Alkianrsche ^airant.
MET CIRCUS HAGENBECK IN ALKMAAR
mantel
De geheimzinnige voetstappen
FEU1LLET0N.
Hflndertl een en dertigste Jaargang.
Eerst
kijken
Mo. 218
1929
ftEaandag 16 September
Radio-hoekje
Dinsdag 17 September.
Huizen, 1875 M. 10.—10.15 Morgenwij-
iling. 12.15—1.45 Concert door het Tu-
schinski-orkest. 1.45—2.— Gramofoonmu-
ziek. 2.-2.45 Kookpraatje door P. J. Kers.
2.45_3.Praatje door Mevr. de Leeuw—
van Rees over: De a.s. naai- en knipcursus.
3 __4.Gramofoonmuziek. 4.5.Micro-
ioon-debutanten. Zang en piano. 5.30—7.15
Concert door het A. V. R. O.-kwartet met
medewerking van Kees Pruis. 7.157.45 Le-
zing door Dr. C. A. Crommelin over: Schet-
sen uit de Geschiedenis der Natuurkunde in
<le 16e en 17e eeuw. 8.018.30 A. V. R. O.-
Boekenhalfuurtje. Dr. T. Goedewagen spreekt
over: Dr. A. Pit's „Aestetische ontwikke-
•ling". 8.30—11.Concert door het Omroep-
orkest. 9.30—10— Declamatie door Kom-
oier Kleyn. 10.Persberichten. 10.10 Voort-
zetting concert. Na afloop dansmuziek uit
cabaret „La Gaite" te Amsterdam. 12.
Sluiting.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
(Uitsluitend K. R. O.) 11.30-12— Gods-
dienstig halfuurtje. 12.15—1.15 Concert
door het K. R. O.-Trio. 1.15—2— Gramo
foonmuziek. 2—2.20 Knipcursus. 2.20—3.20
JVrouwenuurtje. 5—6— Gramofoonmuziek.
;6._6.45 Gramofoonmuziek. 6.45—7— Le-
joing over den cursus Esperanto. 7.7.25 Le-
Izing over: De Godsdienstwetenschap. 7.35
8 Lezing over: Ontstaan en bronnen van
thet recht. 8—11— Studio-opvoering van
„Leontientje" van Felix Timmermans en
Eduard Veterman, door het Vereen. Rotter-
damsch Hofstad Tooneel onder leiding van
C. v. d. Lugt Melsert. 11.30 Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgen-
wijding. 11.0511.20 Lezing. 11.20 Gramo
foonmuziek. 12.20 Orgelrecital door E. T.
Cook. S. Meredith, zang. 1.202.20 Orkest
concert. 2.202.45 Beelduitzending. 4.20
Orkestconcert. W. Pattman, orgel. 5.35 Kin-
deruurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Piano-
recital door E. Bainton. 7.20 Lezing. 7.45
Lezing. 8.05 Bob en Muriel, voordrachten
aan de piano. 8.20 Concert. T. Makushina,
sopraan. R. Henderson, bariton. M. Hall,
viool. Symphonie-orkesi. 10.Nieuwsber
10.20 Lezing. 10.35 Dansmuziek. 11.20
12.20 Dansmuziek.
Parijs ..Radio-Paris", 1725 M. 12.502.20
Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en
soli. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.55 Concert.
Langenberg, 473 M. 7.358.15 Gramo
foonmuziek. 8.209.20 Orkestconcert. 10.35
11.30 Gramofoonmuziek. 12JO Gramo
foonmuziek. 1.252.50 Orkestconcert. 5.55
6.50 Concert. Sopraan, fluit en piano. 8.20
8.50 Liedjes bij de luit. 8 50 Orkestconcert.
Brusscl, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. Mile
S. Leczczijnska- zang.
Zeesen, 1635 M. 6.10—12.50 Lezingen.
12 501.15 Gramofoonmuziek. 1.151.50
Lezingen. 2.202.50 Gramofoonmuziek.
2.50—5.20 Lezingen. 5.206.20 Concert uit
Leipzig. 6.208.20 Lezingen. 8.20 Concert.
