llkiwuli i:«»rant. Briev<tn nit de heofdsted KKUIMjKTON. DEKANG-HE VAAS. 1929 iRderd een en dertigste Jaargang. Hoensdag 3? November Radio-hoefcje Donderdag 28 November. Hilversum, 1071 M. (Van 12.—-6. "'I1' 298 M.) 10.—10.15 Morgenwijding. 12.1 a 2.Concert door het A. V. 2.-3.— Gramofoonumziek. 3.—3.30 Halt- uurtje der Ver. van Ned. Huisvrouwen. Le zing door mej. C. van Bakergem over: Eigen gemaakte St. Nicolaas-geschenken. 3.30— 4.— Gramofoonmuziek. 4.-5.— Ziekenuur- *ie 5 30—6.— Concert uit Cafe „Moderne te Amsterdam. 6.01 Voortzethng concert. 6.30 Vaz Dias: Koersen 6.45—7.15 Land- en Tuinbouwhalfuurtje. Spreker. R. II La- verraan 7.15—7.45 Fransch voor gevorder- denencooversatie. 8.-8.15 Gramofoonmu- izek 8 15 Concertgebouw te Amsterdam. Het Concertgebouw orkest onder leiding van Pierre Monteux. Na cfloop persberichten. Daai-na dansmuziek uit het cabaret „La Gaite" te Amsterdam. 12.— Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) g i5__9.30 Morgenconcert. 10.10.30 Zang door Dameskoortje. 10.30—11.Zieken- dienst. 11.—11-30 Lezen van Chr. Lectuur. ,j j 30—12.15 Uurtje voor de landbouwers. ,12*151.15 Plechtige onthulling van 2 ge- denkramen in de Engelsche Episcopate kerk i(Christ. Church) te Amsterdam, door H. M. de Koningin. Medewerking van vocaal Jcwartet, sopraan en orgel. Preek. 1.152. Gramofoonmuziek. 2.-2.35 Uitzending voor scholen. 2.453.45 Cursus Fraaie Hand jwerken. 4.-5.— Ziekenuurtje. 5 6.— Le- zing: Over zielkundige invloeden op het proces van de ziekte. 6.6.30 Lezing over: Eindhoven als economisch centrum en de daaruit voortvloeiende vraagstukken. 6.30— 7.30 Orgelconcert. 7.30—8.— Cursus Ma- leisch. 8.Concert. Orkest en violist. Daar na persberichten. Davenlry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij- ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek 12.20 Concert. F. Lendrum, sopraan. M iMcGibbon, viool. H. Hughes, piano. 1.35— 2.20 Orkestconcert. 2.45 Visscherijberichten 2-50 Uitzending voor scholen. 3.20 Vesper uit de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. 4.20 •Feestconcert. 4.50 Concert. L. Aschdowne bariton. J. Serres, cello. E. Wood, V. Tewsey, 2 piano's. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuws- iberichten. 6.50 Marktber. 7.05 Llederen voordracht. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Orkest. Orloff, piano. 9.15 Inter mezzo: Voorlezing. 9.25 Voortzetting concert 10.05 Nieuwsberichten. 10.25 Lezing. 10.40 —12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 12.502.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. 6.55 Gra mofoonmuziek. 8.20 Concert. Humorist en instrumentaal kwintet. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonmuziek. 9.35—10.35 Gramofoonmuziek 11.30 Phonola-concert. 12.251.50 Concert Orkest, viola en piano. 4.505.50 Solisten concert. 7.20 Concert. Orkest en cellist. 7.50 Intermezzo. Na afloop tot 11.20 dansmu ziek. (Gramofoonplaten). Zeesen1635 M. 6.1510.05 Lezingen 11.2012.15 Gramofoonmuziek 12.15 12.50 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmu ziek. 1.503-50 Lezingen. 3.504.50 Con. cert uit Berliin. 4.507.50 Lezingen. 7.50 „Musikalisches Bilderbuch einer Stadt". Her uitzending van Breslau. 8.15 Concert. Cello piano en altzangeres. 9.50 Dansles. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.4.Concert. Orkest en zangeres 7.35—9 35 Concert. Orkest en zangeres. 