IlkiHiscki Etiirait. De kroonjuweelen. Geneeskundige brieven. HistorisGhe figuren ooooooooooo FEU1LLETON. CffiCOSROZErN ZErErP MET HE-T AhKER D&BBELM^NN OOOOOOOOOOO too. 160 1929 Henderd een en dertigste Jaargang. Woensdag- 10 Juli. Radio-hoekje Donderdag 11 Juli. Hilversum, 1071 M. 10.—10.15 Morgen- wij ding. 12.15—2.— Concert door het A. V. R. O.-Kwintet. 2.—2.30 Lezing door S. Snuyf over: Zang en dans bij onze geveder- de medeburgers. 2.30—4.— Aansluiting van het City-Theater te Den Haag. 4.5.— Zie- kenuurije. 5.—5.30 Sportpraatje door H. Hollander. 6.01—7.15 Concert door het Om- roeporkest. 7.15—7.45 Lezing door A. Pies- man over: Heden en toekomst van vliegtuig en luchtschip. 8.01—9.— Vereenigingsuurtje. „Rotte's Liedertafel" en de Muziekver. ..Aurora". 9.— Oud-Holl. liederen bij piano en luit, door „Klaveren Vijf". 9.15 Radio- Tooneel. „Hij is mijn Admiraal". Blijspel in I bedrijf van Jacob en Horace Mills. Mede- werkenden: Ed. W. de Blauw, Ko van Dijk en Minny van Ollefen. 9.40 Voortzetting Oud-Holl. liederen. 9.55 Voortzetting Radio- tooneel. „Mijn Oelukster", blijspel in 1 bedr. van A. C. Scribe. Medespelenden: Ko van Dijk, J. van DijkRichter, Carel Rijken, Ed. W de Blauw, Minny van Ollefen. 10.35 Persberichten. 10.45 Voortzetting Oud-Holl. liederen. 11.Gramofoonmuziek. 11.30 Sluiting. Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 11.11 30 Zieken- dienst. 12.30—1.45 Concert. Sopraan en piano. 5.—6.30 Concert. Instrumentale. so- listen. 6.30—7.— Muziekpraatje. 7.-—8.— Concert, Orgel en sopraan. 8.Uitzending uit de Groote Kerk te Den Haag. Sprekers, mannen-, knapen- en dameskoor. Solisten. Na afloop persberichten. Daventry, 1554 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Con cert. Hilda Dobbs, sopraan. Het Miriam Anglin Trio. 1.20 Orgelconcert. 2.20—2.45 Beelduitzending. 3.20 Vesper in Westmin *ter Abbey. 4.05 Lezing. 4.20 Concert. Or Lest. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.50 iMarktprijzen. 6.55 Muzikaal Intermezzo 7 05 Pianorecital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing 8.05 Concert. Orkest. Dorothy Bennett, so praan. Sheridan Russell, cello. 9.35 Lezing 9.55 „Disclosure" tooneelstuk van O. Wynd ham en Ivor McClure. Muzikale illustratie door het Gershom Parkington Kwintet. 10.45 12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.50 Gra^ mofoonmuziek. 1.25 Vervolg van 12.50. 4.05 Klassiek uurtje. 6.55 Gramophoonmuziek 8.25 Muziek en tooneek Langenberg, 473 M7.50—8.50 Orkest- concert. 10.35—12.10 Gramofoonmuziek 12.40 Gramofoonmuziek. 1.252.50 Orkest- concert met medewerking van solist. 5 55— 6.50 Orkestconcert met medewerking van so- liste. 8.20 „Fidelio". Opera in 2 bedrijven van L. van Beethoven. Orkest, koor en so listen. Daarna tot 12.20 Orkestconcert. Zeesen, 1649 M. 6.10—11.05 Lezingen 12.201.15 Gramofoonmuziek. 12.455.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.20 8.50 Lezingen. 8.50 Symphonie-concert, m. m v. soliste. Daa -na tot 12.50 dansmuziek. Hamburg, 372 M. 5.20 Orkestconcert 6 20 Orkestconcert. 8.20 Orkestconcert m. m. van tenor. 9.50 Instrumentaal concert. 11.35 Orkestconcert. Brussel, 512 M. 5.20 Concert. 6.50 Gra mofoonmuziek. 8.55 Trioconcert. 