itsplrisa.
Landbouw en Veeteelt.
een echte
Boeken
TijdscBiriften
Jeugtiiecftiur.
Maar van even veel belang
Deze kwestie zal door B. en W. worden
nagegaan. Hierna sluiting.
HOORN.
Een metselaar, die te Oudendijk over
het erf van den veehouder Koster wilde
gaan om bij de in aanbouw zijnde zuivelfa-
briek te komen, heeft met den veehouder ruzie
gekregen, met het gevolg, dat deze hem met
een hamer een slag toebracht, waardoor zijn
sleutelbeen werd verbrijzend. De man is be-
wusteloos naar het stadsziekenhuis alhier
overgebracht.
STOMPETORLN.
Vrijdagavond hield de afdeeling Scher-
Ineer der Holl. Mij. van Landbouw in com-
binatie met de vereeniging van land- en
tuinbouwers in cafe Renses een praatavond,
waar de heer D. de Boer Dz. alhier zou
spreken over „De komende ziektewet en de
heer Stokreef, dierenarts, over „Uierziekte en
hare bestrijding".
De voorzitter der afdeeling Schermeer, de
heer M. C. van der Laan, heette alien wel-
kom, inzonderheid den heer De Boer, wien
hij erkentelijk was voor zijne bereidwillig-
heid, om hier een spreekbeurt te vervullen.
Hierna werd het woord verleend aan den
heer De Boer, die de artikelen der ziektewet,
voor zoover die van belang zijn voor land-
en tuinbouw, voorlas en waar dit noodig
geacht werd, toelichtte en verklaarde. Ver-
volgens deelde spreker een en ander med'e
van de geschiedenis der ziektewet, de Raden
van Arbeid en van verschillende vergaderin-
gen, die in den laatsten tijd door ZEd. waren
bijgewoond.
Van de gelegenheid, om vragen te stellen,
werd door een vijftal heeren gebruik ge
maakt, die alien uitvoerig werden be
an twoord.
De voorzitter dankte den heer De Boer
hartelijk voor hetgeen hij had medegedeeld
en hoopte, dat de afdeeling nog meermalen
het genoegen mocht hebben, hem hier te zien
optreden. (Appaus).
Gedurende de voordracht van den heer
De Boer was de heer Stokreef ter vergade-
ring gekomen, die door den voorzitter werd
verwelkomd en wien werd verzocht, het aan-
gekondigde onderwerp te behandelen.
Aan de eigenlij'ke bespreking van uier-
ziekte en hare bestrijding ging vooraf een uit-
eenzetting, hoe een uier is opgebouwd,
waarna iets gezegd werd over uiertuber-
culose, uierOntsteking, veroorzaakt door et-
ter en die door streptococcen. Verschillende
goede raadgevingen en wenken werden hier-
aan vastgeknoopt omtrent het koopen eener
koe, het melken, de behandeling der melk,
enz
Ook deze voordracht werd met belang-
stelling en aandacht gevolgd. Eenige heeren
stelden vragen naar aanleiding van het be-
handelde of deelden iets mede uit de practijk.
De vragen werden door den spreker vot-
doende beantwoord; de mededeelingen met
vriendelijken dank aangehoord.
De voorzitter was ongetwijfeld aller tolk,
to en hij den heer Stokreef, even a Is den heer
De Boer, een woord van hartelijken dank
bracht voor hun uitgebreide en leerzame
reden en hun gaarne een tot weerziens toe-
riep
y Hierna sluiting.
CASTRICUM.
Naar wij vernemen wordt in deze gemeente
fiogal sterk actie gevoerd tot het wijzigen
van de plannen van de directie der Neder-
landsche Spoorwegen inzake den aanleg van
een tweede los- en laadpalats en wel aan de
zijde van het station dat thans geheel is af-
gesloten.
