Historiscfce fignren. Trein in tin mil gereden, BitinenSand Maas, behaalde op het gehouden nationaal muziekconcours te Hoorn in de lste afdee- ling een eersten prijs met het hoogstc aantal punten en een eersten prijs in den marsch- wedstrijd. SCHSRMERHORN. i Floraliatentoonstelling. Met de opening van de tentoonstelling van floralia- en huisvlijt is alhier het driedaagsch feest aangevangen. Het dorp zelf geeft reeds ^door de schitterende etaleering van de winkels een mooien aanblik. Elk der winkeliers heeft jgetracht iets goeds naar voren te brengen en ,om de kooplust te bevorderen een prijs be- schikbaar gesteld, waarnaar bij een aankoop ,.van een gesteld bedrag kan worden medege- dongen. De groote zaal van den heer Schreuder, t-waar de tentoonstelling is ondergebracht, [bood door de mooie verlichting en de groote ten fraaie colleetie bloeiende planten en wui- .vende palmen een feestelijk aanzien. Ook de pnzending van de firma Tuin en Kroone te |De Rijp mocht gezien worden. Leek en vak- ,man hebben hier door bekwaamheid en groote zorg mooie uitkomsten bereikt. De huisvlijt en handwerken, waar de inzen- •'dingen waren gesplitst in groepen naar leef- uijdsgrenzen, maakten een goeden indruk. Een jbijzondere vermelding verdient nog de uitge- ■breide colleetie ingezonden door de Openb. lag. school, waaruit blijkt, dat de leerlingen pp het gebied van snijwerk van karton en met het maken van klei, aardige dingen kunnen maken. Van karton bijv. was een groote kerk pn een spoorburg gemaakt; van klei verschil lende dingen als aschbakjes, sigaren enz. De peer Schreuder, die aan de school het onder- wijs in handenarbeid geeft, had dan ook wel eer van zijn werk. Van de ledenplanten waren van 270 uitge- :reikte stellen 231 ingebracht; van de stellen kinderplanten 101 van de 120. Om 8 uur werd de tentoonstelling door den eere-voorzitter, burgemeester Meindersma, geopend. De zaal was intusschen flink gevuld met tocschouwers. Spr. wenschte alien een ge- izellig driedaagsch feest en bracht hulde aan 'het bestuur, dat door groote werkzaamheid ihier elk jaar zoo'n flinke tentoonstelling kon organiseeren. Hij hoopte dat deze 7de tentoon stelling dan ook weer goed moge slagen en dat ;van de verschillende attractie's in de zaal als grootheid spreekt van „ruwheid en ver- veliug op deftigheid gezet", die het stad- je te zion geeft, Dat is niet vleiend voor de plaats, waar Goethe zoo lang woonde en werkte. Maar in die plaats woonden dan toch ook groote mannen als Goethe en Schil ler en zoovele andere merkwaardige personen en iegden er hun kaartje op de mahoniehouten speeltaAeltjes, die in het midden der vier zijden een langwerpige holte hadden voor de fiches. Een van de aanzittenden was dan dikwijls de groot- hertog van Saksen-VVeimar. Ik heb in mijn vorig artikel, „De laatste vlam", zijn naam reeds geaoemd, toen ik sprak over een vorstelijken bemiddelaar bij Goethe's huwelijksaanzoek in de familie von Levetzow: Karl August. Voordat ik „Goethe en zijn omgeving" verlaat, ik zal er wellicht nog wel eens terug keeren, wanneer de Schiller- figuur mij zal aantrekken dient toch even de persoon belicht te worden, die nauw met Goethe verfconden was, die veel aan Goethe verschuldigd is en aan wien Goethe groote verplichtingen had, n.l. de persoon van don groother- tog. Hij heeft Goethe in Weimar ge- bracht; hij heeft den