Historiscfce fignren.
Trein in tin mil gereden,
BitinenSand
Maas, behaalde op het gehouden nationaal
muziekconcours te Hoorn in de lste afdee-
ling een eersten prijs met het hoogstc aantal
punten en een eersten prijs in den marsch-
wedstrijd.
SCHSRMERHORN.
i Floraliatentoonstelling.
Met de opening van de tentoonstelling van
floralia- en huisvlijt is alhier het driedaagsch
feest aangevangen. Het dorp zelf geeft reeds
^door de schitterende etaleering van de winkels
een mooien aanblik. Elk der winkeliers heeft
jgetracht iets goeds naar voren te brengen en
,om de kooplust te bevorderen een prijs be-
schikbaar gesteld, waarnaar bij een aankoop
,.van een gesteld bedrag kan worden medege-
dongen.
De groote zaal van den heer Schreuder,
t-waar de tentoonstelling is ondergebracht,
[bood door de mooie verlichting en de groote
ten fraaie colleetie bloeiende planten en wui-
.vende palmen een feestelijk aanzien. Ook de
pnzending van de firma Tuin en Kroone te
|De Rijp mocht gezien worden. Leek en vak-
,man hebben hier door bekwaamheid en groote
zorg mooie uitkomsten bereikt.
De huisvlijt en handwerken, waar de inzen-
•'dingen waren gesplitst in groepen naar leef-
uijdsgrenzen, maakten een goeden indruk. Een
jbijzondere vermelding verdient nog de uitge-
■breide colleetie ingezonden door de Openb.
lag. school, waaruit blijkt, dat de leerlingen
pp het gebied van snijwerk van karton en met
het maken van klei, aardige dingen kunnen
maken. Van karton bijv. was een groote kerk
pn een spoorburg gemaakt; van klei verschil
lende dingen als aschbakjes, sigaren enz. De
peer Schreuder, die aan de school het onder-
wijs in handenarbeid geeft, had dan ook wel
eer van zijn werk.
Van de ledenplanten waren van 270 uitge-
:reikte stellen 231 ingebracht; van de stellen
kinderplanten 101 van de 120.
Om 8 uur werd de tentoonstelling door den
eere-voorzitter, burgemeester Meindersma,
geopend. De zaal was intusschen flink gevuld
met tocschouwers. Spr. wenschte alien een ge-
izellig driedaagsch feest en bracht hulde aan
'het bestuur, dat door groote werkzaamheid
ihier elk jaar zoo'n flinke tentoonstelling kon
organiseeren. Hij hoopte dat deze 7de tentoon
stelling dan ook weer goed moge slagen en dat
;van de verschillende attractie's in de zaal als
grootheid spreekt van „ruwheid en ver-
veliug op deftigheid gezet", die het stad-
je te zion geeft, Dat is niet vleiend voor
de plaats, waar Goethe zoo lang woonde
en werkte.
Maar in die plaats woonden dan toch
ook groote mannen als Goethe en Schil
ler en zoovele andere merkwaardige
personen en iegden er hun kaartje op de
mahoniehouten speeltaAeltjes, die in het
midden der vier zijden een langwerpige
holte hadden voor de fiches. Een van de
aanzittenden was dan dikwijls de groot-
hertog van Saksen-VVeimar. Ik heb in
mijn vorig artikel, „De laatste vlam",
zijn naam reeds geaoemd, toen ik sprak
over een vorstelijken bemiddelaar bij
Goethe's huwelijksaanzoek in de familie
von Levetzow: Karl August.
