Ueneeskundige brieven. PUROL er op! Brieven ait Amerika. Runst Kerk en school Pluimveeteelt 100 bos. Voor de niet-genoemde groenten en aardappelen golden de prijzen als de vorige week. Naar vruchten was goede vraag, bes- sen en frambozen waren duur. HEILOO. Door den bisschop van Haarlem is kape- laan J. Berger in gelijke functie benoemd te Achthuizen. In zijn plaats is benoemd de neomist W. van Kesler. CASTRICUM. Gisterenmiddag bevond zich onder de zich aan het strand bevindende families een gezin met kinderen uit Amsterdam, van wel ke op een gegeven oogenblik een zeven-jarig .ventje vermist werd.Direct werd alles af- zocht. Eenige uren werden besteed aan het zoeken en nog steeds bleef dit vruchteloos. De vader begaf zich op weg naar Wijk aan Zee en inmiddels bracht een meisje uit Hei- loo het kind, dat bij een familie aan het strand te Wijk aan Zee was komen aanloo- pen, naar Castricum. De moeder was opge- togen dat laat zich begrijpen, tnaar de va der bracht nog een tijd met angstig zoeken door, tot hem de strandpolitie van Wijk aan Zee kon mededeelen dat het ventje terecht was. BERGEN. Aan de Commissie, die Zondagmiddag a.s. volksspelen organiseert, welke ge- houden zullen worden op de terreinen aan den Turfweg, is door het gemeentebestuur een bedrag van 25 beschikbaar gesteld voor den aankoop van prijzen, onder voor- waarde dat geen geldinzameling zal worden gehouden. De overige kosten zullen bestreden wor den door het heffen van entree van 10 cent voor personen boven 16 jaar. Aan de spelen, die zullen bestaan in mast- klimmen, tonknuppelen, hardloopen met hin- dernissen, tobbespel, zakloopen, eierenraces, estafette-loopen, bloempotloopen enz. zullen zoowel volwassenen als kinderen kunnen deelnemen. VER. VAN BURGEMEESTERS EN SECRETARISEN. Door de vereeniging van burgemeesters en secretarissen in het kanton Alkmaar is tot voorzitter gekozen de heer P. Kikkert, bur: gemeester van Koedijk. OUDKARSPEL. G e b o r e n Gerrit Maarten, z. van G W. Verkroost en T. Koorn. Fredericus Theo- dorus, z. van N. P. v. d. Fluit en A. W. C Hink. Arie, z. van Arie Kos en C. Stam Cornelia Niesje, d. van C. Stam en M. Kos- sen Nellij Sijtje, d. van K. Ruiter en D. M. van Ree. Getrouwd: C. Bruijn en B. M. Bommer. Overleden: Dieuwertje Groot, echt- genoote van O. Bakker, 54 jaar. AFLOOP VAN VERKOOPINGEN. De aan den Russenweg te Bergen staande woning „Het Blokhuis" heeft bij de Dinsdag j.l. ten overstaan van Notaris van Riet ge houden publieke verkooping opgebracht 5325.—. Het venzacht en geneest. DE NOBELPRIJS VOOR DEN VREDE. Toekenning aan Erich Remarque? Naar „Svenska Morgenbladet" meldt, over- weegt de Nobelprijs-commissie om den au- teur van het boek „Im Westen nichts Neues", Erich Maria Remarque, den Nobelprijs voor den vrede of dien voor litteratuur te verlee- nen. De heer J. Jaspers te Alkmaar is ge- slaagd bij het te Den Haag gehouden exa- men Nijverheidsonderwijs lib. Voor de vacante betrekking van onder- wijzer aan de openbare lagere school te Sint Maartensbrug hebben zich 16 sollicitanten aangemeld. De heer A. van Meerten, onderwijzer aan de school te Petten is benoemd tot on derwijzer aan school 3 te Den Helder. New-York, 26 Juli 1929. Het New-Yorksche stadssilhouet is een van de wereldwonderenniemand, zelfs geen te- rugkeerend landskind, ontkomt aan den machtigen indruk, dien de groep wolken- krabbers van lager Manhattan maakt bij het binnenvaren van den Hudsonmond. Hoe dichter men nadert, hoe geweldiger de Wool- worth, Singer, Standard Oil, Telephone en andere