grooten dichter het blok van den dagelijkschen regeerings- arbeid aan het been gebonden en daar- d.,or is, zooals een van Goethe's biogra- fen m. i. zoo terecht opmerkt, de rem- mende tucht over Goethe's „reizenden" geest gekomen en heeft deze, ten gevolge daarvan, zich tot het uiterste kunnen ontwikkelen. Hij was acht jaar jonger dan de dichter, hij was in zekeren zin zijn leerling, maar hij was 66k een man, naast Goethe, zelfstandig, scherp- zinnfg, begaafd, vervuld met den wensch een goed vorst te zijn en hij was de vorst. Goethe heeft het in „het gat" uit- gehouden, met en door hem, vijftig jaar lang en Karl August hield het tot aan zijn dood in 1828 met Goethe uit, hoewel deze steeds „plechtiger" werd zooals hij zeide. En beider leven vloeit over van getuigeni sen van wederkee- rige waardeering en vriendschap. Karl A u crust verdedigt cn handhaaft Goethe tegen veel geintrigeer. Goethe staat zijn man, waar het a- op aankomt voor den rad van avontuur, vischtent enz. ruim gebruit, zal worden gemaakt, wat noodig is voor ver- &roothertog een lans te breken, wanneer sterking van de kas. Behaalde prijzen: fLedenplanten, volledige stellen: 1. J. Klio- ipel, 2. Guurtje Jonk, 3. P. Burger, 4. C. Vis- Ber, 5. J. Mantel, 6. B. Meindersma, 7. G Anderson, 8. H. Jelsma, 9. A. Laan, 10 Wed. K. Akkerman, 11. Wed. Natzijl, 12. D Jon- jker, 13. J. Laan, 14 A. Benjamin, 15. A jKluft Jr., 16. H. G. Jonk, 17. G. Plevier, 18. if. van Saase, 19 R. Mooij, 20. T. Keetman, (21. P. Plevier, 22. H. Fransen, 23 J. Ooms. 24. F. Moerbeek, 25. W. J. Klop, 26 C. Kra mer, 27 A. de Vries, 8. T. Benjamin, 29. C. Offringa, 30 J. H. Rus, 31 G. Rus, 32 S. van Berge. Betunia- 1. R. Krul, 2. G. de Groot, 3. C Haster. Geranium: 1. J. Bosga, 2 J. v. d. Wiel, 3 B Berg. Begonia: 1. C. GroenewoudKramer, 2. D. Doets, 3. C. van der Meer. i Asperages: 1. Wed. J. de Vries, 2. C. Laan. 3. P. Berg. Kinderplanten, stellen: 1. Jan Plevier, 2 Ijannie Leegwater, 3. Jannie Kramer, 4. Ma ne de Vries, 5. Jan de Vries, 6. Cor Krul, 7 Mina Kramer, 8. Jan de Wit, 9. Alewijn Jonk, 10. Henk Bosga, 11. Herman de Wit, <12. Jan Vendel, 13. Geerie Kluft, 14. Jan de Groot, 15. Alie Moerbeek. Aster: 1. Wouter Leegwater Jzn., 2. Arendje Leegwater, 3. Trien de Vries. Ageratum: 1. Alie Leegwater, 2. Anni; Plevier, 3. Jan Mantel. Bouquetten: 1. Joh. Krul. 2. J. Bosga, 3 M. de Wit, 4. A. de Jong, 5. L Schelling. Planten ter opluistering: 1. V. Wit, 2. H Jonk, 3. G. Lakeman, 4. R. van der Laan, 5 A. Kluft. zooals Nicolai het uitdrukt, dien will en verkleinen. En dat begrijpen we, want Karl Aug st was ncch kleinhar' tig, noch zwak, noch een allemans- vnend, noch een naprater of nadoener, maar een rissche, cnergieke, oorspron- kehjke en nobele figuur. Bij hem was geen vooroordeel, dat „de onderdanen" met mee oordcelen mochten en beperkt van vc. stand waren. ..Zoo iets behoorde met tot zijn politieke geloo'", schrijft een tijdgenoot. En hij zelf, de hertog, die na Napoleon s val groothertog werd schrijft i "De wereld oordeelt naar vodroordee- len; maar ik zorg en arbeid als ieder ander, die zijn plicht wil doen, niet om roem, niet om de.. bijval der wereld, maar om mii tegenover mijn eigen ge weten en tegenover Co'. te'rechtvaardi gen". Zulke woorden waren zeldzaam in den mond van vorsten. Ik houd mij er van oyei tuigd, dat onze koningin Wilhel- mina met haar hoog en