fllkiiarstht Courant. Millll.LETON. DEKANG-HE VAAS. No. 286 I929- Honderd een en deriigste Jaargang. Woensda^ 4 December. Radie-hDekje Danderda^-3 December Hilversum, 1071 M. (Van 12.—6.—n.m. 298 M.) 10.10.15 Morgenwijding. 12.15 2Concert door het A- V. R- O'-Iwarter 2.3.Oramofoonmuziek. 3.—3.30 v,a® en over Charivarius door G. v. d. Burg. 3.30 4.Gramofoonmuziek. 4. 5.— Ziekenuur- tie. 5.30—6.30 Concert door het A. V. R O.- Kwartet. 6.30 Vaz Dias: Koersen. 6.45- 7.15 Het St. Nicolaasfeest van Pietje Bluf. Vroolijk luisterspel van en voor kinderen 7 15—7.45 Fransch: Gevorderden en Con- versatie 8 01 St. Nicolaas-avond bij de A. V. R O Daarna te ca. 9.30: Concert door het Omroeporkest. 10.- ca Persbenchten. Na afloop van het concert: Gramofoonmuziek. 12.— Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitslmtend N. C. R. V.) tt 15—9.30 Morgenconcert. 10.-10.30 Zang door Dameskoortje. 10.30—11.— Zieken- dienst. 11.—11-30 Lezen van Chr. Lectuur. 11 30—11-45 Gramofoonmuziek. 11.45 12 30 Uurtje voor de landbouwers. 12.30 o Concert. Zang, fluit en piano. 2.-2.45 Gramofoonmuziek. 2.45—3.45 Cursus Fraaie Ffandwerken. 4.-5.— Ziekenuurtje. 5.— Lezing: „Over zielkundige invloeden op het proces van de ziekte II". 6.—6.30 Gramofoonmuziek. 6.307-30 Orgelconcert. 7.30—8.— Cursus Maleisch. 8 Orkestcon- cert. Na afloop persberichten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing 11.20—12.20 Gramo foonmuziek. 12.20 Concert. E. W. Booth, ba- riton. A. Porter, cello. H. Thorpe, piano 1.202.20 Concert op Cinema-orgel. 2.50 Schooluitz. 3.10 Lezing. 3.20 Vesper uit de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. 4.20 Con cert. G. Coleridge—Taylor, sopraan. E. Bebb, tenor. Kwintet. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber. 6.50 Marktber. 7.05 Piano- recital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Viool recital door L. Zighera. 8.20 Concert. Sym phonie Orkest. Solomon, piano. 9.20 Nieuws- berichten. 9.40 Lezing. Vaudeville. 11.05— 12.20 Da-nsmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 12.50 2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Dansmuziek 4.35 Kinderuurtje. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.25 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert en tooneel. Kamermuziek en zang. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonmuziek. 11.30 Phonola-concert. 12.25— I.50 Concert. Orkest, viool en harp. 4.50— 5.50 Concert. Orkest en piano. 7.20 „Die andere Seite" (Journey's End). Drama in 3 bedrijven van R. C. Sheriff. 9.209.35 en 9.5010 20 Versalg van de Zesdaagsche te Keulen. Daarna tot 11.20 dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest- concert. 2.50—4.50 Orkestconcert en voor- lezing. 7.35—9.35 Concert. Orkest en zange- res. 10.3512.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Orkestconcert 6.55 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Orkest en vocale solisten Zeesen, 1635 M. 6.1510.05 Lezingen II.20—12.15 Gramofoonmuziek. 12.15 12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramofoonmu ziek. 2.203.50 Lezingen. 3.504.50 Con cert uit Berlijn. 4.507.50 Lezing. 7.50 Trio-concert. 8.35 Declamatie. Her-uitzen- ding van Hamburg. 9.50 Dansles. