llllMIStk CHMSt.
-ZILVEH
StasSsbieuws
H t l 1,1,ETON.
DE KANG-HE VAAS.
snugrd een sn derti&ste Jaargang.
Vr«jda^ 15 November
Badio-hoekje
Zaterdag 16 November.
Hilvcrsum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
10.-10.15 Morgenwijding. 12.15—2.—
Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.—
2.30 Gramofoonmuziek. 2.30—4.— Concert
Concert door de Stafmuziek van het 5e Rogt.
Infanterie. 4.—4.30 „Onze Auto ben acht-
tal lessen door J. J. A. de Ridder. 4.30-5.-
Sportpraatje door H. Hollander. 5.-5.30
Gezondheidshalfuurtje. Dr. E. H. la Cha-
pelle over: De zorg voor het gebrekkige
kind 5 30—6 Duitsch voor gevorderden en
ronversatie 6.01—7.45 Concert door het Om-
roeporkest. Het Tokkel-Octet „Caecilia" en
het Dubbelmannenkwartet gKunstmin 8.-
V. A. R- A. Orgel-recital. 8.15 V. A. R. A.
T P7in.£r over- .fnstituut en massa-ontwikke-
ling Daarna: Blijde Wereld avond. Het
Barchem-koor, zangeres, orgel en orkest. Toe-
■nraken Na afloop: Actueele- en levenslied-
ies afgewisseld met gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
11 30—12.— Godsdienstig halfuurtje. 12.15
—1.15 Concert door K. R. O.-Trio. 1.15—
2— Gramofoonmuziek. 2.3.15 Kinderuur-
*;e 4 —4.30 Cursus Esperanto. 4.30—5.—
Cursus Engelsch. 5.-6.— Gramofoonmu-
6.6.05 Beursberichten. 6.056.20
Concert. Sopraan. 6.20—6.45 Gramofoonmu
ziek. 6.45—7.— Journalistiek weekoverzicht.
7—7.30 Lezing over: „Electriciteit in de
liuishouding" 7.30—8.30 Gramofoonmuziek.
g.3012.Orkestconcert. Na afloop gramo
foonmuziek. 12.— Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij-
ding. 11.05-11.20 Lezing. 1.202.20 Or
kestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. A.
Lilley, sopraan. A. Burch, bariton. Orkest
5.05 Concert op Cinema-orgel. 5.35 Kinder-
uurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 Zang
door Stilles-Allen. 7.20 Lezing. 7.35 Lezing.
7 50 Vaudeville. 9.20 Nieuwsberichten. 9 35
Lezing. 9.50 Bericht. 9.55 Concert. Orkest.
L. Henry. K. Hilliard, sopraan G. Bakker,
bariton. I. Vintor, komiek. 11.05 Dansmuziek.
11.3512.20 Dansmuziek
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—
2-20 Gramofoonmuziek. 4.35 Dansmuziek.
6.55 Gramofoonmuziek. 7.25 Gramofoonmu
ziek. 7.50 Piano-les. 8.20 Concert, o.a. Revue-
scenes. 9.50 Gramofoonmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.35—10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Or
kestconcert. 4.50—5.50 Concert. Piano, viool
en cello. 7.20 Vroolijke avond. Orkest.
Schrammel-trio en sclisten. 9.50—10.20
Dansles. 10.20—12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 6.15—9.50 Lezingen.
11.20—12.10 Muziekuitzending voor scho-
len. 12.10—12.15 Lezingen. 1.20—1.50 Gra
mofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50
4 50 Concert uit Hamburg. 4.507.20 Le
zingen. 7.20 „Spannung". Orkest en decla-
matie. Daarna: Sportverslag. Vervolgens tot
11.50 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 2.50-4.50 Concert.
