OAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
DE BURGERQORLOG IN CHINA
Het Ghineesch-Russisch conflict.
m
Buitenland
Een nieuw groot Gnrruptieseiiandaal
in Duitschland,
DE AANSLAG OP DEN
ITALIAANSCHEN KROONPRINS,
No. 252
Dit nummer besfaat nit 3 bladen*
Honderd een en dertigste Jaargang
1929
AfNTOiwmieTitsflTfJs Iblj Yooruitfoetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plaatsrnlmto.
Brieven franco N.Y. Boei- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redactie No. 33.
VRIJDAtt
Directeur: C. KRAK.
Hooidredacteor Tj. N. ADEMA.
Post giro 37060
25 OCTOBER
Uit het Parleawent
DEN HAAG, 24 October 1929.
Na opening der vergadering heeft de
Tweede Kamer hedenmiddag een dozijn
kleinere wetsontwerpeft zonder beraad-
slaging of stemming goedgekeurd.
Dat er onder dat kleingoed toch nog
wel belangrijke punten voorkwamen,
kan men afleiden uit de omstandigheid,
dat onder de goedgekeurde voorstellen
voorkwamen een crediet om aan de
Rijksmunt een nieuw smelthuis te geven
en het v jorstel tot deelneming van den
staat in het kapitaal van de Kon. Lucht-
vaartmaatschappij. Op andere dagen
ware daarover misschien wel een enkel
woordje gesproken.
Daarna heeft de Kamer zich bezig ge-
houden met een aantal wijzigingen van
de Burgerlijke Pensioenwet, hoofdzake-
lijk bedoelende eenige categorieen van
personen, die bij het bijzonder onderwijs
betrokken zijn ook onder de wet te doen
vallen. Gelijk gebruikelijk waren vele
leden dankbaar doch niet voldaan en
zoo hadden enkele volksvertegenwoor-
digers amendementen ingediend ten
einde nog meer belanghebbenden in het
genot van pensioen te stellen.
Achtereenvolgens hoorden we de hee-
ren Gerhard (S. D. A. P.) en Suring (R.-
K.) en mej. Westerman (Lib.) opkomen
voor verschillende groepen, maar mi
nister De Geer, die het ontwerp verde-
digde, wilde in het algemeen van geen
amendementen weten. Alleen gevoelde
hij iets voor een redactiewijziging, door
den heer Suring voorgesteld, waardoor
de inspecteurs van het bijzonder onder
wijs, hoewel geen rijksambtenaren zijn-
de in den zin der wet, toch onder de
Pensioenwet zouden vallen. Hij liet
daarover de beslissing aan de Kamer
over en deze besliste goedgeefsch met
50 tegen 32 stemmen ten gunste van de
bedoelde inspecteurs. Maar de overige
amendementen werden, vooral omdat de
minister beloofde later met nog meer
wijzigingen van de Pensioenwet aan te
komen, zij het ook ietwat tegenstribbe-
lend, teruggenomen, waarop het ontwerp
zonder stemming werd goedgekeurd.
Het wetsontwerp strekkende om de
bepalingen in het B. W- betreffende de
curateele zoodanig te wijzigen, dat ook
de drankzuchtige onder curateele kan
worden geplaatst, vond geen principieele
bestrijding. Alleen hield de heer Van
der Heide (S. D. A. P.) een betoog, dat
de regeling vermoedelijk een doode let
ter zou blijven. De bedoeling is, dat de
drankzuchtige, die onder curateele
komt, een plaats zal krijgen in een ge-
sticht tegen dranfezucht, b.v. Hooghul-
len. Maar dat kost geld en doorgaans
zal de betrokkene niets bezitten en zal
de curator geen roeping gevoelen om
zijn plaatsing in een eesticht te bekosti-
gen. Feitelijk zal er dus niets gebeuren,
tenzij de curandus een strafbaar feit
pleegt, daar dan de regeering zijn plaat
sing in een gesticht op staatskosten kan
gelasten. In de tweede plaats wees hij
er op, hoe in Duitschland een soort van
voorwaardelijke curateele bestaat: een
dronkaard wordt bij rechterlijke uit-
spraak bedreigd met de plaatsing in een
gesticht wanneer hij zich niet betert en
de practijk bewijst dat dit bij niet hope-
looze gevallen inderdaad gunstig werkt.
