SUimsskt Kurait.
De kroonjuweelen.
Brieveu nit tie hooidstad
FEUILLETON.
1929
No. 169
Hi:M een en dertigste Jaargang.
Zalerdag 2Q Juli.
A.
Amsterdam wereldstad. Een
schitterend ontvangst. Congres-
sen van beteekenis.
Ik beschouw het als een aangenaam voor
fecht nog eens een paar malen als van ouds
wat uit de hooidstad te mogen babbelen met
velen, die jaren lang mijn getrouwe lezers in
dit dagblad zijn geweest, nu mijn collega
Emergo deze stad is ontvlucht en den vacan-
Ee-wandelstaf naar vreemden bodem ter hand
heeft genomen. lets wat hem toekomt, even
goed a's aan ieder ander, die een jaar stoeren
arbeid achter den rug heeft en wat zeker be-
vorderlijk is voor het aanvaarden van nieu-
wen arbeid in de tbekomst, voor al degenen,
ie, als hij1, een wereldstad als Amsterdam tot
hun werkterrein hebben.
Nu, als't u belieft, niet glimlachen, waar-
He lezer, wanneer ik onze hooidstad onder de
wereldsteden gelief te rangschikken. Zeker,
jk weet het wel, wij hebben de zooveel millioen
zielen van steden als Parijs, Londen, New
York en eenige andere menschelijke bijenkor
ven nog niet gehaald, maar dat doet niets af
tot het feit, dat wij, Amsterdammers, onze
iwoonplaats gerust tot de wereldsteden mogen
rekenen het is niet alleen het zielental het
welk de beteekenis van een stad aantoont,
evenmin als in de dagblad-wereld van binnen
en buitenland, waar in onze dagen zoo gewel
dig met hooge oplaagcijfers wordt gegoo-
cheld, die cijfers alleen reeds de „standing
verged het vreemde woord, doch ik weet
op dit oogenblik geen beter dat het in onze
moedertaal wedergeeft daarvan aantoo
ken heeft. Van een bekena Amstelroeier, die
de geheele ontvangst van zijn mede-lid en
collega op het water heeft bijgewoond, ver-
nam ik, dat de held van dien avond zelf niet
van meening was, dat hij nu zoo iets erg bij-
zonders hd gedaan en die eigenlijk, zooals we
dat wel eens zeggen, „stombeduusd" heeft ge-
staan over al het werk, dat men van hem ge
maakt heeft. Maar hoe dan ook, hij is er dan
onbewust toch weer een geweest onder de
genen, die op zijn gebied het aanzien der
hoofdstad danig hebben vergroot en tot haar
reputatie als wereldstad heeft bijgedragen.
En daarna het tweede evenement, van ge-
heel anderen aard en dat nog grooter inter-
nationaal karakter heeft gedragen, is het „In-
Wereldstad zijn wij, trots het feit, dat we,
niettegenstaande vele onder onze gemeente-
wet in der jaren loop gewerkte „annexaties
tie millioen inwoners nog lang niet bereikt
hebben, en zulks is in de afgeloopen week wel
degelijk bewezen.
Eerst hebben niet alleen de vaderlandsche
maar niet minder de Engelsche bladen zich
danig met een jeugdigen Amsterdamme,'
beziggehouden, die in de wereld der sporten
en die heeft heel wat te beteekenen in onzen
tijd heel wat sensatie heeft verwekt. Ik be-
doel natuurlijk onzen „Amstel"-skiffeur
Gunther, die daar voor de derde maal in de
geschiedenis der vermaarde Henley-wedstrij
den op de Theems, de door elken flinken „wa
terrot" begeerde „Diamond Sculls" voor ons
land wist te veroveren.
Men moet, als schrijver dezes, eigenlijk
een paar maal in zijn leven die roeiwedstrij-
den ginds in Engeland hebben bijgewoond
om te beseffen, wat het winnen van de be
geerde trofee in de oogen der roeisportwereld
en in de oogen der Engelschen in het alge-
meen niet minder, te beteekenen heeft. Zeker.
die wedstrijden daar in achten en vieren, zij
hebben evengoed hun beteekenis, doch aange-
zien ze grootendeels worden gestreden onder
Engelsche ploegen, omdat het steeds voor
continentale roeivereenigingen zijn eigenaar-
dige, met name zijn fir.ancieele, moeilijkheden
meebrengt een acht- of vierploeg over het
„Kanaal" te zenden, is het juist voor zoo'
„boot-alleen"-wedstrijd meestal het geval, dat
buitenlanders de Britten op eigen water ko
men bestoken.