9.20 Orkest concert. Kleuterzorg. I. Ons ingewikkeld maatschappelijk leven maakt in vele opzichten noodig, dat voor be- paalde groepen van menschen afzonderlijke bemoeiingen worden getroffen en niet elk in- dividu, zelfs niet elk gezin aan zich zelf wor- de overgelaten. Men kan dit betreuren en het ideaal vinden, dat ieder gezin zooveel moge lijk voor zich zelf zorgt, doch de dagelijksche ervaring doet de onmogelijkheid hiervan in- zien. De sociale wetgeving is noodzakelijk gebleken omdat de aan zich zelf overgelaten arbeider in verschillend opzicht te kort komt, de armen, de werkloozen moeten langs alge- meene lijnen geholpen worden. En vooral op hygienisch gebied werd men er zich be- wust van, dat in verschillende levensperioden het eigen initiatief van de gezinsleden, zelfs met de hulp van den gewonen huisdokter, (The crinkled Crown.) Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch van William le Queux, door Mej. E. H. 86 Na veertien dagen kwamen Penning ton en zijn vrouw terug, heel gelukkig en opgetogen over het uitstapje, hoe kort tijd ze nu ook maar daarvoor had- den gehad. Met hun terugkeer ging het er weer wat gc oner uitzien in huis. Want Pennington had een zonnige na- tuur en er straalde geluk uit zijn leven- dige persoonlijkheid. Ena miste de magnetische aantrekkelijkheid van haar echtgenoot, maar, ofschoon zii misschien wat hi te ernstig was door de herinne- ringen aan hetgeen zij geleden had, be- zat zij innemende manieren, die haar spoedig bemind maakten bij alien, met wie zij in aanra' :°ng kwam. Misschien kwam de gedachte wel op bij Mrs. Kearns, hoe het toch jammer was, dat het eigenlijk niet andersoni was gegaan: dat Doris Ppi-'-"-»on had getrouwd en Ena Graven de vrouw was geworden van Easterbee. Dan zou er waarschijnlijk geen scheiding noodig zijn geweest. Maar die gedachte werd dan ook onmiddellijk teruggedrongen, als zijnde te zelfzuchtig. Pennington was een beste, brave jonge man; ze ston- den gelijk in dit opzicht. Maar uit een niet toereikend is om genoegzaam gunstige verhoudingen te scheppen en kwade invloe- den te weren. Zoo onstonden vereenigingen en inrichtin- gen, welke zich de bestrijding dier maat- schappelijke kwalen ten doel stelden, in de eerste plaats wel van de drie voornaamste volksziekten, tuberculose, alcoholisme en ge- slachtsziekten. Hierbij bleek, dat het niet vol- doende was, de uitgebroken ziekte te behan- delen doch dat het zwaartepunt gelegd moct worden in het voorkomen. Geregeld toezicht, ook op de gezonden, is in staat veel later on- heil te verhoeden. De juistheid van deze stel- ling is wel zeer duidelijk bewezen door het tegenwoordig vrij algcmeen ingevoerde ge- neeskundig schooltoezicht. En steeds meer stijgen in de algemeene waardeering de con- sultatiebureaux voor tuberculose, voor zui- gelingenzorg, voor de aanstaande moeder enz. De leeftijd tusschen dien van zuigeling en schoolgaand kind was intusschen stiefmoe- derlijk bedeeld. En toch, al heeft het misschien wat lang geduurd, is men tot het inzicht geko- men, dat juist deze leeftijd groote behoefte aan veel zorg heeft. Dat inzicht heeft uit- drukking gevonden op het congres voor kleu- terzorg, dat in de laatste week van Mei in Amsterdam is gehouden. De aardige naam „kleuter" voor het kind tusschen den zuige- lingsleeftijd en de schoolperiode, afkomstig van dr. Mol te 's-Gravenhage, werd door den minister van Arbeid in zijn openingsrede een trouvaille genoemd, waardoor gevoeld wordt dat wij hier een terrein betreden, waar ook het gemoed zich gelden laat. Hij wees er op, dat deze zaak niet alleen het kind individueel betreft, maar dat daarnaast vragen van staatkundigen en van paedagogischen aard opdoemen. Wat het eerste betreft: hoe moet de onderlinge verhouding van den staat en het particulier initiatief zijn? wat het tweede aangaat: hoe staan gezin en medicus ten opzichte van elkaar met betrekking tot dit vraagstuk? De voordrachten en discussies op dit con gres hebben de beteekenis van vele