Deze actie gaat niet tegen het plan als
zoodanig maar wel tegen de uitvoering zoo-
als deze is gedacht. Van de zijde van de
spoorwegen wil men n.l. alleen slechts een
toegang maken en wel aan de zijde van den
Rijksstraatweg, waardoor alle vervoer van-
af de losplaats in de meeste gevallen zal
moeten geschieden via den Rijksstraatweg
Stationplein en dan naar de zanderij enz. Men
krijgt daardoor minstens twee overwegen te
passeeren, met tot gevolg dat men in de
meeste gevallen viermaa! voor de overwegen
zal moeten wachten. Vooral wordt dit be-
zwaar gevoeld omdat bij de invoering van
den halfurendienst bij de eiectrificatie van den
spoorlijn AmsterdamAikmaar, de boomen
veelvuldig g^sloten zullen zijn. Ook al om
dat het seinhuis aan den overweg naar Duin
en Bosch en Kramersweg in den binnenkant
van de bocht zal worden geplaatst, zoodat
de seinhuiswachter in het geheel geen uit-
zicht meer heeft.
Indien nu geen tweede toe- en uitgang
kon gemaakt worden waardoor aan- en af-
yoer van de goederen zal worden vergemak-
kelijkt, dan zou men daarmede vrede moeten
hebben. Dit is echter wel het geval Volgens
het ingediende project zal de aan de zijde
van den Kramersweg de aan te leggen los-
en laadplaats met een groot hek worden af-
gesloten. Maakt men daarentegen nu daarin
een uit respectievelijk toegang dan verloopt
het laden en lossen geregeld en hebben de-
genen, die daarmede te maken hebben in de
meeste gevallen met het wachten en pas
seeren van de overwegen niets uit te staan.
Vergeten moet niet worden dat in het voor-
en najaar een groot aantal wagens mest
aankomen, die voor 85 pCt. zijn bestemd
voor de zanderij, welke iigt aan de westzijde
van den spoorlijn. Worden degenen die deze
stoffen laten aankomen bemoeilijkt dan zal
het vervoer per spoor daaronder lijden. Wij
spraken al een grooten bloemist die ons ver
klaarde: „Ik laat zoo ongeveer 20 wagons
mest aankomen per jaar, maar als dat nu
zoo gaat dan denk ik er over om deze per
schuit te laten aanvoeren via Beverwijk". Men
moet ook niet vergeten dat de spoorvrachten
niet laag zijn en per schip veel voordeeliger
wordt aangevoerd. Alleen de vervoerkosten
vanaf Beverwijk zijn van beteekenis Wordt
echter het plan doorgevoerd dan zien wij er
in dat deze personen terugschrikken voor
den langen duur van het lossen van derge-
lijke wagens.
Het gemeentebestuur moet deze actie sterk
steunen en heeft ook bij de verschillende auto-
riteiten op de groote bezwaren gewezen.
Deze week vergaderden de besturen van
het Wit Gele en Witte Kruis om eens te be-
spreken de mogelij'kheid van oprichting van
een zuigelingenconsultatiebureau ter
plaatse. Aan die bespreking nam tevens deel
Dr. ten Bruggecate, kinderarts van het Witte
Kruis. Na een iiileiding volgde een geani-
meerde gedachtenwisseling, waaraan be-
sloten werd in beginsel hiertoe over te gaan.
KOEDIJK.
Op Dinsdag 5 en Zondag 10 November
werd door de Vereeniging Zanglust een
openbare uitvoering gegeven in het lokaal
van den heer Jb. Groot, onder leiding van
den heer Corn. Jonker uit Aikmaar, met me-
dewerking van de afdeeling Kinderkoor. Het
program werd geopend door gemengd koor
met a. Ontwaakt, loopt Herders dezen nachi;
b. Meienacht; welke nummers met warmte
werden gegeven en direct insloegen en met
aandacht- gevolgd werden, doch vooral niet
minder het Kinderkoor lste klas, dat met
lieve en heldere stemmetjes de liedjes voor-
droeg en waarvan de kinderen geschaard
stonden om hun directeur. Ook het Kinder
koor 2de klas, gaf de liederen vrij en onge-
dwongen en gaf blijk van nog meer studie
en nog meer kunnen. Vooral kwam dit uit
bij: Wiegeliedje, dat gevoelvol en goed ver-
staanbaar werd weergegeven.
Het applaus was zoo groot dat een extra-
tje werd gegeven.
