POSTER'Q
Brieven nit de hooldstad
Versterk uw Nieren!
JL RugpijnNieren Pillen
^ookers/
Stadsviieuws
Maak uw leven wedcr tot ecn
lust! Pljn in dc lendenen, die urine-
gtoornissen, dat vermoeid, zenuwachtig
en afgemat gevoel, die hoofdpijn en
duizeligheid, zij kunnen aan nierzwakte
te wijten zijn.
Wordt weer flink en wel door
het gebruik van Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen. Dit betrouwbaar niermid-
del kan aan overwerkte nieren blijkens
de ervaring van zoovelen juist die
hulp verschaffen, welke zij noodig
hebben en haar bijstaan om het bloed
te zuiveren van de erin voorkomende
onzuiverheden, die uw kwalen ver-
jorzaken.
Begin nog heden met het gebruik.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
halven dag gesloten en geopend zijn, waar-
door het publiek niet op een dag al zijn in-
koopen kan doen.
De beste oplossing zou derhalve zijn, dat
alle zaken denzelfden halven dag hunne win-
'kels zouden sluiten, b.v. den Maandag-
morgen. Wellicht kunnen de winkeliers hier-
over tot overeenstemming komen, terwijl zoo
noodig een gemeentelijke verordening in het
leven zou kunnen worden geroepen.
Ten slotte laten we hieronder nog een
staatje volgen van de uren, gedurende welke
de winkels geopend zouden kunnen zijn om
tot de 53 uren te komen:
4 dagen van 8Y—12Y en van 2—7 is
4 X 9 uur is 36 uur, 1 dag van 2—7 uur is
5 uur, 1 dag van 8Y—12Yj en van 2—
10V, is 12 uur, met een half uur rusttijd, te-
zamen 53 uur.
Natuurlijk is elke andere regaling denk-
baar.
Het voordeel van een sluiting in de mid
daguren is, dat de patroon dan ook zijn rust
geniet.
De Edison-week in een verstople
stad. Ge'isoleerde buitenwijken
Een machtelooze tram. De
cor zaken van weinig moderne
traaghcid! Meer licht, maar ook
meer snelheid!
ver-
bij een opeenhooping van werk of ingeval
van bizondere omstandigheden, zulks door
het districtshoofd schriftelijk, voorwaarde-
lijk of onvoorwaardelijk, met machtiging van
den Directeur-Generaal van den Arbeid voor
een vergunning langer dan 14 dagen of in
dien sedert de laatste vergunning nog geen
zes dagen zijn verloopen.
Tegen de beschikking van bet districts
hoofd, staat beioep open bij den Minister.
De overwerkvergunning kan ook door het
districtshoofd, met machtiging van den
Minister, worden verleend voor een groep
van ondememingen in alle of in bepaalde
gemeenten van een district, of door den Mi
nister, voorwaardelijk of onvoorwaardelijk
voor een groep van ondememingen in alle
of bepaalde gemeenten.
In al deze gevallen mag echter niet langer
gewerkt worden dan 10 uur per dag en 55
uur per week door een jeugdig persoon (be-
neden 18 jaar) en 11 per dag en 62 uur per
week door een man of vrouw en niet na
11 uur des avonds.
Op verzoek van vakorganisaties van werk-
gevers en werknemers in een bedrijf kan van
de bepalingen omtrent den duur der werk-
tijden afgeweken worden, waaromtrent
schillende bepalingen gelden.
Voor de kapperszaken gelden nog enkele
bizondere voorwaarden, waarbij o.a is be-
paald, dat een man 12 uur per Zaterdag en
eenige andere bizondere dagen mag werken,
mits hij per week niet meer dan 53 uur werkt
en telkens na 5 uur werken Y* uur rust krijgt
Voor de bewakingsdiensten in winkels
'gelden ook speciale bepalingen.
Al de bepalingen zijn ook toepasselijk op
werk, verricht in een winkel in de eigen
woning van het hoofd of bestuurder daar-
van, die zijn bedrijf uitoefent zonder andere
hulp dan van zijn echtgenoote of bloedver-
wanten, indien de winkel behoort aan een
onderneming, waarvan hij niet het hoofd of
bestuurder is. Deze bepaling slaat dus klaar
blijkelijk op filiaal- en depothouders.