belang- rijke onderwerpen duidelijk bewezen. Zoo noem ik de besmettelijke ziekten. Wij kunnen thans wel als vaststaande aannemen, dat ieder kind herhaaldelijk met het tuberculose- gif besmet wordt. Die, meestal lichte, besmet- tingen worden door het organisme betrekke- lijk gemakkelijk overwonnen met dit groote voordeel, dat op die manier langzamerhand een zekere ontvatbaarheid voor de ziekte ont- staat. Hieraan schrijft men toe, dat nog zoo vele menschen gezond blijven, niettegen- staande onze geheele omgeving bijna altijd in mindere of meerdere mate gelegenheid tot besmetting aanbiedt. Nu mag die besmetting bij kinderen, welke gunstig verloopt, een ze kere hoogte niet overschrijden. Leeft het kind in de kruipperiode in een omgeving waar bijv. een patient met open tuberculose geen genoegzame zorg besteedt aan de onschade- lijkmaking van het besmettelijk sputum, of wordt het gevoed met veel melk van tuber- cul.use koeien, dan heeft het wel degelijk kans, gevaarlijk ziek te worden. Bekend zijn de proeven van Calmette, die ook reeds in ons land worden herhaald, om het jonge kind te enten met een nauwkeurig gedoseer- de hoeveelheid tuberculeus gif. Als deze proeven^ slagen, beteekent het uit den aard der zaak een groote stap vooruit, omdat het toeval dan wordt uitgeschakeld en met groote veiligheid het besmettingsgevaar kan wor den weggenomen. Fr liggen nog meer vijanden op den loer. Prof. Gorter publiceerde een statistiek, wel ke leert dat van de kinderen tusschen 1 en 5 jaar nog altijd 1.15 pCt. sterven, wat betee kent, dat van alle 30 gezinnen met drie kin deren er een is, dat kans heeft een kind te moeten verliezen voordat het vijf jaar is ge worden. Naast de tuberculose staan de acute infectie- ziekten. Tegen roodvonk en diphtherie wordt reeds de strijd aangebonden door middel van onvatbaar makende inentingen. Mazelen en kinkhocst eischen nog steeds velle slachtoffers en worden door den Herderschee de groot- moordenaars van den kleuterleeftijd genoemd. Tegen al die besmettelijke ziekten is de mensch juist op den kleuterleeftijd het minst bestand, vandaar dat de genoemde spreker als leidend beginsel wilde voorop zetten: de besmetting zooveel mogelijk te verschuiven tot na den kleuterleeftijd, waarbij als van zelf sprekend de eisch komt, dat de voorko- mende gevallen der ziekten zoo goed moge lijk behandeld en verzorgd worden. De voeding van den kleuter vereischt even- eens bijzondere aandacht. Het ligt voor de hand dat het van groot belang is, juist in deze periode van krachtige ontwikkeling alle hinderpalen uit den weg te ruimen, opdat wereldsch oogpunt beschouwd, had hij niet zooveel vdor als zijn vriend. En, bij een huwelijk voor een eenige dochter, k n geen moeder dergeliike overwegin- gen niet in aanmerking nemen. Te eeniger tijd zou Easterbee de be trekking, waarin hij nu nog zoo innig belang stelde, moe worden en zich terug trekken, om plaats te maken voor ande- re schrandere geesten. Dan zouden Do ris en hij een normaal leven leiden, ver- helderd door een vaste positie en volop geld. Er: toen kwam de gewichtige ochtend, dat Mrs. Kearns een telegram ontving. waarin.het jonge paar haar meldde, dat zij dien dag, op den tijd van het diner, zouden thuis zijn. En hoe vol zelf- beheersching zij ook altijd was, kon zij niet geheel haar opgewondenheid ver- bergen bij deze welkome tijding. Dit openbaarde zich in een afwijken van haar gewonen werksleur, ter wille van het genoegen. Aan de ontbijtafel keek zij glimlachend naar Pennington en Ena: „Voor vandaag geen werk, jongelui! Wij moeten de gebeurtenis vieren op passende 1 wijze, om