Voordat ik „Goethe en zijn omgeving"
verlaat, ik zal er wellicht nog wel
eens terug keeren, wanneer de Schiller-
figuur mij zal aantrekken dient toch
even de persoon belicht te worden, die
nauw met Goethe verfconden was, die
veel aan Goethe verschuldigd is en
aan wien Goethe groote verplichtingen
had, n.l. de persoon van don groother-
tog. Hij heeft Goethe in Weimar ge-
bracht; hij heeft den grooten dichter het
blok van den dagelijkschen regeerings-
arbeid aan het been gebonden en daar-
d.,or is, zooals een van Goethe's biogra-
fen m. i. zoo terecht opmerkt, de rem-
mende tucht over Goethe's „reizenden"
geest gekomen en heeft deze, ten gevolge
daarvan, zich tot het uiterste kunnen
ontwikkelen. Hij was acht jaar jonger
dan de dichter, hij was in zekeren zin
zijn leerling, maar hij was 66k een
man, naast Goethe, zelfstandig, scherp-
zinnfg, begaafd, vervuld met den wensch
een goed vorst te zijn en hij was de
vorst. Goethe heeft het in „het gat" uit-
gehouden, met en door hem, vijftig jaar
lang en Karl August hield het tot aan
zijn dood in 1828 met Goethe uit,
hoewel deze steeds „plechtiger" werd
zooals hij zeide. En beider leven vloeit
over van getuigeni sen van wederkee-
rige waardeering en vriendschap. Karl
A u crust verdedigt cn handhaaft Goethe
tegen veel geintrigeer. Goethe staat zijn
man, waar het a- op aankomt voor den
rad van avontuur, vischtent enz. ruim gebruit,
zal worden gemaakt, wat noodig is voor ver- &roothertog een lans te breken, wanneer
sterking van de kas.
Behaalde prijzen:
fLedenplanten, volledige stellen: 1. J. Klio-
ipel, 2. Guurtje Jonk, 3. P. Burger, 4. C. Vis-
Ber, 5. J. Mantel, 6. B. Meindersma, 7. G
Anderson, 8. H. Jelsma, 9. A. Laan, 10 Wed.
K. Akkerman, 11. Wed. Natzijl, 12. D Jon-
jker, 13. J. Laan, 14 A. Benjamin, 15. A
jKluft Jr., 16. H. G. Jonk, 17. G. Plevier, 18.
if. van Saase, 19 R. Mooij, 20. T. Keetman,
(21. P. Plevier, 22. H. Fransen, 23 J. Ooms.
24. F. Moerbeek, 25. W. J. Klop, 26 C. Kra
mer, 27 A. de Vries, 8. T. Benjamin, 29. C.
Offringa, 30 J. H. Rus, 31 G. Rus, 32 S. van
Berge.
Betunia- 1. R. Krul, 2. G. de Groot, 3. C
Haster.
Geranium: 1. J. Bosga, 2 J. v. d. Wiel, 3
B Berg.
Begonia: 1. C. GroenewoudKramer, 2. D.
Doets, 3. C. van der Meer.
i Asperages: 1. Wed. J. de Vries, 2. C. Laan.
3. P. Berg.
Kinderplanten, stellen: 1. Jan Plevier, 2
Ijannie Leegwater, 3. Jannie Kramer, 4. Ma
ne de Vries, 5. Jan de Vries, 6. Cor Krul, 7
Mina Kramer, 8. Jan de Wit, 9. Alewijn
Jonk, 10. Henk Bosga, 11. Herman de Wit,
<12. Jan Vendel, 13. Geerie Kluft, 14. Jan de
Groot, 15. Alie Moerbeek.
Aster: 1. Wouter Leegwater Jzn., 2.
Arendje Leegwater, 3. Trien de Vries.
Ageratum: 1. Alie Leegwater, 2. Anni;
Plevier, 3. Jan Mantel.
Bouquetten: 1. Joh. Krul. 2. J. Bosga, 3
M. de Wit, 4. A. de Jong, 5. L Schelling.
Planten ter opluistering: 1. V. Wit, 2. H
Jonk, 3. G. Lakeman, 4. R. van der Laan, 5
A. Kluft.
zooals Nicolai het uitdrukt, dien
will en verkleinen. En dat begrijpen we,
want Karl Aug st was ncch kleinhar'
tig, noch zwak, noch een allemans-
vnend, noch een naprater of nadoener,
maar een rissche, cnergieke, oorspron-
kehjke en nobele figuur. Bij hem was
geen vooroordeel, dat „de onderdanen"
met mee oordcelen mochten en beperkt
van vc. stand waren. ..Zoo iets behoorde
met tot zijn politieke geloo'", schrijft een
tijdgenoot. En hij zelf, de hertog, die na
Napoleon s val groothertog werd
schrijft i
"De wereld oordeelt naar vodroordee-
len; maar ik zorg en arbeid als ieder
ander, die zijn plicht wil doen, niet om
roem, niet om de.. bijval der wereld,
maar om mii tegenover mijn eigen ge
weten en tegenover Co'. te'rechtvaardi
gen".
