DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De uitvaart van Vorst von Billow De troebelen in Palestina. De a.s. Ontwapeningsconferenlie PRINS MAX VAN BADEN, f list het Par»lement De Indische politiek in het Eng. Hoogerhuis. De Engelsche betrek- kingen met Rusland. DE ZAAK-SKLAREK. No. 262 Dit nnmmer bestaat uit 2 bladea. Honderd een en dertigste Jaargang 1929 Ijj: yooruittoetaliug per 3 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 est. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsrutmte. st> r.rieven franCo N.Y. BoeJt- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Rcdactie No. 33. Brieven WOEISBAfi DEN HAAG, 5 November 1929. De Tweede Kamer is hedenmiddag bij- •eneekomen voor de behandeling van de Riiksbegrooting. Na goedkeuring van het voorstel des Voorzitters om Donder- dag een aantal kleinere ontwerpen af te doen was de eerste spreker bij de alge- meene beschouwingen over de begroo- ting de heer Floris Vos (Middenstands- partij). die een uiteenzetting gaf van zijn begins'elen 0p staatkundig en econo- misch gebied en daarbij dermate in bij- 'zonderheden trad, dat de Voorzitter meende hem er aan te moeten herinne- ren, dat hij beter deed die punten bij de afzonderlijke hoofdstukken ter sprake te brengen. De heer Vos riep toen met eenige wanhoop uit, dat hij dan geen jeans zag den hem toebedeelden tijd vol te praten, waarop de Voorzitter ietwat glunder antwoordde, dat dit ook niet noodig was. De heer Vos eindigde toen met de verklaring, dat hij geen ander doel heeft als de welvaart te bevorde- ren, wat ongetwijfeld ook van andere partijen het doel is. De tweede spreker, de heer Mr. Knot- tenbelt (Lib.) begon met een uiteenzet ting, dat van het parlementaire stelsel slechts kracht kan uitgaan, wanneer de besten der natie aan het politieke leven deelnemen en bereid zijn zitting te ne- men in het parlement. Onjuist noemde de spr. de voorstelling, dat men een de- mocratisch bewind zou kunnen ver- wachten van de S. D. A. P., de V. D. en de R. K. Staatspartij. De ware democra tic is slechts te verwachten van hen die de belangen van het gansche volk in het oog houden en de idealen b.v. van de S. D. A. P. raken slechts een enkele groep. De liberale beginselen stroken veel meer met het democratisch ideaal. 1.chtsch. -aalitie was ook niet ...eer dan een belangengemeenschap Zij is no uitengevallen en het gevolg is, dat ve extraoarlementair kabinet weer een voor ons hebben. Een zeer uitvoerige rede heeft de woordvoerder en leider der Vrijzinnig- Democraten, Mr. Ma^chant, gehouden. Scherp ver rd°elde b^ d->ariii de for matie van het nieuwe kabinet, dat, al is het rechts georienteerd, toch geen parle- mentair kabinet mag heeten en ook niet mag rekenen op den steunvan de geheele rechterzijde, wat nu reeds uit de hou- ding van rechts is af te leiden. Ook was hij slecht te spreken over de wat hij noemde overschottenpolitiek van den minister van Financien, die uit het vo- rige kabinet is overgenomen. Die poli tiek komt neer op een bewust onjuiste voorstelling van den financieelen toe stand. Er zijn groote overschotten tel ken jare, maar de minister stelt den financieelen toestand zeer pessimistisch voor. We betalen te veel belasting en als er dan eindelijk besloten wordt tot verlichting van lasten, zoekt men het niet bij de indirecte doch bij de directe belastingen. Nog andere speciale punten roerde hij aan, zoo de benoeming van den minister van kolonien, van wien niets groots is te verwachten, om ten slotte een uiteenzetting te geven van acht verschilpunten tusschen links en rechts, strooming en tegenstrooming, gelijk hij het noemde, waarbij de tegen- woordige afbakening der verschillende politieke partijen niet kan worden vast gihouden. De heer Lingbeek (Ger. Staatk. Partij) heeft hierna de middagvergadering ge- vuld met een levendige, soms humoris- tische rede, waarin