Koor, orgel en alt. Daarna nieuwsberichten.
Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Con
cert door het strijkorkest uit Rest. „Wivel".
3.20—5.20 Concert door Otto Fessells En
semble. Dagmar SamuelHahn, zang. 8 20
9.20 Concert door het Radio-Harmonie-
Orkest. 9.209.35 Familien Hansen". Blij-
spel van Jens Locher. 9.359.55 Concert.
10.1011.20 Concert door het Radio-orkest.
De romantiek van het circusieven Een
goed bezochte voorsielling IViooie siaal-
tjes van dierendressuur.
i Waarom dwalen de jongens in onze ha-
vensteden zoo graag langs den waterkant
waar vreemde schepen laden en lossen?
Omdat zij voelen, dat aan dien kant van
de stad een vreemde wereld grenst, een we-
reld vol romantiek, de wereld hunner droo-
inen waarin alles mogelijk is.
Hier komen de schepen uit verre, vreemde
landen, hierloopen mannen van alle ras-
sen en kleuren dooreen en om elk van hen
hangt de geheimzinnige en voor jongens
zoo aantrekkelijke sfeer van een leven vol
dolle avonturen.
En als een groot circus van stad tot stad
reist, dan vindt het buiten de enthousiaste
jeugd overal nog een schare groot geworden
kinderen, die in hun hart nooit de belangstel-
ling verloren hebben voor het bonte, avon-
tuurlijke leven van internationale zwervers
Waar vond men ooit een bron van groo-
ter romantiek? Stamt niet de Paljas-figuur
uit het circus, zijn niet romans en films uit
•het circusieven een aaneenschakeling van
avonturen waarbij de grenzen van landen en
werelddeelen wegvallen en menschen van al
le rassen en nationaliteiten om beurten de
hoofdrol spelen!
La vie de Boheme heeft nooit zijn aan-
trekkingskracht op de groote massa verlo
ren en als er een circus van internationale
vermaardheid in een provinciestad verschijnt,
dan zijn het niet alleen de jongeren, die hun
enthousiasme moeten uiten, maar dan staan
ook de groote kinderen van dezen tijd, de
vaders en moeders, bij de losplaats en op het
circusterrein en ook over hen komt weer de
bekoring van het bonte circusieven. Zij ge
nieten mee van het werken der olifanten, die
met hun koppen een zwaren wagen voor
zich uitarukken, zij trekken ook bescheiden
hun voeten in als de plompe pooten hen
voorbij stappen, zij rekken hun halsen als
de ponny's passeeren, zij staren in verruk
king naar kameelen en guanaco's en zij ge-
nieten met elkaar in zalige verrukking van
het gebrul der roofdieren, die in gesloten
wagens voorbij gevoerd worden.
Oost en West ontmoeten elkaar.
Met Oosten, het verre, romantische Oosten
dat zij nooit zullen zien, is| nu tot hen ge-
komen. Wilde beesten, zwarte menschen en
daartusschendoor de cterke circusmannen,
die niemand verstaan •'an, het is alles te sa-
men de groote internationale circusgroep,
het is een wereldje op zich zelf, dat daar
zoo plotseling door een trein aangevoerd
geautoiiseerde vertaling uit het Engelscb van
Mevrouw Belloc Lowndes,
door OSWALDI.
25)
Starend in de duisternis, overdacht
birtley Raydon's dienstbare slavin, zoo-
als zij zich in haar verbitterde stem
ming soms heimelijk noemde, wat een
vreeselijke rol het noodlot vaak speelt
in het menschelijk bestaan.
O, hadden de dwaze, kleine Eva en de zelf-
zuchtige, vrekkige Raydon elkaar maar nooit
ontmoet! O! hadden Adelaide en Eva het ge-
lukkige, kalme leven in Londen maar voort-
gezet! Dan zou Eva nu waarschijnlijk ver-
loofd of misschien zelfs getrouwd zijn met
dien door en door goeien jongen, nu million-
nair Jack Mintlaw; en dan zouden zij met
hun vieren, Gilly meegerekend, hun verdere
leven gelukkig zijn geweest.
