Alkianrsche ^airant. MET CIRCUS HAGENBECK IN ALKMAAR mantel De geheimzinnige voetstappen FEU1LLET0N. Hflndertl een en dertigste Jaargang. Eerst kijken Mo. 218 1929 ftEaandag 16 September Radio-hoekje Dinsdag 17 September. Huizen, 1875 M. 10.—10.15 Morgenwij- iling. 12.15—1.45 Concert door het Tu- schinski-orkest. 1.45—2.— Gramofoonmu- ziek. 2.-2.45 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.45_3.Praatje door Mevr. de Leeuw— van Rees over: De a.s. naai- en knipcursus. 3 __4.Gramofoonmuziek. 4.5.Micro- ioon-debutanten. Zang en piano. 5.30—7.15 Concert door het A. V. R. O.-kwartet met medewerking van Kees Pruis. 7.157.45 Le- zing door Dr. C. A. Crommelin over: Schet- sen uit de Geschiedenis der Natuurkunde in <le 16e en 17e eeuw. 8.018.30 A. V. R. O.- Boekenhalfuurtje. Dr. T. Goedewagen spreekt over: Dr. A. Pit's „Aestetische ontwikke- •ling". 8.30—11.Concert door het Omroep- orkest. 9.30—10— Declamatie door Kom- oier Kleyn. 10.Persberichten. 10.10 Voort- zetting concert. Na afloop dansmuziek uit cabaret „La Gaite" te Amsterdam. 12. Sluiting. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) (Uitsluitend K. R. O.) 11.30-12— Gods- dienstig halfuurtje. 12.15—1.15 Concert door het K. R. O.-Trio. 1.15—2— Gramo foonmuziek. 2—2.20 Knipcursus. 2.20—3.20 JVrouwenuurtje. 5—6— Gramofoonmuziek. ;6._6.45 Gramofoonmuziek. 6.45—7— Le- joing over den cursus Esperanto. 7.7.25 Le- Izing over: De Godsdienstwetenschap. 7.35 8 Lezing over: Ontstaan en bronnen van thet recht. 8—11— Studio-opvoering van „Leontientje" van Felix Timmermans en Eduard Veterman, door het Vereen. Rotter- damsch Hofstad Tooneel onder leiding van C. v. d. Lugt Melsert. 11.30 Sluiting. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgen- wijding. 11.0511.20 Lezing. 11.20 Gramo foonmuziek. 12.20 Orgelrecital door E. T. Cook. S. Meredith, zang. 1.202.20 Orkest concert. 2.202.45 Beelduitzending. 4.20 Orkestconcert. W. Pattman, orgel. 5.35 Kin- deruurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Piano- recital door E. Bainton. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Bob en Muriel, voordrachten aan de piano. 8.20 Concert. T. Makushina, sopraan. R. Henderson, bariton. M. Hall, viool. Symphonie-orkesi. 10.Nieuwsber 10.20 Lezing. 10.35 Dansmuziek. 11.20 12.20 Dansmuziek. Parijs ..Radio-Paris", 1725 M. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en soli. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.55 Concert. Langenberg, 473 M. 7.358.15 Gramo foonmuziek. 8.209.20 Orkestconcert. 10.35 11.30 Gramofoonmuziek. 12JO Gramo foonmuziek. 1.252.50 Orkestconcert. 5.55 6.50 Concert. Sopraan, fluit en piano. 8.20 8.50 Liedjes bij de luit. 8 50 Orkestconcert. Brusscl, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. Mile S. Leczczijnska- zang. Zeesen, 1635 M. 6.10—12.50 Lezingen. 12 501.15 Gramofoonmuziek. 1.151.50 Lezingen. 2.202.50 Gramofoonmuziek. 2.50—5.20 Lezingen. 5.206.20 Concert uit Leipzig. 6.208.20 Lezingen. 8.20 Concert. Koor, orgel en alt. Daarna nieuwsberichten. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Con cert door het strijkorkest uit Rest. „Wivel". 3.20—5.20 Concert door Otto Fessells En semble. Dagmar SamuelHahn, zang. 8 20 9.20 Concert door het Radio-Harmonie- Orkest. 9.209.35 Familien Hansen". Blij- spel van Jens Locher. 9.359.55 Concert. 