itsplrisa. Landbouw en Veeteelt. een echte Boeken TijdscBiriften Jeugtiiecftiur. Maar van even veel belang Deze kwestie zal door B. en W. worden nagegaan. Hierna sluiting. HOORN. Een metselaar, die te Oudendijk over het erf van den veehouder Koster wilde gaan om bij de in aanbouw zijnde zuivelfa- briek te komen, heeft met den veehouder ruzie gekregen, met het gevolg, dat deze hem met een hamer een slag toebracht, waardoor zijn sleutelbeen werd verbrijzend. De man is be- wusteloos naar het stadsziekenhuis alhier overgebracht. STOMPETORLN. Vrijdagavond hield de afdeeling Scher- Ineer der Holl. Mij. van Landbouw in com- binatie met de vereeniging van land- en tuinbouwers in cafe Renses een praatavond, waar de heer D. de Boer Dz. alhier zou spreken over „De komende ziektewet en de heer Stokreef, dierenarts, over „Uierziekte en hare bestrijding". De voorzitter der afdeeling Schermeer, de heer M. C. van der Laan, heette alien wel- kom, inzonderheid den heer De Boer, wien hij erkentelijk was voor zijne bereidwillig- heid, om hier een spreekbeurt te vervullen. Hierna werd het woord verleend aan den heer De Boer, die de artikelen der ziektewet, voor zoover die van belang zijn voor land- en tuinbouw, voorlas en waar dit noodig geacht werd, toelichtte en verklaarde. Ver- volgens deelde spreker een en ander med'e van de geschiedenis der ziektewet, de Raden van Arbeid en van verschillende vergaderin- gen, die in den laatsten tijd door ZEd. waren bijgewoond. Van de gelegenheid, om vragen te stellen, werd door een vijftal heeren gebruik ge maakt, die alien uitvoerig werden be an twoord. De voorzitter dankte den heer De Boer hartelijk voor hetgeen hij had medegedeeld en hoopte, dat de afdeeling nog meermalen het genoegen mocht hebben, hem hier te zien optreden. (Appaus). Gedurende de voordracht van den heer De Boer was de heer Stokreef ter vergade- ring gekomen, die door den voorzitter werd verwelkomd en wien werd verzocht, het aan- gekondigde onderwerp te behandelen. Aan de eigenlij'ke bespreking van uier- ziekte en hare bestrijding ging vooraf een uit- eenzetting, hoe een uier is opgebouwd, waarna iets gezegd werd over uiertuber- culose, uierOntsteking, veroorzaakt door et- ter en die door streptococcen. Verschillende goede raadgevingen en wenken werden hier- aan vastgeknoopt omtrent het koopen eener koe, het melken, de behandeling der melk, enz Ook deze voordracht werd met belang- stelling en aandacht gevolgd. Eenige heeren stelden vragen naar aanleiding van het be- handelde of deelden iets mede uit de practijk. De vragen werden door den spreker vot- doende beantwoord; de mededeelingen met vriendelijken dank aangehoord. De voorzitter was ongetwijfeld aller tolk, to en hij den heer Stokreef, even a Is den heer De Boer, een woord van hartelijken dank bracht voor hun uitgebreide en leerzame reden en hun gaarne een tot weerziens toe- riep y Hierna sluiting. CASTRICUM. Naar wij vernemen wordt in deze gemeente fiogal sterk actie gevoerd tot het wijzigen van de plannen van de directie der Neder- landsche Spoorwegen inzake den aanleg van een tweede los- en laadpalats en wel aan de zijde van het station dat thans geheel is af- gesloten. Deze actie gaat niet tegen het plan als zoodanig maar wel tegen de uitvoering zoo- als deze is gedacht. Van de zijde van de spoorwegen wil men n.l. alleen slechts een toegang maken en wel aan de zijde van den Rijksstraatweg, waardoor alle vervoer van- af de losplaats in de meeste gevallen zal moeten geschieden