IlkiHiscki Etiirait.
De kroonjuweelen.
Geneeskundige brieven.
HistorisGhe figuren
ooooooooooo
FEU1LLETON.
CffiCOSROZErN
ZErErP
MET HE-T AhKER
D&BBELM^NN
OOOOOOOOOOO
too. 160 1929
Henderd een en dertigste Jaargang.
Woensdag- 10 Juli.
Radio-hoekje
Donderdag 11 Juli.
Hilversum, 1071 M. 10.—10.15 Morgen-
wij ding. 12.15—2.— Concert door het A. V.
R. O.-Kwintet. 2.—2.30 Lezing door S.
Snuyf over: Zang en dans bij onze geveder-
de medeburgers. 2.30—4.— Aansluiting van
het City-Theater te Den Haag. 4.5.— Zie-
kenuurije. 5.—5.30 Sportpraatje door H.
Hollander. 6.01—7.15 Concert door het Om-
roeporkest. 7.15—7.45 Lezing door A. Pies-
man over: Heden en toekomst van vliegtuig
en luchtschip. 8.01—9.— Vereenigingsuurtje.
„Rotte's Liedertafel" en de Muziekver.
..Aurora". 9.— Oud-Holl. liederen bij piano
en luit, door „Klaveren Vijf". 9.15 Radio-
Tooneel. „Hij is mijn Admiraal". Blijspel in
I bedrijf van Jacob en Horace Mills. Mede-
werkenden: Ed. W. de Blauw, Ko van Dijk
en Minny van Ollefen. 9.40 Voortzetting
Oud-Holl. liederen. 9.55 Voortzetting Radio-
tooneel. „Mijn Oelukster", blijspel in 1 bedr.
van A. C. Scribe. Medespelenden: Ko van
Dijk, J. van DijkRichter, Carel Rijken, Ed.
W de Blauw, Minny van Ollefen. 10.35
Persberichten. 10.45 Voortzetting Oud-Holl.
liederen. 11.Gramofoonmuziek. 11.30
Sluiting.
Huizen, 336.3 M. (Na 6 uur 1852 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 11.11 30 Zieken-
dienst. 12.30—1.45 Concert. Sopraan en
piano. 5.—6.30 Concert. Instrumentale. so-
listen. 6.30—7.— Muziekpraatje. 7.-—8.—
Concert, Orgel en sopraan. 8.Uitzending
uit de Groote Kerk te Den Haag. Sprekers,
mannen-, knapen- en dameskoor. Solisten.
Na afloop persberichten.
Daventry, 1554 M. 10.35 Kerkdienst. 11.05
Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Con
cert. Hilda Dobbs, sopraan. Het Miriam
Anglin Trio. 1.20 Orgelconcert. 2.20—2.45
Beelduitzending. 3.20 Vesper in Westmin
*ter Abbey. 4.05 Lezing. 4.20 Concert. Or
Lest. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.50
iMarktprijzen. 6.55 Muzikaal Intermezzo
7 05 Pianorecital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing
8.05 Concert. Orkest. Dorothy Bennett, so
praan. Sheridan Russell, cello. 9.35 Lezing
9.55 „Disclosure" tooneelstuk van O. Wynd
ham en Ivor McClure. Muzikale illustratie
door het Gershom Parkington Kwintet. 10.45
12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1744 M. 12.50 Gra^
mofoonmuziek. 1.25 Vervolg van 12.50. 4.05
Klassiek uurtje. 6.55 Gramophoonmuziek
8.25 Muziek en tooneek
Langenberg, 473 M7.50—8.50 Orkest-
concert. 10.35—12.10 Gramofoonmuziek
12.40 Gramofoonmuziek. 1.252.50 Orkest-
concert met medewerking van solist. 5 55—
6.50 Orkestconcert met medewerking van so-
liste. 8.20 „Fidelio". Opera in 2 bedrijven
van L. van Beethoven. Orkest, koor en so
listen. Daarna tot 12.20 Orkestconcert.
