Ueneeskundige brieven.
PUROL er op!
Brieven ait Amerika.
Runst
Kerk en school
Pluimveeteelt
100 bos. Voor de niet-genoemde groenten en
aardappelen golden de prijzen als de vorige
week. Naar vruchten was goede vraag, bes-
sen en frambozen waren duur.
HEILOO.
Door den bisschop van Haarlem is kape-
laan J. Berger in gelijke functie benoemd te
Achthuizen. In zijn plaats is benoemd de
neomist W. van Kesler.
CASTRICUM.
Gisterenmiddag bevond zich onder de
zich aan het strand bevindende families een
gezin met kinderen uit Amsterdam, van wel
ke op een gegeven oogenblik een zeven-jarig
.ventje vermist werd.Direct werd alles af-
zocht. Eenige uren werden besteed aan het
zoeken en nog steeds bleef dit vruchteloos.
De vader begaf zich op weg naar Wijk aan
Zee en inmiddels bracht een meisje uit Hei-
loo het kind, dat bij een familie aan het
strand te Wijk aan Zee was komen aanloo-
pen, naar Castricum. De moeder was opge-
togen dat laat zich begrijpen, tnaar de va
der bracht nog een tijd met angstig zoeken
door, tot hem de strandpolitie van Wijk aan
Zee kon mededeelen dat het ventje terecht
was.
BERGEN.
Aan de Commissie, die Zondagmiddag
a.s. volksspelen organiseert, welke ge-
houden zullen worden op de terreinen aan
den Turfweg, is door het gemeentebestuur
een bedrag van 25 beschikbaar gesteld
voor den aankoop van prijzen, onder voor-
waarde dat geen geldinzameling zal worden
gehouden.
De overige kosten zullen bestreden wor
den door het heffen van entree van 10 cent
voor personen boven 16 jaar.
Aan de spelen, die zullen bestaan in mast-
klimmen, tonknuppelen, hardloopen met hin-
dernissen, tobbespel, zakloopen, eierenraces,
estafette-loopen, bloempotloopen enz. zullen
zoowel volwassenen als kinderen kunnen
deelnemen.
VER. VAN BURGEMEESTERS
EN SECRETARISEN.
Door de vereeniging van burgemeesters en
secretarissen in het kanton Alkmaar is tot
voorzitter gekozen de heer P. Kikkert, bur:
gemeester van Koedijk.
OUDKARSPEL.
G e b o r e n Gerrit Maarten, z. van G W.
Verkroost en T. Koorn. Fredericus Theo-
dorus, z. van N. P. v. d. Fluit en A. W. C
Hink. Arie, z. van Arie Kos en C. Stam
Cornelia Niesje, d. van C. Stam en M. Kos-
sen Nellij Sijtje, d. van K. Ruiter en
D. M. van Ree.
Getrouwd: C. Bruijn en B. M.
Bommer.
Overleden: Dieuwertje Groot, echt-
genoote van O. Bakker, 54 jaar.
AFLOOP VAN VERKOOPINGEN.
De aan den Russenweg te Bergen staande
woning „Het Blokhuis" heeft bij de Dinsdag
j.l. ten overstaan van Notaris van Riet ge
houden publieke verkooping opgebracht
5325.—.
Het venzacht en geneest.
DE NOBELPRIJS VOOR DEN VREDE.
Toekenning aan Erich Remarque?
Naar „Svenska Morgenbladet" meldt, over-
weegt de Nobelprijs-commissie om den au-
teur van het boek „Im Westen nichts Neues",
Erich Maria Remarque, den Nobelprijs voor
den vrede of dien voor litteratuur te verlee-
nen.
De heer J. Jaspers te Alkmaar is ge-
slaagd bij het te Den Haag gehouden exa-
men Nijverheidsonderwijs lib.
Voor de vacante betrekking van onder-
wijzer aan de openbare lagere school te Sint
Maartensbrug hebben zich 16 sollicitanten
aangemeld.
De heer A. van Meerten, onderwijzer
aan de school te Petten is benoemd tot on
derwijzer aan school 3 te Den Helder.
New-York, 26 Juli 1929.