10.1011.20 Concert door het Radio-orkest. De romantiek van het circusieven Een goed bezochte voorsielling IViooie siaal- tjes van dierendressuur. i Waarom dwalen de jongens in onze ha- vensteden zoo graag langs den waterkant waar vreemde schepen laden en lossen? Omdat zij voelen, dat aan dien kant van de stad een vreemde wereld grenst, een we- reld vol romantiek, de wereld hunner droo- inen waarin alles mogelijk is. Hier komen de schepen uit verre, vreemde landen, hierloopen mannen van alle ras- sen en kleuren dooreen en om elk van hen hangt de geheimzinnige en voor jongens zoo aantrekkelijke sfeer van een leven vol dolle avonturen. En als een groot circus van stad tot stad reist, dan vindt het buiten de enthousiaste jeugd overal nog een schare groot geworden kinderen, die in hun hart nooit de belangstel- ling verloren hebben voor het bonte, avon- tuurlijke leven van internationale zwervers Waar vond men ooit een bron van groo- ter romantiek? Stamt niet de Paljas-figuur uit het circus, zijn niet romans en films uit •het circusieven een aaneenschakeling van avonturen waarbij de grenzen van landen en werelddeelen wegvallen en menschen van al le rassen en nationaliteiten om beurten de hoofdrol spelen! La vie de Boheme heeft nooit zijn aan- trekkingskracht op de groote massa verlo ren en als er een circus van internationale vermaardheid in een provinciestad verschijnt, dan zijn het niet alleen de jongeren, die hun enthousiasme moeten uiten, maar dan staan ook de groote kinderen van dezen tijd, de vaders en moeders, bij de losplaats en op het circusterrein en ook over hen komt weer de bekoring van het bonte circusieven. Zij ge nieten mee van het werken der olifanten, die met hun koppen een zwaren wagen voor zich uitarukken, zij trekken ook bescheiden hun voeten in als de plompe pooten hen voorbij stappen, zij rekken hun halsen als de ponny's passeeren, zij staren in verruk king naar kameelen en guanaco's en zij ge- nieten met elkaar in zalige verrukking van het gebrul der roofdieren, die in gesloten wagens voorbij gevoerd worden. Oost en West ontmoeten elkaar. Met Oosten, het verre, romantische Oosten dat zij nooit zullen zien, is| nu tot hen ge- komen. Wilde beesten, zwarte menschen en daartusschendoor de cterke circusmannen, die niemand verstaan •'an, het is alles te sa- men de groote internationale circusgroep, het is een wereldje op zich zelf, dat daar zoo plotseling door een trein aangevoerd geautoiiseerde vertaling uit het Engelscb van Mevrouw Belloc Lowndes, door OSWALDI. 25) Starend in de duisternis, overdacht birtley Raydon's dienstbare slavin, zoo- als zij zich in haar verbitterde stem ming soms heimelijk noemde, wat een vreeselijke rol het noodlot vaak speelt in het menschelijk bestaan. O, hadden de dwaze, kleine Eva en de zelf- zuchtige, vrekkige Raydon elkaar maar nooit ontmoet! O! hadden Adelaide en Eva het ge- lukkige, kalme leven in Londen maar voort- gezet! Dan zou Eva nu waarschijnlijk ver- loofd of misschien zelfs getrouwd zijn met dien door en door goeien jongen, nu million- nair Jack Mintlaw; en dan zouden zij met hun vieren, Gilly meegerekend, hun verdere leven gelukkig zijn geweest. HOOFDSTUK X. »0 n d e renveloppeaan mevrouw Strain" I Het sloeg lien vw. ten Eva den volgenden ochtend naar beneden kwam trippelen. Zij zag er zoo Srisch uit, alsof zij vroegtijeig wOrdt, en dat zich een tentenstad bouwt op een stuk weiland, waar ieder tegen een klein geldelijk offer volop van al die heerlijkheden zal kunnen genieten. Op het circusterrein. Tentzeil wordt uitgerold, ijzeren palen worden vliegensvlug in den grond geslagen, masten worden opgeheschen en weinige uren later wordt de tent reeds van banken en stoelen voorzien, zijn rekstokken en touw- ladders aan den nok bevestigd en heeft de electricien met zijn helpers overal de draden gespannen en de lampen bevestigd, die de groote linnen tent des avonds in een lichtpa- leis zullen herschapen. De Somali's. Op het grasveld tusschen de zwoegende mannen genieten de Somali's van den war- men Septembermiddag. Zij liggen in hun la- kens gerold languit in het gras en spelen een kaartspel dat internationaal is. De mannen met hun ebbenhouten koppen dwalen tusschen de wagens en rooken een sigaar van vreemden vorm, die bij nadere beschouwing een afgesneden stukje hout blijkt te zijn waarmee ze voortdurend hun groote witte tanden bewrijven. Het lijkt