streng karakter in stilte aldus denkt. Doch hoeveel vorste lijke figuren zijn er geweest, van wie men dergelijke gedachten kon vermoe- den? Huisvlijt Groep 1 (boven 14 j.): 1. C. A, Timmer- man, 2. Herman Kieft, 3. Leen van Saase, 4. C. Dijkstra. Groep van niet leden: 1. Jb. Kuit, Beem- ster. Groep 2 (10—14 j.): 1. Cor Krul, 2. Nico Jong( bij loting), 3. Jan de Wit. Groep 3 (beneden 10 j.): 1. Lize Kieft, 2. wim van Setten van der Meer. Handwerken. Groep 1:1. J. de Boorder— Koning, 2. T. Ruiter—Deckwitz, 3. T. Bakker—Mantel, 4 Annie GroenewoudKramer. Groep 2: 1. Cornelia van der Lee, 2. Gon Met, 3. Trien Pauw. Gi-oep 3: 1. Marie Pauw, 2. Greta Poel. 2UIDS CHAR WOUDE. De oplossing der R. 1. O. B.-puzzle heeft •nze correspondent niet goed geplaatst, deze !s: „De R. I. O. B. te Zuidscharwoude is door de mooie attractie overal bekend". HEILOO. Onze zangvereeniging „Harmonie" heeft de vereerende uitnoodiging ontvangen om te concerteeren te Haarlem op 27 October a.s Aan de uitnoodiging wordt gevolg gegeven. IETS OVER GOETHE EN ZIJN OMGEVING. De vorstalijke vrlend. De beste van alien is de hertog, die door de ezels gebrandmerkt wordt als een zwak mensch en die integendeel een karakter van ijzer is. Lit liefde tot hem zou ik precies hetzelfde willen doen, wat Goethe doet. Ik zeg u in volkomen oprechtheid, dat de hertog een der respectabelste en schranderste menschen is, die ik ooit ontmoet heb. Nicolai over Karl August in 1777. Weimar, het Weimar van Goethe's dagen, was ,,een gat", „Das Loch" noemt Goethe het; Schiller „wilde er voor geen geld van de wereld sterven" wat hij toch deed, al „beviel het hem er elken dag minder goed" en weer een andere Het was een levendige, aardige, lasti ge jongen, die Karl August, toen hij klein was. Maar hoe lasti- ook, had hij reeds vroeg een duidelijk begrip van de ver- antwcordelijkheid, di later op hem zou rusten. Hij verlangde er naar, mondig verklaard te worden om te kunnen re- geeren en te kunnen hervormen. Voor dat het zoover was, had hij nog al eens kieine moeilijkheden met ii. zeer ver- standige moeder, Anna Amalie van Biunswijk, die bij den dood van zijn va- der hij was toen twee jaar voogdes en regentes werd. De kieine. prins hield niets van de aan net hof gebruikelijke conventie. Dat is iets, wat hem zijn leven lang zal karak- teriseeren. Zijn eerste gouverneur be- speurde dat al heel spoedig. Graaf Eus- tach von Gorz was een deftig, stijf, nog al zwaartiilend man. Karl August was bewegelijk van geest, zeer voor indruk- ken vatbaar, elastisch in zijn denken, ga.uw geprikkeld en zeer oorspronkelijk. Hij had zijn ei. en gedachten en er werd \eei gekibbeld tusschen den gouverneur en den leerling, die zijn mentor oud en vervelend vond. Dat werd veel beter toen in 1771 Wie- land belast werd met de opvoeding van Karl August. Wieland was sedert 1769 hoogleeraar te Erfurt. Zijn ruim, opge- wekt onderwijs boeide den knaap, van wien de groote Frsderik gezegd had, dat hij nog nooit een „jongen man" van Karl August's leeftijd gezien had, die zoo groote verwachiingen rechtvaar- digde. Inmiddels nadert de dag van zijn mon- digverklaring. Maar eerst zal hij nog met von Gorz en von Knebel een reis naar Parijs maken. Men dweepte toen met Parijs en met den Franschen geest aan de Duitsche hoven en hofjes. Maar van die reis was niet de Seine-stad het merkwaardigste voor den