Het New-Yorksche stadssilhouet is een van
de wereldwonderenniemand, zelfs geen te-
rugkeerend landskind, ontkomt aan den
machtigen indruk, dien de groep wolken-
krabbers van lager Manhattan maakt bij het
binnenvaren van den Hudsonmond. Hoe
dichter men nadert, hoe geweldiger de Wool-
worth, Singer, Standard Oil, Telephone en
andere gebouwen verrijzen en zoo den mach-
tigsten Oceaan-stoomer een bescheiden
schuitje doen schijnen. In het tiental jaren
van mijn verblijf heb ik de midden- en boven-
stad van fatsoenlijke tien of twaalf verdie-
pingshuizen zien veranderen in straten klo-
ven met 2 trapsgewijs terugspringende wan-
den van tientallen verdiepingen, waaronder
dertig en veertig 'n gewoon getal is. Waar ie-
dere vreemdeling zich de eerste dagen van
zijn bezoek over verbaast zijn de eindelooze
liniaal rechte straten, die elkaar altijd snij-
den in een hoek van negentig graden en de
hoogte der gebouwen. En maar weinigen be-
vroeden, dat zij in sommige buurten over een
stad onder hun voeten wandelen, die vaak
ettelijke verdiepingen naar beneden is.
Om te beginnen hebben de meeste toren-
huizen zelf een ondergrondsche afdeeling, die
soms tot vijf verdiepingen gaat. Ruimte voor
benoodigde machinerien van verwarming of
koelinstallaties, liften, de opslagplaatsen en
bergruiinten voor alles wat er noodig is om
het heele huisdorp schoon te houden, te re-
pareeren en honckrd andere werkzaamhe-
den kunnen moeilijk gelijkvloers zijn, waar
'n bank-filiaal of schitterende winkels de al-
lerbeste huurbetalers zijn. Omdat de funda-
menten van zulk een gebouw toch reeds aar-
dige diepte vergen is de uitgegraven ruimte
als voorbeschikt om aldus gebrukt te wor
den. De verdiepingen dichter bij den bega-
nen grond zijn daarentegen weer publiek do-
mein. De menschen, die overdag zoo'n kan-
toorgebouw bewonen, vinden in het souster-
ran allerlei winkels, die in het gebruik te pas
komen. Altijd vindt men er een of meer res
taurant, van het dure soort met kellnerbe-
diening en een lijvig menu tot de meer demo-
cratische instellingen, waar men zich op een
hooge kruk voor een marmeren toonbank
neerzet, waarachter de wit gejasde bedien-
den de orders aannemen, en voor u neerzet-
ten. Heel dikwijls zijn het de zoogenaamdc
cafeteria's, waar men van lange tafels en
buffetten de eetwaar afneemt om die ergens
te verorberen na verovering van een iegen
stoel en een stukje vrije tafel. Zoo ken ik in
het Wall Street district een cafeteria in de
Liberty Tower, waar men in het geheel niet
gecontroleerd wordt omtrent zijn keus in eet-
of drinkwaar. Overal staan prijzen bij en te-
gen de kassajuffrouw zegt men bij het weg-
gaan, voor hoeveel men geconsumeerd heeft,
die dat onvoorwaardelijk gelooft en die zaak
werkt met winst!
Behalve voor de lunch kan men in de
onderwereld terecht om zich te laten scheren
of knippen, waarvoor tien en meer bedien-
den klaar staan. Onafscheidelijk daarmee
verbonden zijn de schoenpoetsers, die zorgen
voor een onontbeerlijk onderdeel van het
Amerikaansche toilet: glimmend gepoetste
schoenen. Verder zijn er natuurlijk een si-
garenwinkel, een kiosk voor kranten en tijd-
schriften en wanneer het zeer uitgebreid is
komen er nog winkels van bloemen, heeren-
mode-artikelen, japonnen en schoenen e.d.
bij. Een heel bijzonder voorbeeld is de on-
middellijke omgeving van het Grand Central
Station. Zelf van een kolossaal oppervlak
met zijn marmeren gangen en hallen heeft
het een dubbel, boven elkaar liggend empla
cement, dat al onder de stadsstraat ligt.
