Alkmaarscbt (will. De geheimzinnige voetstappen FEU1LLET0N. No. 252 1929. Honderd een en dertigste Jaargang. I rudii- 25 October. Ratflio-hoekje Zaterdag 26 October. Hilversum, 298 M(Na 6 uur 1071 M.) JO.—10.15 Morgenwijding. 12.15—2. Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.— 2 30 Filmpraatje door Alax Tak. 2.30—4.— Aansl. van het Tuschinski Theater te Am- sterdam. 4.—4.30 The dansant uit het Caba ret „La Gaite" te Amsterdam. 4.30—5. Sportpraatje door: H. Hollander. 5.—5.30 Gezondheidshalfuurtje. Dr. M. Niemeijer spreekt oven De voorbehoedende geneeskun- de 5.30—6.— Duitsch voor gevorderden en conversatie. 6.01—7.45 Concert door hetOm- roepprkest. Jan Keessen, viool. 3_ v. A. R. A. Orgelrecital. 8.10 Toe- spraak over: Taalzuiverheid en taalzuive- raars in Nederland". 8.30 Orkestconcert en tooneel. 10.45 Actueele- en levensliedjes. 11.15 Gramofoonmuziek. Huizen, 1875 M(Uitsluitend K. R. O.) U.3012.Godsdienstig halfuurtje. 12.15 1.15 Concert door het K. R. O.-Trio 1.15 2.Gramofoonmuziek. 2.3.15 Kinder- uurtje. 3.30—4.— Cursus Esperanto. 4.— 4.30 Lezing over: Waarom ik tot het Nijver- Iheidsonderwijs kwam. 4.30—5.— Cursus En- gelsch voor beginners. 5.5.45 Concert door Mandolineclub. 5.45—6.— Journalistiek Weekoverzicht. 6.—7.30 Concert door Cine- ma-orkest. 7.30—8.— Lezing over: Maat- schappelijke Gezondheidszorg". 8.01—9. Vroolijk gramofoon-programma. 9.— Orkest concert. Na afloop: Gramofoonmuziek. 12. Sluiting. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05—11.20 Lezing. 1.20—2.20 Or kestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. Or- kest. F. Sutcliffe, bariton. 5.05 Orgelconcert. Cinema-orgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Orgelconcert. 7.20 Lezing. 7.35 Lezing. 7.45 Muzikaal inter mezzo. 7.50 Concert. M. Browne, sopraan. O. Brynwijn, bariton. Kwintet. 9.20 Nieuws berichten. 9.35 Lezing. 9.50 Berichten. 9.55 Vaudeville programma. 10.5512.20 Dans- muziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50— 2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Kinderhalfuur- tje. 6.55 Gramofconmuziek. 8.35 Pianoles. 8.50 Orkestconcert. 9.35 Gramofoonmuziek. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert. q,3510.45 Gramofoonmuziek. 10.20 11.15 Eerste steenlegging van het Universi- teitsgebouw te Keulen. 11.2012.10 Zang, declamatie en reportage. 12.251.50 Orkest concert. 4.50—5.50 Concert. Zangkwartet en Blazersvereen. 7.20 Vroolijke avond. Orkest. Intermezzo: „Enten und Seeschlangen", van Hermann Tolle. Muziek van Gustav Kneip. 9.50—10.20 Dansles. 10.20—11.20 Dans- muziek. 11.2012.20 Dansmuziek. (Gramo- foonplaten). Kalundbcrg, 1153 M. 2.504.50 Orkest concert. 7.358.05 Cello-recital door E. Ryt- ter. F. Jensen, piano. 9.0510.20 Orkestcon cert en zang. 10.2011.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 6.1512.50 Lezingen. 1.201.50 Gramofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert uit Hamburg 4 507.05 Lezingen. 7.50 Cabaret. Daarna tot 11.50 dansmuziek. PMivinciaa! meuws BERGEN. Raadsvergadering. Woensdagavond vergadu'de de raad in >penbare zitting onder voorzitterschap van den burgemeester. Alle leden waren aan- wezig. Vaststelling rooilijn. Na opening werd mededeeling gedaan van: Een verzoekschrift van den heer A. M. de Lange houdende verzoek om de rooilijn aan de Noordzijde van het te bouwen perceel aan de Hertelaan te bepalen op 6 M. uit den kant van den weg. Onder verwijzing naar het schrijven van B. en W. d.d. 11 October j.l. aan den Raad en de hierop ontvangefi verklaringen van de leden, waaruit blijkt, dat't meerendeel van de leden geen bezwaar heeft het verzoek in te willigen, in verband waarmede B. en W. aan- vrager bereids de vereischte toestemming heb- ben verleend, werd door den voorzitter na- mens B. en W. geadviseerd het verzoekschrift voor kennisgeving aan te nemen. De heer den Das vroeg inlichtingen om- trent de argumenten, die bij B. en W. hadden geautoriseerde vertaling uit het Engelsch van Mevrouw Belloc Lowndes, door OSWALDI. 