Zeesen, 1649 M. 6.10—11.05 Lezingen
12.201.15 Gramofoonmuziek. 12.455.20
Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.20
8.50 Lezingen. 8.50 Symphonie-concert, m.
m v. soliste. Daa -na tot 12.50 dansmuziek.
Hamburg, 372 M. 5.20 Orkestconcert
6 20 Orkestconcert. 8.20 Orkestconcert m. m.
van tenor. 9.50 Instrumentaal concert. 11.35
Orkestconcert.
Brussel, 512 M. 5.20 Concert. 6.50 Gra
mofoonmuziek. 8.55 Trioconcert. 9.20 Orkest
concert.
Kleuterzorg. I.
Ons ingewikkeld maatschappelijk leven
maakt in vele opzichten noodig, dat voor be-
paalde groepen van menschen afzonderlijke
bemoeiingen worden getroffen en niet elk in-
dividu, zelfs niet elk gezin aan zich zelf wor-
de overgelaten. Men kan dit betreuren en het
ideaal vinden, dat ieder gezin zooveel moge
lijk voor zich zelf zorgt, doch de dagelijksche
ervaring doet de onmogelijkheid hiervan in-
zien. De sociale wetgeving is noodzakelijk
gebleken omdat de aan zich zelf overgelaten
arbeider in verschillend opzicht te kort komt,
de armen, de werkloozen moeten langs alge-
meene lijnen geholpen worden. En vooral
op hygienisch gebied werd men er zich be-
wust van, dat in verschillende levensperioden
het eigen initiatief van de gezinsleden, zelfs
met de hulp van den gewonen huisdokter,
(The crinkled Crown.)
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William le Queux, door Mej. E. H.
86
Na veertien dagen kwamen Penning
ton en zijn vrouw terug, heel gelukkig
en opgetogen over het uitstapje, hoe
kort tijd ze nu ook maar daarvoor had-
den gehad. Met hun terugkeer ging het
er weer wat gc oner uitzien in huis.
Want Pennington had een zonnige na-
tuur en er straalde geluk uit zijn leven-
dige persoonlijkheid. Ena miste de
magnetische aantrekkelijkheid van haar
echtgenoot, maar, ofschoon zii misschien
wat hi te ernstig was door de herinne-
ringen aan hetgeen zij geleden had, be-
zat zij innemende manieren, die haar
spoedig bemind maakten bij alien, met
wie zij in aanra' :°ng kwam.
Misschien kwam de gedachte wel op
bij Mrs. Kearns, hoe het toch jammer
was, dat het eigenlijk niet andersoni
was gegaan: dat Doris Ppi-'-"-»on had
getrouwd en Ena Graven de vrouw was
geworden van Easterbee. Dan zou er
waarschijnlijk geen scheiding noodig
zijn geweest. Maar die gedachte werd
dan ook onmiddellijk teruggedrongen,
als zijnde te zelfzuchtig. Pennington
was een beste, brave jonge man; ze ston-
den gelijk in dit opzicht. Maar uit een
niet toereikend is om genoegzaam gunstige
verhoudingen te scheppen en kwade invloe-
den te weren.
Zoo onstonden vereenigingen en inrichtin-
gen, welke zich de bestrijding dier maat-
schappelijke kwalen ten doel stelden, in de
eerste plaats wel van de drie voornaamste
volksziekten, tuberculose, alcoholisme en ge-
slachtsziekten. Hierbij bleek, dat het niet vol-
doende was, de uitgebroken ziekte te behan-
delen doch dat het zwaartepunt gelegd moct
worden in het voorkomen. Geregeld toezicht,
ook op de gezonden, is in staat veel later on-
heil te verhoeden. De juistheid van deze stel-
ling is wel zeer duidelijk bewezen door het
tegenwoordig vrij algcmeen ingevoerde ge-
neeskundig schooltoezicht. En steeds meer
stijgen in de algemeene waardeering de con-
sultatiebureaux voor tuberculose, voor zui-
gelingenzorg, voor de aanstaande moeder
enz.