via den Rijksstraatweg Stationplein en dan naar de zanderij enz. Men krijgt daardoor minstens twee overwegen te passeeren, met tot gevolg dat men in de meeste gevallen viermaa! voor de overwegen zal moeten wachten. Vooral wordt dit be- zwaar gevoeld omdat bij de invoering van den halfurendienst bij de eiectrificatie van den spoorlijn AmsterdamAikmaar, de boomen veelvuldig g^sloten zullen zijn. Ook al om dat het seinhuis aan den overweg naar Duin en Bosch en Kramersweg in den binnenkant van de bocht zal worden geplaatst, zoodat de seinhuiswachter in het geheel geen uit- zicht meer heeft. Indien nu geen tweede toe- en uitgang kon gemaakt worden waardoor aan- en af- yoer van de goederen zal worden vergemak- kelijkt, dan zou men daarmede vrede moeten hebben. Dit is echter wel het geval Volgens het ingediende project zal de aan de zijde van den Kramersweg de aan te leggen los- en laadplaats met een groot hek worden af- gesloten. Maakt men daarentegen nu daarin een uit respectievelijk toegang dan verloopt het laden en lossen geregeld en hebben de- genen, die daarmede te maken hebben in de meeste gevallen met het wachten en pas seeren van de overwegen niets uit te staan. Vergeten moet niet worden dat in het voor- en najaar een groot aantal wagens mest aankomen, die voor 85 pCt. zijn bestemd voor de zanderij, welke iigt aan de westzijde van den spoorlijn. Worden degenen die deze stoffen laten aankomen bemoeilijkt dan zal het vervoer per spoor daaronder lijden. Wij spraken al een grooten bloemist die ons ver klaarde: „Ik laat zoo ongeveer 20 wagons mest aankomen per jaar, maar als dat nu zoo gaat dan denk ik er over om deze per schuit te laten aanvoeren via Beverwijk". Men moet ook niet vergeten dat de spoorvrachten niet laag zijn en per schip veel voordeeliger wordt aangevoerd. Alleen de vervoerkosten vanaf Beverwijk zijn van beteekenis Wordt echter het plan doorgevoerd dan zien wij er in dat deze personen terugschrikken voor den langen duur van het lossen van derge- lijke wagens. Het gemeentebestuur moet deze actie sterk steunen en heeft ook bij de verschillende auto- riteiten op de groote bezwaren gewezen. Deze week vergaderden de besturen van het Wit Gele en Witte Kruis om eens te be- spreken de mogelij'kheid van oprichting van een zuigelingenconsultatiebureau ter plaatse. Aan die bespreking nam tevens deel Dr. ten Bruggecate, kinderarts van het Witte Kruis. Na een iiileiding volgde een geani- meerde gedachtenwisseling, waaraan be- sloten werd in beginsel hiertoe over te gaan. KOEDIJK. Op Dinsdag 5 en Zondag 10 November werd door de Vereeniging Zanglust een openbare uitvoering gegeven in het lokaal van den heer Jb. Groot, onder leiding van den heer Corn. Jonker uit Aikmaar, met me- dewerking van de afdeeling Kinderkoor. Het program werd geopend door gemengd koor met a. Ontwaakt, loopt Herders dezen nachi; b. Meienacht; welke nummers met warmte werden gegeven en direct insloegen en met aandacht- gevolgd werden, doch vooral niet minder het Kinderkoor lste klas, dat met lieve en heldere stemmetjes de liedjes voor- droeg en waarvan de kinderen geschaard stonden om hun directeur. Ook het Kinder koor 2de klas, gaf de liederen vrij en onge- dwongen en gaf blijk van nog meer studie en nog meer kunnen. Vooral kwam dit uit bij: Wiegeliedje, dat gevoelvol en goed ver- staanbaar werd weergegeven. Het applaus was zoo groot dat een extra- tje werd gegeven. Nadat het eerste gedeelte van het pro gram was afgewerkt, kwam een van de kleinste