IPBecfitszaken
DE MOORD OP DEN HEER LANS.
Tooneel.
nflapicfberichfen
Ochtendzitting van gister.
Gehoord w«rd de kantoorjuiirouw Valk
die heeft nagegaan, dat er vijf brieven zijn
uitgegaan op den dag van den moord, waar-
van zij er minstens vier heeft mzorgd.
Getuigc Vermaas was het opgevallen, dat
de procuratiehouder Zaterdagmiddag uiter-
mate zeunwachtig was. Bovendien had de
procuratiehouder .geen enkeien maatregel ge
nomen voor de begrafenis van den heer Lans
wat toch feitelijk zijn werk was. A lies heeft
getuige Vermaas geregeld. Verdachte zei,
dat juffrouw Lans de regeling van de be
grafenis op zich had genomen. Over het slui-
ten van de zaak heeft verdachte, naar zijn
zeggen, met getuige Vermaas gesproken.
De president wees den verdachte erop, dat
hij zich in die dag-en niet als chef van de
zaak heeft gedragen.
Getuige Boele heeft in de garage van de
firma Van Schijndel aan de Oost-Admirali-
teitskade op den dag voor den moord twee
mannen gezien, die zich daar op verdachte
wiize ophielden. Getuige heeft aan mspecteur
1 Hermans een briefje gegeven met het signa-
lement van die mannen. „Door een stommi-
teit" aldus getuige „van dien inspec-
teur is dat briefje weggeraakt". De mspec
teur had n.l. gezegd: „het heeft geen waar-
de" en daarom heeft getuige het vernietigd
De president las uit het proces-verbaal de
eigr. '.lementen van de mannen voor.
BJWr. J. A. de Visser (O.M.): „Briefjes aan
getuigen te geven is, zooals den laatsten tijd
wel is gebleken, zeer ongewenscht. Nu inspec-
teur Hermans dit niet heeft gedaan, is er in
geen geval sprake van een stommiteit."
Getuige heeft voorts den indruk gekregen,
dat Lans door vrijmetseiaars zou zijn ver-
nioord. De verdachte mannen leken hem
evenwel Zuid-Limburgers.
De president: ,,Dan zijn het zeker geen
vrijmetseiaars geweest. Maar hoe komt u
aan die veronderstelling?"
Getuige: „Er v/orden den laatsten tijd zoo-
veel moorden niet opgehelderd, dat ik dacht
Het zou wel eens vrijmetselarij kunnen we-
zen."
Vervolgens wordt inspecteur Hermans ge
hoord over het onderdeel betreffende de ge-
signaleerde mannen in de garage.
Getuige Boele blijft er bij, dat het briefje
met signalementen bewaard had moeten blij-
i ven.
De inspecteur heeft werk van het spoor ge-
maakt, maar het heeft tot niets geleid.
De pres.: „\7aarom heeft getuige pas in
Juni aangifte van zijn waarneming ge
daan?"
Get. Boele: „Dat is ten stommiteit van in
specteur Hermans of van inspecteur Muller.
Ik heb het 30 November a! aan agent De
Graaf gezegd in een kapperszaak. Ik had iets
van inspecteur Midler van de Hoflaan moe-
Lteo hooren, want die heeft het van agent De
'Graaf gehoord".
De pres.: „Wanrom ben u niet naar den
inspecteur gegaan?"
Getuige: „Inspecteur Muller belooft je al-
tijd koeien en met gouden horens, maar je
hoort nooit iets.
De pres.: „Wat u gedaan hebt, noem ik
geen werk mak envan een zaak
Vervolgens werd verdachte gehoord over
zijn regenjas, waarcver hij verklaart dat de-
ze vrij nieuw was.
Zandrijder Lucluse uit Den Haag heeft op
14 December 1928 van de vrouw van ver
dachte een pak lorren gekocht voor een zeer
matigen prijs, waarbij een heel behoorlijke
regenjas was.
De moeder van den vorigen getuige heeft
in de regenjas, welke haar zoon uit de lor-
rfenzaak, waar hij werkzaam was, heeft mee-
gebracht een briefje gevonden, waarop de
naam van verdachte stond. Bovendien zijn
vlekken op de jas gevonden.
Nadat de rechtbank last had gegeven om
de nietverschenen dienstbode van verdachte
te laten halen, ward de zitting tot den mid-
dag geschorst.
De middagzitting.