HOOFDSTUK X.
»0 n d e renveloppeaan mevrouw
Strain"
I
Het sloeg lien vw. ten Eva den volgenden
ochtend naar beneden kwam trippelen. Zij
zag er zoo Srisch uit, alsof zij vroegtijeig
wOrdt, en dat zich een tentenstad bouwt op
een stuk weiland, waar ieder tegen een klein
geldelijk offer volop van al die heerlijkheden
zal kunnen genieten.
Op het circusterrein.
Tentzeil wordt uitgerold, ijzeren palen
worden vliegensvlug in den grond geslagen,
masten worden opgeheschen en weinige
uren later wordt de tent reeds van banken en
stoelen voorzien, zijn rekstokken en touw-
ladders aan den nok bevestigd en heeft de
electricien met zijn helpers overal de draden
gespannen en de lampen bevestigd, die de
groote linnen tent des avonds in een lichtpa-
leis zullen herschapen.
De Somali's.
Op het grasveld tusschen de zwoegende
mannen genieten de Somali's van den war-
men Septembermiddag. Zij liggen in hun la-
kens gerold languit in het gras en spelen
een kaartspel dat internationaal is. De
mannen met hun ebbenhouten koppen dwalen
tusschen de wagens en rooken een sigaar van
vreemden vorm, die bij nadere beschouwing
een afgesneden stukje hout blijkt te zijn
waarmee ze voortdurend hun groote witte
tanden bewrijven. Het lijkt erg geheimzin-
nig en het is geen wonder, dat veel van die
geheimzinnige tandenborstels des avonds in
de pauze voor een kwartje per stuk aan den
man gebracht kunnen worden. Wie bedenkt,
dat er uit een ouden stoelpoot wel vijftig ge-
sneden kunnen worden, begrijpt, dat dit een
zeer winstgevend bedrijf moet zijn. Nie
mand anders dan zoo'n ebbenhouten kerel is
in staat een stukje hout tot een zoo geheim-
zinnig en romantisch bezit te maken, dat
men er zonder aarzelen een kwartje voor
wil betalen.
Een jong Somali-moedertje, draagt een
chocolakleurig schatje op haar rug en Ka-
tinka zij vergeve het ons als wij haar
naam misschien niet heelemaal goed spel-
len een achttienjarige zwarte schoonheid,
omhangen met kralen en barnsteenkleurige
armbanden, zwerft van den een naar den
ander, aait het kleintje over zijn warrige
krullenkopje, speelt krijgertje met een ticn-
jarig knaapje, dat er uit ziet of hij 'n bad in-
een reusachtigen inktpot heeft genomen en
doet behaagziek tegen een zwart standbeeld,
dat een der hoofdlieden van den troep blijkt
te wezen.
Dicht tegen den wagen zit een oude, mage-
re man wiens verkleurd haar wonderlijk te,
gen den zwarten vergroefden kop afsteekt.
Katinka legt uit, dat hij honderd en ne-
gen jaar is. Zij zegt nadrukkelijk „Hun-
aert", vouwt een zwart duimpje in haar
handpalm en steekt negen vingers op. Maar
de chef van Hagenbeck's persdienst weet het
beter en schat den oude op ongeveer vijf en
zestig. De jaren gaan vlug in Somali-land.
De olifanten aan het werk.
Intusschen sjokken de dikhuiden twee aan
twee over het grasveld. De zware kettingen,
die van hun breede borsten naar de wagens
loopen staan strak gespannen, maar aan de
olifanten zelf is niet te merken, dat zij iets
achter zich aan sleepen. Rustig, alsof zij al
ien tijd hebben verplaatsen zij hun lompe
pooten, de ooren flappen op en neer, de klei
ne slimme oogjes gluren nieuwsgierig naar
de voorbijgangers en onverwacht schiet een
lange slurf naar links of naar rechts uit in
ae hoop, dat er een stukje chocola, een klont-
je of een banenschil te verschalken zal zijn.