zangers aan de hand des voorzit- ters den heer P. Hart, den directeur, den heer Jonker, een bouquet aanbieden, als blijk van waardeering van het kinderkoor, waar- bij de heer Hart het werk van den directeur huldigde. Na de pauze gaf het gemengd koor nog enkele nummers die met aandacht gevolgd werden. Het was goed gezien om in het tekst- boekje de vertaling er bij te geven. Ook het laatste gedeelte van het program werd vlot afgewerkt en elk nutnmer verwierf een luid applaus. De beide avonden zijn een succes geweest voor directeur en leden. ESMOND AAN ZEE. G e b o re n: Cornelia, d. v. G. J. Heilig en G. Wijker. Tijs, z. v. J. Glas en K. Stam. Trijntje, d. v. A. Prins en J. Conijn. Catharina Hermenegilde, d. v. A. de Waard en J. Brouwer. Johannes, z. v. C. Visser en P. Blok. Christiaan Nicolaas Bonefa- cius, z. v. H. A. de Goede en B. G. van den Idsert. Overleden: Maartje Blok, 79 j. Job de Groot, 80 j. Gehuwd: H. Schong en A. Zwart. J. van't Veer en G. F. Happ£e. A. Heere en J. de Groot. P. Blom en M. Th. Dek- ker. Groot Wild, Roman uit het leven der Es kimc's, door Peter Freuchen. Uitgave Uitge- vers-maatschappij Elsevier te Amsterdam. Er zijn vele oppervlakkige reisbeschrijvin- gen, eenvoudige dagboekbladen, toegelicht door meer of minder mooie foto's, die in den laatsten tijd in boekvorm verschijnen. Zoodra het bereisde land maar een beetje uit de buurt en daardoor weinig bezocht en bekend is, voelt de toerist, die ook maar eenigszins de pen kan hanteeren, zich na zijn thuiskomst geroepen een reisverhaal te schrijven, dat dan ten slotte bij een uitgever terecht komt, die het in boekvorm de wereld instuurt. Veel meer dan een oppervlakkigen indruk van land en volk hebben de schrijvers in den regel niet gekregen en veel waardevoller dan al die vluchtige reisbeschrijvingen zijn dan ook de werken van natuurvorschers, die door een langdurig verblijf tusschen de volks- stammen- welke zij beschrijven willen, door en door met het karakter, met de zeden en gewoonten van dat volk op de hoogte zijn gekomen. Zijn zij daarbij, zooals Peter Freuchen in het boek, dat thans voor ons ligt, wat romantisch aangelegd en bezitten zij de gave hun indrukken zuiver weer te ge ven, dan verschijnt er een roman, die in het onbekende land speelt en waarin de hoofdfi- guren een zuiver karakterbeeld der bewemers vertoonen. Peter Freuchen kent de Eskimo's, die de sneeuw- en ijsstreken van Groenland bevol- ken door en door. Hij weet zich geheel in hun leven en denken te verplaatsen en vertelt over hen op de sobere, karakteristieke wijze en in dezelfde woorden en uitdrukkingen las dit natuurvolk het onderling zelf zou doen Zoo is dit verhaal als het ware het scenario van een Groenlandfilm geworden, van een sprekende film waarop men de groote Mala en zijn rasgenooten in hun dagelijksch leven en werken ziet. En, zooals gezegd, wordt den toeschou- wers het in elke film onontbeerlijke roman tisch gegeven niet onthouden, want Mala wordt een slachtoffer der beschaving, welke tot in deze barre landstreken is do'orgedron gen en van welks wetten de Eskimo's, die slechts aan de oude natuurwetten gehoorza- men, niets begrijpen. Mala is een groot jager, die zooveel ren- dieren en vossen vangt, dat Iva zijn vrouw cn de beide kleine Eskimo-jongens meer dan voldoende te eten heben. Natuurgetrouw geeft Freuchen dit leven in de Eskimohutten weer, waar de vrouwen even zwaar werk verrichten als de mannen en in hun vrijen tijd pelsen en laarzen moe ten naaien. Als Mala