In de middagzitting heeft de rechtbank als
eerste getuige den heer D e H a a s van de N
V. gehoord, over de belangrijkheid van de in-
schrijving voor het rijksinkoopbureau.
mej. Valk wordt nog eens gehoord.
Met vrij groote zekerheid kon worden vastge
steld dat de heer L^ns na half zes geen brief
heeft getikt.
Verdachte "zei nu dat de heer Lans na
A2es zitten tikken. 's Morgens heeft
verdachte nadrukkelijk verklaard dat de heer
Lans een brief tikte.
De heer D e H a a s is den ochtend na den
mooro in het kantoorgebouw geweest. De
bloedsporen welke in het gebouw waren, zijn
naai zijn oordeel niet van dien aard geweest
dat men zich daarmee zou kunnen bezoedelen.
uitgezonderd de bloedplassen in het keukentj.c
v erdachte heeft voor zoover hij kon nagaan
niet gezien dat verdachte in bloed is getrapt,
bovendien was het makkelijk t'1 mijden. Naar
getuige s oordeel was bovendien het mcestn
van de bloedsporen vodr verdachte den och
tend na den moord op kantoor kwam, reeds
verdwenen.
Waar was verdachte?
V e r d a c h t e is den ochtend na den
moord om half tien op kantoor gekomen. Hij
gelooft met dat hij in het keukentje is geweest
De president: Bent u dan niet voor-
zichtig geweest met in bloed te trappen?
V e r d a c h t e: Ik heb er niet op gelet.
De lichtstraal.
Vervolgens hoorde de rechtbank den oog-
K- d e H a a s, die rapport uit-
bracht over zijn onderzoek betreffende den
lichtstraal, welke de agent Brcns beweert t1
hebben gezien. Dr. de Haas heeft een lichte
plek waargenomen bij zijn proef, welke plek
kwam van een lamp in het kantoor.
De president: Dan heeft dus Brons
goed gezien.
Dr. D e H a a s: Mits ik diehtbij was en
iheel langzaam liep.
Verder merkte dr. DeHaas nog op, dat
Izijn proeven hebben uitgewezen, dat niets vie!
waar tenemen wanneer het licht brandde in
de brandgang, en er is gebleken dat het licht
daar gebrand heeft.
Voorts is gebleken, dat inspecteur Hermans
<ner stconden noodig heeft om de buitendeur
van het kantoor open en dicht te doen. Naar
het oordeel van dr. De Haas zou verdachte,
gezien zijn postuur, daarvoor meer tijd noo
dig hebben.
Getuige Brons verklaarde, dat hij zijn
waarneming alleen heeft kunnen doen, wan-
neer er geen licht is geweest in het slop. Mej
Lans meent, dat het niet heelemaal donker
in het slop is geweest. Het buitenlicht was
naar haar meening evenwel niet aan.
Dr. DeHaas gelooft niet, dat het licht
in de werkplaats van Van den Heuvel, dat
den avond van den moord heeft gebrand, in-
vloed kan hebben gehad op de waarneming
van Brons betreffende het licht en de deur.
Mej. Valk gelooft niet, dat het licht in
het slop gebrand heeft op den bewusten
avond.
De rechtbank hoort daarop nogmaals den
kleermaker H a g e uit Arnemuiden, die
verklaarde dat een van de mannen, en wel
de lange, die hij heeft hooren praten, een
Amsterdamsch accent had.
De president leest daarop een pro
ces-verbaal voor, dat ingekomen is van com-
missaris Dijkstra, naar aanleiding van een
verhoor van getuige. Uit dit proces-verbaal
blijkt, dat getuige Dinsdag na de zitting
een van de mannen, die hij destijds had ge
zien te Rotterdam, heeft herkend. Ook gis-
termorgen in Rotterdam heeft hij dien man
weer gezien.
Getuige H a g e verklaart nu, dat hij ab-
soluut den indruk heeft gekregen, dat de
man hem volgde, te meer omdat hij op hem
had staan wachten, nadat getuige geruimen
tijd in een vendu-huis had vertoefd.
De publieke tribune
De president gelast daarop de pu
blieke tribune te sluiten. Op het zelfde mo
ment dat de president dit bevel geeft glippen
er eenige menschen van de tribune af.
De president: Veldwachter, waarom
hebt u die menschen laten gaan.
De veldwachter: Ik kon niet voor-
komen dat er vier naar buiten gingen. Ik
moest nog door de menschen heen.
Depresident:U hebt alle gelegen-
heid gehad de menschen tegen te houden. Ik
heb gezien dat u eenige menschen hebt laten
weggaan.