Drie subway-lijnen komen daar in hun eigen
station bij elkaar en rond 't Grand Central
staat een groep van de grootste hotels zoo-
als Commodore en de Biltmore met 2000 en
1000 logeerkamers respectievelijk. Die sta
tions en hotels hebben nu een onderaardsche
verbinding onderling, waarin men een half
uur achtereen kan dolen zonder aan de op
pervlakte te komen. En het komt elken dag
vele malen voor, dat niet-New-Yorkers daar-
in ronddwalen niet voor hun plezier, maar
om de eenvoudige reden, lat zij geen kans
zien er uit te komen. Een troost is, dat het
er niet onplezierig is. 's Winters is het er
aangenaam warm en zomers draaien er de
electrische waaiers. Al die gangen zijn schit-
terend verlicht, worden zorgvuldig schoon
gehouden en zijn niets dan winkelgalerijen.
Een dergelijk ondergrondsch centrum, dat
niet zoo ver in het rond gaat, maar het meer
in de lengte zoekt, is bij het Pennsylvania
Station. Daar belandt men uit de doolhoven
onder het Station eerst in een drukke halte
van de westel. subway om daar onderdoor
wandelend het Pennsylvania-Hotel-souster-
rain te bereiken met zijn onderaardsche grill
rooms en kapperspaleizen. Door een langen
gang komt men bij het geweldig groote wa-
renhuis van Gimbel, dat zich beroemt op
drie verkoopsverdiepingen onder den bega-
nen grond. Voor een groot deel is de gang
voorzien van etalageramen van deze zaak en
aan het eind bevinrt zich het beginstation
van de Hudson Tube naar Jersey City en
Hoboken, een lijn welbekend bij landgenoo-
ten, omdat hij de beste verbinding met de
aanlegplaats der Holland-Amerika-lijn
vormt. Dit 33ste Straat Hudson Tube Sta
tion is al heel gezellig; daar zijn de winkels
niet alleen aan de kanten, maar middenin
staan open buffetten en toonbanken voor een
ice cream soda, een bouquet of een doos bon
bons. Deze drie centra en het viervoudige
subway station van het Times Square zijn
de allergrootsten, maar op verschillende
plekken in de stad vindt men ze op kleiner
schaal. Het is niet overdreven te zeggen, dat
duizenden hun dagelijksche bezigheden on
der den grond verrichten, waar de electrische
lamp zon vervangt en een kunstmatige lucht
ingeademd wordt. Hoe hard de ventilatoren
hun best doen om de toch al twijfelbare ver-
sche lucht van de straat naar beneden te
pompen en de bedorvene af te voeren, de at-
mosfeer van al die gangen is niet bepaald
frisch, wanneer men zich er doorheen spoedt.
Maar hoe moet het wezen om daarin den
heelen dag te verkeeren.
Deze onderaardsche stad is een voortbreng-
sel van de laatste kwarteeuw. Het New-York
dat hoog in de lucht verrijst en dat zich diep
ingraaft is een product van den modernen
tijd met zijn zienderoogen toenemende bevol-
king en verkeer. De ongelukkige omstandig-
heid van Manhattan, de kern van New-York,
is, dat het een eiland is, dat overdag en
's avonds zulk een menschenmassa te herber-
gen krijgt als een eeuw geleden in heel Ame
rika woonde. Normale straten en huizen kun
nen dien stroom niet verzwelgen, dus wordt
het veel hooger en lager gezocht .En hiertus-
schen heerscht een eigenaardig verband.
Want terwijl men voortgaat de verdiepingen
op elkaar te stapelen en op een plekje grond,
waar in Europa twee honderd menschen zou-
den zitten, een huis neerzet, dat een tienvou-
dig aantal bevat, komt vanzelf het probleem
naar voren: hoe bereiken en verlaten die in
woners dat zonder een enorm straatverkeer te
veroorzaken. nE wanneer 't zoo huis aan
huis gaat met getallen, die in de lO.OOOden
loopen per torengebouw, dan is het begrijpe-
lijk, dat de straten overstroomd worden en
men het daaronder gaat zoeken. De plannen
voor nieuwe subways door de gemeente aan te
leggen in de komende jaren gaan over een be
drag van drie honderd millioen dollars en
nog betwijfelen deskundigen sterk of het op
den duur afdoende zal helpen; volgens hen
diende er nog veel meer gebouwd te worden
Dit alls is des te verwonderlijker en zeker een
duidelijk bewijs voor den groei van Amerika
in het algemeen, wanneer men bedenkt, dat
de eerste subwaylijn tusschen 1901 en 1904
aangelegd werd, terwijl het groote aantal lij-
nen van nu per dag tusschen de vijf en zes
millioen reizigers vervoert.