huiden genoeg heeft, t-rek de fa- milie naar de streken waar witte mannen, walvischjagers, hun schepen hebben. Die mannen koopen de huiden en bctalen ze met tabak, met geweren en kogels, met lucifers, bijlen en messen. De kapitein van het schip der witte mannen neemt al Mala's huiden en leent ook Mala's vrouw en Mala is gelukkig, want de beloo ning is groot en hij ontvangt zooveel levens behoeften, dat hij zich weer veilig maanden lang in eigen jachtgebieden kan terugtrek- ken. Maar Mala is een onvermoeid jager en de witte mannen laten hem niet zoo gauw weer gaan. Hij gaat mee op de walvischjacht en komt na korte reizen weer bij zijn familie, maar na een feestavond aan boord schiet de kapitein bij ongeluk Iva dood, die hij op het ijs voor een zeehond aanziet. Dan trekt Mala met zijn kinderen weg, maar hij heeft geen vrouw meer die zijn pel sen en laarzen kan maken en als ook de kin deren verwaarloozen, gaat Mala naar de hut van een anderen Eskimo, doodt dezen en neemt uit den inventaris alleen de vrouw van den doode als souvenir naar zijn eigen hut mec. Mala heeft weer een vrouw, maar hij ziet er even later een, die jonger en aantrek- kelijker is. Hij verjaagt haar man en dan heeft Mala twee vrouwen, een oude en een jonge. Dat is in Eskimo-land heel natuurlijk en even vanzelfsprekend is het, dat Mala de fa milie die den doode komt wreken zoo spoe- dig mogelijk neerschiet. Als hij het niet ge- daan had, zouden zij het hem gedaan heb ben, dus er is eenvoudig geen andere keus. Mala is dan onbetwist de meest gevreesde en door alien gehoorzaamde man van de Eskimokampen, maar ongelukkig voor hem heeft de regeering bij de schepen der witte mannen een politiepost gevestigd, met een inspecteur, die opdracht heeft gekregen, dit woeste natuurvolk te laten voelen, dat de re geering ook in dit gebied gehoorzaamheid aan de wet en bestraffing van den misdadi- ger verlangt. Een sergenat en een constabel, die van Mala's misdaden gehoord hebben, trekken er met hondensleden op uit om hem te vangen Zij zijn na eenige dagen zwervens op het punt van honger en kou om te komen als Mala ze toevallig ontdekt. Hij verzorgt ze, brengt ze naar zijn ijshut en laat ze door zijn vrouwen verzorgen tot zij krachtig ge noeg zijn om verder te trekken. Maar de sergeant ontdekt dat zijn levensredder nie- mand anders dan de gezochte Mala is en eischt, dat hij met de witte mannen naar de kust terug zal keeren. Mala begrijpt niet dat hij iets misdaan heeft. Hij zal wel eens komen, met zijn vrouw en zijn kinderen, maar vooreerst nog niet want de rendierenjacht vraagt al zijn tijd en aandacht. De witte mannen houden aan en tenslotte geeft Mala dan maar toe en onder zijn lei ding komen zij tenslotte ongedeerd weer in het politieposthuis, waar Mala van een an deren Eskimo hoort, dat hij opgehangen zal worden. Dat vindt Mala erg ondenkbaar van zijn vroegere gasten, maar de sergeant duidt hem uit, dat de inspecteur, die op komst is, daarover moet beslissen en dat hij dus wachten moet. Mala wacht, gaat op jacht en maakt zich op allerlei wijzen voor den sergeant en diens makkers verdienstelijk. Hij is soms dagen- lang weg en komt dan weer terug, tot groo te woede van den inmiddels aangekomen in specteur, een echten dienstklopper, die Mala onmiddellijk als een gevangene beschouwt en hem 's nachts in boeien laat sluiten. Dan krijgt Mala pas een anderen kijk op de mentaliteit van die witte mannen. Hij be- denkt, dat zijn vrouwen en kinderen nu al maanden in eigen onderhoud