Al het bepaalde is niet van toepassing
voor:
a. personen, die, niet zijnde hoofd of be
stuurder 'der onderneming, aan het hoofd
staan van een winkel of van eene afdeeling
daarvan en uitsluitend of in hoofdzaak met
de leiding daarvan zijn belast;
b. personen, die, niet zijnde hoofd, of be
stuurder der onderneming, aan het hoofd
staan van een winkel, waarin, behalve het
hoofd van dien winkel, tenminste drie perso
nen arbeid plegen te verrichten;
c. den chef de bureau, het hoofd van ad-
ministratie, den hoofdboekhouder en den af-
deelingschef, voor zoover zij aan het hoofd
staan en de leiding hebben over arbeiders,
werkzaam aan de administrate, de corres-
pondentie of de boekhouding der onder
neming
d. den magazijnmeester en den expeditie-
chef, indien hun arbeid uitsluitend of in hoofd
zaak bestaat in het houden van toezicht op
de magazijnen voor de daar aanwezige
goederen en stoffen,
onder voorwaarde, dat in het arbeidsre-
gister bij hun naam vermeld is, welken werk-
Icring als bovengenoemd zij vervullen.
Evenmin zijn de bepalingen van toepassing
op dengene, die bij ziekte het hoofd of den
bestuurder vervangt, mits daarvan onmid-
dellijk wordt kennis gegeven aan het dis
trictshoofd.
Met de voormelde categorieen van afdee-
Tingschefs enz, kunnen personen naar den
Bard van hun arbeid gelijk gesteld worden.
Er doen zich verschillende mogelijkheden
voor, om tot een goede oplossing te komen
In de eerste plaats kan elke winkelier voor
zich zelf uitmaken, hoe hij de werktijden wil
regelen, mits blijvende binnen de wetsbepa-
lingen, en welke vrije halve dag hij zijn per-
soneel geeft. Het bezwaar hiertegen is, dat
er dan geen regelmaat is en het publiek niet
weet en niet kan onthouden, wanneer het
niet bij zijn schoenwinkel, manufacturier,
meubelzaak of andere zaak terecht kan, welk
bezwaar speciaal geldt ten aanzien van het
buitenpubliek. Het gevolg kan zijn, dat
men zijn klanten verliest en dat deze gaan
naar die zaak, die op dien dag toevallig wel
geopend is.
Een tweede oplossing is, dat de winke
liers naar de groepen van hun branche den
zelfden halven dag sluiten Hierdoor wordt
gedeeltelijk tegemoetgekomen aan het voor
melde bezwaar, doch ook slechts gedeeltelijk;
hnmers ook dan zal het publiek niet kunnen
onthouden. welke zaken op een bepaalden
Nu de Edison-week al weer achter ons ligt
en Amsterdam des avonds duisterder is dan
ooit, zoodat wij pas goed beseffen wat wij
missen, verheugen wij ons ailereerst om het
geen wij bezitten of tenminste over wat wij
als ons tijdelijk bezit mogen beschouwen
Daar is dan een vrij behoorlijke tramverbin-
ding naar de binnenstad. Want die heeft ons
tijdens de feestweek jammerlijk in den steek
gelaten en voor velen is het waarlijk niet
licht gevallen om van het licht te genieten
Ja, nu vinden wij weer iedere vijf minuten
ons geriefelijk, zij het ook wat langzaam,
tiammetje, maar in de feestweek moesten wij
met alleen door de verlichte wijken kuieren,
maar ook het half uur of de drie kwartier
van woning tot binnenstad en omgekeerd
afleggen, wat voor hen, die niet goed ter
been zijn, weinig aanlokkelijk mocht heeten.
Zoo druk was, vooral de eerste avonden,
de toevloed van auto's, dat het verkeer tus-
schen Leidscheplein en Centraal-Station her-
haaldelijk vastliep, dat de trams, die arge-
loos uit de buitenwijken kwamen aansnorren,
in den omtrek van den Dam een onverzette-
lijke barriere gingen vormen en geen gele-
genheid meer kregen om naar de buiten-hal-
ten terug te keeren, dan een goed deel van
den avond in den maalsroom van het ver
keer vastgezeten te hebben.
