Ilkiuiutt Ciirait.
lamesi
inderki
Maaiidasr 25 oyember
Radio-Sioekje
fKlill,l,UTON.
D£ KAKG-HE VAAS.
Rechtszaken
andsrd een en dertigste Jaargang.
Dinsdag 26 November.
Hilversum, 1071 M. (Van 12.-6.-~ n.m
298 M.) 10.—10.15 Morgenwijding. 12.15—
2.Concert door het A. V. R. O.-Ensemble.
2.3.Gramofoonmuziek. 3.-4.— Knip-
cursus. 4.5.Microfoon-debutanten. Zang
en piano. 5.306.Concert door de Gong.
Kapei van de Gebr. Bela en Earner Ruha.
6.01—6.30 Voortzetting concert. 6.30 Koer-
sen Vaz Dias. 0.45-7.15 Engelsche conver-
eatie. 7.15—7.45 Engelsch gevorderden. 8.01
—8.05 Praatje door J. G. Pater over: De
postvluchten naar Indie. 8-Oo—9. Concert
door het Omroeporkest. 9.—9.45 A. V. R. O-
Nutslezingen over Indie. Spreker. Prof. Di.
H F Colenbrander. 9.45 Voortzetting con
cert. 10.— Persberichten. Daarna: Gramo
foonmuziek. 12.— Sluiting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R O.)
II 30—12.— Goosdienstig halfuurtje. 12.lo
—1 15 Concert door K. R. O.-Trio. 1.2.
Gramofoonmuziek. 2—3— Vrouwenuurtje.
3 _3 30 Kniples. 3.30—4— Uitzending
voor scholen. 4—5— Gramofoonmuziek
5 —6— Trio-concert. 6—6.05 Beursberich
ten. 6.056.15 Gramofoonmuziek. 6.15
6 30 Lezing over: lets ever het Amateurisme.
6 30—7— Gramofoonmuziek. 7.7 30 Cur-
sus kerklatijn. 7.30—8— Lezing over: Doo-
denliturgie. 8.01—8.05 Lezing over: Het
vertrek van het 7e postvliegtuig. 8.05—10.30
Concert. Orkest en cellist. Na afloop: Gra
mofoonmuziek. 11.30 Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek
12.20 Orgelconcert door R. W. I<. Taylor. R.
'F Holton, bas. 1.20—2.20 Orkestconcert.
2 45 Visscherijber. 2.50 Uitzending voor
scholen. 3.55 Fransche les. 4.20 Orkestcon-
ceH. 4.35 Lezing. 4.50 Concert. Orgel en
orkest. 5.35 Kirderuurtje. 6.20 Voorlezing
6 35 Nieuwsberichten. 6.50 Concert. 7.20 Le
zing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. C. Went-
worth, sopraan. F. Lake, tenor. Orkest. 8.20
—8.50 Lezing. Daarna voortzetting concert.
9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezing. 9 55
Nieuwsberichten. 10— Vaudeville. 11.05—
12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest
en soli 6.55 Gramofoonmuziek. 7.25 Gramo
foonmuziek. 8.20 Concert. Orkest en vocale
so''Hen.
angenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.35—10.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Or
kestconcert. 4.50—5.50 Concert. Orkest en
cellist. 7.20 Cone rt. Orkest en solisten.
Zeesen, 1635 M. 6.15—11.45 Lezingen.
11.50—12.15 Gramofoonmuziek. 12.15—
12.50 Lezingen. 1.20—1.50 Gramofoonmu
ziek. 1.50—3.50 lezingen. 3.50—4.50 Con
cert uit Leipzig. 4.50-7.20 Lezingen. 7.50
Opera-uitzending uit Stuttgart. Daarna Or
kestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkest
concert. 2.204.20 Concert. Orkest en pia-
niste. 7.20—9.20 ,.Mo-skets Magt". Drama in
5 bedrhven van Leo Tolstoi. 9.3510.20
Orkestconcert. 10.20—12.20 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.50 Concert. Orkest en
vocale solisten. 8.35 (Golf1. 338.2 M.) Con
cert door de Vlaamsche Soc. Omroepvereen.