En ge weet, dat heeft de Amsterdammer nu
onlangs met succes gedaan en thuis gekomen
is hij ontvangen op een wijze, die werkelijk
buitengewoon is geweest dat hebt ge ook
gelezen, maar het zou te kort doen aan de be
teekenis van het feit, als ik dienaangaande
thans nog niet iets neerschreef. Ziet eens, wij
Amsterdammers, ontvangen elk jaar onze
Koningin met groote geestdrift en dit jaar
hebben wij het Haar Moeder met "nog wat
extra geestdrift gedaan, maar toch, alle stad
genooten, die de ontvangst van Gunther heb
ben bijgewoond, zullen moeten toegeven, dat
zij die van onze Koningin overtrof. Begrijpe
lijk, we halen niet elkjn zomer een Nederland.
schen Lindbergh" binnen, die op het water,
ditmaal niet in de lucht, zoo schitterend klaar
speelde, iets wat eigenlijk ook nog meer bij
ons waterland thuis hoort, dan overwinnin-
gen in de lucht, die feitelijk nooit anders dan
„internationaal" kunnen zijn, willen zij be
teekenis hebben.
Gunther is ontvangen onder de geestdrif
van heel Amsterdam en hij is er zelf, geloof
ik, wel het meest verbaasd over geweest, dat
men zoo groote aandacht aan hem geschon
Stadsnieuws
VERSLAG VAN DE BEVINDINGEN EN
HANDELINGEN VAN DEN
KEURINGSD1ENST VOOR WAREN
IN HET KEURINGSGEBIED
ALKMAAR OVER HET
DIENSTJAAR 1928.
(Vervolg.)
Het in het Kaasbesluit verplichtend gestel-
de merken van kaas, zoowel in den winkel als
bij verkoop op markten en langs den openba-
ren weg, is niet steeds zonder tegenstrubbe
len opgevolgd. Het aantal opgemaakte pro-
cessen-verbaal brengt met betrekking tot dit
voorschrift dit niet voldoende tot uiting, daar
ternationale Congres van Kamers van Koop- j wij maar eenmaal daartoe zijn overgegaan,
handel", dat een week lang in onze stad ge- omdat wij meenden dat deze regeling er niet
houden werd en dat onzen naam naar buiten
in niet geringe mate heeft vergroot.
Er is en er wordt dikwerf den draak gesto-
cen met congressen. Onze door de jonge-
ren niet gekende, door vele ouderen vaak ver-
geten beste revue-schrijver dien wij ooit
gehad hebben, omdat hij feitelijk de eenige is
geweest, die in geestigen en vaak striemenden
trant de gebeurtenissen van een jaarperiode
heeft weten te brengen voor het voetlicht in de
schouwburgzaal, Reyding, heeft indertijd de
congressen geestig gehoond als de vergade^
ringen, die steeds „dezelfde kip met peren"
gaven. Dat was in de dagen toen velen van
congres-bezoeken een vermakelijkheid maak-
ten; er voor enkele guldens lid van werden,
zonder dat het doel van het congres hun het
minste belang inboezemde, maar die met
groote gewichtigheid alle „pretjes" en alle
diners er aan verbonden getrouw meemaak-
ten. Die tijd van de ,.kip met peren-congres
sen" is zoo'n beetje voorbijwe zijn op dit ge
bied, geloof ik. wat serieuser geworden en in
elk geval het internationale Koophandelcon-
gres, dat we juist hadden, had inderdaad
groote waarde.
Amsterdam is een week lang wereldstad ge
weest in de letterlijke en in de overdrachte-
lijke beteekenis van het woord ,want de stad
heeft in die dagen mogen herbergen een aan
tal mannen op het gebied van handel, nijver-
heid, scheepvaart, financien, economie, spoor-
wezen, die namen dragen, welke ver buiten de
grenzen van hun eigen land vermaardheid
hebben en die gekomen waren uit alle deelen
der wereld. Ik som hun namen hier niet op,
ge hebt ze in de afgeloopen dagen telkenr.
