Alkmaarscbt (will.
De geheimzinnige voetstappen
FEU1LLET0N.
No. 252 1929.
Honderd een en dertigste Jaargang.
I rudii- 25 October.
Ratflio-hoekje
Zaterdag 26 October.
Hilversum, 298 M(Na 6 uur 1071 M.)
JO.—10.15 Morgenwijding. 12.15—2.
Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.—
2 30 Filmpraatje door Alax Tak. 2.30—4.—
Aansl. van het Tuschinski Theater te Am-
sterdam. 4.—4.30 The dansant uit het Caba
ret „La Gaite" te Amsterdam. 4.30—5.
Sportpraatje door: H. Hollander. 5.—5.30
Gezondheidshalfuurtje. Dr. M. Niemeijer
spreekt oven De voorbehoedende geneeskun-
de 5.30—6.— Duitsch voor gevorderden en
conversatie. 6.01—7.45 Concert door hetOm-
roepprkest. Jan Keessen, viool.
3_ v. A. R. A. Orgelrecital. 8.10 Toe-
spraak over: Taalzuiverheid en taalzuive-
raars in Nederland". 8.30 Orkestconcert en
tooneel. 10.45 Actueele- en levensliedjes.
11.15 Gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M(Uitsluitend K. R. O.)
U.3012.Godsdienstig halfuurtje. 12.15
1.15 Concert door het K. R. O.-Trio 1.15
2.Gramofoonmuziek. 2.3.15 Kinder-
uurtje. 3.30—4.— Cursus Esperanto. 4.—
4.30 Lezing over: Waarom ik tot het Nijver-
Iheidsonderwijs kwam. 4.30—5.— Cursus En-
gelsch voor beginners. 5.5.45 Concert door
Mandolineclub. 5.45—6.— Journalistiek
Weekoverzicht. 6.—7.30 Concert door Cine-
ma-orkest. 7.30—8.— Lezing over: Maat-
schappelijke Gezondheidszorg". 8.01—9.
Vroolijk gramofoon-programma. 9.— Orkest
concert. Na afloop: Gramofoonmuziek. 12.
Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05—11.20 Lezing. 1.20—2.20 Or
kestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. Or-
kest. F. Sutcliffe, bariton. 5.05 Orgelconcert.
Cinema-orgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.35
Nieuwsberichten. 7.05 Orgelconcert. 7.20
Lezing. 7.35 Lezing. 7.45 Muzikaal inter
mezzo. 7.50 Concert. M. Browne, sopraan.
O. Brynwijn, bariton. Kwintet. 9.20 Nieuws
berichten. 9.35 Lezing. 9.50 Berichten. 9.55
Vaudeville programma. 10.5512.20 Dans-
muziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Kinderhalfuur-
tje. 6.55 Gramofconmuziek. 8.35 Pianoles.
8.50 Orkestconcert. 9.35 Gramofoonmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert.
q,3510.45 Gramofoonmuziek. 10.20
11.15 Eerste steenlegging van het Universi-
teitsgebouw te Keulen. 11.2012.10 Zang,
declamatie en reportage. 12.251.50 Orkest
concert. 4.50—5.50 Concert. Zangkwartet en
Blazersvereen. 7.20 Vroolijke avond. Orkest.
Intermezzo: „Enten und Seeschlangen", van
Hermann Tolle. Muziek van Gustav Kneip.
9.50—10.20 Dansles. 10.20—11.20 Dans-
muziek. 11.2012.20 Dansmuziek. (Gramo-
foonplaten).
Kalundbcrg, 1153 M. 2.504.50 Orkest
concert. 7.358.05 Cello-recital door E. Ryt-
ter. F. Jensen, piano. 9.0510.20 Orkestcon
cert en zang. 10.2011.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 6.1512.50 Lezingen.
1.201.50 Gramofoonmuziek. 1.503.50
Lezingen. 3.504.50 Concert uit Hamburg
4 507.05 Lezingen. 7.50 Cabaret. Daarna
tot 11.50 dansmuziek.
PMivinciaa! meuws
BERGEN.
Raadsvergadering.
Woensdagavond vergadu'de de raad in
>penbare zitting onder voorzitterschap van
den burgemeester. Alle leden waren aan-
wezig.
Vaststelling rooilijn.
