miunstlt Koifant. De Noord-Hollandsch6 zangersbond. KEU1LLET0N. DE KANG-HE VAAS. 1929 No. 296 .onderd sen en dertigste Jaargang. Maanday 16 December Radio-hoekje Dinsdag 17 December. Hilversum, 1071 M. (Van 12--—6. 298 M.) 10.—10.15 Morgenwijding. li-iu 2.Concert door het A. V. R 'Kw£' f 2.-3.Gramofoonmuziek. 3<-4- cursus. 4.-4.45 Solisten^oncert Joh. Pos colorateur-sopraan. Annie piano. 4.45-5 - Gramofoonmuziek 5.30- 6.30 Vaz Dias: Koersen. 6.45 7.15 En fSiSTof-llEC«ert d"fr hrt Omroeporkest. Jeanne Baeilek, aopnanHcr- 1 l^IcoKerVdoor het 1 I) O.-Tro. 1.15— GramSoonmuzek. 2.-3— Vrouwen- uurtje 3 —3.30 Knples. 4.30—5.05 Gramo- Joonmuziek. 5.05-6- Gramofoonmuziek. Gra ft 016 05 Beursberichten. 6.05—6.15 •rinfnnnmuziek. 6.15—6.30 Nieuwsbenchten FI tt"ranto 6.30—7— Gramofoonmuziek. *n %r Cursus kerklatijn. 7.30-3,- Le- l:'over: „Kerctmis". 8.01 Tooneeluitz. Geleerde Dames". Blijspel in 5 bedrijyen van Moliere. Na afloop: Gramofoonmuziek. 11.30 Sluiting. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding 1105 Lezing. 11.20 Gramofoonmu ziek 12.20 Concert. E. Cook, orgel. Miss tRicard, alt. 1.20—2.20 Orkestconcert. 3.20 Concert. B. Alexander, sopraan. H. de Leon, bariton. S. Malcolm, viool. 4.20 Concert. Orkest en orgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 ilVoorlezing. 6.35 Nieuwsberichten. 7.05 iPiano-recital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. J. Wray, sooraan. W. Widdop, te nor. Symphonic Orkest. 9.20 Nieuwsbench ten. 9.40 Lezing. 10— Vaudeville. 11 05 12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris" 1725 M. 12 50-2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en soli. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.40 Gramo- foonmuziek. 8.20 Opvoering van „Don Qui- chotte" van Massenet. Koren, orkest en solis- ten ^angenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.35—10.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.25—1.50 Ka- mermuziek. Vocale- en instrumental solisten. 4.505.50 Gramofoonmuziek. 7.30 Beier- sche programma. Schrammel-trio en solisten. 8.50—9.20 Dansmuziek. Daarna: berichten. Zeesen, 1635 M. 6.15—11.45 Lezingen. 115012.15 Gramofoonmuziek 12.15 12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramofoonmu ziek. 1.50—3.50 Lezingen. 3.50—4.50 Con- cert uit Leipzig. 4.507.20 Lezingen. 7.20 iLezing. 7.35 Verkorte Opera „A basso Jporto". Lyrisch drama in 3 bedrijven van 'Eugennio Checchi. Muziek van Niccola Spinelli. Koren, orkest en solisten. 8.50 Or kestconcert. Daarna berichten. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.20—4.20 Concert. Orkest en pia nist. 4.204.50 Kinderuurtje. 7.20—10.20 Deensche avond. Orkestconcert en tooneeluit- zending. 9.10—9.30 Concert door zangeres 9.3010.20 Kamermuziek. Piano, viool en cello. Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Orkest en zangeres. 8.50 Herdenking van den geboorte- dag van Dr. Zamenhof, de grondlegger van 't Esperanto. Toespraak en liederen in 't Esperanto. 9.— Voortzetting concert* 8.35 (Op golflengte 338.2 M.) Concert door de Vlaamsche Soc. Radio Club. Bond zouden worden, en tenslotte de afge- vaardigden der vereenigingen en de pers. Spr. herinnerde voorts aan het 25-jarige jubileum als koordirigent van den heer Brands en hoopte, dat het dezen gegeven mocht zijn, nog vele jaren als dirigent werk zaam te kunnen zijn tot heil van den Bond. (Instemming). Hierna las de secretaris, de heer A. v. Bergen, de notulen der vorige algemeene vergadering voor, die zonder commentaar werden