hij uiteen zette, dat het kabinet rechts noch links is, dat er geen sprake meer kan zijn van een rechterzijde, da. het gedaan is met een sam8ngaan van de protestanten met ka- tholieken enz. Dat hij zich daarbij nog- al eens antikatholieke grapjes veroor- loofde, kan men zich licht voorstellen, doch hij bleef binnen de grenzen van het behooriijke, anders zou voorzitter Van Schaik hem zeker wel tot de orde hebben geroepen! Morgen is, als we goed hebben ge- hoord, de woordvoerder der S. D. A. P., de heer Vliegen aan het woord. Direcleur: C. KRAK. 6 K.M. langen weg geschaard. Habib Oel- lah wachtte het einde zeer kordaat af, met een lachje op zijn gelaat. Geen der gefusilleerden was 'n doek voor de oogen gebonden. Precies op den daarvoor vastgestelden tijd knalde het salvo. Zielloos zegen de ongelukkigen ter aardeDat was het einde Tot op het laatste toe heeft Habib Oellah geweigerd, de plaats aan te geven, waar hij de in Kaboel en Herat geroofde schatten heeft verborgen. Habib Oellah is dus van het aardsclie tra- nendal verdwenen. Zijn loopbaan is wel snel geeindigd. Een rumoerig en onrustig laatste jaar heeft Habib Oellah meegemaakt. Toen hij in Januari, na de afzetting van koning Aman Oellah en diens broer Inajat Oellah op den voorgrond kwam, was hij be- kend onder den naam van Bachai Saqao, de zoon van een waterdrager, en was er een prijs op zijn hoofd gesteld, omdat hij zich aan het hoofd van een bende aan geweldda- den en plunderingen schuldig had gemaakt. In de verwarring die na de vlucht van Aman Oellah en zijn broer uit Kaboel ontstond, wist hij.zich van de macht meester te ma- ken door behendig partij te trekken van de impopulairiteit van Aman Oellah's hervor- mingen en aan het land herstel van den vroegeren toestand te beloven. De reactie te- gen dierts nieuwlichterij deed zich toen zeer sterk gelden en indien Habib Oellah na zijn aanvankelijk succes wijze gematigdheid had weten te toonen, zou het hem misschien be ter vergaan zijn. Maar nadat hij zich als emir Habib Oellah (hij schafte daarmee den Koningstitel af en ehrstelde de vroegere waardigheid van emir voor den drager van het opperste gezag) tot gebieder over Afgha nistan verklaard had, begon hij met geweld en knevelarij een waar schrikbewind. Zijn populairiteit bleek kortstondig en nu veree- nigden zich de hoogere klassen tegen hem die hem zijn nederige afkomst verweten. In zijn verblindheid ging hij zich aan groote wreedheden te buiten. Zijn ergste misdaad was de moord op Ali Achmed Jan, een zwa- ger van Aman Oellah, die na zijn gevangen- neming te Kaboel over straat gesleurd werd, daar met handen en voeten vastgenageld en vervolgens op barbaarsche wijze ter dood werd gebracht. Het was vooral deze wreed- heid die men hem, toen hij zelf kort na den intocht van Nadir Sjah in Kaboel, gevangen genomen werd, zoo zwaar bleef aanrekenen, dat zijn verwoedste tegenstanders van geen genade voor hem wilden weten. De nieuwe koning heeft nu geen gevaar lijke tegenstanders meer en zijn positie wordt met den dag sterker. Maar Nadir Sjah ziet met het probleem hoe hij de geheel leege schatkist zal moeten vullen. Een groot deel van de* stammen zijn in den burgeroorlog van wapens voorzien en wanneer hij de be lastingen in afgelegen provincies begint te heffen, kan dit tot nieuwe moeilijkheden aan- leiding geven. Men zal daarom moeten af- wachten, of zijn gezag werkelijk zoo stevig gevestigd is als het zich aanvankelijk liet aanzien, toen het heele land dankbaar was dat het van het juk van Habib Oellah ver- lost was. Hoofdredactenr Tj. N. ADEMA. Posigiro 37960 6 NOVEMBER DagelijkscSt overzichf. HET EINDE VAN 'N VEROVERAAR. Habib Oellah ge'executeerd; zijn korte, maar onrustwekkende regee- ringsperiode; de gevaarlijkste man van den tegenwoordigen koning ver verdwenen. Een Vaz-Dias-telegram uit Londen meldt, dat de Afghaansche gezant