frisch en onvermoeid te ziin teeen dat ze komen." Pennington had verwacht een ochtend van drukte en ingespannen arbeid; en, daar het een prachtige zomerdag was, vond hij dat vooruitzicht op vacantie niet onaardig. Al vroeg op den ochtend stuurde Mrs. Kearns hen weg, in de auto, met orders, om een lan- gen tocht te maken. Ena verzette zich in het eerst wat, omdat zii meeiide, dat ze moest een flink gevoed en gebouwd, krachtig indi- vidu zal ontstaan. Voor alien zonder onder- scheid bestaat dus behoefte aan goede voe ding, behoorlijke lichaamscultuur, genoeg zame beweging in de vrije lucht, in het kort: een leven onder goede hygienische verhoudin- gen, zooals ook reeds in den zuigelingenleef- tijd van den dag der geboorte af aan nood zakelijk is. De meest bekende ziekte als gevolg van een tekort aan dit alies is wel de Engelsche ziekte. Zooals prof. Haverschmidt op het con gres uiteen zette, zijn de middelen, welke bij die ziekte worden aangewend, niet anders dan de noodige aanvulling van wat in een bepaald geval ontbreekt. De vitaminen, het zonlicht, het gewijzigde dieet zijn feitelijk ge- wone levensbehoeften, waaraan bij het ge- zonde kind blijkbaar dus reeds werd voldaan. Dat neemt niet weg, dat men bij ieder kind er op heeft te letten, dat het bijv. voldoende vitaminen (levertraankrijgt, dat het voor al in het directe zonlicht (niet alleen achter vensterglazenlang genoeg vertoeft, enz. Een van de meest bekende verschijnselen van Engelsche ziekte is de stoornis in den beengroei. De uiteinden der beenderen wor den dikker en de lange beenderen worden krom. Als deze misgroei niet in sterke mate heeft plaats gehad, kan alles, nadat de ziekte genezen is, weer terecht komen. Maar, zooals Van Assen deed uickomen, geeft de tegen- woordige damtsmode om de onderbeenen slechts met een dunne kous en niet met rok- ken te bedekken, gelegenheid genoeg om te constateeren, dat zulks lang niet altijd het geval is en dat een vrij belangrijk aantal kromme (X- of O-) beenen ook nog op vol- wassen leeftijd aanwezig is. En de platvoe- ten zijn bij den beschaafden mensch zoo me- nigvuldig, dat men neiging zou krijgen, ze als den normalen toestand te aanvaarden, zoodat het fraai gevormde, krachtig veeren- de voetgewelf een atavisme uit den tijd der natuurvolkeren zou zijn. Natuurlijk is het congres in gebreke geble- ven, de middelen te bepreken, welke in de bestaande mistanden verbetering zouden kun nen brengen. Daarover in een volgenden brief. H. A. S. CEMT EEN FLiNK STUK ZEEP - SLECHTS VIJFTIEN CENT OP GOEDE ZEEP STAAT; blijven, om te helpen bij de voorbereidende maatregelen; maar, daar de jongelui nog in de tortelduif-periode waren, liet zij zich mak- kelijk overhalen. „Moes" is in waarheid heel gewoon men- schelijk," zei ze tegen Pennington onder het wegrijden. „Op dagen, zooals deze, treedt dat duidelijk aan het licht. Ik geloof, dat ze nu liever naar boven ging en zou schreien van vreugde, bij de gedachte, van Doris weer te zien. En toch heeft ze om zich heen den indruk gegeven van een harde, heerschzuchtige vrouw, zonder een greintje gevoel." „Men moet bij „Moes" wonen, om haar werkelijk te kennen," luidde het antwoord. „Het feit, dat wij alien haar bij haar lieve- lingsnaam noemen, bewijst, wat zij is. In waarheid een en al vriendelijkheid, maar ze loopt er niet mee te koop en toont het alleen bij gelegenheden, dat het pas geeft." Toen zij weg waren, liep Mrs. Kearns door het huis, licht en luchtig als een jong meisje. Eerst had zij een gewichtige bespre- king met de keukenmeid en den butler. Deze thuiskomst moest naar behooren gevierd