gebouwen verrijzen en zoo den mach- tigsten Oceaan-stoomer een bescheiden schuitje doen schijnen. In het tiental jaren van mijn verblijf heb ik de midden- en boven- stad van fatsoenlijke tien of twaalf verdie- pingshuizen zien veranderen in straten klo- ven met 2 trapsgewijs terugspringende wan- den van tientallen verdiepingen, waaronder dertig en veertig 'n gewoon getal is. Waar ie- dere vreemdeling zich de eerste dagen van zijn bezoek over verbaast zijn de eindelooze liniaal rechte straten, die elkaar altijd snij- den in een hoek van negentig graden en de hoogte der gebouwen. En maar weinigen be- vroeden, dat zij in sommige buurten over een stad onder hun voeten wandelen, die vaak ettelijke verdiepingen naar beneden is. Om te beginnen hebben de meeste toren- huizen zelf een ondergrondsche afdeeling, die soms tot vijf verdiepingen gaat. Ruimte voor benoodigde machinerien van verwarming of koelinstallaties, liften, de opslagplaatsen en bergruiinten voor alles wat er noodig is om het heele huisdorp schoon te houden, te re- pareeren en honckrd andere werkzaamhe- den kunnen moeilijk gelijkvloers zijn, waar 'n bank-filiaal of schitterende winkels de al- lerbeste huurbetalers zijn. Omdat de funda- menten van zulk een gebouw toch reeds aar- dige diepte vergen is de uitgegraven ruimte als voorbeschikt om aldus gebrukt te wor den. De verdiepingen dichter bij den bega- nen grond zijn daarentegen weer publiek do- mein. De menschen, die overdag zoo'n kan- toorgebouw bewonen, vinden in het souster- ran allerlei winkels, die in het gebruik te pas komen. Altijd vindt men er een of meer res taurant, van het dure soort met kellnerbe- diening en een lijvig menu tot de meer demo- cratische instellingen, waar men zich op een hooge kruk voor een marmeren toonbank neerzet, waarachter de wit gejasde bedien- den de orders aannemen, en voor u neerzet- ten. Heel dikwijls zijn het de zoogenaamdc cafeteria's, waar men van lange tafels en buffetten de eetwaar afneemt om die ergens te verorberen na verovering van een iegen stoel en een stukje vrije tafel. Zoo ken ik in het Wall Street district een cafeteria in de Liberty Tower, waar men in het geheel niet gecontroleerd wordt omtrent zijn keus in eet- of drinkwaar. Overal staan prijzen bij en te- gen de kassajuffrouw zegt men bij het weg- gaan, voor hoeveel men geconsumeerd heeft, die dat onvoorwaardelijk gelooft en die zaak werkt met winst! Behalve voor de lunch kan men in de onderwereld terecht om zich te laten scheren of knippen, waarvoor tien en meer bedien- den klaar staan. Onafscheidelijk daarmee verbonden zijn de schoenpoetsers, die zorgen voor een onontbeerlijk onderdeel van het Amerikaansche toilet: glimmend gepoetste schoenen. Verder zijn er natuurlijk een si- garenwinkel, een kiosk voor kranten en tijd- schriften en wanneer het zeer uitgebreid is komen er nog winkels van bloemen, heeren- mode-artikelen, japonnen en schoenen e.d. bij. Een heel bijzonder voorbeeld is de on- middellijke omgeving van het Grand Central Station. Zelf van een kolossaal oppervlak met zijn marmeren gangen en hallen heeft het een dubbel, boven elkaar liggend empla cement, dat al onder de stadsstraat ligt. Drie subway-lijnen komen daar in hun eigen station bij elkaar en rond 't Grand Central staat een groep van de grootste hotels zoo- als Commodore en de Biltmore met 2000 en 1000 logeerkamers respectievelijk. Die sta tions en hotels hebben nu een onderaardsche verbinding onderling, waarin men een half uur achtereen kan dolen zonder aan de op pervlakte te komen. En het komt elken dag vele malen voor, dat niet-New-Yorkers daar- in ronddwalen niet voor hun plezier, maar om de eenvoudige reden, lat zij geen kans zien er uit te komen. Een troost is, dat het er niet onplezierig is. 