De v e 1 d w a c h t e r: Er vroegen ex
twee of ze weg mochten.
Getuige V erberge verklaart
dat hij zoodra hij uit het venduhuis kwam,
e agent heeft aangesproken en dat die
agent hem mee heeft genomen naar het bu
reau Paauwensteeg.
De president: Had u den man niet
met den agent kunnen achterhalen?
Getuige: Dat was m'n bedoeling. Ik
heb nog tegen den agent gezegd dat het
voor de rechtbank van het grootste belang
zou zijn dien man te hebben, maar de agent
wilde eerst precies weten waarom en hoe ik
hier kwam en toen zei hij dat ik maar mee
moest komen naar de Paauwensteeg.
Inmiddels waren de ,,vluchtelingen" aan-
gehouden en getuige Hage is met inspecteur
Hermans naar de binnenplaats gegaan, ten
emde te zien of de man er bij was. Getuige
heeft hem niet onder hen herkend, evenmin
later onder de aanwezigen op de publieke tri-
bne.
De officier van justitie vraagt
nu getuige Hage hoe het mogelijk is dat hij
den man dien hij indertijd liggend heeft ge
zien, nu na maanden loopend heeft herkend
Getuige blijft er bij dat zijn verklaringen
juist zijn.
De rechtbank hoort na dit intermezzo d e
dienstbode van verdachte
Mej. W. Jouvenaar, die verklaarde dat bij
'n pak lorren dat kort na de arrestatie van
d n procuratieh. voor 54 ct. aan een lorren-
koopman is verkocht, een zeer goede regenjas
was. Deze regenjas heeft getuige altijd in
den kelder bij eenige andere kleeren zien
hangen.
Verdachte zegt dat hij zijn vrouw geen
toestemming heeft gegeven de regenjas, wel
ke hij stellig nog in de zomer van 1928 heeft
gedragen, weg te doen
Nog steeds: de vijl.
De rechtbank hoort dan de verschillende
deskundigen naar aanleiding van hun on-
derzoek betreffende mogeiijkheid of met de
gevonden vijl dus.lanige wonden kunnen zijn
toegebracht, dat de dader daardoor niet met
bloed behoeft bevlekt geweest te zijn. Dr.
Huls verklaart dat, wanneer men met de vijl
plat slaat het bloed uitsluitend naar twee
kanten spat.
Op een vraag van mr. Van der Meer of
het mogelijk is dat er mo kracht met den hak
van de schoen op de zool waarvan bloed-
spatten zijn gevonden in een bloedplas is ge-
treden, antwoordt dr. Hulst dat er dan toch
afdrukken van den hak op den grond
moesten zijn gevonden.
De bloedvlekken.
Het verhoor liep dan voorts over de bloed-
plckken welke in het portaal zijn gevonden,
waarbij als getuigen werden gehoord de in
specteur van polit e Tas, die foto's heeft ge
nomen en de teekenaar H. F. Kieling die van
de bloedvlekken op het paneel en op de mat
verklaringen aflegde.
Mej. Van Boekelen heeft de mat waarop de
vloedvlek heeft gelegen Vrijdagsmorgens uit-
geklopt. Op de mat heeft getuige geen
bloed gezien.
Getuige Bieling blijft er bij dat hij bloed
op de mat heeft gezien. Inspecteur Hermans
zegt dat er geen bloed op de mat gelegen
heeft.
Mr. Kokosky: Ik maak bezwaar tegen het
feit dat na de schorsing de getuigen weer
door inspecteur Hermans zijn gehoord in
plaats van door den rechter-commissaris.
Getuige Bruinaars verklaarde dat men
elkaar onder het personee! den ochtend na
den moord voor het bloed in het portaal
waarschuwde. Getuige heeft op de mat geen
bloed gezien.
Omstreeks negen uur heeft getuige Roer
het keukentje en het portaal schoongemaakt.
Volgens hem heeft verdachte niet in het bloed
getrapt op den dag na den moord.
De journalist Liber heeft voor den rechter-
commissaris verklaard dat hij bloed op de
mat heeft zien liggen.
Vervolgens deelde dr. Hesselink zijn con-
clusie mede van zijn bevindingen over de ge
vonden bloedsporen op het pak van verdach
te. Er valt geen conclusie te trekken dat de
drager van het pak de dader zou moeten zijn,
al maakt het totale beeld een eigenaardigen
indruk De bloedspatjes op de broekspijpen
zijn het merkwaardigst. Getuige acht het
voorts moeilijk verklaarbaar hoe op de zool
van den schoen bij de hakken bloedsporen
zijn gevonden.