De minister van Justitie meende, dat
de wijziging van het B. W., welke thans
was voorgesteld, onmogelijk verder kon
gaan dan thans het geval was zonder
buiten het kader van het burgerlijk
recht te treden, maar beloofde de zaak in
den geest van den heer Van der Heide
te blijven bestudeeren. Waarop het voor-
stel zonder stemming werd goedge
keurd.
Alsnu was aan de orde de interpella
te van den heer Wijnkoop (Comm.) over
de relletjes te Maastricht naar aanlei-
ding van de staking bij de Zinkwitfa-
briek. De heer Wijnkoop beschikt over
minder „Unverfrohrenheit" en minder
oratcrische gaven dan zijn collega-
antagonist L. de Visser, maar hij heeft
evenveel minachting voor de pariemen-
taire vormen als deze, zoodat de Voor-
zitter reeds spoedig met vermanende
woorden moest werken.
De heer Wijnkoop begon met een
lange inleiding over de staking en de
werkwilligen, door hem trouw onder-
kruipers geheeten, die oorzaak zouden
geweest zijn, dat de geesten onrustig
werden. Volgens hem was daarop de
politie provoceerend en zonder verstand
te werk gegaan en had ook de burge-
meester van Maastricht te doen, of hij
veel lv. groote politiemacht onverstandig
gehandeld en daarmee ongeregeldheden
eerder uitgelokt dan tegegegaan. Dat er
geschoten was, achtte hij onvergeeflijk,
en hij noemde het verschrikkelijk, dat
daarbij een onschuldig slachtoffer was
gevallen. Volgens hem liepen nu de ka-
pelaans te Maastricht met geladen re
volvers en knuppels rond, wel een be-
wijs hoe opgewonden de gemoederen
warcn. Te- slot stelde hij den minister
van Binnenlandsche Zaken eenige vra-
genwat hij dacht tegenover den burge-
meester van Maastricht te doen, of hij
wilde zorgen, dat de politie van elders
de stad weer verliet, wat de regeering
denkt te doen ten bate van de slachtof-
fers van de schietpartij, of de minister
wil zorgen, dat de geestelijken weer
ontwapend worden en eindelijk of hij
niet wil bevorderen, dat de stakings-
leider Pieters, sociaal-democratisch
raadslid, die op last der justitie in hech-
tenis is genomen, weer op vrije voeten
komt.
Minister Ruys heeft den interpellant
zeer kort beantwoord. Na een woord
van mededoogen voor de slachtoffers
van de ongeregeldheden, verklaarde hij
na onderzoek en op grond van zijn per-
soonlijke kennis van de Maastrichtsche
toestanden, dat de burgemeester niets
meer dan zijn plicht had gedaan, dat het
verstandig was geweest de politie te
versterken, ten einde te voorkomen, dat
de eigen politie overwerkt werd, dat van
rijkswege niet voor de slachtoffers van
de ongeregeldheden kan worden ge-
zorgd, dat de geestelijkheid moeielijk
kan worden ontwapend omdat er niets
van bekend is, dat deze gewapend zou
rondloopen, wat hij (en wij met hem)
hoogst onwaarschijnlijk achtte, en dat
de gearresteerde stakingsleider al weer
op vrije voeten was.
Dat de heer Wijnkoop met dit beknop-
te antwoord geen vrede had, was te voor-
spellen geweest en hij is er dan ook met
kracht van woorden tegen in gegaan.
