OAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. DE BURGERQORLOG IN CHINA Het Ghineesch-Russisch conflict. m Buitenland Een nieuw groot Gnrruptieseiiandaal in Duitschland, DE AANSLAG OP DEN ITALIAANSCHEN KROONPRINS, No. 252 Dit nummer besfaat nit 3 bladen* Honderd een en dertigste Jaargang 1929 AfNTOiwmieTitsflTfJs Iblj Yooruitfoetaling per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plaatsrnlmto. Brieven franco N.Y. Boei- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redactie No. 33. VRIJDAtt Directeur: C. KRAK. Hooidredacteor Tj. N. ADEMA. Post giro 37060 25 OCTOBER Uit het Parleawent DEN HAAG, 24 October 1929. Na opening der vergadering heeft de Tweede Kamer hedenmiddag een dozijn kleinere wetsontwerpeft zonder beraad- slaging of stemming goedgekeurd. Dat er onder dat kleingoed toch nog wel belangrijke punten voorkwamen, kan men afleiden uit de omstandigheid, dat onder de goedgekeurde voorstellen voorkwamen een crediet om aan de Rijksmunt een nieuw smelthuis te geven en het v jorstel tot deelneming van den staat in het kapitaal van de Kon. Lucht- vaartmaatschappij. Op andere dagen ware daarover misschien wel een enkel woordje gesproken. Daarna heeft de Kamer zich bezig ge- houden met een aantal wijzigingen van de Burgerlijke Pensioenwet, hoofdzake- lijk bedoelende eenige categorieen van personen, die bij het bijzonder onderwijs betrokken zijn ook onder de wet te doen vallen. Gelijk gebruikelijk waren vele leden dankbaar doch niet voldaan en zoo hadden enkele volksvertegenwoor- digers amendementen ingediend ten einde nog meer belanghebbenden in het genot van pensioen te stellen. Achtereenvolgens hoorden we de hee- ren Gerhard (S. D. A. P.) en Suring (R.- K.) en mej. Westerman (Lib.) opkomen voor verschillende groepen, maar mi nister De Geer, die het ontwerp verde- digde, wilde in het algemeen van geen amendementen weten. Alleen gevoelde hij iets voor een redactiewijziging, door den heer Suring voorgesteld, waardoor de inspecteurs van het bijzonder onder wijs, hoewel geen rijksambtenaren zijn- de in den zin der wet, toch onder de Pensioenwet zouden vallen. Hij liet daarover de beslissing aan de Kamer over en deze besliste goedgeefsch met 50 tegen 32 stemmen ten gunste van de bedoelde inspecteurs. Maar de overige amendementen werden, vooral omdat de minister beloofde later met nog meer wijzigingen van de Pensioenwet aan te komen, zij het ook ietwat tegenstribbe- lend, teruggenomen, waarop het ontwerp zonder stemming werd goedgekeurd. Het wetsontwerp strekkende om de bepalingen in het B. W- betreffende de curateele zoodanig te wijzigen, dat ook de drankzuchtige onder curateele kan worden geplaatst, vond geen principieele bestrijding. Alleen hield de heer Van der Heide (S. D. A. P.) een betoog, dat de regeling vermoedelijk een doode let ter zou blijven. De bedoeling is, dat de drankzuchtige, die onder curateele komt, een plaats zal krijgen in een ge- sticht tegen dranfezucht, b.v. Hooghul- len. Maar dat kost geld en doorgaans zal de betrokkene niets bezitten en zal de curator geen roeping gevoelen om zijn plaatsing in een eesticht te bekosti- gen. Feitelijk zal er dus niets gebeuren, tenzij de curandus een strafbaar feit pleegt, daar dan de regeering zijn plaat sing in een gesticht op staatskosten kan gelasten. In de tweede plaats wees hij er op, hoe in Duitschland een soort van voorwaardelijke curateele bestaat: een dronkaard wordt bij rechterlijke uit- spraak bedreigd met de plaatsing in een gesticht wanneer hij zich niet betert en de practijk bewijst dat dit bij niet hope- looze gevallen inderdaad gunstig werkt. De minister van Justitie meende, dat de wijziging van het B. W., welke thans was voorgesteld, onmogelijk verder kon gaan dan thans het geval was zonder buiten het kader van het burgerlijk recht te treden, maar beloofde de zaak in den geest van den heer Van