601 Ik wil u niet vermoeien met enkele bijkom- stige omstandigheden, die ongetwijfeld uw gedachten reeds in beslag nemen; de belang- ri;kste daarvan was volgens mijn gevoelen het sterke verzet der jonge weduwe tegen een doodschouw van het stoffelijk overschot van haar echtgenoot. Wij hebben niet te doen met de zaak eener onnoozele of domme persoon maar van een vrouw van opvoeding en ver- stand. Waar dit het geval is, waarom dan die ziekelijke afkeer en die onverzettelijkheid om, zoo mogelijk een lijkschouwing of een onder- zoek te voorkomen? Ware de aanklacht door mijnheer Birtley Raydon's moeder niet inge- diend, dan zou de ongelukkige man zijn be- graven, ik vrees te moeten zeggen, met onbe- hoorlijken spoed, en zou de waarheid inzake zijn tragisehen dood tot den dag des oordeels verborgen zijn gebleven. Echter zou ik het niet strikt eerlijk achten, op dit punt buitenge- woon veel licht te laten vallen, vermits het duidelijk is, dat de huisdokter van den over- ledene, de arts Durham, eveneens sterk tegen een lijkschouwing was, en ongetwijfeld mevrouw Birtley Raydon stijfde in haar ver zet tegen den duidelijk te kennen gegeven wensch van de arme moecjer, gegolden, om het verzoek toe te staan. Spr. meende, dat bij het toestaan tot overschrij- ding van een rooilijn, er ernstige argumenten moesten zijn. De aangevoerde argumenten vond hij niet ernstig. De voorzitter zeide, dat een officieele vaststelling van den rooilijn op 7%M. niet bestond. De Provinciate Adviescommissie had geen bezwaar tegen een rooilijn van 6 M. Op de vraag van den heer Z e i 1 e r, of het Raadsbesluit van 1925 waarbij de rooilijn be- paald was op 1% M. dan niet geldig was, deelde de voorzitter mede, dat in 1913 de Raad den rooilijn had vastgesteld op 5 M. Na bespreking met de Wegencommissie werd vol gens de welstandsbepaling (art. 16a der Bouwverordening) de rooilijn bepaald op 714 M. Spr. lichtte toe, waarom het gevoelen van den Raad in deze kwestie was gevraagd. De heer S w a a g vond de argumentatie niet gelukkig, doeh had er geen bezwaar inge- zien met het voorstel accoord te gaan. De heer Z e i 1 e r achtte het wenschelijk. de rooilijn in het Villapark alsnog opnieuw vast te stellen door den Raad. De voorzitter zeide, dat het in de be- doeling lag de rooilijn bij het uitbreidinsplan op 714 M. vast te stellen. De heer Apeldoorn merkte nog op, dat het hem bevreemd had, dat de Adviescommis sie die ondanks B. en W. toch van mee- ning was dat een rooilijn van 714 M. goed was, op het verzoek van aanvrager gunstig adviseerde. Na verdere bespreking werd zonder hoof- delijke stemming goedgevonden conform het voorstel van B. en W. het verzoekschrift voor kennisgeving aan te nemen. Een adres van het Bestuur der Volks-Uni- versiteit te Alkmaar, houdende verzoek om de jaarlijksche subsidie te verhoogen en te bren- gen van 10 op 25. De voorzitter stelde namens B. en W voor, het adres bij de Gemeentebegrooting voor 1930 te behandelen. Conform besloten. Een adres van den heer G. Kortenschijl, eigenaar van hotel-cafe-restaurant „De Oude Prins" houdende