Zulke woorden waren zeldzaam in den
mond van vorsten. Ik houd mij er van
oyei tuigd, dat onze koningin Wilhel-
mina met haar hoog en streng karakter
in stilte aldus denkt. Doch hoeveel vorste
lijke figuren zijn er geweest, van wie
men dergelijke gedachten kon vermoe-
den?
Huisvlijt
Groep 1 (boven 14 j.): 1. C. A, Timmer-
man, 2. Herman Kieft, 3. Leen van Saase, 4.
C. Dijkstra.
Groep van niet leden: 1. Jb. Kuit, Beem-
ster.
Groep 2 (10—14 j.): 1. Cor Krul, 2. Nico
Jong( bij loting), 3. Jan de Wit.
Groep 3 (beneden 10 j.): 1. Lize Kieft, 2.
wim van Setten van der Meer.
Handwerken.
Groep 1:1. J. de Boorder— Koning, 2. T.
Ruiter—Deckwitz, 3. T. Bakker—Mantel, 4
Annie GroenewoudKramer.
Groep 2: 1. Cornelia van der Lee, 2. Gon
Met, 3. Trien Pauw.
Gi-oep 3: 1. Marie Pauw, 2. Greta Poel.
2UIDS CHAR WOUDE.
De oplossing der R. 1. O. B.-puzzle heeft
•nze correspondent niet goed geplaatst, deze
!s: „De R. I. O. B. te Zuidscharwoude is
door de mooie attractie overal bekend".
HEILOO.
Onze zangvereeniging „Harmonie" heeft
de vereerende uitnoodiging ontvangen om te
concerteeren te Haarlem op 27 October a.s
Aan de uitnoodiging wordt gevolg gegeven.
IETS OVER GOETHE EN ZIJN
OMGEVING.
De vorstalijke vrlend.
De beste van alien is de hertog,
die door de ezels gebrandmerkt
wordt als een zwak mensch en die
integendeel een karakter van
ijzer is. Lit liefde tot hem zou ik
precies hetzelfde willen doen, wat
Goethe doet. Ik zeg u in volkomen
oprechtheid, dat de hertog een der
respectabelste en schranderste
menschen is, die ik ooit ontmoet
heb.
Nicolai over
Karl August in 1777.
Weimar, het Weimar van Goethe's
dagen, was ,,een gat", „Das Loch" noemt
Goethe het; Schiller „wilde er voor geen
geld van de wereld sterven" wat hij
toch deed, al „beviel het hem er elken
dag minder goed" en weer een andere
Het was een levendige, aardige, lasti
ge jongen, die Karl August, toen hij klein
was. Maar hoe lasti- ook, had hij reeds
vroeg een duidelijk begrip van de ver-
antwcordelijkheid, di later op hem zou
rusten. Hij verlangde er naar, mondig
verklaard te worden om te kunnen re-
geeren en te kunnen hervormen. Voor
dat het zoover was, had hij nog al eens
kieine moeilijkheden met ii. zeer ver-
standige moeder, Anna Amalie van
Biunswijk, die bij den dood van zijn va-
der hij was toen twee jaar voogdes
en regentes werd.
De kieine. prins hield niets van de aan
net hof gebruikelijke conventie. Dat is
iets, wat hem zijn leven lang zal karak-
teriseeren. Zijn eerste gouverneur be-
speurde dat al heel spoedig. Graaf Eus-
tach von Gorz was een deftig, stijf, nog
al zwaartiilend man. Karl August was
bewegelijk van geest, zeer voor indruk-
ken vatbaar, elastisch in zijn denken,
ga.uw geprikkeld en zeer oorspronkelijk.
Hij had zijn ei. en gedachten en er werd
\eei gekibbeld tusschen den gouverneur
en den leerling, die zijn mentor oud en
vervelend vond.