Wat betreft de spatjes op de broekspijpen
zegt getuige dat enkele van die spatjes, even-
als die op het vest, den indruk maken also!
er op gewreven is.
Wanneer er een staafvormig voorwerp bij
het misdrijf is gebruikt is het niet verwon-
derlijk dat de dader weinig bloedvlekken
heeft gekregen. Getuige gelooft niet dat de
heer Lans met de vijl is vermoord.
Dr. Hulst wijst erop dat de sporen op de
broekspijpen zoo mimmaal zijn, dat hij er
geen enkele conclusie aan zou willen vast-
koppelen, omdat er is gebleken dat het men-
schenbloed is. De bloedspatten op het vest
zijn ouder. Getuige wil er zich voor hoeden
deze bloedsporen in het kader van het mis
drijf te dringen. Het komt hem gewrongen
voor ze inverband te willen brengen met de-
zen persoon en deze feiten.
Dr. Hesselink zegt daarop dat de bloed
spatten, hoe minimaal dan ook, er toch zijn.
Dr. Hulst zou niet eens de mogeiijkheid
willen uitsluiten dat de bloedspatjes door
neusbloeding zouden zijn ontstaan.
Dr. Hesselink merkt op dat uit de foto's
van de politie blijkt dat er tijdens het toe-
brengen van de slagen aan den heer Lans
niet veel bloed schijnt te zijn gevloeid.
Een wondje bij een kind.
Mevrouw Wevels behoort tot den kennis-
senkring van verdachte. Getuige weet dat
het dochtertje van verdachte een leelijk bloe-
derig uitziend plekje op haar linkerwang had.
Verdachte bemoeide zich veel met het kind,
daardoor zou verdachte wel eens bloed aan
zijn kleeren hebben kunnen krijgen.
Dr. Hulst wil de mogeiijkheid dat de vegen
op het vest aan het wondje van het kind
kunnen worden geweten, niet uitsluiten, even
min als dr Hesselink, die echter de verdee-
ling van de vlekken op het vest niet natuur-
lijk vindt in dit verbard.
Daarna wijden de deskundigen nog lang
uit over de mogeiijkheid of de bloedspatjes
op de broekspijpen door het kind kunnen zijn
teweeggebracht, waarln zich ook de verte-
genwoordiger van het O. M. mengt.
Een conclusie van deskundigen.
De doctoren Van Woerkom en Scholtens,
die verdachte psychiatrisch onderzocht heb
ben, zijn tot de conclusie gekomen dat ver
dachte een. beheerscht, apathisch iemand is,
onbewogen voor effecten. Toen de psychiaters
met verdachte spraken, kregen zij den in
druk met iemand te spreken die niets met de
zaak heeft te maken.
De doctoren achten het mogelijk dat ver
dachte t-egenover den benadeelde heeft ge-
zeten als een vriend, vooral er mee rekening
houdend dat het al vijf jaar is geleden.
Mr. S c h a 1 k w ij k, een der rechters,
wijst er op, dat is komen vast te staan dat
verdachte kort na den moord opvallend ze-
nuwachtig is geweest en hij vraagt zich af
of er dan iets zeer bijzonders moet zijn ge-
beurd.
Dr. S c h o 1 t e ns merkt op, dat er iets
zeer bijzonders was gebeurd, omdat, nu de
heer Lans dood was, de verduisteringen
moesten uitkomen.
De president vraagt of verdachte
ooit deernis heeft doen blijken met het slacht-
offer of met diens familie.
Dr. S c h o 1 t e n s zegt, dat het iiet me-
delijden was met een fait divers.
V er dacht e: Het was toch geen vriend
van me.
Was verdachte physiek in staat de
daad te bedrijven?
De psychiaters bespreken dan de
mogeiijkheid of verdachte physiek in staat is
geweest de daad te bedrijven. Physisch ach
ten de doktoren verdachte er toe in staat Dr.
Scholtens kan deze vraag niet beant-
woorden, omdat er geen bepaalde psychische
gesteldheid van den moordenaar bestaat.
Dr. VanWoerkom leest dan een uit
voerige conclusie voor over het karakter van
den verdachte. O.m. blijkt hier uit, dat vol-
gesn dr. Van Woerkom een apaticus zich
omstandigheden kan scheppen voor een mis-
dadige daad. Getuige wijst ook op het ver-
minderde zedelijkheidsbewustzijn van ver
dachte.