verzoek te bevorderen dat voor genoemde cafe een vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein kan worden verleend, boven het maximum, als vergunning voor maatschappelijk verkeer in- gevolge art. 6 der Drankwet. De voorzitter deelde mede, dat deze zaak behoort tot de competentie van B. en W en stelde voor het adres ter afdoening in han- den van genoemd college te stellen. De heer d e n D a s vroeg of het in de be- doeling lag van B. en W. om het aantal ver- gunningen boven het vastgestelde maximum uit te breiden. Devoorzitter lichtte toe, dat omtrent een vergunning voor een buitengewone inrich- ting voor maatschappelijk verkeer de Kroon beslist. B. en W. adviseeren slechts. Spr. was echter van meening, dat de kwestie voor aan vrager niet sterk stond. Op de vraag van den heer Martin of een voorstel tot verhooging van het maximum aantal vergunningen kon worden tegemoet gezien, zeide de voorzitter, dat deze zaak in een volgende vergadering aan de orde zou worden gesteld. Hierna werd zonder hoofdelijke stemming besloten het adres ter afdoening in handen van B. en W. te stellen. Een adres van een groot aantal eigenaars en gebruikers van landerijen, grenzende aan de wegen en dijken der gemeente, houdende verzoek om de jaarlijksche schouw op te dra- gen aan de huurders der wegen en dijken. De heer Apeldoorn deelde mede, dat de Wethocders gunstig wenschten te advisee ren. Goedgevonden werd dit adres bij punt 10 der agenda te behandelen. Verbetering Zakedijk. Een adres van bewoners aan en gebruikers van den Zakedijk, houdende verzoek tot ver betering van den weg. De heer Apeldoorn zeide, dat het niet de bedoeling was den weg te beharden en hocpte, dat dit ook niet de bedoeling was van adressanten, waarom dan ook niet werd voor- gesteld het verzoek bij de behandeling van de Gemeentebegrooting voor 1930 onder de oogen te zien. Spr. stelde ook namens den Wethouder, den heer Bogtman, voor, den weg wat te verbeteren. De heer Martin betoogde de noodzake- lijkheid dat de weg in beteren toestand werd gebracht. De heeren Blank en Swaag waren van meening, dat de Zakedijk in onderhoud was bij de Ver. van Polders en oningepolder- de landen. Op voorstel van den voorzitter werd goedgevonden. indien de weg in onderhoud is bij het polderbestuur, de aandacht op den toestand te vestigenmocht de weg in onder houd bij de gemeente zijn, den weg wat te doen opknappen. Mijn taak is bijna ten einde. Dit verhoor. ik herhaal het, is afgenomen op een strikt eer- lijke wijze. Eensdeels heeft de Procureur Generaal zioh met voile toewijding en ge- strengheid, doch steeds eerlijk en loyaal van zijn plicht gekweten en onder uw aandacht gebracht al die gegevens welke, naar zijn oor- deel en op grond van zijne rijke ervaring, als richtsnoer kunnen dienen voor uw rechtscol- lege, dat aanstond moet beslissen in de vraag: is beklaagde schuldig of onschuldig? Anderdeels hebt gij van Sir Joseph Molloy, den verdediger van beklaagde, een zeer wel- sprekende, ja zelfs bezielende pleitrede ge- hoord. Gelijk zijn reciht was, bracht hij elk punt, dat tot haar voordeel kon-strekken, sterk naar voren en hij eindigde zijn toespraak met een treffend slotwoord, waarin hij u er op wees, dat de geest van het recht, in de jury- bank moge zijn de vriend en beschermer van de beschuldigde. Dames en heeren, laat mij u zeggen, dat de geest van het recht en waar- van nog moet worden bewezen wiens vriend hij is, zioh richt naar de zooeven bedoelde vraag, welke nog niet is beantwoord, is hier schuld of onschuld? Het