der Heide te blijven bestudeeren. Waarop het voor- stel zonder stemming werd goedge keurd. Alsnu was aan de orde de interpella te van den heer Wijnkoop (Comm.) over de relletjes te Maastricht naar aanlei- ding van de staking bij de Zinkwitfa- briek. De heer Wijnkoop beschikt over minder „Unverfrohrenheit" en minder oratcrische gaven dan zijn collega- antagonist L. de Visser, maar hij heeft evenveel minachting voor de pariemen- taire vormen als deze, zoodat de Voor- zitter reeds spoedig met vermanende woorden moest werken. De heer Wijnkoop begon met een lange inleiding over de staking en de werkwilligen, door hem trouw onder- kruipers geheeten, die oorzaak zouden geweest zijn, dat de geesten onrustig werden. Volgens hem was daarop de politie provoceerend en zonder verstand te werk gegaan en had ook de burge- meester van Maastricht te doen, of hij veel lv. groote politiemacht onverstandig gehandeld en daarmee ongeregeldheden eerder uitgelokt dan tegegegaan. Dat er geschoten was, achtte hij onvergeeflijk, en hij noemde het verschrikkelijk, dat daarbij een onschuldig slachtoffer was gevallen. Volgens hem liepen nu de ka- pelaans te Maastricht met geladen re volvers en knuppels rond, wel een be- wijs hoe opgewonden de gemoederen warcn. Te- slot stelde hij den minister van Binnenlandsche Zaken eenige vra- genwat hij dacht tegenover den burge- meester van Maastricht te doen, of hij wilde zorgen, dat de politie van elders de stad weer verliet, wat de regeering denkt te doen ten bate van de slachtof- fers van de schietpartij, of de minister wil zorgen, dat de geestelijken weer ontwapend worden en eindelijk of hij niet wil bevorderen, dat de stakings- leider Pieters, sociaal-democratisch raadslid, die op last der justitie in hech- tenis is genomen, weer op vrije voeten komt. Minister Ruys heeft den interpellant zeer kort beantwoord. Na een woord van mededoogen voor de slachtoffers van de ongeregeldheden, verklaarde hij na onderzoek en op grond van zijn per- soonlijke kennis van de Maastrichtsche toestanden, dat de burgemeester niets meer dan zijn plicht had gedaan, dat het verstandig was geweest de politie te versterken, ten einde te voorkomen, dat de eigen politie overwerkt werd, dat van rijkswege niet voor de slachtoffers van de ongeregeldheden kan worden ge- zorgd, dat de geestelijkheid moeielijk kan worden ontwapend omdat er niets van bekend is, dat deze gewapend zou rondloopen, wat hij (en wij met hem) hoogst onwaarschijnlijk achtte, en dat de gearresteerde stakingsleider al weer op vrije voeten was. Dat de heer Wijnkoop met dit beknop- te antwoord geen vrede had, was te voor- spellen geweest en hij is er dan ook met kracht van woorden tegen in gegaan. Hij besloot zijn repliek met de indie- ning van twee moties. In de eerste werd van de regeering geeischt, dat zij de politieversterking uit Maastricht zou terugroepen, den burgemeester zou ont- slaan en de vrijheid van betoogen en vergaderen zou herstellen. In de tweede vroeg de heer Wijnkoop, dat er maatre- gelen zouden worden genomen tot on- middellijke ontwapening vande geestelijkheid. Tot zijn ergernis moest de voorsteller tot de ontdekking komen, dat geen kamerlid lust had om zijn mo ties te ondersteunen, zoodat zij geen punt van beraadslaging konden uit- maken. Maar daarom bleef het debat niet mo- tieloos. Toen de heer Wijnkoop had uit- gesproken, traden andere redenaars in het vuur en kregen we, behalve den heer L. de Visser, die in zeer krasse bewoor- dingen de zijde koos van zijn achter- buurman Wijnkoop, zoodat de Voorzit- ter hem dreigde het woord te ontnemen, achtereenvolgens de heeren Hermans (R.K.), Kupers (R.K.) en Vliegen (S.D. A.P.) te hooren. Maar zij dwaalden van het eigenlijke onderwerp van debat af en verdiepten zich bij voorkeur in de aanleiding tot de staking. We zullen de sprekers niet op den voet volgen, meenen uit het