Hij besloot zijn repliek met de indie-
ning van twee moties. In de eerste werd
van de regeering geeischt, dat zij de
politieversterking uit Maastricht zou
terugroepen, den burgemeester zou ont-
slaan en de vrijheid van betoogen en
vergaderen zou herstellen. In de tweede
vroeg de heer Wijnkoop, dat er maatre-
gelen zouden worden genomen tot on-
middellijke ontwapening vande
geestelijkheid. Tot zijn ergernis moest
de voorsteller tot de ontdekking komen,
dat geen kamerlid lust had om zijn mo
ties te ondersteunen, zoodat zij geen
punt van beraadslaging konden uit-
maken.
Maar daarom bleef het debat niet mo-
tieloos. Toen de heer Wijnkoop had uit-
gesproken, traden andere redenaars in
het vuur en kregen we, behalve den heer
L. de Visser, die in zeer krasse bewoor-
dingen de zijde koos van zijn achter-
buurman Wijnkoop, zoodat de Voorzit-
ter hem dreigde het woord te ontnemen,
achtereenvolgens de heeren Hermans
(R.K.), Kupers (R.K.) en Vliegen (S.D.
A.P.) te hooren. Maar zij dwaalden van
het eigenlijke onderwerp van debat af
en verdiepten zich bij voorkeur in de
aanleiding tot de staking. We zullen de
sprekers niet op den voet volgen, meenen
uit het gesprokene alleen te moeten af
leiden, dat de directie van de Zinkwit-
fabriek door hare slechte arbeidsvoor-
waarden de staking wel heeft uitgelokt,
maar dat zij het weer met hare katho-
lieke arbeiders in orde had gemaakt en
dat de modern georganiseerden, waar-
van zij niet verder wilde weten, daarop
den werkwilligen het leven lastig
had gemaakt. Dit zou dan de oorzaak
van de relletjes zijn geweest. Tevens
hebben we een oplossing gekregen van
de vergissing van den heer Wijnkoop,
dat de geestelijken gewapend zouden
zijn. Er was een processie geweest en
volgens gebruik waren daaraan vooraf-
gegaan zes dragers van zoogenaamde
processiestokken, waarop kaarsen wor
den geplaatst. Onbekend met dit gebruik
had de heer Wijnkoop deze stokken
voor knuppels aangezien en er toen
maar de revolvers bij gefantaseerd!
De motie, welke bij het einde van het
debat werd ingediend, was van den heer
Vliegen. Hij verzocht de regeering daar-
in te onderzoeken, wie bij de ongere
geldheden op 16 October het eerste bad
geschoten: de marechaussee of wel een
der relletjesmakers. Minister Ruys
maakte de opmerking, dat dit niet tot
zijn competentie behoorde, maar dat hij
meende te weten, dat reeds een jus-
tititeel onderzoek gaande is. Daarom-
trent wilde evenwel de heer Vliegen ze-
kerheid hebben. Werd dit onderzoek
werkelijk reeds ingesteld, dan zou hij
natuurlijk zijn motie moeten intrekken,
doch nu verzocht hij den Voorzitter de
besprekingen tot morgen aan te houden,
ten einde den minister van Binnenland
sche zaken in de gelegenheid te stellen
zich hieromtrent te vergewissen. Aan
dien wensch is gevolg gegeven het
was intusschen reeds over zevenen ge-
worden en morgen wordt de zaak dus
verder behandeld. Vermoedelijk zal de
Minister van Justitie dan wel aanwezig
zijn om de noodige inliehtingen te ver-
strekken.
Dagelijksch overzicht.
DE AANSLAG OP DEN
ITALIAANSCHEN KROONPRINS.
De a.s. verbintenis tusschen de beide
koningshuizen; nadere bijzonder-
heden over den aanslag.
De Verloying van prins Umberto met de
Belgische prinses Marie-Jose is, zooals men
weet, door een minder aangename geschiede-
nis gevolgd, die tot veel nadenken geeft.
