llllMIStk CHMSt. -ZILVEH StasSsbieuws H t l 1,1,ETON. DE KANG-HE VAAS. snugrd een sn derti&ste Jaargang. Vr«jda^ 15 November Badio-hoekje Zaterdag 16 November. Hilvcrsum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) 10.-10.15 Morgenwijding. 12.15—2.— Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.— 2.30 Gramofoonmuziek. 2.30—4.— Concert Concert door de Stafmuziek van het 5e Rogt. Infanterie. 4.—4.30 „Onze Auto ben acht- tal lessen door J. J. A. de Ridder. 4.30-5.- Sportpraatje door H. Hollander. 5.-5.30 Gezondheidshalfuurtje. Dr. E. H. la Cha- pelle over: De zorg voor het gebrekkige kind 5 30—6 Duitsch voor gevorderden en ronversatie 6.01—7.45 Concert door het Om- roeporkest. Het Tokkel-Octet „Caecilia" en het Dubbelmannenkwartet gKunstmin 8.- V. A. R- A. Orgel-recital. 8.15 V. A. R. A. T P7in.£r over- .fnstituut en massa-ontwikke- ling Daarna: Blijde Wereld avond. Het Barchem-koor, zangeres, orgel en orkest. Toe- ■nraken Na afloop: Actueele- en levenslied- ies afgewisseld met gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 11 30—12.— Godsdienstig halfuurtje. 12.15 —1.15 Concert door K. R. O.-Trio. 1.15— 2— Gramofoonmuziek. 2.3.15 Kinderuur- *;e 4 —4.30 Cursus Esperanto. 4.30—5.— Cursus Engelsch. 5.-6.— Gramofoonmu- 6.6.05 Beursberichten. 6.056.20 Concert. Sopraan. 6.20—6.45 Gramofoonmu ziek. 6.45—7.— Journalistiek weekoverzicht. 7—7.30 Lezing over: „Electriciteit in de liuishouding" 7.30—8.30 Gramofoonmuziek. g.3012.Orkestconcert. Na afloop gramo foonmuziek. 12.— Sluiting. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij- ding. 11.05-11.20 Lezing. 1.202.20 Or kestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. A. Lilley, sopraan. A. Burch, bariton. Orkest 5.05 Concert op Cinema-orgel. 5.35 Kinder- uurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Zang door Stilles-Allen. 7.20 Lezing. 7.35 Lezing. 7 50 Vaudeville. 9.20 Nieuwsberichten. 9 35 Lezing. 9.50 Bericht. 9.55 Concert. Orkest. L. Henry. K. Hilliard, sopraan G. Bakker, bariton. I. Vintor, komiek. 11.05 Dansmuziek. 11.3512.20 Dansmuziek Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50— 2-20 Gramofoonmuziek. 4.35 Dansmuziek. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.25 Gramofoonmu ziek. 7.50 Piano-les. 8.20 Concert, o.a. Revue- scenes. 9.50 Gramofoonmuziek. Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.35—10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Or kestconcert. 4.50—5.50 Concert. Piano, viool en cello. 7.20 Vroolijke avond. Orkest. Schrammel-trio en sclisten. 9.50—10.20 Dansles. 10.20—12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 6.15—9.50 Lezingen. 11.20—12.10 Muziekuitzending voor scho- len. 12.10—12.15 Lezingen. 1.20—1.50 Gra mofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50 4 50 Concert uit Hamburg. 4.507.20 Le zingen. 7.20 „Spannung". Orkest en decla- matie. Daarna: Sportverslag. Vervolgens tot 11.50 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 2.50-4.50 Concert. Orkest en zangeres. 7.357.50 „Familien Hansen" van Jens Locher. 7.50- -8.50 Or kestconcert. 8.509.10 Concert. Zanger en piano. 9.25—10.30 Orkestconcert en voor- dracht. 10.30—11.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Concert. 6.50 Gra mofoonmuziek. 