gesprokene alleen te moeten af leiden, dat de directie van de Zinkwit- fabriek door hare slechte arbeidsvoor- waarden de staking wel heeft uitgelokt, maar dat zij het weer met hare katho- lieke arbeiders in orde had gemaakt en dat de modern georganiseerden, waar- van zij niet verder wilde weten, daarop den werkwilligen het leven lastig had gemaakt. Dit zou dan de oorzaak van de relletjes zijn geweest. Tevens hebben we een oplossing gekregen van de vergissing van den heer Wijnkoop, dat de geestelijken gewapend zouden zijn. Er was een processie geweest en volgens gebruik waren daaraan vooraf- gegaan zes dragers van zoogenaamde processiestokken, waarop kaarsen wor den geplaatst. Onbekend met dit gebruik had de heer Wijnkoop deze stokken voor knuppels aangezien en er toen maar de revolvers bij gefantaseerd! De motie, welke bij het einde van het debat werd ingediend, was van den heer Vliegen. Hij verzocht de regeering daar- in te onderzoeken, wie bij de ongere geldheden op 16 October het eerste bad geschoten: de marechaussee of wel een der relletjesmakers. Minister Ruys maakte de opmerking, dat dit niet tot zijn competentie behoorde, maar dat hij meende te weten, dat reeds een jus- tititeel onderzoek gaande is. Daarom- trent wilde evenwel de heer Vliegen ze- kerheid hebben. Werd dit onderzoek werkelijk reeds ingesteld, dan zou hij natuurlijk zijn motie moeten intrekken, doch nu verzocht hij den Voorzitter de besprekingen tot morgen aan te houden, ten einde den minister van Binnenland sche zaken in de gelegenheid te stellen zich hieromtrent te vergewissen. Aan dien wensch is gevolg gegeven het was intusschen reeds over zevenen ge- worden en morgen wordt de zaak dus verder behandeld. Vermoedelijk zal de Minister van Justitie dan wel aanwezig zijn om de noodige inliehtingen te ver- strekken. Dagelijksch overzicht. DE AANSLAG OP DEN ITALIAANSCHEN KROONPRINS. De a.s. verbintenis tusschen de beide koningshuizen; nadere bijzonder- heden over den aanslag. De Verloying van prins Umberto met de Belgische prinses Marie-Jose is, zooals men weet, door een minder aangename geschiede- nis gevolgd, die tot veel nadenken geeft. Een dergelijke verloving en het daaruit voortkomende huwelijk heeft dikwijls plaats om politieke redenen. En hoewel in dit geval weinig van politieke beweegredenen sprake is, gelooven we toch, dat de nauwere ver- wantschap van Belgie met Italie vooral in Belgie zeer wel'kom is Het verhoogt immers het aanzien van het Belgische koningshuis nu het verwant wordt aan een huis, dat over een groot land regeert en dat reeds eeuwen oud is. Maar toch zullen de ouders van prinses Marie ook nog wel nadenken over de a.s. verbintenis. Immers, wat zal de toekomst brengen! Zal het Italiaansche koningshuis zich staande houden? Of zal het fascisme blijven overheerschen met misschien in de nabije toekomst een algeheele opzijschuiving van het koningshuis? Of, als het fascisme ondersteboven ge- gooid wordt, welke gevolgen zal dan een revolutie met zich mede brengen? Zal dan een aanslag op het koningshuis gedaan wor den met zijn dikwijls noodlottige gevolgen! Het zijn allemaal vragen, die zeer zeker de beide ouders van prinses Marie zich gesteld hebben. En nu komt daar al dadelijk iemand, die een aanslag pleegt op den a s. man van hun dochter! Het moet, dunkt ons, wel een angstig ge- voel gegeven hebben voor koning Albert en zijn gade, nu reeds te moeten ervaren, hoe in Italie sommigen over het koningshuis denken. Intusschen is alles goed verloopen; de dader is gepakt en zal zijn straf wel moeten ondergaan Maar intusschen werpt deze daad een donkere schaduw op de a.s. verbintenis der beide koningshuizen. De correspondent van de N. R. Cdie bij1 den aanslag tegenwoordig was, seinde giste- ren aan zijn blad verschillende bizonderheden over den aanslag, waaraan wij het volgende ontleenen Enrico de Rosa, de dader van