De leeftijd tusschen dien van zuigeling en
schoolgaand kind was intusschen stiefmoe-
derlijk bedeeld. En toch, al heeft het misschien
wat lang geduurd, is men tot het inzicht geko-
men, dat juist deze leeftijd groote behoefte
aan veel zorg heeft. Dat inzicht heeft uit-
drukking gevonden op het congres voor kleu-
terzorg, dat in de laatste week van Mei in
Amsterdam is gehouden. De aardige naam
„kleuter" voor het kind tusschen den zuige-
lingsleeftijd en de schoolperiode, afkomstig
van dr. Mol te 's-Gravenhage, werd door den
minister van Arbeid in zijn openingsrede een
trouvaille genoemd, waardoor gevoeld wordt
dat wij hier een terrein betreden, waar ook
het gemoed zich gelden laat. Hij wees er op,
dat deze zaak niet alleen het kind individueel
betreft, maar dat daarnaast vragen van
staatkundigen en van paedagogischen aard
opdoemen. Wat het eerste betreft: hoe moet
de onderlinge verhouding van den staat en
het particulier initiatief zijn? wat het
tweede aangaat: hoe staan gezin en medicus
ten opzichte van elkaar met betrekking tot
dit vraagstuk?
De voordrachten en discussies op dit con
gres hebben de beteekenis van vele belang-
rijke onderwerpen duidelijk bewezen. Zoo
noem ik de besmettelijke ziekten. Wij kunnen
thans wel als vaststaande aannemen, dat
ieder kind herhaaldelijk met het tuberculose-
gif besmet wordt. Die, meestal lichte, besmet-
tingen worden door het organisme betrekke-
lijk gemakkelijk overwonnen met dit groote
voordeel, dat op die manier langzamerhand
een zekere ontvatbaarheid voor de ziekte ont-
staat. Hieraan schrijft men toe, dat nog zoo
vele menschen gezond blijven, niettegen-
staande onze geheele omgeving bijna altijd
in mindere of meerdere mate gelegenheid tot
besmetting aanbiedt. Nu mag die besmetting
bij kinderen, welke gunstig verloopt, een ze
kere hoogte niet overschrijden. Leeft het kind
in de kruipperiode in een omgeving waar
bijv. een patient met open tuberculose geen
genoegzame zorg besteedt aan de onschade-
lijkmaking van het besmettelijk sputum, of
wordt het gevoed met veel melk van tuber-
cul.use koeien, dan heeft het wel degelijk
kans, gevaarlijk ziek te worden. Bekend zijn
de proeven van Calmette, die ook reeds in
ons land worden herhaald, om het jonge
kind te enten met een nauwkeurig gedoseer-
de hoeveelheid tuberculeus gif. Als deze
proeven^ slagen, beteekent het uit den aard
der zaak een groote stap vooruit, omdat het
toeval dan wordt uitgeschakeld en met groote
veiligheid het besmettingsgevaar kan wor
den weggenomen.
Fr liggen nog meer vijanden op den loer.
Prof. Gorter publiceerde een statistiek, wel
ke leert dat van de kinderen tusschen 1 en 5
jaar nog altijd 1.15 pCt. sterven, wat betee
kent, dat van alle 30 gezinnen met drie kin
deren er een is, dat kans heeft een kind te
moeten verliezen voordat het vijf jaar is ge
worden.
Naast de tuberculose staan de acute infectie-
ziekten. Tegen roodvonk en diphtherie wordt
reeds de strijd aangebonden door middel van
onvatbaar makende inentingen. Mazelen en
kinkhocst eischen nog steeds velle slachtoffers
en worden door den Herderschee de groot-
moordenaars van den kleuterleeftijd genoemd.