Na opening werd mededeeling gedaan van:
Een verzoekschrift van den heer A. M. de
Lange houdende verzoek om de rooilijn aan
de Noordzijde van het te bouwen perceel aan
de Hertelaan te bepalen op 6 M. uit den kant
van den weg.
Onder verwijzing naar het schrijven van
B. en W. d.d. 11 October j.l. aan den Raad
en de hierop ontvangefi verklaringen van de
leden, waaruit blijkt, dat't meerendeel van de
leden geen bezwaar heeft het verzoek in te
willigen, in verband waarmede B. en W. aan-
vrager bereids de vereischte toestemming heb-
ben verleend, werd door den voorzitter na-
mens B. en W. geadviseerd het verzoekschrift
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer den Das vroeg inlichtingen om-
trent de argumenten, die bij B. en W. hadden
geautoriseerde vertaling uit het Engelsch van
Mevrouw Belloc Lowndes,
door OSWALDI.
601
Ik wil u niet vermoeien met enkele bijkom-
stige omstandigheden, die ongetwijfeld uw
gedachten reeds in beslag nemen; de belang-
ri;kste daarvan was volgens mijn gevoelen
het sterke verzet der jonge weduwe tegen een
doodschouw van het stoffelijk overschot van
haar echtgenoot. Wij hebben niet te doen met
de zaak eener onnoozele of domme persoon
maar van een vrouw van opvoeding en ver-
stand. Waar dit het geval is, waarom dan die
ziekelijke afkeer en die onverzettelijkheid om,
zoo mogelijk een lijkschouwing of een onder-
zoek te voorkomen? Ware de aanklacht door
mijnheer Birtley Raydon's moeder niet inge-
diend, dan zou de ongelukkige man zijn be-
graven, ik vrees te moeten zeggen, met onbe-
hoorlijken spoed, en zou de waarheid inzake
zijn tragisehen dood tot den dag des oordeels
verborgen zijn gebleven. Echter zou ik het
niet strikt eerlijk achten, op dit punt buitenge-
woon veel licht te laten vallen, vermits het
duidelijk is, dat de huisdokter van den over-
ledene, de arts Durham, eveneens sterk tegen
een lijkschouwing was, en ongetwijfeld
mevrouw Birtley Raydon stijfde in haar ver
zet tegen den duidelijk te kennen gegeven
wensch van de arme moecjer,
gegolden, om het verzoek toe te staan. Spr.
meende, dat bij het toestaan tot overschrij-
ding van een rooilijn, er ernstige argumenten
moesten zijn. De aangevoerde argumenten
vond hij niet ernstig.
De voorzitter zeide, dat een officieele
vaststelling van den rooilijn op 7%M. niet
bestond. De Provinciate Adviescommissie had
geen bezwaar tegen een rooilijn van 6 M.
Op de vraag van den heer Z e i 1 e r, of het
Raadsbesluit van 1925 waarbij de rooilijn be-
paald was op 1% M. dan niet geldig was,
deelde de voorzitter mede, dat in 1913 de
Raad den rooilijn had vastgesteld op 5 M. Na
bespreking met de Wegencommissie werd vol
gens de welstandsbepaling (art. 16a der
Bouwverordening) de rooilijn bepaald op
714 M. Spr. lichtte toe, waarom het gevoelen
van den Raad in deze kwestie was gevraagd.
De heer S w a a g vond de argumentatie
niet gelukkig, doeh had er geen bezwaar inge-
zien met het voorstel accoord te gaan.
De heer Z e i 1 e r achtte het wenschelijk.
de rooilijn in het Villapark alsnog opnieuw
vast te stellen door den Raad.
De voorzitter zeide, dat het in de be-
doeling lag de rooilijn bij het uitbreidinsplan
op 714 M. vast te stellen.
De heer Apeldoorn merkte nog op, dat
het hem bevreemd had, dat de Adviescommis
sie die ondanks B. en W. toch van mee-
ning was dat een rooilijn van 714 M. goed
was, op het verzoek van aanvrager gunstig
adviseerde.
Na verdere bespreking werd zonder hoof-
delijke stemming goedgevonden conform het
voorstel van B. en W. het verzoekschrift voor
kennisgeving aan te nemen.