erg geheimzin- nig en het is geen wonder, dat veel van die geheimzinnige tandenborstels des avonds in de pauze voor een kwartje per stuk aan den man gebracht kunnen worden. Wie bedenkt, dat er uit een ouden stoelpoot wel vijftig ge- sneden kunnen worden, begrijpt, dat dit een zeer winstgevend bedrijf moet zijn. Nie mand anders dan zoo'n ebbenhouten kerel is in staat een stukje hout tot een zoo geheim- zinnig en romantisch bezit te maken, dat men er zonder aarzelen een kwartje voor wil betalen. Een jong Somali-moedertje, draagt een chocolakleurig schatje op haar rug en Ka- tinka zij vergeve het ons als wij haar naam misschien niet heelemaal goed spel- len een achttienjarige zwarte schoonheid, omhangen met kralen en barnsteenkleurige armbanden, zwerft van den een naar den ander, aait het kleintje over zijn warrige krullenkopje, speelt krijgertje met een ticn- jarig knaapje, dat er uit ziet of hij 'n bad in- een reusachtigen inktpot heeft genomen en doet behaagziek tegen een zwart standbeeld, dat een der hoofdlieden van den troep blijkt te wezen. Dicht tegen den wagen zit een oude, mage- re man wiens verkleurd haar wonderlijk te, gen den zwarten vergroefden kop afsteekt. Katinka legt uit, dat hij honderd en ne- gen jaar is. Zij zegt nadrukkelijk „Hun- aert", vouwt een zwart duimpje in haar handpalm en steekt negen vingers op. Maar de chef van Hagenbeck's persdienst weet het beter en schat den oude op ongeveer vijf en zestig. De jaren gaan vlug in Somali-land. De olifanten aan het werk. Intusschen sjokken de dikhuiden twee aan twee over het grasveld. De zware kettingen, die van hun breede borsten naar de wagens loopen staan strak gespannen, maar aan de olifanten zelf is niet te merken, dat zij iets achter zich aan sleepen. Rustig, alsof zij al ien tijd hebben verplaatsen zij hun lompe pooten, de ooren flappen op en neer, de klei ne slimme oogjes gluren nieuwsgierig naar de voorbijgangers en onverwacht schiet een lange slurf naar links of naar rechts uit in ae hoop, dat er een stukje chocola, een klont- je of een banenschil te verschalken zal zijn. De zeeleeuwen, die niet zoo stom als de visschen zijn, maken een oorverdoovend la- waai in hun groote badkamer en als de drommedarissen en de wonderlijk ranke Guanaco's op het terrein verschijnen, zijn de stallen gereed om het groote internationale dierengezelschap een veilig plaatsje te bie- den. De openingsvoorstelling. Als om acht uur's avonds de groote Phi lipslampen de tent in een helder licht gezet hebben en de geuniformde kapelmeester zijn dirigeerstok opheft, schettert het koper een vroolijke marsch als inzet van het bijna over laden programma. „Speelgoed". De tent is, vooral in de lagere rangen, zeer goed bezet en aller blikken wenden zich naar het roodfluweelen gordijn, waar een dubbele rij genestelde circusdienaren reeds de eerewacht heeft betrokken. Dan gaat het gordijn vaneen en meneer Gautier, een paardendresseur van interna tionale vermaardheid, verschijnt, correct in rok en witte das. De lange circuszweep knalt door de lucht en een vexzameling ponny's rent door de arena. „Al!erbekoorlijkst speel- goed" zegt het programma en allerbekoor- lijkst zijn die dwergpaardjes zeker, maar als speelgoed zijn ze een beetje al te beweeg- "baar. Heeft niet diezelfde meneer Gautier een gouden gebit omdat een ponny uit al te groote speelschheid hem de tanden uit den mond heeft geslagen! Inderdaad, het dres- seursvak is niet zonder gevaren al werkt men ook met ondermaatsche diersoorten. Een wonderlijke olifant. Vlug en lenig draven de paardjes door de arena, zij laten hun springkunst bewonderen en voort is het heele spannetje weer, want de heeren Randy een Aage zijn in het zaag- sel verschenen. Een van beiden, het is niet Guidelijk of het meneer Randy of meneer Aage is, is voor de toeschouwers zichtbaar en zal het applaus voor dit nummer