New-York gaat hoe langer hoe meer op een
mollengang gelijken. De geboren stedelingen-
en zij, die goed ingeburgerd raaktep, bezitten
een ware behendigheid om daar zoo vlug en
voordeelig mogeliik gebruik van te tnaken
Het is een kleinigheid een der 21 uitgangen
van de subway op het Times Square te nemen,
maar juist die te gelbruiken, welke het dichtst
bij het doel van de reis ligt of daar bij slecht
weer zoo lang mogelijk van de beschutting
gebruik te maken is iets, dat de langdurige
ervaring pas leert. In den afgeloopen winter
legde ik een aantal bezoeken af, waarbij ik
tweemaal onder de rivier doorging, de 34ste
verdieping van het Woolworth-gebouw en de
26ste van het Pennsylvania-Hotel besteeg en
in alle vier uren uit en thuis had ik geen
kwartier een neus buitenlucht geroken. Had
het dien dag geplasregend. dan had.ik mijn
boodschappen kunnen doen zonder zelfs natte
voeten te krijgen. Natuurlijk wordt het groote
voordeel van zoo ondergronds aangesloten te
zijn door zakenlui gerealiseerd en sommigeu
doen wanhopige pogingen om in het net opge-
nomen te worden. Aangezien het meerendee!
van het publiek niet per eigen auto of taxi
gaat, maar per subway is het een voordee1
hen's winters droog en warm in zijn domein
te kunnen voeren. Met uitzondering van de
Metropolitan Opera staat geen enkel theater
vlak naast een ondergrondschen ingang en
zelfs hier moet men nog een vijftig stappen
door de buitenlucht naar de vestibule, genoeg
om een avondmantel of een paar laklaarzen
te verknoeien. Grootsche plannen voor een
dubbel stratendek, boven rijverkeer, onder
voetgangers, zelfs met rollende trottoirs wor
den nog wel als een grapje beschouwd, maar
wie durft zich ernstig aan een voorspelling
van New-York in 1954 wagen?
WOLKENKRABBER.
Alcohol en sport I.
Een te Amsterdam verschijnend dagblad
heeft aan verschillende sportbeoefenaren hun-
ne meening gevraagd over het gebruik van
alcohol gedurende trainingsperiode en wed-
strijden. De ingekomen antwoorden zijn door
prof. Buytendijk, bekend door zijn laborato-
riumproeven tijdens de Olympische Spelen,
bestudeerd en voor eenige weken zijn diens
beschouwingen benevens enkele der antwoor
den van bekende personen uit de sportwereld,
in dat blad gepubliceerd.
Dit is uiterst merkwaardige lectuur, welke
aanleiding geeft tot vele en velerlei opmer-
kingen.
De gestelde vragen liggen buiten het ter-
rein van het eigenlijke alcoholvraagstuk.
Toch dient men in dit laatste althans eenigs-
zins thuis te zijn om de voortgezette lectuur
met de noodige kritiek te kunnen doen ge-
schieden. Zoo moet den ingewijde al dadelijk
treffen, dat de door sportsmen medegedeelde
ervaringen hoofdzakelijk van subjectieven
aard zijn en door geen enkel bewijs worden
gestaafd.
Juist op het gebied van den alcohol weten
wij, hoe gevaarlijk het is, op deze wijze tot
gevolgtrekkingen te willen komen, omdat het
subjectieve oordeel gewoonlijk in de eerste
plaats door het gebruik van alcohol lijdt. Ik
herinner hiervoor aan de bekende proeven
met letterzetters, die een aantal dagen
achtereen met volkomen gelijksoortig zetwerk
werden belast, op zoodanige wijze, dat zij
bijv. de eene week in het geheel geen en de
andere week van te voren een matige hoeveel-
heid alcohol gebruikten Na afloop van de
proef meenden zij alien, dat zij tijdens de al-
coholdagen vlugger en beter gewerkt hadden.