goedgekeurd. Jaarverslag 1929. Het korte, maar krachtige jaarverslag maakte allereerst melding van den vooruit- gang, dien de Bond ook dit jaar weer mocht ondergaan. Verder werd het concours te Bergen gememoreerd, dat ondanks het slecnte weer, toch goed geslaagd was. Uit het verslag bleek voorts, dat een ver- eeniging in den loop van dit jaar als lid van den bond bedankt had, zonder dat de rede- nen daarvan bekend waren. Dit is te betreu- ren, omdat de Bond geen leden verliezen mag. Dank werd tenslotte gebracht aan Bergen voor de wijze, waarop dit het zangconcours in dezen zomer georganiseerd had. Rekening en verantwoording 1929. Uit de rekening en verantwoording 1929 bleek, dat de ontvangsten over het afgeloo- pen boekjaar 197.95 bedroegen en de uit gaven 1 168.54. Met het saldo over 1928 ad. 102.97 was er thans in kas een voor- deelig saldo van 132.18. De boeken van den penningmeester wer den door de daartoe aangewezen commissie in de beste orde bevonden, zoodat den pen ningmeester een woord van dank voor diens werk werd gebracht. Beg rooting 1930. De begrooting voor 1930 werd vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op 312.18. Bi] de post abonnement „Euphonia" vroeg de afgevaardigde van St. Maartensvlotbrug, waarom zijn vereeniging den laatsten tijd dit bind niet meer toegestuurd kreeg. Het bleek, dat door de wijziging in het bestuur van de zangvereeniging te St. Maartensvlotbrug, het blad verkeerd bezorgd werd. Intusschen zegde de penningmeester toe, van de adresverandering nota te zullen nemen. Verkiezing twee leden van het hoofdbestuur. Aftredend waren de heeren P J. Mink en A. Lek Beiden werden met algemeene stem- men herkozen en beiden namen hun herbe- Siadsnieuws Het e. k. concours te Anna Paulowna. Het zingen in den eerewedstrijd. Zondagmorgen vergaderde in de „Graan- beurs" de Noord-Hollandsehe Zangersbond De vergadering stond onder presidium van den heer P. J. Mink, voorzitter van het hoofdbestuur. In zijn openingswoord heette de voorzitter in de eerste plaats welkom de verschillende directeuren, die wellicht tijdens de bespre- kingen gewaardeerde en invloedrijke advie- zen konden geven; verder de gasten, waar- van spr. hoopte, dat zij straks lid van den Uit het Engelsch door J. S. Flitscher. Geautoriseerde vertaling door v. d. W. 88 Zij vond het niets aangenaam, om mij te laten gaan, maar ik was zoo buitengewoon benieuwd om te weten of Mandhu Khan naar den toren ging en of hij binnen zou gaan en of oom Joseph op hem zou schieten, dat ik onze schuilplaats verliet en door het kreupelhout in de richting van mijn prooi sloop. Het was niet moeilijk om hem te vol- gen, want op den weg, dien hij volgde, wa ren minder boomen en weinig struikgewas. Zijn pad leidde hem nu geheel onbeschermd door brem en varens en daartusschen was zijn slanke, lenige figuur duidelijk zichtbaar. Op den heuvelrug, waar ik mij bevond, was een dennenboschje, waar doorheen ik, onge- zien van beneden, kon loopen; het was een doeltreffend scherm om mijn gangen te ver- bergen, totdat ik aan een punt kwam boven de rui'nes en den toren; van den toren kon ik alles zien, behalve de zjjde waarin de gebar- ricadeerde deur was. En steeds kon ik het roode hoofddeksel van den Hindoe volgen; ik zag hem ten laatste door de rufnes gaan naar den toren. Daar verdween hij uit het gezicht rond den hoek van de zijde van den toren, dien ik niet kon zien. Ik dacht toen het afvuren van oom Jo- •eph's revolver te zullen hooren, dat hoorde noeming aan. De heer Burger sprak als vice-voorzitter, de