Een adres van het Bestuur der Volks-Uni-
versiteit te Alkmaar, houdende verzoek om de
jaarlijksche subsidie te verhoogen en te bren-
gen van 10 op 25.
De voorzitter stelde namens B. en W
voor, het adres bij de Gemeentebegrooting
voor 1930 te behandelen. Conform besloten.
Een adres van den heer G. Kortenschijl,
eigenaar van hotel-cafe-restaurant „De Oude
Prins" houdende verzoek te bevorderen dat
voor genoemde cafe een vergunning voor den
verkoop van sterken drank in het klein kan
worden verleend, boven het maximum, als
vergunning voor maatschappelijk verkeer in-
gevolge art. 6 der Drankwet.
De voorzitter deelde mede, dat deze
zaak behoort tot de competentie van B. en W
en stelde voor het adres ter afdoening in han-
den van genoemd college te stellen.
De heer d e n D a s vroeg of het in de be-
doeling lag van B. en W. om het aantal ver-
gunningen boven het vastgestelde maximum
uit te breiden.
Devoorzitter lichtte toe, dat omtrent
een vergunning voor een buitengewone inrich-
ting voor maatschappelijk verkeer de Kroon
beslist. B. en W. adviseeren slechts. Spr. was
echter van meening, dat de kwestie voor aan
vrager niet sterk stond.
Op de vraag van den heer Martin of een
voorstel tot verhooging van het maximum
aantal vergunningen kon worden tegemoet
gezien, zeide de voorzitter, dat deze zaak in
een volgende vergadering aan de orde zou
worden gesteld.
Hierna werd zonder hoofdelijke stemming
besloten het adres ter afdoening in handen
van B. en W. te stellen.
Een adres van een groot aantal eigenaars
en gebruikers van landerijen, grenzende aan
de wegen en dijken der gemeente, houdende
verzoek om de jaarlijksche schouw op te dra-
gen aan de huurders der wegen en dijken.
De heer Apeldoorn deelde mede, dat
de Wethocders gunstig wenschten te advisee
ren.
Goedgevonden werd dit adres bij punt 10
der agenda te behandelen.
Verbetering Zakedijk.
Een adres van bewoners aan en gebruikers
van den Zakedijk, houdende verzoek tot ver
betering van den weg.
De heer Apeldoorn zeide, dat het niet
de bedoeling was den weg te beharden en
hocpte, dat dit ook niet de bedoeling was van
adressanten, waarom dan ook niet werd voor-
gesteld het verzoek bij de behandeling van de
Gemeentebegrooting voor 1930 onder de
oogen te zien. Spr. stelde ook namens den
Wethouder, den heer Bogtman, voor, den weg
wat te verbeteren.
De heer Martin betoogde de noodzake-
lijkheid dat de weg in beteren toestand werd
gebracht.
De heeren Blank en Swaag waren
van meening, dat de Zakedijk in onderhoud
was bij de Ver. van Polders en oningepolder-
de landen.
Op voorstel van den voorzitter werd
goedgevonden. indien de weg in onderhoud is
bij het polderbestuur, de aandacht op den
toestand te vestigenmocht de weg in onder
houd bij de gemeente zijn, den weg wat te
doen opknappen.
Mijn taak is bijna ten einde. Dit verhoor.
ik herhaal het, is afgenomen op een strikt eer-
lijke wijze. Eensdeels heeft de Procureur
Generaal zioh met voile toewijding en ge-
strengheid, doch steeds eerlijk en loyaal van
zijn plicht gekweten en onder uw aandacht
gebracht al die gegevens welke, naar zijn oor-
deel en op grond van zijne rijke ervaring, als
richtsnoer kunnen dienen voor uw rechtscol-
lege, dat aanstond moet beslissen in de
vraag: is beklaagde schuldig of onschuldig?