De beoordeeling van het afgeleverde werk
leerde echter, dat niet alleen 15 pCt. minder
was gezet, maar dat er ook meer fouten wa
ren gemaakt.
Wanneer wij nu lezen, dat meiKea Bou-
man in matig gebruik van alcohol geen na-
deel ziet, dat Clas Thunberg meent, dat ma
tig alcoholgebruil: naar zijn inzien nooit
kwaad kan, dat aan Lowe een zeer matig
gebruik niet gevaarliik lijkt, dat het gezonde
glas wiin, dat elke Franschman op zijn tijd
gebruikt, benevens een heel klein cocktailtje,
volgens Borotra toch niemand schaden kan,
terwijl wij bij al die uitspraken geen spoor
van motiveering of bewijs vinden, dan doen
wij zeker verstandig, met er verder geen
waarde aan te hechten, vooral wanneer wij
bij de meesten nog de toevoeging vinden, dat
zij zelf niets gebruiken, of ten hoogste alleen
na afloop van den wedstrijd. Houben is de
eenige, die althans een poging doet om aan-
nemelijk te maken, dat geheelonthouding niet
noodig is en dat een gewone, matige, levens-
wijze niet veranderd behoeft te worden, om
op sportgebied veel te presteeren. Maar ook
hier mist men alles, wat op een wetenschap-
pelifk bewijs lijkt.
Gansch iets anders is het wetenschappelijk
betoog van prof. Buytendiik, die het vraag-
stuk uit hygienisch, sportief en sociologisch
oogpunt bekijkt.
Hygienisch is er eigenlijk niet veel over te
zeggen. wat speciaal op sport betrekking
heeft. Dat een matige dosis alcohol geen di
rect schadeliiken invloed op het organisme
behoeft te hebben, zal ieder moeten toegeven
Door't maskeeren van ongewenschte rem-
mingen kan het zelfs onder omstandigheden
van eenig nut zijn. Ook mag de aangename
zijde van het onderdrukken van onplezierige
gevoelens niet ontkmd worden. Er zijn zelfs
toestanden denkbaar, dat eenigszins grootere
hoeveelheden alcohol voor een enkelen keer
verdedigd kunnen worden. Een paar voor-
beelden
In Indie moet een benting bestormd wor
den. Een gevaarlijk werkje, maar als het ge-
ilukt, zal het verzet gebroken zijn. Een flinke
oorlam v66r den aanval kan het 61an der
manschappen vergrooten en misschien de
overwinning bezorgen. Maar o wee, als de
zaak niet in korten tijd beslecht is en er nog
meer van hen gevergd moet worden, wanneer
de verslappende invloed van den alcohol zich
doet gelden!
Een kranige jongen moet examen doen. Hij
heeft wel over 120 eenheden kennis te be-
schikken, terwijl er maar 100 noodig zijn om
te slagen. Hij is helaas onderhevig aan
examenkoorts. Stel, dat deze hem 25 punten
doet zakken, terwijl de alcoholdosis, in staat
om zijn bevangenheid weg te nemen, tevens
zijn capaciteiten met 10 of 15 pCt. laat da-
len, dan kan de alcohol hem het diploma be
zorgen. Met welke theoretische mogelijkheid
ik natuurlijk allerminst bedoel aan te raden,
het middel in de praktijk toe te passen.
Voor het overige weten wij, dat de kwestie
niet gelegen is in het nadeel, dat een matig
gebruik voor het lichaam zou kunnen hebben,
maar in twee andere omstandigheden: ten
eerste de intolerance voor alcohol, welke bij
sommige personen aangeboren bestaat, zoo-
dat voor dezen de kleinste dosis reeds als
vergif werkt en ten tweede in het gevaar om
van matig drinker langzamerhand o n-
m a ti g te worden. Ook dit is in hoofdzaak
een kwestie van aanleg, terwijl niemand met
zekerheid van te voren zeggen kan of hij met
dezen aanleg geboren is. In elk geval moet
men erkennen, dat iedere dronkaard begon-
nen is met matig drinker te zijn. En als men
let op de ontzettend groote schade, aan het
maatschappelijk leven door den alcohol toe-
gebracht, dan gevoelt men onwillekeurig
voor het sterkste wapen van de alcoholbestrij-
ders, dat zonder de drinkgewoonten zonder
twijfel veel minder menschen slaehtoffer van
der drank zouden worden.