Als het waar is, dat de auto's een belem-
mering vormden voor de trams, dan deden
de stilstaande tram-treinen het in niet min-
dere mate voor de auto's. Het was bepaald
een vermaak op zichzelf om, zooals de
schrijver van deze regelen deed, een auto-
tochtje van Dam naar Centraalstation te
maken. In gewone omstandigheden rijdtmen
dien afstand in enkele minuten; nu zullen
wij er zeker een half uur mee bezig geweest
zijn. Het was een hopelooze verwarring. En
al moet men de verkeerspolitie man voor
man hulde brengen voor het geduld en de
gelijkmoedigheid, waarmede onhandige of
argelooze overtreders werden bejegend, voor
de toegevendheid ook jegens eenigszins bal-
c-adige rijders, de regeling op zichzelf viel
met bijzonder te prijzen. Wel heeft men het
den wandelaars iets aangenamer gemaakt
door, na den eersten avond, geen automobie-
lea meer toe te laten tot de drukste straten
of het eenrichtings-verkeer in te voeren,
maar zelfs dat heeft aan de tramverbindin-
gen, die toch, juist in zulk een periode, van
zoo veel belang zijn, geen baat gebracht.
Want tenslotte, kruispunten in de binnen
stad, bij Postkantoor en Dam, bleven on
doordringbare kluwens. Een tram, die een-
maal de brug over den binnensingel gepas-
seerd was, keerde niet zoo spoedig weer en
de bestuurder mocht met Dante verzuchten:
Laten varen alle hoop, wie binnentreden
al had de binnenstad met de hel slechts het
licht en niet de hitte gemeen.
Wat er aan de regeling gehaperd heeft?
Dit, dat de tramtreinen, dunkt ons, zich had-
den moeten bepalen tot het aanvoeren van
passagiers naar het centrum, doch zelf dit
centrum hadden moeten mijden. Men had de
nieuwsgierigen dan dubbel zoo snel naar de
peripherie kunnen brengen, niemand had met
van kou versteende voeten vergeefs aan de
halten hoeven wachten en de auto's in de
binnenstad, die zich soepeler bewegen kun
nen dan de tram, waren in aangenaam tem
po vooruit gekomen.
Het is de oude misere, de oude en vaak ge-
wraakte misvatting, die nu weer eens ad ab-
surdum werd gevoerd. Een tram in het cen
trum van de oude stad is een onding en
client in dezcn tijd van motor-verkeer door de
omnibus vervangen te worden. Maar met een
onbegrijpelijke hardnekkigheid houdt onze
tram-directie aan het verouderde stelsel vast
en wenscht zich niet aan andere directies in
andere groote steden te spiegelen. In Lon-
den en Parijs zijn de trams naar de buiten-
boulevards verdrongen en slechts enkele lij-
nen maken daarop een uitzondering. Waar-
om wil men hier het goede voorbeeld niet
volgen? Waarom neemt men niet met een
enkele lijn de proef? Wij weten het niet.
Maar vroeg of laat zal de Amsterdamsche
tram wel voor een voldongen feit gesteld
worden en tot een gewijzigde regeling m o e-
t e n overgaan. Nu weer is de nieuwe lijn
24, die van het Stadion door de Beethoven-
straat, door Vijzelstraat en over het Rokin
gaande, de nieuwe wijken van Amsterdam-
Zuid met het Centraal-Station verbindt, het
traject over het toch reeds overbelaste Munt-
plein komen verzwaren. Zeker, men kan op
de verbreeding van de Vijzelstraat "het dem-
pen van Rokin en Vijzelgracht laten volgen,
men kan de muren van de straten naar links
en rechts uitzetten, vroeg of laat loopt het
verkeer toch hopeloos vast, want er zijn nu
eenmaal onpractisch geplaatste gebouwen,
die men niet afbreken kan. De stad breidt
zich snel, zeer snel uit en al die buitenwijken
roepen om een verbinding met het centrum,
maar als men al die verbindingslijnen
want bij lijn 24 kan het niet blijven, er moe
ten nog velen volgen door dit centrum
heentrekken wil, krijgt men een toestand, die
spoedig onhoudbaar zal blijken en zal men
een deel der dure en onpractische wagens
wel door moderne autocars moeten vervan
gen. Tot dit geschied is blijft de tram meer
belemmering dan vervoermiddel, blijft de
tram onpopulair en zullen hoe langer hoe
meer de ouden van dagen gebruik ervan
maken. Wie er eenigszins kans toe ziet neemt
de fiets. Ieder Amsterdamsch wielrijder
en er zijn er meer dan tweehonderdduizend
schijnt wel een levend protest te zijn tegen
het beleid van de tram.