Orkest en zangeres. 7.357.50 „Familien
Hansen" van Jens Locher. 7.50- -8.50 Or
kestconcert. 8.509.10 Concert. Zanger en
piano. 9.25—10.30 Orkestconcert en voor-
dracht. 10.30—11.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Concert. 6.50 Gra
mofoonmuziek. 8.35 Concert m. m. v. pianiste.
REINCARNATIE-BEWIJZEN.
Men schrijft ons:
In de benedenzaal der Vrijm. Loge had
Woensdagavond een openbare voordracht
plaats over bovenstaand onderwerp, belegd
door de Blavatsky Loge Theos Ver. Ned. Afd
Als spreker trad voor den tweeden Keer in
dit seizoen wederom op mr. dr. D. Albers,
uit Den Haag.
De toegang was als gewoonlijk voor ieder
vrij
De zeer goed bezette zaal voor deze
bijeenkomst werd door den voorzitter met een
inleidend woord van welkom toegesproken,
om daarna het woord te geven aan den
spreker van dezen avond.
Deze begon met te zeggen en naar voren
te brengen de drie levenswetten, welke
theosolie omvat, n.l. evolutie, reincarnatie en
karma. De laatste twee behooren onafschei-
delijk te blijven.
Dit zijn geen dogma's. De bedoeling ik nu
om te vertellen en zooveel mogelijk te be
dizen het bestaan van reincarnatie.
Uit het Engelsch door J. S. Flitscher.
Geautoriseerde vertaling door v. d. W
12
Wij beschouwen dit als een natuurwet.
Voor moeilijkheden van oplossing van rein
carnatie en karma staan wij niet. Als men toch
overdenkt, dat Max Muller, geen theosoof,
doch een vooraanstaand Duitsch geleerde uit
omstreeks midden vorige eeuw, vertelde dat
reincarnatie door velen wordt naar voren
gebracht: Dit is toch een betere voorstelling
van het d-oel van het leven.
Om reincarnatie werkelijk te bewijzen moet
er een korreltje zout bij, dit is zeer moeilijk.
Wei kan ik u verwijzen naar drie kanalen
der menschelijke kennis, n 1. wetenschap,
wijsbegeerte en godsdienst.
Wat wij onder reincarnatie verstaan is, dat
het leven eeuwig is en daarom onverganke-
lijk. Om te evolueeren heeft het meerdere vor-
men noodig.
Als een mensch sterft, heeft het weer een
zekeren tijd noodig om een ander lichaam
aan te nemen.
Onder karma verstaat men de wet van oor-
zaak en gevolg. Dat de een ziek, een ander
gezond is; de een gelukkig, de ander onge-
lukkig is, enz.het is de wet van Karma.
Wat hebben wetenschap en godsdienst hier-
over te vertellen?
De wetenschap neemt de evolutie aan. Uit
een lageren vorm ontstaat een hoogere Wij
theosofen nemen dit ook aan. De wet van
Evolutie en van Karma. Evolutie is vooruit-
gang. Spr. gaf eenige verklaringen van
Lorentz' electronen-theorie. De stof wordt
hier niet verklaard. maar weg verklaard. De
Wolf's electronen-theorie zegt, dat alles is
opgebouwd door electriciteit en electriciteit
is ergie. Het leven is een eeuwigheid.
Eerst moeten wij naar het leven kijken, dan
naar den vorm. Er bestaat dus een evolutie
van leven. Wij zijn ook een stuk leven, dus
evolueeren wij ook.
Wij evolueeren naar de volmaaktheid Dit
is een merkwaardige kijk op ons leven.
Niemand toch zal zeggen dat hij bij het
sterven volmaakt is, hij moet hiervoor dus
een anderen vorm aannemen, een ander
lichaam. De materialisten vin-'en de evolutie
verklaard door de erfelijkheidstheorie, n.l.
dat het kind de eigenschappen verkrijgt van
de ouders. Zij die goed het leven door-
maken, blijven. Dit zou zijn, zooals de Engel-
schen dat uitdrukken „the survival of the
fittest", het overleven van de sterkeren. Wan-
neer er stof is en niets dan stof, waardoor
verandert dit dan? Als wij het leven goed
bekijken, dan bemerken wij, dat niet hij de
sterkste is, die een ander van zijn voetstuk
kan stooten. Prof. Weisinann's aangeleerde
eigenschappen erven niet over. Dit is door
een wet verheven, dit is een feit geworden.