weer kunnen lezen en ik mag het gevaar niet
loopen, dat ik, ze herhalende, er een vergeten
zou. Dit dient er van gezegd, dat al die man
nen te zamen in ons Koloniaal -Museum
wat een geluk voor Amsterdam, dat dit merk-
waardige gebouw tot stand is gekomen, zoo-
dat we voor dergelijke wereldgebeurtenissen
een waardige plaats van samenkomst hebben
op menig gebied belangrijke vraagstukken,
die gansch de wereld en een zoo groote stad
van handel, scheepvaart en nijverheid als
Amsterdam is, hebben kunnen bespreken; zoo
er ooit een congres gehouden werd, waar ver-
broedering der volkeren van uit kan gaan, dan
is het dit geweest en het heeft den naam van
Amsterdam van wereldstad zeker wederom
veel goed gedaan.
Dat uitstappen naar elders, dat feestelijke
samenkomsten van allerlei aard er aan ver
bonden waren, is van zelf sprekend, maar zij
waren door de aandacht, die daaraan door
ons Vorstenhuis, door Regeeringspersonen
van stad en land, mede geschonken werd, ook
al weer zoovele bijdragen om den band tus-
schen menschen, die in de groote handels-
wereld in het algemeen hoog mede tellen,
nauwer te snoeren, wat ten slotte toch niet
kan nalaten gansch de wereld ten goede te ko
men in dit opzicht is Amsterdam weder
om werkelijk wereldstad geweest.
Hoe druk-bezocht het congres was werd
ook getoond door het feit, dat alle hotels, die
maar van eenige beteekenis waren, geen ka-
mer meer beschikbaar hadden; ik heb vrien-
den uit de provincie ontmoet, die in geen en-
kel der aan iedereen bekende hotels een onder-
dak konden vinden en die van de portiers dier
inrichtingen den raad kregen het ditmaal te
beproeven in „herbergen" van tweeden of
derden rang alls vol, was steeds het be-
scheid.
En nu gaat Amsterdam, zooals men dat
zoo ga,ame van onze stad zegt, in Juli en
Augustus „ledig loopen". Laat u niets wijs
maken, wij blijven nog wel over met „eenige
duizenden", al is het waar, dat men aan ons
Centraal-Station dagelijks groote uittochten
kan waarnemen.
Toch is het nog niet heelemal uit. Ons
wacht nog het merkwaardige bezoek van den
hoofd:magistraat der Londensche City en in
September weder een ander belangrijk inter-
nafionaal congres betreffende handelsonder-
wijs ge ziet, wereldstad zijn we, al moch-
ten sommigen het nog niet willen gelooven.
SINI SANA.
(The crinkled Crown.)
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William le Queux. door Mej. E. H.
46)
HOOFDSTUK XVI.
Op haar terugreis besloot Pauline, om
aan Stephanie te verte'.len, dat er een vriend-
schapsbreuk had plaats gehad tusschen haar
en Lenoir Zij wist, dat oom en nichtje elkaar
van tijd tot tijd schreven, en, als Stephanie
het dus niet van Pauline zelve hoorde, zou
zij het toch van den anderen kant te weten
komen.
Het speet Stephanie zeer, toen zij de v-er-
vreemding vernam:
„Oom Gustave heeft altijd in zulke vleiende
bewoordingen over je gesproken; ik ben
zeker, dat hij dan wel zeer op je gesteld
was" zei ze. „Is het een ernstige oneenig-
heid? Of bestaat er kans, dat je weer goede
vrienden zult worden, als je beiden wat k'aj-
tner gestemd bent?"
Pauline schudde het hoofd:
„Neen, ik zou het hem nooit kunnen ver-
geven, hij heeft mij onherstelbaar leed be-
rokkend dat van invloed is op heel mijn ver-
der leven".
En zij meende dit ook vast. Zij was te
verstandig, om niet in te zien, dat Easterbee
nooit, in den korten tijd, dat ze elkaar ge-
kend hadden, haax vurige liefde had betoond,
Maar deze terughouding kon ze zeer goed
begrijpen en plaatsen: Voor iemand van zijn
opvoeding en beginselen was haar ongun-
stige afkomst een zeer ernstige belemmering
Zij kon ook niet van hem verwachten, dat hij
tot een aanzoek bij haar zou overgaan, zon
der er eerst heel wat over nagedacht te heb
ben. Ook was zij er zeker van, dat, als ze el
kaar weergezien hadden wat het geval zou
zijn geweest, als Lenoir niet tusschenbeide
gekomen was d-e liefde op het einde wel
overwonnen zou hebben en zij de gelukkigste
vrouw van de wereld zou zijn geworden.