Particulier of overheids
bedrijf.
de winst uit de gemeenfe-bedrijven.
Kon. Ned. Hoogoven- en Staalfabriek
Gister hield de Vereeniging van Raads-
en Statenleden in het gewest Nrd.-Holland-
Noord een vergadering voor leden en be
langstellenden, waar de heer Ed. Polak,
wethouder van Amsterdam een inleiding
hield over Particulier of Overheidsbedrijf.
Voordat de spreker tot de behandeling van
z'n onderwerp overging opende de heer P.
Zeeman uit Noord-Scharwoude de vergade
ring met een woord van welkom aan den
heer Polak en de aanwezigen. Van verschil
lende personen was bericht van verhindering
ingekomen.
De heer Ed. Polak ving aan met te zeg-
gen dat het door hem te behandelen onder
werp deels van theoretischen, maar voor een
groot gedeelte ook van practischen aard is
De aarde voorziet slechts in beperkte hoe-
veelheid in onze behoeften en er moet met
inspanning worden gewerkt aan alles wat we
noodig hebben. Deze arbeid moet georgani
seerd geschieden, teneinde te groot kapi-
taalverlies tegen te gaan.
Na de gesloten economische eenheid van
het gezin, die reeds ver achter ons ligt,
hebben we langzamerhand gekregen den
georganiseerden arbeid, die grootendeels
nog berust op het particulier initiatief, waar-
bij geen ondernemer een bedrijf in stand
houdt, wanneer daaruit geen winst is te be-
halen. Nu zijn er altijd bedrijven geweest
die maar weinig hoop op winst lieten en
toch noodzakelijk waren voor de menschheid,
verder zijn er bedrijven, die van belang
zijn voor een geheel volk: de monopolistische
bedrijven.
Men vroeg zich af of het niet gewenscht
was, dat de overheid tot het ondernemen
van bedrijven overging. Doch hiertoe ver-
zette de kapitalistische maatschappij zich zoo
krachtig mogelijk. lhans kunnen we ons de
posterjjen niet anders dan als overheidsbe
drijf voorstellen en zoo zal het ook zeker in
de toekomst met de spoorwegen geschieden.
Als we het geheel overzien, dan moeten
we zeggen dat de post over het geheele land
voortreffelijk georganiseerd is en zichzelf
bedruipt en een zegen voor ons volk is.
Nog betrekkelijk kort geleden zijn het ge
heele Noordzeekanaal en de haven van
IJmuiden gemaakt door 'n particuliere mij.,
die haar inkomsten vond in het heffen van
scheeprechten. Uit het feit, dat dit nog
slechts een menschenleeftijd geleden is, kun
nen we concludeerc-n dat de denkbeelden zich
t a. v. de social isatie snel wijzigen en we
zien den tijd naderen dat het precies zoo
gaat met anderen georganiseerden arbeid.
Spr. haalde hierbij nog de voorbeelden aan
van de gas- en watervoorziening en de tram
te Amsterdam.
In den toen gevoerden strijd werden de
zelfde argumenten aangevoerd die nu wor
den geopperd tegen de socialisatie van ande-
re bedriiven. En nu zijn wij, Amsterdammers,
trotsch 'on deze overheidsbedrijven. Deze le-
veren nie't onbelangriike baten op, die an
ders in de zakken van enkelen terecht zou-
den zijn gekomen.
Amsterdam is door verschillende anderen,
zelfs kleine gemeenten gevolgd. Doch nog
alfiid is de toestand zoo, dat we ons hier be-
vinden on een terrein, waarop het particu
lier kapitalisme ziin winsten oogst. Het ka-
pitalisme geeft den striid niet op om hier z n
invloed te behouden, ja zelfs te versterken
Er is een sterke reaetie opkomende tegen het
overheidsbedrijf.