Dat werd veel beter toen in 1771 Wie-
land belast werd met de opvoeding van
Karl August. Wieland was sedert 1769
hoogleeraar te Erfurt. Zijn ruim, opge-
wekt onderwijs boeide den knaap, van
wien de groote Frsderik gezegd had, dat
hij nog nooit een „jongen man" van
Karl August's leeftijd gezien had, die
zoo groote verwachiingen rechtvaar-
digde.
Inmiddels nadert de dag van zijn mon-
digverklaring. Maar eerst zal hij nog met
von Gorz en von Knebel een reis naar
Parijs maken. Men dweepte toen met
Parijs en met den Franschen geest aan
de Duitsche hoven en hofjes. Maar van
die reis was niet de Seine-stad het
merkwaardigste voor den aanstaanden
hertog, maar w5l het oponthoud te
Frankfort waar hij Goethe ieerde kennen
en, spontaan, een vriendschapsband ge-
legd werd, die voor hem, voor zijn re-
geering, voor z/n land, groote beteeke-
nis zou hebben.
Inderdaad. Ternauwernood is hij in
September 1775 aan de regeering geko
men of het contact met Goethe wordt
nauwer. Groote plannen heeft hij, de
jonge hertog. Hij vindt zijn land in niet
ongunstige financieele omstandigheden.
Maar, naar zijn inzicht, zijn persoonlijk
reeds op vergelijking en rijp nadenken
gebaseerd inzicht, is er zooveel te ver-
beteren. Nieu e itlecen waren in de wc-
Tgld gylingerd door liousscau en Vol
taire en anderen. De oude bleken niet
houdbaar. orsten hadden dat ingezien,
Frederik de Groote en Franz von Dessau
geloofden niet meer aan de politieke on
feilbaarheid der vorsten; rechtspraak
financien, administratie, landbouw, in
dustrie, onderwijs, alles vroeg om ver
nieuwing. Tal van gedachten dvvarrolen
door zijn hoofd. Het is niet genoeg, dat
er goede vorsten zijn, er moeten ook
knappe, doortastende vorsten zijn, die
aan verbetering werken, „„Bij alie per-
soonlijke deugd en den besten wil van
een vorst kan een land toch nog ,,herz
lich slecht", toch nog in den grond ver
keerd bestuurd worden"", zegt Karl Au
gust. Vorsten hebben medewerkers noo
dig, verlichte mannen, die kunnen her
vormen en volvoeren.
Dan wordt Goethe gerocnen en Goethe
geeft aan den roep gevolg. Hij nestelt
zich in „das Loch"; het zal wel voor
eenige jaren zijn, maar dat het de rest
van zijn lange leven zou duren, dat heeft
hij waarschijnlijk niet vermoed. Na kor-
ten tijd reeds zal hij over het leven in
Weimar spreken als over „een soort van
het verschrikkclijkste proza", dat
iemand te slikken krijgt. Maar hij blijft;
zijn zwervende, reizende geest is gebon
den aan den dagelijkschen plicht. Ook
zijn vriend de hertog leeft er, werkt er
en ondergaat hetzelfde proza.
Zijn vriend". Dat is Karl August voor
Goethe en dat is Goethe, voor Karl
August.
Men kan begrijpen, dat Weimar op-
schrikte bij Goethe's kemst, bij Goethe's
deelneinen aan het landsbestuur. Waar
deering is er weinig. Zijn genialiteit
verontrust de schuchteren. Wat moet er
worden van de samenwerking van den
onberekenbaren, aan invallen rijken jon
gen hertog en den dichter Goethe? Men
vergat, dat die dichter een zeldzaam
veel omvattend vvetenschappelijk man
was, wiens genialiteit een stevigen on-
dergrond van practische kennis had; dat
de twee samenwerkenden elkaar aan-
vulden: jeugd en vroege bezadigdheid,
schranderheid en overleg. Anna Amalie
wijkt naar den achtergrond, Karl Au
gust en Goethe treden naar voren.