Tegen al die besmettelijke ziekten is de
mensch juist op den kleuterleeftijd het minst
bestand, vandaar dat de genoemde spreker
als leidend beginsel wilde voorop zetten: de
besmetting zooveel mogelijk te verschuiven
tot na den kleuterleeftijd, waarbij als van
zelf sprekend de eisch komt, dat de voorko-
mende gevallen der ziekten zoo goed moge
lijk behandeld en verzorgd worden.
De voeding van den kleuter vereischt even-
eens bijzondere aandacht. Het ligt voor de
hand dat het van groot belang is, juist in
deze periode van krachtige ontwikkeling alle
hinderpalen uit den weg te ruimen, opdat
wereldsch oogpunt beschouwd, had hij
niet zooveel vdor als zijn vriend. En, bij
een huwelijk voor een eenige dochter,
k n geen moeder dergeliike overwegin-
gen niet in aanmerking nemen.
Te eeniger tijd zou Easterbee de be
trekking, waarin hij nu nog zoo innig
belang stelde, moe worden en zich terug
trekken, om plaats te maken voor ande-
re schrandere geesten. Dan zouden Do
ris en hij een normaal leven leiden, ver-
helderd door een vaste positie en volop
geld.
Er: toen kwam de gewichtige ochtend,
dat Mrs. Kearns een telegram ontving.
waarin.het jonge paar haar meldde,
dat zij dien dag, op den tijd van het
diner, zouden thuis zijn. En hoe vol zelf-
beheersching zij ook altijd was, kon zij
niet geheel haar opgewondenheid ver-
bergen bij deze welkome tijding. Dit
openbaarde zich in een afwijken van
haar gewonen werksleur, ter wille van
het genoegen.
Aan de ontbijtafel keek zij glimlachend
naar Pennington en Ena:
„Voor vandaag geen werk, jongelui! Wij
moeten de gebeurtenis vieren op passende
1 wijze, om frisch en onvermoeid te ziin teeen
dat ze komen."
Pennington had verwacht een ochtend van
drukte en ingespannen arbeid; en, daar het
een prachtige zomerdag was, vond hij dat
vooruitzicht op vacantie niet onaardig. Al
vroeg op den ochtend stuurde Mrs. Kearns
hen weg, in de auto, met orders, om een lan-
gen tocht te maken. Ena verzette zich in het
eerst wat, omdat zii meeiide, dat ze moest
een flink gevoed en gebouwd, krachtig indi-
vidu zal ontstaan. Voor alien zonder onder-
scheid bestaat dus behoefte aan goede voe
ding, behoorlijke lichaamscultuur, genoeg
zame beweging in de vrije lucht, in het kort:
een leven onder goede hygienische verhoudin-
gen, zooals ook reeds in den zuigelingenleef-
tijd van den dag der geboorte af aan nood
zakelijk is.
De meest bekende ziekte als gevolg van
een tekort aan dit alies is wel de Engelsche
ziekte. Zooals prof. Haverschmidt op het con
gres uiteen zette, zijn de middelen, welke bij
die ziekte worden aangewend, niet anders
dan de noodige aanvulling van wat in een
bepaald geval ontbreekt. De vitaminen, het
zonlicht, het gewijzigde dieet zijn feitelijk ge-
wone levensbehoeften, waaraan bij het ge-
zonde kind blijkbaar dus reeds werd voldaan.
Dat neemt niet weg, dat men bij ieder kind
er op heeft te letten, dat het bijv. voldoende
vitaminen (levertraankrijgt, dat het voor
al in het directe zonlicht (niet alleen achter
vensterglazenlang genoeg vertoeft, enz.