rechtsgevoef, of beter het sentiment kan, ingeval van schuld, niet meespreken om twijfel te bemantelen of een misdadiger te beschermen. Zoo goed als het recht blind is, behoort de geest, de zsiel van het recht doof te zijn, voor de smeekbeden vau vooroordeel of van hartstocht. Tevens, leden der Jury, eischt de wet van U en dat zeer terecht dat gij, ten voordeele van beschuldigde, elken billijken of aanneme- lijken twijfel in het licht stelt, waaraan de Aanleg lichtleiding. Een adres van den heer P. Koopman wo- nende aan den Zakedijk, houdende verzoek om voor eigen rekening een hulpleiding te mogen maken voor de electrificatie van zijn kippenbroederij. De heer Apeldoorn lichtte het verzoek nader toe en zeide, dat, den administrateur van het G.E.B. gehoord, de Wethouders van mee ning waren dat het verzoek als zoodanig niet kon worden toegestaan. Even voor deze vergadering had spreker over een heden van den administrateur ont- vangen rapport met de commissieleden ge- confereerd en stelde namens de commissie voor, voor rekening van het bedrijf een kabel te doen leggen mits aanvrager zich bereid verklaarde 5 (rente) van de totale aanleg- kosten ad 800 of 40 per jaar aan het be drijf te betalen. In verband met het voor- nemen van B. en W. in overleg met de com missie, om bij de gemeentebegrooting den Raad voor te stellen successievelijk alle thans bestaande perceelen, welke nog van electric: teit verstoken zijn, voor rekening van het be drijf aan te sluiten, en de woning van aan vrager over 2 of 3 jaar voor aansluiting in aanmerking komt, stelt de commissie voor, voorde betalinggeen termijn te noemen, doch te bepalen, dat de bijdrage verschuldigd is totdat de aansluiting van de ter plaatse nog niet aangesloten perceelen volgens het voor- genomen plan, aan de beurt is. De heer Swaag vroeg waarom het den heer Koopman niet kan worden toegestaan de hulpleiding zelf te aoen aanleggen. Aanvra ger zal het materiaal leveren en verklaart zich bereid zich te onderwerpen aan de keur van het G.E.B. Spr. bepleitte het verzoek toe te staan. De heer B r u g m a n noemde de bezwaren, de gemeente zou kunnen worden aansprake- lijk gesteld voor schade aan derden, de palen zijn te kort, en het koperdraad te licht. Spr meende, dat de heer Koopman onmogelijk tegen het billijke voorstel bezwaar zal maken De heer Hemelrijk kon zich na de toelich- tingen wel met het voorstel der commissie ver- eenigen. Na ampele bespreking werd op voorstel van den voorzitter overeenkomstig de bedoeling der commissie voor het G.E.B. z.h.s. besloten het voorstel van de commissie aan te nemen met dien verstande, dat de jaarlijksche bijdra ge door den heer Kooopman verschuldigd zal zijn tot zoolang de aanleg in de uitbreiding opgenomen en de aansluiting zou zijn uitge- voerd. Vervolgens kwam aan de orde: Een rdeuw terrein voor de r.-k. jon- gensschool. Nieuwe aanvraag van het R.-K. Kerkbe- stuur te Bergen (N.-H.) d.d. 10 October 1929 om overeenkomstig art. 72 der Lager Onder- wijswet 1920 de noodige gelden te mogen ont- vangen uit de Gemeentekas voor den aankoop van c.a. 4000 M2. grond gelegen tusschen Kruisweg en Stroomerlaan a 2 de M2. voor de te stichten R. K. Jongensschool en wel in de plaats van de aanvraag voor het terrein aan de Molenkrochtlaan. De voorzitter stelde namens B. en W. voor, onder intrekking van het Raadsbesluit van 26 September 1929 te besluiten aan ge noemd kerkbestuur aan en overeenkomstig zijn aanvraag d.d. October 1929, de ver eischte medewerking te verleenen. Voorts B. en W. te machtigen tot