Men kan nog andere grieven tegen dit be
leid aanvoeren. Bij v. grieven over het tempo.
Naarmate de stad zich uitbreidt en de af
stand grooter wordt tusschen de eindhalten
der lijn en, naarmate de moeilijkheden in de
binnenstad meerdere vertraging veroorzaken,
moet de snelheid worden verhoogd. Tenslot
te, nietwaar, gebruikt men de tram niet uit
sluitend om gemakkelijk, maar vooral om
vlug vooruit te komen. Nu meent de tram-
directie, dat zij grootere snelheid met het
oog op het gevaar voor de fietsers en voet-
gangers niet verantwoorden kan en daarom
blijft het tempo gematigd. Doch er zijn nog
wet andere middelen om dit tempo te verbe-
teren.
Ten eerste zou men de conducteurs' kun
nen gelasten iets meer te doen dan kaartjes-
verkoopen. Zij zouden zorg kunnen dragen
voor sneller in- en uitstappen. Het is nu nog
allerminst ongewoon, dat passagiers diep in
den wagen blijven zitten tot de tram onver-
wrikbaar stil staat en pas dan de beenen
roeren en naar het achterbalcon wandelen
om doodbedaard uit te stappen. Een derge-
lijk phlegma is uit den tijd. En de conduc-
teur kan het verstoren.
Voorts zou men de bestuurders verzoeken
minder angstvallig op de klok te letten.
Ieder bestuurder heeft n.l. een klokje naasr
zich, waarop hij aflezen kan, hoe laat hij bij
de verschillende halten moet zijn. Een zeer
goede maatregel. Doch van weinig practisch
belang, want bij druk verkeer, met voile wa
gens, raakt hij toch achterop en heeft hij
geen gelegenheid om den verloren tijd in te
halen. Als veel passagiers instappen, stap
pen er ook veel uit, d. w. z. moet aan veel
halten worden gestopt. Terwijl het letten op
de klok, wanneer het niet druk is, voor de
passagiers tergend blijft. Meer dan eens
hebben wij het ondervonden hoe een tramwa-
gen met halven stroom door de lfedige stra
ten der buitenwijken reed, en de passagiers,
die naar het eindpunt verlangden, noode
loos ophield, alleen omdat, blijkens het klok
je, de wagen iets te vroeg was. Zulk een op-
zettelijke vertraging maakt de tram zeker
niet bemind.
En ten derde: naarmate de verbinding met
de binnenstad moeilijker wordt, moet het
aantal halten verminderd worden. Ook hier
door kan het tempo worden opgevoerd, zon
der gevaar voor het verkeer. Sommige hal
ten liggen zoo dicht bijeen, dat men te voet
sneller gaat. Dat is lachwekkend. In de bin
nenstad is men, door de wissels en de kruis
punten, wel aan bepaalde halten gebonden,
maar voor de buitenwijken geldt dit niet. Het
tegenwoordige halte-systeem dateert voor een
groot deel nog uit den tijd van de paarden-
tram. Het publiek was toen verwend en kon
de tram laten stoppen waar het dit wenschte.
Men moest bij het invoeren der halte-plaat-
sen wel met het gebruik rekening houden en
ze zeer talrijk maken. Later heeft men het
aantal der stopplaatsen eenigszins vermin
derd. Doch sinds de stad zich, na den oor
log, enorm heeft uitgebreid, heeft men niet
tot verdere reductie durven besluiten.
Maar wie niet waagt wie niet wint, en als
tramdirectie niet kordaat ingrijpt en met den
tijd meegaat, zal de tijd niet met haar mee-
gaan en de kinderen van dezen tijd zullen
aan het rijwiel of aan de auto de voor
keur blijven geven boven het meer en meer
onpopulaire vervoermiddel, dat zich op rails
en langs electrische geleidingen voortbe-
weegt. De electriciteit is door Edison dienst-
fcaar gemaakt aan het licht en aan de snel
heid. Maar dit laatste wordt te veel uit het
oog verloren.