9 50 12.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.20 Her-uitzending van het concert door het Concertgebouw Orkest te Amsterdam. Weelderige Armoede. Zij die het met bont bont maken. Vreemdsoortig gedierte op straat De zorg voor den huiselijken haard. Aanvoer en berging van het zwarte goud. Onpractische bouwmeesters. De grauwe winter is niet ver meer, de koude laat haar vinnigen greep reeds voelen en de menschen verschuilen zich reeds in bontjas en achter kachelvuur. Er is een tijd geweest, dat het dragen Uit het Engelsch door J. S. Flitscher. Geautoriseerde vertaling door v. d. W. £2 „De enveloppe?" vroeg ik. „Juist! Wij moeten er achter komen, wiens nandschrift daarop staat. Oom Joseph had bnefwisseling met iemand in Middlebourne wie was dat wie is hij Dat is ons eerste werk en hoe eerder ik dat weet, hoe beter" Toen wij op dien Zondagnamiddag in Mid- dlebourne terugkwamen, wachtten ons nieu we verrassingen. Veller zag ons langs zijn huis komen en riep ons binnen. Met zijn ge- wone, langzame wijze van doen vroeg hij ons om te gaan zitten, hii ging zelf ook zitten, spreidde zijn groote hand-en over zijn buik, begon met zijn duimen te draaien en ons frijnslachend aan te kijken. Zijn vrouw, op aar Zondagsch, maakte zich" juist gereeo, om naar de kerk te gaan en Veller bleef met zijn duimen draaien tot zij de deur uit was. De grijnslach beloofde iets. „Nu je hebt iets op je hart, Veller1" merkte Cherry op. „De jucfrouw is uit dus voor den dag er mee". Veller bleef grijnslachen, keek naar de deur, keek naar mij, leunde voorover en begon op geheimzinnigen toon te praten. „Het gaat om Tom Scripture!" fluisterde kin „Daarom gaat het." knikte een twee driemaal, hadat van bont een buitengewone luxe werd geacht. Wie herinnert zich niet den juichkreet der kinderen, waarmede nicht Saartje bij haar bezoek aan de fa- milie Kegge wordt begroet, omdat zij zich de weelde van een stukje bont had veroorloofd: „Saartje met een mof! Saartje met een mof!" En als de schoone en rijke Henriette laatdunkend zegt: Wat doe jij nu met een mof, Saartje?" klinkt het antwoord: ,,'t Is 'n oud ding," als een verlegen verontschuldiging. Inderdaad. Een bakkersdochter liep niet met een mof, laat staan met bont- kraag of mantel. Maar sinds Europa ar- mer geworden is en het geld de helft van zijn vvaarde ingeboet, is de behoefte aan weelde en overdaad toegenomen. De arme zoons en dochters van den man, die vo6r 1914 vermogend was, maar in den winter genoegen nam met een jas van stevige wol, dragen thans de bont- mantels en bontjassen, die hij zich wist tc ontzeggen. En terwijl papa liefst te voet ging, laten zij de benzine rijkelijk vloeien. Doch het is niet onze bedoeling te mo- raliseeren een altijd onvruclitbaar werk wij willen slechts constateepen, dat, nu de kou ingevallen is, half Amster dam zich in dierenhuiden hult. Wie het breed heeft, laat het breed hangen en wie het smal heeft, laat het 66k breed hangen. Ondanks de slanke lijn. Ja, on- danks die zeer begeerde lijn worden de magerste dames mollig en wij kunnen slechts constateeren, dat de mol, door zijn velletje af te staan, tot de bekoor- lijkheid van de schoone sekse- in niet ge- ringe mate bijdraagt. De moderne vrouw, ja de zachtzinnigsten van Eva's dochteren, loopen als ruige beren langs 's heeren wegen, of trippelen als veulens vermomd door de straten. Het veulen vooral doet opgeld. Nu de auto het paard verdrongen heeft belroeft het veulen niet meer op te groeien en kan men het op andere wijze dienstbaar maken aan de gemeenschap. Wat kost een kreupel veulen bij den vilder? 