aldaar uit Ka boel officieel bericht heeft ontvangen, dat Habib Oellah, zijn broeder Hamed Oellah en tien dignitarissen en ministers, bij besluit der Nationale vergadering ter dood zijn veroordeeld en Zaterdag zijn geexecuteerd. Uit Pesjawar zijn over deze cxecutie nog nadere berichten ingekomen. Habib Oellah n.l. moest eerst met zijn broeder en tien aan- hangers te voet van de gevangenis naar het vliegveld bij Kaboel marcheeren, waar een afdeeling Wasiri's gereed stond. Een joelen- de en schreeuwende meninte was langs den Aan een telegram uit Jeruzalem aan de „Times" ontleenen wij no", dat de lijst achttien narnen bevat, waaronder behalve die van voorname Arabieren, die van zeven Joodsche communisten. De „Davar' is een te Telaviv verschij- nend dagblad, dat naast de lijst een be- geleidende brief openbaar maakte van majoor Harrington, waarnemend dis- tritshoofd van politie. Deze brief heeft betrekking op de notulen van een confe rence, 2 Juli in het bureau van het hoofd der politie gehouden met instructie om de namen der op de zwarte lijst ge- plaatste op een kaart aan te dienen met vlaggen onder het nummer, waarmede elke naam is aangeduid. De lijst moest streng achter slot en grendel bewaard blijven. Naast den naam van den Moefti komt op de lijst ook die voor van Dja- mal Hoesseini, secretaris van den Op- persten Muzelmanschen Raad, die een paar dagen geleden naar Londen ver- trok. Buitenland Het stoffelijk overschot van prins von Billow zou gisteravond worden verbrand, waarna de asch op het kerkhof te Nienstetten bij het graf van zijn vorig jaar gestorven echtgenoote zal worden geplaatst. Op het landgoed Klein Flottbeck nabij Hamburg vond gistermiddag een korte rouwplechtigheid plaats. Onder de aanwezigen bemerkte men den rijkskanselier Hermann Miiller, alsmedi den vertegenwoordiger van den rijkspresident, Loebe, den president van den Rijksdag, staatssecretaris Weissmann, als vertegen woordiger van de Beiersche regeering, staats secretaris von Schubert van buitenlandsch- zaken, staatssecretaris dr. Punder van d; rijkskanselarij, vertegenwoordiger van den senaat van Hamburg en het gemeentebestuur van Altona, directeuren van groote Ham- burgsche reederijen, enz. Nadat een koor het lied Jerusalem, die hochgebaute Stadt had ge- zongen, voerde ds. Chalybuss uit Nienstet ten, die vele jaren een trouw vriend van/hen ontslapene is geweest, het woord. Prins von Biilow heeft zijn bibhotheek na- gelaten aan den Hamburgschen staat en de Hamburgsche universiteit. Ook heeft hij ver- scheidene schilderijen vermaakt aan de Ham burger Kunsthalle. Een geheim document gepubliceerd. Een zwarte lijst. In verband met het publiceeren van een geheim officieel document, waarvan de inhoud in Palestina groot opzien heeft gebaard, is het verschijnen van het dagblad „Hebreu Davar" verboden. Het document in kwestie is een zwarte lijst met de namen van elf Arabische nota- belen, waaronder de groot-Moefti, de secretaris van den Oppersten Raad der Muzelmannen en zeven communisten. Lord Reading, de liberale gewezen onder- koning van Britsch-Indie, heeft gister in het Hoogerhuis de aandacht gevestigd op ds recente verklaring van den onderkoning van Indie, omtrent de verleening van den domi- ion-status aan Indie. In verband daarmee heeft hij de regeering gevraagd naar haar be- doelingen ten aanzien van Indie en naar de redenen, waarom zij de commissie-Simon niet tevoren heeft geraadpleegd. Voordat de bestaande beletselen uit den weg zijn geruimd, achtte spr. het ongewenscht den dominion-status te verleenen, omdat deze een zaak is van volledig vertrouwen en En- geland daarmee afstand doet van zijn verant- woordelij'kheid jegens Indie. Lord Parmoor (arbeiderspartij) antwoord de namens de Engelsche regeering dat deze niet vernemens is aan de punten van voorbe- houd, vermeld in de wet van Februari 1919 over de Indische