De zeeleeuwen, die niet zoo stom als de
visschen zijn, maken een oorverdoovend la-
waai in hun groote badkamer en als de
drommedarissen en de wonderlijk ranke
Guanaco's op het terrein verschijnen, zijn de
stallen gereed om het groote internationale
dierengezelschap een veilig plaatsje te bie-
den.
De openingsvoorstelling.
Als om acht uur's avonds de groote Phi
lipslampen de tent in een helder licht gezet
hebben en de geuniformde kapelmeester zijn
dirigeerstok opheft, schettert het koper een
vroolijke marsch als inzet van het bijna over
laden programma.
„Speelgoed".
De tent is, vooral in de lagere rangen,
zeer goed bezet en aller blikken wenden zich
naar het roodfluweelen gordijn, waar een
dubbele rij genestelde circusdienaren reeds
de eerewacht heeft betrokken.
Dan gaat het gordijn vaneen en meneer
Gautier, een paardendresseur van interna
tionale vermaardheid, verschijnt, correct in
rok en witte das. De lange circuszweep knalt
door de lucht en een vexzameling ponny's
rent door de arena. „Al!erbekoorlijkst speel-
goed" zegt het programma en allerbekoor-
lijkst zijn die dwergpaardjes zeker, maar als
speelgoed zijn ze een beetje al te beweeg-
"baar. Heeft niet diezelfde meneer Gautier
een gouden gebit omdat een ponny uit al te
groote speelschheid hem de tanden uit den
mond heeft geslagen! Inderdaad, het dres-
seursvak is niet zonder gevaren al werkt men
ook met ondermaatsche diersoorten.
Een wonderlijke olifant.
Vlug en lenig draven de paardjes door de
arena, zij laten hun springkunst bewonderen
en voort is het heele spannetje weer, want
de heeren Randy een Aage zijn in het zaag-
sel verschenen. Een van beiden, het is niet
Guidelijk of het meneer Randy of meneer
Aage is, is voor de toeschouwers zichtbaar
en zal het applaus voor dit nummer in ont-
vangst nemen. De ander heeft een veel on
dankbaarder rol omdat hij de achterpooten
en het lendestuk van een olifant moet voor-
stellen.
Deze namaak-olifant, die behalve de poo
ten, ooren en oogen, bek en staart kan be-
wegen, is een allerkoddigst beest. Hij luis-
tert onberispelijk naar his masters voice,
maar hij doet zoo nu en dan zoo menschelijk,
dat zelfs de meest bijzie.nde toeschouwers al
spoedig tot de overtuiging komen, dat er
hier in dierkundig opzicht plagiaat in het
spel is. Dat verhoogt natuurlijk het komi-
sche van de situatie en de dolle klucht be-
rejkt haar hoogtepunt als de levensgevaar-
lijke toer uitgevoerd wordt waarbij de tem-
mer zich op den grond legt en Jumbo heel
voorzichtig over zich been laat stappen. Dat
deze dikhuid zoo nu en dan wel eens mis-
stapt behoeft natuurlijk niet verteld te wor
den.
Paarden in zwempakjes.
Juist als de toeschouwers hun lachtranen
rirogen, draven de zeebra's binnen, paarden
met een zwempakje aan, gewoonlijk wild en
ontembaar, maar hier zoo goed gedresseerd,
dat zij op elk bevel van de lange zweep ge-
hoorzamen. De heer Gindl weet ze zelfs op
een rijtje te zetten, waarbij elk dier den kop
op den nek van zijn buurman legt en onder
toezicht van denzelfden dressuur verschijnt
even later een Guanaco, die op het Olym-
pisch tournooi ongetwijfeld het wereldkam-
pioenschap springen zou behaald hebben.
Het vlugge dier neemt zonder eenige in-
spanning hindernissen van enkele meters
hoogte en verdwijnt weer even plotseling
naar den stal als hij er uit is gekomen.
Kracht en Vlugheid.
De gezusters Princess, een paar Russl-
sche schoonheden, die na de revolutie bij het
circus beland zijn, hebben inmiddels haar
naar bed was gegaan, in plaats van eerst om
twee uur in den nacht.