Jaartallen van licht en donker.
Een veeleischend publiek. Mu-
seumzalen met kunstverlichting.
Wat van de lichtweek overbleef.
Radio-epidemie. Het wachten op
de strafverordening.
In 1903, dus ruim een kwarteeuw geleden,
produceerde „Electra", de maatschappij, die,
in 1888 opgericht, de eerste gloeilampjes in-
stalleerde in de Kalverstraat, 1.400.000 K
W.U. per jaar en thans verstrekken de Am
sterdamsche Centrales een gelijke hoeveelheid
op een enkelen winterdag. Uit welke cijfers
blijkt, dat het verbrurk in een kwarteeuw ver-
driehonderdvoudigd is.
De lezer vergeve mij deze dor-zakelijke aan-
hef. Hij heeft natuurlijk, evenals de schrijver
van deze regelen, grondig het land aan jaar
tallen, waarvan hij in zijn schooljaren te veel
heeft moeten slikken. Zoo veel, dat hij ze alien
weer vergeten heeft en zich hoogstens nog een
enkele herinnert: 1600, slag bij Nieuwpoort
Ik zal daarom verder geen dorre cijfers etalee-
ren en ik heb om er maar dadelijk vanaf te
zijn in de eerste alinea alles gezegd wat ik
op het hart had. Want een bitter drankje moet
men snel ophappen.
Ik vermeld bovenstaande gegevens slechts
om in zeer beknopt bestek aan te toonen,
welke vorderingen de electriciteit heeft ge
maakt in de laatste kwarteeuw, zoodat men
zich een denkbeeld kan vormen van de vorde
ringen, die ons nog te wachten staan. Want,
sinds wij door de lichtweek zijn verwend, klin-
ken van alle kanten eischen om te behouden
wat wij hebben gezien, om verbetering, om
uitbreiding van het licht. Het woord, dat
Goethe op zijn sterfbed sprak: „Meer licht",
wordt door duizenden herhaald. De heer
Lulofs kan tevreden zijn. Zelfs de donkere
week, die op de lichtweek gevolgd is, de don
kere week van de Beurspaniek, heeft het Am
sterdamsche publiek niet van deze eischen af-
gebracht. Men heeft gezien wat men, met be-
trekkelijk weinig kosten, op het Damrak ver
kregen had, zoodat deze entree-boulevard, dit
voorportaal van de stad, een prachtige allee
werd, waar het avondverkeer nagenoeg even
eehft ondervonden wat er van de grachten te
heeft ondervonden wait er van de krachten te
maken is .wanneer ze's avonds behoorlijk in
het (electrische) zonnetje worden gezet. Men
heeft zich op stikdonkere tribunes vermaakt
met een voetbalwedstrijd op een hel-verlicht
gazon. Maar, bovenal heeft men ondervonden
welk p-rofijt er van onze verlichte Musea te
trekken is. In de lichtweek is het Rijksmuseum
gedurende de avonduren door meer dan
16.000 menschen bezocht. Zelfs al trekt men
hiervan 10.000 nieuwsgierige lanterfanters
af, dan blijkt toch een geweldige belangstel-
ling. Er zijn immers duizenden en duizenden
Amsterdammers, om van de bezoekers uit de
provincie niet te spreken, die overdag te vee'
door hun zaken in beslag genomen worden om
een museum te bezoeken, die's avonds hun tijd
doorbrengen met minder edel genot, en die
toch graag iets meer van onze kunstschatten
zouden zien. Verlichte museum-zalen zouden
hen daartoe ruimschoots gelegenheid geven
Wij weten wel, dat niet alle schilderijen onder
kunstlicht evenveel „doen" als onder daglicht
maar ten eerste is er op onze korte grauwe
winterdagen niet bijster veel daglicht en ten
tweede bevatten onze musea niet uitsluitend
schilderijen, maar ook prachtig aardewerk,
meubelen, ja wat al niet! Overigens zijn er
kunstliefhebbers en -kenners, die aan sterke
electrische verlichting van schilderijen de voor
keur geven boven daglicht, tenminste boven
het bleek daglicht, dat op sommige dagen
zoo vriendelijk is in onze museumzalen neer
te dalen.