Er komt sterke oppositie tegen Goe
the, er wordt tegen hem gei'ntrigeerd
Men verwijt hem de dolle invallen van
den vorst niet genoeg te beteugelen, ja,
zelfs daaraan soms mede te doen. Goe
the glimlacht; hij ziet wel in, dat er'min-
der aan etiquette vastgehouden wordt,
haar hij ziet meer natuur in den omgang
en dat juicht -hij toe. De hertog is een
mensch, krachtig van geest, sterk van
lichaam, kloek jager, niet verwijfd
werkzaam, immer werkzaam; zoo
iemand mag men wel eens een overmoe
digheid toestaan. Men weet immers, dat
het felt, dat hij het hertogdom heeft ge-
erfd, minder belangrijk door hem gevon-
den wordt dan de voldoening zelf iets
bereikt te hebben.
En hij heeft iets bereikt, met behulp
van anderen, zeker, maar toch ook door
eigen impuls en door den impuls van
die anderen, die hij begreep, naar Wei
mar lokte en wier frischen geest hij aan
het werk zette. Zoo kwara Herder, Goe
the's groote, bewonderde leermeester uit
Straatsburg, naar Weimar. Kerk en
school hadden hernieuwing noodig; zij
werd verkregen. De rechtspleging werd
veroeterd. Alie takken van openbaar
bedrijf werden verzorgd en profiteerden
van de groote kennis der wetenschappe-
lijke raadslieden van den vorst. Jena's
universiteit stijgt in aanzien. De econo-
mische ontwikkeling van het land gaat
met zekere, gestadige stijging. Er is
veel te doen, maar er wordt ook veel ge-
daan en de hertog doet mee; vooral de
tuinbouw heeft veel aan hem te danken.
Laten we niet vergeten, dat Karl Au
gust dan nog pas twintig, een en twintig
jaar oud is. Zijn jeugd zou hem tot
excessen drijven. Nu en dan moet Goethe
remmen. En dan doet deze wat Wieland
noemt: „Goethe's grootste meesterstuk."
Goethe weet den hertog te bewegen
tot het maken van een groote, langdu-
rige reis. Te zamen zullen zij incognito
de wereld zien, afstappen bij eenvoudi-
ge, gewone menschen en met hen de
werkelijkheid der dingen aanschouwen.
Dat onibreekt nog aan de opvoeding van
den vorstelijken hervormer. Ruim een
jaar blijven zij uit. Duitschland en Zwit-
serland zijn bezocht. Goethe's ouderlijk
huis te Frankfort ontvangt hen. Aan al-
lerlei menschen en omstandigheden
toetst zich de geest van den jongen re-
geerder. Wanneer hij eind 1780 in zijn
hofstadje terugkeert, heeft hij „te niet
gedaan, hetgeen eens kinds is". Hij is
een man, een vastberaden man gewor-
den. Dat is het kunststuk, dat Goethe's
menschenkennis, Goethe's levenswijheid
voor hem verwachtte en dat zich inder
daad aan hem voltrok.
BHYER
oranje band
waarborg
echtheid
voor
„Hij had de gave, geesten en karak-
ters te onderscheiden en aan ieder de
voor hem passende plaats te geven....
„Liefde wekt liefde en wie bemind is
.dien is het een gemakkelijke taak te re-
geeren
„Hij was grooter dan zijn omgeving"
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
Een gewonde.
Toen hedenmorgen de eerste trein naar
Leeuwarden om 5.51 uur uit Zwolle ver-
trok, bleeK de brug over de Smildervaart
open te staan, terwijl de seinen op onveiliw
stonden. Niettemin reed de machinist door
en stortfen de locomotief en de tender in de
vaart. De rijtuigen schoven gedeeltelijk in
elkaai. Het postrijtuig werd totaal vernield
De postconducteur, de heer Platenburg die
zich in dat rijtuig bevond, liep daarbij ver-
wondingen op. Een der beide derde klasse-
njtuigen drong in een daarop volgend twee-
ae klasse-rijtuig, waarin een reiziger uit Til
burg lag te slapen. Wonder boven wonder
kwam hij met den schrik vrij.
Bij onderzoek is gebleken, dat de brug-
wachter zich had verslapen.