regeering, welke nog van kracht is en slechts door het parlement kon worden gewijzigd, te tornen. Ofschoon de regeering gunstig gestemd is voor de verleening van den dominion-status aan Indie, als het oogenblik daartoe zal zijn gekomen, kan de constitutioneele kwestie voor Indie pas onder het oog worden gezien na ontvangst van de conclusies der commissie Simon. Deze commissie is over de recente proclamatie van den onderkoning van Indie niet geraadpleegd. De Ver. Staten en de maritieme ont- wapeningsconferentie. Over de maritieme ontwapeningsconferen- tie zullen dezer dagen door de leden van de Amerikaansche regeering belangrijke bespre- kingen worden gehouden. Daarbij zullen naar uit Washington gemeld wordt de bij zonderheden van de Amerikaansche vlootpo- litiek definitief vastgesteld worden. Aan de ze besprekingen zal ook worden deelgeno- men door generaal Dawes, den ambassa- deur te Londen. Generaal Dawes is te Washington aange komen. Hij logeert op het Witte Huis. Presi dent Hoover wenscht met hem het vraagstuk van de ontwapening ter zee en de Londen- sche conference te bespreken. Dawes heeft ook reeds een lang onderhouc. gehad met minister Stimson, dat morgen zal worden voortgezet. Aan journalisten heeft hij verklaard, dat MacDonald's reis naar Amerika een moedige daad was, die het verdiende resultaat heeft gehad. De Engelsche premier had met deze reis een groot risico op zich genomen, daar hij toch niet van te voren kon weten, of zijn verklaringen in de Ver. Staten of in Engelanc geen tegenspraak zouden hebben uitgelokt. Maar MacDonald heeft met groote tact en staatsmanskunst zijn taak volbracht, wat door den bijval in beide landen duidelijk be- wezen is. Macdonald over zijn bezoek aan de Vereenigde Staten. Lof van Baldwin en Lloyd George. groot rijk en niet als hoofd eener bepaalde politieke partij. Voor zijn initiatief en voor- loopig succes kwam hem den lof en de ach- ting van alle politieke partijen toe en spr. voegde daar namens de grootste partij der oppositie aan toe, dat de regeering geen moeilijkheden zou ontmoeten als de overeen- stemming met de Ver. Staten en een hechte vlootovereenkomst met alle vijf groote zee- mogendheden de voornaamste onderwerpen ter Londensche conference zouden worden. Ook Lloyd George complimenteerde Mac Donald, maar wilde toch graag vernemen dat het bij besprekingen en plannen geble- ven was en de premier in geen enkel opzicht beloften namens Engeland had gedaan, of in uitzicht had gesteld. MacDonald antwoordde dat hij geen enkele belofte gedaan of ont vangen had, behalve de zekerheid dat de con ference zou plaats hebben en dat de vloot- beperking in de eerste plaats op de agenda zou staan. De moeilijkheden om deze confe rence tot een goed einde te brengen. waren reeds zoo groot dat degenen, die de alge- meene ontwapening voorstonden, geduld moesten hebben tot deze conferentie geslaagd zou zijn. Eerst dan kon men ook hopen, met eenige kans van slagen over ontwapening te land te gaan confereeren. Een verklaring van Henderson; Lloyd George keurt de regeerings- pclitiek goed, Baldwin niet. Henderson heeft gisteren in het Lagerhuis inlichtingen gegeven over zijn onderhande- lingen met Dofgalefski over het herstel der diplomatieke en handelsbetrekkingen. De Russische vertegenwoordiger had hem na mens zijn regeering gezegd, dat deze niet geneigd was de zaak van de propaganda van communistische denkbeelden te behandelen, zoolang niet over en weer gezanten benoemd waren, die de officieele besprekingen konden leiden. Voor het herstel der handelsbetrekkingen had Dofgalefski dezen eisch niet gesteld, maar in de practijk maakte dit niet veel on derscheid, want sinds de verbreking der di plomatieke betrekkingen had Rusland zoo goed als niets in Engeland gekocht. Spr. had van zijn standpunt echter vastgehouden aan den eisch van verbod van alle communisti sche