Er is aan kunstverlichting in de Musea een
allerminst denkbeeldig brandgevaar verbon-
den en terecht heeft men gewaarschuwd.
Maar gelukkig is de techniek der veiligheids-
maatregelen ver gevcrderd en de brandweet
is werkzaam. Verlichting der Musea zou de
waarde cnze kunstschatten ongetwijfeld ver-
hocgen, want een bezoek op den Zondag is
maar een betrekkc 1 ijk genot. Dan is het er te
vol. De rechtgeaarde Amsterdammer waagt
zich Zcndags niet op straat. Hij blijft in zijn
kamer cf hij gaat uit de stad.
Ook de indirecte gevel-verliehting heeft sue-
ces gehad: zooveel succes, dat men" op behoud
aandringt. Men kan, met betrekkelijk weinig
kosten, door middel van schijnwerkers, deze
gevelverlichting verkrijgen. Er zijn dan ook
enkele gebouwen, waar men haar na de feest
week gehandhaafd heeft. Men kan ze bij het
Leidsche Bcschje zien. De gevels van het „A
M.J.V."-getouw en van „Duwaer en Naes-
sens" worden door schijnwerkers uit den duis
teren acht-ergrond oogehaald en nu de om-
geving weer alledaagsch halfduister is, blijkt
het effect nog sterker. Echter, genoemde ge
bouwen zijn geen wonderen van architectuur,
hoe fraai men ge ook vinden mag. En daarom
is het te hepen, dat men het systeem -der in
directe verlichting bij enkele zeer mcoie ge
bouwen permanent zal maken, bijv. Berlage's
Beurs, Centraal-Station en Rijksmuseum, bij
bijzondere oude gevels in de binnenstad en bij
de oude torens. De kosten schijnen niet van
groote beteekenis te zijn. Nu men toch met de
fantastische duisternis van voorheen heeft ge-
broken, nu de hoofdstad de geheimzinnige be-
koring, die zij vroeger na zonsondergang
had, geheel verloren heeft, nu zou men over
een dergelijke gevel-verlichting slechts ver-
heugd kunnen zijn en daarmede een ander
soort fantastisch schoon kunnen scheppen.
Wij hebben Edison als de weldoener der
menschheid gehuldigd, maar er zijn ook men
schen, die jegens de groote uitvinders van
vocrheen en thans minder dankbaar gestemc!
zijn. Dat zijn de lijders aan radio-weeen. Wij
bedcelen niet de radio-bezitters, maar de
radio-luisteraars en wel meer in het bijzonder
de onvrijwilligen onder hen. Want sinds het
gebruik van radio-toestellen algemeen gewor
den is, weet menigeen niet meer waar hij zich
voor de storende herrie bergen kan. Nu wij
den winter tegemoet gaan en deuren en ven-
sters gesloten blijven, komt er een korten tijd
van verademing en neemt de last af, waar
wee! wanneer het voorjaar ons weer bezoekt
Er zijn nog altijd veel te veel menschen, die
meenen, dat hun pleiziertje allemans pleizier
is. Men kent de grappen makers en de vroo-
lijke, feestvierende groepjes, die in de cafe's
of in de spoorwegcoupe's iedereen in hun
stemming willen betrekken, of men daarvan
gediend is of niet. En zoo gaat het ook met
de radio-bezitters. Zij vinden de muziek en de
preeken of lezingen, die zij ontvangen, zoo
mooi, dat zij iedereen willen laten deelen in
hun genot en zij gooien hun baleon-deuren
wagewijd open, zoodat het heele huizenblok
meegenieten kan, ja m o e t. Dezen zomer is
het euvel al heel erg geweest, zoodat men om
een politie-verordening heeft gesmeekt. Nu is;
naar verluidt, „een verordening, houdende
maatregelen tegen den overlast, van de radio
ondervonden", bij B. en W. in overwe
ginfT-
Hm. Tja. In overweging. Hoe lang zullen
B. en W. wegen en overwegen? Heeft de bur-
gemeester niet alreeds in het voorjaar van
1928 gezegd, dat hij deze kwestie in de com-
missie voor de strafverordeningen zou bespre-
ken? En wat is er sindsdien gebeurd? Niets.