Om 8 uur hedenmorgen was een werktrein
werk voor opruimings-
Uit Goethe's omgeving mocht deze
figuur niet vergeten worden. We kunnen
verder zijn levensloop laten rusten; zijn
moderne aspiratien (o. a. zijn toestem-
ming in vrijheid van de pers, waar-
tegen heel officieel Duitschland protes-
teerde en die hij dan ook moest beper-
ken), zijn hervormende bestuursmaatre-
gelen zijn niet uitsluitend Goethe's werk
geweest, doch kwamen ook uit eigen,
innerlijk. Maar in Goethe had hij een
krachtigen en zekeren helper, die zijn
steun was en in geestelijke wisselwer-
king steeds hem een deel van zijn ar
beid inspireerde of door hem tot arbeid
werd gei'nspireerd.
Toen Karl August in 1828 stierf, vier
jaren voor zijn vriend Goethe, was dit,
naar Eckerman schrijft, voor den dich
ter „het verlies van zijn oudsten Wei-
marschen vriend." „Ik had gedacht, dat
ik v66r hem zou sterven", zeide Goethe,
„maar God maakt het, zooals Hi' meent,
dat het goed is, en ons, armen stervelin-
gen, blijft verder niets over dan het te
dragen en ons recht te houden, zoo goed
en zoo lang als het gaat". En over den
gestorvene schrijft hij later:
Nadere bijzonderheden.
Nader wordt ons uit Meppe! gemeld, dat
de spoorwegdienst naar Groningen door het
ongeval geen vertraging ondervindt.
Voor den dienst in de richting Heerenveen
en Leeuwarden moeten de passagiers bij de
brug over de Smildervaart overstappen zoo-
dat daar vertraging plaats vindt.
Er zijn evenwel maatregelen genomen, om
deze zoo kort mogelijk te doen zijn. Er wordt
met spoed aan het opruimingswerk gewerkt.
Zes wagons in elkaar geschoven.
Het volgende wordt ons nog gemeld:
Doordat de brug open stond en de machi
nist zulks niet bemerkte, is trein no. 1909
vmn Meppel naar Heerenveen verongelukt
De locomotief kwam met het voorste gedeelte
in de vaart terecht. Slechts de schoorsteen
steekt nog boven het water uit. Het achterste
gedeelte van de locomotief en de tender han-
gen tusschen den wal en het water. De goe-
derenwagen, de postwagen, twee rijtuigen-
3de-klasse en een rijtuig 2de klasse, zijn in
elkaar geschoven, waarvan het postrijtuig de
meeste schade heeft opgeloopen. Alie wagens
zijn bovendien ontspoord. De materieele
schade is aanzienlijk.
In den trein bevondert zich slechts drie rei-
zigers en hieraan is het te danken, dat dit
ongeval geen menschenlevens heeft gekost.
Onmiddellijk is met het opruimingswerk
een aanvang gemaakt en men hoopt nog he-
den de lijn vrij te krijgen.
Naar de oorzaken van het ongeval wordt
een onderzoek ingesteld.
NEDERLAND EN BELGIE.
De correspondent in Belgie van „de Tijd"
bericht, dat blijkens door hem te Brussel in-
gewonnen inlichtingen tijdens de conferenti-e
in Den Haag een ontmoeting heeft plaats ge-
had tusschen de Belgische ministers Jaspar
en Hijmans en hun Nederlandsche collega's,
jhr. Ruys de Beerenbrouck en Beelaerts van
Blokland.
De ministers van buitenlandsche zaken der
beide landen zouden de besprekingen. welke
te 's-Gravenhage zijn ingeleid, te Geneve
voortzetten.
I laar stonden, maar om een reconstructie
van het college niet in den weg te staan
natnen ook zij hun ontslag.
De fitting van den raad is daarop geslo-
ten, nadat de burgemeester had medegedeeid
den laad weer bijeen te roepen op 11 Sept.
ter verkiezing van wethouders.
ONTPLOFF1NG EN BRAND.
p.. Fen vrouw ernstig gewond.
insdagavond had op den Groenendijk
op de grens Dongen-Oosterhout in de slagen'.'
^Le€n^€rnScf ontPloffin§: Plaats van de
koelmachine. Slager P. was zelf afwezm
S2l]n vr0uw' die dicht b'j de machine
JJ '„.r,eefi: zeer ernsd?e verwondingen. On-
middellijk na de ontploffing brak er brand
uit welke gretig voorwoekerde in het licht
ontvlambare en droge materiaal. Twee woon-
huizen en een schuur werden een prooi der
vlammen. De brandweer van den Horst was
spoedig aanwezig, doch kon tegen de snel-
voortlocpende vlammen niets beginnen.