Zelfs was zij meer dan gewoonlijk nog in
haar schik met haarzelf en de wereld en dat
wel om twee redenen. De eerste was, dat haar
man nu alles wist van madame Domino's
rekening, en de tweede reden, een diep ge-
heim, was, dat zij voor zich zelf de overtui
ging had, dat zij de oplossing al gevonden
had van haar grootste moeilijkheid, de vijf-
honderd pond, die, als Birtley de waarheid
had gezegd, binnen veertien dagen betaald
moesten worden.
Toen zij opgewekt stapte op den zwart-wit-
ten vloer van de hal, sloop een kleine schaduw
in haar luchtig hart, want plotseling herin-
nerde zij zich een onaangename taak, die
Birtley haar dien ochtend had opgelegd.
Het was een taak, Lij de gedachte waaraan
zij als tegen een muur opzag, want Adelaide
Strain was een trouwe, liefhebbende vriendin
van haar gew est, jarenlang
De deur van de tuinkamer ging open en zij
voelde een rilling door al haar leden, want zij
hoorde mevrouw Strain zeggen: „Wil je even
binnenkomen, Eva? Ik wil je iets laten zien".
Hierop, nu zij beiden veilig waren achter
de nu gesloten deur, hield Adelaide Strain
als bestraffend een enveloppe omhoog.
„Ik wil niet, dat Jack Mintlaw mij als
postkantoor gebruik dat is niet netjes en
niet behoorlijk!" riep zij op scherpen, uitda-
genden toon uit.
...Het is stellig een heel onschuldige brief
P&Ch, tot groote yerwopdejihg vap Adg-.
entree de manege gemaakt, twee gratien in
tricot en satijn, die zich wonderlijk vlug aan
haar trapeze's omhoog hebben geheschen.
Zij laten een oogenblik haar meesterschap
over den rekstok bewonderen en voeren dan
een looping the loop uit aan een groot alumi
nium instrument, dat aan den nok van het
circus is bevestigd en dat onder het draaien
talrijke gekleurde lichtjes laat schijnen. Het
is een nummer vol gratie, niet het minst door
de zekerheid waarmee beide meisjes dit
waagstuk volbrengen.
De roem van het circus.
Welverdiend is het applaus als zij zich
buigend en lachend terugtrekken om plaats
te maken voor een zestal rasechte Trakehner
hengsten, prachtdieren met schitterende tul-
gen en bonte pluimen, die op bevel van den
heer Gautier een staaltje van keurige dres
suur laten bewonderen. Te veel zijn circus-
sen in de laatste jaren tot cabaret-gezel-
schappen geworden, te veel is de paarden-
dressuur, het hoogtepunt van het oude pro
gramma, in den loop der tijden verwaar-
loosd. Maar het circus Hagenbeck heeft he;
in eere hersteld en de liefhebbers van paar-
densport kunnen hier van het allerbeste op
dit gebied genieten.
Op de minste aanwijzing van de lange
zweep draaien en keeren de edele dieren en
men krijgt volkomen den indruk, dat slechts
eindeloos geduld en liefde voor het paard de
grondslagen voor dit succesvol optreden
zijn.
De Babusio's,
De internationale clowns Babusio laten de
toeschouwers door hun dolle grappen hane
lijk lachen. Het is niet gemakkelijk om
clown te zijn en van de honderd, die er in
circussen optreden, blijven er wel negentig
beneden het middeimatige. Maar de Babu
sio's zijn ras-artisten en de vischmarkt-
scene men moet die zelf maar eens gaan
kijken is origineel en doet het publiek
schaterlachen om zooveel kosieliiken humor.
Het dansende paard.
Herr Baron Siegried von Redwitz, in on
berispelijk avondcostuum, laat onmiddellijk
daarop zijn Hongaarsche roodschimmel
„Nena-Sahib" het rijden uit de hoogeschool
demonstreeren. De bruine Trakehner hengst
schijnt onberispelijk naar de muziek te luis-
teren en zonder dat het den ruiter eenige
moeite kost, maakt het edele dier zijn dans-
passen. Het heft de pooten hoog op de
maat der muziek en het past zich onmiddel
lijk aan als de melodie verandert. Ook dit
is een staaltje van kranige dressuur en ge-
tuigt van een volkomen harmonie tusschen
ruiter en paard.