Deze leer is ook verschenen in de Geheime
Leer, in 1888, dus vier jaren vroeger. Als
wij de wet van reincarnatie begrijpen, dan is
de evolutie duidelijk.
Wat men zelf opbouwt, erft men over in
een volgend leven, dus Is noodzakelijk voor de
evolutie. Het behoud van energie en arbeids-
vermogen bepaalt dat een kracht wel kan
overgaan op een andere kracht, maar gaat
niet te niet, dus ook onze intellectueele krach-
teri gaan niet verloren. De banden, die wij
maken, vertegenwoordigen een kracht, die
ons eens naar de aarde terug zullen doen
gaan.
Alles, wat wij meebrengen, hebben wij uit
een ander vorig leven. Het kamp der spiri-
tisten erkennen ook de reincarnatie
De psycho-analisten zijn alien geen aan-
hangers van reincarnatie. Zij spreken over
een onderbewustzijn.
Het is veel knapper dan wij zijn. De theo
soof heeft liever bovenbewustzijn als onderbe
wustzijn. Dit moeten wij leeren. ons eigen
maken, zoo niet in dit, dan in een volgend
leven. Spr. vertelt eenige voorbeelden van
herinneringen door kinderen uit hunne
vorige levens. De wetenschap accepteerde dit
niet, bewerende, dat men iemand onder hyp-
nose kan laten zeggen wat men wil, zij ver
telt wat u wil, niet wat zij zelf wil. Zij heb
ben toen patienten nagegaan, die verklaar-
den verdronken en bevallen te zijn, zonder dat
zij in dit leven dat hadden ondervonden.
Door verschillende geleerden zijn dergelij-ke
proeven genomen en bevestigd. De weten
schap neemt dus de reincarnatie aan. Ook de
wijsbegeerte. Een verklaart dit door te zeg
gen, dat b.v. een radje van een horloge, van
koper, niet alleen bestaat uit atomen, maar
i met een doel is gemaakt. Zoo is de mensch
i er ook met een doel, wil het leven beteekenis
hebben. Wij hebben alien een doel, hetzij goed
of slecht
Heeft het iever. dus een doel en is dit niet
te bereiken in een leven, dan is er reincarnatie.
I Kunnen wij inzien de wet van oorzaak en
gevolg, dan zien wij verschillende oorzaken,
die wij niet in dit leven hebben gevormd.
Zijn wij b.v. blind geboren, dan hebben wij
dat verkregen door een vorig leven. De
I theosofen hebben niets uitgevonden. Zij wil
len alleen aan de menschheid geven, hetgeen
zij zelf hebben ondervonden Wijsgeeren uit
de oudste tijden, en Griekenland en Rome, en
Met dit model, dat
tot de beste Neder-
landsche kunstnijver-
heid gerekend mag
worden, wordt een
nieuwe richting op het
gebied van tafelzilver
ingeslagen. Elk artikel
is door den kunstenaar
tot in de kleinste details
verzorgd. Verkrijg-
baar in de goede
zaken. - Vraagt geil-
lustreerde prijscourant
Verkrijgbctar bij N.V. Alkmaarsch Warenhuis.
ook van jongere data, waren
eeld
refnearnisten.
Vele voorbeelden van wijsgeeren werden hier
door spr. naar voren gebracht. Goethe ver-
gelijkt onze ziel bij water, eeuwig wisselend.
Ook Lessing nam de overtuiging daarvan
aan.
Er zijn ef die liever niet aan reincarnatie
gelooven.