's Winters is het er aangenaam warm en zomers draaien er de electrische waaiers. Al die gangen zijn schit- terend verlicht, worden zorgvuldig schoon gehouden en zijn niets dan winkelgalerijen. Een dergelijk ondergrondsch centrum, dat niet zoo ver in het rond gaat, maar het meer in de lengte zoekt, is bij het Pennsylvania Station. Daar belandt men uit de doolhoven onder het Station eerst in een drukke halte van de westel. subway om daar onderdoor wandelend het Pennsylvania-Hotel-souster- rain te bereiken met zijn onderaardsche grill rooms en kapperspaleizen. Door een langen gang komt men bij het geweldig groote wa- renhuis van Gimbel, dat zich beroemt op drie verkoopsverdiepingen onder den bega- nen grond. Voor een groot deel is de gang voorzien van etalageramen van deze zaak en aan het eind bevinrt zich het beginstation van de Hudson Tube naar Jersey City en Hoboken, een lijn welbekend bij landgenoo- ten, omdat hij de beste verbinding met de aanlegplaats der Holland-Amerika-lijn vormt. Dit 33ste Straat Hudson Tube Sta tion is al heel gezellig; daar zijn de winkels niet alleen aan de kanten, maar middenin staan open buffetten en toonbanken voor een ice cream soda, een bouquet of een doos bon bons. Deze drie centra en het viervoudige subway station van het Times Square zijn de allergrootsten, maar op verschillende plekken in de stad vindt men ze op kleiner schaal. Het is niet overdreven te zeggen, dat duizenden hun dagelijksche bezigheden on der den grond verrichten, waar de electrische lamp zon vervangt en een kunstmatige lucht ingeademd wordt. Hoe hard de ventilatoren hun best doen om de toch al twijfelbare ver- sche lucht van de straat naar beneden te pompen en de bedorvene af te voeren, de at- mosfeer van al die gangen is niet bepaald frisch, wanneer men zich er doorheen spoedt. Maar hoe moet het wezen om daarin den heelen dag te verkeeren. Deze onderaardsche stad is een voortbreng- sel van de laatste kwarteeuw. Het New-York dat hoog in de lucht verrijst en dat zich diep ingraaft is een product van den modernen tijd met zijn zienderoogen toenemende bevol- king en verkeer. De ongelukkige omstandig- heid van Manhattan, de kern van New-York, is, dat het een eiland is, dat overdag en 's avonds zulk een menschenmassa te herber- gen krijgt als een eeuw geleden in heel Ame rika woonde. Normale straten en huizen kun nen dien stroom niet verzwelgen, dus wordt het veel hooger en lager gezocht .En hiertus- schen heerscht een eigenaardig verband. Want terwijl men voortgaat de verdiepingen op elkaar te stapelen en op een plekje grond, waar in Europa twee honderd menschen zou- den zitten, een huis neerzet, dat een tienvou- dig aantal bevat, komt vanzelf het probleem naar voren: hoe bereiken en verlaten die in woners dat zonder een enorm straatverkeer te veroorzaken. nE wanneer 't zoo huis aan huis gaat met getallen, die in de lO.OOOden loopen per torengebouw, dan is het begrijpe- lijk, dat de straten overstroomd worden en men het daaronder gaat zoeken. De plannen voor nieuwe subways door de gemeente aan te leggen in de komende jaren gaan over een be drag van drie honderd millioen dollars en nog betwijfelen deskundigen sterk of het op den duur afdoende zal helpen; volgens hen diende er nog veel meer gebouwd te worden Dit alls is des te