in ont- vangst nemen. De ander heeft een veel on dankbaarder rol omdat hij de achterpooten en het lendestuk van een olifant moet voor- stellen. Deze namaak-olifant, die behalve de poo ten, ooren en oogen, bek en staart kan be- wegen, is een allerkoddigst beest. Hij luis- tert onberispelijk naar his masters voice, maar hij doet zoo nu en dan zoo menschelijk, dat zelfs de meest bijzie.nde toeschouwers al spoedig tot de overtuiging komen, dat er hier in dierkundig opzicht plagiaat in het spel is. Dat verhoogt natuurlijk het komi- sche van de situatie en de dolle klucht be- rejkt haar hoogtepunt als de levensgevaar- lijke toer uitgevoerd wordt waarbij de tem- mer zich op den grond legt en Jumbo heel voorzichtig over zich been laat stappen. Dat deze dikhuid zoo nu en dan wel eens mis- stapt behoeft natuurlijk niet verteld te wor den. Paarden in zwempakjes. Juist als de toeschouwers hun lachtranen rirogen, draven de zeebra's binnen, paarden met een zwempakje aan, gewoonlijk wild en ontembaar, maar hier zoo goed gedresseerd, dat zij op elk bevel van de lange zweep ge- hoorzamen. De heer Gindl weet ze zelfs op een rijtje te zetten, waarbij elk dier den kop op den nek van zijn buurman legt en onder toezicht van denzelfden dressuur verschijnt even later een Guanaco, die op het Olym- pisch tournooi ongetwijfeld het wereldkam- pioenschap springen zou behaald hebben. Het vlugge dier neemt zonder eenige in- spanning hindernissen van enkele meters hoogte en verdwijnt weer even plotseling naar den stal als hij er uit is gekomen. Kracht en Vlugheid. De gezusters Princess, een paar Russl- sche schoonheden, die na de revolutie bij het circus beland zijn, hebben inmiddels haar naar bed was gegaan, in plaats van eerst om twee uur in den nacht. Zelfs was zij meer dan gewoonlijk nog in haar schik met haarzelf en de wereld en dat wel om twee redenen. De eerste was, dat haar man nu alles wist van madame Domino's rekening, en de tweede reden, een diep ge- heim, was, dat zij voor zich zelf de overtui ging had, dat zij de oplossing al gevonden had van haar grootste moeilijkheid, de vijf- honderd pond, die, als Birtley de waarheid had gezegd, binnen veertien dagen betaald moesten worden. Toen zij opgewekt stapte op den zwart-wit- ten vloer van de hal, sloop een kleine schaduw in haar luchtig hart, want plotseling herin- nerde zij zich een onaangename taak, die Birtley haar dien ochtend had opgelegd. Het was een taak, Lij de gedachte waaraan zij als tegen een muur opzag, want Adelaide Strain was een trouwe, liefhebbende vriendin van haar gew est, jarenlang De deur van de tuinkamer ging open en zij voelde een rilling door al haar leden, want zij hoorde mevrouw Strain zeggen: „Wil je even binnenkomen, Eva? Ik wil je iets laten zien". Hierop, nu zij beiden veilig waren achter de nu gesloten deur, hield Adelaide Strain als bestraffend een enveloppe omhoog. „Ik wil niet, dat Jack Mintlaw mij als postkantoor gebruik dat is niet netjes en niet behoorlijk!" riep zij op scherpen, uitda- genden toon uit. ...Het is stellig een heel onschuldige brief P&Ch, tot groote yerwopdejihg vap Adg-. entree de manege gemaakt, twee gratien in tricot en satijn, die zich wonderlijk vlug aan haar trapeze's omhoog hebben geheschen. Zij laten een oogenblik haar meesterschap over den rekstok bewonderen en voeren dan een looping the loop uit aan een groot alumi nium instrument, dat aan den nok van het circus is bevestigd en dat onder het draaien talrijke gekleurde lichtjes laat schijnen. Het is een nummer vol gratie, niet het minst door de zekerheid waarmee beide meisjes dit waagstuk volbrengen. De roem van het circus. Welverdiend is het applaus als zij zich buigend en lachend terugtrekken om plaats te maken voor een zestal rasechte Trakehner hengsten, prachtdieren met schitterende tul- gen en bonte pluimen, die op bevel van den heer