0, laten wij onze lezeressen, die voor een veulenvelletje graag viif a zeshonderd gulden neertel- len, niet grieven. De veulenhuid flatteert iedere vrouw meer dan het veulen. Er is eenmaal zelfs een prinses geweest, die zich in de huid van een ezel hulde wie kent niet Perrault's sprookje „Ezels- vel" en toch werd ook zij niet ezels- veulen gescholden. Intusschen is ons de veulenhuid liever dan het apenbont, waarvoor zelfs dames, die van het dier- lijke uitermate schuw zijn, niet pleeg- den te gruwen. Laat ons nog eens her- halen, dat, ondanks rede en redeneeren, het meeste bont flatteert en dat de stra ten er in den winter fleuriger uitzien, na de bontmantels in breede stoeten door de straten schrijden. Dit mode-praatje want het boven- staande lijkt er veel op moet slechts als inleiding dienen tot een beschouwing over de koude en de middelen ter be- strijding van de koude. Amsterdam heeft zijn vuren opgestookt en het vraag- stuk van de brandstoffenvoorziening is weer actueel geworden. Wij zijn geluk- kig niet meer gerantsoeneerd zooals in den tijd, toen Armoede en Weelde elkaar nog niet de hand reikten tot een duurzaam verb and en wij kunnen zooveel stoken als wc willen, of liever, zooveel als wij betalen kunnen. Een groote stad verslindt groote voorraden. Men schat het verbruil- in den winter op ruim tweemaal honderdduizend ton, en sinds weken hebben de Rijnaken het kolengruis langs de rivieren aange- voerd, hebben de hijschkranen in de ha vens onder den zwaren last van het zwarte goud gekreund, hebben de zol- derschuiten aan de kaden vo6r de berg- plaatsen gemeerd en dreunden de vrachtauto's, zwaar met zakken bela- den, door de stad. De huisvrouw heeft haar berekeningen gemaakt, de heer des huizes heeft de rekening betaald. De brandstof is ingeslagen. Hoewel wij sinds onheugelijke tijden aan dit inslaan gewend zijn, want de wisseiing der seizoenen dateert niet van v mdaag of gisteren en de winter is geen uitvinding van den modernen tijd, heb ben c,e bouwmeesters onzer woningen I nog altijd geen middel gevonden om dit in- en opslaan practisch in te richten. Dat is wel merkwaardig. In een vorigen brief hebben wij de nieuwe etage-wonin- gen van architect Staal beschreven, den wolkenkrabber van 12 etages, en ook melding gemaakt van de nieuwe inrich- ting voor vuilverwijdering, die daarbij toegepast zou worden. Maar aan een middel om het (steenkool)-vuil de wo- ning binnen te brengen zonder hinder voor de bewoners schijnt niet gedacht te zijn. Vermoedelijk is zulk een middel in de moderne etage-woningen ook over- bodig, omdat deze op centrale verwar- ming ingericht zijn. Maar in de gewone huizen is de dag, dat de brandstof komt, een dag van ellende. Wie beneden woont en zijn steenkool in den kelder bergt, moet de stoet van steenkoolgruis-ver- spreidende dragers veelal door de keu- ken laten passeeren. Wie boven woont laat hijschen, en daar het hijschblok juist voor een kamerraam is aange- bracht, moet zulk een kamer voor enkele dagen opgeofferd worden. Terwijl het rondstuivende gruis den geheelen zol- der vervuilt. Wie dan nog een ruimen zolder heeft mag zich gelukkig prijzen: hij slaat den voorraad voor