Sor. ontkende met klem, dat de voorzie-
ningen door de gemeentelijke overheid niet
tot tevredenheid van het pubhek werken. Na-
tuurlijk worden er wel eens fouten gemaakt,
maar over het a'gemeen ziin ze een zegen ge-
bleken voor het volk. Niet alleen als goed
werkend apparaat, maar ook voor betere ar
beidsvoorwaarden van het personeel, ziin de
overheidsbedrijven van belang. Hier stmt
men evenwel op een vraagstuk met twee
kanten, waarvoor in ieder bepaald geval een
oplossing, een middenweg moet worden ge-
zocht.
Het derde voordeel noemde spr. de meae-
zeggingschap van de overheid en hij wees
hierbij op het feit, dat in vele technische za
ken een leek een beslissend oordeel uitspreekt
De praktijk dwingt ons toe te
st "mmen in het behalen van winst
uit de overheidsbedrijven.
De vraag of men uit de overheidsbedrij
ven winst mag halen, wordt in onze kringen,
aldus spr., steeds meer bevestigend beant-
woord De groote reeks van gemeentezorgen,
vooral ten behoeve van de arbeiders, kost
veel geld en dit moeten we halen daar waar
het is. In de belastingheffing zijn we door
de wet zeer beperkt en we kunnen door mid-
del van de tegenwoordige belastingwetge-
ving niet voldoende geld verkrijgen voor de
sodale maatregelen. In verschillende ge
meenten nu vult men dit tekort aan uit win
sten van de bedrijven. Naarmate de over
heidsbedrijven grooter in aantal worden,
krimpt het particulier bedrijf in. Waar men
daardoor aan belastinggeld inboet, mag
men m. i. eenige winst nemen uit het over
heidsbedrijf. Bovendien mag men wel profi-
teeren van technische verbeteringen, die men
in de overheidsbedrijven aanbrengt, terwiil
men verder dient te kijken naar de tarieven.
In Amsterdam b.v. krijgt men een groote
winst uit het electriciteitsbedrijf en toch zijn
hier de tarieven laag. Dit is verkregen door
technische verbeteringen en ook door een
practischen tariefsvorm.
Hoe men ook theoretisch over deze zaak
mag denken, de praktijk dringt ons tot deze
opvatting. Men moet hierbij evenwel de ta
rieven nie* uit het oog verliezen.
Verder hebben we nog het voor ons door-
slaggevende voordeel, dat de overheid deree-
lijke belangrijke bedrijven leert 1-eiden Wij
kunnen de wereld, het land en de gemeente
niet besturen, als we niet in staat zijn de
groote gemeentebedrijven te beheeren Dan
gaat men ook voor zoo'n bedrijf gevoelen
en daarom is het ook onjuist te beweren, dat
Uit het Engelsch door J. S. Flitscher.
Geautoriseerde vertaling door v. d. W
20
men, zonder er winst uit te behalen, de toe-
wijding mist om zich met de leiding te be-
moeien.
We moeten alle invloeden, die er op uit
zijn het overheidsbedrijf weer afhankelijk te
maken van het particulier kapitaal, tegen
gaan.
De gemengde bedrijven.
Het particuliere kapitalisme tracht het ver-
loren gegane terrein te herwinnen. Spr. wees
hierbij op bet hoogovenbedrijf te Velsen,
dat zoo'n groote rol speelt
Om aan de moeilijkheden van het over
heidsbedrijf te ontkomen, zoekt men naar
verschillende vormen. Een ervan is het ge-
mengde bedrijf, een N.Vwaarin zoowel
particulier- als overheidskapitaal zi+. In het
bestuur zitten Vertegenwoordigers van het
particuliere kapitaal en vertegenwoordigers
van de overheid. Als voorbeelden werden ge-
noemd de spoorwegen en de Haagsche tram.
Achtei alle mooie woord en zooals „soep;el
beheer", enz. steekt evenwel de eenige drijf-
veer om de arbeidsvoorwaarden minder goed
te doen zijn als noodig is. Ook in Rotterdam
kwam men bij de tram tot een gemengd be
drijf. Spr kon zich levendig voorstellen dat
men, indien verder gaan onmogelijk is, tot
een gemengd bedrijf komt, al gaf hij de voor-
keur aan zuivere gemeentebedrijven. In het
eerste geval heeft de burgerij slechts in-
directen invloed1 op het bedrijf, terwijl in
Amsterdam, waar de tram geheel overheids
bedrijf is, de zaak niet minder goed function-
neert.