den aanslag, kwam naar Belgie, om den aanslag te plegen. Hij verklaarde sedert Iang reeds het voor- nemen te hebben gehad een aanslag te plegen, hetzij op Mussolini of een van de leden van de Italiaansche koninklijke familie. Daartoe kwam hij met dit inzicht naar Belgie, maar had voorzichtigheidshalve te Pariis een kaavtje genomen tot Antwerpen stelde hij een hartelijken dronk in op de ver- loofden. De aanslag werd te Rome in de eerste uren van den middag bekend door speciale edities der bladen. Het berioht verwekte een gewel- dige verontwaardiging onder de bevolking Direct werd op openbare en particuliere ge- bouwen de vlag geheschen en een menigte hield in de straten spontaan een manifestatie, om uiting te geven aan de gevoelens van vreugde tegenover den troonopvolger De pers maakte bekend, dat de aanslag grooten indruk op hem heeft gemaakt en gaf uiting aan zijn voldoening over de mislukking er van. DE KABINETSCRISIS IN FRANKRIJK. In het bezit gevonden van een paspoort met verstreken visum en van een Fransche identi- teitskaart moest hij bij aankomst van den trein in het station te Brussel wegens het niet in orde zijn van bedoeld paspoort een boete betalen. Men liet hem vervolgens ech- ter doorreizen naar Antwerpen, waar hij een plattegrond kocht van Brussel en daarop aandachtig het Congresplein en omgeving bestudeerde. Eerst dacht hij er aan een aan slag te plegen in het Brusselsche Noorder- station bij de aankomst van den prins, maar alleen de vrees iemand van de Belgi sche koninklijke familie te treffen en niet den Italiaanschen kroonprins, deed hem van dit plan afzien. Omtrent het verloop van den aanslag zeide de Rosa: Ik had reeds vroeg in den ochtend het hotel verlaten, waar ik den nacht had doorgebracht en een gunstige plaats uitzocht, niet ver van het graf van den onbekenden sol- daat Toen de prins uit den auto stapte, heb ik een soldaat ter zijde geduwd alsook een ander persoon die juist voor mij stond. Ik ben toen vooruit gesprongen onder het uiten van den kreet „Leve Matteotti" en ik heb een schot gelost en ben gevallen. Men heeft mij weggebracht. Verder weet ik niets meer. Ik moet toen in zwijm hebben gelegen". Alle avondbladen keuren den aanslag in scherpe bewoordingen af. De Nation Beige en de Vingtieme Siecle eischen een strenger toezioht op de in Belgie uitgeweken anti- fascistische Italianen en de socialistische Peuple meent, dat het fascistisch geweld we- dergeweld uitlokt. Het veroordeelt den aan slag, maar herinnert tevens aan zekere pro- vocatiemiddelen, welke door het Italiaansch fascisme reeds vroeger werden gebruikt. Het blad uit dan ook den wensch, dat het gerecht het voile licht moge brengen in deze treurige zaak. In strijd met het gerucht, dat Donderdag- avond in de stad de ronde deed, is de ont- vangst ten stadhuize, welke hedenmiddag moet plaats hebben, niet afgelast. Alleen zul len de politiemaatregelen nog strenger zijn dan Donderdagochtend reeds het geval was. Donderdagavond had in het paleis te Brus sel een groot galadiner plaats, aan hetwelk ook de kardinaal van Roey en de presidenten van de Kamer en Senaat, de Belgische minis ters met hun echtgenooten, het gevolg van den prins en de Italiaansche ambassadeur, en hooge dignitarissen van het Belgische hof mede aanzaten. Bij het zich naar de eetzaal begeven gaf prinses Marie-Jose den arm aan Humbert, de Koningin aan kardinaal van Roey, prinses Astrid aan Koning Albert, de markiezin Durazzo, de echtgenoote van den Italiaan schen ambassadeur, aan prins Leopold mevr Magnette, echtgenoote van den senaatspresi- dent, aan prins Karel. Bij het nagerecht heeft de koning een korte toespraak gehouden en Blum heeft bij het verlaten van het Ely- see gezegd, dat de socialistische gfoep gereed was het initiatief en de leiding van de re geering te aanvaarden. Het congres der soc.