den geheelen winter op 66nmaal in. Doch de moderne huizen of etage-wo ningen en velen zijn nog zonder cen trale verwarming hebben in den regel geen ruime zolders. Wij hebben in plan- Zuid geriefelijke woningen gezien van 1200 gulden en m6er huur per jaar, waar de kolenbergplaats bestond uit een kist of kast op een der achterbalcons, een ruimte, die op zijn hoogst acht mud kon bergen. En om dat balcon te bereiken moest de steenkool door een voorkamer, over het portaal en door de keuken. Een grapje, dat voor zulk een ruime woning ongeveer viermaal per winter herhaald zou moeten worden. Ja, de bouw der moderne woning moet in veel opzichten nog verbeterd worden. Misschien zal men op zulke verbeterin- gen bedacht zijn als ze niet meer noodig blijken en de electriciteit de steenkool geheel verdrongen heeft. Voorloopig is men echter nog niet zoo ver, dat de droom van onzen dr. Lulofs verwezen- lijkt kan worden. De electrische kachel verleent aangenamen hulpdienst, maar een geheele woning electrisch verwar- men zou nog een duur grapje zijn. Wel- licht moeten wij nog armer worden, eer wij ons de weelde kunnen veroorloven. De geringe bergruimte in de moderne woningen dwingt de kolenhandelaars om zelf voor groote opslagplaatsen te zorgen. Ze zitten daardoor op zware lasten. Daarbij komt, dat hun berging en het herhaaldelijk aan huis bezorgen van kleine voorraden wat zooveel duurder is dan het leveren van grooten voorraad op eenmaal de prijzen van d- steenkool drukken moet. Er zal in het vraagstuk van de brandstoffenvoor ziening in een groote stad nog heel wat verbeterd moeten worden eer de toe stand ideaal mag heeten. Amsterdam, Nov. '29. EMERGO. Rechtszaken VOOR DEN POLITIERECHTER. (Openbare strafzitling van Maandag 25 November). VERDUISTERING BIJ DE POSTERIJEN. De 33-jarige, thans ontslagen, hulpbestel- ler der Ned. Posterijen te Oude Niedorp thans te Rotterdam stond heden als verdachte no. 1 terecht ter zake dat hij als ambtenaar der posterijen zich wederrechtelijk had toege^ eigend een bedrag van pl.m. 114.30 welke gelden hij gedurende de zomermaanden 1929 in zijn kwaliteit van verschillende ingezetene had ontvangen en dus anders dan door mis- drijf onder zich en niet verantwoord had. Verdachte die pl.m. 25 in de week ver- diende, erkende het feit. Hij was alreeds ge- waarschuwd doch ging desondanks met zijn oneerlijke praktijken voort. Het betrof hoofd- zakelijk stortingen van postwissels en giro- biljetten. Het geldelijk nadeel, dat de staat leed, is hersteld. Aan de benadeelden is echter tot dusverre nog een restitutie gedaan. Verdachte is gehuwd en heeft 1 kind. Het schijnt dat hij meer door zijn keelgat trans- porteerde, dan hij bij zijn niet al te weelderig weekloon als huisvader kon permitteeren. De hij dat gezegd had en Cherry keek van hem naar mij en weer naar hem. „Wie is Tom Scripture? En wat is er met hem?" „Hij meent Tom Scripture, den visscher- man", zeide ik. „Hij woont aan het einde van onze laan. Wat is er met hem, Veller?" „Tom Scripture kwam gisteren thuis van de vischbanken in het Kanaal, waar hij een paar dagen en nachten had gevischt. Hij kwam gisteravond in de herberg en hoorde die geschiedenis op Gallowstree Point. En toen hij een paar glazen op had, moet hij gezegd hebben, dat hij daarover wel wat kon vertellen en dat hij dat als de gelegenheid daar was, wel zou doen. En verder niet". „Ben