8.35 Concert m. m. v. pianiste. REINCARNATIE-BEWIJZEN. Men schrijft ons: In de benedenzaal der Vrijm. Loge had Woensdagavond een openbare voordracht plaats over bovenstaand onderwerp, belegd door de Blavatsky Loge Theos Ver. Ned. Afd Als spreker trad voor den tweeden Keer in dit seizoen wederom op mr. dr. D. Albers, uit Den Haag. De toegang was als gewoonlijk voor ieder vrij De zeer goed bezette zaal voor deze bijeenkomst werd door den voorzitter met een inleidend woord van welkom toegesproken, om daarna het woord te geven aan den spreker van dezen avond. Deze begon met te zeggen en naar voren te brengen de drie levenswetten, welke theosolie omvat, n.l. evolutie, reincarnatie en karma. De laatste twee behooren onafschei- delijk te blijven. Dit zijn geen dogma's. De bedoeling ik nu om te vertellen en zooveel mogelijk te be dizen het bestaan van reincarnatie. Uit het Engelsch door J. S. Flitscher. Geautoriseerde vertaling door v. d. W 12 Wij beschouwen dit als een natuurwet. Voor moeilijkheden van oplossing van rein carnatie en karma staan wij niet. Als men toch overdenkt, dat Max Muller, geen theosoof, doch een vooraanstaand Duitsch geleerde uit omstreeks midden vorige eeuw, vertelde dat reincarnatie door velen wordt naar voren gebracht: Dit is toch een betere voorstelling van het d-oel van het leven. Om reincarnatie werkelijk te bewijzen moet er een korreltje zout bij, dit is zeer moeilijk. Wei kan ik u verwijzen naar drie kanalen der menschelijke kennis, n 1. wetenschap, wijsbegeerte en godsdienst. Wat wij onder reincarnatie verstaan is, dat het leven eeuwig is en daarom onverganke- lijk. Om te evolueeren heeft het meerdere vor- men noodig. Als een mensch sterft, heeft het weer een zekeren tijd noodig om een ander lichaam aan te nemen. Onder karma verstaat men de wet van oor- zaak en gevolg. Dat de een ziek, een ander gezond is; de een gelukkig, de ander onge- lukkig is, enz.het is de wet van Karma. Wat hebben wetenschap en godsdienst hier- over te vertellen? De wetenschap neemt de evolutie aan. Uit een lageren vorm ontstaat een hoogere Wij theosofen nemen dit ook aan. De wet van Evolutie en van Karma. Evolutie is vooruit- gang. Spr. gaf eenige verklaringen van Lorentz' electronen-theorie. De stof wordt hier niet verklaard. maar weg verklaard. De Wolf's electronen-theorie zegt, dat alles is opgebouwd door electriciteit en electriciteit is ergie. Het leven is een eeuwigheid. Eerst moeten wij naar het leven kijken, dan naar den vorm. Er bestaat dus een evolutie van leven. Wij zijn ook een stuk leven, dus evolueeren wij ook. Wij evolueeren naar de volmaaktheid Dit is een merkwaardige kijk op ons leven. Niemand toch zal zeggen dat hij bij het sterven volmaakt is, hij moet hiervoor dus een anderen vorm aannemen, een ander lichaam. De materialisten vin-'en de evolutie verklaard door de erfelijkheidstheorie, n.l. dat het kind de eigenschappen verkrijgt van de ouders. Zij die goed het leven door- maken, blijven. Dit zou zijn, zooals de Engel- schen dat uitdrukken „the survival of the fittest", het overleven van de sterkeren. Wan- neer er stof is en niets dan stof, waardoor verandert dit dan? Als wij het leven goed bekijken, dan bemerken wij, dat niet hij de sterkste is, die een ander van zijn voetstuk kan stooten. Prof. Weisinann's aangeleerde eigenschappen erven niet over. Dit is door een wet verheven, dit is een feit geworden. Deze leer is ook verschenen in de Geheime Leer, in 1888, dus vier jaren vroeger. Als wij de wet van reincarnatie begrijpen, dan is de evolutie duidelijk. Wat men zelf opbouwt, erft men over in een volgend leven, dus Is noodzakelijk voor de evolutie. Het behoud van energie en arbeids- vermogen bepaalt dat een kracht wel kan overgaan op een andere kracht, maar gaat niet te niet, dus ook onze intellectueele krach- teri gaan niet verloren. De banden, die wij maken, vertegenwoordigen een kracht, die ons eens naar de aarde terug zullen doen gaan. Alles, wat wij meebrengen, hebben wij uit een ander vorig leven. Het kamp der spiri- tisten erkennen ook de reincarnatie