Doch wij moeten de waarheid zoeken. Wij
zijn hier toch niet voor een pretje, maar om
lessen te leeren. Ook zijn er, die zich niets
herinneren en er daarom geen geloof aan
hechten Men kan zich iets herinneren, wat
men niet onderbroken heeft in dit leven, of
wflar men in dit leven niet is geweest Ons
heele karakter is opgebouwd uit vorige levens
Wij krijgen niets voor niets. Wat zijn herin
neringen? Dit zijn trillingen, die wij herinne
ren door vorige trillingen, waarvoor wij een
stel hersenen hebben verkregen om deze tril
lingen te herinneren.
Door hypnotiseeren kan het innerlij-ke ik
te voorschijn komen. Ook kunnen wij ons
zelf, door een geestelijk leven, zoo hoog
opvoeren. Oosterlingen mediteeren, weten
daardoor meer dan wij Westerlingen.
Zij nemen meer den tijd voor geestelijk
leven. In het hindoeisme, in het boeddhisme,
bij de Grieken en Romeinen, in den Joodschen
Godsdienst en ook in het Christelijk Godde-
lijke begrip is de reincarnatie overeen te
brengen
Zuiver Goddelijk begrip is niet overeen
te brengen zonder reincarnatie. De boeken
van het Nieuwe Testament zijn geschreven
ongeveer twee eeuwen na Christus geboorte.
Dus 150 jaren na CnHstus. Er kan dus veel
zijn uitgevallen in die jaren. Sporen bij de
rondwandeling van Christus wijzen er op,
wat te vinden is in Math. 16 en 17. Het reln-
carnatie-begrip is in 553 op het Concilie van
Konstantinopel in den ban gedaan. Bezien
wij nu verder de reincarnatie. Er komt niets
wat wij niet noodig hebben Van niets ko
men wij tot alles, er is daar geen partijdig-
heid, maar strikte rechtvaardigheid.
Zonder rechtvaardigheid is geen Gods-
begrip. Zou een mensch rechtvaardiger kun
nen zijn dan God? Een kind, b.v. 10 dagen
oud, moet dit geen ondervinding opdoen? De
r. k. zegt dat dit de Zaligheid heeft bereikt.
Dan zouden wij alien jaloersch kunnen zijn.
Men moet dan verheugd .zijn als een kind
sterft, zeide 'iemand tot een moeder, want nu
komt het in den hemel, en anders zou het in
de hel kunnen komen.
Zouden wij het doel in een leven kunnen
bereiken. Een raar leven dat eene leven aan
gene zijde van het graf, dat zou toch vreemd
zijn met die verschillende menschen, zwarten
met blanken, geleerden en niet geleerden,
enz. Wanneer men over alles nadenkt, komt
men vanzelf tot het begrip van reincarnatie
Mevr. Blavatsky beweerde: alleen dan. wan
neer hij de wetten van reincarnatie tot zich
heeft gebracht, is hij alleen in staat de werke-
lijkheid van het leven te begrijpen.
Na deze duidelijke uiteenzettirig werd nog
gelegenheid gegeven tot het stellen en beant-
woorden van vragen, waarvan ruimschoots
gebruik werd gemaakt en dan ook tot een
gcanimeerd hoor en wederhoor aanleiding
gaf. Met dank aan den spreker en het aandach-
tig gehoor sloot de voorzitter hierna deze
leerzame bijeenkomst.
PATRIMONIUM.
Jaarvergadering.
Gisteravond hield de afdeeling Alkmaar
van het Verbond Patrimonium in de boven-
zaal van de Christelijke school aan de Doelen-
straat, alhier, een goedgeslaagde jaarverga
dering. Deze bijeenkomst was een eenigszin^
feestelijk karakter gegeven, waartoe niet het
minst bijdroeg de prettige inrichting van het
zaaltje. Het programma vermeldde o.m. zang,
muziek en voordrachten, terwijl door den
hcer Br. Verveld een met aandacht aange-
hocrde inleiding werd gehouden over het on
derwerp: Talma en zijn beteekenis voor het
sociale leven.