Toen Pauline haar vriendin zoo nadrukke-
lijk betuigde, hoe Lenoir haar een bel-eedi-
ging had aangedaan, die nawerkte op heei
haar verder leven, was Stephanie wel heel
nieuwsgierig. Zij was echter te kiesch van
opvattingen, om eenige rechtstreeksche vraag
te stellen; maar ze merkte wel op, dat het
haar onmogelijk was partij te kiezen, daar
zij d-e eigenlijke aanleiding tot de break niet
kende. Zij hield heel veel van haar oom
Gustave, ofschoon nu al jaren lang hun om-
gang zich bepaald had tot briefwisseling. Zij
hield ook veel van Pauline.
„Ondanks zijn geavanceerde opvattingen,
is hij een man van een goed hart en_ een
vriendelijke natuur", zei ze. „Ik kan mij niet
voorstellen, hoe hij iemand moedwillig be-
leedigen zou, en des te minder nog iemand,
veor wie hij voorgaf zooveel genegenheid te
voelen".
Pauline besloot haar op de hoogte te bren
gen van alle bijzonderheden van het droeve
voorval. In waarheid deed het haar, na die
lange perjode v$n liiden in stilte, coed, dat
eene was die met strafvervolgingen mgang
moet vinden. De hardnekkigheid der weer-
stand kan echter ook te ver gaan.
Met het verkoopen-langs den openbaren
weg van kaas, die in otideugdelijken toestand
verkeerde, hebben wij dit jaar al zeer weinig
moeilijkheden gehad. De handelaren in dit
artikel hebben dus voldoende geleerd, dat de
slechte deelen verwijderd moeten worden en
de kooper moet kunnen zien, wat hij krijgt.
Met toezicht op den verkoop van visch is
dit jaar op dezelfde wijze uitgeoefend als vo-
rige jaren, d.w.z. dat bij de gebruikelijke in-
specties op de visch werd gelet en op dagen,
dat geacht werd dat met veel zacht gerookte
bokking langs de huizen werd gevent, aan
die waren extra tijd en moeite besteed. Kwam
met betrekking tot visch een klacht in, dan
werd deze met den meesten spoed onderzocht,
wat wel eens aanleiding gaf tot het afkeurer.
van een kleine voorraad.
Eenmaal bereikte ons de mededeeling, dat
er gevaar bestond, dat een groote voorraad
visch van zeer twijfelachtige kwaliteit naar
dit gebied zou worden gezonden. Een groot
gedeelte ervan werd opgevangen en van de
consumptie uitgesloten.
Als bijzonderheden bij de inspecties opge-
daan, kunnen de volgende bevindingen wor
den vermeld:
dat bij een grossier in kaas, die zijn waar
op twee groote opstanden etaleerde en die
kaas niet had gemerkt, hoewel hij toegaf ook
wel kaas aan particulieren te verkoopen, op
het merken van zijn geheele voorraad werd
aangedrongen. In zijn verzei daartegen be-
riep hij zich op een schrijven van de Ned
Zuivelbeurs te Amsterdam, waarin aan de
grossiers werd geadviseerd de kaas niet te
merken, doch had daarbij blijkbaar niet vol
doende aandacht geschonken, dat het advies
slechts gold voor die grossiers, die niet direct
aan de gebruikers verkoopen;
dat een bakker brood vervoerde in een zoo-
danig vuile broodkas, dat met de hand een
monsterflesch vol vuil en schimmel daaruil
was te halen. De zijwanden der kar waren
groen beschimmeld, terwijl tusschen het
roosterwerk, dat zich op den bodem der kar
bevond, fijne broodresten waren achtergeble
ven, die tot bederf waren overgegaan, zoo erg,
dat het geleek, alsof zich mest op den bodem
bevond, toen de keurmeester het roosterwerk
losmaakte. Onverminderd de gevolgen in den
vorm van een proces-verbaal, werd den bak
ker direct verboden met venten door te gaan
en werd hem gelast eerst thuis zijn wagen
netjes schoon te mken;
dat toen op grond van de bovenstaande be-
vinding extra op den toestand van broodkar
ren werd gelet, in een andere gemeente een
broodkar werd gevonden, waarvan op den
bodem zich ook een schimmellaag bevond. De
bakker dekte dat steeds met papier af, dat
door verdamping van het water uit het nog
warme, vochtige brood spoedig nat werd. Op
den meelzolder en in de bakkerij van denzelf-
den bakker heerschte bovendien een romme-
lige toestand, waarop ook ernstig aanmerking
werd gemaakt;
dat de keurmeester kisten sinaasappelen ten
verkoop in voorraad aantrof, waarvan op he*
oog 'n veel grooter percentage rotte voorkwa-
men, dan normaal en toelaatbaar werd ge
acht. In onze opdracht werd de voorraad ge
sorteerd, waarbij bleek, dat in meerdere dezer
kisten 30 a 40 rotte appelen waren. De
verkooper voerde als verontschuldiging aan.