De psycho-analisten zijn alien geen aan- hangers van reincarnatie. Zij spreken over een onderbewustzijn. Het is veel knapper dan wij zijn. De theo soof heeft liever bovenbewustzijn als onderbe wustzijn. Dit moeten wij leeren. ons eigen maken, zoo niet in dit, dan in een volgend leven. Spr. vertelt eenige voorbeelden van herinneringen door kinderen uit hunne vorige levens. De wetenschap accepteerde dit niet, bewerende, dat men iemand onder hyp- nose kan laten zeggen wat men wil, zij ver telt wat u wil, niet wat zij zelf wil. Zij heb ben toen patienten nagegaan, die verklaar- den verdronken en bevallen te zijn, zonder dat zij in dit leven dat hadden ondervonden. Door verschillende geleerden zijn dergelij-ke proeven genomen en bevestigd. De weten schap neemt dus de reincarnatie aan. Ook de wijsbegeerte. Een verklaart dit door te zeg gen, dat b.v. een radje van een horloge, van koper, niet alleen bestaat uit atomen, maar i met een doel is gemaakt. Zoo is de mensch i er ook met een doel, wil het leven beteekenis hebben. Wij hebben alien een doel, hetzij goed of slecht Heeft het iever. dus een doel en is dit niet te bereiken in een leven, dan is er reincarnatie. I Kunnen wij inzien de wet van oorzaak en gevolg, dan zien wij verschillende oorzaken, die wij niet in dit leven hebben gevormd. Zijn wij b.v. blind geboren, dan hebben wij dat verkregen door een vorig leven. De I theosofen hebben niets uitgevonden. Zij wil len alleen aan de menschheid geven, hetgeen zij zelf hebben ondervonden Wijsgeeren uit de oudste tijden, en Griekenland en Rome, en Met dit model, dat tot de beste Neder- landsche kunstnijver- heid gerekend mag worden, wordt een nieuwe richting op het gebied van tafelzilver ingeslagen. Elk artikel is door den kunstenaar tot in de kleinste details verzorgd. Verkrijg- baar in de goede zaken. - Vraagt geil- lustreerde prijscourant Verkrijgbctar bij N.V. Alkmaarsch Warenhuis. ook van jongere data, waren eeld refnearnisten. Vele voorbeelden van wijsgeeren werden hier door spr. naar voren gebracht. Goethe ver- gelijkt onze ziel bij water, eeuwig wisselend. Ook Lessing nam de overtuiging daarvan aan. Er zijn ef die liever niet aan reincarnatie gelooven. Doch wij moeten de waarheid zoeken. Wij zijn hier toch niet voor een pretje, maar om lessen te leeren. Ook zijn er, die zich niets herinneren en er daarom geen geloof aan hechten Men kan zich iets herinneren, wat men niet onderbroken heeft in dit leven, of wflar men in dit leven niet is geweest Ons heele karakter is opgebouwd uit vorige levens Wij krijgen niets voor niets. Wat zijn herin neringen? Dit zijn trillingen, die wij herinne ren door vorige trillingen, waarvoor wij een stel hersenen hebben verkregen om deze tril lingen te herinneren. Door hypnotiseeren kan het innerlij-ke ik te voorschijn komen. Ook kunnen wij ons zelf, door een geestelijk leven, zoo hoog opvoeren. Oosterlingen mediteeren, weten daardoor meer dan wij Westerlingen. Zij nemen meer den tijd voor geestelijk leven. In het hindoeisme, in het boeddhisme, bij de Grieken en Romeinen, in den Joodschen Godsdienst en ook in het Christelijk Godde- lijke begrip is de reincarnatie overeen te brengen Zuiver Goddelijk begrip is niet overeen te brengen zonder reincarnatie. De boeken van het Nieuwe Testament zijn geschreven ongeveer twee eeuwen na Christus geboorte. Dus 150 jaren na CnHstus. Er kan dus veel zijn uitgevallen in die jaren. Sporen bij de rondwandeling van Christus wijzen er op, wat te vinden is in Math. 16 en 17. Het reln- carnatie-begrip is in 553 op het Concilie van Konstantinopel in den ban gedaan. Bezien wij nu verder de reincarnatie. Er komt niets wat wij niet