Anderdeels hebt gij van Sir Joseph Molloy,
den verdediger van beklaagde, een zeer wel-
sprekende, ja zelfs bezielende pleitrede ge-
hoord. Gelijk zijn reciht was, bracht hij elk
punt, dat tot haar voordeel kon-strekken, sterk
naar voren en hij eindigde zijn toespraak met
een treffend slotwoord, waarin hij u er op
wees, dat de geest van het recht, in de jury-
bank moge zijn de vriend en beschermer van
de beschuldigde. Dames en heeren, laat mij u
zeggen, dat de geest van het recht en waar-
van nog moet worden bewezen wiens vriend
hij is, zioh richt naar de zooeven bedoelde
vraag, welke nog niet is beantwoord, is hier
schuld of onschuld? Het rechtsgevoef, of beter
het sentiment kan, ingeval van schuld, niet
meespreken om twijfel te bemantelen of een
misdadiger te beschermen. Zoo goed als het
recht blind is, behoort de geest, de zsiel van
het recht doof te zijn, voor de smeekbeden vau
vooroordeel of van hartstocht.
Tevens, leden der Jury, eischt de wet van U
en dat zeer terecht dat gij, ten voordeele
van beschuldigde, elken billijken of aanneme-
lijken twijfel in het licht stelt, waaraan de
Aanleg lichtleiding.
Een adres van den heer P. Koopman wo-
nende aan den Zakedijk, houdende verzoek
om voor eigen rekening een hulpleiding te
mogen maken voor de electrificatie van zijn
kippenbroederij.
De heer Apeldoorn lichtte het verzoek
nader toe en zeide, dat, den administrateur van
het G.E.B. gehoord, de Wethouders van mee
ning waren dat het verzoek als zoodanig niet
kon worden toegestaan.
Even voor deze vergadering had spreker
over een heden van den administrateur ont-
vangen rapport met de commissieleden ge-
confereerd en stelde namens de commissie
voor, voor rekening van het bedrijf een kabel
te doen leggen mits aanvrager zich bereid
verklaarde 5 (rente) van de totale aanleg-
kosten ad 800 of 40 per jaar aan het be
drijf te betalen. In verband met het voor-
nemen van B. en W. in overleg met de com
missie, om bij de gemeentebegrooting den
Raad voor te stellen successievelijk alle thans
bestaande perceelen, welke nog van electric:
teit verstoken zijn, voor rekening van het be
drijf aan te sluiten, en de woning van aan
vrager over 2 of 3 jaar voor aansluiting in
aanmerking komt, stelt de commissie voor,
voorde betalinggeen termijn te noemen, doch
te bepalen, dat de bijdrage verschuldigd is
totdat de aansluiting van de ter plaatse nog
niet aangesloten perceelen volgens het voor-
genomen plan, aan de beurt is.
De heer Swaag vroeg waarom het den
heer Koopman niet kan worden toegestaan de
hulpleiding zelf te aoen aanleggen. Aanvra
ger zal het materiaal leveren en verklaart
zich bereid zich te onderwerpen aan de keur
van het G.E.B. Spr. bepleitte het verzoek toe
te staan.
De heer B r u g m a n noemde de bezwaren,
de gemeente zou kunnen worden aansprake-
lijk gesteld voor schade aan derden, de palen
zijn te kort, en het koperdraad te licht. Spr
meende, dat de heer Koopman onmogelijk
tegen het billijke voorstel bezwaar zal maken
De heer Hemelrijk kon zich na de toelich-
tingen wel met het voorstel der commissie ver-
eenigen.
Na ampele bespreking werd op voorstel van
den voorzitter overeenkomstig de bedoeling
der commissie voor het G.E.B. z.h.s. besloten
het voorstel van de commissie aan te nemen
met dien verstande, dat de jaarlijksche bijdra
ge door den heer Kooopman verschuldigd zal
zijn tot zoolang de aanleg in de uitbreiding
opgenomen en de aansluiting zou zijn uitge-
voerd.
Vervolgens kwam aan de orde:
Een rdeuw terrein voor de r.-k. jon-
gensschool.
Nieuwe aanvraag van het R.-K. Kerkbe-
stuur te Bergen (N.-H.) d.d. 10 October 1929
om overeenkomstig art. 72 der Lager Onder-
wijswet 1920 de noodige gelden te mogen ont-
vangen uit de Gemeentekas voor den aankoop
van c.a. 4000 M2. grond gelegen tusschen
Kruisweg en Stroomerlaan a 2 de M2. voor
de te stichten R. K. Jongensschool en wel in
de plaats van de aanvraag voor het terrein
aan de Molenkrochtlaan.