Door dit argument wordt de strijd naar het
gebied van het altrui'sme verplaatst. Wie het
er op wagen wi dat hij niet tot de voorbe-
schikten behoort en dan inderdaad blijkt te
besrhikken over genoeg wilskracht om zich
op den duur te blijven beheerschen, zal voor
zich zelf geen nadeel van een matig gebruik
ondervinden. Maar wie wil medehelpen om
de maatschappij van den geesel van den alco
hol te bestrijden, hij zal ter wille van zijn me-
demenschen zijn best moeten doen om de ge-
woonte van regel matig alcoholgebruik tegen
te gaan.
Intusschen heeft dit alles weinig betrekking
op sport. Voor den beoefenaar van sport gel
den in dit opzicht geen andere wetten dan
voor ieder mensch. In een volgenden brief
zal ik hoofdzakelijk op de sportieve en socio-
logische beteekenis van den alcohol wijzen,
maar ik moet dan toch nog even terug komen
op de door prof. Buytendijk uitvoerig aange-
haalde beschouwingen van den Engelschen
physioloog Starling. H. A. S.
HINDERWET.
Bij besluit van 13 Augustus j.l. is de be-
slissing op het verzoek van J. de Wit te Alk
maar om vergunning tot het oprichten van
een meubelmakerij in het perceel Baan-
gracht nr. 5, verdaagd.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
WENDELAAR, Burgemeester.
R. VEENDORP, loco-Secretaris.
ALKMAAR, 14 Augustus.
BURGERLIJKE STAND.
GETROUWD:
Willem Huel en Margaretha Booij. Rein-
dert de Visser en Grietje ten Bruggencate.
GEBOREN:
Johanna Catharina d. v. Albertus Berend-
sen en Jannetje Bos Cornelia Theresia d. v.
Hendrikus Smorenberg en Catharina Smit.
OVERLEDEN:
Jansje van Amstel wed. Johan Kiihl 85
jaar.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door onze abonnS's worden ge-
zonden aan Dr. te Hennepe, Diergaarde-
singel 96a te Rotterdam. Postzegel van
754 cent voor antwoord insluiten en blad
vermelden.
Over Gaas-Vloertjes en Coccidiosis.
Nu de zomer in het land is begint on
der de kuikens die al eenigzins op scheut
zijn een ziekte te heerschen, die in haar
verschijnselen heel vaak aan vergifti-
ging doet denken en die weer zeer veel
kuikens doet sneuvelen.
Soms sterven de dieren plotseling,
soms nadat ze eenige dagen verschijnse
len vertoond hebben waarvan het voor-
naamste dan wel is, roode diarrhee,
bloeddiarrhee. Deze ziekte is uiterst be-
smettelijk en zal ik, hoewel ik het ver-
leden jaar ook al eens gedaan heb, nog
nog eens gaan beschrijven, want de eeni
ge middelen om dergelijke kziekten te
bestrijden is zooveel mogelijk de men
schen er van op de hoogte te brengen en
hun de bestrijdingsmiddelen te leeren.
En nu begin ik van achter aan en noem
eerst een der bestrijdingsmiddelen die
het meeste resultaat beloven op het
oogenblik en die zeer eenvoudig zijn, n.l.
de reeds bij de pullorum door mij be-
schreven gaasvloertjes, te zamen met
hygienische voer- en drinkbakken.
Een trouw lezeres bracht mij er toe
nog even over deze gaasvloertjes te
schrijven. Ik zelf dacht dat ik alles
nam. keurig genoeg uitgelegd had, doch
haar brief doet mij anders concludeeren.
Men ziet er tevens weer uit hoe ontzet
tend noodig en nuttig het is tegen de
ziekte te^vaarschuwen en aan te geven
wat men in het algemeen er tegen doen
kan. Voor speciale behandeling raad-
pleegt men natuurlijk den dierenarts,
maar er zijn een massa algemeene zaken
die men zelf doen kan en zich voor veel
schade kan vrijwaren.