je bij hem geweest?" vroeg Cherry. „Vanmorgen op mijn ronde. Hij gaf toe, dat hij dat gezegd had en dat hij daarbij bleef. Tegenover mij wilde hij niets loslaten. de Londensche politie! Breng die maar hier!" hij. Ik vertel niets aan iemand. behalve aan de Londensche politie! Breng die maar hier! zei hij, „en ik zal hem goede inlichMngen geven. Maar aan niemand anders!" „Ik ging toen verder. Hij had gehoord, dat er iemand van Scotland Yard met dit zaakie bezig was. En wat Tom Scripture nu weet te vertellen, dat kan ik niet zeggen, maar te oordeelen naar zijn manier van doen wel iets bijzonders!" Cherry sprong van zijn stoel op. „Vooruit!" zeide hij. „Waar woont die kerel?" Wii troffen Tom Scripture aan, leunend over het hek van zijn tuin, in Zondagsche £Se*KINDER^ Amsterdam Nieuwendijk 225/229 U'recht Oude Gracht 151. officier noemde het een buitengewoon ernstig feit, gelet op de positie van verdachte. Het financieel nadeel is wel vergoed, doch door familieleden. Hij zelf had door niets getoond, zijn leven te willen veranderen. De officier vorderde derhalve 4 maanden gev. onvoor- waardelijk. Verd. werd echter veroordeeld tot een zware voorwaardelijke straf en wel tot 6 maanden met 2 proefjaren onder toezicht- stelling van het genootschap te Rotterdam en strenge bijz. voorwaarden, voornamelijk de geheelonthouding betreffend. EEN VERNIELZUCHTIG VERDACHTE. De niet aanwezige comparant Jan de J. te Enkhuizen, die in den avond van 10 Aug. aldaar in reeds niet geheal nuchteren toe- stand het cafe van den heer J. G- de Jong bezocht, raakte leelijk uit zijn aanvankelijk goed humeur omdat hem een hompje kaas werd geweigerd en gaf daarvan blijk, door verschillend glaswerk te vernielen. Hij zou die schade wel vergoed hebben, doch het ge- vraagde bedrag was hem wat al te peperig, daar Ruiter slechts 4.50 schade had gele- den. De politierechter kon zich trouwens met deze winst ook niet volkomen vereenigen, wat hij niet verzuimde, den getuige onder het oog te brengen. Na den eisch van den officier, strekkende tot veroordeeling van verdachte, door het opleggen van 10 boete of 10 da gen hechtenis, waarbij de officier den cafe- houder ook duchtig de les las, luidde het 25 boete of 5 dagen hechtenis. DIEFSTAL OF VERDUISTERING VAN EEN RIJWIEL. De 27-jarige los arbeider Joh. de W., uit de Zijpe, stond terecht als verdacht op 1 September te Alkmaar te hebben ontvreemd of althans verduisterd een rijwiel, eigendom van den getuige Valkering. De verdachte beweerde dat hij bij vergis- sing in het bezit van dit rijwiel was gekomen en ijverig de advertentie rubriek van de Schager Courant had bertudeerd, in de hoop d.at de eigenaar zich daarom bekend zou ma ken. Niet bepaald echter pleitte in zijn voor- deel dat hij aan de fiets eenige veranderingen had aangebracht en deze reeds eenige dagen had gebruikt, tot hij werd aangehouden. Hij gaf toen voor de fiets voor 25 te hebben ge- kocht op welke kennelijke fantasie de politie rechter hem heden met nadruk wees. De garagehouder, J. Hoogland te Alk maar, verklaarde, dat verdachte op 1 Sept. (laatsten Kermiszondag) zijn rijwiel heeft gestald en er met een dergelijk voertuig in veel betere conditie van door is.gegaan. De heer Hoogland is op onderzoek gegaan in de richting Zijpe en had het geluk, den verd. op te sporen met het rijwiel, dat het eigendom was van Joh. Valkering, 'n 16-jarig inwoner