De voorzitter stelde namens B. en W.
voor, onder intrekking van het Raadsbesluit
van 26 September 1929 te besluiten aan ge
noemd kerkbestuur aan en overeenkomstig
zijn aanvraag d.d. October 1929, de ver
eischte medewerking te verleenen.
Voorts B. en W. te machtigen tot aanvaar-
ding van den door den heer Jb. van Rednen
om niet aangeboden grond voor den aanleg
van een hiervoor aan te leggen weg tusschen
Kruisweg en Strocmerlaan voor het gedeelte
van Kruisweg tot aan de Zuidelijke grens van
het schoolterrein, den aanleg van dit gedeelte
voor rekening der gemeente te nemen en
voorts onder nader vast te stellen voorwaar-
den in principe te besluiten tot aanleg van het
overige gedeelte van den weg voor rekening
van den eigenaar, zooals op bijgaande situa-
tie-schets is aangegeven, waaromtrent de Pro
vinciale advies-commissie gunstig heeft ge
adviseerd en waaromtrent nader" voorstellen
zouden worden gedaan.
De heer Z e i 1 e r zeide zich bij het advies
der Prov. Adv. Commissie neer te leggen
Persoonlijk houdt spr. niet van kleine wegen,
die allerlei hoeken afsnijden en tot een dool-
hof aanleiding geven.
Devoorzitter zeide, dat deze kwestie
overweging verdiende. De heer Wieger Bruin
der Prov. Adv. Comm. had zich echter posi
tief uitgesproken, gpen bezwaar te hebben
tegen kleine straatjes en knusse hoekjes, mits
een kleine weg maar niet lokte tot't verkeer.
De voorzitter bestreed den heer Zeiler
als zouden dergelijke wegen kostbaar zijn, en
lichtte het voorstel nader toe. Zonder hoofde
lijke stemming werd conform het voorstel van
B. en W. besloten.
De heer Martin zeide verheugt te zijn, dat
het zoover was gekomen, daar spreker be-
feiten volgens Uw oordeel onderhevig moch-
ten zijn. Gij hebt het recht, neen, meer dan
dat, want het is Uw hooge plicht, zulk een
twijfel, wanneer die bij U rijst, als gewicht in
de schaal te brengen. Doch het mag geen
twijfel zijn, die bij U in de gewone dingen van
het leven waardeloos zou zijn en evenmin
mag het een twijfel zijn, welken gij zoudt wen-
schen of verlangen, enkel om hem als factor
te hebben. Schenk aan beklaagde ten voile het
voorrecht van mogelijke overwegingen, waar-
op zij, naar Uw inperlijke overtuiging, het
recht heeft. Maar en weder hield de
rechter even op „bedenkt voor alles, dat wij
te doen hebben met een geval van een ge-
trouwde vrouw, die een gevaarlijke vriend
schap onderhield met een man, die haar echt
genoot niet is, en die in een financieele positie
verkeert, welke hem reeds in staat heeft ge
steld en het hem ook in de toekomst mogelijk
zou kunen maken, veel meer voor haar te
doen, dan haar echgtenoot bij machte was
Ik ben niet de jury; gij zijt dat. Zoo gij van
meening zijt, dat ik in eenig opzicht van ge-
sirengheid heb gefaald en zoo gij daardoor
mocht overhellen tot genade, dan zou geen
zweem van spijtigheid in mij opkomen, dat
gij aldus gedaan hadt.
Dames en heeren van de Jury, mijn taak is
volbracht. Ik kan niets toevoegen aan de op-
merkingen welk ik te uwer kennis heb ge
bracht teneinde dat achte ik mijn plicht
U in deze van dienst te zijn.
Een zaak als deze kan niet wkorden beoor-
deeld door langdurige en haarfijne beschou-
wing van nietige, bijkomstige omstandig-
zwaar had tegen het terrein a;*- de Molen
krochtlaan.
De heer Apeldoorn bracht hierna als
tolk van het R.K. Kerkbestuur den Raad
dank voor de gunstige beschikking.
Hierna kwam in behandeling een aanvraag
van het Bestuur der St. Antoniusschool om
gelden uit de Gemeentekas overeenkomstig
art. 72 der Lager Onderwijswet 1920 voor
aanschaffing van nieuwe platen en school-
meubelen.
De voorzitter stelde namens B. en W.
voor om de vereischte medewerking te verlee
nen en voor genoemd doel volgens opgaaf toe
te staan een bedrag van circa 560.75.