Gautier een staaltje van keurige dres suur laten bewonderen. Te veel zijn circus- sen in de laatste jaren tot cabaret-gezel- schappen geworden, te veel is de paarden- dressuur, het hoogtepunt van het oude pro gramma, in den loop der tijden verwaar- loosd. Maar het circus Hagenbeck heeft he; in eere hersteld en de liefhebbers van paar- densport kunnen hier van het allerbeste op dit gebied genieten. Op de minste aanwijzing van de lange zweep draaien en keeren de edele dieren en men krijgt volkomen den indruk, dat slechts eindeloos geduld en liefde voor het paard de grondslagen voor dit succesvol optreden zijn. De Babusio's, De internationale clowns Babusio laten de toeschouwers door hun dolle grappen hane lijk lachen. Het is niet gemakkelijk om clown te zijn en van de honderd, die er in circussen optreden, blijven er wel negentig beneden het middeimatige. Maar de Babu sio's zijn ras-artisten en de vischmarkt- scene men moet die zelf maar eens gaan kijken is origineel en doet het publiek schaterlachen om zooveel kosieliiken humor. Het dansende paard. Herr Baron Siegried von Redwitz, in on berispelijk avondcostuum, laat onmiddellijk daarop zijn Hongaarsche roodschimmel „Nena-Sahib" het rijden uit de hoogeschool demonstreeren. De bruine Trakehner hengst schijnt onberispelijk naar de muziek te luis- teren en zonder dat het den ruiter eenige moeite kost, maakt het edele dier zijn dans- passen. Het heft de pooten hoog op de maat der muziek en het past zich onmiddel lijk aan als de melodie verandert. Ook dit is een staaltje van kranige dressuur en ge- tuigt van een volkomen harmonie tusschen ruiter en paard. Boven een veerend touwwerk laten de vier Cleos de lenigheid hunner lichamen bewon deren en de acrobatisrhe down van dit gezel schap weet aan die nummer een komisch effect te geven. Zwarte kunst. Dan verschijnen de Somali's, de zwarte Afrflcanen, die in hun lakens gehuld een spel van black and white te bewonderen geven. Zij voeren met speren en schilden hun krijgs- dansen uit en op den achtergrond staan vrouwen en kinderen quasie angstig den af loop van het gevecht af te wachten. Katinka slaat op de groote trom en al heel spoedig hebben de vijanden zich verbroederd en trekt het zwarte gezelschap onder het uitschreeu wen van vreugdekreten naar de stallen, waar bri-fkaarten en tandenstokers (borstels) bij- een g-ezocht worden om in de pauze een voor- deeligen ruilhandel te kunnen drijven. Maar eerst verschijnen de olifanten nog ten tooneele, een vijftal dikhuiden, die met hun meester omgaan als met hun jongeren broer en op zijn wenken allerlei interessante toeren volbrengen. Juist in dit curcus valt het op. dat machtsvertoon, dat maar al te vaak op het scherpe ijzeren puntje van een zweep gegrondvest is, volkomen ontbreekt Het is alsof de dieren het zelf prettig vinden om eens hun kunsten te vertoonen en dat maakt, dat men met voile belangstelling naar deze dressurproeven kan blijven kijken. Acrobaten en Jockeys. Onmiddellijk na de korte pauze vliegen een viertal draga's door de lucht, mannen in witte tricot's voor wie inderdaad de wetten van de zwaartekracht een oogenblik opge heven schijnen. Hun lenige lidhamen laten in voile vaart den rekstok los en worden pre- cies op tijd door een trapeze-artist aan de andere zijde gegrepen. Zij duikelen door de lucht in den nok van het circus, zij grijpen juist op het goede moment weer een paar naar hen toezwaaiende armen of beenen, zij schijnen zoo met hun leven te spelen. dat de toeschouwers onwillekeurig een zuchr van verlichting slaken als het heele g«zelschap weer veilig op den grond staat. Dan komen de gebroeders Reinsch de in laide, maakte Eva den brief niet open, die onder enveloppe „Aan mevrouw Strain", in stevig, mannelijk schrift was geadresseerd, met het woord„prive" er op. In plaats van hem te openen, hield Eva Raydon hem weifelend