van Limmen, nog in zijn bezit. Jan had dit rijwiel, terwaarde van 95 in 1928 voor zijn St. Nicclaas gekregen, geen wonder dat het meer waard was dan het armzalige karretje van verdachte. De officier qualificeerde het feit als ver- duistering en vorderde 35 boete of 35 dagen hechtenis. Vonnis 20 boete of 20 dagen hechtenis een clemente straf, hoofdzakelijk opgelegd omdat verdachte nog nooit gestraft was. WEDERRECHTELIJKE ANNEXATIE VAN EEN MELKBUS. Volgens dagvaarding had de 27-jarige veehouderszoon Joh. Petr. VI. op 17 Au gustus te Schagen weggenomen een melk- bus, eigendom van den veehouder Daan Jim- mink aldaar. De verdachte had bezwaar tegen den da tum, het was 19 Augstus, doch het bleek, dat hij ook hiermee abuis was. In elk geval had hij de bus weggenomen en onder de tram gezet. Het schijnt dat V. destijds meer van die grappen uithaalde. Hij zeide nu niet te weten, waarom hij die diefstallen pleegde. De heer Daan Jimmink kon er ook niets van zeggen. Hij had heelemaal geen vermoeden op den zoon van zijn buurman. Vast staat echter, dat verdachte gunstig, maar als eenigszins vreemd bekend staat. Eisch in dit vreemde geval en abnormaal feit, aanhou- ding tot nader onderzoek van de geestesge steldheid van den verdachte. Alzoo aanhou- ding tot 6 Januari a.s. BELEEDIGING VAN DEN GEMEENTE-VELDW ACHTER. In den nacht van 9 op 10 Sept. had Joh Hendr. M. den eerbiedwaardigen gemeente- veldwachter de Groot van Oude Niedorp op grove wijze beleedigd zulks naar aanleiding van het feit, dat hij te Zijdewind in beschon- ken toestand uit een cafe was verwijderd en door de politie huiswaarts werd gebracht. Deze verdachte is een kermisopstandeling, anders is hij rustig en vriendelijk! Eisch 25 boete of 25 dagen. Vonnis 15 of 15 dagen hechtenis. kleeren, bezig zijn pijp te rooken. Hij was het type van een zeevarende met een verweerd ge- zicht, meer geneigd tot zwijgen dan tot spr-: ken en hij keek Cherry van top tot teen aan, voor hij er toe kwam iets te zeggen hij kon er eerst toe komen om zijn mond te openen, toen Cherry zijn ambtskaart vertoonde. Hij keek zijn drie bezoekers een voor een aan. „Dat mot ik hebben, jongmensch", zeide hij- Jij van Scotland Yard, voorzien van ge- locfsbrieven, zooals ze dat noemen, want ik vertel niets dan aan zoo iemand en aan ni.- mand anders, want de Londensche politie is om zoo te zeggen beter in staat om zulk zaak- jes op te knappen dan die dorpspolitie dat is geen minachting voor jou, hoor Veller, want je bent een beste kerel. Nou dan, laatst- leden Woensdagmorgen, voor zonsopgang, ging ik er met mijn boot op uit, naar de ban- ken, om daar een paar dagen te visschen en toen ik den inham uitzeil, zie ik iets, waar- aan ik niet gewoon was wat bijzonders. En dat was een vent, die net zo ostil stond als een beeld daar op de rotsen van Fliman's End". „Hoe ver was u daar vandaan?" vroeg Cherry „Zoowat een mijl. Maar ik heb een beste kijker, die kocht ik voor een prikje, een paar jaar geleden, op de kaai in Kingshaven. Ik zet dat ding voor m'n oogen en ik zie hem heel goed1 een zware, flinke vent, in een donker pak. Hij stond daar rond te kijken; toen ging ie van de rotsen af en liep heen en weer. Een wat zie ik toen er lag een boot op het strand, een viiftig meter van He VADERS TUSSCHENKOMST BRACHT HEM VOOR DEN POLITIERECHTER. De veehouder Jacob S., van Burgervlot- brug kwam in een twist, waarin