moeten voor- zien; het verlangen weer weg te trekken komt boven en tijdens een tocht waarin de moordenaar ter identificatie naar de lijken van zijn slachtoffers zal gebracht worden, ziet Mala( tijdens een sneeuwstorm, de kans schoon en ontvlucht, met medeneming van honden, geweren en patronen, die hij op zijn tocht noodig zal hebben. Hij loopt bloedvergiftiging op bij het ope- nen van een bus conserven en kan dan nog maar met een hand zijn uitgeputte honden sturen. Maar Mala, de groote Eskimo, kent het land als geen ander en in een voor- sprong van enkele dagen weet hij ver weg van zijn vervolgers te komen. Het groote wild is verdwenen en de inspec teur wordt door den naderenden dooi, die verder landwaarts trekken onmogelijk maakt, genoodzaakt de vervolging op te geven. Mala is een natuurkind en zooals Mala zijn er velen, mannen en vrouwen van dezen volksstam van wier leven en werken Peter Freuchen ons in dit boek een interessante beschrijving heeft gegeven. De verloren Droom, door J. P. Zoomers— Vermeer. Uitgave Van Holkema en Waren dorf's Uitgevers-Maatschappij te Amster dam. Toen Ali Smeding haar realistische roman „De Zondaar" had geschreven, verzoende zij de lezers, die daardoor geschokt bleken, weer met de geschiedenis van Tyne van Hilletje, het deugdzame en vrome Marker meisje. En ook Mevr. Zoomers—Vermeer, die ons in „Janna" de reajistische geschiedenis van een boerenmeisje ve'rteld heeft, gaat in „De verloren droom" tot een ander uiterste over en verhaalt de min of meer zoete geschiede nis van Frida, het onbedorven meisje van goeden huize, het eenvoudige droomstertje, dat het leven alleen uit den dagelijkschen omgang met een besten vader en een aller- soliedst zusje heeft leeren kennen. Zii wordt verliefd op een jongen bankem- ploy6, die zich als een bijzonder degelijk hu- welijkscandidaat voorstelt, maar wiens repu- tatie toch niet zoo gunstig is of er is wat van zijn min of meer onevenwichtig leven doorgedrongen in Frida's huis, zocdat haar vader tegen dit huwelijk emstige beden- kingen meent te moeten maken. Maar Frida's groote liefde en onbeperkt vertrouwen overwinnen en het huwelijk vindt plaats waarna Gerard zich ontpopt als een echtgenoot wiens wil in huis als wet moet beschouwd worden. In haar onverwoestbare vereering voor den geliefden man geeft Fri da in alle1-. toe en weldra voert Gerard haar in zijn vriendenkring, mannen en vrouwen van een zekere standig, maar van twijfelach- tige reputatie. Het komt geleidelijk tot verwijderig tus schen man en vrouw en Frida ziet haar droomen over een ideaal-huwelijk in rook ver- vliegen. Er komt een kind en hoewel Gerard, die nu bankdirecteur geworden is, het erg burgerlijk vindt, laat de natuur zich niet dwingen en verschijnt er anderhalf jaar na de geboorte van het eerste al een tweede, welks geboorte Frida bijna het leven kost. Dan is er inmiddels zooveel gebeurd, dat Frida zich volkomen los gevoelt van den man harer keuze, dezen vrijheid laat naar eigen opvatting verder te leven en na haar herctel met haar beide kinderen bij haar va der en zusje intrekt, waar zij ongetwijfeld in het voor haar meest passend milieu is ge komen. Een heel eenvoudige, bijna alledaagsche geschiedenis, die in een tiental bladzijden verteld zou kunnen worden, maar waarvoor de schrijfster niet minder dan 326 dicht be- rirukte pagina's blijkt noodig te hebben. De waarde van het boek is daarmede ge teekend, al geven wij gaarne toe, dat de schrijfster door haar onmiskenbaar talent in staat is hier en daar een situatie of karakter ontleding op bijzonder knappe wijze weer te geven. Maar vergeleken met haar vroegere werk, wil het ons voorkomen, dat dit boek van Me- vrouw ZoomersVermeer niet meer dan een succes d'estime zal bereiken. Tj- Panorama heeft ditmaal een zeer fraai.