beide hergekozenen eenige woorden toe, hun hulde brengend voor alles, wat zij voor den Bond deden. Voor de vacature van een lid voor het nazien van de rekening 1930 werd gekozen Tavenue. Het hoofdbestuur stelde voor, voor de volgende vergadering weer Alkmaar aan te wijzen, omdat dit steeds nog de beste plaats is, waar men gemakkelijk kan bijeenkomen. Zonder discussie werd aldus besloten. Concours 1930 Eht punt leek lastiger. Geopperd werd, dat op Hemelvaartsdag wel een concours ge houden zou kunnen worden. De voorzitter vond dien dag wel wat erg vroeg, terwijl opgemerkt werd, dat ook de Muziekbond op dien dag dikwijls een con cours organiseerde. De heer de Vries (Anna Paulowna) stelde voor, het volgend concours door zijn ver eeniging te laten organiseeren. Men heeft daar een tent, die 700 a 800 menschen kan bevatten, zoodat men bii regen toch niet nat behoeft te worden. De huur van de tent is nihil. Echter, men zou dan twee concoursdagen moeten hebben. In elk geval zou het een goedkoop concours worden. Z a n g 1 u s t van Anna Paulowna is bereid, het concours op zich te nemen, maar stelt als eisch, dat men twee dagen daarvoor zal nemen. De voorzitter meende, dat men wel tot een accoord kon komen Ook hij vond twee dagen zeer aanbevelens- waardig, vooral als de deelname behoorlijk is Als men elken dag 10 vereenigingen kan laten komen. is het programma aantrekkelijker geworden. Men is dan niet overbelast en toch geeft men behoorlijk veel. Hij vond het aanbod zeer mooi. Na nog eenig gepraat werd z. h. st. be sloten, het volgend concours te Anna Paulowna te houden. Nog werd besloten, om zoo mogelijk in het laatst van Juni of uiterlijk begin Juli het concours te doen houden. Eenige voorstellen. Het „Gemengd koor" te Zuid-Scharwoude had het volgende voorstel ingediend: Vereenigingen, die aan den Eere-wedstrijd deelnemen, zijn verplicht een ander nummer uit te voeren, dan dat, wat zij reeds des mid- dags op het concours hebben gezongen". De „Koorvereeniging Bergen" te Bergen diende daarop de volgende motie in: „Vereenigingen, die aan den Eerewedstrijd deelnemen, zijn niet verplicht een ander nummer uit te voeren, doch wel een der nummers, die zij al reeds des middags op het concours gezongen hebben". Deze beide voorstellen druisden tegen el- kaar in en er ontstond natuurlijk eenige dis cussie. De afgevaardigde van Zuid-Scharwoude merkte op, dat zijn vereeniging meende, met het eerste voorstel te moeten komen, omdat door het zingen van andere nummers op den eerewedstrijd, deze aantrekkelijker wordt Dikwijls toch wordt de meening naar voren gebracht bij het publiek, dat men 's avonds maar niet gaat, omdat men toch hetzelfde hoort, wat men 's middags op het eigenlijke concours hoorde. B ergen bestreed dit, vooral uit over- wegingen van de jury. Dit jaar is gebleken, dat vereenigingen met een vrij nummer aan den eerewedstrijd deel- nam, dat voor haar te gemakkelijk was. Ook omgekeerd komt het natuurlijk voor. Daardoor is het voor een jury niet doenlijk, op een dergelijken Eere-wedstrijd een goede uitspraak te doen. De jury is er dan ook sterk voor, om op den eerewedstrijd dezelfde nummers te houden Zuid-Scharwoude vond het vreemd. De meeste jury-leden vinden het juist mooi, als een ander nummer gezongen wordt Anna Paulowna meende, dat men de eventueele bezwaren kan ondervangen Vol- gens de heer d e Vries zou dit heel ge makkeliik gaan, als bijv. elke vereeniging het nummer voor den eerewedstrijd tegelijk met de twee concoursnummers inzond Komt men dan