Ons bepalende tot het meer zakelijke gedeel-
te van deze vergadering, willen we allereerst
eenige punten aanstippen uit het jaarverslag,
dat door den secretaris der vereeniging, der.
heer F. J. Appelman, werd uitgebracht. Hier-
aan ging vooraf een korte uiteenzetting van
het wezen van Patrimonium,
dat een sociale bend is, geen vakvereeniging,
doch een organisatie, die als hoofddoel heeft
het bestudeeren en het verspreiden der Chris
telijke beginselen voor de maatschappij en
hare verhouding tot de andere levenskringen
In het bijzonder richt Patrimonium zich dus
op de ontwikkeling der beginselen. Verder is
Patrimonium een interkerkelijke bond, d.w z.,
dat ieder, tot welke kerk ook behoorende, lid
kan zijn van dezen bond als hij tenminste in
stemt met den grondslag, dat Gods woord en
de traditien van ons volk de vertrouwbare
grondslagen uitmaken eener christelijke maat
schappij.
Het
jaarverslag van den secretarr
vermeldde verder, dat in het afgeloopen jaar
rustig doorgewerkt is aan het werk dat Patri
monium zich voor oogen stelt. Zeer bijzondere
gebeurtenissen vielen niet te vermelden. Het
ledental blijf tamelijk stationnair. De afdee
ling telt thans 95 leden en 19 donateurs, ter
wijl een twintigtal personen, die zich de laat
ste maanden in Alkmaar vestigden, zullen
worden bezocht, teneinde hen zoo mogelijk
als lid te winnen.
Het bestuur /gaderde negen maal. Ge
houden waren verde::: een jaarvergadering,
drie huishoudelijke en twee openbare vergade-
ringen. In deze openoare vergaderingen tra
den voor de afdeeling op ds. Remme van Am
sterdam en ds. Velders van Rotterdam. De
jaarvergadering en de openbare vergaderin
gen waren flink bezocht, doch het bezoek op
de andere vergaderingen liet dit jaar veel te
wenschen over.
De samenstelling van het bestuur onder
ging geen wijziging.
Aangaande het orgaan werd medegedeeld
dat ieder lid der afdeeling het blad ontvang1
Sommigen ontvangen het rechtstreeks, de ove-
rigen in de leesportefeuille. Het werd van be-
lang geacht, er op te wijzen, dat het bla."
Patrimonium steeds een uitnemend middel
blijft voor de verbreiding der beginselen.
De afdeeling is aangesloten bij het Gewest
Noord-Holland van Patrimonium en bij den
Alkmaarschen Christelijken Besturenbond.
Het werk van de commissie, belast met de
werkzaamheden verbonden aan den Lees-
kring, was buitengewoon omvangrij'k. Niet
alleen heeft men elke week weer de porte-
feuilles van inhoud te verwisselen, maar ook
moet men het bestuur van advies dienen om
trent alle zaken, den leeskring betreffende.
In de portefeuille circuleeren tien tijdschrif-
ten.
De leeskring telt momenteel 59 lezers, ter
wijl het aantal vooral de laatste maanden ge-
regeld vooruit gaat.
De oefeningen der gymnastiekvereeniging
worden nog steeds gehouden in het gymlokaa!
der gemeenteschool aan de Nieuweslogt.
Directeur der vereeniging is de heer F. G.
Nol; secretaris de heer H. Walenga, Dubbele
Buurt 10a, terwijl het aantal ledm 122 be
draagt.
In het
verslag van de spaarkas
over het afgeloopen jaar werd er door den ad»
ministrateur, den heer A. Bruijn, opgewezen,
dat de deelname ditmaal niet groot was. Door
de langdurige koude dit voorjaar, die het voor
velen noodzakelijk maakte later nog brand-
stof bij te koopen, kwam het sparen in het
gedrang.