Nadat het eerste gedeelte van het pro
gram was afgewerkt, kwam een van de
kleinste zangers aan de hand des voorzit-
ters den heer P. Hart, den directeur, den
heer Jonker, een bouquet aanbieden, als blijk
van waardeering van het kinderkoor, waar-
bij de heer Hart het werk van den directeur
huldigde.
Na de pauze gaf het gemengd koor nog
enkele nummers die met aandacht gevolgd
werden. Het was goed gezien om in het tekst-
boekje de vertaling er bij te geven. Ook het
laatste gedeelte van het program werd vlot
afgewerkt en elk nutnmer verwierf een luid
applaus. De beide avonden zijn een succes
geweest voor directeur en leden.
ESMOND AAN ZEE.
G e b o re n: Cornelia, d. v. G. J. Heilig en
G. Wijker. Tijs, z. v. J. Glas en K. Stam.
Trijntje, d. v. A. Prins en J. Conijn.
Catharina Hermenegilde, d. v. A. de Waard
en J. Brouwer. Johannes, z. v. C. Visser
en P. Blok. Christiaan Nicolaas Bonefa-
cius, z. v. H. A. de Goede en B. G. van den
Idsert.
Overleden: Maartje Blok, 79 j.
Job de Groot, 80 j.
Gehuwd: H. Schong en A. Zwart.
J. van't Veer en G. F. Happ£e. A. Heere
en J. de Groot. P. Blom en M. Th. Dek-
ker.
Groot Wild, Roman uit het leven der Es
kimc's, door Peter Freuchen. Uitgave Uitge-
vers-maatschappij Elsevier te Amsterdam.
Er zijn vele oppervlakkige reisbeschrijvin-
gen, eenvoudige dagboekbladen, toegelicht
door meer of minder mooie foto's, die in den
laatsten tijd in boekvorm verschijnen.
Zoodra het bereisde land maar een beetje
uit de buurt en daardoor weinig bezocht en
bekend is, voelt de toerist, die ook maar
eenigszins de pen kan hanteeren, zich na
zijn thuiskomst geroepen een reisverhaal te
schrijven, dat dan ten slotte bij een uitgever
terecht komt, die het in boekvorm de wereld
instuurt.
Veel meer dan een oppervlakkigen indruk
van land en volk hebben de schrijvers in den
regel niet gekregen en veel waardevoller dan
al die vluchtige reisbeschrijvingen zijn dan
ook de werken van natuurvorschers, die door
een langdurig verblijf tusschen de volks-
stammen- welke zij beschrijven willen, door
en door met het karakter, met de zeden en
gewoonten van dat volk op de hoogte zijn
gekomen. Zijn zij daarbij, zooals Peter
Freuchen in het boek, dat thans voor ons
ligt, wat romantisch aangelegd en bezitten
zij de gave hun indrukken zuiver weer te ge
ven, dan verschijnt er een roman, die in het
onbekende land speelt en waarin de hoofdfi-
guren een zuiver karakterbeeld der bewemers
vertoonen.
Peter Freuchen kent de Eskimo's, die de
sneeuw- en ijsstreken van Groenland bevol-
ken door en door. Hij weet zich geheel in hun
leven en denken te verplaatsen en vertelt
over hen op de sobere, karakteristieke wijze
en in dezelfde woorden en uitdrukkingen las
dit natuurvolk het onderling zelf zou doen
Zoo is dit verhaal als het ware het scenario
van een Groenlandfilm geworden, van een
sprekende film waarop men de groote Mala
en zijn rasgenooten in hun dagelijksch leven
en werken ziet.
En, zooals gezegd, wordt den toeschou-
wers het in elke film onontbeerlijke roman
tisch gegeven niet onthouden, want Mala
wordt een slachtoffer der beschaving, welke
tot in deze barre landstreken is do'orgedron
gen en van welks wetten de Eskimo's, die
slechts aan de oude natuurwetten gehoorza-
men, niets begrijpen.
Mala is een groot jager, die zooveel ren-
dieren en vossen vangt, dat Iva zijn vrouw
cn de beide kleine Eskimo-jongens meer dan
voldoende te eten heben.
Natuurgetrouw geeft Freuchen dit leven
in de Eskimohutten weer, waar de vrouwen
even zwaar werk verrichten als de mannen
en in hun vrijen tijd pelsen en laarzen moe
ten naaien.