noodig hebben Van niets ko men wij tot alles, er is daar geen partijdig- heid, maar strikte rechtvaardigheid. Zonder rechtvaardigheid is geen Gods- begrip. Zou een mensch rechtvaardiger kun nen zijn dan God? Een kind, b.v. 10 dagen oud, moet dit geen ondervinding opdoen? De r. k. zegt dat dit de Zaligheid heeft bereikt. Dan zouden wij alien jaloersch kunnen zijn. Men moet dan verheugd .zijn als een kind sterft, zeide 'iemand tot een moeder, want nu komt het in den hemel, en anders zou het in de hel kunnen komen. Zouden wij het doel in een leven kunnen bereiken. Een raar leven dat eene leven aan gene zijde van het graf, dat zou toch vreemd zijn met die verschillende menschen, zwarten met blanken, geleerden en niet geleerden, enz. Wanneer men over alles nadenkt, komt men vanzelf tot het begrip van reincarnatie Mevr. Blavatsky beweerde: alleen dan. wan neer hij de wetten van reincarnatie tot zich heeft gebracht, is hij alleen in staat de werke- lijkheid van het leven te begrijpen. Na deze duidelijke uiteenzettirig werd nog gelegenheid gegeven tot het stellen en beant- woorden van vragen, waarvan ruimschoots gebruik werd gemaakt en dan ook tot een gcanimeerd hoor en wederhoor aanleiding gaf. Met dank aan den spreker en het aandach- tig gehoor sloot de voorzitter hierna deze leerzame bijeenkomst. PATRIMONIUM. Jaarvergadering. Gisteravond hield de afdeeling Alkmaar van het Verbond Patrimonium in de boven- zaal van de Christelijke school aan de Doelen- straat, alhier, een goedgeslaagde jaarverga dering. Deze bijeenkomst was een eenigszin^ feestelijk karakter gegeven, waartoe niet het minst bijdroeg de prettige inrichting van het zaaltje. Het programma vermeldde o.m. zang, muziek en voordrachten, terwijl door den hcer Br. Verveld een met aandacht aange- hocrde inleiding werd gehouden over het on derwerp: Talma en zijn beteekenis voor het sociale leven. Ons bepalende tot het meer zakelijke gedeel- te van deze vergadering, willen we allereerst eenige punten aanstippen uit het jaarverslag, dat door den secretaris der vereeniging, der. heer F. J. Appelman, werd uitgebracht. Hier- aan ging vooraf een korte uiteenzetting van het wezen van Patrimonium, dat een sociale bend is, geen vakvereeniging, doch een organisatie, die als hoofddoel heeft het bestudeeren en het verspreiden der Chris telijke beginselen voor de maatschappij en hare verhouding tot de andere levenskringen In het bijzonder richt Patrimonium zich dus op de ontwikkeling der beginselen. Verder is Patrimonium een interkerkelijke bond, d.w z., dat ieder, tot welke kerk ook behoorende, lid kan zijn van dezen bond als hij tenminste in stemt met den grondslag, dat Gods woord en de traditien van ons volk de vertrouwbare grondslagen uitmaken eener christelijke maat schappij. Het jaarverslag van den secretarr vermeldde verder, dat in het afgeloopen jaar rustig doorgewerkt is aan het werk dat Patri monium zich voor oogen stelt. Zeer bijzondere gebeurtenissen vielen niet te vermelden. Het ledental blijf tamelijk stationnair. De afdee ling telt thans 95 leden en 19 donateurs, ter wijl een twintigtal personen, die zich de laat ste maanden in Alkmaar vestigden, zullen worden bezocht, teneinde hen zoo mogelijk als lid te winnen. Het bestuur /gaderde negen maal. Ge houden waren verde::: een jaarvergadering, drie huishoudelijke en twee openbare vergade- ringen. In deze openoare vergaderingen tra den voor de afdeeling op ds. Remme van Am sterdam en ds. Velders van Rotterdam. De jaarvergadering en de openbare vergaderin gen waren flink bezocht, doch het bezoek op de andere vergaderingen liet dit jaar veel te wenschen over. De samenstelling van het