* foto van een tropenlandschap bij nacht. Dr W. J. van Baku vertelt over de tropenstad Rio de Janeiro bij nacht en publiceert er mooie kieken bij. Poepoet Bajoe publiceert een en ander over Indische hotels en Job. W. Broedelet vervolgt de komische geschie denis van den ridderlijken comediant. Er zijn novellen van A. P. Hengeveld, Jack Gordon en J. Schilsker, voor welke laatste „De vlie- gende dood" de bekende teekenaar van Pa norama, de heer Herman Moerkerk enkele bijzonder goede illustraties vervaardigde. R. Hagedoorn bespreekt de nieuwe wintermaii- tels en een uitvoerige beschouwing wordt gewijd aan het ook reeds hier ter stede op- gevoerde tooneelstuk „De groote reis". Er zijn vele foto's van actueel nieuws o.a. van het nieuwe Fransche ministerie, van de verkiezing van Jimmy Walker als burge- meester van New York, van den overleden prof. Henri Evers en van de methodes der dranksmokkelaars in Amerika. De bekende tabaksfirma Niemeijer laat in een albumpje met kleurigen omslag in woord en beeld zien hoe haar courant ontstaat. Bij vele kleine plaatjes, die tusschen den tekst geplakt kunnen worden, vertelt zij van de groote bosschen, die het hout voor de pa- piermolens moeten leveren, van de papierfa- bricage, het zetten en drukken van een mo- derne courant en het maken van foto's en cliche's. Het moet voor lezers, die zich tot dusver van het ontstaan van een courant nog geen denkbeeld konden vormen heel in- teressant zijn, te meer daar de beschrijving van alle opvolgende bewerkingen zoo popu- lair en eenvoudig mogelijk is gehouden. Voor deze nieuwe leerzame reclame zal bij de ver- bruikers van Niemeyers geurig product on getwijfeld groote belangstelling bestaan. Licht het populair-wetenschappelijke weekblad, dat bij den uitgever W. de Haan te Utrecht verscnijnt geeft ditmaal bij fraaie foto's een interessante beschouwing van F. M. Schnitger over de Hindoe-tempeis op Java. Aan Marken en zijn bewoners wordt een aardige causerie gewijd. V. d. M. bespreekt het veelomvattende onderwerp „Ar- menzorg" en U. G. Dorhout bespreekt zijn indrukken uit het Belgische Ardennenland. W. S. vertelt van de plundering van Den Haag door Maarten van Rossum in 1528 J. Clausen geeft antwoord op de vraag of cr inderdaad evolutie plaats heeft, waarna ten slotte A. Hallema veel wetenswaardigs over mitniek en gebaren verhaalt. Van het prachtwerk Neerlands Indi'i, dat bij de Uitgevers-Maatschappij Elsevier te Amsterdam verschijnt, is thans de zestiende en laatste aflevering verschencn, waarmede dit standaardwerk voltooid is. P. J. van San- ten en Jos van der Kolk vertellen hierin van de R.K. kerk en hare missie onder de inlan ders, waarna L. Noe de nationale beweging behandelt, een hoofdstuk, dat in dezen tijd ongetwijfeld de voile belangstelling verdient. Tenslotte bespreekt Herman Salomonson de Europeesche samenleving en voorziet proi. Stibbe, die de leiding der samenstelling van dit rijk geillustreerae boek had, het werk van een passend slotwoord. In het Novembernummer van De nieuwe Gids komt een historische afdeeling met pa- rodieen voor. Jac. van Looy geeft een aar- dig schetsje „ouder worden", Mr. R. H. J. Bakker bespreekt Willem Kloos en Frederik van Eeden, en