niet in aanmerking van den eerewed strijd, dan vervalt .dat derde nummer na tuurlijk. De jury kan dan voor dien tijd be- studeeren, of het gekozen derde nummer goed is voor de betreffende vereeniging. Verder juichte Anna Paulowna het voorstel van Zuid-Scharwoude ten zeerste toe. De heer Burger (vice-voorzitter) was ook voor het voorstel-Zuid-Scharwoude. Op die manier wordt de aantrekkelijkheid van het program verhoogd, terwijl het mede de zang zelf ten goede kan bei'nvloeden. Het hoofdbestuur was van meening, dat de eerewedstrijden gehandhaafd moeten blijven en adviseerde tot aanneming van het voorstel Zuid-Scharwoude, vooral ook, omdat van de zijde der directeuren geen enkele afwijzende aanmerking is gehoord. Het voorstel-Zuid-Scharwoude werd daar op aangenomen met 11 tegen 1 stem (Bergen) zoodat het reglement in dien zin zal worden gewijzigd. Bespreking kinderkoren. Er zijn stemmen opgegaan tot het op- richten van een afdeeling van kinderkoren Hoewel het hoofdbestuur nog niet veel ge hoord had over kinderkoren, was het er wel voor, om ook kinderen eens te laten zingen. Het moeten echter geen wedstrijden worden. De heer De Vries (Anna Paulowna) was er absoluut tegen. Spr. beschouwde de kinderkoren als een voor-opleiding en hij vond wedstrijden een bederf voor de kinde ren, ook uit paedagogisch oogpunt. De voorzitter was het hiermede vol- koraen eens Uit de meening der vergadering bleek, dat voor het oprichten van kinderkoren weinig of niets werd gevoeld, zoodat dit punt van de agenda afgevoerd werd. Rondvraag. Van de rondvraag noteerden we slechts de opmerking, dat het geven van muziektheorie niet het verwachte succes heeft gehad. Verder werd „Bergen" eenige keeren hulde gebracht voor de organisatie in het j.l. gehouden concours. Dan werd de samenstelling der jury mee- gedeeld, waarbij nog eenige discussie ont stond. Volstaan we met te zeggen, dat de jury dit jaar zal bestaan uit de heer J. P. J. Wierts, Den Haag, Jac. Bonset, Amsterdam en Sam Vlessing, IJmuiden. Ook de feestgids-verkoop leverde nog commentaar op, waarbij besloten werd, dat de verkoop aan leden niet verplichtend zou worden gesteld, omdat wellicht vele leden dat bezwaarlijk voor zich zelf zouden vinden, ook al omdat de uitgaven reeds behoorlijk zijn Verder werd het hoofdbestuur verzocht, meer aandacht aan de pers te wijden, opdat de concoursen zoo veel mogelijk bekend zouden worden gemaakt. De vereeniging „Hoorn", als gast aan- wezig, betuigde haar dank voor de prettige ontvangst op deze vergadering. De afge vaardigde geloofde, dat als de verplich- tingen niet te zwaar zijn! zijn vereeni ging wel tot den Bond zou toetreden Hij zegde toen zijn besturen gunstig te advi- seeren. Toen kwam de sluiting, waarbij de voor zitter de hoop uitsprak, om Hoorn weldra als lid ingeschreven te zien. Het verheugde spr. dat de oplossing van het concours-vraagstuk zoo mooi is geworden, dank zij het aanbod van Anna Paulowna en hij sprak verder de hoop uit, dat ook dit concours goed zal slagen. ALGEM. MILITAIRE PENSIOENBOND De Zatercagavond in het hotel „Suisse" gehouden vergadering van de Afd. Alkmaar van den Alg. Militairen Pensioenbond werd bezocht door een 25-tal heeren en 7 dames Wie gehoopt mocht hebben, dat na het ver- strijken van het beruchte Alkmaarsche kwar- tiertje de vergadering zou worden geopend, werd daarin teleurgesteld. Pas een half uur na den aangekondigden tijd werd begonnen. Het is nu al de tweede keer in een week, dat een vergadering een half uur te laat begint. Zou men nu het