op 15 Sep tember zijn zoontje was gewikkeld met den 11-jarigen Jan Schotvanger, op tamelijk bardhandige wijze tusschenbeide, door den knaap een flinken slag, hoorbaar op 50 me ter! toe te brengen. ITet gevolg was dat va- der Str. heden voor den politierechter moest verschijnen, ter zake de hem tenlaste geleg- de mishandeling. Op zijn rekening waren gezet eenige klappen, doch een ooggetuige zeide: Naar ik miende, was't maar ien klap. Het schijnt dat vader Schotvanger de zaak voor 25 met verdachte heeft willen afma- ken, wat verdachte te hoog was. De politierechter was alles behalve over deze transactie gesticht en gaf onomwonden zijn ontstemming over dit gemarchandeer te kennen. Jantje Schotvanger beweerde nu, door verdachte ook nog te zijn geschopt, wat. echter niet kwam vast te staan. Verdachte staat gunstig bekend, doch is stug en driftig. Door den officier werd 15 boete of 15 dagen gevorderd. Vonnis f 10 boete of 10 dagen, inclusiel een vaderlijke vermaning zich in 't vervolg wat in te binden. Hierop volgde betaling der boete a con- tant. EENVCUD1GE BELEEDIGING. Op 17 September kreeg de verdachte Pie- ter M., wonende te Medemblik onaange- naamheden met den iandbouwer Teun Druif, die door de Galesloot voer en permitteerde zich daarbij een niet zeer vleiende uitdruk king aan het adres des heeren Druif. Thans was Pieter ter zake beleediging voor den Politierechter gerequireerd, doch niet ver- schenen. Volgens den beleedigde Druif ging verdachte niet accoord met Druif's aanwezig- heid, in bedoeld vaarwater en begon hij Druif uit te schelden en zelfs met den dood te bedreigen. Volgens het inmiddels gelichte doopceel van verdachte, is hem het schelden aange- boren. De getuige Druif scheen zich echter van die be'dreigingen nogal tamelijk wat aan te trekken. De getuige Mazzareeuw beschouwde hem trouwens ook als een woesteling, maar in hoofdzaak met zijn mond. Eisch 20 boete of 20 dagen hechtenis. Vonnis conform. MISHANDELING WAARBIJ BLOED VLOEIDE. De heer Berend B., hoewel behoorlijk uit- genoodigd, was niet verschenen en moest terecht staan op grond van het hem tenlaste gelegde feit, dat hij op een in den nacht van 19 op 20 Sept. in het cafe van Hovenier te Texel gevierd feest den 36-jarigen veehande- laar Simon Jonk uit Purmerend met een mes jloedend aan het hoofd had verwond Ver dachte nam er aanstoot aan, dat de vee- handelaar geen lust betoonde hem een biertje te offreeren. De steek was zoo kwaadaardig, dat Jonk wel een bloedverlies van 1K liter had. De heer Hovenier gaf een levendige be- schrijving van het bloedig drama, waarin toehaive het mes ook een flesch als requisiet dienst deed. Eisch tegen verdachte, die zich in beschonken toestand doet kennen als een ge- weldenaar en reeds eerder met de justitie ken- nis maakte, aanhouding tot 20 Januari a s. tot nader onderzoek. Conform besloten. VALSCHELIJK GEBRUIK MAKEN VAN EEN NUMMERBEWIJS. Een te Amsterdam wonend kantoorbedien- de, genaamd Simon V., werd op 2 September te Bergen in de Dorpsstraat door den Rijks- veldwachter Vermeulen betrapt op het straf- bare feit, dat hij een motor bereed, en daar bij gebruik maakte van het nummerbewijs ten name van zekeren heer Kemper. Voor dit feit stond hij thans terecht. De verbalisant verklaarde dat verdachte een rijbewijs had ten name Visser, een wegenbelastingkaart ten name Cornelisse en een nummerbewijs ten