Frans Erenes en Jan J. Zel- denthuis behandelen respectievelijk de Fran sche letteren en de moderne Duitsche littera- tuur. Mr. Dr. D. Albers bespreekt den steen van Kota Gedeh en Frederic Egger geeft ant woord op de vraag naar une renaissance de lalangue Fran?aise. Dr. Alfred A. Haigh- ton vervolgt zijn beschouwing over Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe en J. van Melie geeft een aardige schets getiteld „In de tronk". Natuurlijk zijn er weer Binnenge- dachten van Kloos en ook gedichten van He- lene Swarth, P. Smink en C. van Tilden Beer Poortugael. Willem Kloos bespreekt Victor van Vriesland, Maurits Wagenvoort behandelt het Buitenlandsche overzicht, Je anne Kloos de damesrubriek en Jacob Hie- gentlich de bibliographic. Onder redactie van mevr. Cramer—Schaap verscheen bij den uitgever W. de Haan te Utrecht een eenvoudig kleutertijdschrift Kie- keboe, bestemd voor kleuters van 58 jaar, waaraan o.a. F. H. N. Bloemink, N. van Hichtum, Josine Reuling e.a., benevens ver* scheidene bekwame illustrators medewerken Het eerste nummer geeft in een eenvoudigen gekleurden omslag een verhaaltje over een nieuwsgierigen kwakkel, de geschiedenis van Krijntje aan het lijntje en een praatje over het Ezelspel. De letters zijn groot en de verhaaltjes heel geschikt om door de kleuters zelf gelezen te worden. Het Radio-spook, door Jacques Berghuis Jr. Uitgave Gebr. Kluitman te Aikmaar. Een paar H.B.S.ers, die aardig knutselen kunnen, hebben een radiozender gemaakt en die zonder voorkennis of toestemming van den directeur-generaal der Posterijen op het dak van een huis geplaatst. Zij kondigen daarmee, op een bepaalde golflengte concer- ten aan en omdat zij heel aardig viool en piano spelen en een paar vriendinnetjes heb ben, die zuiver een liedje kunnen zingen, geeft dit onbekende station aangekondigd en in de couranten gekenschetst als Het Ra dio-spook zoo nu en dan concerten, tot groote ergernis van een bejaarde detective, die opdracht heeft de plaats van den zender op te sporen. Hij slaagt daarin niet omdat de jongens zoo nu en dan dien zender naar een ander huis verplaatsen, maar als na een geheim- zinnigen bankdiefstal de vader van een der meisjes plotseling verdwijnt en daardoor voor den dief wordt gehouden, komen de jon* gens op de gedachte, dat hij gevangen geno- men zal zijn en wellicht ergens gebracht i3 waar zich een radiotoestel zal bevinden. Het gelukt hun, via den zender van Het Radio- spook contact met den vermiste te krijgen en zij helpen daardoor denzelfden detective, die tevergeefs naar hun zender gezocht heeft i Alles komt natuurlijk goed terecht. De zender en de vader worden ontdekt en een der jeug- dige omroepers heeft weldra de zekerheid, dat hij in de toekomst de aardige dochter naar het altaar zal mogen voeren. Een zeer modern jongensboek, welks schrijver wel iets meer van radio en zijn toe- passing afweet dan bij de gewone luistervm- ken over het algemeen het geval is. In nieuwe koers door A. A. Sirks Joustra. Uitgave Gebr. Kluitman te Aik maar. Een alleraardigste familie uit het hooge Noorden is de familie Dalstra, die zoo nu en dan bij tante Syts op bezoek gaat waar uit het aide Fryske lieteboek de oude Frie- sche liederen worden gezongen. De moeder* looze buurjongen Henk voelt er zich ook thuis en niet alleen omdat hij een van de meisjes zoo aardig vindt. Maar meneer Dalstra de leeraar wordt doof en daarmede gaat zijn betrekking en zijn inkomen verloren. Nu moet mevrouw meisjes in huis nemen en