Dr. S c h o 1 t e n s is het niet met de con
clusie van dr. Van Woerkom eens.
Lichtvaardig onderzoek.
Mr. Kokoskyis van oordeel, dat de
rcherpe conclusies van dr. Van Woerkom ge-
steld zijn op een lichtvaardig onderzoek, om
dat hij slechts drie menschen heeft gehoord
Dr. VanWoerkom wijst er op, dat
mr. Kokosky het feit, dat hij verdachte per-
soonlijk heeft onderzocht, uit het oog ver-
liest.
De zitting wordt daarop geschorst tot Za-
terdagochtend tien uur.
ABONNEMENTSVOORSTELLING.
De Groote Rets (Journey's End). Spel in
drie bedrijven (6 tafreelen) van R. C. Sher-
riff.
Het Alkmaarsche Comite voor tooneeluit-
voeringen heeft gisteravond zijn vijfde speel-
jaar op zeer bijzondere wijze geopend.
Het Vereenigd Tooneel (dir. Verkade en
Verbeek) bracht n.l. als openingsvoorstel-
ling de eerste opvoering in Nederland van
het Engelsche stuk Journey's End, dat be-
halve in Engeland ook in Frankrijk en
Amerika met het grootste succes is opge-
voerd. Alkmaar had dus weer eens een pre
miere, een eer, die haar niet dikwijls te
beurt valt.
Opmerkelijk is de groote belangstelling,
die er den laatsten tijd weer bestaat voor al-
les wat betrekking heeft op den grooten oor-
log. Litteratuur en tooneel gaan voort met
aan die interesse te voldoen. Men wil de
menschen doordringen van de ellende van
den oorlog en deze daardoor onmogelijk ma
ken.
Ook Journy's End (in 't Hollandsch De
Groote Reis genoemd) speelt van het begin
tot het einde aan het beroemde Westelijk
Front en wel in de Britsehe loopgraven bij
St. Quentin. En daar in de Steunlinie, dicht
bij de vuurlinie laat de auteur ons de oorlog
zien in alle verschrikking en meer speciaal
dan den invloed, dien de oorlog en 't leven
in de loopgraven op verschillende personen
heeft. Hij voert ons naar de officieren-ver-
blijfplaats van de compagnie, waarvan
Stanhope commandant is. Deze nog jeugdi-
ge Stanhope was in Engeland een geziene
sportfiguur, het ideaal van diverse jongeren.
Doch iioe heeft de oorlog hem veranderd.
Inwendig verteerd door angst voor de wree-
de bedreigingen van den krijg, zweept hij
zich zelf op door overmatig gebruik van
whisky. Hij weet zelf wel wat de oorlog hem
gedaan heeft en durft niet naar Engeland
met verlof te gaan, omdat men dan zou mer-
ken wat er van hem geworden is. Door zich
'n echt kranig officier te toonen heeft hij al-
ler sympathie verworven. Hevig verschrikt
hij als hij op zekeren dag in 'n heel jong offi-
ciertje een jongeren schoolvriend Raleigh
herkent. Deze zal ongetwijfeld naar huis
schrijven, ook over hem, en dat zal de mooie
voorstelling, die hun families en vooral Ra
leigh's zuster van hem heeft, geheel varnieti-
gen. Men kan zich thuis geen idee er van
vormen, hoe het leven aan 't front iemand
verandert. Maar Raleigh beschaamt Stanho
pe's wantrouwen. Osborne, Trotter en Hib-
bert zijn andere officieren van de compag
nie. Osborne is de oudere, verstandige en no-
bele leeraar, die zoo terecht door alien
„Oompje" wordt genaamd. Trotter is steeds
dezelfde van humeur, wat ruv/er, maar een
goede vroolijke kerel. Hibbert is bezeten van
angst voor den grooten strijd, doch in een
krachtig tooneel, weet Stanhope hem dien
angst te doen overwinnen.
En dan k^mt de tragedie als twee officie
ren en tien manschappen een uitval moeten
doen. Osborne en Raleigh worden er voor
uitgekozen en zie hoe beiden er op reagee-
ren. De eerste bijna zeker wete-nd dat het de
dood beteekent, de laatste vol jeugdigen over-
moed. De uitval slaagt: men krijgt een
Duitscher gevangen. Maar het kost Osbor
ne en eenirr manschappen het leven.. En
dan bij den grooten aanval, den heeten strijd
in de vuurlinie, wordt Raleigh doodelijk ge-
wond, stijgt de wanhoop bij Stanhope ten
top en maakt een vernieling van den loop-
graaf aan alles een einde.