worden. Het moest een echte feestmaaltijd worden en de lievelingsgerechten van Doris en haar man mochten er niet bij ontbreken. Van de lunch zou niet veel werk worden gemaakt; onverdeeld moest de aandacht ge- wijd worden aan het diner. Nadat deze langdurige bespreking achter den rug was, begaf zij zich naar den tuin, om met den hoofdtuinman te beraadslagen. Doris hield innig veel van bloemen en de bloemenhulde ter verwelkoming moest on- gewoon schoon zijn. De fijnste soorten, die VERKOOPT U MERKEN-ART1KELEN WELK ARTIKEL VERKOOPT U HET MEEST, HET GEADVERTEERDE MERK OF HET NIET GEADVERTEERDE WAARSCHIJNLIJK WEIGERT U ZELFS ELK MERKEN-ARTIKEL TE KOOPEN WAARVAN U GEEN ZEKERHEID HEEFT DAT HET GE- ADVERTEERD WORDT. EN WELKE LES IS DAAR1N VOOR U ZELF GELEGEN? -u- ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT. in de kassen bloeiden, zouden afgesneden worden; maar, daar dit nog niet voldoende werd geacht, zond zij een van de bedienden naar den naastbijzijnden bloemist voor iets heel zeldzaams en bijzonders (Maar, ondanks al die bedrijvigheid, leek het haar de langste dag, dien zij ooil had doorgemaakt. De uren van den middag kro- pen letterlijk om. En toen eindeiijk dat heerlijk oogenblik, toen het knarsen van de wielen op het grintpad werd gehoord en Easterbee's auto aanreed voor de open deur!Ze waren er alien, om hen te ver- welkomen:-Mrs. Kearns, Ena, Pennington en de trouwe butler op den achtergrond Met een juichkreet van genot were! Doris telkens weer in de armen van haar moeder gesloten. Op dif oogenblik waren ze beiden eenigszins van streek door het weerzien. De andere begroetingen, ofschoon even oprecht gemeend, waren niet zoo ontroerend Later, toen ze alien aan tafel zaten, sprak Doris haar verrukking uit, over de keur van bloemen, die het ver&ek vulden met haar heerlijke kleuren en geuren. ,0, maar Moes, biecht eens eerlijk op: de helft hiervan is niet uit den tuin afkomstig. U moet overal rond geweest zijn om deze keurcollectie bij elkaar te krijgen!" Na een tijdje vroeg Mr. Kearns, of zij in het buitenland ook iemand ontmoet hadden, dien ze kenden. Maar dit was niet het geval. Ze waren zooveel mogelijk van den gewonen weg afgeweken en hadden de minst-bezochte deelen van Italie gekozen, waar het gros van de reizers niet komt. „Daar wij nooit weten, welk lot ons nog boven het hoofd hangt," zei Easterbee lachende, „besloten wij, dat wij voor een keer nu maar eens een weg zouden kiezen, geheel zooals wij dit wilden." Mrs. Kearns vond dit ook zeer verstandig gehandeld en hoopte van harte, dat hun be- zoek niet al te wreed verstoord zou worden door een onverwachten oproep. Waarop haar schonzoon terecht opmerkte, dat zij, met hun inspannend beroep, nooit langer dan vier en twintig uur van zichzelven zeker waren. Pennington kon niet nalaten in het mid den te brengen: ,Ja, in mijn geval, met de weinige midde len, die ik bezit, hangt er een bestaan van af. Maar, zooals Mrs. Kearns en jij, die abso- luut vrij zijt, om te doen wat je witl, dan kan ik er mij soms echt over verwonderen, hoe je ooit zoo iets begonnen bent; of, nu dit een- maal zoo is, waarom je er voor je trouwen niet uitgegaan bent". Mrs. Kearns verklaarde, uit beider naam volgenderwijs: ,.In mijn geval was het geestdrift voor het recht, gepaard met haat tegen de misdadi- gers, die heel de wereld in opstand zouden brengen, ter bereiking van eigen, zelfzuch- tige doeleinden. In het geval van Harold ook enthousiasme, en de lust op jacht en ge not, om de plannen van zijn tegenstander9 te verijdelen." Dien avond zaten beide jonge echtgenoo- ten nog laat op de