Een dergelijke verloving en het daaruit
voortkomende huwelijk heeft dikwijls plaats
om politieke redenen. En hoewel in dit geval
weinig van politieke beweegredenen sprake
is, gelooven we toch, dat de nauwere ver-
wantschap van Belgie met Italie vooral in
Belgie zeer wel'kom is Het verhoogt immers
het aanzien van het Belgische koningshuis nu
het verwant wordt aan een huis, dat over
een groot land regeert en dat reeds eeuwen
oud is.
Maar toch zullen de ouders van prinses
Marie ook nog wel nadenken over de a.s.
verbintenis. Immers, wat zal de toekomst
brengen! Zal het Italiaansche koningshuis
zich staande houden? Of zal het fascisme
blijven overheerschen met misschien in de
nabije toekomst een algeheele opzijschuiving
van het koningshuis?
Of, als het fascisme ondersteboven ge-
gooid wordt, welke gevolgen zal dan een
revolutie met zich mede brengen? Zal dan
een aanslag op het koningshuis gedaan wor
den met zijn dikwijls noodlottige gevolgen!
Het zijn allemaal vragen, die zeer zeker de
beide ouders van prinses Marie zich gesteld
hebben.
En nu komt daar al dadelijk iemand, die
een aanslag pleegt op den a s. man van hun
dochter!
Het moet, dunkt ons, wel een angstig ge-
voel gegeven hebben voor koning Albert en
zijn gade, nu reeds te moeten ervaren, hoe in
Italie sommigen over het koningshuis denken.
Intusschen is alles goed verloopen; de
dader is gepakt en zal zijn straf wel moeten
ondergaan Maar intusschen werpt deze daad
een donkere schaduw op de a.s. verbintenis
der beide koningshuizen.
De correspondent van de N. R. Cdie bij1
den aanslag tegenwoordig was, seinde giste-
ren aan zijn blad verschillende bizonderheden
over den aanslag, waaraan wij het volgende
ontleenen
Enrico de Rosa, de dader van den aanslag,
kwam naar Belgie, om den aanslag te
plegen.
Hij verklaarde sedert Iang reeds het voor-
nemen te hebben gehad een aanslag te plegen,
hetzij op Mussolini of een van de leden van
de Italiaansche koninklijke familie.
Daartoe kwam hij met dit inzicht naar
Belgie, maar had voorzichtigheidshalve te
Pariis een kaavtje genomen tot Antwerpen
stelde hij een hartelijken dronk in op de ver-
loofden.
De aanslag werd te Rome in de eerste uren
van den middag bekend door speciale edities
der bladen. Het berioht verwekte een gewel-
dige verontwaardiging onder de bevolking
Direct werd op openbare en particuliere ge-
bouwen de vlag geheschen en een menigte
hield in de straten spontaan een manifestatie,
om uiting te geven aan de gevoelens van
vreugde tegenover den troonopvolger De
pers maakte bekend, dat de aanslag grooten
indruk op hem heeft gemaakt en gaf uiting
aan zijn voldoening over de mislukking er
van.
DE KABINETSCRISIS IN FRANKRIJK.
In het bezit gevonden van een paspoort met
verstreken visum en van een Fransche identi-
teitskaart moest hij bij aankomst van den
trein in het station te Brussel wegens het
niet in orde zijn van bedoeld paspoort een
boete betalen. Men liet hem vervolgens ech-
ter doorreizen naar Antwerpen, waar hij
een plattegrond kocht van Brussel en daarop
aandachtig het Congresplein en omgeving
bestudeerde. Eerst dacht hij er aan een aan
slag te plegen in het Brusselsche Noorder-
station bij de aankomst van den prins,
maar alleen de vrees iemand van de Belgi
sche koninklijke familie te treffen en niet den
Italiaanschen kroonprins, deed hem van dit
plan afzien.