-radicalen. Het congres van socialistische radicalen is geopend onder voorzitterschap van Daladier, die op het eind van een lange rede vroeg, dat een duidelijke uitspraak gedaan zou worden over een politiek, welke de partij te volgen heeft. Het congres der radicalen heeft eenstemmig besloten iedere deelneming of steun aan een regeeringscoalitie af te wijzen, daar een der gelijke coalitie slechts ten doel kan hebben een met medewerking van de republikeinen te vormen nieuwe regeering een nieuwen le- vensduur te verzekeren. Als er een rechtsche regeering komt, zal de partij in de oppositie komen. Zij is echter bereid op grond van 'n nauwkeurig begrensd program van de lee- nings- en vredespolitiek, rechtvaardige be- lastingen en socialen vrede een eenheids- front van alle linksche groepen te helpen vor men. De president heeft Daladier, den voorzitter van de socialistische radicalen, verzocht he den op het Elysee te komen. Paul Boncourt spreekt. Donderdag hielden de kamergroepen ver schillende zittingen, om de door den val van het kabinet geschapen toestand te bespre- ken. In de soc.-fractie verklaarde Paul Bon court met nadruk, dat hij den president der republiek er op gewezen heeft, dat hij, in geval hij wordt uitgenoodigd een kabinet te vormen, de beginselen en gebruiken der soc. partij trouw zal blijven. Een resolutie van de rep. soc. groep. De rep. soc. groep, waartoe Briand, Pain- leve en Briolette behooren, heeft een resolu tie aangenomen, waarin wordt verklaard, dat zoo mogelijk een linksche unie moet wor den gevormd, opdat een linksche regeering kan worden gevormd. Republikeinsche samenwerking. Het besluit van de links-republikeinen, waartoe de minister van binnenlandsche za ken Tardieu behoort, herinnert aan de suc- cessen van de kabinetten Poincare in de bin- nen- en buitenlandsche politiek. Deze groep beoogt den politiek van republikeinsche sa menwerking. Dalladier premier en Briand minis ter van buitenlandsche zaken? President Doumergue heeft, zooals reeds gemeld is, den voorzitter van de radicaal-socialistische partij Daladier tegen Vrijdagochtend op het Elysee ont- boden. Of Doumergue uitsluitend bij- zonderheden over de houding van de radicaal-socialisten wil vernemen of dat hii Daladier onmiddellijk met de vor- ming van een kabinet wil belasten, staat nog niet vast. De President der Republiek volgt met het ontbieden van Daladier den raad van Briand, die ver klaard heeft: „De radicalen hebben mij ten val gebracht. Ik zou volgens de par- lementaire gebruiken handelen: laten wij den leider der radicalen tot mijn op- volger uitnoodigen." In politieke kringen is men van mee- ning, dat Daladier overeenkomstig zijn verklaringen in Reims de opdracht zal aanvaarden, doch men gelooft niet aan een langen levensduur van een kartel- ministerie met Daladier aan het hoofd, dat op den steun van de socialisten zal zijn aangewezen. Twijfelachtig blijft in ieder geval de houding der socialisten wanneer de radicalen in het kabinet de meerderheid wenschen te hebben. De „Echo de Paris' meent te weten, dat Daladier het voornemen heeft den minister van buitenlandsche zaken Briand en den minister van financien Cheron te verzoeken hun functies te blij ven bezetten. ke geldschenkingen weten te bewegen aau de firma leveranties voor de genoemde b®. drijven te doen opdragen. Twee ontslagen ambtenaren van de magistraat te Pankow hebben bij de firma betrekkingen gekregen. Volkomen onopgehelderd is een betaling van 6000 mark aan de firma voor rekening van de magistraat te Pankow, waarvoor noch een order is gegeven noch uitgevoerd. Zelfs hooggeplaatste ambtenaren bij de tele- grafie hebben de firma leveranties bezorgd. Verder schijnt er te zijn geknoeid bij het af- rekenen der loonen. Alle bij het schandaal betrokken ambte naren zijn reeds gehoord. De meesten heb ben bekend, ook mevr. Kloss. Behalve mevr. Kloss zijn vier ambtenaren door den rechter