verwonderlijker en zeker een duidelijk bewijs voor den groei van Amerika in het algemeen, wanneer men bedenkt, dat de eerste subwaylijn tusschen 1901 en 1904 aangelegd werd, terwijl het groote aantal lij- nen van nu per dag tusschen de vijf en zes millioen reizigers vervoert. New-York gaat hoe langer hoe meer op een mollengang gelijken. De geboren stedelingen- en zij, die goed ingeburgerd raaktep, bezitten een ware behendigheid om daar zoo vlug en voordeelig mogeliik gebruik van te tnaken Het is een kleinigheid een der 21 uitgangen van de subway op het Times Square te nemen, maar juist die te gelbruiken, welke het dichtst bij het doel van de reis ligt of daar bij slecht weer zoo lang mogelijk van de beschutting gebruik te maken is iets, dat de langdurige ervaring pas leert. In den afgeloopen winter legde ik een aantal bezoeken af, waarbij ik tweemaal onder de rivier doorging, de 34ste verdieping van het Woolworth-gebouw en de 26ste van het Pennsylvania-Hotel besteeg en in alle vier uren uit en thuis had ik geen kwartier een neus buitenlucht geroken. Had het dien dag geplasregend. dan had.ik mijn boodschappen kunnen doen zonder zelfs natte voeten te krijgen. Natuurlijk wordt het groote voordeel van zoo ondergronds aangesloten te zijn door zakenlui gerealiseerd en sommigeu doen wanhopige pogingen om in het net opge- nomen te worden. Aangezien het meerendee! van het publiek niet per eigen auto of taxi gaat, maar per subway is het een voordee1 hen's winters droog en warm in zijn domein te kunnen voeren. Met uitzondering van de Metropolitan Opera staat geen enkel theater vlak naast een ondergrondschen ingang en zelfs hier moet men nog een vijftig stappen door de buitenlucht naar de vestibule, genoeg om een avondmantel of een paar laklaarzen te verknoeien. Grootsche plannen voor een dubbel stratendek, boven rijverkeer, onder voetgangers, zelfs met rollende trottoirs wor den nog wel als een grapje beschouwd, maar wie durft zich ernstig aan een voorspelling van New-York in 1954 wagen? WOLKENKRABBER. Alcohol en sport I. Een te Amsterdam verschijnend dagblad heeft aan verschillende sportbeoefenaren hun- ne meening gevraagd over het gebruik van alcohol gedurende trainingsperiode en wed- strijden. De ingekomen antwoorden zijn door prof. Buytendijk, bekend door zijn laborato- riumproeven tijdens de Olympische Spelen, bestudeerd en voor eenige weken zijn diens beschouwingen benevens enkele der antwoor den van bekende personen uit de sportwereld, in dat blad gepubliceerd. Dit is uiterst merkwaardige lectuur, welke aanleiding geeft tot vele en velerlei opmer- kingen. De gestelde vragen liggen buiten het ter- rein van het eigenlijke alcoholvraagstuk. Toch dient men in dit laatste althans eenigs- zins thuis te zijn om de voortgezette lectuur met de noodige kritiek te kunnen doen ge- schieden. Zoo moet den ingewijde al dadelijk treffen, dat de door sportsmen medegedeelde ervaringen hoofdzakelijk van subjectieven aard zijn en door geen enkel bewijs worden gestaafd. Juist op het gebied van den alcohol weten wij, hoe gevaarlijk het is, op deze wijze tot gevolgtrekkingen te willen komen, omdat het subjectieve oordeel gewoonlijk in de eerste plaats door het gebruik van alcohol lijdt. Ik herinner hiervoor aan de bekende proeven met letterzetters, die een aantal dagen achtereen met volkomen gelijksoortig zetwerk werden belast, op zoodanige wijze, dat zij bijv. de eene week in het geheel geen en de andere week van te voren een matige hoeveel- heid alcohol gebruikten Na afloop van de