Bedroeg het aantal spaarders het vorig
jaar: 34 met een kwantum van 422 en een be-
drag van pl.m. 1000, nu waren deZe cijfers
resp. 26, 280 en pl.m. 750, terwijl wat de
overige deelnemers betreft de cijfers vorig
jaar: 22, 285 en 711 en nu slechts 14, 230
en een kleine 600 bedroegen. E>aar men ten
opzichte hiervan wel aan eenige schommeling
gewend is, baarde dit niet zooveel verwonde-
ring en gaf het allerminst aanleiding om te
meenen dat de afd. Alkmaar van den Chr.
Soc. 'Bond „Patrimonium" dezen tak van be-
moeienis wel achterwege kon laten, integen-
deel vond men in het aantal dat ook dezen
keer van dezen socialen maatregel gebruik
maakte, voldoende aansporing om hiermede
door te gaan.
In het
jaarverslag van den penningmeester,
den heer J. G. Hollander, gaf de rekening
over het afgeloopen jaar in ontvangst en uit-
gaaf een bedrag aan van 700.81 Vt, met een
batig saldo van 19.76. De begrooting sloot
in ontvangst en uitgaaf op 565.
Na de pauze hield de heer Verveld zijn in
leiding en gaven verschillende medewerken-
den van hun muziek en voordracht te genie-
ten.
Provincial nieuws
GROET.
Vergadering van de V.V.V. Groet-Kam-
perduin. De voorzitter, de heer Kos, opend?
de vergadering terwijl de notulen werden
gelezen en goedgekeurd.
Hierna deed de voorzitter verschillende
mededeelingen over wat in den afgeloopen
zomer was geschied. De boeien, door V.V.V.
zonder toezicht geplaatst, dus overgelaten
aan de hoede van't publiek, waren 'n succes
geweest; de kaarten met waarschuwingen
hadden hunne uitwerking goed gedaan;
banken waren dit jaar niet geplaatst, doch
voor 't volgend jaar zou 't bestuur met
plaatsing voortgaan.
De statuten waren ter koninklijke bewiili-
ging opgezonden. Dank werd aan de ge-
meenteraad gebracht voor de verhoogde sub-
sidie voor 1930.
Een verheugend feit was 't dat de gem.
100.000 had genoteerd voor een geheel
nieuwe klinkerweg, doch de voorzitter zag
als nog gaarne ook de Voorweg in orde ge
bracht, als zijnde een belangrijke verbindiug
van GroetKamp met 't Noord-Holandscii
kanaal. Hij gaf alsnog den raad beharding
van de Voorweg op goede breedte in over
weging.
Een groot succes voor de V.V.V. was de
aanleg der waterleiding te Kamperduin. 't
Aanbrengen van een urinoir te Groet door
de genuente werd zeer geapprecieerd.
Tevens werd dank gebracht aan den bur-
gemeester voor zijn ijzeren voor-reclam?,
verbetering van de tramdienst, alsook inza-
ke de steun van B. en W. inzake telefoon-
verbetering volgens't bekende adres van de
Kamer van Koophandel in Rijnland.
De begrooting voor 1930, voorgedragen
door den penningmeester, den heer Jb. Koet-
zen, en sluitende met een cijfer van 350
kwam zonder debat met vlag en wimpel er
door.
Vervolgens bracht de voorzitter in warme
bewoordingen hulde aan den badman, den
heer P. Greeuw, voor de groote accuratesse
waarmede hij 't drukke badleven .te Kamp
had geleid, alsmede voor de zoo bereidwil-
(Wordt vervolgd.) 4
Wo. 270 1929
»»En waarom deed u dat?"
„0mdat hij mij n;e{ beviel. Hij was netjes
gekleed, en zooals ik zei, hij had veel geld bij
zich, maar hij beviel mij niet."