Onze burgemeester, die zoo'n fel tegenstan-
der van het dansvermaak is, mocht toch we!
eens bedenken, dat hij de menschen met de
radio-muziek, die over het algemeen dans-
muziek is, sterk in de verleiding brengt. Zelfs
de ernstige hoofdarbeiders kunnen het bij de
herrie niet uithouden en dansen hun kamer
uit. Is er nu werkelijk twee jaar of meer
noodig om zulk een eenvoudige strafverorde
ning in te voeren?
Amsterdam, Nov. '29. EM'EROO.
Uit onae Staatsmachine.
DE STAATSBEGROOTING
VOOR 1930 (II).
Nadat we in ons vorig artikel een
overzicht gegeven hebben van de totale
cijfers der Staatsbegrooting voor 1930,
komen we thans aan de ramingen voor
de verschillende departementen van al
gemeen bestuur.
Voorop ga de mededeeling, dat het
eindcijfer van elk der hoofdstukken hoo-
ger is dan het aanvankelijk voor 1929
geraamde bedrag ten gevolge van de
salarisherziening, waarbij nog gevoegd
moet worden, dat naast het normaal
accr§s der uitgaven de volgende uitga-
ven op de begrooting drukken: drie mil-
lioen restant-salarisherziening (de Zui-
derzeewerken had een kleine vier mil-
lioen en de salarisherziening had ruim
zeven millioen gulden overschriiden met
ruim drie millioen gulden het destijds
gereserveerde bedrag van acht millioen
gulden); dan nog twee millioen restant-
leerplichtherstel; dan nog drie en een
half millioen in verband met de leer-
lingenschaal bij het Lager Onderwijs en
66n millioen verhooging van den d'ienst
der Staatsschuld in verband met de stij-
gxng van den rerite-standaard.
Het eerste Hoofdstuk (Huis der Ko-
bleef ook voor 1930 geraamd op
I.80O.OOO. Over het jaar 1928 bedroegen
de kosten voor dit hoofdst. 1.679,745.60.
Het tweede Hoofdstuk (Hooge Colle
ges van Staat en Ivabinet der Koningin)
moest met een verhooging van 55.369
gebracht worden op 2.036.276. De ver
hooging betreft de kosten voor de Twee
de Kamer, den Raad van State, de Alge-
meene Rekenkamer en het Kabinet der
Koningin, terwijl de uitgaven voor de
Eerste Kamer gedaald zijn. Over 192?!
voorh00fd'
Het derde Hoofdstuk (Buitenl. Zaken'i1
onderging een verhooging van 10 OOM
en werd gebracht op 4.138.647. Of
schoon de totale verhooging aanzienliji
meer bedroeg, werd het bedrag ten slot-,
te niet meer dan het genoemde, omdat
de raming van het aandeel van Neder-
lao?^de.kosteu van den Volkenbond
J 21.0OO minder kon gesteld worden.
Over 1928 bedroegen de uitgaven voor
dit hoofdstuk 4.047.764.65.
Het derde hoofdstuk (Justitie) werd
™et f 880-020 en kwam dus op
J 49.316.868, terwijl over 1928 uitgegeven
werd 26.305.356.38. Er- is behalve de
Militaire Rechtspraak, het Rijks Tucht-
en Opvoedingswezen en Overige Uitga
ven geen onderdeel van het hoofdstuk,
dat minder geraamd kon worden. We
meiken alleen op, dat de uitvoering der
Psychopathenwetten 161.459 zal kos
ten en dat het Georganiseerd Overleg
voor Rijkspersoneel en het Centraal Bu
reau van Voorbereiding van Ambte-
naarszaken j 6235 meer vraagt.