Bij een bouwbedrijf is het wel eens goed,
dat de gemeente er overwegenden invloed op
uitcefent, waardoor mogelijke oneerlijke prac-
tijken tegen gegaan worden. Een ander voor-
beeld van een gewenscht gemengd bedrijf is
in Noord-Holland een provinciaal wegen-
bouw-bedrijf. Doch over 't algemeen
was spr. voorstander van het zuivere over
heidsbedrijf.
Het hoogovenbedrijf te Velsen.
De deelname van staat en hoofd-
stad in het kapitaal. De gevolgen
daarvan.
In 1918 is onder den indrok van den oorlog
in ons land gesticht de Kon. Ned. Hoog
oven- en staalfabriek. De bedoeling hiermede
was, onafhankelijk te worden van Duitsch-
land Daar men in ons land onvoldoende
kolen aantreft, is dit bedrijf, gevestigd te
Velsen, niet gebaseerd op een gezonden
grondslag.
Een gedeelte van het kapitaal, groot 25
millioen, werd bijgedragen door den staat
en Amsterdam. Deze gaven resp. TA en
5 millioen, doch de leiding is in meerderheid
bij het particulier kapitaal in handen. Van
zijn 5 millioen heeft de hoofdstad totnogtoe
ni-ets terug ontvangen, daar er nog geen
winst is gemaakt, terwijl de leiding zich
bovendien sterk heeft laten beinvloeden door
een Duitsche maatschappij.
Omdat zoo'n hoogoven niet met steenkool,
maar met cokes gestookt moet worden moet
in de cokesoven de steenkool worden omge-
zet. Het hierdoor vrijkomende gas liet men
aanvankelijk vrij de lucht ingaan, evenals de
verschillende andere ontstane brandbare gas-
sen Op voorbeeld van Duitschland ging men
er daarna toe over dit gas productief te
maken. Met dit afvalproduct wilde men de
gemeentelijke gasfabriek beconcurreeren,
doch stuitte hierbij op eenige moeilijkheden.
Door de deelneming echter van den staat en
de hoofdstad in het kapitaal, moest men de be-
langen van dit bedrijf ontzien en verschillende
gemeenten kregen voordeelige aanbiedingen,
waarvan met graagte werd gebruik gemaakt.
Toch had spr. hier li-ever eenig voorbehoud
gezien, omdat het toch niet onbelangrijk is,
na te gaan hoe de arbeidsvoorwaarden zijn
en rekening te houden met de toekomst. waar-
n-eer de concurrence uitgeschakeld is ge-
worden door het stopzetten der gemeente
lijke bedrijven.
Spr. had liever door de gemeenten geza-
menlijk de vorming van een intercommunale
maatschappij gezien, die van het hoogoven
bedrijf het gas koopt.
De verder nog vrijkomende gassen zijn
geschikt voor het stoken inplaats van met
kolen. Deze werden nu rendabel gemaakt
door een kleine electrische centrale. Reeds
hebben de hoogovens gezegd hier te gaan
concurreeren met het provinciaal electrici
teitsbedrijf. Daar de regeering in het kapitaal
der hoogovens g-einteresseerd is, heeft ze
r-eed-s gedreigd, dat, indien de provincie geen
overeenkomst aangaat met het hoogoven
bedrijf, in hooger beroep aan de hoogovens
toestemming zou worden gegeven tot den
aanleg van buizen. De P E. G. E. M heeft
toen een dergelijke overeenkomst aangegaan
en nu is reeds het provinciaal electriciteits
bedrijf er toe gedwongen een electrische
centrale te bouwen op het terrein van de
hoogovens. waar gestookt wordt met het
gas van dit bedrijf, wat 10 pCt goed
kooper is dan het stoken met steenkool
Dit is natuurlijk van veel belang voor het
hoogovenbedrijf, dat hier zulk een stille
macht uitoefent
Dezen vonn van gemengd bedrijf vind ik
verkeerd en onjuist en wat gemeentebesturen
kunnen doen om die tegen te gaan, juich ik
toe. Tegenover de macht van het hoogoven
bedrijf hadden de georganiseerde gemeente
besturen zich moeten stellen.