dat hij ze gekocht had uit een aangrenzend
keuringsgebied en dat aldaar een dergelijke
sorteering nooit werd voorgeschreven;
dat op een desbetreffende officieele mede
deeling de keurmeester zich onmiddellijk naar
een gemeente heeft begeven, alwaar een
meisje onwel zou zijn geworden van het eten
van chocolade, doch een nader onderzoek
geen enkele ^anwijzing gaf, dat inderdaad de
chocolade oorzaak van de ongesteldheid was
geweest. Bij den betrokken winkelier werd
geen ondeugdelijke chocolade aangetroffen
dat in een winkel met flinken omzet pi m
40 K.G. suiker werd1. aangetroffen, die door
kattenurine in sterke mate was bevuild. Het
verzoek van dezen verkooper was, deze suiker
te mogen laten staan, totdat de reuk wat was
verdwenen, ze daarna te mogen opkoken en
er dan limonadesiroop van te maken. Smake-
lijk drinkenl!
dat in een winkel melange en margarine
werden verkocht, zonder dat de melange als
zoodanig was aangeduid, hetgeen het Mar-
garinebesluit ook niet voorschrijft. Toen al
daar een der voorraden, als melange aange-
wezen, als zoodanig werd bemonsterd, bleek
dit gewone margarine te zijn. Daar de ver
kooper niet als onbetrouwbaar -bekend stond,
werd aan een onopzettelijke verwisseling ge-
dacht, doch voorgeschreven werd voortaan
de melange duideliik als zoodanig aan te
duiden
dat aan een slager voor de worstfabricatie
onder den naam van „Keizermeel" tegen den
prijs van 60 cent per K.G. een soort meel
werd aanbevolen, dat voor dat doel veel beter
zou zijn dan maizena. Bij onderzoek bleek
het echter evenwel zelf ook maizena te zijn,
zoodat deze reclame en de extra hooge prijs
ongemotiveerd bleken, waartegen werd ge-
waarschuwd
dat een karnemelkverkooper, al ventende
met zijn waar in een der steden van dit ge
bied, op zijn kar tegelijk met zijn waar een
levende geit vervoerde. "Hiervoor werd hem
direct een waarschuwing gegeven en aange
zegd dat gedurende het venten de geit van
den wagen verwijderd moet blijven;
dat op een markt afgesneden stukken Leid-
sche kaas niet behoorlijk waren afgedekt,
waarvoor een ernstige waarschuwing werd
gegevem;
dat in een der groote gemeenten werd ont-
dekt, dat een limonddefabrikant als bereid-
plaats voor zijn product de zolder had uitge-
kozen, die bovendien nog als slaapgelegen-
heid dienst deed. De keurmeester vermoedde,
dat de zaak opzettelijk gesloten werd gehou
den, om te voorkomen, dat hij deze wijze van
fabricage zou ontdekken;
dat een ouderwetsche winkelier weer eens
begonnen was een mengsel van peper en
piment als gruis te verkoopen. Den keurmees
ter verkocht hij het echter als peper, wat hem
een ernstige waarschuwing bezorgde;
dat een slager, in wiens worst te veel meel
werd aangetroffen, als verontschuldiging op-
gaf. dat de vertegenwoordiger van een firma
te Haarlem hem had medegedeeld, dat als
zijn aardappelmeel werd gebruikt, wij bij on
derzoek maar de helft der toegevoegde hoe-
veelheid meel vonden. Die leverancier te
Haarlem, daarover geschreven, gaf toe eeni-
gen tijd geleden dergelijke ondoordachte
mededeelingen aan den betreffenden slager te
hebben gedaan;
dat op een nog niet lang geleden in wer
king gestelde boterveiling beslag werd gelegd
op twee voorraden boter, die er alleronsmake-
lijkst uitzagen. Beide bleken afkomstig van
zuivelfabrieken en waren dus geen reclame
voor het bedrijf. Bij verhoor van de verani-
woordelijke directeuren dier bedrijven bleek
dat in het eerst bedrijf een lek in den weibak
was gestopt met mastiek, dat blijkbaar voor
een groot deel in de zure wei was opgelost
en in den room was overgegaan en daardoo1"
in de boter terecht kwam. Toch meende men
de verkregen boter evengoed ten verkoop te
kunnen aanbieden. In de andere fabriek bleek
een verbouwing plaats te hebben, terwijl het
bedrijf daarin evengoed doorging. Bijzondere
voorzorgen om bevuiling van den room te
voorkomen, waren dus blijkbaar niet noodig
geacht;
dat een particulier zich bij ons kwam bekla-
gen, dat hem als zeezalm een vischsoort was
verkocht, die hem nader gebleken was kool-
visch te zijn, een vischsoort, die zeer veel
minderwaardig is dan zeezalm.