Omtrent het verloop van den aanslag zeide
de Rosa: Ik had reeds vroeg in den ochtend
het hotel verlaten, waar ik den nacht had
doorgebracht en een gunstige plaats uitzocht,
niet ver van het graf van den onbekenden sol-
daat Toen de prins uit den auto stapte, heb
ik een soldaat ter zijde geduwd alsook een
ander persoon die juist voor mij stond. Ik
ben toen vooruit gesprongen onder het uiten
van den kreet „Leve Matteotti" en ik heb een
schot gelost en ben gevallen. Men heeft mij
weggebracht. Verder weet ik niets meer. Ik
moet toen in zwijm hebben gelegen".
Alle avondbladen keuren den aanslag in
scherpe bewoordingen af. De Nation Beige
en de Vingtieme Siecle eischen een strenger
toezioht op de in Belgie uitgeweken anti-
fascistische Italianen en de socialistische
Peuple meent, dat het fascistisch geweld we-
dergeweld uitlokt. Het veroordeelt den aan
slag, maar herinnert tevens aan zekere pro-
vocatiemiddelen, welke door het Italiaansch
fascisme reeds vroeger werden gebruikt. Het
blad uit dan ook den wensch, dat het gerecht
het voile licht moge brengen in deze treurige
zaak.
In strijd met het gerucht, dat Donderdag-
avond in de stad de ronde deed, is de ont-
vangst ten stadhuize, welke hedenmiddag
moet plaats hebben, niet afgelast. Alleen zul
len de politiemaatregelen nog strenger zijn
dan Donderdagochtend reeds het geval
was.
Donderdagavond had in het paleis te Brus
sel een groot galadiner plaats, aan hetwelk
ook de kardinaal van Roey en de presidenten
van de Kamer en Senaat, de Belgische minis
ters met hun echtgenooten, het gevolg van
den prins en de Italiaansche ambassadeur, en
hooge dignitarissen van het Belgische hof
mede aanzaten.
Bij het zich naar de eetzaal begeven gaf
prinses Marie-Jose den arm aan Humbert,
de Koningin aan kardinaal van Roey, prinses
Astrid aan Koning Albert, de markiezin
Durazzo, de echtgenoote van den Italiaan
schen ambassadeur, aan prins Leopold mevr
Magnette, echtgenoote van den senaatspresi-
dent, aan prins Karel. Bij het nagerecht heeft
de koning een korte toespraak gehouden en
Blum heeft bij het verlaten van het Ely-
see gezegd, dat de socialistische gfoep gereed
was het initiatief en de leiding van de re
geering te aanvaarden.
Het congres der soc.-radicalen.
Het congres van socialistische radicalen is
geopend onder voorzitterschap van Daladier,
die op het eind van een lange rede vroeg, dat
een duidelijke uitspraak gedaan zou worden
over een politiek, welke de partij te volgen
heeft.
Het congres der radicalen heeft eenstemmig
besloten iedere deelneming of steun aan een
regeeringscoalitie af te wijzen, daar een der
gelijke coalitie slechts ten doel kan hebben
een met medewerking van de republikeinen
te vormen nieuwe regeering een nieuwen le-
vensduur te verzekeren. Als er een rechtsche
regeering komt, zal de partij in de oppositie
komen. Zij is echter bereid op grond van 'n
nauwkeurig begrensd program van de lee-
nings- en vredespolitiek, rechtvaardige be-
lastingen en socialen vrede een eenheids-
front van alle linksche groepen te helpen vor
men.
De president heeft Daladier, den voorzitter
van de socialistische radicalen, verzocht he
den op het Elysee te komen.
Paul Boncourt spreekt.
Donderdag hielden de kamergroepen ver
schillende zittingen, om de door den val van
het kabinet geschapen toestand te bespre-
ken. In de soc.-fractie verklaarde Paul Bon
court met nadruk, dat hij den president der
republiek er op gewezen heeft, dat hij, in
geval hij wordt uitgenoodigd een kabinet te
vormen, de beginselen en gebruiken der soc.
partij trouw zal blijven.