Als Mala huiden genoeg heeft, t-rek de fa-
milie naar de streken waar witte mannen,
walvischjagers, hun schepen hebben. Die
mannen koopen de huiden en bctalen ze met
tabak, met geweren en kogels, met lucifers,
bijlen en messen.
De kapitein van het schip der witte mannen
neemt al Mala's huiden en leent ook Mala's
vrouw en Mala is gelukkig, want de beloo
ning is groot en hij ontvangt zooveel levens
behoeften, dat hij zich weer veilig maanden
lang in eigen jachtgebieden kan terugtrek-
ken.
Maar Mala is een onvermoeid jager en de
witte mannen laten hem niet zoo gauw weer
gaan. Hij gaat mee op de walvischjacht en
komt na korte reizen weer bij zijn familie,
maar na een feestavond aan boord schiet de
kapitein bij ongeluk Iva dood, die hij op het
ijs voor een zeehond aanziet.
Dan trekt Mala met zijn kinderen weg,
maar hij heeft geen vrouw meer die zijn pel
sen en laarzen kan maken en als ook de kin
deren verwaarloozen, gaat Mala naar de
hut van een anderen Eskimo, doodt dezen en
neemt uit den inventaris alleen de vrouw van
den doode als souvenir naar zijn eigen hut
mec. Mala heeft weer een vrouw, maar hij
ziet er even later een, die jonger en aantrek-
kelijker is. Hij verjaagt haar man en dan
heeft Mala twee vrouwen, een oude en een
jonge.
Dat is in Eskimo-land heel natuurlijk en
even vanzelfsprekend is het, dat Mala de fa
milie die den doode komt wreken zoo spoe-
dig mogelijk neerschiet. Als hij het niet ge-
daan had, zouden zij het hem gedaan heb
ben, dus er is eenvoudig geen andere keus.
Mala is dan onbetwist de meest gevreesde
en door alien gehoorzaamde man van de
Eskimokampen, maar ongelukkig voor hem
heeft de regeering bij de schepen der witte
mannen een politiepost gevestigd, met een
inspecteur, die opdracht heeft gekregen, dit
woeste natuurvolk te laten voelen, dat de re
geering ook in dit gebied gehoorzaamheid
aan de wet en bestraffing van den misdadi-
ger verlangt.
Een sergenat en een constabel, die van
Mala's misdaden gehoord hebben, trekken er
met hondensleden op uit om hem te vangen
Zij zijn na eenige dagen zwervens op het
punt van honger en kou om te komen als
Mala ze toevallig ontdekt. Hij verzorgt ze,
brengt ze naar zijn ijshut en laat ze door
zijn vrouwen verzorgen tot zij krachtig ge
noeg zijn om verder te trekken. Maar de
sergeant ontdekt dat zijn levensredder nie-
mand anders dan de gezochte Mala is en
eischt, dat hij met de witte mannen naar de
kust terug zal keeren.
Mala begrijpt niet dat hij iets misdaan
heeft. Hij zal wel eens komen, met zijn
vrouw en zijn kinderen, maar vooreerst nog
niet want de rendierenjacht vraagt al zijn
tijd en aandacht.
De witte mannen houden aan en tenslotte
geeft Mala dan maar toe en onder zijn lei
ding komen zij tenslotte ongedeerd weer in
het politieposthuis, waar Mala van een an
deren Eskimo hoort, dat hij opgehangen zal
worden. Dat vindt Mala erg ondenkbaar
van zijn vroegere gasten, maar de sergeant
duidt hem uit, dat de inspecteur, die op
komst is, daarover moet beslissen en dat hij
dus wachten moet.
Mala wacht, gaat op jacht en maakt zich
op allerlei wijzen voor den sergeant en diens
makkers verdienstelijk. Hij is soms dagen-
lang weg en komt dan weer terug, tot groo
te woede van den inmiddels aangekomen in
specteur, een echten dienstklopper, die Mala
onmiddellijk als een gevangene beschouwt en
hem 's nachts in boeien laat sluiten.