bestuur onder ging geen wijziging. Aangaande het orgaan werd medegedeeld dat ieder lid der afdeeling het blad ontvang1 Sommigen ontvangen het rechtstreeks, de ove- rigen in de leesportefeuille. Het werd van be- lang geacht, er op te wijzen, dat het bla." Patrimonium steeds een uitnemend middel blijft voor de verbreiding der beginselen. De afdeeling is aangesloten bij het Gewest Noord-Holland van Patrimonium en bij den Alkmaarschen Christelijken Besturenbond. Het werk van de commissie, belast met de werkzaamheden verbonden aan den Lees- kring, was buitengewoon omvangrij'k. Niet alleen heeft men elke week weer de porte- feuilles van inhoud te verwisselen, maar ook moet men het bestuur van advies dienen om trent alle zaken, den leeskring betreffende. In de portefeuille circuleeren tien tijdschrif- ten. De leeskring telt momenteel 59 lezers, ter wijl het aantal vooral de laatste maanden ge- regeld vooruit gaat. De oefeningen der gymnastiekvereeniging worden nog steeds gehouden in het gymlokaa! der gemeenteschool aan de Nieuweslogt. Directeur der vereeniging is de heer F. G. Nol; secretaris de heer H. Walenga, Dubbele Buurt 10a, terwijl het aantal ledm 122 be draagt. In het verslag van de spaarkas over het afgeloopen jaar werd er door den ad» ministrateur, den heer A. Bruijn, opgewezen, dat de deelname ditmaal niet groot was. Door de langdurige koude dit voorjaar, die het voor velen noodzakelijk maakte later nog brand- stof bij te koopen, kwam het sparen in het gedrang. Bedroeg het aantal spaarders het vorig jaar: 34 met een kwantum van 422 en een be- drag van pl.m. 1000, nu waren deZe cijfers resp. 26, 280 en pl.m. 750, terwijl wat de overige deelnemers betreft de cijfers vorig jaar: 22, 285 en 711 en nu slechts 14, 230 en een kleine 600 bedroegen. E>aar men ten opzichte hiervan wel aan eenige schommeling gewend is, baarde dit niet zooveel verwonde- ring en gaf het allerminst aanleiding om te meenen dat de afd. Alkmaar van den Chr. Soc. 'Bond „Patrimonium" dezen tak van be- moeienis wel achterwege kon laten, integen- deel vond men in het aantal dat ook dezen keer van dezen socialen maatregel gebruik maakte, voldoende aansporing om hiermede door te gaan. In het jaarverslag van den penningmeester, den heer J. G. Hollander, gaf de rekening over het afgeloopen jaar in ontvangst en uit- gaaf een bedrag aan van 700.81 Vt, met een batig saldo van 19.76. De begrooting sloot in ontvangst en uitgaaf op 565. Na de pauze hield de heer Verveld zijn in leiding en gaven verschillende medewerken- den van hun muziek en voordracht te genie- ten. Provincial nieuws GROET. Vergadering van de V.V.V. Groet-Kam- perduin. De voorzitter, de heer Kos, opend? de vergadering terwijl de notulen werden gelezen en goedgekeurd. Hierna deed de voorzitter verschillende mededeelingen over wat in den afgeloopen zomer was geschied. De boeien, door V.V.V. zonder toezicht geplaatst, dus overgelaten aan de hoede van't publiek, waren 'n succes geweest; de kaarten met waarschuwingen hadden hunne uitwerking goed gedaan; banken waren dit jaar niet geplaatst, doch voor 't volgend jaar zou 't bestuur met plaatsing voortgaan. De statuten waren ter koninklijke bewiili- ging opgezonden. Dank werd aan de ge- meenteraad gebracht voor de verhoogde sub- sidie voor 1930. Een verheugend feit was 't dat de gem. 100.000 had genoteerd voor een geheel nieuwe klinkerweg, doch de voorzitter zag als nog gaarne ook de Voorweg in orde ge bracht, als zijnde een belangrijke verbindiug van GroetKamp met 't Noord-Holandscii kanaal. Hij gaf alsnog den raad beharding van de Voorweg op goede breedte in over weging. Een groot succes voor de V.V.V. was de aanleg der waterleiding te Kamperduin. 