Het gelukte direct dien verkooper nog te
vinden, die erkende koolvisch aan den desbe-
treffenden kooper te hebben verkocht. Eerst
erkende hij niet, dat dit was geschied onder
den naam van zeezalm, later zeide hij gezegd
te hebben dat de visch zeezalm gelijk was en
tenslotte, toen hij bemerkte gevaar te loopen
door de politie gehoord te worden, dat hij de
waar wel als zeezalm had verkocht. Op ver
zoek van den klager werd niet officieel aan-
gifte bij de politie gedaan, doch daartegen-
over moest hij voor den directeur van den
Keuringsdienst een verklaring van zijn laak-
bare handeling als juist onderteekenen, met
de wetenschap, dat bij herhaling van het
voorgevallene of een ander strafbaar feit deze
verklaring aan den rechter zou worden over-
gelegd
dat bij de politie in een der groote gemeen
ten een klacht was ingekomen, dat kinderen
ongesteld waren geworden door het gebruik
van koekkruimels.
Aan den keurmeester kwamen deze krui-
mels echter zoo frisch en normaal voor, dat
hij er zelf filnk wat van heeft opgegeten zon
der ook maar in het minst daarvan nadeelige
zij eindelijk eens iemand in haar vertrouwen
kon nemen. En zij kende de jonge Fran^aise
als een meisje met een warm, deelnemenc
hart. Ze vertelde de geschiedenis geheel van
haar earste ontmoeting met Easterbee, dien
avond op de club te beginnen.
Stephanie luisterde aandachtig, zooals
iedere vrouw luistert naar een liefdesgeschie-
denis, of die nu ook gelukkig afloopt, of niet
Een warme bios van schaamte steeg haar
anar het gelaat, toen zij hoorde van den lee
lijken streek van Lenoir, tegenover het on-
ergdenkende jonge meisje, dat hem haar ver
trouwen had geschonken.
Er was geen onbeslistheid in haar 'Lou-
ding, toen Pauline klaar was met haar ver-
haai, niet zonder dat zij een paar maal, door
aandoening overmand, was blijven steken;
voornamelijk, toen zij sprak van haar gespan
nen wachten op den brief uit Rusland, dien
Lenoir had achtergehouden.
„Nu, ik begrijp ook, dat je het hem nooit
zult kunnen vergeven", zei ze met nadruk.
„Het is moeilijk, om zoo iets te gelooven van
oom Gustave, die, zoowel mijn moeder als
ik, altijd beschouwd hebben als een man van
de fijnste gevoelens in zijn particulier leven.
Daaruit kid ik af, dat hij zelve verliefd was
op je en dat zijn dwaze jalouzie hem zoozeer
verblindde, dat hij overging tot die vernede-
ring van zichzelven. Maar dat is geen ver
ontschuldiging. Ik zal nu nooit meer aan
hem kunnen denken, als eerst. Mijn illusie is
van hem af."