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Inschrijving voor den dienstplicht. De BURGEMEESTER van ALKMAAR tnaakt bekend, dat in JANUARI a.s. voor den dienstplicht moeten worden ingeschreven personen, die geboren zijn in 1911. Voor de aangifte ter inschrijving zal in het BIJZONDER gelegenheid worden gegeven ter GEMEENTESECRETARIE voor hen wier geslachtsnamen aanvan- gen met de letters: Vrijdag A—B op C—F G-H I—K L—N OR s—u V—z middags hall 6en. 3 Januari 1930 Zaterdag Maandag 6 Dinsdag 7 Woensdag S Donderdag 9 Vrijdag 10 Zaterdag 11 Uit het Engelsch door J. S. Flitscher. Geautoriseerde vertaling door v. d. W. £8 ,,Als dat waar is, dan is die herbergier mede in het geheim. Wees voorzichtig, Ben laten we naar buiten gaan." „Waarom? Waarom naar buiten?" „We kunnen dan wegloopen als het noodig is. Veronderstel eens, dat je oom voor jou niet wil weten dat hij hier is en dat hij boos is dat je hier gekomen bent?" „Ik ben niet bang voor zijn boosheid. Ik heb de wet achter mij, Pepita. Je kent de macht van de wet nog niet. Als iemand de steun van de wet heeft Voor ik verder kon gaan, kwam de her bergier weer binnen. Hij glimlachte ons te- gen ik was echter niet zeker of zijn glim- fach niet onaangenamer was dan zijn& on- gunstig gezicht. „Gaat u mee hierheen", zeide hij. „Bin- nen een paar minuten is hij bij u hij zegt, dat uw bezoek een groote verrassing voor hem is. Als u en de jonge dame mij willen volgen Wij volgden hem geheel argeloos. Ik herih- ner mij hoe ik, gaande door de voordeur, het schitterende zonlicht op de werf zag schijnen en op de rivier en de zee in de verte. Het zou verstandiger geweest zijn. a'~ wij oom Jo seph en ziin gastheer met hadden gela- VOOR SCHOLIEREN ZAL BOVEN- DIEN GELEGENHEID WORDEN GE GEVEN OP WOENSDAG 8 JANUARI 1930, DES NAMIDDAGS VAN 3—IVi UUR. Bij de inschrijving gelieve men mede te brengen het trouwboekje der ouders of andere familie-papieren; is een der ouders of zijn beide ouders overleden, dan moeten worden overgelegd de stuk- ken, die betrekking hebben op de voor- ziening in de voogdij. Zij, die in aanmer- king komen voor vrijstelling wegens broederdienst, leggen tevens over alle stukken betreffende den dienst hunner oudere broeders. Omtrent deze inschrijving en omtrent de inschrijving, die in sommige gevallen binnen een anderen termijn moet plaats hebben, gelden de volgende bepalingen van de Dienstplichtwet en van het Dienstplichtbesluit. Wie wel en wie niet ingeschreven moeten worden. Art. 6 der wet. 1. Behoudens de bepa- ling van het tweede lid wordt voor den dienstplicht ingeschreven: a. de Nederlander, die op 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, woonplaats heeft in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Neder- landsche grens is gelegen of wiens wet tige vertegenwoordiger op genoemd tijd- stip aldaar woonplaats heeft; b. de niet-Nederlander, die op ge noemd t'ijdstip ingezetene is; 2. Voor den dienstplicht wordt niet ingeschreven de ingezetene, niet Neder lander, die: a. is geboren in Nederlandsch-Indie, Suriname of Curacao; b. blijkt te behooren tot een Staat waar de Nederlanders niet aan verplich- ten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsei van wederweerigheid is aangenomen. In welke gemeenten de inschrijving moet geschieden. Art. 8 van het Dienstplichtbesluit. 1. De inschrijving voor den dienstplicht geschiedt a. indien de wettige vertegenwoordi ger in Nederland woonplaats heeft in de gemeente, waarin deze woonplaats is gelegen; b. indien de in te schrijven persoon in Nederland woonplaats heeft, in de ge meente, waarin deze woonplaats is ge legen, tenzij hij een wettige vertegen woordiger heeft, die in een andere ge meente in Nederland woonplaats heeft; 3. Voor de toepassing van het vorig lid wordt in aanmerking genomen de woonplaats, die de ingevolge art. 6 der wet in te schrijven persoon of zijn wet tige vertegenwoordiger had op 1 Ja nuari van het jaar, waarin eerstbedoel- de persoon 19 jaar oud wordt, of de woonplaats, die de ingevolge art. 7 der wet in te schrijven persoon of zijn wet tige vertegenwoordiger had op den dag, waarop het in dat artikel bepaalde van toepassing is geworden. Aangifte ter inschrijving. Art. 8 der wet. 1. Behoudens de door Ons vast te stellen uitzonderingen ge schiedt de inschrijving voor den dienst plicht op aangifte bij den burgemeester der door Ons aan te wijzen gemeente. 