't Aanbrengen van een urinoir te Groet door de genuente werd zeer geapprecieerd. Tevens werd dank gebracht aan den bur- gemeester voor zijn ijzeren voor-reclam?, verbetering van de tramdienst, alsook inza- ke de steun van B. en W. inzake telefoon- verbetering volgens't bekende adres van de Kamer van Koophandel in Rijnland. De begrooting voor 1930, voorgedragen door den penningmeester, den heer Jb. Koet- zen, en sluitende met een cijfer van 350 kwam zonder debat met vlag en wimpel er door. Vervolgens bracht de voorzitter in warme bewoordingen hulde aan den badman, den heer P. Greeuw, voor de groote accuratesse waarmede hij 't drukke badleven .te Kamp had geleid, alsmede voor de zoo bereidwil- (Wordt vervolgd.) 4 Wo. 270 1929 »»En waarom deed u dat?" „0mdat hij mij n;e{ beviel. Hij was netjes gekleed, en zooals ik zei, hij had veel geld bij zich, maar hij beviel mij niet." Hij stond op het punt de getuigenbank te ver- laten, toen het iongmensch, dat naast den in spected van politie zat, deZeJets i- het oor fluisterde, waarop deze zicb gedeeltelijk van zi,n zetel verhief en den getuige een wenk gaf om te wachten. „Een vraag", zeide hij, „hield u dien man, naar zijn spraak te oordeelen voor een En- gelschman of een vreemdeling?" Watson- wiepr den ondervrager een blik toe om zijn verklaring kracht bij te zetten. „Ik hield hem, voor hetgeen hij ongetwijfeld was, voor een man uit Londen, East End en niet van de beste soort." Mr. Voules verdaagde daarop het onderzoek voor veertien dagen. ..Gedurende dien tijd", merkte hij op, „zal de politie ongetwijfeld meer inlichtingen weten te verkrijgen en zullen de neeren van de pers" nu boog hij zich welwillend naar een drie- tal heeren, die druk hadden zitten schrijven nth* hulp willen geven, die Keziah bracht mij naar buiten, terwijl de oude officier doorging met banaliteiten te mompelen. Zij greep mij bij den arm, toen wij buiten de school waren. „Ben! zij riepen noch jou, noch mij voor! en er is met geen woord gevraagd naar Joseph Krevin!" „Ben je daarover niet blij, Keziah? Jij moest er niets van hebben, dat „Dat bevalt mij niet, Ben!" viel zij in de rede. „Ik zou liever op den man af ondervraagd zijn en er dan van af zijn, dan het gevoel te hebben, dat de politie allerlei dingen achter je rug om doet. Zij kennen natuurlijk hun men- schen en zij zullen wel alles onderzoeken, maar wij krijgen ze toch aan de deur!" Keziah had het zelden mis; zij was zeer scherpzinnig. Dien zelfden namiddag, toen wij onze thee dronken, werd er aan de deur ge- klopt, en toen ik ging kijken, stond daar in de vestibule het jonge mensch met het aangena- me uiterlijk, dat ik tijdens het onderzoek had opgemerkt. Hij groette glimlachend, vroeg naar juffrouw Heckitt en gaf mij een kaartje, waar op ik las, Edward Cherry, Criminal Investiga tion Department, New Scotland Yard, SW. HOOFDSTUK VI. In „De Roode Kreef t". Ik was zoo verbaasd een rasechte Scotland Yard detective voor mij te zien, omdat ik tot nog toe een fantastisch beeld had van deze speurhonden, dat ik hem gedurende een oogen- blik sprakeloos stond aan te staren. Keziah riep uit de kamer om te hooren wie daar was en daarom ging ik haastig naar binnen met het kaartje. Zij uitte een kreet van ergernis en stapte de vestibule in. „Ik heb aan Veller verteld begon zij. Bij den aanblik van den bezoeker hield zij zich in. Keziah had haar zwakheden en een daarvan was haar zwakheid voor goed gekleede en goed-uitziende personen. Ik zag haar gelaat veranderen. „U wilt toch niet beweren, dat u tot de po litie behoort?" riep zij ongeloovig uit. „Een jonge man als u?" „Ik hoop, dat ik daarom