propaganda door speciaal daartoe aan- gewezen personen, die geen ander beroep uitoefenden en nadat men eenigen tijd in de zen cirkel had rondgedraaid, had de Russi sche regeering de vereischte belofte gegeven en de Engelsche toegestemd in de uitwisse- ling van gezanten en het officieel herstel der diplomatieke betrekkingen, waarna de on- derhandelingen over alle geschilpunten zou den beginnen. Baldwin vond, dat de regeering een zeer vernederende concessie ha gedaan door niet aan vervulling van alle voorwaarden vast te houden, die Chamberlain na den raid op het gebouw van den Arccs als minimum ge eischt had. Hij vroeg bovendien wat de re geering dacht te doen als de Russische re geering haar belofte brak, of als eerste voor stel voor hervatting der handelsbetrekkingen een groote Engelsche leening zou vragen? Lloyd George daarentegen keurde de door den minister gevolgde methode in alle op- zichten goed. Het was te dwaas dat alleen Engeland van alle groote mogendheden geen officieele betrekkingen met Rusland onder- hield, waarvan de anderen slechts de vruch- ten plukten en Engeland de nadeelen onder- vond. Bovendien hoopte de geheele beschaaf- de wereld, dat de ontwapeningsconferentie tot eenig tastbaar resultaat zou leiden en dit kon niet zoolang Rusland door Engelanc niet als gelijke werd beschouwd en behan deld. Waar deze zaak van het allergroot ste gewicht was voor de toekomst van ge heel Europa en de geheele wereld, wenschte spr. den minister van buitenlandsche zaken van harte geluk met den ingeslagen weg en hoopte dat het einde aan de rechtmatige ver wachtingen zou beantwoorden. (Het debat duurt voort). De laatste rijkskanselier tijdens den wereldoorlog. land trok hij de aandacht door een rede, welke hij in December 1917 in de Badenschf Eerste Kamer hield en waarin hij wees op d< noodzakelijkheid van belangrijke hervormin- gen in de binnenlandsche poliCek. Op 3 Oct. 1918, in een zeer moeilijk oogem blik werd hij benoemd tot rijkskanselier. Zware brand te Berlijn. Pas na 4 uur werken het gevaal geweken. Na afloop van het vragenuur in het La gerhuis heeft MacDonald een voorloopige verklaring over zijn bezoek aan Amerika af- gelegd. Hij zeide, dat hij vertrokken was zon- der eenig voorstel, behalve het algemeene richtsnoer dat iets voor de ontwapening ter zee gedaan moest worden. Na enkele uren van bespreking met president Hoover was gelukkig gebleken, dat ook de Amerikaan sche president geen overeenkomst tusschen twee staatslieden op het oog had, maar wel hetzelfde groote doel, dat evenwel niet be- reikt kon worden zonder de hartelijke en op- rechte medewefking van alle vijf groote zee- mogendheden. Om deze conferentie zoo goed I mogelijk te doen slagen zou nu het groote doel der regeering worden. Baldwin stond op, zoodra de premier uit- gesproken had en erkende, dat MacDonald j zich in de Vereenigde Staten inderdaad ge- drawn had als den eerste-minister van een Prins Max van Baden, de laatste Duitsch rijkskanselier tijdens den wereldoorlog, zoon van den voormaligen groothertog Friedrich I van Baden, is na een langdurig lijden heden morgen te 5.45 uur in het Stedelijk ziekenhuis te Constanz op 62-jarigen leeftijd overleden Hij is den lOden Juli 1867 geboren als zoon van prins Wilhelm, een broer van groot hertog Friedrich I te Baden Baden. Zijn moe< der was prinses Marie, geboren Romanows ky, hertogin van Leuchtenberg. Prins Max van Baden studeerde te Heidel berg en Freiburg rechtswetenschappen en promoveerde tot doctor in de rechten. Hij ver. vulde zijn militairen dienstplicht bij het garde-regiment kurassiers te Berlijn. Later werd hij commandeur van het regiment Lans dragonders. In 1908 legde hij alle militaire*" commando': neer en wijdde zich uitsluitend aan de poli tiek. De BadenschEerste Kamer koos hem tot voorzitter. Buiten de erenzen van zijn Te Moabit, in het N. W. van