Conform besloten.
Hierna kwam aan de orde een voorstel tot
goedkeuring van de le Suppl. Begrooting van
het Burgerl. Armbestuur dienst 1929, aanwij-
zende in ontvang en in uitgaaf 4000.
(Voor meerdere uitgaven wegens bedeeling
in geld en verplegingskosten van in ziekenhui-
zen opgenomen armlastige patienten wordt
door het Burgerlijk Armbestuur een bedrag
van c.a. 4000 noodig geacht.
De gemeentelijke subsidie bedroeg 7000
en er werd voorgesteld deze te verhoogen met
4000 en te brengen op 11000).
De voorzitter oordeelde de aange-
vraagde verhooging van subsidie aanzienlijk;
deze hield echter geen verband niet den stren
gen winter. Het geld wordt goed besteed, de
secretaris-penningmeester doet zijn best, en
op het beleid van het bestuur valt niets aan te
merken. Spreker heeft alle lof voor het Arm
bestuur.
Z.hs. werd conform het voorstel van B. en
W. besloten.
Overname wegen.
In behandeling kwam vervolgens een voor
stel tot overname in onderhoud van de Ver-
eeniging van Polders en Oningepolderde Lan
den onder Bergen door de gemeente van den
Kcgendijk, Oosterweg, Turfweg en Heeren-
weg.
De voorzitter stelde namens B. en W.
voor te besluiten van 1 Januari 1930 af van
voornoemd Waterschap in onderhoud over te
nemen de wegen, genaamd Kogendijk, Oos
terweg, Turfweg en Heerenweg, onder bepa-
ling dat door het Waterschap jaarlijks voor
of op 31 December aan de gemeente wordt
uitgekeerd een bedrag van 1000 en de bij
drage van de gemeente ad 250 per jaar ver-
valt en onder voorwaarde, dat de wegen op
1 Januari 1930 in behoorlijken staat van on
derhoud zullen verkeeren.
Op een vraag van den heer Baltus deelde
de voorzitter mede, dat het voorstel een
was van het Polderbestuur.
De gemeente had gevraagd alle polder-
wegen over te nemen, doch hiervoor werd door
het Polderb:stuur niets gevoeld.
De heer Baltus merkte nog op, dat
voorheen o.m. bij de overname van den Duin-
weg nimmer de polder behoefde te betalen,
waarop de voorzitter te kennen gaf, dat dit
ook niet juist was geweest.
Aan de orde kwam een voorstel tot vaststel
ling van een verordening houdende verbod tot
het telen van bepaalde soorten aardappelen in
de gemeente Bergen ter voorkoming van wrat-
ziekte.
Verbod aardappelteelt.
De voorzitter deelde mede, dat B. en
W. voorstellen het telen te verbieden van
de aardappelsoorten „Bravo", „Kampioen",
„de Wet" en „Bintje" overeenkomstig een
verzoek van de Algemeene Vereeniging van
van Bloembollencultuur te Haarlem, waarom
trent de Plaatselijke commissie voor het Land-
bouwverslag gunstig heeft geadviseerd.
De verordening werd voorgelezen en door
dm voorzitter toegelicht.
De heer D i r k s o n was tegen de verorde
ning, meende dat het niet op den weg der ge
meente lag deze verordening vast te stellen" en
oordeelde het een Rijkszaak.
De heer Swaag gaf B. en W. in overwe
ging 't voorstel in te trekken, op grond van
een door den Rijkstuinbouwconsulent uitge-
bracht advies in den Proeftuin Kennemer-
land.
De heer H e m e 1 r ij k meende, dat het een
Provinciaal belang kon zijn, aangezien het
hem niet gewnscht voorkwam, dat de eene
gemeente een verbod uitvaardigde en de an-
dere niet. De Provincie zou indien zij het noo
dig oordeelde, het vaststellen van een derge
lijke verordening aan de gemeenten kunnen
aanbevelen.
Spr. stelde voor B. en W. te verzoeken deze
zaak nader onder de oogen te zien.
De heer D e n D a s verklaarde geen be
zwaar te hebben tegen dergelijke beschermen-
de bepalingen.