2. De aangifte geschiedt door den in te schrijven persoon zelf of bii verhindering door zijn wettigen vertegenwoordiger; zij kan geschieden dorr tusschenkomst van een daartoe schriftelijk gemach- tigde. 3. De aangifte geschiedt: a. voor zooveel betreft de ingevolge art. 6 in te schrijven personen, in de maand Januari van het jaar, waarin zij 19 jaar oud worden; b. voor zooveel betreft de ingevolge art. 7 in te schrijven personen (zie hier- na), binnen dertig dagen na den dag, waarop het in dat artikel bepaalde op hen van toepassing is geworden. Inschrijving zonder .angifte. Art. 10 van het Dienstplichtbesluit. 1. Zonder aangifte wordt voor den dienst plicht ingeschreven hij die: a. is opgenomen in een krankzinni- gen-, idioten-, doofstommen- of blinden- gesticht, een rijksopvoedingsgesticht, een tuchtschool, een gevangenis of een rijkswerkinrichting b. ingevolge art. 39 van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de Regeering is gesteld en niet in een rjjks opvoedir.gsgesticht is opgenomen; c. als vrijwilliger behoort tot de land- macht, de zeemacht of de overzeesche weermacht, uitgezonderd den vrijwilli- gen landstorm. Inschrijving v66r den gewonen tijd. Art. 15 van het Dienstplichtbesluit. 1. Hij, die een jaar eerder wenscht te wor den ingeschreven dan naar zijn leeftijd zou moeten geschieden, vraagt daartoe met opgaaf van redenen toestemming bij een verzoekschrift, dat hij aan den Mi nister van Defensie zendt, voor 1 Mei van het jaar, waarin hij 17 jaar oud wordt. Hij legt daartij over een bewijs van instemming van zijn wettigen ver tegenwoordiger. De Minister stelt den belanghebbende in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan ter zake van lichamelijke geschiktheid en lichame- lijke geoefendheid, een en ander voor zoover niet bij het verzoekschrift ver- klaringen zijn overgelegd, waaruit de geschiktheid en de mate van geoefend heid voldoende blijken. Inschrijving na den gewonen tijd. Art. 7 der wet. 1. Voor den dienstplicht wordt ook of wordt opnieuw ingeschre ven voor zoover hij niet reeds inge volge art. 6 is ingeschreven a. de Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud wordt, en voor 1 Januari van het jaar waaiin hij 25 jaar oud wordt, zijn woon plaats in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Nederlandsche grens is ge legen, heeft gevestigd of wiens wettige vertegenwoordiger in dat tijdvak zijn woonplaats aldaar heeft gevestigd; b. hij, die in bedoeld tijdvak Neder lander of opnieuw Nederlander is ge worden indien hij of zijn wettige verte genwoordiger in Nederland of in een plaats, als onder a bedoeld woonplaats heeft; c. de niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden; d. de ingezetene niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ophoudt te behooren tot een staat als bedoeld in art. 6, tweede lid, onder b (zie hierv66r). 2. Met betrekking tot het bepaalde on der c geldt art. 6 tweede lid. Strafhepalingen. Art. 48 der. wet. 1. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft: a. hij, die niet voldoet aan een inge volge art. 8, tweede lid (verplichte aan gifte), op hem rustende verplichting; b. degene, die de in verband met deze wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. 