rookkamer. Onder de ver schillende onderwerpen, die zij bespraken, hoorde ook dat van Van der Wijck en de waardevolle inlichtingen, die hij hun had gegeven. ilU-'-*.. vetvaladL DE NADERENDE OMWENTELING, Het brood voor twee stuivers, de kanselier opgehangen of opstand te Parijs. „Na mij de zondvloed", placht Lodewijk XV Lodewijk de Welbeminde met de koude ironie, die hem eigen was, te zeggen en zijne omgeving herhaalde: ,,Na ons de zondvloed." Hij en zij, ze gevoelden het wel: zoo Kon het niet lang voortgaan, maar als het dan maar voortging, zoolang zij leef- O o o den, was alles in orde. Die dan zou leven, zou dan zorgen. In 1774 stierf de koning, den lOen Mei Eindeiijk! Hij had een lang en een walgelijk ziekbed gehad en ,,het hof vermeed elk contact met den vroeger zoo gevleide. Al leen wie noodzakelijk in de ziekenkamer moest zijn, ging er heen en raffelde zijn w;erk af. Het was niet meer aangenaam in de nabijheid van den besinetten vorst te zijn, die eens een zoo aantrekkelijk uiterlijk had. j1). Alleen zijn drie dochters, die hij tijdens zijn leven stuitend verwaarloosd had en met de bijnanien ,,vod', „slet" en ,,zwijn- tje" betitelde, blijven bij hem en bidden voor hem, zooals waarschijnlijk ook de vierde, „sions" in haar kloostercel gedaan zal hebben. Als alles voorbij is, wordt het stoffelijk overschot zoo snel mogelijk en met een minimum van praal in bolderende vaart raar St. Denis gereden. Weg er mee! De koning is dood. „Leve de Koning!" roe- pen nu de hovelingen en buigen en nijgen voor den dauphin, die Lodewijk XVI zal zijn, en voor Marie Antoinette, de gehate ,,Oostenrijksche". Zij, de dauphin en zijn jon ge vrouw, hebben een oogenblik van diepe ontroering, nu zij de tack van het koning- schap zien naderen. Zij knielen neer en snikkend smeeken zij: „0 God, wil ons be- schermen en leiden; wij zijn te jong om te regeeren!" Zij hadden wel aanle'ding om deze Salo- mo's cede op de lippen te nemen. Hoe lan- gen t d al hadden deze 20- en 19-jarige menschen begrepen, dat zij op een vulkaan leefden, die elk oogenblik kon uitbarsten? Voor vier jaren was er al een vlaag van op- roer over Parijs gegaan. De verpletterende schuldenlast, dien het volk moest dragen; de vrijdom van belastingen der eerste twee standen: adel en geestelijkheid; de armoede op het platteland, en de ellende in de lage- re volksklassen te Parijs, hadden sinds jaar en dag het Fransche volk verbitterd en in stilte doen mokken. Toen de koning den krachtigen de Choiseu., dij de ontredderde financien van Frankrijk wilde ordenen, aan zijn biizit, gravin du Barry, opofferde en den abbe Terray ii. zijn plaats stelde, waren er dreigende aanplakbiljetten gevonden op de pleinen van Parijs. Een er van droeg de woorden, die ik als motto hierboven plaat- ste: ,:Het brood voor twee stuivers, de kan selier opgehangen of opstand te Parijs". Een ander minder bondig doch even duidelijk waarschuwde: „Zoo men drn prijs van het brood niet vermindert en zoo er geen orde wordt gesteld op de zaken van Staat, zullen wij weten wat ons te doen staat: wij zijn twintig tegen een bajonet." Reeds eer- der had een priester van den kansel der Sainte-Marguerite voorspeld, dat de om- wenteling moest uitbreken, dat de crisis heftig zou zijn en dat het zeer spoedig zou gebeuren. Voltaire, die 'een tijnen neus had om te ruiken van welkcn kant de wind woei, schreef: „Alles, wat ik om mij heen zie, strooit de zaden eener omwenteling uit, die niet zal nalaten uit te bhrsten en waarvan ik niet het genoegen zal hebben, getuige te zijn Zij zal bij de eerste de beste gelegenheid uitbreken en dat zal