aanstaanden hertog, maar w5l het oponthoud te Frankfort waar hij Goethe ieerde kennen en, spontaan, een vriendschapsband ge- legd werd, die voor hem, voor zijn re- geering, voor z/n land, groote beteeke- nis zou hebben. Inderdaad. Ternauwernood is hij in September 1775 aan de regeering geko men of het contact met Goethe wordt nauwer. Groote plannen heeft hij, de jonge hertog. Hij vindt zijn land in niet ongunstige financieele omstandigheden. Maar, naar zijn inzicht, zijn persoonlijk reeds op vergelijking en rijp nadenken gebaseerd inzicht, is er zooveel te ver- beteren. Nieu e itlecen waren in de wc- Tgld gylingerd door liousscau en Vol taire en anderen. De oude bleken niet houdbaar. orsten hadden dat ingezien, Frederik de Groote en Franz von Dessau geloofden niet meer aan de politieke on feilbaarheid der vorsten; rechtspraak financien, administratie, landbouw, in dustrie, onderwijs, alles vroeg om ver nieuwing. Tal van gedachten dvvarrolen door zijn hoofd. Het is niet genoeg, dat er goede vorsten zijn, er moeten ook knappe, doortastende vorsten zijn, die aan verbetering werken, „„Bij alie per- soonlijke deugd en den besten wil van een vorst kan een land toch nog ,,herz lich slecht", toch nog in den grond ver keerd bestuurd worden"", zegt Karl Au gust. Vorsten hebben medewerkers noo dig, verlichte mannen, die kunnen her vormen en volvoeren. Dan wordt Goethe gerocnen en Goethe geeft aan den roep gevolg. Hij nestelt zich in „das Loch"; het zal wel voor eenige jaren zijn, maar dat het de rest van zijn lange leven zou duren, dat heeft hij waarschijnlijk niet vermoed. Na kor- ten tijd reeds zal hij over het leven in Weimar spreken als over „een soort van het verschrikkclijkste proza", dat iemand te slikken krijgt. Maar hij blijft; zijn zwervende, reizende geest is gebon den aan den dagelijkschen plicht. Ook zijn vriend de hertog leeft er, werkt er en ondergaat hetzelfde proza. Zijn vriend". Dat is Karl August voor Goethe en dat is Goethe, voor Karl August. Men kan begrijpen, dat Weimar op- schrikte bij Goethe's kemst, bij Goethe's deelneinen aan het landsbestuur. Waar deering is er weinig. Zijn genialiteit verontrust de schuchteren. Wat moet er worden van de samenwerking van den onberekenbaren, aan invallen rijken jon gen hertog en den dichter Goethe? Men vergat, dat die dichter een zeldzaam veel omvattend vvetenschappelijk man was, wiens genialiteit een stevigen on- dergrond van practische kennis had; dat de twee samenwerkenden elkaar aan- vulden: jeugd en vroege bezadigdheid, schranderheid en overleg. Anna Amalie wijkt naar den achtergrond, Karl Au gust en Goethe treden naar voren. Er komt sterke oppositie tegen Goe the, er wordt tegen hem gei'ntrigeerd Men verwijt hem de dolle invallen van den vorst niet genoeg te beteugelen, ja, zelfs daaraan soms mede te doen. Goe the glimlacht; hij ziet wel in, dat er'min- der aan etiquette vastgehouden wordt, haar hij ziet meer natuur in den omgang en dat juicht -hij toe. De hertog is een mensch, krachtig van geest, sterk van lichaam, kloek jager, niet verwijfd werkzaam, immer werkzaam; zoo iemand mag men wel eens een overmoe digheid toestaan. Men weet immers, dat het felt, dat hij het hertogdom heeft ge- erfd, minder belangrijk door hem gevon- den wordt dan de voldoening zelf iets bereikt te hebben. En hij heeft iets bereikt, met behulp van anderen, zeker, maar