kwartiertje tot een half uur gaan maken? Men dient toch wel te begrij- pen, dat dit voor hen, die op tijd komen, een half uur verlies beteekent. En dat het verga- deringbezoek wordt bevorderd door het in acht nemen van zoo'n half uurtje, mogen we betwijfelen, want als regel verschijnen alle be. zoekers binnen een kwartier na den aangekon digden tijd. En als zij eenmaal weten, dat op tijd begonnen wordt, zullen ook die laatko- mers wel eerder verschijnen. De heer H. S t o k e.r, voorzitter van de afdeeling, heette de aanwezigen welkom, speciaal den spreker en een nieuw lid, daarbij de hoop uitsprekende, dat er in de toekomst veel meerderen zullen komen, die geregelde bezoekers worden. Het speet spr., dat de zaal niet geheel gevuld was met belangstellenden Nog geen recht gedaan. De actie moet worden voortgezet. De heer P. A. Caro 1, lid van het hoofd bestuur, kreeg hierop het woord. Hij begon met te constateeren, dat bij de jongste bespre- kingen in de Tweede Kamer wederom den oud-gepensionneerden geen recht is geschied. Wederom zijn zij geslagen, maar niet versla- gen, zij zullen volhouden totdat eindelijk hun recht zal zegevieren. Spr. meende, dat de ge- pensionneerden beneden den rang van officier actie moeten blijven voeren, omdat zij recht hebben om op dezelfde wijze te worden be- handeld als de later gepensionneerden. Hun pensionneering is gebaseerd op de regeling van 1851, later verhoogd in 1876. In 1915 werd weder een herziening toegepast, waarbij echter slechts werd teruggegaan tot 1913, d. i. het tijdstip toen de levensstandaard nog niet merkbaar gcstegen was. Bij de latere herziening van 1920 ge- schiedae weer eenzelfde onrecht: de pen- sioenen werden verhoogd, maar die van de reeds gepensionneerden werden weder ver- geter Geconstateerd mag worden, dat de oude militairen altijd armoe hebben o;eleden, hun soldijen waren steeds te laag. Onbillijk, on eervol is het, hen te verwijzen naar het bur- gerlijk armbestuur. De burgerlijke landsdienaren hebben veel beter en veel billijker pensioenregeling. De staatscommissie-Idenburg stelde in 1917 vast, dat de salarissen van de militairen hooger be hoorden te zijn. De- door haar noodig geoor- deelde soldijen waren over het algemeen 100 hooger dan in werkelijkheid werd ge- noten. Met tal van cijfers gaf spr. de verschillen aan tusschen de pensioenen der militaire en burgerlijke landsdienaren. Er is voor Nederland een eereschuld ont- staan ten behoeve van de voor 1918 gepen sionneerden, een schuld, waarvan de delging moet plaats hebben. Onrecht is het ook, dat de wedeuwenpensioenen onvoldoende .-cregeld zijn. De regeering gaf zulks toe vo6r de wet van 1909, erkennende dat het bij de zeemacht nog slechter is dan bij de landmacht en dat voor beide categorieen landsdienaren bittere armoede in't gezin intreedt zoodra de man is overleden. Spr. noemde dit een striemende aan- klacht. En toch hield de regeering zich blind en doof, ofschoon men mocht verwachten, dat zij eindelijk de menschen, die in de kolonien orde en rust handhaafden, naar billijkheid zou behandelen. Een weinig kostend eere- kruisje is alles. waarmee men volstaat! Herhaaldelijke besprekingen in de Tweede Kamer, reeds in 1909 gehouden, hadden geen gunstig gevolg. De op 1 Jan. 1918 in werking getreden wet voor weduwen van militairen bracht pas verbetering, echter niet voor de voor dien tijd gepensionneerden. Reeds 19 jaren eerder kwam er een regeling voor de burgerlijke landsdienaren. Ook b.v. de onderwijzersvrou- wen vielcn daaronder, hoewel hun