2. Met gevangenisstraf van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden wordt ge straft hij die opzettelijk een der in het eerste lid bedoelde feite:. pleegt. Vrijstelling van den dienstplicht. Hij, die vrijstelling wenscht wegens BROEDERDIENST of wegens het be- kleeden van een GEESTELIJK of een godsdienstig menschlievend ambt of opleiding tot zoodanig ambt, behoort daartoe, voor zoover mogelijk, aanvraag te doen bij de aangifte ter inschrijving. Bij die aangifte bestaat tevens gele genheid om, indien de in te schrijven persoon vermoedelijk een andere reden van vrijstelling zal kunnen doen gelden, ook hiervan opgaaf te doen. Vrijstelling wegens BROEDERDIENST wordt op aanvraag verleend, indien een wettige broeder of een wettige halfbroe- der van den ingeschrevene op 1 Januari van het jaar der inschrijving verkeert in een der volgende gevallen: a. tot gewoon dienstplichtige bestemd is, voor zoover de voor zijn inlijving be paalde datum nog niet is aangebroken; b. als gewoon dienstplichtige of als vrijwilliger tot de land- of de zeemacht behoort; c. 30 dagen in werkelijken dienst is geweest; d. militair pensioen geniet of heeft ge- noten; e. gedurende zijn werkelijken dienst is overleden. Wie vrijstelling verlangt wegens op leiding tot geestelijke, enz. moet daar toe, voor zoover mogelijk, bij de aangifte ter inschrijving overleggen een verkla- ring, waaruit blijkt, dat hij behoort tot degenen, die volgens de wet voor vrij stelling op dien grond in aanmerking komen. Beteekenis van de uitdrukking „wettige vertegenwoordiger". Waar in de Dienstplichtwet of in het Dienstplichtbesluit wordt gebezigd de uitdrukking .wettige vertegenwoor diger", wordt daaronder verstaan de- geen, die de ouderlijke macht, de voogdij of de curateele uitoefent. Bij twijfel omtrent de gemeente, waar men zich ter inschrijving moet aanmel- den, wende men zich persoonlijk tijdig tot de afdeeling Militaire Zaken ter ge- meente-secretarie om inlichtingen. Alkmaar, 4 December 1929. De Burgemeester voornoemd, WENDELAAR. AAN DEN BOCNT. •v, Hoeks- ten en gevlucht waren, toen wij daartoe de kans hadden. Getch ging ons voor. Wij liepen door ver- schillende gangen, maar hoorden of zagen niemand; in het groote huis was het eigen- aardig stil en eenzaam. Aan het einde van een gang wierp onze gids een kamerdeur open en noodigde ons met een wenk uit om binnen te gaan. „Binnen een minuut ben ik terug!" zeide hij. ,,Maak het u gemakkelijk!" Wij gingen de kamer binnen, hij sloeg de deur achter ons dicht en ik verbeeldde mij het kan slechts verbeelding geweest zijn dat ik hem hoorde lachen. Het was echter geen verbeelding wat ik daarna hoorde, na- melijk het omdraaien van een sleutel en het dichtschuiven van een grendel. Daarna hoorde ik een gil van Pepita en greep zij mijn arm. „Ben, o Ben, zij hebben ons in den val la- ten loopen." Dat ontnuchterde mij alsof men mij een emmer ijskoud water in het gezicht had ge- gooid. Mijn gedachten, om de zaak tot een goed einde te brengen, verdwenen en ik be greep eindelijk, dat ik een aartsezel was. Werktuigelijk probeerde ik de deur, die bui tengewoon stevig was: zoo stevig als graniet was die deur. Mijn hart klopte, toen ik mij tot Pepita wendde. „Wees niet bang!" zeide ik, hoewel ik zelt banger was dan ooit. „Dat zal niet lang du- ren. Hij zij misschien hebben ze ons opgesloten en gaat oom Joseph er intusschen vandoor; in ieder geval.r GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politic, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de na- volgende voorwerpen als gevonden gedepo- neerd op 30 November, 1, 2 en 3 December 1929: Zilveren kruis van een rozenkrans; gabardine jas; gedenkpenning R. K. (me- daiile); sleutels; handschoenen; banden van jassen en mantels. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen. als gevonden aangegeven op 30 November, 1, 2 en 3 December 1929: Rozenkrans, B. Vader, Egelenburgerlaan 3; blauwe penhouder, B. Kaarsemaker, Langestraat 73; paar gym- schoentjes, A. Buitenhuis, Koningsweg 82; tompouce, L. Lohman, Verdronkenoord 102; paar handschoenen. D. Rook, Burgemeester Bosstraat 6; dameshoed, A. v. Galen, Land- straat 22; dameshandschoen, D. Hazes. Tuin- straat 5; bankbiljet, C. M. Dekker, Visschers- laan 5; reliquie van Lourdes, W. Moreels, Wolfspad 10; kindermuts, A. v. Kleef, Ropjes- kuil 58; vulpotlood, M. Rijswijk, Landbouw- huis 13; pakje, inh. jumper, N. C. Bruin, Prins Hendrikstraat 34; hooivork, J. Koop- man, Druivenlaan 51portemonnaie met inh Keesen, Zeglis 21; verpakt kindertaschje, B. P. Delamarre, Houttil 7; damestaschje met inhoud, J. Schuurman, Ropjeskuil 66; doosje met rozenkrans, Entingh, Varnebroek 2; k-et- tinkje met hangertje, M. Smiers, Uitenbosch- straat 2; B|K. kerkboekje, B. Hazes, Geester- singel 46. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp. wordt men verzocht hier van kennis te geven aan het Bureau van polifi-e. Provinciaal nieuws SCHOORL. Gemeenteraadsvergodering. De raad vergaderde Vrijdag ten 11 ure voltallig. De voorzitter, baton von Frydagh, stelde allereerst de notulen aan de orde, die na la zing door den secretaris, werden goedgc- keurd, na een opmerking van den heer Schermer, die er opwees dat door den nieu- wen straatweg Schoorl niet 15 jaar voor een gelijk bedrag belast wordt, omdat het geen annui'teitsleening wordt. De Voorzitter deed mededeeling van een ingekomen provinciaal blad, waarin staat, dat de Provincie voor niet rendabele aansluiting bij het Prov. Waterleidingbedrijf subsidie zal verleenen, mits de gemeente? ook bijdraagt en zich garant stelt. Deze nieuwe regeling gaat in in 1930 en de Voorzitter constateerde, dat men hierdoor voor den onderweg en den onderloop in een gunstiger situatie komt. Voorts deelde de Voorzitter mede, dat van de Gymnastiekvereeniging de rekening tot 30 Sept. was ingekomen. Ingekomen was ook een gewijzigde aan vrage van den heer Kaandorp inzake den bouw van een woning volgens de Landarbei- derswet; de bouwkosten waren met 100 verminderd omdat het Rijk daarvoor in geen geval meer dan 3500 beschikbaar stelt. Voorts was ingekomen een verzoek van den Ned. Bond van personeel in overheids dienst om het loon van den stratenmaker C. Slikker, bedragende f 23 per week, op een hooger peil te brengen. Aaressanten wijzen erop, dat het laagste loon voor een straten maker in Enkhuizen 28,36 bedraagt. B. en W. stellen voor, om op het verzoek niet in te gaan, omdat Slikker 4/5 van het jaar gemeente-wckman is en slechts 1/5 stiatenmaker en bovendien pas f 30 jaar- lijksche bijdrage voor zijn rijwiel heeft ge- kregen. De heer G u t k e r vroeg, waarom Slikker dan als stratenmaker was aangesteld. De Voorzitter antwoordde, dat dit voor zijn tijd gebeurd is. De heer G u t k e r oordeelde het logisch, dat de vakvereeniging voor den man het loon van stratenmaker wenscht. De heer Schermer oordeelde het niet de schuld van Slikker dat hij 3/5 van den tijd ander werk moet doen. De man was in ieder geval als stratenmaker aangesteld en is dat ook. Voor spr. was dit echter geen overweging om het loon te wijzigen. Nele klauwaerdine in 't Verloren ken van Het Laatste Nieuws: Ik zit te denken aan de vele slechtheid van de wereld. Tot, aan den bocht van den weg, een bestelauto het vertikt om nog verder te rijden. De bestuurder springt er uit, hangt een poos gelijk een aap aan de deur achteraan, die hij opent. Dan verdwijnt hij onder de ma chine. Maar, dat is zonder belang. Op de autokap ligt een kluwen kleine krui- wagens, karretjes, harlekijns, netten met gummiballen, doozen en andere dingen die blinken. Door de open achterdeur zie ik het besui- kerde en geverfde paradijs, waarmede de wereld is bygonnen voor u en voor mij en weer begint voor den zwerm kinderen die de auto heeft; ontdekt. Nu gaan ze er in processie rond. Daar is vijfjaar met vierjaar aan de hand. Daar is zesjaar. Daar is stompneus met wipneus; roshaar met vlecht; afgezakte rok met ge- scheurde