Het stuk heeft grooten indruk gemaakt,
de moordende beklemmende loopgraven-at-
mosfeer was goed getroffen (slechts Trotter
en de Kok zorgde voor eenige komische mo-
menten) doch't duurde, om steeds te blijven
boeien, even te lang.
Dat de voorstelling echter na de tweede
acte en aan 't eind met een geweldig dave-
rend applaus is beloond is in de allereerste
plaats te danken aan het spel. Onder leiding
van Eduard Verkade was een keurtroep in't
veld gebracht (om een uitdrukking in den
geest van het stuk te gebruiken).
Johan de Meester Jr. die men bij het Ver-
eenigd Tooneel reeds had kunnen bewonde-
ren als regisseur in Het hoedje van Florence,
toonde zich nu als acteur volkomen op zijn
plaats. Hij heeft de zware rol van Stanhope
vooral in de eerste en tweede acte schitterend
gespeeld. Nerveus, opvliegend, wisselendvan
stemming, 't was alles wel overdacht. Zijn
uitbarstingen in verschillende dramatischc
momenten brachten de toeschouwers in span
ning. Prachtig was Eduard Verkade als Os
borne. Hij maakte er een heel mooie figuur
van en zijn spel won aller sympathie. Op
merkelijk was het type dat Paul Huf van
Trotter maakte. Dat was zoo echt, dat ieder
er van genoot
Voor de rol van den jongen Raleigh had
men de actrice Nel Stants uitgekozen en zij
heeft als jong officier kranig gespeeld.
Lucas Wensing als Hibbert, Frits van Dijk
als de kok, Hans van Meerten als de kolonel
en Rob Geraerds als de sergeant-majoor slo-
ten bij het anderen aan tot een sterk geheel.
De kolonel had evenwel sterker kunnen zijn.
De jonge gevangene Duitscher speelde zijn
korte scene uitstekend.
Het tooneel gaf een zeer goed loopgraven-
milieu te zien, waarin het geheele stuk zich
afspeelde.
Onder luid applaus werden aan 't slot
drie fraaie bloemenmanden geoffreerd: aan
Nel Stants, aan den regisseur Verkade en
aan den hoofdvertolker Johan de Meester Jr.
Zooals steeds zullen er ook nu weer on
der de toeschdhwers zijn geweest, die liever
iets anders hadden gezien. Doch men kan
niet anders dan dankbaar zijn voor een zoo
belangrijke premiere in Alkmaar.
Voor den aanvang deed dr. J. B. v. Arne-
rongen nog eenige mededeelingen namens 't
Comite. Hij sprak er zijn vreugde over uit,
dat de zaal tot in de verste hoeken bezet
was. Een groot succes voor de abonnements-
voorstellingen dus. Ten zeerste zou spr. het
toejuiclnn als Alkmaar 'n grooter Schouw-
burgzaal met grooter tooneel bezat. Meer-
dere liefhebbers zouden dan de voorstelling
kunnen bijwonen en technische bezwaren te
gen sommige stukken zouden dan niet be-
staan.
Gaarne zou het Comite ook nog een of
twee volksvoorstellingen aan haar program-
ma toevoegen. Doch daarvoor is steun noo
dig
Ernstig en zeer nadrukkelijk verzocht spr.
toch vooral te voldoen aan den wensch van
het Comite, om bij iedere voorstelling om
acht uur aanwezig te zijn. 't Wordt steeds
nog kwart over achten en dat kan vermeden
worden.
Met 'n opwekking voor de voordrachts-
avonden (Scholander, J. Musch en Charl.
Kohler) sloot spreker. G.
EIERVEILING SCHAGEN.
SCHAGEN, 24 Oct. 1929. Op de heden
gehouden eierveiling waren aanvoer en prij-
zen als volgt: 18050 st. Kipeieren (bruin)
10.40^/ 10.90; (wit) f 9.6010.40;
1215 stuks Eendeieren 6.20—6.30; wit
(klein) 6.90—/ 7.90; 7 Ganzeneieren
9.80; 3 Kalkoeneieren 10.10.