Hij stond op het punt de getuigenbank te ver-
laten, toen het iongmensch, dat naast den in
spected van politie zat, deZeJets i- het oor
fluisterde, waarop deze zicb gedeeltelijk van
zi,n zetel verhief en den getuige een wenk gaf
om te wachten.
„Een vraag", zeide hij, „hield u dien man,
naar zijn spraak te oordeelen voor een En-
gelschman of een vreemdeling?"
Watson- wiepr den ondervrager een blik toe
om zijn verklaring kracht bij te zetten.
„Ik hield hem, voor hetgeen hij ongetwijfeld
was, voor een man uit Londen, East End en
niet van de beste soort."
Mr. Voules verdaagde daarop het onderzoek
voor veertien dagen.
..Gedurende dien tijd", merkte hij op, „zal
de politie ongetwijfeld meer inlichtingen weten
te verkrijgen en zullen de neeren van de pers"
nu boog hij zich welwillend naar een drie-
tal heeren, die druk hadden zitten schrijven
nth* hulp willen geven, die
Keziah bracht mij naar buiten, terwijl de
oude officier doorging met banaliteiten te
mompelen. Zij greep mij bij den arm, toen wij
buiten de school waren.
„Ben! zij riepen noch jou, noch mij voor!
en er is met geen woord gevraagd naar Joseph
Krevin!"
„Ben je daarover niet blij, Keziah? Jij moest
er niets van hebben, dat
„Dat bevalt mij niet, Ben!" viel zij in de rede.
„Ik zou liever op den man af ondervraagd
zijn en er dan van af zijn, dan het gevoel te
hebben, dat de politie allerlei dingen achter je
rug om doet. Zij kennen natuurlijk hun men-
schen en zij zullen wel alles onderzoeken, maar
wij krijgen ze toch aan de deur!"
Keziah had het zelden mis; zij was zeer
scherpzinnig. Dien zelfden namiddag, toen wij
onze thee dronken, werd er aan de deur ge-
klopt, en toen ik ging kijken, stond daar in de
vestibule het jonge mensch met het aangena-
me uiterlijk, dat ik tijdens het onderzoek had
opgemerkt. Hij groette glimlachend, vroeg naar
juffrouw Heckitt en gaf mij een kaartje, waar
op ik las, Edward Cherry, Criminal Investiga
tion Department, New Scotland Yard, SW.
HOOFDSTUK VI.
In „De Roode Kreef t".
Ik was zoo verbaasd een rasechte Scotland
Yard detective voor mij te zien, omdat ik tot
nog toe een fantastisch beeld had van deze
speurhonden, dat ik hem gedurende een oogen-
blik sprakeloos stond aan te staren. Keziah
riep uit de kamer om te hooren wie daar was
en daarom ging ik haastig naar binnen met het
kaartje. Zij uitte een kreet van ergernis en
stapte de vestibule in.
„Ik heb aan Veller verteld begon zij. Bij
den aanblik van den bezoeker hield zij zich in.
Keziah had haar zwakheden en een daarvan
was haar zwakheid voor goed gekleede en
goed-uitziende personen. Ik zag haar gelaat
veranderen.
„U wilt toch niet beweren, dat u tot de po
litie behoort?" riep zij ongeloovig uit. „Een
jonge man als u?"
„Ik hoop, dat ik daarom niet minder ge-
schikt voor mijn baantje ben, mevrouw. Ik ge
loof, dat ik het genoegen heb juffrouw Heckitt
juffrouw Keziah Heckitt te zien?"
„Komt u binnen", zeide Keziah. „Mag ik u
een kop thee geven? Natuurlijk zag ik u tij
dens het onderzoek, maar ik had geen idee, dat
u iets met de politie te maken had. En ik be
gon juist met u te zeggen, dat ik alles wat ik
wist aan Veller had verteld en ook alles, wat
Ben we'et en ik zeide aan Veller, dat ik niet
meer lastig gevallen wilde worden, ook niet
door menschen van de courant vooral niet
door die bemoeials. Ik wist echter, dat de po
litie komen zou. Gaat u zitten gebruikt u
suiker en melk?"