De brief luidt ongeveer aldus: „Ik was
in het eerst er wel wat verlegen mee dat
U mijn brief in de courant heeft gepu-
bliceerd maar ik zal maar denken, zoo-
als mij een vriend beweerde, dat het
voor een boerenvrouw netjes gesteld
was. (Dat was het ook en het voornaam-
ste is dat uit zoo'n brief blijkt dat de le
zeres medewerkt om alles goed te be
grijpen. Juist dit nauw contact tusschen
lezer en schrijver geeft de beste voorlich-
ting. Mijn doel is altijd zoo gauw moge
lijk met alles in de praktijk mee te le
ven en de andere lezers te laten profi-
teeren van brieven van anderen en van
gesprekken van anderen. Daarom is
juist de vragenbus van zoo hooge waar
de. De schrijver blijft daardoor op de
hoogte vap wat zijn lezers interessant
vinden en heel vaak kan hij op grond
van den een of anderen brief wenken ge
ven die voor alien nuttig zijn. Ik kan
natuurlijk niet op alle brieven ingaan,
er zijn dagen dat er zoo'n vijftig stuks
zijn en de meesten krijgen natuurlijk
maar een kort bericht als het zaken van
minder belang Fetreffen. Doch laten we
doorgaan aan den brief)
„Wat is het treurig alles te zien ster
ven als je je uiterste best er voor doet.
Maar ik ben een Zeelander en zal maar
aan het Wapen van Zeeland denken, ik
worstel en ontzwem". (Ei pracht-leuze
voor het leven dat vaak heel moeilijk *s
en juist bij de pluimveehouderij zijn er
zoo akelig veel die jarenlang worstelen
en tochverdrinkm. Met een beet-
je meer kennis van zaken zou men heel
vaak ontzwommen kunnen zijn).
„Van honderd kuikens heb ik er maar
twee over gehouden en die twee doen het
best, maar ik wil ze niet in de foktoom
doen."
Dit laatste is heel verstandig en be-
begrepen heeft waar het bij de pullorum
wijst dat de schrijfster dezer brief goed
om gaat. Met alle plezier voldoe ik aan
haar verzoek de gaasbodem te beschrij
ven.
Zooals we weten berust de gaasbodem
op de wetenschap dat de ziekten (zoo-
wet puulorum als coceidiosis) het sterkst
zich verspreiden door de besmetting
met ir est, drinkwater en voer. Zorgen
we nu dat de mest door het gaas heen
buiten het bereik der kuikens valt, dan
voorkomen we een geweldige hoeveel-
heid besmetting. Het gaas dat daartoe
cjbruikt wordt is feitelijk een rechthoe-
kig gevlochten ramenstel van betrekke-
lijk uikke ijzerdraden die vertind zijn.
Het U dus niet het gewone kippen- of
musschengaas dat uit heel dun ijzer-
draad bestaat die tot zeshoekige mazen
ineengedraaid wordt. Ik heb heel weinig
verstand van ijzergaassoorten en weet
enkel dat ze in verschillende maaswijdte
te krijgen zijn, terwijl ook de breedte der
rollen verschilt. Doordat dit ijzergaas
van dit ijzerdraad gevlochten is heeft
het geen scherpe randen en de kuikens
loopen er heel gemakkelijk op. Om nu te
voorkomen dat de diertjes toch nog door
het gaas heen op den grond kunnen pik-
ken, wordt de gaasbodem ongeveer 10 A
12 c.M. boven den eigenlijken vloer van
het hok aangebracht. Den vloer bedekt
men met een laagje turfmolm en is nu
kant en klaar. Al naar de grootte van het
opfokhok spant men het gaas op ramen
van houten latten die op hun kant staan.
Wil men nu in het hok dan moet men
natuurlijk op deze randen der planken
stappen, anders zakt men door het gaas.
Als men nu op dezen gaasbodem een
drinkbak zet zooals door mij beschre-
ven en een voerbak die ik ook even be
schrijven zal, dan is men kant en klaar.
De maten verschillen al naar mate
men kleinere of grootere kuikens of kip-
ken hbeft. Om te beginnen een bak be
staande uit twee rechthoekige tegen
elkaar gespijkerde planken A. en B.