broek; bleekgezicht met roodge- zicht. Er is wijding bij alien, ontzag, deemoed, stomme bewondering, extase. Een auto van Sinterklaas, en die bleef steken In elk lingeroog en in elk rechteroog de vraag Is daar ook iets voor mij bij? Nu leven de kinderen in den dag van mor- gen. En, in al die spanning, moest nog die auto stoppen. Jammer dat ge niet naast mij staat om die kinderen te zien hunkeren. En dat ik het u zeggen moet met hinderlijke woorden. Dat hunkeren, dat bidden met de oogen, die twijfel waarin de zekerheid van de aan- wezigheid, de auto vol mogelijkheid wat een spektakel En hoe wij allemaal zoo staan te peinzen over wat morgen ons brengen zal. En hoe wij 't reeds bezitten in onze gedachten. En hoe dat bezit vaak't schoonste is, maar, he- laas, het eenige. En hoe wij het „nu" moesten waardeeren, en er rondom gaan met gevouwen handen, in extase, gelijk de kinderen voor de stilge- vallen auto. En, daar elk oogenblik eens nu" zal worden, zoo moesten gaan door geheel ons leven, dat heilig is. Zit maar te denken over de slechtheid van de wereld, als er een auto van Sinterklaas stopt aan den bocht van den weg, en die uw; gepeins bovenop verft en van binnen suikert, gelijk van zoo'n wipneus met afgezakte keus. De Voorzitter oordeelde het ge- wenscht, om, als er een vacature komt, de ti- telatuur te wijzigen, waarna overeenkomstig het voorstel van B. en W. werd besloten. Van het Bestuur der V. V. V. N.-Kenne- merland was het verzoek ingekomen om het electrisch net vanaf den Postweg tot het dorp tot een ondergrondsch net om te bouwen, aangezien er anders niet veel van de ver- breeding van den weg terecht zou komen. B. en W. stelden voor, den administrateur op te dragen, de kosten daarvan eens te bere- kenen. Spr. meent, dat de cijfers zullen uit wijzen, dat dit niet gemakkelijk zal gaan. De heer D u i n deelde mede, dat in de electriciteitscommissie de administrateur ge- zegd heeft, dat, niet de verbreeding, de pa- len langs den weg zoo worden geplaatst, dat ze geen hinder zullen opleveren voor het verkeer, omdat ze in de lijn van de boomen komen te staan. De Voorzitter deelde nog mede, dat van den administrateur het verzoek was ge komen, om zijn salaris meer in overeenstem- ming te brengen met de verantwoordelijk- heid. Adressant wijst erop, dat zijn salaris achter staat bij andere functionnarissen, dat het werk toeneemt door de uitgestrektheid van het bedrijf, de wisseling van de bevol- king en door de meerdere Rijks- en provincl- ale voorschriften. Elders genieten zijn col- lega's een vergoeding van ongeveer 2.50 per aansluiting. Als bij zijn salaris per aan sluiting berekent, is dit slechts 137. Bovendien verzoekt adressant een salaris i verhooging met terugwerkende kracht van af 1 Jan. 1928. De heer Schermer gevoelt voor een salarisregeling, gebaseerd op het aantal aansluitingen. Voor den Raad is het onverkwikkelijk, steeds salarisverhoogingen te moeten behan* delen. De heer D u i n merkte op, dat de Com- missie al 3 jaar een salaris heeft gewild, ge< baseerd op het aantal aansluitingen. Men heeft er toen niet voor gevoeld. Juist, omdat de verhooging niet van een leien dakje ging, is dit voorstel altijd in portefeuille gebleven. Op voorstel van den Voorzitter werd het „Wat Ben? Wat?" „Zij kunnen ons hier niet voor altijd op- sluiten. Wij zullen gemist worden „Maar niemand zag ons hier komen. ^:r was geen levende ziel te zien toen wij buiten waren herinner jij je dat niet?" Ik herinnerde mij dat al te goed. Dit ge- deelte van Wreddlesham was zeer eenzaam en ik kon mij niet herinneren, dat wij iemand hadden gezien, nadat wij de waschvrouw hadden ontmoet. En zij was in haar huisje binnengegaan voor wij verder gingen en waarschijnlijk wist zij hoegenaamd niet in welke richting wij