Dan krijgt Mala pas een anderen kijk op
de mentaliteit van die witte mannen. Hij be-
denkt, dat zijn vrouwen en kinderen nu al
maanden in eigen onderhoud moeten voor-
zien; het verlangen weer weg te trekken
komt boven en tijdens een tocht waarin de
moordenaar ter identificatie naar de lijken
van zijn slachtoffers zal gebracht worden,
ziet Mala( tijdens een sneeuwstorm, de kans
schoon en ontvlucht, met medeneming van
honden, geweren en patronen, die hij op zijn
tocht noodig zal hebben.
Hij loopt bloedvergiftiging op bij het ope-
nen van een bus conserven en kan dan nog
maar met een hand zijn uitgeputte honden
sturen. Maar Mala, de groote Eskimo, kent
het land als geen ander en in een voor-
sprong van enkele dagen weet hij ver weg
van zijn vervolgers te komen.
Het groote wild is verdwenen en de inspec
teur wordt door den naderenden dooi, die
verder landwaarts trekken onmogelijk maakt,
genoodzaakt de vervolging op te geven.
Mala is een natuurkind en zooals Mala
zijn er velen, mannen en vrouwen van dezen
volksstam van wier leven en werken Peter
Freuchen ons in dit boek een interessante
beschrijving heeft gegeven.
De verloren Droom, door J. P. Zoomers—
Vermeer. Uitgave Van Holkema en Waren
dorf's Uitgevers-Maatschappij te Amster
dam.
Toen Ali Smeding haar realistische roman
„De Zondaar" had geschreven, verzoende zij
de lezers, die daardoor geschokt bleken, weer
met de geschiedenis van Tyne van Hilletje,
het deugdzame en vrome Marker meisje.
En ook Mevr. Zoomers—Vermeer, die ons
in „Janna" de reajistische geschiedenis van
een boerenmeisje ve'rteld heeft, gaat in „De
verloren droom" tot een ander uiterste over
en verhaalt de min of meer zoete geschiede
nis van Frida, het onbedorven meisje van
goeden huize, het eenvoudige droomstertje,
dat het leven alleen uit den dagelijkschen
omgang met een besten vader en een aller-
soliedst zusje heeft leeren kennen.
Zii wordt verliefd op een jongen bankem-
ploy6, die zich als een bijzonder degelijk hu-
welijkscandidaat voorstelt, maar wiens repu-
tatie toch niet zoo gunstig is of er is wat van
zijn min of meer onevenwichtig leven
doorgedrongen in Frida's huis, zocdat haar
vader tegen dit huwelijk emstige beden-
kingen meent te moeten maken.
Maar Frida's groote liefde en onbeperkt
vertrouwen overwinnen en het huwelijk vindt
plaats waarna Gerard zich ontpopt als een
echtgenoot wiens wil in huis als wet moet
beschouwd worden. In haar onverwoestbare
vereering voor den geliefden man geeft Fri
da in alle1-. toe en weldra voert Gerard haar
in zijn vriendenkring, mannen en vrouwen
van een zekere standig, maar van twijfelach-
tige reputatie.
Het komt geleidelijk tot verwijderig tus
schen man en vrouw en Frida ziet haar
droomen over een ideaal-huwelijk in rook ver-
vliegen. Er komt een kind en hoewel Gerard,
die nu bankdirecteur geworden is, het erg
burgerlijk vindt, laat de natuur zich niet
dwingen en verschijnt er anderhalf jaar na
de geboorte van het eerste al een tweede,
welks geboorte Frida bijna het leven kost.
Dan is er inmiddels zooveel gebeurd, dat
Frida zich volkomen los gevoelt van den
man harer keuze, dezen vrijheid laat naar
eigen opvatting verder te leven en na haar
herctel met haar beide kinderen bij haar va
der en zusje intrekt, waar zij ongetwijfeld
in het voor haar meest passend milieu is ge
komen.
Een heel eenvoudige, bijna alledaagsche
geschiedenis, die in een tiental bladzijden
verteld zou kunnen worden, maar waarvoor
de schrijfster niet minder dan 326 dicht be-
rirukte pagina's blijkt noodig te hebben.
De waarde van het boek is daarmede ge
teekend, al geven wij gaarne toe, dat de
schrijfster door haar onmiskenbaar talent in
staat is hier en daar een situatie of karakter
ontleding op bijzonder knappe wijze weer te
geven.