van instructie gehoord, o.a. de voormalige eerste secretaris Kneisel, die thans bij Kloss werkzaam was, de secretaris Gross, de „Telegraphenobersekretare" Le- bran en Koditz en Baurat Arnold; in totaal zijn reeds 20 personen gehoord. DE CORRUPTIEZAAK SKLAREK. De boekhouder Lehmann» Het W. B. meldt, dat de rechter van in structie besloten heeft den zieken boekhou der Lehmann vrij te laten en de preventieve hechtenis op te heffen tegen het stellen van een waarborg van 16.000 M. en de verplich- ting zich dagelijks bij de politie te melden. Voortzetting van het bedrog tot in de gevangenis. De gebroeders Skiarek worden sinds en kele dagen verdacht, in de gevangenis papie- ren te hebben vervalscht. Een kwitantie van de K. V. G., door een bij de affaire betrok ken vriend van Skiarek aan de justitie over- gelegd, droeg het jaartal 1927, terwijl er aanv/ijzingen zijn, dat zij eerst dezer dagen is geschreven. Men onderzoekt thans, of, en zoo ja, hoe, het mogelijk is geweest, kwitan- tie-formulieren het huis van bewaring bin- nen en geteekend er weer uit te smokkelen, zoodat de betrokken persoon ze in handen kon krijgen. Een disciplinaire actie tegen stedelijke ambtenaren. De opperpresident van Brandenburg en Berlijn heeft heden, naar de officieele Prui- sische persdienst meldt, een formeele disci plinaire actie ingesteld tegen den gemeente- ontvanger dr. Lange, den wethouder Busch, en de leden dr. Lehman en Zetzel van de di rectie der Stadtbank. Hij heeft voorts de ma gistraat van Berlijn verzocht, te bewerken, dat de drie gemeenteraadsleden Rosenthal, Miihlmann en Bunge uit de credietcommissie der Stadtbank worden teruggeroepen. Al de ze maatreglen berusten op het feit, dat men heeft vastgesteld, dat de genoemden bij de credietverleening aan de firma Skiarek hun plicht niet naar behooren hebben vervuld. Volgens het model-Sklarek. De recherche is er in geslaagd een om- vangrijk corruptieschandaal, in jwelks mid- delpunt een bouwonderneming te Pankow staat, aan het licht te brengen. De eigena- res der zaak, de uit Polen geboortige wedu- we Kloss, heeft talrijke ambtenaren der rijks- spoorwegen, van de magistraat te Pankow en van de rijkspost door somtijds aanzienlij- De dader is een Iialiaart, De man, die den aanslag op prins Um berto pleegde, is een Italiaan. Op het poli- tiebureau verklaarde hij als teeken van pro test geschoten te hebben. Een ioeschcuwer toegetakeld. Het blijkt dat een toeschouwer, die den da der achterna zat, door de aanwezigen wercl gegrepen en deerlijk toegetakeld. De prin3 noch iemand van znij gevolg werd gewond. De plechtigheid werd voortgezet, doch ver- kort. De naam van den dader. Een mede- plichlige? De dader van den aanslag heet Fernand de Rosa, een Italiaansch student, op 9 Oct, 1908 te Milaan geboren. Woensdagavond is hij uit Parijs te Brus sel aangekomen. Het schijnt, dat hij uit Pa rijs naar Brussel is uitgestuurd om den aan slag te plegen. De politie heeft den vermoedelijken mede- plichtige gearresteerd, Louis de Pasquali. Nieuwe gevechten. In de nabijheid van Heischihkwan hebben Donderdag gevechten plaats gehad, naar uit Shanghai wordt gemeld, tusschen gedeelten van het leger van generaal Feng en de troe- pen der Nanking-regeering, die 6 uur duur- den. In een officieel bericht van de Nanking- regeering over deze gevechten wordt gemeld, dat de troepen van Feng door het ingrijpen van pantserwagens en vliegtuigen terugge- slagen werden. Uit Japansche bron verluidt evenwel, dat de troepen van Feng de stad Jungyang be zetten, waardoor de strijd tot ver de omgp. ving van Tsjansou is genaderd. Tsjang Hsoe Liang laat aan Nanking de beslissing. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft een communique gepubliceerd betref fende het uit Moekden afkomstige bericht dd. 23 October, volgens hetwelk een conterentie m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1