Boven een veerend touwwerk laten de vier
Cleos de lenigheid hunner lichamen bewon
deren en de acrobatisrhe down van dit gezel
schap weet aan die nummer een komisch
effect te geven.
Zwarte kunst.
Dan verschijnen de Somali's, de zwarte
Afrflcanen, die in hun lakens gehuld een spel
van black and white te bewonderen geven.
Zij voeren met speren en schilden hun krijgs-
dansen uit en op den achtergrond staan
vrouwen en kinderen quasie angstig den af
loop van het gevecht af te wachten. Katinka
slaat op de groote trom en al heel spoedig
hebben de vijanden zich verbroederd en trekt
het zwarte gezelschap onder het uitschreeu
wen van vreugdekreten naar de stallen, waar
bri-fkaarten en tandenstokers (borstels) bij-
een g-ezocht worden om in de pauze een voor-
deeligen ruilhandel te kunnen drijven.
Maar eerst verschijnen de olifanten nog ten
tooneele, een vijftal dikhuiden, die met hun
meester omgaan als met hun jongeren broer
en op zijn wenken allerlei interessante toeren
volbrengen. Juist in dit curcus valt het op.
dat machtsvertoon, dat maar al te vaak op
het scherpe ijzeren puntje van een zweep
gegrondvest is, volkomen ontbreekt Het is
alsof de dieren het zelf prettig vinden om
eens hun kunsten te vertoonen en dat maakt,
dat men met voile belangstelling naar deze
dressurproeven kan blijven kijken.
Acrobaten en Jockeys.
Onmiddellijk na de korte pauze vliegen een
viertal draga's door de lucht, mannen in
witte tricot's voor wie inderdaad de wetten
van de zwaartekracht een oogenblik opge
heven schijnen. Hun lenige lidhamen laten in
voile vaart den rekstok los en worden pre-
cies op tijd door een trapeze-artist aan de
andere zijde gegrepen. Zij duikelen door de
lucht in den nok van het circus, zij grijpen
juist op het goede moment weer een paar
naar hen toezwaaiende armen of beenen, zij
schijnen zoo met hun leven te spelen. dat de
toeschouwers onwillekeurig een zuchr van
verlichting slaken als het heele g«zelschap
weer veilig op den grond staat.
Dan komen de gebroeders Reinsch de in
laide, maakte Eva den brief niet open, die
onder enveloppe „Aan mevrouw Strain", in
stevig, mannelijk schrift was geadresseerd,
met het woord„prive" er op.
In plaats van hem te openen, hield Eva
Raydon hem weifelend in de hand. Als ze nu
maar den moed had om kalm de kamer uit te
gaan; maar iets hield haar tegen om dat te
doen, nu Adelaide Strain, die zoo nijdig en
vervelend bij haar stond, haar ,,op die manier"
aankeek. En daarom scheurde zij ten laatste
de enveloppe open.
Daarbij fladderde iets uit het velletje brief-
papier, dat er in zat, op den grond, en Ade
laide Strain zag met verbazing, dat het een in
tweeen gevouwen cheque was. Een oogenblik
lag het papiertje op de matten vloerbedekking
van de tuinkamer tusschen de twee vrouwen
in, alvorens Eva het opraapte.
Langzaam vouwde zij het kleine strookje
open en, toen zij zag voor welk bedrag de che
que was uitgeschreven, straalde plotseling
haar gezichtje van groote blijdschap en ver-
rassing.
„Je moet me niet zoo aankijken, Addie!"
riep zij met een vroolijke trifling in haar
stem. „Het is waar, Jack heeft me een ge-
schenk gegeven genoeg om alles te betalen
wat ik schuldig ben en nog wat bovendien
maar ik zou voor hem hetzelfde liebben ge-
daan, als ik wist dat hij in de war zat. En ten
slotte heeft hij meer geld dan hij weet en
eigenlijk weet hij er geen raad mee".