toch ook door eigen impuls en door den impuls van die anderen, die hij begreep, naar Wei mar lokte en wier frischen geest hij aan het werk zette. Zoo kwara Herder, Goe the's groote, bewonderde leermeester uit Straatsburg, naar Weimar. Kerk en school hadden hernieuwing noodig; zij werd verkregen. De rechtspleging werd veroeterd. Alie takken van openbaar bedrijf werden verzorgd en profiteerden van de groote kennis der wetenschappe- lijke raadslieden van den vorst. Jena's universiteit stijgt in aanzien. De econo- mische ontwikkeling van het land gaat met zekere, gestadige stijging. Er is veel te doen, maar er wordt ook veel ge- daan en de hertog doet mee; vooral de tuinbouw heeft veel aan hem te danken. Laten we niet vergeten, dat Karl Au gust dan nog pas twintig, een en twintig jaar oud is. Zijn jeugd zou hem tot excessen drijven. Nu en dan moet Goethe remmen. En dan doet deze wat Wieland noemt: „Goethe's grootste meesterstuk." Goethe weet den hertog te bewegen tot het maken van een groote, langdu- rige reis. Te zamen zullen zij incognito de wereld zien, afstappen bij eenvoudi- ge, gewone menschen en met hen de werkelijkheid der dingen aanschouwen. Dat onibreekt nog aan de opvoeding van den vorstelijken hervormer. Ruim een jaar blijven zij uit. Duitschland en Zwit- serland zijn bezocht. Goethe's ouderlijk huis te Frankfort ontvangt hen. Aan al- lerlei menschen en omstandigheden toetst zich de geest van den jongen re- geerder. Wanneer hij eind 1780 in zijn hofstadje terugkeert, heeft hij „te niet gedaan, hetgeen eens kinds is". Hij is een man, een vastberaden man gewor- den. Dat is het kunststuk, dat Goethe's menschenkennis, Goethe's levenswijheid voor hem verwachtte en dat zich inder daad aan hem voltrok. BHYER oranje band waarborg echtheid voor „Hij had de gave, geesten en karak- ters te onderscheiden en aan ieder de voor hem passende plaats te geven.... „Liefde wekt liefde en wie bemind is .dien is het een gemakkelijke taak te re- geeren „Hij was grooter dan zijn omgeving" A. J. BOTHENIUS BROUWER. Een gewonde. Toen hedenmorgen de eerste trein naar Leeuwarden om 5.51 uur uit Zwolle ver- trok, bleeK de brug over de Smildervaart open te staan, terwijl de seinen op onveiliw stonden. Niettemin reed de machinist door en stortfen de locomotief en de tender in de vaart. De rijtuigen schoven gedeeltelijk in elkaai. Het postrijtuig werd totaal vernield De postconducteur, de heer Platenburg die zich in dat rijtuig bevond, liep daarbij ver- wondingen op. Een der beide derde klasse- njtuigen drong in een daarop volgend twee- ae klasse-rijtuig, waarin een reiziger uit Til burg lag te slapen. Wonder boven wonder kwam hij met den schrik vrij. Bij onderzoek is gebleken, dat de brug- wachter zich had verslapen. Om 8 uur hedenmorgen was een werktrein werk voor opruimings- Uit Goethe's omgeving mocht deze figuur niet vergeten worden. We kunnen verder zijn levensloop laten rusten; zijn moderne aspiratien (o. a. zijn toestem- ming in vrijheid van de pers, waar- tegen heel officieel Duitschland protes- teerde en die hij dan ook moest beper- ken), zijn hervormende bestuursmaatre- gelen zijn niet uitsluitend Goethe's werk geweest, doch kwamen ook uit eigen, innerlijk. Maar in Goethe had hij een krachtigen en zekeren helper, die zijn steun was en in geestelijke wisselwer- king steeds hem een deel van zijn ar