aanvaar- ding van den door den heer Jb. van Rednen om niet aangeboden grond voor den aanleg van een hiervoor aan te leggen weg tusschen Kruisweg en Strocmerlaan voor het gedeelte van Kruisweg tot aan de Zuidelijke grens van het schoolterrein, den aanleg van dit gedeelte voor rekening der gemeente te nemen en voorts onder nader vast te stellen voorwaar- den in principe te besluiten tot aanleg van het overige gedeelte van den weg voor rekening van den eigenaar, zooals op bijgaande situa- tie-schets is aangegeven, waaromtrent de Pro vinciale advies-commissie gunstig heeft ge adviseerd en waaromtrent nader" voorstellen zouden worden gedaan. De heer Z e i 1 e r zeide zich bij het advies der Prov. Adv. Commissie neer te leggen Persoonlijk houdt spr. niet van kleine wegen, die allerlei hoeken afsnijden en tot een dool- hof aanleiding geven. Devoorzitter zeide, dat deze kwestie overweging verdiende. De heer Wieger Bruin der Prov. Adv. Comm. had zich echter posi tief uitgesproken, gpen bezwaar te hebben tegen kleine straatjes en knusse hoekjes, mits een kleine weg maar niet lokte tot't verkeer. De voorzitter bestreed den heer Zeiler als zouden dergelijke wegen kostbaar zijn, en lichtte het voorstel nader toe. Zonder hoofde lijke stemming werd conform het voorstel van B. en W. besloten. De heer Martin zeide verheugt te zijn, dat het zoover was gekomen, daar spreker be- feiten volgens Uw oordeel onderhevig moch- ten zijn. Gij hebt het recht, neen, meer dan dat, want het is Uw hooge plicht, zulk een twijfel, wanneer die bij U rijst, als gewicht in de schaal te brengen. Doch het mag geen twijfel zijn, die bij U in de gewone dingen van het leven waardeloos zou zijn en evenmin mag het een twijfel zijn, welken gij zoudt wen- schen of verlangen, enkel om hem als factor te hebben. Schenk aan beklaagde ten voile het voorrecht van mogelijke overwegingen, waar- op zij, naar Uw inperlijke overtuiging, het recht heeft. Maar en weder hield de rechter even op „bedenkt voor alles, dat wij te doen hebben met een geval van een ge- trouwde vrouw, die een gevaarlijke vriend schap onderhield met een man, die haar echt genoot niet is, en die in een financieele positie verkeert, welke hem reeds in staat heeft ge steld en het hem ook in de toekomst mogelijk zou kunen maken, veel meer voor haar te doen, dan haar echgtenoot bij machte was Ik ben niet de jury; gij zijt dat. Zoo gij van meening zijt, dat ik in eenig opzicht van ge- sirengheid heb gefaald en zoo gij daardoor mocht overhellen tot genade, dan zou geen zweem van spijtigheid in mij opkomen, dat gij aldus gedaan hadt. Dames en heeren van de Jury, mijn taak is volbracht. Ik kan niets toevoegen aan de op- merkingen welk ik te uwer kennis heb ge bracht teneinde dat achte ik mijn plicht U in deze van dienst te zijn. Een zaak als deze kan niet wkorden beoor- deeld door langdurige en haarfijne beschou- wing van nietige, bijkomstige omstandig- zwaar had tegen het terrein a;*- de Molen krochtlaan. De heer Apeldoorn bracht hierna als tolk van het R.K. Kerkbestuur den Raad dank voor de gunstige beschikking. Hierna kwam in behandeling een aanvraag van het Bestuur der St. Antoniusschool om gelden uit de Gemeentekas overeenkomstig art. 72 der Lager Onderwijswet 1920 voor aanschaffing van nieuwe platen en school- meubelen. De voorzitter stelde namens B. en W. voor om de vereischte medewerking te verlee nen en voor genoemd doel volgens opgaaf toe te staan een bedrag van circa 560.75. Conform besloten. Hierna kwam aan de orde een voorstel tot goedkeuring van de