Mevrouw Strain bleef Eva aankijken. Het
wa^ oanjogelijk, dat Mintlaw ai op ce hoodie
een dircus onontbeerlijke Jockey's. Zij staan
op hun breede paarden en kleeden ze uit. Zij
maken onder het rijden rieinen en zadels los
en toonen ten slotte op een dier prachtige
dieren waartoe hun rijkunst in staat is. Van
den grond op het paard en van het paard op
den grond, drie ruiters achter elkaar, het kost
hun geen moeite en het zware paard, dat on-
afgebroken door de manege draaft. vermin-
dert geen oogenblik ziin vaart en zou nog
veel meer jockey's kunnen dragen als zijn rug
er maar plaats voor had.
Zestien vierpootige artisten.
Maar meneer Gautier vraagt weer de aan-
dacht van het geachte publiek uit Alkmaar
en omstreken en hij laat niet minder dan zes-
tien raspaarden in paradetooi door de manege
galoppeeren. Met tweeen. met vieren geen
stel recruten zou beter die commando's kun
nen opvolgen.
Het lange zweeptouw krult door de iucht,
een knal en de dieren reageeren onmiddellijk.
Zij zijn alle genummerd en nadat de dres
seur ze ordeloos door elkaar gejaagd heeft,
zoeken ze hun plaatsje weer op en draven
keurig naar volgorde door de manege. Twee
aan twee, walsende op de maat van de mu
ziek, verdwijnen ze naar de stallen.
Een onbeirouwbaar automerk.
De Babusios brengen wat afwisseling. Zij
geven een musikaal intermezzo en rijden o.a.
in een autotje binnen. dai door voetzoeker*
inplaats van door benzine voortbewogen
chijnt te worden. Er spruigt op onbegrijpe-
lijke wijze een van de massieve banden, maar
het g~askacheltje, dat den vorm van een auto
heeft, blijkt een zoo explosief vehikel, dat het
levensgevaarlijk is er dicht bij te komen Het
spuit vuur en water tegelijk en als elke auto-
bezitter aan zulke verrassingen bloot stond,
konden de Ford- en andere fabrieken hun
d-euren wel sluiten.
Dit dol-komische nummer. waarbij o.a de
clarinettist zijn instrument van schrik door
zijn hoofd steekt, eindigt, met een psychisch
volkomen begrijpelijke moord, daar een veel
geplaagd musicus een zijner kunstbedervera
eenvoudig morsdood slaat. Het arme slacht-
offeri wordt onder veel tranen en geweeklaag
begraven, maar scbijnt nog niet heelemaal
dood, daar hij een oogenblik later in zijn
eigen lijkstoet een hardhandige rol gaat ver-
vuilen.
Een leeuw met een schemerlampje.
Boven het ge jammer der clowns laten de
zeeleeuwen hun grommende schreeuwen
hooren en een viertal dezer dieren laten
weldra eenige krasse staaltjes van jongleer-
•kunst bewonderen. Het is niet bekend wie
let eerst ontdekt heeft, dat deze oogen-
schijnlijk zoo hulpelooze zeedieren zulke
knappe balanceurs zijn. Wie zal het hun na-
doen om met een brandende schemerlamp
op het puntje van den neus een trap op te
klimmen? Duidelijker dan elders wordt hier
gedemonstreerd, dat een 'goede dressuur op
loon naar werken moet berusten. Een goed
gelukte toer beteekent een schelvischje en een
kleine mislukking brengt onherroepelijk de
straf, die wij menschen „zonder eten naar
bed" zouden noemen. En aangezien een zee-
leeuwenbuik een ongelimiteerde hoeveelheid
visch kan bevatten en gebrek aan eetlust een
ziekteverschijnsel is, dat bij deze dieren niet
voor schijnt te komen, is het oegrijpelijk,
dat elk dezer zwempootige beesten zijn uiter-
ste best doet om het publiek tevreden te
stellen.