in de hand. Als ze nu maar den moed had om kalm de kamer uit te gaan; maar iets hield haar tegen om dat te doen, nu Adelaide Strain, die zoo nijdig en vervelend bij haar stond, haar ,,op die manier" aankeek. En daarom scheurde zij ten laatste de enveloppe open. Daarbij fladderde iets uit het velletje brief- papier, dat er in zat, op den grond, en Ade laide Strain zag met verbazing, dat het een in tweeen gevouwen cheque was. Een oogenblik lag het papiertje op de matten vloerbedekking van de tuinkamer tusschen de twee vrouwen in, alvorens Eva het opraapte. Langzaam vouwde zij het kleine strookje open en, toen zij zag voor welk bedrag de che que was uitgeschreven, straalde plotseling haar gezichtje van groote blijdschap en ver- rassing. „Je moet me niet zoo aankijken, Addie!" riep zij met een vroolijke trifling in haar stem. „Het is waar, Jack heeft me een ge- schenk gegeven genoeg om alles te betalen wat ik schuldig ben en nog wat bovendien maar ik zou voor hem hetzelfde liebben ge- daan, als ik wist dat hij in de war zat. En ten slotte heeft hij meer geld dan hij weet en eigenlijk weet hij er geen raad mee". Mevrouw Strain bleef Eva aankijken. Het wa^ oanjogelijk, dat Mintlaw ai op ce hoodie een dircus onontbeerlijke Jockey's. Zij staan op hun breede paarden en kleeden ze uit. Zij maken onder het rijden rieinen en zadels los en toonen ten slotte op een dier prachtige dieren waartoe hun rijkunst in staat is. Van den grond op het paard en van het paard op den grond, drie ruiters achter elkaar, het kost hun geen moeite en het zware paard, dat on- afgebroken door de manege draaft. vermin- dert geen oogenblik ziin vaart en zou nog veel meer jockey's kunnen dragen als zijn rug er maar plaats voor had. Zestien vierpootige artisten. Maar meneer Gautier vraagt weer de aan- dacht van het geachte publiek uit Alkmaar en omstreken en hij laat niet minder dan zes- tien raspaarden in paradetooi door de manege galoppeeren. Met tweeen. met vieren geen stel recruten zou beter die commando's kun nen opvolgen. Het lange zweeptouw krult door de iucht, een knal en de dieren reageeren onmiddellijk. Zij zijn alle genummerd en nadat de dres seur ze ordeloos door elkaar gejaagd heeft, zoeken ze hun plaatsje weer op en draven keurig naar volgorde door de manege. Twee aan twee, walsende op de maat van de mu ziek, verdwijnen ze naar de stallen. Een onbeirouwbaar automerk. De Babusios brengen wat afwisseling. Zij geven een musikaal intermezzo en rijden o.a. in een autotje binnen. dai door voetzoeker* inplaats van door benzine voortbewogen chijnt te worden. Er spruigt op onbegrijpe- lijke wijze een van de massieve banden, maar het g~askacheltje, dat den vorm van een auto heeft, blijkt een zoo explosief vehikel, dat het levensgevaarlijk is er dicht bij te komen Het spuit vuur en water tegelijk en als elke auto- bezitter aan zulke verrassingen bloot stond, konden de Ford- en andere fabrieken hun d-euren wel sluiten. Dit dol-komische nummer. waarbij o.a de clarinettist zijn instrument van schrik door zijn hoofd steekt, eindigt, met een psychisch volkomen begrijpelijke moord, daar een veel geplaagd musicus een zijner kunstbedervera eenvoudig morsdood slaat. Het arme slacht- offeri wordt onder veel tranen en geweeklaag begraven, maar scbijnt nog niet heelemaal dood, daar hij een oogenblik later in zijn eigen lijkstoet een hardhandige rol gaat ver- vuilen. Een leeuw met een schemerlampje. Boven het ge jammer der clowns laten de zeeleeuwen hun grommende schreeuwen hooren en een viertal dezer dieren laten weldra eenige krasse staaltjes van jongleer- •kunst bewonderen. Het is niet bekend wie let eerst ontdekt heeft, dat deze oogen- schijnlijk zoo hulpelooze zeedieren zulke knappe balanceurs zijn. Wie zal het hun na- doen om met een brandende schemerlamp op het puntje van den neus een trap op te klimmen? Duidelijker