Spr. eindigde met de mededeeling, dat het
niet zijne bedoeling is geweest hier een op
lossing te g-even, doch dat hij de moeilijkheid
dezer kwestie aan de orde heeft willen
stellen, met het doel, dat ze door de aan
wezigen zou worden bestudeerd.
Na de pauze werd de gedachtenwisseling
geopend.
O.m. was de heer v. d. Berg uit Purmerend
van oordeel, dat het gebruiken van de winst
uit de overheidsbedrijven voor de verlaging
van de tarieven meer gewenscht is dan voor
belastingverlaging.
Indien het geld voor sociale doeleinden ge-
bruikt wordt, had spr. geen bezwaar tegen
het maken van winst uit deze bedrijven.
De gaslevering door Alkmaar
aan de cniliggende gemeenten.
De heer Den Das uit Bergen was, speciaal
wat de gasfabriek te Alkmaar betreft, van
meening, dat de tarieven zoo gesteld moesten
worden, dat de buitengemeenten geen belas-
ting betalen voor de gas leverende gemeente
Spr. achtte het veroer niet onmogelijk dat
door persbuizen verschillende gemeenten
door de hoogovens bediend worden.
Worden door Alkmaar de tarieven niet op
de hoogte van den kostprijs gebracht, voor
welke moeilijkheden komt men dan niet bij
een veel voordeeliger aanbieding van een
kapitalistische ondememing? Spr. zou daar
om wenschen, een groot, goed: ingericht be
drijf, dat een aanzientijk gebied van gas
voorziet en waar tusschen de verschillende
gemeenten, die er van profiteeren, een goede
samenwerking bestaat
De heer Hellinga, Castricum, vroeg welk
standpunt men moet innemen in een kleine
gemeente bij de keuze tusschen aanbesteding
en uitvoering in eigen beheer, daar dit laatste
in een kleine plaats veelal duurder is.
Een andere aanwezige achtte het de aange-
wezen richting, dat weldra de belastinghef
fing voor de gemeenten veel ruimer werd
gesteld, waardoor het behalen van winst uit
de hedrijven niet noodig zou zijn. Bij de in-
stelling van een gemeentelijk bouwbedrijf
zullen de kapitalistische leveranciers onge-
twijfeld met elkaar verbinding zoeken, ten
einde met de leveranties ook het systeem van
de „opzetjes" toe te passen.
Spr. vroeg verder of het niet op den weg
lag van de provincie, zich te bemoeien met
het autobusverkeer.
Opgemerkt werd verder, dat het hoogoven
bedrijf te Velsen op losse schroeven staat en,
wanneer het eens stopgezet werd, de gemeen
ten, die er eventueel gezamenlijk een overeen
komst mede gemaakt hadden, van de voor-
ziening verstoken zouden zijn.
Bij de beantwoording zeide de heer Ed.
Polak, dat de soc.-dem. statenfractie zich
steeds gekeerd heeft tegen de practijk van
het prov. waterleidingbedrijf en er steeds op
heeft aangedrongen, dat ook op minder ren-
dabele plaatsen waterleiding wordt aange-
legd.
Binnenkort komt in de Staten een plan der
sor 'em te di-er zake aan de orde.
Wat de levering van electriciteit betreft,
kent de provincie twee wegen: engros aan de
gemeenten en aan de woningen zelf.
Inzake de levering van Alkmaar aan de
buitengemeenten meende spr. dat men in het
oog moest houden de extra-kosten voor den
aanleg naar de buitengemeenten Spr. raadde
overleg tusschen de soc.-democratische raads-
leden van de leverende stad en de buiten
gemeenten aan.
Wat de vraag van den hr. Hellinga betreft,
oordeelde spr. dat men moest b-eginnen met
gemeentelijk toezicht om zoodoende lang
zamerhand tot een overheidsbedrijf te komen.
Wat de prijzen der materialen aangaat,
deze zijn beter te controleeren dan die door
de aannemers bij aanbestedingen gevraagd
worden.