echtgenoo ten nooit eenig vedband met den staat had den. Werd dit billijk geacht, dan is de onbil- lijkheid tegenover de militaisen nog grooter Spr. wees op de in den Indtschen Volksraad aangenomen motie terzake van de pension neering van militairen beneden den rang van officier, maar hij merkte hierbij tevens op, dat men nu maar niet direct moet denken. dat de billijkheid nu beter betracht zal worden. Im- mers, de regeering heeft Het recht de motie zonder meer naast zich neer te leggen, en spr. vreesde dat zij dit thans ook wel zal doen Aan de hand van cijfers over de aantallen gevallenen in Indie wees spr. er op, dat dui delijk blijkt, dat voorheen de prestaties der militairen grooter waren dan in de laatste jaren en toch worden juist de oudere mili tairen in armoede gelaten. In Ned. Indie werden de pensioenen ver hoogd, de regeering vond dit goed, misschien wel omdat de kosten daarvan niet in Neder land behoeven te worden opgebracht. Maar dit is toch wel een onjuist standpunt, meende spr. Veel heeft de A. M. P. in den loop der iaren gedaan, vooral in Den Haag, waar een 22-tal Kamerleden wonen. Deze alien werdeA met de verlangens van den Bond op de hoogte gebracht. Conferences enz. werden gehouden en steeds was de daar heerschende toon uiterst welwillend. Spr. las voor het verslag van een confcrentie met de r.k. Kamerfractie, welker leden zich medestanders van de oud-gepen sionneerden noemen. Spr. constateerde, dat uit alles wat de pen- sioenwetten betreft, wel blijkt. dat het land ge- regeerd wordt door burgerlijke ambtenaren Als er meer militairen waren, zou het zeker wel beter zijn geweest. Spr. meende te mogen aannemen, dat de r.-k. Kamer-leden wel den goeden weg willen, om, zoo mogelijk met anderen, te komen tot een voldoende regeling. Van dezen goeden wil is evcnwel nog niet gebleken bij de jongste be- handeling van de begroting van financien. Spr. hoopte, dat de gelegenheid om daadwer- kelijk te toonen, dat zij gevoelbn voor de reclit- matige verlangens van den A. M. P. alsnog aan de Kamerleden zal worden geboden. Na de verdere handelingen van het hoofd bestuur van den A. M. P. te hebben nage> gaan, constateerde spr., dat er bij de behan- deling der begrooting van financien in de Tweede Kamer goede woorden gesproken zijn. Spr. las daartoe eenige kolommen uit de Han delingen voor. Hij wees hierbij op de misvatting der Ka merleden, om steeds maar alleen te spreken over oud-gepensionneerden. Zij hadden be- hooren te zeggen ,,oud-gepensionneerden van land- en zeemacht", want de burgerlijke pen sioenen zijn reeds veel hooger dan die van de militairen, voor wie het al een heele vooruit- gang zou ziin, als zij tot dat peil werden ge- pensionneerd. Het eenige wat in de Kamer is bereikt, is, dat de minister -'al overwegen de normen be kend te maken cn uit te breiden, waarnaar on- dersteuning wordt uitgekeerd. We hadden meerverwacht.zei spr., gezien alles wat er aan voorafging. We zijn wel erg geslagen, maar niet verslagen. Wij zijn gewoon aan teleur- stellingen. maar zullen blijven vechten voor het eindelijk verkrijgen van recht. Tot dusver speelde de nartijpolitiek oris nog steeds par- ten. Wie voor ons spraken in de Kamer, wa ren niet de militairen, en dat is wel opmerke- lijk. Spr. wekte op, niet te versagen in de actie voor de eisch en van den A. M. P. Er zijn nog wel een paar lichtpunten aan te wijzen. De chr.