proef meenden zij alien, dat zij tijdens de al- coholdagen vlugger en beter gewerkt hadden. De beoordeeling van het afgeleverde werk leerde echter, dat niet alleen 15 pCt. minder was gezet, maar dat er ook meer fouten wa ren gemaakt. Wanneer wij nu lezen, dat meiKea Bou- man in matig gebruik van alcohol geen na- deel ziet, dat Clas Thunberg meent, dat ma tig alcoholgebruil: naar zijn inzien nooit kwaad kan, dat aan Lowe een zeer matig gebruik niet gevaarliik lijkt, dat het gezonde glas wiin, dat elke Franschman op zijn tijd gebruikt, benevens een heel klein cocktailtje, volgens Borotra toch niemand schaden kan, terwijl wij bij al die uitspraken geen spoor van motiveering of bewijs vinden, dan doen wij zeker verstandig, met er verder geen waarde aan te hechten, vooral wanneer wij bij de meesten nog de toevoeging vinden, dat zij zelf niets gebruiken, of ten hoogste alleen na afloop van den wedstrijd. Houben is de eenige, die althans een poging doet om aan- nemelijk te maken, dat geheelonthouding niet noodig is en dat een gewone, matige, levens- wijze niet veranderd behoeft te worden, om op sportgebied veel te presteeren. Maar ook hier mist men alles, wat op een wetenschap- pelifk bewijs lijkt. Gansch iets anders is het wetenschappelijk betoog van prof. Buytendiik, die het vraag- stuk uit hygienisch, sportief en sociologisch oogpunt bekijkt. Hygienisch is er eigenlijk niet veel over te zeggen. wat speciaal op sport betrekking heeft. Dat een matige dosis alcohol geen di rect schadeliiken invloed op het organisme behoeft te hebben, zal ieder moeten toegeven Door't maskeeren van ongewenschte rem- mingen kan het zelfs onder omstandigheden van eenig nut zijn. Ook mag de aangename zijde van het onderdrukken van onplezierige gevoelens niet ontkmd worden. Er zijn zelfs toestanden denkbaar, dat eenigszins grootere hoeveelheden alcohol voor een enkelen keer verdedigd kunnen worden. Een paar voor- beelden In Indie moet een benting bestormd wor den. Een gevaarlijk werkje, maar als het ge- ilukt, zal het verzet gebroken zijn. Een flinke oorlam v66r den aanval kan het 61an der manschappen vergrooten en misschien de overwinning bezorgen. Maar o wee, als de zaak niet in korten tijd beslecht is en er nog meer van hen gevergd moet worden, wanneer de verslappende invloed van den alcohol zich doet gelden! Een kranige jongen moet examen doen. Hij heeft wel over 120 eenheden kennis te be- schikken, terwijl er maar 100 noodig zijn om te slagen. Hij is helaas onderhevig aan examenkoorts. Stel, dat deze hem 25 punten doet zakken, terwijl de alcoholdosis, in staat om zijn bevangenheid weg te nemen, tevens zijn capaciteiten met 10 of 15 pCt. laat da- len, dan kan de alcohol hem het diploma be zorgen. Met welke theoretische mogelijkheid ik natuurlijk allerminst bedoel aan te raden, het middel in de praktijk toe te passen. Voor het overige weten wij, dat de kwestie niet gelegen is in het nadeel, dat een matig gebruik voor het lichaam zou kunnen hebben, maar in twee andere omstandigheden: ten eerste de intolerance voor alcohol, welke bij sommige personen aangeboren bestaat, zoo- dat voor dezen de kleinste dosis reeds als vergif werkt en ten tweede in het gevaar om van matig drinker langzamerhand o n- m a ti g te worden. Ook dit is in hoofdzaak een kwestie van aanleg, terwijl niemand met zekerheid van te voren zeggen kan of hij met dezen aanleg geboren is. In elk geval moet men erkennen, dat iedere dronkaard begon- nen is met matig drinker te zijn. En als men let op de ontzettend groote