Daar boven een paar morsplankjes C en
D eveneens rechthoekig er op. De beide
uiteinden van den bak worden dus ge-
vormd door een vierkant plankje. Boven
in dit vierkant plankje zit een gat of
sleuf, waarin de as draait van de be-
schermer E. Deze beschermer E bestaat
uit 2 kruisgewijze op elkaar gespijkerde
latten en draait heel gemakkelijk rond.
De ruimte tusschen D en E en C E is nu
zoodanig dat de kuikens er wel met hun
kop of hals door kunnen om te eten
maar er niet zelf door kunnen komen bij
het meel. Verder is E draaiend zoodat er
geen kuiken op kan gaan zitten. Direct
als een kuiken daartoe pogingen doet
valt het er weer af of fladdert er af.
Door de as van den beschermer E is
'n verstelbare sleuf te leggen en kan men
E al naar de grcotte der kuikens hooger
of lager stellen.
Deze rechthoekige trog nu rust weer
met zijn uiteinden op twee zijplanken,
waarin een rechthoekige opening ge-
zaagd is (F). De twee steunplanken wor
den natuurlijk door latten G onderling
verbonden tot een stevig gesteld. Beter
is echter ze door zijplanken te verbin-
den zoodat het bodemvlak G2G2 on
der den voerbak geheel ontoegankelijk
is voor kuikens of kippen. Nu legt men
boven langs den voertrog twee repen
ijzergaas tusschen II en G I en onze hy
gienische voerbak is gereed. De kuikens
staan op dit gaas en het weinige voer
dat ze vermorsen valt naar beneden bui
ten hun bereik. Bij Z zal men dan ook
na fct-nige dagen een Iangu erpig heuvel-
tje aantreffen van vermorst meel en als
men den bak van een lossen bodem D
voorziet, kan men dit meel telkens ver-
zamelen en aan oude kippen voeren die
niet vatbaar zijn voor pullorum of cocci
diosis en die men toch na den leg op-
ruimt.
De gewone kuikenvoerbakjes van zink
met een schuifdeksel met gaatjes zijn
hygienische prullen, daar de kuikens er
boven op gaan zitten en het meel met
pootert en mest bevuilen. Verder is de
voerruimte bij die bakjes veel te klein in
verhouding met de maat van de bak zoo
dat er veel te weinig kuikens tegelijk uit
kunnen eten.
Zie hier dus nu een en ander over
gaasvloertjes en hygienische voerbak-
ken. Voor eventueele op- en aanmerkin-
gen houd ik mij aanbevolen.
Dr. TE HENNEPE.
HISTO.TlSCHE ANECDOTEN.
Bekend is, dat de zusters van Napoleon I
naijverig waren op elkaar, maar zij waren
dit' nog het meest op hare schoonzuster, 's
keizers eerste gemalin Josephine. Zelfs wordt
verteld, dat zij bij kroning van Napoleon en
Josephine in 1304 trachtten op de lange staat-
siesleep der keizerin te trappen en dat de kei-
zer daarbij persoonlijk tusschen beiden moest
komen!
Herhaaldelijk ook moest-Napoleon optre-
den, om de geschillen in zijn naaste familie
te beslechten. Maar hoezeer hij hen ook be-
gunstigde en met vorstenkronen begiftigde,
geheel tevreden te stellen waren zij m
vooral de zusters niet. k
Bij stukloopert van huid en voeten,
doorzitten, zonnebrand en smettenmaar
vooral ook bij brand- en snijwonden.
ontvellingen en allerlei huidverwondingen
HINDERWET.
Gedeputeerde Staten der provincie Noord-
holland hebben bij hun besluit van 7 Augustus
j.l. nr. 87 aan Dijkgraaf en Heemraden van den
polder „De Egmondermeer" vergunning ver-
leend tot het plaatsen en in werking stellen van
een electro-motor van 65 P.K. tot aandrijving
van de bestaande vijzel in den watermolen op
het perceel kadastraal bekend gemeente Alk
maar, sectie D. Nr. 137.
Alkmaar, 14 Augustus 1929.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
WENDELAAR, Burgemeester.
R. VEENDORP, lo.-Secretaris.