beid inspireerde of door hem tot arbeid werd gei'nspireerd. Toen Karl August in 1828 stierf, vier jaren voor zijn vriend Goethe, was dit, naar Eckerman schrijft, voor den dich ter „het verlies van zijn oudsten Wei- marschen vriend." „Ik had gedacht, dat ik v66r hem zou sterven", zeide Goethe, „maar God maakt het, zooals Hi' meent, dat het goed is, en ons, armen stervelin- gen, blijft verder niets over dan het te dragen en ons recht te houden, zoo goed en zoo lang als het gaat". En over den gestorvene schrijft hij later: Nadere bijzonderheden. Nader wordt ons uit Meppe! gemeld, dat de spoorwegdienst naar Groningen door het ongeval geen vertraging ondervindt. Voor den dienst in de richting Heerenveen en Leeuwarden moeten de passagiers bij de brug over de Smildervaart overstappen zoo- dat daar vertraging plaats vindt. Er zijn evenwel maatregelen genomen, om deze zoo kort mogelijk te doen zijn. Er wordt met spoed aan het opruimingswerk gewerkt. Zes wagons in elkaar geschoven. Het volgende wordt ons nog gemeld: Doordat de brug open stond en de machi nist zulks niet bemerkte, is trein no. 1909 vmn Meppel naar Heerenveen verongelukt De locomotief kwam met het voorste gedeelte in de vaart terecht. Slechts de schoorsteen steekt nog boven het water uit. Het achterste gedeelte van de locomotief en de tender han- gen tusschen den wal en het water. De goe- derenwagen, de postwagen, twee rijtuigen- 3de-klasse en een rijtuig 2de klasse, zijn in elkaar geschoven, waarvan het postrijtuig de meeste schade heeft opgeloopen. Alie wagens zijn bovendien ontspoord. De materieele schade is aanzienlijk. In den trein bevondert zich slechts drie rei- zigers en hieraan is het te danken, dat dit ongeval geen menschenlevens heeft gekost. Onmiddellijk is met het opruimingswerk een aanvang gemaakt en men hoopt nog he- den de lijn vrij te krijgen. Naar de oorzaken van het ongeval wordt een onderzoek ingesteld. NEDERLAND EN BELGIE. De correspondent in Belgie van „de Tijd" bericht, dat blijkens door hem te Brussel in- gewonnen inlichtingen tijdens de conferenti-e in Den Haag een ontmoeting heeft plaats ge- had tusschen de Belgische ministers Jaspar en Hijmans en hun Nederlandsche collega's, jhr. Ruys de Beerenbrouck en Beelaerts van Blokland. De ministers van buitenlandsche zaken der beide landen zouden de besprekingen. welke te 's-Gravenhage zijn ingeleid, te Geneve voortzetten. I laar stonden, maar om een reconstructie van het college niet in den weg te staan natnen ook zij hun ontslag. De fitting van den raad is daarop geslo- ten, nadat de burgemeester had medegedeeid den laad weer bijeen te roepen op 11 Sept. ter verkiezing van wethouders. ONTPLOFF1NG EN BRAND. p.. Fen vrouw ernstig gewond. insdagavond had op den Groenendijk op de grens Dongen-Oosterhout in de slagen'.' ^Le€n^€rnScf ontPloffin§: Plaats van de koelmachine. Slager P. was zelf afwezm S2l]n vr0uw' die dicht b'j de machine JJ '„.r,eefi: zeer ernsd?e verwondingen. On- middellijk na de ontploffing brak er brand uit welke gretig voorwoekerde in het licht ontvlambare en droge materiaal. Twee woon- huizen en een schuur werden een prooi der vlammen. De brandweer van den Horst was spoedig aanwezig, doch kon tegen de snel- voortlocpende vlammen niets beginnen. EEN OPL1CHTER. Een oude man benadeeld door zi\n zaakwaarnemer. Te Gorinchem is door de gemeente-politii