Een van de meest bekende verschijnselen
van Engelsche ziekte is de stoornis in den
beengroei. De uiteinden der beenderen wor
den dikker en de lange beenderen worden
krom. Als deze misgroei niet in sterke mate
heeft plaats gehad, kan alles, nadat de ziekte
genezen is, weer terecht komen. Maar, zooals
Van Assen deed uickomen, geeft de tegen-
woordige damtsmode om de onderbeenen
slechts met een dunne kous en niet met rok-
ken te bedekken, gelegenheid genoeg om te
constateeren, dat zulks lang niet altijd het
geval is en dat een vrij belangrijk aantal
kromme (X- of O-) beenen ook nog op vol-
wassen leeftijd aanwezig is. En de platvoe-
ten zijn bij den beschaafden mensch zoo me-
nigvuldig, dat men neiging zou krijgen, ze
als den normalen toestand te aanvaarden,
zoodat het fraai gevormde, krachtig veeren-
de voetgewelf een atavisme uit den tijd der
natuurvolkeren zou zijn.
Natuurlijk is het congres in gebreke geble-
ven, de middelen te bepreken, welke in de
bestaande mistanden verbetering zouden kun
nen brengen. Daarover in een volgenden
brief. H. A. S.
CEMT
EEN FLiNK STUK
ZEEP - SLECHTS
VIJFTIEN CENT
OP GOEDE ZEEP STAAT;
blijven, om te helpen bij de voorbereidende
maatregelen; maar, daar de jongelui nog in
de tortelduif-periode waren, liet zij zich mak-
kelijk overhalen.
„Moes" is in waarheid heel gewoon men-
schelijk," zei ze tegen Pennington onder
het wegrijden. „Op dagen, zooals deze,
treedt dat duidelijk aan het licht. Ik geloof,
dat ze nu liever naar boven ging en zou
schreien van vreugde, bij de gedachte, van
Doris weer te zien. En toch heeft ze om zich
heen den indruk gegeven van een harde,
heerschzuchtige vrouw, zonder een greintje
gevoel."
„Men moet bij „Moes" wonen, om haar
werkelijk te kennen," luidde het antwoord.
„Het feit, dat wij alien haar bij haar lieve-
lingsnaam noemen, bewijst, wat zij is. In
waarheid een en al vriendelijkheid, maar ze
loopt er niet mee te koop en toont het alleen
bij gelegenheden, dat het pas geeft."
Toen zij weg waren, liep Mrs. Kearns
door het huis, licht en luchtig als een jong
meisje. Eerst had zij een gewichtige bespre-
king met de keukenmeid en den butler. Deze
thuiskomst moest naar behooren gevierd
worden. Het moest een echte feestmaaltijd
worden en de lievelingsgerechten van Doris
en haar man mochten er niet bij ontbreken.
Van de lunch zou niet veel werk worden
gemaakt; onverdeeld moest de aandacht ge-
wijd worden aan het diner.
Nadat deze langdurige bespreking achter
den rug was, begaf zij zich naar den tuin,
om met den hoofdtuinman te beraadslagen.
Doris hield innig veel van bloemen en de
bloemenhulde ter verwelkoming moest on-
gewoon schoon zijn. De fijnste soorten, die
VERKOOPT U MERKEN-ART1KELEN WELK ARTIKEL
VERKOOPT U HET MEEST, HET GEADVERTEERDE MERK
OF HET NIET GEADVERTEERDE WAARSCHIJNLIJK
WEIGERT U ZELFS ELK MERKEN-ARTIKEL TE KOOPEN
WAARVAN U GEEN ZEKERHEID HEEFT DAT HET GE-
ADVERTEERD WORDT. EN WELKE LES IS DAAR1N VOOR
U ZELF GELEGEN? -u-
ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT.
in de kassen bloeiden, zouden afgesneden
worden; maar, daar dit nog niet voldoende
werd geacht, zond zij een van de bedienden
naar den naastbijzijnden bloemist voor iets
heel zeldzaams en bijzonders
(Maar, ondanks al die bedrijvigheid, leek
het haar de langste dag, dien zij ooil had
doorgemaakt. De uren van den middag kro-
pen letterlijk om. En toen eindeiijk dat
heerlijk oogenblik, toen het knarsen van de
wielen op het grintpad werd gehoord en
Easterbee's auto aanreed voor de open
deur!Ze waren er alien, om hen te ver-
welkomen:-Mrs. Kearns, Ena, Pennington
en de trouwe butler op den achtergrond
Met een juichkreet van genot were! Doris
telkens weer in de armen van haar moeder
gesloten. Op dif oogenblik waren ze beiden
eenigszins van streek door het weerzien.