schade, aan het maatschappelijk leven door den alcohol toe- gebracht, dan gevoelt men onwillekeurig voor het sterkste wapen van de alcoholbestrij- ders, dat zonder de drinkgewoonten zonder twijfel veel minder menschen slaehtoffer van der drank zouden worden. Door dit argument wordt de strijd naar het gebied van het altrui'sme verplaatst. Wie het er op wagen wi dat hij niet tot de voorbe- schikten behoort en dan inderdaad blijkt te besrhikken over genoeg wilskracht om zich op den duur te blijven beheerschen, zal voor zich zelf geen nadeel van een matig gebruik ondervinden. Maar wie wil medehelpen om de maatschappij van den geesel van den alco hol te bestrijden, hij zal ter wille van zijn me- demenschen zijn best moeten doen om de ge- woonte van regel matig alcoholgebruik tegen te gaan. Intusschen heeft dit alles weinig betrekking op sport. Voor den beoefenaar van sport gel den in dit opzicht geen andere wetten dan voor ieder mensch. In een volgenden brief zal ik hoofdzakelijk op de sportieve en socio- logische beteekenis van den alcohol wijzen, maar ik moet dan toch nog even terug komen op de door prof. Buytendijk uitvoerig aange- haalde beschouwingen van den Engelschen physioloog Starling. H. A. S. HINDERWET. Bij besluit van 13 Augustus j.l. is de be- slissing op het verzoek van J. de Wit te Alk maar om vergunning tot het oprichten van een meubelmakerij in het perceel Baan- gracht nr. 5, verdaagd. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. R. VEENDORP, loco-Secretaris. ALKMAAR, 14 Augustus. BURGERLIJKE STAND. GETROUWD: Willem Huel en Margaretha Booij. Rein- dert de Visser en Grietje ten Bruggencate. GEBOREN: Johanna Catharina d. v. Albertus Berend- sen en Jannetje Bos Cornelia Theresia d. v. Hendrikus Smorenberg en Catharina Smit. OVERLEDEN: Jansje van Amstel wed. Johan Kiihl 85 jaar. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonnS's worden ge- zonden aan Dr. te Hennepe, Diergaarde- singel 96a te Rotterdam. Postzegel van 754 cent voor antwoord insluiten en blad vermelden. Over Gaas-Vloertjes en Coccidiosis. Nu de zomer in het land is begint on der de kuikens die al eenigzins op scheut zijn een ziekte te heerschen, die in haar verschijnselen heel vaak aan vergifti- ging doet denken en die weer zeer veel kuikens doet sneuvelen. Soms sterven de dieren plotseling, soms nadat ze eenige dagen verschijnse len vertoond hebben waarvan het voor- naamste dan wel is, roode diarrhee, bloeddiarrhee. Deze ziekte is uiterst be- smettelijk en zal ik, hoewel ik het ver- leden jaar ook al eens gedaan heb, nog nog eens gaan beschrijven, want de eeni ge middelen om dergelijke kziekten te bestrijden is zooveel mogelijk de men schen er van op de hoogte te brengen en hun de bestrijdingsmiddelen te leeren. En nu begin ik van achter aan en noem eerst een der bestrijdingsmiddelen die het meeste resultaat beloven op het oogenblik en die zeer eenvoudig zijn, n.l. de reeds bij de pullorum door mij be- schreven gaasvloertjes, te zamen met hygienische voer- en drinkbakken. Een trouw lezeres bracht mij er toe nog even over deze gaasvloertjes te schrijven. Ik zelf dacht dat ik alles nam. keurig genoeg uitgelegd had, doch haar brief doet mij anders concludeeren. Men ziet er tevens weer uit hoe ontzet tend noodig en nuttig het is tegen de ziekte te^vaarschuwen en aan te geven wat men in het algemeen er tegen doen kan. Voor speciale behandeling raad- pleegt men natuurlijk den dierenarts, maar er zijn een massa algemeene zaken die men zelf doen kan en zich voor veel schade