name van Kemper. Het was dus een rijke sorteering. Eisch 10 boete of 10 dagen hechtenis. Vonnis f 7 boete of 7 dagen hechtenis. K KLAP TEGEN HET HOOFD. Ter zake bovengemelde buitensporigheicf moest terecht staan Wilh. Bern. R., welke heer op 20 September te Egmond-Binnen den 20- jarigen sigarenmaker B. A. Deen, na uit zijn auto gestegen te zijn, een klap in het gelaat gaf. De heer R. was verstoord omdat deze naar zijn mening zijn dochtertje had mis- handeld. Het meisje, dat zich ook in de auto bevond, wees getuige Deen aan als de persoon, die haar zoodanig in het gezicht had geslagen, dat zij daarvan een gezwollen wang bekwam. Dat heb ik nou zoo vroeg op den dag nog nooit gezien daar bij Fliman's End, een vreemde snuiter en een boot. Nou, ik deed een heilige eed er op. dat die snuiter niet vee' goeds voor had. Wat had hij daar te doen?" „Deed u niets heeft u hem niet toege- roepen of zoo iets?" vroeg Cherry. „Neen, mijnheer. Ik en mijn zoon, jonge Tom, wij zagen hem en de boot, wij keken nog eens rond en toen gingen we aan ons eigen werk. Maar die vent daar dat heb ik niet vertrouwd. Wat moest die daar, dai vraag ik jullie?" Cherry zeide, dat hij daarover eens ernstig zou nadenken en daarna gingen wij op weg naar huis, om zijn belofte te vervullen, dat hij mij gezond en wel zou terugbrengen. Hij was zeer onder den indruk van Scrip ture's verhaal. „Ben!" zeide hii. „Dat moet alweer je oom zijn geweest. En dat is geweest, toen hii stil letjes uit jullie huis is geslopen. Er z iets duivels geheimzinnigs in hetgeen Scrip ture verteld heeft. HOOFDSTUK XL Het vischmandje. de het Ondanks al mijn ondervindingen van laatste dagen kon ik nog niet dadelijk werken van een detective-brein volgen toen Cherry die vraag deed, keek ik verbaasd aan. „De boot? Waarom? Wat is er met boot?" „Er is maar sprake van een boot. De boot, hem die die Tom Scripture op het strand bij Fliman's End zag. Hij zag daar een boot en een man. Nu veronderstellen wij ik doe het ten- minste dat die man je oom is geweest. Ik denk, dat hij naar Fliman's End ging met een bepaald doel op dien Dinsdagnacht eigenlijk Woensdagmorgen vroeg. Hij gooide zijn cognacflesch weg daar in die grot. Ja ik ben zeker, dat oom Joseph de man was, die Tom Scripture door zijn kijker zag. En als hij dat geweest is hoe kreeg hij dan die boot daar? „Ik kan u niet volgen, ik begrijp niet wat u bedoelt!" „Begrijp je niet, waarom hij daar een boot moest hebben?" merkte hij lachend op. „Ga met je gedachten terug naar hetgeen wij za gen, toen wij daarheen gingen met Veller en dien jongen en dat meisje. Wij zagen voet- sporen in het zand, op het gladde, niet betre- den strand boven de hoogwaterlijn en die voetsporen leidden van af de grot naar het strand bij die hoogwaterlijn dus naar de plaats waar het zand niet langer droog is, maar vochtig door het geregeld bespoelen van het water. Vanhf de grot, herinner je dat goed! Maar niets naar de grot! Veronderstel nu, dat je oom dien morgen iemand's boot had weggenomen er zijn er genoeg, zoo als je ziet en daarmede rond Fliman's End was geroeid en zijn boot op het strand gehaald, toen hij naar de grot ging, dan moesten er toch voetsporen zijn over het zand naar de grot! Di ewaren er niet. En dat brengt mij er toe en dat he bik al lang ge dacht. Juist dat!" (Wordt vervolgd). Mo. 280

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5