De andere begroetingen, ofschoon even
oprecht gemeend, waren niet zoo ontroerend
Later, toen ze alien aan tafel zaten, sprak
Doris haar verrukking uit, over de keur van
bloemen, die het ver&ek vulden met haar
heerlijke kleuren en geuren.
,0, maar Moes, biecht eens eerlijk op: de
helft hiervan is niet uit den tuin afkomstig.
U moet overal rond geweest zijn om deze
keurcollectie bij elkaar te krijgen!"
Na een tijdje vroeg Mr. Kearns, of zij in
het buitenland ook iemand ontmoet hadden,
dien ze kenden. Maar dit was niet het geval.
Ze waren zooveel mogelijk van den gewonen
weg afgeweken en hadden de minst-bezochte
deelen van Italie gekozen, waar het gros van
de reizers niet komt.
„Daar wij nooit weten, welk lot ons nog
boven het hoofd hangt," zei Easterbee
lachende, „besloten wij, dat wij voor een keer
nu maar eens een weg zouden kiezen, geheel
zooals wij dit wilden."
Mrs. Kearns vond dit ook zeer verstandig
gehandeld en hoopte van harte, dat hun be-
zoek niet al te wreed verstoord zou worden
door een onverwachten oproep. Waarop haar
schonzoon terecht opmerkte, dat zij, met
hun inspannend beroep, nooit langer dan vier
en twintig uur van zichzelven zeker waren.
Pennington kon niet nalaten in het mid
den te brengen:
,Ja, in mijn geval, met de weinige midde
len, die ik bezit, hangt er een bestaan van af.
Maar, zooals Mrs. Kearns en jij, die abso-
luut vrij zijt, om te doen wat je witl, dan kan
ik er mij soms echt over verwonderen, hoe je
ooit zoo iets begonnen bent; of, nu dit een-
maal zoo is, waarom je er voor je trouwen
niet uitgegaan bent".
Mrs. Kearns verklaarde, uit beider naam
volgenderwijs:
,.In mijn geval was het geestdrift voor het
recht, gepaard met haat tegen de misdadi-
gers, die heel de wereld in opstand zouden
brengen, ter bereiking van eigen, zelfzuch-
tige doeleinden. In het geval van Harold
ook enthousiasme, en de lust op jacht en ge
not, om de plannen van zijn tegenstander9
te verijdelen."
Dien avond zaten beide jonge echtgenoo-
ten nog laat op de rookkamer. Onder de ver
schillende onderwerpen, die zij bespraken,
hoorde ook dat van Van der Wijck en de
waardevolle inlichtingen, die hij hun had
gegeven.
ilU-'-*..
vetvaladL
DE NADERENDE OMWENTELING,
Het brood voor twee stuivers, de
kanselier opgehangen of opstand
te Parijs.
„Na mij de zondvloed", placht Lodewijk
XV Lodewijk de Welbeminde met de
koude ironie, die hem eigen was, te zeggen
en zijne omgeving herhaalde: ,,Na ons de
zondvloed." Hij en zij, ze gevoelden het wel:
zoo Kon het niet lang voortgaan, maar
als het dan maar voortging, zoolang zij leef-
O
o
o
den, was alles in orde. Die dan zou leven,
zou dan zorgen.