Een resolutie van de rep. soc. groep.
De rep. soc. groep, waartoe Briand, Pain-
leve en Briolette behooren, heeft een resolu
tie aangenomen, waarin wordt verklaard,
dat zoo mogelijk een linksche unie moet wor
den gevormd, opdat een linksche regeering
kan worden gevormd.
Republikeinsche samenwerking.
Het besluit van de links-republikeinen,
waartoe de minister van binnenlandsche za
ken Tardieu behoort, herinnert aan de suc-
cessen van de kabinetten Poincare in de bin-
nen- en buitenlandsche politiek. Deze groep
beoogt den politiek van republikeinsche sa
menwerking.
Dalladier premier en Briand minis
ter van buitenlandsche zaken?
President Doumergue heeft, zooals
reeds gemeld is, den voorzitter van de
radicaal-socialistische partij Daladier
tegen Vrijdagochtend op het Elysee ont-
boden. Of Doumergue uitsluitend bij-
zonderheden over de houding van de
radicaal-socialisten wil vernemen of dat
hii Daladier onmiddellijk met de vor-
ming van een kabinet wil belasten,
staat nog niet vast. De President der
Republiek volgt met het ontbieden van
Daladier den raad van Briand, die ver
klaard heeft: „De radicalen hebben mij
ten val gebracht. Ik zou volgens de par-
lementaire gebruiken handelen: laten
wij den leider der radicalen tot mijn op-
volger uitnoodigen."
In politieke kringen is men van mee-
ning, dat Daladier overeenkomstig zijn
verklaringen in Reims de opdracht zal
aanvaarden, doch men gelooft niet aan
een langen levensduur van een kartel-
ministerie met Daladier aan het hoofd,
dat op den steun van de socialisten zal
zijn aangewezen. Twijfelachtig blijft in
ieder geval de houding der socialisten
wanneer de radicalen in het kabinet de
meerderheid wenschen te hebben.
De „Echo de Paris' meent te weten,
dat Daladier het voornemen heeft den
minister van buitenlandsche zaken
Briand en den minister van financien
Cheron te verzoeken hun functies te blij
ven bezetten.
ke geldschenkingen weten te bewegen aau
de firma leveranties voor de genoemde b®.
drijven te doen opdragen. Twee ontslagen
ambtenaren van de magistraat te Pankow
hebben bij de firma betrekkingen gekregen.
Volkomen onopgehelderd is een betaling
van 6000 mark aan de firma voor rekening
van de magistraat te Pankow, waarvoor
noch een order is gegeven noch uitgevoerd.
Zelfs hooggeplaatste ambtenaren bij de tele-
grafie hebben de firma leveranties bezorgd.
Verder schijnt er te zijn geknoeid bij het af-
rekenen der loonen.
Alle bij het schandaal betrokken ambte
naren zijn reeds gehoord. De meesten heb
ben bekend, ook mevr. Kloss.
Behalve mevr. Kloss zijn vier ambtenaren
door den rechter van instructie gehoord, o.a.
de voormalige eerste secretaris Kneisel, die
thans bij Kloss werkzaam was, de secretaris
Gross, de „Telegraphenobersekretare" Le-
bran en Koditz en Baurat Arnold; in totaal
zijn reeds 20 personen gehoord.
DE CORRUPTIEZAAK SKLAREK.
De boekhouder Lehmann»
Het W. B. meldt, dat de rechter van in
structie besloten heeft den zieken boekhou
der Lehmann vrij te laten en de preventieve
hechtenis op te heffen tegen het stellen van
een waarborg van 16.000 M. en de verplich-
ting zich dagelijks bij de politie te melden.
Voortzetting van het bedrog tot
in de gevangenis.