me een kabaal zijn!" Feitelijk is de geheele tweede hellt van Lodewijk XV's regeering voor Frankrijk een tijd geweest, waarin voortdurend de ge dachte aan een naderende omwenteling de gemoederen bezighield. Zelfs de woorden „Staten-Generaal werden uitgesproken en liepen door Parijs. Daarvoor was reder sedert de koning in 1771 de parlementec ophief en daardoor het eenig orgaan verwij- derde, dat, ofschoon eerbiedig en be schroomd, nu en dan een stem kon doet opgaan tegen al te groote willekeur van de zijde van het hof (2). Om de Staten-Gene- raal was reeds in 1750 door de geestelijk heid geroepen, maar de minister d'Argen- son vond dat geen kleinigheid. „Die Staten- Generaal', zeide hij, „zullen niet voor niet* bijeen komen. Laat men daar wel aan den ken; zij zouden hoogst ernstig hun taal opvatten, wat God verhoede!" Tien jaar la ter vraagt het parlement van Normandie er om; in 1770 doet dit het Parijsche Hof van Belastingen. Dit Hof spreekt tot den koning als tot een constitutioneel vorst: „Het on- omkoopbare getuigenis van deze vertegen- woordigers (de Staten-Generaal n.l.) zal u doen weten, of de zaak, die wij voorstaan, de zaak is van het -volk, waarvoor en door i.etwelk gij regeert". Maar de koning be- greep zulk een taal niet. Evenmin de wen- scnen om aan den koning een vast bepaal- de, niet steeds te veranderen d. w. z. te vergrooten „civiele lijst" toe te staan, zooals dat toen reeds in Engeland ge- scniedde. Hij bleef doof voor de vraag om een lichaam, dat hem bij het regeeren des lands ter zijde zou staan (de Staten-Gene raal n.l.), terwijl de plaatselijke belangen zouden worden behartigd door provinciale staten. En in 1771 sc'hafte hij de parlemen- ten af zonder er kts voor in de plaats te Sit en. Maar de onrust nam toe. Het volk werd ongeduldig, hetzelfde volk, waarvan nog zelfs in 1783 door Mercier getuigd wordt: ,,De Parijsche bevolking is over het alge- meen zacht, beleefd en vrij gemakkelijk te leiden; maar men moet zijn luchthartigheid niet voor zwakheid verslijten; het wordt eenigszins mat eigen toestemming de dupe en ik meen het voldoende te kennen om vast te stellen, dat het, zoo men Let tot het uiterste prikkelde, een onoverwinnelijke hardnekkigheid zou toonen". Maar we zijn nu nog in 1771. Lodewijk XV regeert nog en zijn minister van Financien is nog altijd de abbe Terray, die het volk beschouwde ,,als een spons, die men moet uitkr.ijpen Dat werd zoo goed gedaan, dat de armoede bedenkelijk toenam en de Staat zich tegelijk zoo in schulden stak, dat de waardige abbe het beste midde'. om die le deigen vond ineen Staatsbankroet. Ongelukkigerwijs viel dit bankroet samen met kunstmatig bewerkten hongersnood en gebrtk, die het gevolg waren van wat men verachtelijk noemde: ,,den hongersnood- bond". Aldus werd genoemd eene maat- schappij, die de oogsten opkocht, kunstma- tigen hongersnood verwekte en, door het koren tegen hooge prijzen te verkoopen, fabelachtige winsten maakte. De koning had Zelf voor tien millioen francs aandeelen in d.ze schandelijke onderneming. Het gevoel van veiligheid in den Staat had tevens een gevoeligen knak gekregen door de beruchte .lettres de cachet". Dit waren brieven, machtigingen of bevelen tot gevangen-stelling van personen in de Bastil le, de vesting-staatsgevangenis te Parijs, aan den ingang van den faubourg Saint-An- toine, op de plek, waar nu de vrijheidszuil rijst op de Place de la Bastille. Die „brie- ven konden gekocht worden, soms in bianco, zoodat het aan den kooper vrijstond den naam in te vullen van hem, van wien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5