Zij jongleeren met ballen van allerlei af-
metingen en wat het „koppen" dezer ballen
betreft. laten zij zulk voortreffelijk werk zien,
dat wij alle werkende leden van Alcmaria
Victrix in vollen ernst kunnen aanbevelen er
eens een studie van te maken.
Een vrouwtfesputter.
Nauwelijks zijn zij uit de arena of de tien
Asgards what's in a name? heeft Shakes
peare al gevraagd verschijnen in het bij-
geharkte zaagsei om er de staaltjes van hun
gedurfde acrobatiek te laten bewonderen. Zij
was van de moeilijkheid met die rekening van
Domino, tenzij en dat zou louter toeval
zijnhij de Raydons had ontmoet op het
nachtfeest, waarheen zij van Ritz waren ge
gaan.
De verbazing, welke zich van haar meester
maakte, voelde zij als't ware op haar gezicht,
terwijl Eva ondeugend lachte.
„Ik heb kans gezien een paar woorden op
te krabbelen, toen ik me gisteravond aan het
kleeden was en Birtley je vroeg om naar Ritz
te telefoneeren. Toen ik klaar was, ben ik stil-
letjes naar de brievenbus buiten het achterhek
geslopen. Jack kreeg mijn S.O.S. dus vanmor-
gen, met de eerste bestelling. Je mag zijn
brief gerust inzien, hoor! Er staat niets bij-
zonders in! Hij is een door en door goeie jon
gen een echte „man"
Adelaide Strain nam den brief van Eva
aan en las hem kalm door.
„Het is meer dan erg, dat je in moeilijk-
heden verkeert, Eva, Ik stel er een eer in, dat
je aan mij hebt gedacht, maar het idee dat ik
je geld zou leenen vind ik absurd."
„Je behoeft er niet het minst tegen op te
zien, om het hierbij gaande papiertje als een
klein geschenk te beschouwen. Het is de zui-
vere waarheid, dat, wat ik je nu geef, minder
voor mij beteekent dan vijf shilling zou zijn
geweest in de dagen toen ik als een kerkrat
zoo krap zat.
Mag ik nu van je hooren, of je vandaag
w:er voor een toertje kan komen? Ik zal
n eviouw Strain opbellen en het haar vragen
Hier bdb ik de menschen al verteld, dat ik
Amsterdam
Nieuwendijk 225/229
Utrecht
Oude Gracht 151.
haar en haar aardig jongetje nog uit den oor-
logstijd ken.
Voel je er wat voor, dat ik je met mijn wa
gen naar de stad rijd, vanmorgen wat tijdig?
Ik zal dan de cheque voor je incasseercn en
dan kunnen we gaan lunchen in ae .Wig
wam", zooals we dikwijis deden in de vroc-
gere dagen, die de eenige gelukkige uren in-
hielden, die ik ooit van mijn leven heb ge-
had".
Eva danste blij door de l.arner, wuivend met
de cheque in de hand.
,.Nu is er nog een siruiktlblokje. en ik voe!
er niets voor om te struikelen, Addie. Dit is:
wat moet ik Birtley zeggen?"
„Ik geloof dat ik je kan verteilen, hoe
over dat struikelblokje been kan komen", gaf
Adelaide Strain droogjes ten antwoord.
„Kan jij dat?"
„Zeker, kan ik dat".
Zij kwam heel dicht b!j haar gelukkig*
vriendin en vervolgde vlug, alsof zij iets uit
het hoofd opzei:
„Ik heb je alleen maar, in opdracht van je
man te zeggen, dat het eenige wat je te doen
staat is: door de notarisfirma van je over-
leden schoonvader voldoer.de geld te laten op-
nemen van je lijfrente, om al je rekeningen
geheel af te betalen. Hiercioor zou wat je man
noemt je „toelage" jaariijks tenminste met
tweehonderd pond verminderd worden, het-
gee, zooals hij en zijn moeder hopen, een let
voor je zal zijn.*'
Eva kreeg een hoogroode kleur.
-v. LWordt ytpyg.gdl. v