Maar vergeleken met haar vroegere werk,
wil het ons voorkomen, dat dit boek van Me-
vrouw ZoomersVermeer niet meer dan een
succes d'estime zal bereiken.
Tj-
Panorama heeft ditmaal een zeer fraai.*
foto van een tropenlandschap bij nacht. Dr
W. J. van Baku vertelt over de tropenstad
Rio de Janeiro bij nacht en publiceert er
mooie kieken bij. Poepoet Bajoe publiceert
een en ander over Indische hotels en Job.
W. Broedelet vervolgt de komische geschie
denis van den ridderlijken comediant. Er zijn
novellen van A. P. Hengeveld, Jack Gordon
en J. Schilsker, voor welke laatste „De vlie-
gende dood" de bekende teekenaar van Pa
norama, de heer Herman Moerkerk enkele
bijzonder goede illustraties vervaardigde. R.
Hagedoorn bespreekt de nieuwe wintermaii-
tels en een uitvoerige beschouwing wordt
gewijd aan het ook reeds hier ter stede op-
gevoerde tooneelstuk „De groote reis".
Er zijn vele foto's van actueel nieuws o.a.
van het nieuwe Fransche ministerie, van de
verkiezing van Jimmy Walker als burge-
meester van New York, van den overleden
prof. Henri Evers en van de methodes der
dranksmokkelaars in Amerika.
De bekende tabaksfirma Niemeijer laat in
een albumpje met kleurigen omslag in woord
en beeld zien hoe haar courant ontstaat.
Bij vele kleine plaatjes, die tusschen den
tekst geplakt kunnen worden, vertelt zij van
de groote bosschen, die het hout voor de pa-
piermolens moeten leveren, van de papierfa-
bricage, het zetten en drukken van een mo-
derne courant en het maken van foto's en
cliche's. Het moet voor lezers, die zich tot
dusver van het ontstaan van een courant
nog geen denkbeeld konden vormen heel in-
teressant zijn, te meer daar de beschrijving
van alle opvolgende bewerkingen zoo popu-
lair en eenvoudig mogelijk is gehouden. Voor
deze nieuwe leerzame reclame zal bij de ver-
bruikers van Niemeyers geurig product on
getwijfeld groote belangstelling bestaan.
Licht het populair-wetenschappelijke
weekblad, dat bij den uitgever W. de Haan
te Utrecht verscnijnt geeft ditmaal bij
fraaie foto's een interessante beschouwing
van F. M. Schnitger over de Hindoe-tempeis
op Java. Aan Marken en zijn bewoners
wordt een aardige causerie gewijd. V. d. M.
bespreekt het veelomvattende onderwerp „Ar-
menzorg" en U. G. Dorhout bespreekt zijn
indrukken uit het Belgische Ardennenland.
W. S. vertelt van de plundering van Den
Haag door Maarten van Rossum in 1528 J.
Clausen geeft antwoord op de vraag of cr
inderdaad evolutie plaats heeft, waarna ten
slotte A. Hallema veel wetenswaardigs over
mitniek en gebaren verhaalt.
Van het prachtwerk Neerlands Indi'i, dat
bij de Uitgevers-Maatschappij Elsevier te
Amsterdam verschijnt, is thans de zestiende
en laatste aflevering verschencn, waarmede
dit standaardwerk voltooid is. P. J. van San-
ten en Jos van der Kolk vertellen hierin van
de R.K. kerk en hare missie onder de inlan
ders, waarna L. Noe de nationale beweging
behandelt, een hoofdstuk, dat in dezen tijd
ongetwijfeld de voile belangstelling verdient.
Tenslotte bespreekt Herman Salomonson de
Europeesche samenleving en voorziet proi.
Stibbe, die de leiding der samenstelling van
dit rijk geillustreerae boek had, het werk
van een passend slotwoord.
In het Novembernummer van De nieuwe
Gids komt een historische afdeeling met pa-
rodieen voor. Jac. van Looy geeft een aar-
dig schetsje „ouder worden", Mr. R. H. J.