In 1774 stierf de koning, den lOen Mei
Eindeiijk! Hij had een lang en een walgelijk
ziekbed gehad en ,,het hof vermeed elk
contact met den vroeger zoo gevleide. Al
leen wie noodzakelijk in de ziekenkamer
moest zijn, ging er heen en raffelde zijn
w;erk af. Het was niet meer aangenaam in
de nabijheid van den besinetten vorst te
zijn, die eens een zoo aantrekkelijk uiterlijk
had. j1). Alleen zijn drie dochters, die hij
tijdens zijn leven stuitend verwaarloosd had
en met de bijnanien ,,vod', „slet" en ,,zwijn-
tje" betitelde, blijven bij hem en bidden
voor hem, zooals waarschijnlijk ook de
vierde, „sions" in haar kloostercel gedaan
zal hebben. Als alles voorbij is, wordt het
stoffelijk overschot zoo snel mogelijk en
met een minimum van praal in bolderende
vaart raar St. Denis gereden. Weg er mee!
De koning is dood. „Leve de Koning!" roe-
pen nu de hovelingen en buigen en nijgen
voor den dauphin, die Lodewijk XVI zal
zijn, en voor Marie Antoinette, de gehate
,,Oostenrijksche". Zij, de dauphin en zijn jon
ge vrouw, hebben een oogenblik van diepe
ontroering, nu zij de tack van het koning-
schap zien naderen. Zij knielen neer en
snikkend smeeken zij: „0 God, wil ons be-
schermen en leiden; wij zijn te jong om te
regeeren!"
Zij hadden wel aanle'ding om deze Salo-
mo's cede op de lippen te nemen. Hoe lan-
gen t d al hadden deze 20- en 19-jarige
menschen begrepen, dat zij op een vulkaan
leefden, die elk oogenblik kon uitbarsten?
Voor vier jaren was er al een vlaag van op-
roer over Parijs gegaan. De verpletterende
schuldenlast, dien het volk moest dragen;
de vrijdom van belastingen der eerste twee
standen: adel en geestelijkheid; de armoede
op het platteland, en de ellende in de lage-
re volksklassen te Parijs, hadden sinds jaar
en dag het Fransche volk verbitterd en in
stilte doen mokken. Toen de koning den
krachtigen de Choiseu., dij de ontredderde
financien van Frankrijk wilde ordenen, aan
zijn biizit, gravin du Barry, opofferde en den
abbe Terray ii. zijn plaats stelde, waren er
dreigende aanplakbiljetten gevonden op de
pleinen van Parijs. Een er van droeg de
woorden, die ik als motto hierboven plaat-
ste: ,:Het brood voor twee stuivers, de kan
selier opgehangen of opstand te Parijs". Een
ander minder bondig doch even duidelijk
waarschuwde: „Zoo men drn prijs van
het brood niet vermindert en zoo er geen
orde wordt gesteld op de zaken van Staat,
zullen wij weten wat ons te doen staat: wij
zijn twintig tegen een bajonet." Reeds eer-
der had een priester van den kansel der
Sainte-Marguerite voorspeld, dat de om-
wenteling moest uitbreken, dat de crisis
heftig zou zijn en dat het zeer spoedig zou
gebeuren. Voltaire, die 'een tijnen neus had
om te ruiken van welkcn kant de wind
woei, schreef:
„Alles, wat ik om mij heen zie, strooit de
zaden eener omwenteling uit, die niet zal
nalaten uit te bhrsten en waarvan ik niet
het genoegen zal hebben, getuige te zijn
Zij zal bij de eerste de beste gelegenheid
uitbreken en dat zal me een kabaal zijn!"