Berlijn, is hedenmorgen vroeg tegen 3 uur een brand ontstaan, die zich met razende snelheid uitbreidde en zich ontwikkelde tot een vlammenzee die ver in den om- trek zichtbaar was. De brand ontstond in een twee verdie- pingen hoog fabrieksgebouw, waarin de auto-herstelwerkplaatsen van de Han- sa-fabrieken gevestigd zijn. Korten tijd later tastte het vuur ook het belendende 1 verdiepinghooge fa brieksgebouw aan, zoodat de vlammen zee reeds een oppervlakte van 2400 M2. besloeg. De brandweer, die met 14 stuks mate- rieel ter plaatse kwam, had het hard te verantwoorden. Met 18 stralen en een drijvende brandspuit werden geweldige massa's water in de vlammen geworpen en eerst na 4 uur harden arbeid konden 5 van de 10 motorwagens inrukken. Behalv^ de autowerkplaatsen zijn nog een contractorfabriek, een theater- decor-atelier, een magazijn, een opslag- plaats van conversen en de lokalen van 'n filmmaatschapppij door de vlammen vernield. In laatstgenoemde lokalen bevond zich een sportvliegtuig, dat eveneens verbrandde. De materieele schade is zeer groot. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Ondanks het vroege uur was een ont- zaggelijke menigte op de been. De bontjassen van burgemeester Bttss, Enkele bladen nemen het thans op voor burgemeester Boss. Zij trachten zijn houding niet goed te praten, maar ze verklaren openlijk dat men Boss meer dan slecht heeft behandeld door hem op zulk een onwaardige wijze te ontvangen bij zijn terugkeer te Berlijn en hem niet eens in staat te stellen zich te verdedi- gen. Voornamelijk het lcoopen van de bontjassen tegen de bekende voorwaar den heeft de verontwaardiging van het publiek verwekt. Boss zelf beweert intusschen, dat hij persoonlijk zelf nimmer met de gebroe- ders Sklarek te doen heeft gehad. Zijn vrouw had hen op een receptie leeren kennen. De gebroeders Sklarek zouden bij deze gelegenheid met haar hebben gesproken en tijdens het gesprek ter- loops hebben verteld, dat zij juist een groote hoeveelheid bontjassen hadden ontvangen en in staat waren deze jas- sen tegen spotprijzen te verkoopen. Ze zouden zelfs de vraag hebben gesteld, of mevrouw Boss niet van deze gunstige gelegenheid gebruik wenschte te ma- ken. Mevrouw Boss zou echter geen groote waarde aan het aanbod van de gebroeders Sklarek hebben gehecht. Korten tijd later gingen zoowel Boss als zijn echtgenoote op reis. De burge meester begaf zich naar Kissingen, ter- wijl zijn vrouw haar vacantie in Gastein ging doorbrengen. Daar zou mevrouw Boss zich het aanbod van de Sklareks hebben herinnerd en toen de gebroeders Sklarek schriftelijk hebben verzocht haar een mantel toe te zenden. Toen weinige dagen later Boss eveneens te Gastein aankwam was zijn vrouw in het bezit van den mantel. Mevrouw Boss vertelde haar man, hoe zij aan den man tel was gekomen en Boss schreef daar- op onmiddellijk aan de firma Sklarek om de rekening. Men zond hem die, maar nu bleek, dat de gebroeders Skla rek voor den mantel slechts 375 mark vroegen. Daar Boss begreep, dat de man tel veel te goedkoon moes zijn, deelde hij de gebroeders Sklarek mede, dat hij nog duizend mark voor een weldadig doel zou zenden. Dit is ook inderdaad geschied. Incorrect heeft Boss klaarblij- kelijk niet gehandeld, al wa zijn hou ding ook niet juist. Gebleken is voorts, dat Boss tijdens wijze is ingelicht over hetgeen tijdens zijn afwezigheid te Berlijn is gebeurd. zijn verblijf in de Ver. Staten door zijn plaatsvervanger Scholz op onvoldoende De tusschen Scholz en Boss gewisselde telegrammen zijn heden gepubliceerd. De correspondentle tusschen B8ss en Scholz. Op 26 September waren de knoeierijen van de gebroeders Sklarek aan het licht gekomen, maar op 23 October seinde Scholz nog aan Boss, dat de te Berlijn heerschende opgewondenheid voorna melijk aan de aanstaande verkieziiurea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 1