Elly en Aukje ver schijnen ten tooneele. Elly een wispelturig nufje en Aukje het hartelijke dochtertje van een boer met veel vee en veel geld. Het oudste meisje gaat voor onderwijzeres studeeren, maar Henk, die inmiddels advo- caat geworden is, vergeet zijn oude liefde niet en nadat Aukje door de goede zorgen van mevrouw Dalstra van een ernstige ziek- te hersteld is, beloont haar vader die opoffe- ring door Hans, den jongste der Dalstra's op zijn kosten te laten studeeren. Papa Dal stra krijgt een betrekking als wiskundig ad- viseur van een levensverzekering en daar door behooren de zorgen tot het verleden. De Dalstra's vormen een degelijk gezin en de avonturen van de jongens en meisjes, die in dit boek voorkomen zijn onderhoudend beschreven. Dat alles bij elkaar maakt dit boek tot een zeer aanbevelenswaardig ge- schenk voor alle jeugdige lezeressen en le zers, die in de gebeurtenissen in huize-Dal* stra belang stellem DE LANGENDIJKER GROENTE- VEIL1NGEN. Iedere streek heeft zijn eigenaardigheid en dat bijzonder komt in centra van land- en tuinbouw, industrie of nijverheid, vooral op bepaalde tijden uit. Voor den vreemdeling moet het ongetwijfeld iets aantrekkelijks heb ben, in den tegenwoordigen tijd de bedrijvig- heid gade te slaan, welke hier bij de tuinbou wers heerscht. Op de veilirigen is het nu juist zoo levendig en opgewekt de laatste weken. De drukte concentreert zich bij de be* drijven zelf. Elken dag ziet men nog groote scheeps(motor)vrachten aanvoeren, die aan Langendijk en soms daarbuiten moeten wor-i den ondergebracht in boet of schuur. Op 't oogenblik is er niemand meer, die er niet van overtuigd is, dat dezen winter buitenge- woon groote voorraden stapelgroenten zullen aanwezig zijn. Alles wijst er op, dat de aan- wezige hoeveelheden nog grooter ziullen zijn dan het vorige jaar. Dit blijkt wel uit de vele stapels kool, die men heinde en ver in dit tuin. bouwdistrict op de erven der bouwers ziet bui- ten liggen. Voor vele moet nog een plaatsje gezocht worden en we kennen er zelfs, die nog geen opslagruimte hebben gevonden. Als het nog maar wat open weer blijft, is dit niet zoo erg, doch bij het invallen van de vorst zou er toch raad moeten worden geschaft. Het is tot nu toe niet best geloopen voor onze tuinders; onze overzichten hebben daar- van meermalen getuigd. Dat daarom alle hoop op de resultaten van de winterkool-cam- pagne is gevestigd, spreekt vanzelf. De groote voorraden, welke er aan stapelgroenten zijn, zijn intusschen niet in de eerste plaats een ge volg van een gunstigen oogst, doch te danken aaii de groote oppervlakten, die met deze groenten waren gebouwd. Het komt er dus thans voor onze tuinders op aan, voor'deze voorraden goede prijzen te maken. Dit heeft men als vanzelf sprekend niet in de hand, daar de ervaring al heeft geleerd, dat zeer vaak een koude winter met sneeuw en ijs gun- stige prijzen met zich brengt. „Het weer is de koopman", zegt de Langendijker tuinbouwer, "4H Kent Aspirin-Tabletten en hun liitstekende werking bij alle verkoudheidsziekten en rheu- matische pijnen. is het te weten, dat er maar bestaat. Het onmisbare ken* teeken is het Bayerkruis op iedere verpakking en opelke tablet. Is dit niet het geval, dan hebt ge niet de echte Aspirin. Bovendien komt op iedere verpakking de U be- V kende oranje band voor. /T\ Let in Uw eigen belang op A \deze onbedriegelijke ken- IQAYERi teeksnen. Prljs75cts. L E LMnBnnnra ii-—wi 1HTI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 6