gearresteerd de 33-jarige C. L„ amanuensis aan de R.H.B.S. aldaar, die voor den 91-ja- rigen heer O. diens financieele zaken behar- hgde L heeft den ouden heer, die doof en bij - na blind is, op verschillende manieren straf- feloos geld afhandig weten te maken tot een bedrag van ongeveer 1000. Thans is hij gearresteerd als verdacht van verduistenng van 300. Ffij had n.l. van den neer <j. opdracht gekregen een stulc te gaan beleenen bij een bank te Gorinchem voor 200 gulden. L. vroeg de bank echter het stuk voor hem te willen verkoopen en vroeg een voor- schot van 500. Hij droeg 200 gulden af en de rest wendde hij ten eigen bate aan. Ver- dachte is ter beschikikng der justitie *e Dordrechtg esteld. WETHOUDERCRISIS IN AMSTERDAM. Het heele college van B. en W. af- getreden. Na de vacantie kwam de gemeenteraad van Amsterdam gister weer voor het eerst weer bijeen. Onder de ingekomen stukken was de mededeeling van wethouder Ter Taar, dat hij met ingang van 5 September bedankte als wethouder. De aanleiding tot dit ontslag was een verschil van meening in het college over de belofte gedaan aan den raad om met ingang van 1 October a.s. de electriciteitstarieven te verlagen. De wethou der van financien meende daSrvoor geen gelden beschikbaar te hebben. De heer Ter Jaar meende toen, dat hij moest heengaan, omdat hij zijn belofte niet kon inlossen. In tusschen had de christelijk-historische raads- fractie zich uitgesproken, dat zij dit college niet langer kon steunen. Van de zijde der a.r.-fractie was daarop een motie bij den raad ingediend, waari als cordeel wordt uitgesproken, dat B. en W. nu zij de invoering van de verlaging van de electriciteits-tarieven niet verantwoord acht- ten, veeleer hun plicht zouden hebben ver- zaakt, indien zij haar toch hadden blijven be- a vorderen. De fractie spreekt als hare mee ning uit, dat er geen aanleiding is het ten deze door B. en W. gevoerde beleid af te keuren en betreurt het derhalve dat de heer Ter Haar op de door hem aangegeven reden zijn ontslag gegrond heeft. De raad heeft over deze motie een groot deel van de middagzitting en de geheele avondzitting gedebatteerd. Tenslotte is zijn motie verworpen met 24 tegen 12 stemmen. De r.k., de a.r. en de vrijheidsbonders stem- den voor de overige leden tegen. De wethou ders hadden de zaal verlaten. Naar aanleiding van dezen uitslag heeft het geheele college met ingang van heden zijn ontslag genomen. De heeren Boissevain, mr. Rutgers en von Frijtag Drabbe deden dit onvoorwaardelijk. de heeren Abrahams en Ketelaar meenden dat het votum hen niet trof. omdat zij aan de zijde van den heer Ter EEN DUIZENDJARIG DORP. Men hoopt nog langer zelf start- dig te blijven, maar de Groote buur Rotterdam is gevaarlijk. Het Zuid-Hcllandsche dorp Overschie viert deze week zijn duizendjarig bestaan. Of deze ouderdom wel geheel juist is, is twij- felachtig, de oudheidkundigen zijn het er tenminste lang niet over eens. Over de geschiedenis van het dorp wordt het volgende gemeld: Het archief van de abdij van Egmond be- zat een register, behelzende de schenking van graaf Arnulfus van een kerk te Scye later Overscye, aan de abdij. Daaruit leidt men af, dat toentertijd het land om Overschie reeds in cultuur moet zijn geweest. Het register draagt geen datum, maar Arnulfus is in 993 gesneuveld, zoodat hij zijn •beschikking uiter- lijk in dat jaar kan