niet minder ge- schikt voor mijn baantje ben, mevrouw. Ik ge loof, dat ik het genoegen heb juffrouw Heckitt juffrouw Keziah Heckitt te zien?" „Komt u binnen", zeide Keziah. „Mag ik u een kop thee geven? Natuurlijk zag ik u tij dens het onderzoek, maar ik had geen idee, dat u iets met de politie te maken had. En ik be gon juist met u te zeggen, dat ik alles wat ik wist aan Veller had verteld en ook alles, wat Ben we'et en ik zeide aan Veller, dat ik niet meer lastig gevallen wilde worden, ook niet door menschen van de courant vooral niet door die bemoeials. Ik wist echter, dat de po litie komen zou. Gaat u zitten gebruikt u suiker en melk?" „Beide juffrouw Heckitt, als 't u belieft, u is wel vriendelijk. Denk echter niet, dat ik u kom lastig vallen. Ziet u, Veller vertelde mij natuurlijk wat u reeds gezegd heeft en ik gaf daarom in overweging u vanmiddag niet als getuigen te hooren, omdat ik het beter vond om rustig bij u te komen praten. Dames, dat weet ik, houden er niet van om in een getui genbank te gaan zitten." „Ik geloof, dat ze niet veel uit me zouden gekregen hebben, als ik als getuige was ge hoord, merkte Keziah op. „En, wat die arme kerel betreft, zagen kapitein Marigold en Veller even veel als Ben en ik en wat de ande re zaken betreft proeft u eens een stukje van deze cake!" „Ik kom voor die andere zaken, juffrouw Heckitt en tot die andere zaken behoort uw oom, mijnheer Joseph Krevin. Als ik het goed gehoord heb, kwam hij na een afwezigheid van vele jaren hier terug om zaken te doen met iemand in deze streek. Sinds gistermorgen heeft de politie een onderzoek ingesteld den geheelen omtrek en zij kunnen er nie achter komen of mijnheer Krevin iemand be zocht, iemand ontmoette of iets deed. Toch meen ik, dat hij twee malen uitging op den dag, dat hij hier was, niet waar?" ,,'s Namiddags ging hij uit en 's avonds", be vestigde Keziah. We weten echter niet, waar heen." „Men denkt of veronderstelt dat hij kwam om den vermoorde te ontmoeten, zeide Cherry. „Ik neem aan, dat u niet veel mijnheer Krevin afweet over de laatste ja ren." „Ik weet niets!" verklaarde Keziah. „Ik zag, hem niet hoorde nooit iets van of over hem sinds negentien jaren. Ik weet niet waarvoor hij hier kwam, ik weet ook niet wat hij hier deed en waarheen hij ging". „Dat is ook vreemd", merkte Cherry op, „De politie hier is gisteren voortdurend doen- de geweest om er achter te komen, waarheen mijnheer Krevin is gegaan, toen hij uw huis verliet. Zij kan daar niet achter komen, Vanaf het oogenblik, dat hij van hier ging vijf uur 's morgens, geloof ik „Ik heb nooit gezegd, dat het om vijf uur des morgens was", viel Keziah in de rede, „Wat ik wel gezegd heb, dat hij om vijf uur vertrokken was, omdat ik naar gewoonte om vijf uur op was. Het kan zijn, dat hij om drie uur is gegaan of om twee uur of om een uur. Dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is, dat hij ons huis verliet. Hij heeft het heilige kruis mede." „U denkt niet vriendelijk over uw familie, juffrouw Heskitt!" merkte Chefry lachend on. „Precies! ik begrijp het. Hij ging 's nachts heen en voor zijn vertrek heeft u hem ver teld, wat er gebeurd is wat u en uw broer gezien hebben!" „Juist, dat deden we en hij schrok zich dood!" antwoordde Keziah. Zij vertelde verder van oom Joseph's attaque en van zijn beweren, dat hij den doode niet kende. „Toch is het best mogelijk, dat hij hem wel heeft gekend be- sloot zij. „Hij mag van ons vleesch en bloed zijn, alles goed en wel, maar Joe Krevin is een slecht mensch! En u kunt er van op aan, dat hij niet met goede bedoelingen hier in deze buurt kwam."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5