EEN OPL1CHTER.
Een oude man benadeeld door zi\n
zaakwaarnemer.
Te Gorinchem is door de gemeente-politii
gearresteerd de 33-jarige C. L„ amanuensis
aan de R.H.B.S. aldaar, die voor den 91-ja-
rigen heer O. diens financieele zaken behar-
hgde L heeft den ouden heer, die doof en bij -
na blind is, op verschillende manieren straf-
feloos geld afhandig weten te maken tot een
bedrag van ongeveer 1000.
Thans is hij gearresteerd als verdacht van
verduistenng van 300. Ffij had n.l. van den
neer <j. opdracht gekregen een stulc te gaan
beleenen bij een bank te Gorinchem voor 200
gulden. L. vroeg de bank echter het stuk voor
hem te willen verkoopen en vroeg een voor-
schot van 500. Hij droeg 200 gulden af en
de rest wendde hij ten eigen bate aan. Ver-
dachte is ter beschikikng der justitie *e
Dordrechtg esteld.
WETHOUDERCRISIS IN
AMSTERDAM.
Het heele college van B. en W. af-
getreden.
Na de vacantie kwam de gemeenteraad
van Amsterdam gister weer voor het eerst
weer bijeen. Onder de ingekomen stukken
was de mededeeling van wethouder Ter
Taar, dat hij met ingang van 5 September
bedankte als wethouder. De aanleiding tot
dit ontslag was een verschil van meening in
het college over de belofte gedaan aan den
raad om met ingang van 1 October a.s. de
electriciteitstarieven te verlagen. De wethou
der van financien meende daSrvoor geen
gelden beschikbaar te hebben. De heer Ter
Jaar meende toen, dat hij moest heengaan,
omdat hij zijn belofte niet kon inlossen. In
tusschen had de christelijk-historische raads-
fractie zich uitgesproken, dat zij dit college
niet langer kon steunen.
Van de zijde der a.r.-fractie was daarop
een motie bij den raad ingediend, waari als
cordeel wordt uitgesproken, dat B. en W.
nu zij de invoering van de verlaging van de
electriciteits-tarieven niet verantwoord acht-
ten, veeleer hun plicht zouden hebben ver-
zaakt, indien zij haar toch hadden blijven be-
a vorderen. De fractie spreekt als hare mee
ning uit, dat er geen aanleiding is het ten
deze door B. en W. gevoerde beleid af te
keuren en betreurt het derhalve dat de heer
Ter Haar op de door hem aangegeven reden
zijn ontslag gegrond heeft.
De raad heeft over deze motie een groot
deel van de middagzitting en de geheele
avondzitting gedebatteerd. Tenslotte is zijn
motie verworpen met 24 tegen 12 stemmen.
De r.k., de a.r. en de vrijheidsbonders stem-
den voor de overige leden tegen. De wethou
ders hadden de zaal verlaten.
Naar aanleiding van dezen uitslag heeft
het geheele college met ingang van heden
zijn ontslag genomen. De heeren Boissevain,
mr. Rutgers en von Frijtag Drabbe deden
dit onvoorwaardelijk. de heeren Abrahams
en Ketelaar meenden dat het votum hen niet
trof. omdat zij aan de zijde van den heer Ter
EEN DUIZENDJARIG DORP.
Men hoopt nog langer zelf start-
dig te blijven, maar de Groote
buur Rotterdam is gevaarlijk.
Het Zuid-Hcllandsche dorp Overschie
viert deze week zijn duizendjarig bestaan.
Of deze ouderdom wel geheel juist is, is twij-
felachtig, de oudheidkundigen zijn het er
tenminste lang niet over eens.
Over de geschiedenis van het dorp wordt
het volgende gemeld:
Het archief van de abdij van Egmond be-
zat een register, behelzende de schenking
van graaf Arnulfus van een kerk te Scye later
Overscye, aan de abdij. Daaruit leidt men af,
dat toentertijd het land om Overschie reeds
in cultuur moet zijn geweest. Het register
draagt geen datum, maar Arnulfus is in 993
gesneuveld, zoodat hij zijn •beschikking uiter-
lijk in dat jaar kan hebben genomen.