kan vrijwaren. De brief luidt ongeveer aldus: „Ik was in het eerst er wel wat verlegen mee dat U mijn brief in de courant heeft gepu- bliceerd maar ik zal maar denken, zoo- als mij een vriend beweerde, dat het voor een boerenvrouw netjes gesteld was. (Dat was het ook en het voornaam- ste is dat uit zoo'n brief blijkt dat de le zeres medewerkt om alles goed te be grijpen. Juist dit nauw contact tusschen lezer en schrijver geeft de beste voorlich- ting. Mijn doel is altijd zoo gauw moge lijk met alles in de praktijk mee te le ven en de andere lezers te laten profi- teeren van brieven van anderen en van gesprekken van anderen. Daarom is juist de vragenbus van zoo hooge waar de. De schrijver blijft daardoor op de hoogte vap wat zijn lezers interessant vinden en heel vaak kan hij op grond van den een of anderen brief wenken ge ven die voor alien nuttig zijn. Ik kan natuurlijk niet op alle brieven ingaan, er zijn dagen dat er zoo'n vijftig stuks zijn en de meesten krijgen natuurlijk maar een kort bericht als het zaken van minder belang Fetreffen. Doch laten we doorgaan aan den brief) „Wat is het treurig alles te zien ster ven als je je uiterste best er voor doet. Maar ik ben een Zeelander en zal maar aan het Wapen van Zeeland denken, ik worstel en ontzwem". (Ei pracht-leuze voor het leven dat vaak heel moeilijk *s en juist bij de pluimveehouderij zijn er zoo akelig veel die jarenlang worstelen en tochverdrinkm. Met een beet- je meer kennis van zaken zou men heel vaak ontzwommen kunnen zijn). „Van honderd kuikens heb ik er maar twee over gehouden en die twee doen het best, maar ik wil ze niet in de foktoom doen." Dit laatste is heel verstandig en be- begrepen heeft waar het bij de pullorum wijst dat de schrijfster dezer brief goed om gaat. Met alle plezier voldoe ik aan haar verzoek de gaasbodem te beschrij ven. Zooals we weten berust de gaasbodem op de wetenschap dat de ziekten (zoo- wet puulorum als coceidiosis) het sterkst zich verspreiden door de besmetting met ir est, drinkwater en voer. Zorgen we nu dat de mest door het gaas heen buiten het bereik der kuikens valt, dan voorkomen we een geweldige hoeveel- heid besmetting. Het gaas dat daartoe cjbruikt wordt is feitelijk een rechthoe- kig gevlochten ramenstel van betrekke- lijk uikke ijzerdraden die vertind zijn. Het U dus niet het gewone kippen- of musschengaas dat uit heel dun ijzer- draad bestaat die tot zeshoekige mazen ineengedraaid wordt. Ik heb heel weinig verstand van ijzergaassoorten en weet enkel dat ze in verschillende maaswijdte te krijgen zijn, terwijl ook de breedte der rollen verschilt. Doordat dit ijzergaas van dit ijzerdraad gevlochten is heeft het geen scherpe randen en de kuikens loopen er heel gemakkelijk op. Om nu te voorkomen dat de diertjes toch nog door het gaas heen op den grond kunnen pik- ken, wordt de gaasbodem ongeveer 10 A 12 c.M. boven den eigenlijken vloer van het hok aangebracht. Den vloer bedekt men met een laagje turfmolm en is nu kant en klaar. Al naar de grootte van het opfokhok spant men het gaas op ramen van houten latten die op hun kant staan. Wil men nu in het hok dan moet men natuurlijk op deze randen der planken stappen, anders zakt men door het gaas. Als men nu op dezen gaasbodem een drinkbak zet zooals door mij beschre- ven en een voerbak die ik ook even be schrijven zal, dan is men kant en klaar. De maten verschillen al naar mate men kleinere of grootere kuikens of kip- ken hbeft. Om te beginnen een bak be staande uit twee rechthoekige tegen elkaar gespijkerde