De nieuwe financieele verhouding tusschen
rij'k en gemeenten heeft zijn voor- en nadeel.
Het belastinggebied wordt beperkt, doch het
groote verschil van belastingdruk in ver
schillende gemeenten wordt opgeheven.
Willen we onze vooruitstrevende sociale
politiek voortzetten, aldus spreker, dan
kunnen we bij de tegenwoordige belas-
tingwetgeving de winst uit de bedrij
ven niet missen. Deze is min of meer
een indirecte belasting, doch bij ver
laging van de tarieven genieten de grootste
verbruikers de meeste voordeelen. We moeten
evenwel in het oog houden de gebruikers te
bedienen tegen een prijs, die redelijk is en in
de groote steden, als b v. Amsterdam, is dit
ook het geval.
Spr. eindigde tenslotte met het nadrukkelijk
uitspreken van z'n meening dat het zuivere
overheidsbedrijf gewenscht is en hij beva! dit
onderwerp in de ernstige studie van de aan
wezigen aan.
T. a z. van het hoogovenbedrijf wenschte
spr. nog, dat de gemeenten hun fabrieken in
stand hielden en dan het kwantum gas der
hoogovens voegden bij hun voorraad in de
gashouders.
De heer J. Westerhof zeide, wat de gasle
vering door Alkmaar betreft, dat in het col
lege van B. en W. destijds de strooming be-
stond hieraan te verdienen. Spr. was daar
evenwel tegen en met stdun van den burge-
meester is deze politiek dan odk niet gevolgd.
Het bestaande prijsverschil is de berekende
prijs van de kosten der persbuis en de bijko-
mende onkosten.
Wel is nadien het verbruik door de ge
meenten Bergen en Heiloo aanmerkelijk ge-
stegen en daarom is de tijd om tot eenige
prijsverlaging over te gaan, zeer nabij. Spr.
was van oordeel, dat Bergen en Heiloo hier
toe den wensch maar te kennen moeten
geven.
De heer Den Das deelde nog mede, da!
overeengekomen is, dat bij meerdere afname
de prijs wordt verlaagd, doch dit gaf hem
nog niet het gevoel, dat de prijs niet nog iets
verlaagd kan worden.
Na gehouden rondvraag dankte de heer
Zeeman den heer Ed. Polak voor zijn mooie
rede en de aanwezigen voor de gevoerde dis-
cussie. Hij hoopte, dat de opkomst op de a.s.
belangrijke vergadering over de financieele
verhouding tusschen rijk en gemeenten groo
ter zou zijn.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Strafzitting van 22 November 1929.
GAAT VEROORDEELDE MET DIT
VONNIS ACCOORD?
Gedurende de beloofde voortzetting det
behandeling van het overtredingszaakje con
tra den heer Mac. D., den naamgenoot van
den Britschen kabinets-premier, werd ge
hoord burgemeester Baron von Fridagh, die,
overleggend een duidelijke situatiekaart op
groote schaal, als zijn meening verkondig-
de, dat de heer Mac. D. door het nemen van
de bocht ter plaatse op de wijze als door
hem was gedaan, de verkeersregelen had
overtreden en het zeer zeker voor de veilig-
heid van groot belang was dat casu quo een
principieele beslissing werd gegeven. De
ambtenaar, overwegende dat't hier gold een
ontwikkeld automobilist, die geacht kon wor
den de regels van den weg te kennen, vor-
derde 8 boete of 8 dagen, welke straf door
den kantonrechter tot 6 boete of 6 dagen
werd teruggebracht.
LASTIGE BUREN.
Het aangehouden proces tegen den land-
bouwerszoon Hendr. H. te Castricum, ver-
dacht koeien te gast te hebben gezonden in
het weiland van Jan Twisk, werd heden met
opgewekten geest en blijmoedigen zin voort-
gezet door het hooren van den rijksveldwach-
ter Gorter, terwijl de verdachte het noodig
had geacht twee getuigen a decharge mede
te nemen, getuigen, die hij echter, naar onze
bescheiden meening met evenvcel succes ooi
naar het land van Twisk had kunnen zen-
den, daar zij al bitter weinig in zijn voor
deel konden verklaren.