Bakker bespreekt Willem Kloos en Frederik
van Eeden, en Frans Erenes en Jan J. Zel-
denthuis behandelen respectievelijk de Fran
sche letteren en de moderne Duitsche littera-
tuur. Mr. Dr. D. Albers bespreekt den steen
van Kota Gedeh en Frederic Egger geeft ant
woord op de vraag naar une renaissance de
lalangue Fran?aise. Dr. Alfred A. Haigh-
ton vervolgt zijn beschouwing over Jeanne
Kloos-Reyneke van Stuwe en J. van Melie
geeft een aardige schets getiteld „In de
tronk". Natuurlijk zijn er weer Binnenge-
dachten van Kloos en ook gedichten van He-
lene Swarth, P. Smink en C. van Tilden
Beer Poortugael. Willem Kloos bespreekt
Victor van Vriesland, Maurits Wagenvoort
behandelt het Buitenlandsche overzicht, Je
anne Kloos de damesrubriek en Jacob Hie-
gentlich de bibliographic.
Onder redactie van mevr. Cramer—Schaap
verscheen bij den uitgever W. de Haan te
Utrecht een eenvoudig kleutertijdschrift Kie-
keboe, bestemd voor kleuters van 58 jaar,
waaraan o.a. F. H. N. Bloemink, N. van
Hichtum, Josine Reuling e.a., benevens ver*
scheidene bekwame illustrators medewerken
Het eerste nummer geeft in een eenvoudigen
gekleurden omslag een verhaaltje over een
nieuwsgierigen kwakkel, de geschiedenis
van Krijntje aan het lijntje en een praatje
over het Ezelspel. De letters zijn groot en de
verhaaltjes heel geschikt om door de kleuters
zelf gelezen te worden.
Het Radio-spook, door Jacques Berghuis
Jr. Uitgave Gebr. Kluitman te Aikmaar.
Een paar H.B.S.ers, die aardig knutselen
kunnen, hebben een radiozender gemaakt en
die zonder voorkennis of toestemming van
den directeur-generaal der Posterijen op het
dak van een huis geplaatst. Zij kondigen
daarmee, op een bepaalde golflengte concer-
ten aan en omdat zij heel aardig viool en
piano spelen en een paar vriendinnetjes heb
ben, die zuiver een liedje kunnen zingen,
geeft dit onbekende station aangekondigd
en in de couranten gekenschetst als Het Ra
dio-spook zoo nu en dan concerten, tot
groote ergernis van een bejaarde detective,
die opdracht heeft de plaats van den zender
op te sporen.
Hij slaagt daarin niet omdat de jongens
zoo nu en dan dien zender naar een ander
huis verplaatsen, maar als na een geheim-
zinnigen bankdiefstal de vader van een der
meisjes plotseling verdwijnt en daardoor
voor den dief wordt gehouden, komen de jon*
gens op de gedachte, dat hij gevangen geno-
men zal zijn en wellicht ergens gebracht i3
waar zich een radiotoestel zal bevinden. Het
gelukt hun, via den zender van Het Radio-
spook contact met den vermiste te krijgen
en zij helpen daardoor denzelfden detective,
die tevergeefs naar hun zender gezocht heeft i
Alles komt natuurlijk goed terecht. De zender
en de vader worden ontdekt en een der jeug-
dige omroepers heeft weldra de zekerheid,
dat hij in de toekomst de aardige dochter
naar het altaar zal mogen voeren.
Een zeer modern jongensboek, welks
schrijver wel iets meer van radio en zijn toe-
passing afweet dan bij de gewone luistervm-
ken over het algemeen het geval is.
In nieuwe koers door A. A. Sirks
Joustra. Uitgave Gebr. Kluitman te Aik
maar.
Een alleraardigste familie uit het hooge
Noorden is de familie Dalstra, die zoo nu
en dan bij tante Syts op bezoek gaat waar
uit het aide Fryske lieteboek de oude Frie-
sche liederen worden gezongen. De moeder*
looze buurjongen Henk voelt er zich ook
thuis en niet alleen omdat hij een van de
meisjes zoo aardig vindt.
Maar meneer Dalstra de leeraar wordt
doof en daarmede gaat zijn betrekking en
zijn inkomen verloren. Nu moet mevrouw
meisjes in huis nemen en Elly en Aukje ver
schijnen ten tooneele. Elly een wispelturig
nufje en Aukje het hartelijke dochtertje van
een boer met veel vee en veel geld.