„Beide juffrouw Heckitt, als 't u belieft, u is
wel vriendelijk. Denk echter niet, dat ik u
kom lastig vallen. Ziet u, Veller vertelde mij
natuurlijk wat u reeds gezegd heeft en ik gaf
daarom in overweging u vanmiddag niet als
getuigen te hooren, omdat ik het beter vond
om rustig bij u te komen praten. Dames, dat
weet ik, houden er niet van om in een getui
genbank te gaan zitten."
„Ik geloof, dat ze niet veel uit me zouden
gekregen hebben, als ik als getuige was ge
hoord, merkte Keziah op. „En, wat die arme
kerel betreft, zagen kapitein Marigold en
Veller even veel als Ben en ik en wat de ande
re zaken betreft proeft u eens een stukje
van deze cake!"
„Ik kom voor die andere zaken, juffrouw
Heckitt en tot die andere zaken behoort uw
oom, mijnheer Joseph Krevin. Als ik het goed
gehoord heb, kwam hij na een afwezigheid van
vele jaren hier terug om zaken te doen met
iemand in deze streek. Sinds gistermorgen
heeft de politie een onderzoek ingesteld
den geheelen omtrek en zij kunnen er nie
achter komen of mijnheer Krevin iemand be
zocht, iemand ontmoette of iets deed. Toch
meen ik, dat hij twee malen uitging op den
dag, dat hij hier was, niet waar?"
,,'s Namiddags ging hij uit en 's avonds", be
vestigde Keziah. We weten echter niet, waar
heen."
„Men denkt of veronderstelt dat hij
kwam om den vermoorde te ontmoeten, zeide
Cherry. „Ik neem aan, dat u niet veel
mijnheer Krevin afweet over de laatste ja
ren."
„Ik weet niets!" verklaarde Keziah. „Ik zag,
hem niet hoorde nooit iets van of over hem
sinds negentien jaren. Ik weet niet waarvoor
hij hier kwam, ik weet ook niet wat hij hier
deed en waarheen hij ging".
„Dat is ook vreemd", merkte Cherry op,
„De politie hier is gisteren voortdurend doen-
de geweest om er achter te komen, waarheen
mijnheer Krevin is gegaan, toen hij uw huis
verliet. Zij kan daar niet achter komen,
Vanaf het oogenblik, dat hij van hier ging
vijf uur 's morgens, geloof ik
„Ik heb nooit gezegd, dat het om vijf uur
des morgens was", viel Keziah in de rede,
„Wat ik wel gezegd heb, dat hij om vijf uur
vertrokken was, omdat ik naar gewoonte om
vijf uur op was. Het kan zijn, dat hij om drie
uur is gegaan of om twee uur of om een uur.
Dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is, dat hij
ons huis verliet. Hij heeft het heilige kruis
mede."
„U denkt niet vriendelijk over uw familie,
juffrouw Heskitt!" merkte Chefry lachend on.
„Precies! ik begrijp het. Hij ging 's nachts
heen en voor zijn vertrek heeft u hem ver
teld, wat er gebeurd is wat u en uw broer
gezien hebben!"
„Juist, dat deden we en hij schrok zich
dood!" antwoordde Keziah. Zij vertelde verder
van oom Joseph's attaque en van zijn beweren,
dat hij den doode niet kende. „Toch is het best
mogelijk, dat hij hem wel heeft gekend be-
sloot zij. „Hij mag van ons vleesch en bloed
zijn, alles goed en wel, maar Joe Krevin is een
slecht mensch! En u kunt er van op aan, dat
hij niet met goede bedoelingen hier in deze
buurt kwam."