Na ampele bespreking werd op voorstel van
den heer H e m e 1 r ij k z.h.s. besloten deze
zaak te verwijzen naar B. en W., gezien het
advies van den Rijkstuinbouwconsulent en B.
en W. op te dragen een en ander nader onder
de oogen te zien.
heden. Men moet het onderhavige geval on
der de oogen zien, zooals elk ander geval van
deze soort, namelijk naar de breede lijn van
het dagelijksch leven, van menschelijken
hartstocht en genegenheid, en naar de breede
lijn van oprechtheid, zoowel als van gezond
verstand.
U kunt thans tot Uw taak overgaan. Mag
ik U verzoeken, U in de raadskamer hier-
nevens begeven, ter overweging van Uw uit-
spraak!"
II. In de Jury-kamer.
Langzaam, in een rij, verliet de jury de
rechtszaal en onder het publiek waren velen,
diet rachten zoo mogelijk een zweem van de
uitdrukking op de zichten waar te nemen, ten
einde te kunen voorspellen hoe de uitspraak
zou luiden. Maar, al was de kleinste en oud-
ste dame erg bleek en al had de andere; de
jongste, een hoogroode kleur, op geen van de
twaalf gezichten vertoonde zich maar een
trek, die slechts de minste aanwijzing bood.
Intuschen mocht veilig worden aangeno-
men, dat vier vijfden van de aanwezigen in de
rechtszaal er niet aa ntwijfelden, of de uit
spraak zou zijn schuldig", terwijl de minder-
heid de eigenlijk ongegronde hoop koes-
terde, dat Eva Raydon onschuldig zou wor
den verklaard. Misschien geloofae zelfs de
helft van die minderheid heilig, dat Eva Ray
don, ondanks alle bewijs tegen haar, niet
schuldig was. en nam de rest het cynische
standpunt in, dat haar buitengewone schoon-
heid, haar eigenaardige bekoring en haar
Vervolgens kwam in behandeling een voor
stel tot vaststelling van een verordening op
de heffing van cursusgeld door de gemeente
Bergen geheven ter tegemoetkoming in de
kosten van cursussen, welke door en voor reke
ning van die gemeente worden gegeven.
(Wordt vervolgd)
HEILOO.
De Rederijkerskamer ,,'t Ontluikende
Roosje" gaf Woensdagavond haar eerste uit-
voering in dit'seizien. De „Rustende Jager''
was geheel bezet en dit is verklaarbaar om-
dat het aantal donateurs steeds grooter
wordt.
Onder regie van den heer P. van 't Veer
werd opgevoerd Jan Tromp's „De Schaduw
uit het Oosten", spel van de tropen in 3 be-
drijven.
Het tooneel verplaatst ons in de weelderig
ingerichte woning van den heer Loef Sr., di-
recteur eener suikerfabriek te Goening Api..
Loef Sr. heeft een zoon en dochter. Loef Jr.
is een futloos jongmensch, die een broertje
dood heeft aan werken en steeds er op uit is
om eens de bloemetjes buiten te zetten.
Mary is een allerliefste dochter, de oogappel
van haar vader. George Hoover, een employe
van een naburige onderneming, is de ,vriend':
van Loef Jr. We treffen ook nog aan een
zekeren Oessin Veltman, fabricageebef op de
suikerfabriek en ten slotte een mijnheer
Smoorman, zaakwaarnemer.
De heer Oessin Veltman, een halfbloed, is
een werker, die door energie en vlijt zich
opwerkt, een nieuw plan indient voor sulker-
fabricage en ten slotte slaagt. De ingekankerde
haat tegen alles wat Indo is komt bij alien,
uitgezonderd Mary, tot uiting.
Loef Sr. ontziet zich niet Veltman onmoge
lijk te maken, doch slaagt niet. De strijd
tusschen blank en bruin komt in het verhad-
delde in al zijn schrilheid naar voren. Ten
slotte blijkt dat Veltman de oudste zoon is
van Loef Sr.
De inhoud van het stuk kon ons niet
bijster bekoren. De lange samenspraken doen
aan het geheel geen goed. Ook is er te wei-
nig handeling om het mooi te maken. Toch
hebben de leden van de Kamer hun beste
beer.tje voorgezet.
De nog steeds actieve heer van 't Veer
gaf een goede uitbeelding van Loef Sr.