Eens moet Overschie aan de Maas, toen
nog Merwede geheeten, gelegen hebben.
Het water week evenwel van daar en iets
anders dan een landbouwdorp is Overschie
dan ook nooit geworden. Schiedam, en later
Rotterdam, kwam op aan den waterkant. In
t Noorden lag Delft. Zoo lag Overschie aan
alien kant omsloten in het gebied van steden,
die elkander in de middeleeuwen alles be-
halve goed gezind waren.
Het dorp heeft zijn deel gehad van de
Hoeksche en Kabeljausche twisten. In 1473
brandde heel Overschie af. Het slot Spangen,
meermalen verwoest, werd in 1574 door de
Delftenaren, die bang waren dat de Span-
jaarden zich er zouden nestelen, voor goed
met den aard'bodem gelijk gemaakt. Het slot
Starrenburg werd in't zelfde jaar door brand
verwoest. Het eenige belangrijlce bouwwerk
nit vroeger tijd is de buitenplaats De Tempel
aan den weg naar Delft, die eens heeft toebe-
hoord aan Johan v. Oldenbarneveldt.
De tegenwoordige Overschiesche kerk met
de peervormige spits dateert eerst van 't lie-
gin dezer eeuw. In 1899 is de oude kerk af-
gebrand.
Het verleden van Overschie spreekt nog
van veel beroemde personen, die het dorp
doortrokken op weg naar Rotterdam of
Den Haag. Keizer Karel V, koning Filips II,
de graaf v. Leicester zij zijn alien eens in
hun leven door Overschie getrokken, evenal*
Napoleon.
De laatste jaren is er in en om Overschie
veel veranderd. Het paardetrammetje naar
Rotterdam is verdweoen. De beruchte weg
waar het over reed en de bijna even beruchte
tol bestaan wel is waar nog, maar ook voor
hen komt de tijd van verdwijnen.
Het gemeentebestuur heeft er geen geheim
van gemaakt dat het het duizendjarig be
staan mee wenscht te vieren om uiting te
geven aan Overschie's wensch ook in de
toekomst een zelfstandig gemeentelijk be
staan te blijven voeren.
Er ligt er iets tragisch in deze viering,
meent het Hbld. Overschie bevindt zich thans
op een keerpunt in zijn geschiedenis. Het ge
meentebestuur heeft in zijn drang naar ze'.t-
standigheid zelf de duizendjarige periode
van het landbouwdorp afgesloten. Voor vrij-
vyel alie weiden om Overschie zijn thans ont-
eigeningsplannen in uitvoering of in voorbe-
reiding Het voorland van Overschie is cen
Rotterdamsche annexe te worden als Kralin-
gen en Delfshaven. Of het dat zal worden
met behoud van zelfstandig bestuur, of ook
gemeentelijk n; Rotterdam -ereemgd, moge
poiltiek gesproken een belangrijle vraag zijn
voor de mast oetrokk men, als zelfstandig?
levensgeme vchap met •igen aard zal Over
schie dan af gedaan hebben
DE ZOUTBORING TE OELE (O.)
De boring van de Kon. Ned. Zoutindustrie
te Oele (gemeente Hengelo O.) is beeindigd
op een diepte van 494 M. De zoutlagen ein-
digen op 488 M. en hebben een totale dikte
van 54 M. zout. Er zijn vier zoutlagen, die
gescheiden zijn door steenlagen.
OP EEN RIJDENDE TRAM GESPRONGEN
Op de Prins Hendrikkade te Amsterdam
sprong Dinsdagavond een matroos van on
geveer twintig jaar, die naar het marine-
etabiissement moest. op een rijdenden motor-
wagen van lijn 13. Door een verkeerde be-
weging verloor hij zijn evenwicht en viel van
de treeplank af onder de wielen van den
bijwagen. Daardoor werd hij zoo ernstig ge
wond dat hij spoedig daarna overleed Het
iijk is naar het Binnengasthuis vervoerd.
J - 1I - ezels \Tinnl«: 1A
waaaa .'st .■umjui'.i.i jki