le Suppl. Begrooting van het Burgerl. Armbestuur dienst 1929, aanwij- zende in ontvang en in uitgaaf 4000. (Voor meerdere uitgaven wegens bedeeling in geld en verplegingskosten van in ziekenhui- zen opgenomen armlastige patienten wordt door het Burgerlijk Armbestuur een bedrag van c.a. 4000 noodig geacht. De gemeentelijke subsidie bedroeg 7000 en er werd voorgesteld deze te verhoogen met 4000 en te brengen op 11000). De voorzitter oordeelde de aange- vraagde verhooging van subsidie aanzienlijk; deze hield echter geen verband niet den stren gen winter. Het geld wordt goed besteed, de secretaris-penningmeester doet zijn best, en op het beleid van het bestuur valt niets aan te merken. Spreker heeft alle lof voor het Arm bestuur. Z.hs. werd conform het voorstel van B. en W. besloten. Overname wegen. In behandeling kwam vervolgens een voor stel tot overname in onderhoud van de Ver- eeniging van Polders en Oningepolderde Lan den onder Bergen door de gemeente van den Kcgendijk, Oosterweg, Turfweg en Heeren- weg. De voorzitter stelde namens B. en W. voor te besluiten van 1 Januari 1930 af van voornoemd Waterschap in onderhoud over te nemen de wegen, genaamd Kogendijk, Oos terweg, Turfweg en Heerenweg, onder bepa- ling dat door het Waterschap jaarlijks voor of op 31 December aan de gemeente wordt uitgekeerd een bedrag van 1000 en de bij drage van de gemeente ad 250 per jaar ver- valt en onder voorwaarde, dat de wegen op 1 Januari 1930 in behoorlijken staat van on derhoud zullen verkeeren. Op een vraag van den heer Baltus deelde de voorzitter mede, dat het voorstel een was van het Polderbestuur. De gemeente had gevraagd alle polder- wegen over te nemen, doch hiervoor werd door het Polderb:stuur niets gevoeld. De heer Baltus merkte nog op, dat voorheen o.m. bij de overname van den Duin- weg nimmer de polder behoefde te betalen, waarop de voorzitter te kennen gaf, dat dit ook niet juist was geweest. Aan de orde kwam een voorstel tot vaststel ling van een verordening houdende verbod tot het telen van bepaalde soorten aardappelen in de gemeente Bergen ter voorkoming van wrat- ziekte. Verbod aardappelteelt. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. voorstellen het telen te verbieden van de aardappelsoorten „Bravo", „Kampioen", „de Wet" en „Bintje" overeenkomstig een verzoek van de Algemeene Vereeniging van van Bloembollencultuur te Haarlem, waarom trent de Plaatselijke commissie voor het Land- bouwverslag gunstig heeft geadviseerd. De verordening werd voorgelezen en door dm voorzitter toegelicht. De heer D i r k s o n was tegen de verorde ning, meende dat het niet op den weg der ge meente lag deze verordening vast te stellen" en oordeelde het een Rijkszaak. De heer Swaag gaf B. en W. in overwe ging 't voorstel in te trekken, op grond van een door den Rijkstuinbouwconsulent uitge- bracht advies in den Proeftuin Kennemer- land. De heer H e m e 1 r ij k meende, dat het een Provinciaal belang kon zijn, aangezien het hem niet gewnscht voorkwam, dat de eene gemeente een verbod uitvaardigde en de an- dere niet. De Provincie zou indien zij het noo dig oordeelde, het vaststellen van een derge lijke verordening aan de gemeenten kunnen aanbevelen. Spr. stelde voor B. en W. te verzoeken deze zaak nader onder de oogen te zien. De heer D e n D a s verklaarde geen be zwaar te hebben tegen dergelijke beschermen- de bepalingen. Na ampele bespreking werd op voorstel van den heer H e m e 1 r ij k z.h.s. besloten deze zaak te verwijzen naar B. en W., gezien het advies van den Rijkstuinbouwconsulent