Het oudste meisje gaat voor onderwijzeres
studeeren, maar Henk, die inmiddels advo-
caat geworden is, vergeet zijn oude liefde
niet en nadat Aukje door de goede zorgen
van mevrouw Dalstra van een ernstige ziek-
te hersteld is, beloont haar vader die opoffe-
ring door Hans, den jongste der Dalstra's
op zijn kosten te laten studeeren. Papa Dal
stra krijgt een betrekking als wiskundig ad-
viseur van een levensverzekering en daar
door behooren de zorgen tot het verleden.
De Dalstra's vormen een degelijk gezin en
de avonturen van de jongens en meisjes, die
in dit boek voorkomen zijn onderhoudend
beschreven. Dat alles bij elkaar maakt dit
boek tot een zeer aanbevelenswaardig ge-
schenk voor alle jeugdige lezeressen en le
zers, die in de gebeurtenissen in huize-Dal*
stra belang stellem
DE LANGENDIJKER GROENTE-
VEIL1NGEN.
Iedere streek heeft zijn eigenaardigheid en
dat bijzonder komt in centra van land- en
tuinbouw, industrie of nijverheid, vooral op
bepaalde tijden uit. Voor den vreemdeling
moet het ongetwijfeld iets aantrekkelijks heb
ben, in den tegenwoordigen tijd de bedrijvig-
heid gade te slaan, welke hier bij de tuinbou
wers heerscht. Op de veilirigen is het nu
juist zoo levendig en opgewekt de laatste
weken. De drukte concentreert zich bij de be*
drijven zelf. Elken dag ziet men nog groote
scheeps(motor)vrachten aanvoeren, die aan
Langendijk en soms daarbuiten moeten wor-i
den ondergebracht in boet of schuur. Op 't
oogenblik is er niemand meer, die er niet
van overtuigd is, dat dezen winter buitenge-
woon groote voorraden stapelgroenten zullen
aanwezig zijn. Alles wijst er op, dat de aan-
wezige hoeveelheden nog grooter ziullen zijn
dan het vorige jaar. Dit blijkt wel uit de vele
stapels kool, die men heinde en ver in dit tuin.
bouwdistrict op de erven der bouwers ziet bui-
ten liggen. Voor vele moet nog een plaatsje
gezocht worden en we kennen er zelfs, die nog
geen opslagruimte hebben gevonden. Als het
nog maar wat open weer blijft, is dit niet zoo
erg, doch bij het invallen van de vorst zou er
toch raad moeten worden geschaft.
Het is tot nu toe niet best geloopen voor
onze tuinders; onze overzichten hebben daar-
van meermalen getuigd. Dat daarom alle
hoop op de resultaten van de winterkool-cam-
pagne is gevestigd, spreekt vanzelf. De groote
voorraden, welke er aan stapelgroenten zijn,
zijn intusschen niet in de eerste plaats een ge
volg van een gunstigen oogst, doch te danken
aaii de groote oppervlakten, die met deze
groenten waren gebouwd. Het komt er dus
thans voor onze tuinders op aan, voor'deze
voorraden goede prijzen te maken. Dit heeft
men als vanzelf sprekend niet in de hand,
daar de ervaring al heeft geleerd, dat zeer
vaak een koude winter met sneeuw en ijs gun-
stige prijzen met zich brengt. „Het weer is de
koopman", zegt de Langendijker tuinbouwer,
"4H
Kent Aspirin-Tabletten en hun
liitstekende werking bij alle
verkoudheidsziekten en rheu-
matische pijnen.
is het te weten, dat er maar
bestaat. Het onmisbare ken*
teeken is het Bayerkruis op
iedere verpakking en opelke
tablet. Is dit niet het geval,
dan hebt ge niet de echte
Aspirin. Bovendien komt op
iedere verpakking de U be-
V kende oranje band voor.
/T\ Let in Uw eigen belang op
A \deze onbedriegelijke ken-
IQAYERi teeksnen. Prljs75cts.
L E LMnBnnnra
ii-—wi 1HTI