Het Vijfde Hoofdstuk (Binnenl. Zaken
en ,Lf"db?"Wl v''aagt 22.285.965, dat
is J 1.250.182 meer dan voor 1929 werd
gevraagd, terwijl in 1928 f 21.702 939
werd uitgegeven. Do groote oorzaak de-
zer verhooging is de afdeeling Land-
5°cUm'nrlke een stiJgiue aanwijst van
J olJ.UJb; zco werd meer geraamd voor
Landbcuvvondenvijs J 262.558; voor ak-
kerbouw, tuinbouvv, vee-, pluim. en
bijenteelt 153.056; voor Boschbouw
106.951. Onder Binnenland werd meer
gevraagd voor uitkeering aan gemeente-
besturen j 246.362. We bepalen ons tot
deze weinige cijfers.
Het zesde Hoofdstuk (Onderwijs, Kun-
sten en Wetenschappen) is het duurste.
Het moest verhoogd worden met
9.295.711 en werd gebracht op
.1 159.862,909, terwijl de uitgaven over
1928 bedroegen 145.617.263.90. We ge
ven een specificatie der verschillend#
verhoogingen: Kosten van het Departe-
ment 32.616; Voorbereidend Hooger en
Middelbaar Onderwijs 51.057; Nijver-
heidsonderwijs 516.800; Lager Onder
wijs 8.645.329: Kunsten en Weten
schappen 148.709. Lager kon geraamd
worden het Hooger Onderwijs met
107.925.
Hoofdsluk Vila (Nationale Schuld)
vraagt 1.243.460 meer en komt da^r-
door op 82.262.298, terwijl voor 1928
noodig was 88.481.330.91.' De rente der
gevestigde schuld bedraagt 3.744.856
minder; voor amortisatie wordt
2.980.816 meer uitgetrokken en voor
het uittrekken van gelden voor de ge
wone aflossing op de leeningen 1929.
Voor ka^voorzieningen werd meer ge
vraagd 2.152.500.
Ook Hoofdstuk VHb (Financien) werd
hooger geraamd 1.225.659) en gebracht
op 68.946.691, terwijl voor dit hoofdstuk
noodig was in 1928 66.261.695.60. Van
de hooger geraamde bedragen noemen
we: de Dienst der Belastingen met
992.513. Feitelijk is deze verhooging
grooter, omdat de nu onder Justitie
thuisgeb'"",ha Raden v~" Beroep voor
Een volgend maal geven we de cijfers
der vijf nog overige hoofdstukken, bene-
vens die dor ontvanesten.
de Directe Belastingen (geraamd voo»
1929 op 179.500) tevoren onder Finan
cien ressorteerden.
Dubbel is het genot met
Wybert-tabletten, de keel
is tegen ontsteking be-
kyeiligd, de adem zuiverli
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS.
Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en
werknemers. Geopend van 9—1 en van 2—5
uur. Des Zaterdags van 9—1 uur. Voor werk
nemers uitsluitend van 9—12 en Maandag-
en Donderdagavond van 78 uur.
De ambtenaar van bovengenoemden dienst
maakt belcend dat heden de navolgende werk-
zoekenden zijn ingeschreven:
1 bakker, 2 betonwerkers, 1 bloemist, 1
bouwk. opzichter, 3 chauffeurs, 14 grondwer-
kers, 1 kappersbediende, 3 kantoorbedienden,
1 kok, 2 letterzetters, 1 machinezetter, 1 mach.
houtbewerker, 1 machinist, 1 meubelmaker, 3
opperlieden, 2 pakhuisknechts, 1 aank. radio-
monteur, 5 schilders, 1 stoker, 1 stukadoor,
1 verw.monteur, 8 timmerlieden. 1 uitvoerder,
8 timmerlieden, 26 losse arbeiders.
Geplaatst: 4 grondwerkers, 1 letterzetter,
1 metselaar, 2 schilders, 1 straatmaker, 2
timmerlieden, 18 losse arbeiders.
A
ZONDAGSDIENST APOTHEKEN.
Op Zondag 10 November is de apotheeX
van Mevr. de Wed. P. A. F. Schouten, Ver-
dronkenoord 121, geopend.
Op Zon- en Feestdagen en gedurende den
nacht is slechts een der apotheken geopenU
De andere apotheken zijn gesloten van
's avonds 8 uur (Zaterdag 9 uur) tot den
volgenden morgen 8 uur.
In de apotheek, welke Zondags geopend
is, wordt gedurende de daarop volgende week
de nachtaienst waargenomen.
n ongtn
doozen h 45 en 65 cfi^