planken A. en B. Daar boven een paar morsplankjes C en D eveneens rechthoekig er op. De beide uiteinden van den bak worden dus ge- vormd door een vierkant plankje. Boven in dit vierkant plankje zit een gat of sleuf, waarin de as draait van de be- schermer E. Deze beschermer E bestaat uit 2 kruisgewijze op elkaar gespijkerde latten en draait heel gemakkelijk rond. De ruimte tusschen D en E en C E is nu zoodanig dat de kuikens er wel met hun kop of hals door kunnen om te eten maar er niet zelf door kunnen komen bij het meel. Verder is E draaiend zoodat er geen kuiken op kan gaan zitten. Direct als een kuiken daartoe pogingen doet valt het er weer af of fladdert er af. Door de as van den beschermer E is 'n verstelbare sleuf te leggen en kan men E al naar de grcotte der kuikens hooger of lager stellen. Deze rechthoekige trog nu rust weer met zijn uiteinden op twee zijplanken, waarin een rechthoekige opening ge- zaagd is (F). De twee steunplanken wor den natuurlijk door latten G onderling verbonden tot een stevig gesteld. Beter is echter ze door zijplanken te verbin- den zoodat het bodemvlak G2G2 on der den voerbak geheel ontoegankelijk is voor kuikens of kippen. Nu legt men boven langs den voertrog twee repen ijzergaas tusschen II en G I en onze hy gienische voerbak is gereed. De kuikens staan op dit gaas en het weinige voer dat ze vermorsen valt naar beneden bui ten hun bereik. Bij Z zal men dan ook na fct-nige dagen een Iangu erpig heuvel- tje aantreffen van vermorst meel en als men den bak van een lossen bodem D voorziet, kan men dit meel telkens ver- zamelen en aan oude kippen voeren die niet vatbaar zijn voor pullorum of cocci diosis en die men toch na den leg op- ruimt. De gewone kuikenvoerbakjes van zink met een schuifdeksel met gaatjes zijn hygienische prullen, daar de kuikens er boven op gaan zitten en het meel met pootert en mest bevuilen. Verder is de voerruimte bij die bakjes veel te klein in verhouding met de maat van de bak zoo dat er veel te weinig kuikens tegelijk uit kunnen eten. Zie hier dus nu een en ander over gaasvloertjes en hygienische voerbak- ken. Voor eventueele op- en aanmerkin- gen houd ik mij aanbevolen. Dr. TE HENNEPE. HISTO.TlSCHE ANECDOTEN. Bekend is, dat de zusters van Napoleon I naijverig waren op elkaar, maar zij waren dit' nog het meest op hare schoonzuster, 's keizers eerste gemalin Josephine. Zelfs wordt verteld, dat zij bij kroning van Napoleon en Josephine in 1304 trachtten op de lange staat- siesleep der keizerin te trappen en dat de kei- zer daarbij persoonlijk tusschen beiden moest komen! Herhaaldelijk ook moest-Napoleon optre- den, om de geschillen in zijn naaste familie te beslechten. Maar hoezeer hij hen ook be- gunstigde en met vorstenkronen begiftigde, geheel tevreden te stellen waren zij m vooral de zusters niet. k Bij stukloopert van huid en voeten, doorzitten, zonnebrand en smettenmaar vooral ook bij brand- en snijwonden. ontvellingen en allerlei huidverwondingen HINDERWET. Gedeputeerde Staten der provincie Noord- holland hebben bij hun besluit van 7 Augustus j.l. nr. 87 aan Dijkgraaf en Heemraden van den polder „De Egmondermeer" vergunning ver- leend tot het plaatsen en in werking stellen van een electro-motor van 65 P.K. tot aandrijving van de bestaande vijzel in den watermolen op het perceel kadastraal bekend gemeente Alk maar, sectie D. Nr. 137. Alkmaar, 14 Augustus 1929. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. R. VEENDORP, lo.-Secretaris.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 8