SCHAGEN, 24 Oct. 1929. Op de heden
gehouden weekmarkt waren aanvoer en prij-
zen als volgt: 8 Paarden 250—/ 375; 4
Stieren 150250; 363 Geldekoeien
(mag.) 140180; 72 Geldekoeien (vette)
250—/ 465; 10 Kalfkoeien 260—/ 370;
70 Pinken 110—/ 180; 58 Graskafveren
4085; 27 Nuchtere kalveren 10—
26; 40 Schapen (mag.) 2823; 60
Schapen (vette) 3445.50; 347 Over-
houders 24—/ 33; 2 Bokken en geiten 4
10; Varkens (mag.) 2436; 33 Var-
kens vette per K.G. 0.780.80; 158
Biggen; 6 Konijnen 0.802; 284 Kippen
0.75—/ 1.25; Hanen 0.50-/ 2; 52 K.G.
Boter 2.20—/ 2.40 per K.G.
AMSTERDAMSCHE AARDAPPEL- jj
PRIJZEN.
AMSTERDAM, 24 Oct. 1929. Op de he;
den gehouden aardappelenmarkt waren de
prijzen onveranderd. Aanvoer 4 ladingen,
zijnde 3971 H.L.
BROEK OP LANGENDIJK, 24 Oct. '29.
Langendijker Groenteveiling. Bloemkool le s.
10—/ 18.60; Bloemkool 2e s. 2.40—
7.80 per 100 stuks; Peen 2.20—/ 2.40;
Roode Kool 1.705.10; Gele Kool
2.50—/ 5.30; Witte Kool 1.20—/ 1.40;
Deensche Witte Kool 1.80—3.50; Uien
2.60—/ 3.50; Drielingen 2.20; Nep
3.60—/ 4.20; Bieten 1.20—/ 2.20; Aard-
appelen: Schotsche muizen 1.70—/ 2; alles
per 100 K.G. Witkrop 1.60—/ 2.20 per
100 stuks.
Aanvoer: 2400 stuks Bloemkool; 6600
K.G. Peen; 50000 K.G. Roode Kool; 13000
K.G. Gele Kool; 46000 K.G. Witte Kool;
36000 K.G. Deensche Witte Kool; 11200
K.G. Uien; 12000 K.G. Bieten; 5200 K.G.
Aardappelen en 3100 stuks Witkrop.
HOORN, 24 Oct. 1929. Op de kaasmarkt
waren aanvoer en prijzen leden als volgt: 16
stapels kleine Fabriekskaas 52; 5 stapeli
kleine boerenkaas 51; 3 stapels Fabrieks-
commissiekaas 56.50; 12 stapels boeren-
commissiekaas 56; totaal 36 stapels, we-
gende te zamen 35251 K.G. De handel wat
matig.
ALKMAARSCHE EXPORTVEILINO.
ALKMAAR, 23 Oct. 1929. In de heden
gehouden veiling werd betaald voor: Chin
Kool 1.605.60 per 100 stuks; Andijvie
per 100 stuks 0.502.20; Appelen per
100 pond 3.606.80; Bloemkool le s. p.
100 stuks 12.60—/ 20.80; Bloemkool 2e s.
per 100 stuks 1.604; Druiven per 100
pond 1832; Gele Kool per 100 K.G.
3.40; Groene Kool per 100 stuks 3.60—
6.20; Kropsla per 100 stuks 1.70; Poste-
lein per bakje 47—64 cent; Roode Kool per
100 K.G. 3.905.30; Selderie per 100
bos 2.60; Spinazie per bakje 3551 cent;
Spruiten per 100 K.G. 9—/ 27; Snijboonen
per 100 pond 12.60—/ 24; Dubbele Sper-
cieboonen per IOC pond 5.6020.20;
Tomaten per 100 pond 10.40; Uien per 100
K.G. 0.80—/ 4.40; Wortelen per 100 K.G.
2.70; Wortelen per 100 bos 4.10—/ 9.50.
NOORDSCHARWOUDE, 23 Oct. 1929.
Schotsche Muizen 1.702.50; Bl. Aard
appelen 2.102.40; Drielingen 2.70;
Uien 3.303.S0; Drielingen 2.10—
2.30; Grove 3.60; Gele Nep 44.10;
Spercieboonen 23.30; Peen 2.20—/ 2.50;
Kleine Peen 0.70; Kroten 0.70f 2.30;
Roode Kool 2.305; Witte Kool 1.10
1.40; Gele Kool 3.40—/ 4.20; alles
per 100 K.G.; Bloemkool 12.10—/ 17.70;
per 100 stuks.