Mej. M. van Gemeren vervulde de rol van
Mary niet onverdienstelijk, doch in een
andere rol presteert zij veel meer.
De heer C. Vennik gaf een te loven ver-
tolking van den futloozen Loef Jr., Oessin
Veltman werd voortreffelijk weergegeven,
aan den heer A. Greeuw Jr. ons bijzonder
compliment, zijn spel was af. George Hoover
werd door den heer D. de Jager goed weer
gegeven, doch hij was niet rolvast. Smoor
man werd uitgebeeld door den heer D. Visser.
De zwijgende Sedin, een Indische jongen
werd door mej. G. Nicolai goed uitgebeeld.
De tooneelaankleeding was geheel af.
Niets laat het bestuur onbeproefd om dit zoo
voordeelig mogelijk te doen zijn en de heer
Leo Bakker uit Alkmaar is uitstekend ge-
slaagd.
De grimeering van de firma Ridderikhof
uit Hoorn, was in elk opzicht te roemen Re-
sumeerende kunnen we verklaren, dat de
eerste opvoering in menig opzicht is geslaagd,
De vorige week hebben we iets medege-
deeld over den bouw van een manege voor
den heer P. de Jager Jr.
Naar we thans vememen is de bouw uit-
gegaan van een Naamlooze Vennootschap
waarvan de heer P. de Jager Jr. de directeuf
wordt.
EGMOND AAN ZEE.
Bij beschikking van den minister van
defensie, is aan den dienstplichtige A.
Vuil, uit deze gemeente, voor goed vrij-
stelling van den militairen dienstplicht
verleend.
SCHAGEN.
Keuring van Stier- en Kuikalveren.
Evenals voorgaande jaren zal door de
fokvereenigingen gevestigd te Barsinger-
horn-Schagen, Wieringerwaard, Koegras,
Dirkshorn-Sint Maarten, Sint-Maartens-
brug, Noord-Zijpe, Nieuwe Niedorp en Wie-
ringen, te Schagen een keuring van Stier- en
Kuikalveren worden gehouden op Donder-
dag 31 October 1929, op een door het Ge-
meentebestuur van Schagen daartoe welwil-
lend afgestaan terrein in de onmiddellijke
nabijheid van de Markt.
Tevens wordt op dit terrein mede een
markt gehouden mede van uitsluitend gere-
gistreerd vee van elken leeftijd, uitgesloten
oudere stieren; alle andere dicren worden
geweerd als geen afstammingsbewijs kan
worden overgelegd.
Voor koopers een mooie gelegenheid om
hunne beslagen aan te vullen met geregis-
voorkomen van diepe geslagenheid, zooals zij
die in de bank van beschuldigden had ge-
toond, haar stellig al was zij schuldig
van de doodstraf zouden redden.
De twaalf reden der jury, tien mannen en
twee vrouwen, die geroepen waren om over
dood en leven te oordeelen in het Swanmere-
proces, maakten op hen, die in de laatste vier
dagen soms in hun richting hadden gekeken,
den indruk van een doodgewoon troepje men-
schelijke wezens. Toch was een der vrouwen,
bekend als juffrouw Nora Norwich, een nota-
bele figuur in dat wereldie, tegelijk heel klein
en heel groot, een wereldje dat zich op ver-
sohillende manieren interesseert voor „socia-
len arbeid" en plaatselijke toestanden.
In haar jeugd had juffrouw Nora Nor
wich er heel goed uitgezien, zooals mocht
worden afgeleid uit de strenge, zuiver rechte
gelaatstrekken een bijna algemeen type van
deE ngelsche vrouwen der goede middei-
klasse.
In den tijd, toen zij met haar socialen ar
beid was begonnen, gold het als een buiten-
nissige onderneming voor een meisje van een
achtenswaardige,welgezeten familie, iets aan
te vatten, dat op een openbaren werkkring ge-
leek. Hoewel zij nog lang geen vijftig telde
en er daarbij jonger uitzag dan zij was, zou
den haar onderwijzers va nvroeger stom van
verbazing hebben gestaan, zoo een engel hun
was komen vertellen, dat Nora Norwich op
een goeden dag zitting zou nemen in een ge-
mengde jury van mannen en vrouwen ter
zake van een opzienbarend moordproces!
P (Wordt yervolgd.)