Volgens mededeeling van den rijksveld-
wachter Gorter had verdachte hem gezegd,
dat hij als repressaille-maatregel tegen den
ongenooden commensaal, het paard van Jan
Twisk, dat zijn land gedurende 4 dagen had
afgegraasd, had toegelaten dat zijn koeien
zich in Twisk's land hadden opgehouden.
Niet om het stoffelijk voordeel daar het land
als zijnde grootendeels bemest, weinig voed-
sel opleverde.
Verdachte gaf thans ook nog aan den kan
tonrechter te kennen, dat hij van minnelijke
schikking, door het onheusche optreden van
Twisk, die hem met emmer en al onder een
koe had weggeschopt, had afgezien.
Na lang over en weer praten werd einde
lijk de behandeling gesloten en Hendr. H.
veroordeeld tot 15 boete of 15 dagen hech-
tenis en de vordering van Twisk toegewezen
tot een bedrag van f 15.
OVERTREDINGEN IJKWET.
In deze zitting, rijk aan aangehouden za
ken, werden ook verder behandeld de ijkwet-
overtedingen tegen de landbouwers Jan K. te
Amsterdam
Nieuwendijk 225/229
Utrecht
Oude Gracht 15!.
(Wordt vervotad)-
No. 278 1929
..Mijnheer Crippe?"
De man ging rustig voort met zakken te tel-
len, hij liet ze door zijn handen gaan, voor hij
er aan dacht een antwoord le geven. En toen
hij eindelijk een antwoord gaf, deed hij dat
zonder zich om te draaien.
„En twee is negen, en twee is elf, en twee is
dertien", zeide hij. „Acht dobijn, Jenkinson
dertien gerekend voor twaalf. Dat ben ik on
wie is u?"
Cherry haaide een van zijn kaartjes te voor-
•chijn en mijnheer Crippe verwaardigde zich
het aan te nemen en nadat hij een met goud
gemonteerde lorgnet op zijn neus had gezet,
las hij het, keek ons beiden scherp aan en
wendde zich tot mijn metgezel.
„Nou? wat mot jullie? Vooruit er mee!"
Cherry haalde een van Crippe's kaartjes
Toor den dag.
„0m u iets te vragen, hierover. Twee van uw
kaartjes werden achtergelaten in een huis aan
de Zuidkust, door iemand Poseph Krevin ge-
Baamd. Kent u die Krevin?"
„Ja, ik ken hem vrij goed! Wat is er met
hem?"
„Is hij in uw dienst?"
„Neen. Niet in wat je noemt geregelde dienst.
Hij werkt zoo'n beetje op provisie zonder
salaris. Af en toe een postje. Hij heeft mijn
kaartjes en laat er dan wel eens een achter, als
er kans is om zaken te doen."
„Heeft u hem in den laatsten tijd gezien,
mijnheer Crippe?"
„Nee! In geen veertien dagen of drie weken.
„Kunt u mij zijn adres opgeven?"
„Nee, dat kan ik niet. Van z'n particulier le-
ven weet ik niets af. En waarvoor heb je hem
noodig?"
„Hij wordt vermist", antwoordde Cherry di-
plomatisch. „Dit jongmensch is zijn neef. Zijn
familie wil hem opsporen. En wij vonden uw
kaartje in een huis waar hij geweest is
„Ik kan jullie niet helpen! Geen idee waar '..ij
uithangt. Hij komt zoo nu en dan eens hier bin-
nen vallen."
Cherry keek naar het glazen hokje; wij had-
den beiden opgemerkt, dat de klerk aandachtig
luisterde.
„Mogelijk weet uw klerkbegon hij.
„Misschien weten ze het bij Zetterquist", zei
de de klerk. „Daar kwam hij nog al eens, in
Sint George Street. Ga daar eens vragen."
Wij zeiden den heer Crippe goedendag. Hij
-ntwoordde niets en ging door met zakken tel-
len.
„Wij hebben toch iets gehoord, Ben! En nu
naar Zetterquist."