De biecht moet goed zijn voor de zie
wordt er wel beweerd, of zooals de Duit-
gevolgen te ondervinden. De oorzaak der on
gesteldheid moest dus ergens anders worden
gezocht;
dat bij een winkelier kippenvoer, dat sterk
met mijt was bezet, werd aangetroffen naast
havermout en meel, die gelukkig nog nift
daarmede was besmet. Dadelijk werd door
den keurmeester geadviseerd, dat kippenvoe-
ergens anders op te bergen en de plaats, waar
dit had gestaan en de naaste omgeving, zorg-
vuldig en degelijk schoon te maken;
dat een kaashandelaar klaagde, dat de ge
wone stempelinkt voor kaas op geparaffineer-
de niet hield. Hij werd verwezen naar een der
collega's van ondergeteekende, .die volgens
den directeur van het Kaascontrolestation een
inktsoort wist, die wel op zulke kaas blijvende
merken gaf;
dat op een veiling aardbeien werden ver
kocht, die sterk met meeldauw waren bezet en
op de veiling slechts werden verkocht onder
voorwaarde, dat ze alleen voor de jamberei-
ding mochten worden aangewend, doch dat
de kooper ze toch voor directe consumptie af-
leverde. Een vertegenwoordiger van den plan-
tenziektekundigen dienst was het met ons
eens, dat dergelijke waar niet voor gewone
consumptie mocht worden aangewend. Daar
die waar bovendien extra goedkoop werd ver
kocht, werd daarmede minder reeele concur
rence aangedaan aan vekoopers van prima
waar. Na onze aanzegging is ons van herha
ling niet meer gebleken;
dat het met de hulp der politie van de ge
meente Den Helder is gelukt de afdekking
van visch, ook van Monnikendammer verkoo-
pers, die met manden kwamen, in orde te krij-*
gen. Het was daarvoor echter noodig eerst
eenige hunner van de markt te verwijderen;
dat in een der steden een nieuwe winkel was
geopend van allerlei snoepgoed, dat niet was
afgedekt en waaromheen wel 20 kinderen
bezig waren spercieboonen voor een fabriek
af te halen. Er heerschte een zeer vuile, ge
heel ontoelaatbare toestand. Medegedeeld
werd nog, dat in normale gevallen de winkel
als schoenmakerswerkplaats dienst deed;
dat bij een verkooper van margarine ook
melange werd bemonsterd, die bij onderzoek
bleek slechts 314 in plaats van ten minste
15 boter te bevatten. Hij verdedigde zich
met te zeggen, dat hij geen melange had ge
zegd in voorraad te hebben, doch gemeleerde
margarine, waarin hij een kleine hoeveelhei-i
boter had verwerkt. Een handigheidje dus,
dat evenwel niet opging;
dat wij een bakker moesten waarschuwen.
omdat hij platen met luxe brood op een straat
bij zijn prceel plaatste, waarop zich direct 'n
massa vliegen en wespen neerzetten. Afgezien
daarvan moest die plaats voor dat doel afge
keurd worden, omdat de bakker, telkens als
hij zijn bakkerij uitkwam, over die platen heen
moest stappen;
dat weer eens een slager gewaarschuwd
moest worden, die den darm van zijn worst
kleurde, door deze te leggen in gekleurd
water. Na die mondelinge waarschuwing be-
loofde de slager geen kleur meer te zullen ge-
bruiken;
dat limonadesiroop troebel was, volgens op-
gaaf van den fabrikant, omdat geen voldoend
fijn materiaal was gebruikt om zijn suikerop-
lossing te filtreeren;
dat aan een handelaar in suikerwerk, bij
wien een flinke hoeveelheid dezer waar was
afgekeurd, de gelegenheid ws gegeven dit on-
gemerkt in de vuilnis te werpen, om te voor-
comen, dat het publiek van die vernietiging
iets merkte, wat hij graag wilde voorkomen.
Achteraf bleek, dat de voorraad niet vernie-
tigd was, doch ze werd met nog ander niet af
gekeurd suikerwerk bij zijn grossier in een
andere gemeente teruggevonden. De verkoo
per gaf toe, den keurmeester bedrogen te
hebben. Hem is medegedeeld, dat voortaan op
grond van de minste overtreding proces-ver
baal zou worden opgemaakt;
dat de zware violetbedrukking van het pa
pier, waarin rundvet was verpakt, van betee
kenis door't papier heen in net vet was ge-
trokken. Misschien is het warm vullen van dit
vet in het papier daaraan niet vreemd;
dat ons door een tijdelijk bedrijfsleider van
een conservenfabriek werd medegedeeld, dat
de fabriek groenten in slootwater zou koken,
doch dat uit de gegevens van het P. W. N.