vertrokken waren. Maar ik wees Pepita daar niet op. „Het is onmogelijk!" zei ik. Menschen kunnen in dezen tijd niet ongemerkt verdwij- nen. Wij zullen spoedig gemist worden en dan zal men ons zoeken. Ja vader en Ke- ziah en Cherry en iedereen „Dat zal hen dagen en dagen kosten om ons te vinden", zeide zij. „0 Ben, is het niet mogelijk hier uit te komen?" Ik had rondgekeken terwijl wij spraken. De kamer, waarin Getch ons gebracht had, zag er aardig uit en was ingericht als slaap-zit- kamer, dat wil zeggen, er stond een ouder- wetsch ameublement en in een hoek een ledi- kant met een hemel. Er was slechts een deur en een raam; de deur was stevig en het raam eveneens. Dit laatste was vastge- schroefd en aan de buitenzijde getralied. De ruitjes waren klein; als ik er een stuk gooide, was er toch geen ruimte genoeg om er door- heen te kruipen. Ook was het niet mogelijk de optnerkzaamheid van iemand buiten te trekken, want onmiddellijk tegenover het raam, op een afstand van anderiialve meter, verrees een hooge muur, blijkbaar de achter- zijde van een stal of pakhuis. „Wij kunnen niets doen dan afwachten", merkte ik op. „En dat is alles mijn schuld. Zoo iets had ik niet kunnen droomen, Pepi ta!" „0, dat is niets Ben! Het is misschien zooals jij gezegd hebt zij hebben ons op gesloten om gelegenheid te hebben te vertrek- ken en daarna zullen zij wel iemand zenden om ons vrij te laten. Maar hoe lang kan dat duren?" Ik wist niet meer dan zij. Terwijl ik rond- keek en dacht begon ik eenige dingen te be- grijpen, die ik niet wist toen wij luchthartig en zonder achterdocht de rivier overgingen, om in deze hinderlaag te vallen. Ik begreep, dat oom Joseph hier verborgen was en waar schijnlijk hier was sinds den nacht, dat hij ons huis had verlaten. Ook begon ik te be- grijpen, dat Getch, de herbergier, die, zooals ik mij nu herinnerde de vergunning voor dit huis had gekregen, een medeplichtige van oom Joseph was. En verder schoot mij te binnen, dat de geheimzinnige letters S. S., die wij lazen op de kaart, die oom Joseph voor Sol Cousins had achtergelaten bij de herbergierster van „De Rooae Kreeft", de afkorting waren van Shooting Star. Joseph Krevin Sol Cousins Charles Getch dat was ongetwijfeld het drietal. En wij wa ren in handen gevallen van in ieder geval twee van hen. Want het stond bij mij vast, dat oom Joseph in deze verlaten herberg toevlucht had gezocht. De tijd kroop langzaam voort. Door de hooge muur voor het raam was de verlich- ting in de kamer slecht. Noch Pepita, noch ik had een horloge en wij wisten dus hoege naamd niet hoe laat het was. Te oordeelen naar het oogenblik waarop wij waren bin- nengekomen, moet het namiddag geweesl zijn, toen de grendel werd weggeschoven en de sleutel in de deur omgedraaid. De deur werd juist voldoende geopend om een vrouw binnen te laten met een blad. Zij zette het op tafel en zij was weer de kamer uit, voor ik iets kon doen; de deur werd weer afgesloten en gegrendeld. „Wij zullen in ieder geval niet verhonge- ren", merkte ik op, terwijl ik een poging deed om met een lach Pepita op te vroolijken. „Hier hebben wij voorloopig genoeg te eten en te drinken". Op het blad waren verschillende schalcn met voedsel, eenvoudig maar goed. En jong en hongerig als wij waren, aten en dronken wij en trachtten wij ons in te beelden, dat wij picnicten. De namiddag ging verder in moeizaam wachten voorbij. Wij praatten en praatten tot wij niet meer konden praten. Het moet in het begin van den avond ge weest zijn toen de deur weer openging en het sombere gelaat van den herbergier zich ver- toonde, onmiddellijk gevolgd door het paffe- rige gelaat van oom Joseph. (Wordt veryolgd). H II II II >1 II II II II J» II II II

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5