en B. en W. op te dragen een en ander nader onder de oogen te zien. heden. Men moet het onderhavige geval on der de oogen zien, zooals elk ander geval van deze soort, namelijk naar de breede lijn van het dagelijksch leven, van menschelijken hartstocht en genegenheid, en naar de breede lijn van oprechtheid, zoowel als van gezond verstand. U kunt thans tot Uw taak overgaan. Mag ik U verzoeken, U in de raadskamer hier- nevens begeven, ter overweging van Uw uit- spraak!" II. In de Jury-kamer. Langzaam, in een rij, verliet de jury de rechtszaal en onder het publiek waren velen, diet rachten zoo mogelijk een zweem van de uitdrukking op de zichten waar te nemen, ten einde te kunen voorspellen hoe de uitspraak zou luiden. Maar, al was de kleinste en oud- ste dame erg bleek en al had de andere; de jongste, een hoogroode kleur, op geen van de twaalf gezichten vertoonde zich maar een trek, die slechts de minste aanwijzing bood. Intuschen mocht veilig worden aangeno- men, dat vier vijfden van de aanwezigen in de rechtszaal er niet aa ntwijfelden, of de uit spraak zou zijn schuldig", terwijl de minder- heid de eigenlijk ongegronde hoop koes- terde, dat Eva Raydon onschuldig zou wor den verklaard. Misschien geloofae zelfs de helft van die minderheid heilig, dat Eva Ray don, ondanks alle bewijs tegen haar, niet schuldig was. en nam de rest het cynische standpunt in, dat haar buitengewone schoon- heid, haar eigenaardige bekoring en haar Vervolgens kwam in behandeling een voor stel tot vaststelling van een verordening op de heffing van cursusgeld door de gemeente Bergen geheven ter tegemoetkoming in de kosten van cursussen, welke door en voor reke ning van die gemeente worden gegeven. (Wordt vervolgd) HEILOO. De Rederijkerskamer ,,'t Ontluikende Roosje" gaf Woensdagavond haar eerste uit- voering in dit'seizien. De „Rustende Jager'' was geheel bezet en dit is verklaarbaar om- dat het aantal donateurs steeds grooter wordt. Onder regie van den heer P. van 't Veer werd opgevoerd Jan Tromp's „De Schaduw uit het Oosten", spel van de tropen in 3 be- drijven. Het tooneel verplaatst ons in de weelderig ingerichte woning van den heer Loef Sr., di- recteur eener suikerfabriek te Goening Api.. Loef Sr. heeft een zoon en dochter. Loef Jr. is een futloos jongmensch, die een broertje dood heeft aan werken en steeds er op uit is om eens de bloemetjes buiten te zetten. Mary is een allerliefste dochter, de oogappel van haar vader. George Hoover, een employe van een naburige onderneming, is de ,vriend': van Loef Jr. We treffen ook nog aan een zekeren Oessin Veltman, fabricageebef op de suikerfabriek en ten slotte een mijnheer Smoorman, zaakwaarnemer. De heer Oessin Veltman, een halfbloed, is een werker, die door energie en vlijt zich opwerkt, een nieuw plan indient voor sulker- fabricage en ten slotte slaagt. De ingekankerde haat tegen alles wat Indo is komt bij alien, uitgezonderd Mary, tot uiting. Loef Sr. ontziet zich niet Veltman onmoge lijk te maken, doch slaagt niet. De strijd tusschen blank en bruin komt in het verhad- delde in al zijn schrilheid naar voren. Ten slotte blijkt dat Veltman de oudste zoon is van Loef Sr. De inhoud van het stuk kon ons niet bijster bekoren. De lange samenspraken doen aan het geheel geen goed. Ook is er te wei- nig handeling om het mooi te maken. Toch hebben de leden van de Kamer hun beste beer.tje voorgezet. De nog steeds actieve heer van 't Veer gaf een goede uitbeelding van Loef Sr. Mej. M. van Gemeren vervulde de rol van Mary niet onverdienstelijk, doch