Feitelijk is de geheele tweede hellt van
Lodewijk XV's regeering voor Frankrijk een
tijd geweest, waarin voortdurend de ge
dachte aan een naderende omwenteling de
gemoederen bezighield. Zelfs de woorden
„Staten-Generaal werden uitgesproken en
liepen door Parijs. Daarvoor was reder
sedert de koning in 1771 de parlementec
ophief en daardoor het eenig orgaan verwij-
derde, dat, ofschoon eerbiedig en be
schroomd, nu en dan een stem kon doet
opgaan tegen al te groote willekeur van de
zijde van het hof (2). Om de Staten-Gene-
raal was reeds in 1750 door de geestelijk
heid geroepen, maar de minister d'Argen-
son vond dat geen kleinigheid. „Die Staten-
Generaal', zeide hij, „zullen niet voor niet*
bijeen komen. Laat men daar wel aan den
ken; zij zouden hoogst ernstig hun taal
opvatten, wat God verhoede!" Tien jaar la
ter vraagt het parlement van Normandie er
om; in 1770 doet dit het Parijsche Hof van
Belastingen. Dit Hof spreekt tot den koning
als tot een constitutioneel vorst: „Het on-
omkoopbare getuigenis van deze vertegen-
woordigers (de Staten-Generaal n.l.) zal
u doen weten, of de zaak, die wij voorstaan,
de zaak is van het -volk, waarvoor en door
i.etwelk gij regeert". Maar de koning be-
greep zulk een taal niet. Evenmin de wen-
scnen om aan den koning een vast bepaal-
de, niet steeds te veranderen d. w. z.
te vergrooten „civiele lijst" toe te staan,
zooals dat toen reeds in Engeland ge-
scniedde. Hij bleef doof voor de vraag om
een lichaam, dat hem bij het regeeren des
lands ter zijde zou staan (de Staten-Gene
raal n.l.), terwijl de plaatselijke belangen
zouden worden behartigd door provinciale
staten. En in 1771 sc'hafte hij de parlemen-
ten af zonder er kts voor in de plaats te
Sit en.
Maar de onrust nam toe. Het volk werd
ongeduldig, hetzelfde volk, waarvan nog
zelfs in 1783 door Mercier getuigd wordt:
,,De Parijsche bevolking is over het alge-
meen zacht, beleefd en vrij gemakkelijk te
leiden; maar men moet zijn luchthartigheid
niet voor zwakheid verslijten; het wordt
eenigszins mat eigen toestemming de dupe
en ik meen het voldoende te kennen om
vast te stellen, dat het, zoo men Let tot het
uiterste prikkelde, een onoverwinnelijke
hardnekkigheid zou toonen".
Maar we zijn nu nog in 1771. Lodewijk XV
regeert nog en zijn minister van Financien
is nog altijd de abbe Terray, die het volk
beschouwde ,,als een spons, die men moet
uitkr.ijpen Dat werd zoo goed gedaan, dat
de armoede bedenkelijk toenam en de Staat
zich tegelijk zoo in schulden stak, dat de
waardige abbe het beste midde'. om die le
deigen vond ineen Staatsbankroet.
Ongelukkigerwijs viel dit bankroet samen
met kunstmatig bewerkten hongersnood en
gebrtk, die het gevolg waren van wat men
verachtelijk noemde: ,,den hongersnood-
bond". Aldus werd genoemd eene maat-
schappij, die de oogsten opkocht, kunstma-
tigen hongersnood verwekte en, door het
koren tegen hooge prijzen te verkoopen,
fabelachtige winsten maakte. De koning
had Zelf voor tien millioen francs aandeelen
in d.ze schandelijke onderneming.
Het gevoel van veiligheid in den Staat
had tevens een gevoeligen knak gekregen
door de beruchte .lettres de cachet". Dit
waren brieven, machtigingen of bevelen tot
gevangen-stelling van personen in de Bastil
le, de vesting-staatsgevangenis te Parijs,
aan den ingang van den faubourg Saint-An-
toine, op de plek, waar nu de vrijheidszuil
rijst op de Place de la Bastille. Die „brie-
ven konden gekocht worden, soms in
bianco, zoodat het aan den kooper vrijstond
den naam in te vullen van hem, van wien