hebben genomen. Eens moet Overschie aan de Maas, toen nog Merwede geheeten, gelegen hebben. Het water week evenwel van daar en iets anders dan een landbouwdorp is Overschie dan ook nooit geworden. Schiedam, en later Rotterdam, kwam op aan den waterkant. In t Noorden lag Delft. Zoo lag Overschie aan alien kant omsloten in het gebied van steden, die elkander in de middeleeuwen alles be- halve goed gezind waren. Het dorp heeft zijn deel gehad van de Hoeksche en Kabeljausche twisten. In 1473 brandde heel Overschie af. Het slot Spangen, meermalen verwoest, werd in 1574 door de Delftenaren, die bang waren dat de Span- jaarden zich er zouden nestelen, voor goed met den aard'bodem gelijk gemaakt. Het slot Starrenburg werd in't zelfde jaar door brand verwoest. Het eenige belangrijlce bouwwerk nit vroeger tijd is de buitenplaats De Tempel aan den weg naar Delft, die eens heeft toebe- hoord aan Johan v. Oldenbarneveldt. De tegenwoordige Overschiesche kerk met de peervormige spits dateert eerst van 't lie- gin dezer eeuw. In 1899 is de oude kerk af- gebrand. Het verleden van Overschie spreekt nog van veel beroemde personen, die het dorp doortrokken op weg naar Rotterdam of Den Haag. Keizer Karel V, koning Filips II, de graaf v. Leicester zij zijn alien eens in hun leven door Overschie getrokken, evenal* Napoleon. De laatste jaren is er in en om Overschie veel veranderd. Het paardetrammetje naar Rotterdam is verdweoen. De beruchte weg waar het over reed en de bijna even beruchte tol bestaan wel is waar nog, maar ook voor hen komt de tijd van verdwijnen. Het gemeentebestuur heeft er geen geheim van gemaakt dat het het duizendjarig be staan mee wenscht te vieren om uiting te geven aan Overschie's wensch ook in de toekomst een zelfstandig gemeentelijk be staan te blijven voeren. Er ligt er iets tragisch in deze viering, meent het Hbld. Overschie bevindt zich thans op een keerpunt in zijn geschiedenis. Het ge meentebestuur heeft in zijn drang naar ze'.t- standigheid zelf de duizendjarige periode van het landbouwdorp afgesloten. Voor vrij- vyel alie weiden om Overschie zijn thans ont- eigeningsplannen in uitvoering of in voorbe- reiding Het voorland van Overschie is cen Rotterdamsche annexe te worden als Kralin- gen en Delfshaven. Of het dat zal worden met behoud van zelfstandig bestuur, of ook gemeentelijk n; Rotterdam -ereemgd, moge poiltiek gesproken een belangrijle vraag zijn voor de mast oetrokk men, als zelfstandig? levensgeme vchap met •igen aard zal Over schie dan af gedaan hebben DE ZOUTBORING TE OELE (O.) De boring van de Kon. Ned. Zoutindustrie te Oele (gemeente Hengelo O.) is beeindigd op een diepte van 494 M. De zoutlagen ein- digen op 488 M. en hebben een totale dikte van 54 M. zout. Er zijn vier zoutlagen, die gescheiden zijn door steenlagen. OP EEN RIJDENDE TRAM GESPRONGEN Op de Prins Hendrikkade te Amsterdam sprong Dinsdagavond een matroos van on geveer twintig jaar, die naar het marine- etabiissement moest. op een rijdenden motor- wagen van lijn 13. Door een verkeerde be- weging verloor hij zijn evenwicht en viel van de treeplank af onder de wielen van den bijwagen. Daardoor werd hij zoo ernstig ge wond dat hij spoedig daarna overleed Het iijk is naar het Binnengasthuis vervoerd. J - 1I - ezels \Tinnl«: 1A waaaa .'st .■umjui'.i.i jki

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 6