in een andere rol presteert zij veel meer. De heer C. Vennik gaf een te loven ver- tolking van den futloozen Loef Jr., Oessin Veltman werd voortreffelijk weergegeven, aan den heer A. Greeuw Jr. ons bijzonder compliment, zijn spel was af. George Hoover werd door den heer D. de Jager goed weer gegeven, doch hij was niet rolvast. Smoor man werd uitgebeeld door den heer D. Visser. De zwijgende Sedin, een Indische jongen werd door mej. G. Nicolai goed uitgebeeld. De tooneelaankleeding was geheel af. Niets laat het bestuur onbeproefd om dit zoo voordeelig mogelijk te doen zijn en de heer Leo Bakker uit Alkmaar is uitstekend ge- slaagd. De grimeering van de firma Ridderikhof uit Hoorn, was in elk opzicht te roemen Re- sumeerende kunnen we verklaren, dat de eerste opvoering in menig opzicht is geslaagd, De vorige week hebben we iets medege- deeld over den bouw van een manege voor den heer P. de Jager Jr. Naar we thans vememen is de bouw uit- gegaan van een Naamlooze Vennootschap waarvan de heer P. de Jager Jr. de directeuf wordt. EGMOND AAN ZEE. Bij beschikking van den minister van defensie, is aan den dienstplichtige A. Vuil, uit deze gemeente, voor goed vrij- stelling van den militairen dienstplicht verleend. SCHAGEN. Keuring van Stier- en Kuikalveren. Evenals voorgaande jaren zal door de fokvereenigingen gevestigd te Barsinger- horn-Schagen, Wieringerwaard, Koegras, Dirkshorn-Sint Maarten, Sint-Maartens- brug, Noord-Zijpe, Nieuwe Niedorp en Wie- ringen, te Schagen een keuring van Stier- en Kuikalveren worden gehouden op Donder- dag 31 October 1929, op een door het Ge- meentebestuur van Schagen daartoe welwil- lend afgestaan terrein in de onmiddellijke nabijheid van de Markt. Tevens wordt op dit terrein mede een markt gehouden mede van uitsluitend gere- gistreerd vee van elken leeftijd, uitgesloten oudere stieren; alle andere dicren worden geweerd als geen afstammingsbewijs kan worden overgelegd. Voor koopers een mooie gelegenheid om hunne beslagen aan te vullen met geregis- voorkomen van diepe geslagenheid, zooals zij die in de bank van beschuldigden had ge- toond, haar stellig al was zij schuldig van de doodstraf zouden redden. De twaalf reden der jury, tien mannen en twee vrouwen, die geroepen waren om over dood en leven te oordeelen in het Swanmere- proces, maakten op hen, die in de laatste vier dagen soms in hun richting hadden gekeken, den indruk van een doodgewoon troepje men- schelijke wezens. Toch was een der vrouwen, bekend als juffrouw Nora Norwich, een nota- bele figuur in dat wereldie, tegelijk heel klein en heel groot, een wereldje dat zich op ver- sohillende manieren interesseert voor „socia- len arbeid" en plaatselijke toestanden. In haar jeugd had juffrouw Nora Nor wich er heel goed uitgezien, zooals mocht worden afgeleid uit de strenge, zuiver rechte gelaatstrekken een bijna algemeen type van deE ngelsche vrouwen der goede middei- klasse. In den tijd, toen zij met haar socialen ar beid was begonnen, gold het als een buiten- nissige onderneming voor een meisje van een achtenswaardige,welgezeten familie, iets aan te vatten, dat op een openbaren werkkring ge- leek. Hoewel zij nog lang geen vijftig telde en er daarbij jonger uitzag dan zij was, zou den haar onderwijzers va nvroeger stom van verbazing hebben gestaan, zoo een engel hun was komen vertellen, dat Nora Norwich op een goeden dag zitting zou nemen in een ge- mengde jury van mannen en vrouwen ter zake van een opzienbarend moordproces! P (Wordt yervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 9