-bistorischen in de Kamer staan tegen- woordig wel wat anders tegenover onze eischen dan voorheen. Dit zelfcle geldt ook voor anderen, het is dus zaak te blijven door- hameretven te trachten steeds meer leden voor den Bond te winnen, ondat steeds meer kracht kan worden ontwikkeld. Aan het einde zijner lezing stelde spr. de volgende motie voor: De oupd-gepensionneerde militairen van Land-, Zeemacht en Kolonien en de mili taire weduwen, in openbare vergadering bij- een te Alkmaar op 14 December 1929; Gehoord de besprekingen: Spreekt hare teleurstelling uit, naar aan* leiding van de gehouden besprekingen in het Parlement in den avond van den 3den Decem ber j.l., dat: le. de zaak der oud-gepensionneerde mili tairen welke ambtenaren altijd een veel slechtere salarieering en pensionneering heb ben genoten dan de met hen gelijk te stellen burgerambtenaren niet voor een afzonder- lijke behandeling in aanmerking is gebracht. hetgeen destijds voor het Koloniale Leger wel is geschied. 2e. Zijne Excellence den Minister van Financien zich niet met de sprekers kon ver- eenigen en geen maatregelen heeft toegezegd cm althans de pensioenen der oud-gepension neerde militairen over de geheele lijn aanmer- kelijk te verbeteren, doch aan de steunregeling blijft vasthouden en dat ook geen toezegging is gedaan dat voor de weduwen van voor ik echter niet; wel hoorde ik het gekrijsch van de kraaien, die rond den toren vlogen. Spoedig en tot mijn groote verbazing be- greep ik waarom. Plotseling zag ik boven op den toren den rooden tulband verschijnen. Mandhu Khan moest dus den toegang vrij hebben gevonden, was binnen gegaan, had rondgekeken en daar hij niemand ontmoette, was hij de trap opgeklommen. En toen zag ik hem dus weer. Hij liet zijn i>-.. over de zee gaan in alle richtingen. Dit alles verbaasde mij meer dan al het geen gedurende dien dag was voorgevallen; meer dan de eerste verschijning van Mandhu Khan bij het aanbreken van den dag; veel meer dan het vinden van Getch's ldk. Ik be- greep niet, dat de Hindoe zonder tegenstand den toren had kunnen beklimmen. Dat be- wees, dat oom Joseph gevlucht was en zijn betrekkelijke veiligheid had prijs gegeven voor een hachelijk rondzwerven. Waar was hij heen? Was het schip, waarover hij had gesproken aangekomen, onopgemerkt door Pepita en mij en was hij ontsnapt? Vanaf mijn plaats onder de dennenboomen kon il alleen de zee overzien aan de Noordzijde van het eiland, dus het vaarwater tusschen Meslie Eiland en het vasteland en daar was geen schip te zien. Zou er een schip gekomen zijn aan de Kanaalzijde van het eiland? Mandhu Khan bleef in die richting turen. De tulband verdween en ik begreep, dat de Hindoe wederom de torentrap was afgc- daald. Ik wachtte eenigen tijd, omdat ik niet twijfelde, of hij moest weer rond een van de torenhoekon tc "^orschijn komen. Het was duidelijk, dat hij zich in ons verblijf ophield. Ik stond op het punt terug te gaan naar Pe pita, die ongetwijfeld hoe langer hoe angsti- ger was geworden, toen ik rook uit den toren zag opstijgen. De Hindoe had den brand ge- stoken in de dingen, die hij daar gevonden had. Eindelijk zag ik hem wcggaan naar het Zuiden. Om hem te kunnen blijven volgen, moest ik het dennenbosch verlaten en kwam ik in een open vlakte, waarop te midden van varens rolsteenen lagen. Daarachter verborg ik mij nu. De Hindoe liep flink door in de richting van de zuidkust van het eiland, be- cpoeld door de wateren van het Engelsche Kanaal. Ik had slechts belangstelling voor hem en zijn handelingen en zijn vermoede- lijk doel. Toen ik zeker was, dat hij recht toe recht aan liep, keek ik over hem heen en zag op ongeveer een mijl