Aanvoer: 4800 K.G. Aardappelen; 6800
K.G. Uien; 150 K.G. Spercieboonen; 2400
K.G. Peen; 5600 K.G. Kroten; 35600 K.G.
Roode Kool; 50200 K.G. Witte Kool; 4800
K.G. Gele Kool; 5400 K.G. Deensche Witte
Kool en 1000 stuks Bloemkool.
WARMENHUIZEN, 23 Oct. 1929. Roo
de Kool 2.60-/ 4.30; Deensche Witte
Kool 1.70—/ 2.20; Witte Kool 1 10—
1.30; Bloemkool le s 11.60; Bloemkool
2e s. 2.
Aanvoer: 6200 K.G. Roode Kool; 4900
K.G. Deensche Wife Kool; 62600 K.G.
Witte Kool; 315 tiuks Bloemkool.
BOVENKARSPEL, 23 Oct 1929. „De
Tuinbouw". Heden besteedde men voor: Bl.
kool le s. 16—/ 26; Bloemkool 2e s. 9
16; Roode Kool 3.505; Witte Kool
11.50; Uien 1.3C<—f 1.60; Slaboonen
2—/ 2 75; Bieten 8.90-/ 14
ZAANDAM, 23 Oct. 1929. Veilingver.
„De Zaanstreek". Sla 2248 cent per kl.
kist; Andijvie 2676 cent per kist; Peen 7
1214 cent per bos; Pieterselie 1 'A4 cent p.
bos; Selderie 2—4 cent per bos; Prei 5
9 cent per bos; Uien 2'A cent per pond; Bl.
kool le s. 3032 cent per stuk; Bloemkool
2e s 5A19 cent per stuk; Citroenen 4.20
per 100; Snijboonen 1328 cent per pond;
Spinazie 7080 cent per kleine kist; Druiven
28—32 cent per pondBoerekool 2224 cent
per krat; Groene kool 6A9 A cent per st.;
Zoete appelen 4—5 cent per pond; Handpe-
ren 5—10 cent pjer pond; Snruiten 12 A ct.
per pond; Bon Louis le s. 2021 cent per
pond; Zure appelen 5A12 cent per pond;
Maagdeperen 8 A cent pe?*»nd.
PURMEREND, 23 Oct. 1929. „Afslag-
vereeniging Beemster, Purmerend en Omstre-
ken". Aardappelen: blauwe 0.740.89
per zak, 25 K.G.; Kl. Aardappelen: Blauwe
/O .63 per zak, 25 K.G.; Slaboonen: dubb.
1.904.80 per zak, 15 K.G.; dubb. z. dr.
2.30—/ 480; er.kele 3.70, enkele z. dr.
2.454.90 per zak, 15 K.G.; Snijboonen:
Stok 1.65—4.50, Stam: Kas 8.10
9.90 per zak, 15 K.G.; Tomaten: A 18
34; B 18—/ 34; C 8—/ 13; Tomaten
(Bonken) 1832 per 100 K.G.; Bloem
kool 2—/ 26 per 100; Roode Kool 7.10
10.60 per 100; Savoye Kool 6.30
9.60 per 100; Spruitkool 2.804.80
per 15 K G.; Spinazie 0.400.65 per
mand (6 K.G.)Andijvie 0.80—/ 3.80 per
100 krop; Selderij 27 per 100 bos; Bie
ten 18.50 per 1000; Wortelen 4—
13 per 100 bos (zak) Uien 0.720.89
per 25 K.G.; Uien (Drielingen) 0.56
0.64 per 25 K.G.; Uien Nep 0.60
0.98 per 25 K.G.; Druiven: Aiicant 4870
cent per K.G. Appels: Westlandsche Belle-
fleur 49Brabantsche Bellefleur 4
10; Bismarck-appel 5/ll; Bramley
Seedling 610; Fisher's Eerst!ing 4
11; Groninger Kroon 410; Present
van Engeland 718; Reinette, goud 7,
26; Transparante de Cronsels 9
41; Zoete Pippeling 59, alles per 100
K G.Peren: Beurre Clairgeau 5—/ 16;
Beurre Lebrun 922Beurre Superfin
614; Comtesse de Paris 9; Consei'ler
de la Cour 4—/ 10; Doyenne du Cornice
40; Duchess Williams 816; Gieser
Wildeman 610; Louise Bonne 8—
26; Maagdenpeer fl19; Nouveau
Poiteau 5 13; Soldat Laboureur 6
20, alles per 100 K.G.