duidelijk bleek, dat in den tijd, dat aan de
fabriek veel werd ingemaakt, ook zeer veel
water werd gebruikt, zoodat de klacht onmo
gelijk juist geweest kan zijn;
dat ons meerdere malen bleek, dat meelzol-
ders ook dienden voor opslagplaats van aller
lei artikelen, die niets met meel te maken had
den en daarbij in het geheel niet pasten. In
die gevallen werd door ons voorschreven een
afscheiding op den zolder te maken, zoodat
het meel in een afzonderlijke ruimte kwam te
staan;
dat weer eens moest gewaarschuwd worden
sellers het met een oud spreekwoord zeg- - na eeniffen tiid
gen, dat misschien een beetje overdreven is
„Gedeeld leed is half leed". In ieder geval,
Pauline voelde zich verlicht, nadat zij haar
geheim had toevertrouwd aan deze sympa-
thieke vriendin. Hierna zou Stephanie iedere
verand-ering in stemming vatten, ieder toe
geven aan buien van droefgeestigheid.
Zij was dankbaar, dat zij een betrekking
had, die haar geest afleiding bezorgde van
gedachten aan zichzelve; maar zij was niet
bijzonder v-erzot op haar plichten bij Benoit
Zij hield dol veel van goede muziek, maar zij
had maar heel weinig gelegenheid, om wer
kelijk goede muziek te spelen, want de smaak
van de bezoekers van monsieur Benoit was
niet fijn-beschaafd. Zij hielden van drukke,
niets-zeggende prullen, die Paulinne haast niet
met geduld kon voordragen. Zij voelde zich
misplaatst; dat zij hier was geweest, zou
haar niets verder brengen. Zij was op een
dood punt gekomen.
En toen, door een plotselinge, en onber-
wachte verandering, kwam er een keerpunt in
haar leven, dat wel zeer eentonig en pro-
za'isch dreigde te worden.
Stephanie Dubois hield scms 's middags
van die bescheiden bijeenkomsten, waar bij
na van allerlei musici kwamen, op vocaal en
instrumentaal gebied.
Op een dag kwam er een EngHschman
van middelbaren leeftijd, voor in dt veeHig
Oscar Bishop geheeten. Hij had jaren lang
madarne Dubois gekend en kwam nu nooit in
Parijs, zonder de dochter van zijn oude
vriendin op te zoeken.
Hij was zelve als pianist begonnen, maar
ril v F-isseld
voor die van leeraar en componist. Hiermee
had hij zijn ware roeping gevonden. Hij had
nu een zeer goede positie, uit een financieet
oogpunt beschouwd; bezat een huis in
Bryanstone Square en kon zooveel leerlingen
krijgen, als hij maar verlangde. Zijn naam
en faam als leeraar gaven een cachet aan de
genen, die van hem onderricht hadden ge-
kregen en hij zorgde wel, dat hij niemand
nam, die niet blijf gaf van veelbelovenden
aanleg.
Oscar Bishop was ongetrouwd. Nog als
heel jong mensch had hij een ongelukkige
liefde gehad, die hem verder onverschillig
had gemaakt voor de aantrekkelijkheden van
het schoone geslacht. Hij lette bij de vrouw
nu meer op hersens en talent, dan op het
uiterlijk. Maar, ondanks zijn gewone koel-
heid, beschouwde hij Pauline nu toch met
ongewone belangstelling. Er was iets in haar
gedistingueerde schoonheid, in de bevallig-
heid van haar houding, dat haar verre boven
het gros van de vrouwen deed staan en veel
indruk op hem maakte.
„Wie is dat aller-bekoorlijkst meisje?"
fluisterde hij zijn gastvrouw in. „Ik weet dat
de meesten van uw gasten tot den stand van
,,de w-erkende vrouw" behooren. Wat is haar
speciaal beroep?"
Stephanie deelde hem mee, dat zij een
Miss Van der Wijck was, de dochter van een
Nederlander en een Engelsche. Zij was pia-
niste van beroep en had op het oogenblik een
engagement, verre beneden haar talent. „I1
zal haar eens vragen, om te spelen, dan kuw
u er zelve over oordeelen", besloot zij
(Wordt vqxvolgd.) j
lio/^ t"'*
y t