uit de kust een schip ten anker liggen in de spiegelgladde zee. Door mijn bekendheid met de kustvaart, zag ik, dat het een vrachtstoomschip was van een klein type met een bemanning, bestaande uit den kapitein, een stuurman en drie of vier matrozen. Het had een vlag aan den voortop, doch daar er slechts een flauw briesje waai- de, hing die vlag slap naar beneden en was dus niet te onderscheiden. Toch vermoedde ik, dat het een scheepje was van vreemde naCo- nalitert vermocdelijk Fransch. Ik had een paar malen deze soort schepen in Wreddles ham gezien, waar handel werd gedreven met de havens van Noord-Frankrijk. Was dit wel licht het schip, w-aarover oom Joseph ge sproken had, het schip, dat Pepita en mij moest afzetten in een van de Kanaal-havens? En als dit het geval was, wist oom Joseph dan toch wanneer het bij Meslie Eiland moest komen en was hij naar het Zuidelijk strand gegaan om klaar te zijn om te embarkeeren? Nog een vraag kwam in mij op was do oude schurk reeds aan boord en dus veilig voor den Hindoe (die hem zeer zeker achter- volgde) en wachtte het stoomschip op een seln van hem? Was hij dan nu ergens op het strand verborgen in afwachting van een boot, die hem moest komen halen? Zou de Hindoe hem nog ontmoeten? Ik draaide mij om, met de bedoeling naar Pepita terug te gaan, toen de stilte van hot eiland werd verbroken door een sehot be neden op het strand. Een oogenblik later volgde het losbranden van een kanon op het dek van den stoomer. HOOFDSTUK XIX. Gebroken porcelein. Dit moest het wisselen van seinen zijn tus schen iemand vermoedelijk oom Joseph -- aan den wal en het volk aan boord van het schip en hoewel ik verlangend was om naar Pepita terug te keeren, bleef ik waar ik was, bew ust van het belang van deze zaak. Ik ver- wachtte oom Joseph op het strand te zien verschijnen; ik was er van overtuigd, dat hij het was die zijn revolver had afgevuurd en dat hij op het punt stond om het eiland te verlaten. Hij kwam echter niet voor den dag. En de Hindoe was nergens te zien. En ver- liepen vijftien twintig minutenmis schien wel een half uur en ik zag niets ge- beuren van hetgeen ik verwachtte. In het den- nenhout achter mij hoorde ik het gekir van een houtduif een-, tweemaal. Zoo zou wellicht een ieder dat genoemi hebben. Ik wist zeer goed, dat daar geen duif zat. Het was Pepita met haar talent om het gekir van een duif na te bootsen; zij bootste ook zeer goed het gefluit van de merel na- Ik liep terug onder de dennen en daar zag ik haar mij met smeekende oogen aankijken „Ik kon niet langer wachten, Ben!" fluis- terde zij. „Het was verschrikkelijk om daai* alleen te zijn. En ik ben heel voorzichtig ge weest op mijn weg hierheen. Waar keek ie naar vanachter dien rots?" „Hoorde jij dat kanon afvuren, ongeveer een half uur geleden?" vroeg ik haar. „Dus je hebt het gehoord Dat gebeurde van dat schip daar ik zag de kruitdarap. En dat was in antwoord op een schot, dat zoo goed als zeker werd gelost door oom Joseph. Hij is daar ergens beneden. Ik vermoed dat zij een boot zullen zenden om den ouden schurk af te halen. Hit laat ons zittcn. Pepita. Hij moet geweten hebben, dat het schip vandaag kwam en hij heeft er wel voor gezorgd, dat wij niet mee kunnen gaan. Hij zal eChter nog onder- vinden, dat hij met den duivel moet afreke- nen, voor hij zelf kan vertrekken! Of anders heb ik het glad mis!" „Waarom Ben?" vroeg zij. Ik wees naar beneden, naar de plek, waat rk Mandhu Khan het laatst had gezien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5