Hij bracht mij door Old Gravel Lane naar een
iets minder vuile straat. Wij moesten zoeken,
doch wij vonden het. Zetterquist en Vander
pant bleek een ouderwetsche wijn- en sterke
drankzaak te zijn. In een gedeelte van het huis
werd handel in het groot gedreven. In een an
der gedeelte was een herberg en ten slotte was
er een zaal, gereserveerd voor de vaste klanten
De wanden van die zeal waren versierd met
teekeningen van zeilschepen, modellen van
schepen en allerlei rommel, die blijkbaar van
heinde en verre was medegebracht. In verschil
lende hoeken zaten eenige bezoekers; de mees-
ten van hen droegen blauw serge pakken, zij
hadden verbrande gezichten en het waren on
getwijfeld zeelui. Achter het buffet zat een be
jaarde, achtenswaardige man, bezig met het rei
nigen van glazen. Cherry sprak hem aan en hij
luisterde met welwillende aandacht naar Cher
ry's inleidende woorden, en toonde veel be
langstelling in zijn ambtelijke kaart.
„Ja, wij kennen mijnheer Krevin hier", zeide
hij. „Hij reist voor onze firma begrijpt u. Hij
krijgt dan hier, dan daar een bestelling en geeft
die aan ons op. Ik geloof, dat hij voor verschil
lende andere firma's zaken doet niet in onze
branche; andere branches. Algemeen agent
dat is zijn bezigheid. Hij is in een tijd niet hier
geweest en wij hebben ook gedurende de laat
ste weken niets van hem gehoord."
„Wat ik in het bijzonder noodig heb is zijn
adres", merkte Cherry op. „Kunt u mij dat ge
ven?"
„Ja zeker, aan iemand als u kan ik dat wel
doen. Het is 241 Calthorpe Street dat is in
de buurt van Gray's Inn Road."
Cherry zeide, dat hij Calthorpe Street kende
en na den eigenaar bedankt te hebben, verlic-
ten wij de zaak van Zetterquist en het gezel-
schap van zeelieden, om te zoeken naar een
omnibus, die ons naar Bloomsbury kon bren-
gen.
„Gemakkelijk genoeg om Calthorpe Street te
vinden, Ben. Het is een welbekende straat met
logementen. Wij weten intusschen weer iets
meer van oom Joseph. Een manusje van alles is
hij. En dat soort menschen gaat om met eigen-
aardig volk en wordt betrokken in eigenaardi-
ge zaken."
Calthorpe Street 241 bleek een bijzonder on-
oogelijk huis te zijn en de logementhoudster,
die ons opendeed, was even onoogelijk. Neen,
mijnheer Krevin was niet thuis en was sinds
den rorigen Maandagmorgen niet thuis geweest
en zij wist ook niet wanneer hij- thuis zou ko
men, want hij was soms gewend om eenige da
gen achtereen weg te blijven. Neen, hij had
daar niet lang gewoond maar een paar maan-
den en zij geloofde, dat hij pas was gekomen uit
Vy.7
vreemde streken. Ja, wij mochten zijn kamcr
wel bekijken, als wij wilden dat hinderde
niets.
Wij gingen naar zijn kamer, een zit-slaapka-
mer, geriefelijker dan het uiterlijk van het huis
deed verwacbten. Bij het binnenkomen viel
Cherry's oog onmiddellijk op een brief, die op
tafel lag; hij nam hem op met een kreet van
verbazing.
„Kijk eens, Ben! Het postmerk Middle
bourne."
HOOFDSTUK X.
Tom Ccripture.
Voor ik tijd had mijne verwondering te uite*
bij het zien van het bekende poststempcl, had
Cherry het klepje van de enveloppe epenge-
slagen en zagen wij, dat zij ledig was. Hij gaf
de enveloppe met een uitroep van talauratel-
ling aan mij.
„Leeg!" mompeide hij. „Er zit nitu in!
Maar... het poststempel en het handsohrtft
ken je dat, Ben?"
„Neen! Dat ken ik niet. Wellicht kunnen Nel
lie Aps en haar moeder ons daarover inlithten,
want zij hebben het beheer over het poatkao-
toor.'V