoelen zou geen stand houden.
Overweeg wel, wat ik gezegd heb.
Hoe vreeselijk de scheiding ook wezen
moge, hoe diep u misschien ook lijden zult
onder dit proces, ga verdere verleiding uit
den wegen neem u vast voor, om hem niet
meer te willen zien".
HOOFDSTUK X.
Nog bijna een week bleef Pauline in haar
woning in Soho. Het was haar nooit een aan-
genaam tehuis geweest; maar nu, sinds het
tragisch einde van haar vader, wiens geest er
scheen rond te waren, ging zij er zich al on-
gelukkiger voelen. Gedurende die periode zag
zij den Franschman bijna iederen avond en
bij meer dan een gelegenheid vroeg hij haar,
of zij al besloten had, zijn raad te volgen. En
telkens ook weer gaf zij een ontwijkend ant-
woord. Haar verstand zei haar, dat hij ge
lijk had; dat er een hooge scheidsmuur tus
schen haar en Easterbee stond. Maar, zooals
dit altijd het geval is met een vrouw van een
vurig temperament, was haar hart in hefti-
gen strijd met haar verstand. Bovenal wilde
zij in Soho de komst van een anderen brief
afwachten.
Maar de dagen verliepen en brachten haar
geen woord van den man, dien zij zoo vurig
lief had.
En, in den ommekeer van gevoelens, die
het gevolg was van de spanning, waarin zij
verkeerde, prentte zij zich in, dat het een ge
brek aan eerbied voor zichzelve was, dat zij
zoo vast wilde houden aan een, die haar zoo
weinig ridderlijk behandelde. Hij mocht dan
nog zoo zeer in zijn zaken verdiept zijn, als
hij toch maar een beetje om haar gaf, dan
zou hij wel tijd vinden, om haar een paar re-
gels te schrijven. Als hij haar niet geheel uit
zijn gedachten verbannen had, dan wilde hij
zdcer van deze scheiding gebruik maken, om
totaal met haar te breken.
Tot verbazing van Lenoir deelde zij hem
mee, dat zij besloten was, dien volgenden
morgen naar Liverpool te gaandat zij daar
een stil pension zou zoeken en er een tijdje
onder den aangenomen naam van Ada For
rester zou wonen, tot de plannen voor haar
toekomst tot rijpheid waren gekomen. Of-
schoon ze geen bepaalde gedragslijn in het
hoofd had, kreeg hij wel den inrduk, dat zij
genegen was, zijn raad te volgen, wat betreft
Easterbee. Zij deed dit met de bedoeling, om
hem in een goede stemming te brengen, want
er was een dienst, dien zij van hem verlang-
de.
Zij had bijna de hoop opgegeven; maar
ieder oogenblik na haar vertrek kon er een
brief komen. Hij kon immers gamv terugkee-
ren en haar op het laatste oogenblik nog zijn
komst meedeelen. Daar zij naar Liverpool
vertrok, allereerst met de bedoeling, om de
Broederschap te vermijden, wilde zij Mrs.
Beale, de hospita, niet haar adres geven,
vreezende, dat een van de leden, dit uit haar
zou weten te krijgen. Zou Lenoir gedurende
de eerstvolgende veertien dagen nog een paar
maal op haar kamers fn Soho willen aan-
gaan en haar dan iederen brief opzenden,
die er mogelijk komen kon? Ze zou Mrs.
Beale zeggen, dat die haar correspondentie
voor hem bewaren moest en zij zou hem
schrijven, zoodrs 7- in Liverpool kamers ge
vonden had Natuurlijk beloofde Lenoir haar
in zulk een eenvoudige zaak van dienst tf
vcrvo .gd
pro. 150
4
zijfi.