dan elders wordt hier gedemonstreerd, dat een 'goede dressuur op loon naar werken moet berusten. Een goed gelukte toer beteekent een schelvischje en een kleine mislukking brengt onherroepelijk de straf, die wij menschen „zonder eten naar bed" zouden noemen. En aangezien een zee- leeuwenbuik een ongelimiteerde hoeveelheid visch kan bevatten en gebrek aan eetlust een ziekteverschijnsel is, dat bij deze dieren niet voor schijnt te komen, is het oegrijpelijk, dat elk dezer zwempootige beesten zijn uiter- ste best doet om het publiek tevreden te stellen. Zij jongleeren met ballen van allerlei af- metingen en wat het „koppen" dezer ballen betreft. laten zij zulk voortreffelijk werk zien, dat wij alle werkende leden van Alcmaria Victrix in vollen ernst kunnen aanbevelen er eens een studie van te maken. Een vrouwtfesputter. Nauwelijks zijn zij uit de arena of de tien Asgards what's in a name? heeft Shakes peare al gevraagd verschijnen in het bij- geharkte zaagsei om er de staaltjes van hun gedurfde acrobatiek te laten bewonderen. Zij was van de moeilijkheid met die rekening van Domino, tenzij en dat zou louter toeval zijnhij de Raydons had ontmoet op het nachtfeest, waarheen zij van Ritz waren ge gaan. De verbazing, welke zich van haar meester maakte, voelde zij als't ware op haar gezicht, terwijl Eva ondeugend lachte. „Ik heb kans gezien een paar woorden op te krabbelen, toen ik me gisteravond aan het kleeden was en Birtley je vroeg om naar Ritz te telefoneeren. Toen ik klaar was, ben ik stil- letjes naar de brievenbus buiten het achterhek geslopen. Jack kreeg mijn S.O.S. dus vanmor- gen, met de eerste bestelling. Je mag zijn brief gerust inzien, hoor! Er staat niets bij- zonders in! Hij is een door en door goeie jon gen een echte „man" Adelaide Strain nam den brief van Eva aan en las hem kalm door. „Het is meer dan erg, dat je in moeilijk- heden verkeert, Eva, Ik stel er een eer in, dat je aan mij hebt gedacht, maar het idee dat ik je geld zou leenen vind ik absurd." „Je behoeft er niet het minst tegen op te zien, om het hierbij gaande papiertje als een klein geschenk te beschouwen. Het is de zui- vere waarheid, dat, wat ik je nu geef, minder voor mij beteekent dan vijf shilling zou zijn geweest in de dagen toen ik als een kerkrat zoo krap zat. Mag ik nu van je hooren, of je vandaag w:er voor een toertje kan komen? Ik zal n eviouw Strain opbellen en het haar vragen Hier bdb ik de menschen al verteld, dat ik Amsterdam Nieuwendijk 225/229 Utrecht Oude Gracht 151. haar en haar aardig jongetje nog uit den oor- logstijd ken. Voel je er wat voor, dat ik je met mijn wa gen naar de stad rijd, vanmorgen wat tijdig? Ik zal dan de cheque voor je incasseercn en dan kunnen we gaan lunchen in ae .Wig wam", zooals we dikwijis deden in de vroc- gere dagen, die de eenige gelukkige uren in- hielden, die ik ooit van mijn leven heb ge- had". Eva danste blij door de l.arner, wuivend met de cheque in de hand. ,.Nu is er nog een siruiktlblokje. en ik voe! er niets voor om te struikelen, Addie. Dit is: wat moet ik Birtley zeggen?" „Ik geloof dat ik je kan verteilen, hoe over dat struikelblokje been kan komen", gaf Adelaide Strain droogjes ten antwoord. „Kan jij dat?" „Zeker, kan ik dat". Zij kwam heel dicht b!j haar gelukkig* vriendin en vervolgde vlug, alsof zij iets uit het hoofd opzei: „Ik heb je alleen maar, in opdracht van je man te zeggen, dat het eenige wat je te doen staat is: door de notarisfirma van je over- leden schoonvader voldoer.de geld te laten op- nemen van je lijfrente, om al je rekeningen geheel af te betalen. Hiercioor zou wat je man noemt je „toelage" jaariijks tenminste met tweehonderd pond verminderd worden, het- gee, zooals hij en zijn moeder hopen, een let voor je zal zijn.*' Eva kreeg een hoogroode kleur. -v. LWordt ytpyg.gdl. v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5