De gebroeders Skiarek worden sinds en
kele dagen verdacht, in de gevangenis papie-
ren te hebben vervalscht. Een kwitantie van
de K. V. G., door een bij de affaire betrok
ken vriend van Skiarek aan de justitie over-
gelegd, droeg het jaartal 1927, terwijl er
aanv/ijzingen zijn, dat zij eerst dezer dagen
is geschreven. Men onderzoekt thans, of, en
zoo ja, hoe, het mogelijk is geweest, kwitan-
tie-formulieren het huis van bewaring bin-
nen en geteekend er weer uit te smokkelen,
zoodat de betrokken persoon ze in handen
kon krijgen.
Een disciplinaire actie tegen
stedelijke ambtenaren.
De opperpresident van Brandenburg en
Berlijn heeft heden, naar de officieele Prui-
sische persdienst meldt, een formeele disci
plinaire actie ingesteld tegen den gemeente-
ontvanger dr. Lange, den wethouder Busch,
en de leden dr. Lehman en Zetzel van de di
rectie der Stadtbank. Hij heeft voorts de ma
gistraat van Berlijn verzocht, te bewerken,
dat de drie gemeenteraadsleden Rosenthal,
Miihlmann en Bunge uit de credietcommissie
der Stadtbank worden teruggeroepen. Al de
ze maatreglen berusten op het feit, dat men
heeft vastgesteld, dat de genoemden bij de
credietverleening aan de firma Skiarek hun
plicht niet naar behooren hebben vervuld.
Volgens het model-Sklarek.
De recherche is er in geslaagd een om-
vangrijk corruptieschandaal, in jwelks mid-
delpunt een bouwonderneming te Pankow
staat, aan het licht te brengen. De eigena-
res der zaak, de uit Polen geboortige wedu-
we Kloss, heeft talrijke ambtenaren der rijks-
spoorwegen, van de magistraat te Pankow
en van de rijkspost door somtijds aanzienlij-
De dader is een Iialiaart,
De man, die den aanslag op prins Um
berto pleegde, is een Italiaan. Op het poli-
tiebureau verklaarde hij als teeken van pro
test geschoten te hebben.
Een ioeschcuwer toegetakeld.
Het blijkt dat een toeschouwer, die den da
der achterna zat, door de aanwezigen wercl
gegrepen en deerlijk toegetakeld. De prin3
noch iemand van znij gevolg werd gewond.
De plechtigheid werd voortgezet, doch ver-
kort.
De naam van den dader. Een mede-
plichlige?
De dader van den aanslag heet Fernand
de Rosa, een Italiaansch student, op 9 Oct,
1908 te Milaan geboren.
Woensdagavond is hij uit Parijs te Brus
sel aangekomen. Het schijnt, dat hij uit Pa
rijs naar Brussel is uitgestuurd om den aan
slag te plegen.
De politie heeft den vermoedelijken mede-
plichtige gearresteerd, Louis de Pasquali.
Nieuwe gevechten.
In de nabijheid van Heischihkwan hebben
Donderdag gevechten plaats gehad, naar uit
Shanghai wordt gemeld, tusschen gedeelten
van het leger van generaal Feng en de troe-
pen der Nanking-regeering, die 6 uur duur-
den.
In een officieel bericht van de Nanking-
regeering over deze gevechten wordt gemeld,
dat de troepen van Feng door het ingrijpen
van pantserwagens en vliegtuigen terugge-
slagen werden.
Uit Japansche bron verluidt evenwel, dat
de troepen van Feng de stad Jungyang be
zetten, waardoor de strijd tot ver de omgp.
ving van Tsjansou is genaderd.
Tsjang Hsoe Liang laat aan Nanking de
beslissing.
De minister van Buitenlandsche Zaken
heeft een communique gepubliceerd betref
fende het uit Moekden afkomstige bericht dd.
23 October, volgens hetwelk een conterentie
m