JlkiKlt Eiiuit.
ram,i,eton.
Landbouw en Veeteelt.
De aardappef-wratziekte.
DE KANG-HE HAAS.
No. 297
1929
flfidftrd een en dertigste Jaargang.
Dinsda^ d? Decemhcr
Badio-hoekje
Waensdag 18 December.
Hilversum, 1071 M. (Van 12—6.— n.m.
298 M.) 10.—10.15 Morgenwijding. 12.15—
2.Concert door het A. V. R. O.-Kwartet.
2.3.Radio Kinderkoorzang onder leiding
van Jacob Hamel. 3.4.Naaicursus. 4.
4.30 De voornaamste studiemuziek voor
piano, uitgevoerd door Egbert Veen. Fcelicii-
iting door Louis Schmidt. 5.5.30 Causerie
over China, door G. Pilger. 5.30 6.30 Con
cert door het A. V. R. O.-Kwartet. 6.30 Vaz
Dias: Koersen. 6.457.15 Italiaansch: Be
ginners 7 15—7.45 Italiaansch: Gevorder-
den. 8.01—8.45 A. V. R. O.-Nutslezingen
over Indie. Het Mohammedanisme. Spreker:
Prof. Dr. C. Snouck Hugronje. Daarna:
Duitsche Avond. 8.45—9.— Inleidende cau
serie door James Yoland. 9-45 11. Con
cert door het Versterkte Omroeporkest.
Helene Cals, sopraan. Het Hollandsch
Strijkkwartet. 10.15 Persberichten. Na afloop
van het concert: gramofoonmuziek. 12.—
Sluiting.
Huiztn, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
g 159.30 Concert. 10.3011.Zieken-
dienst. 11.—11-30 Gramofoonmuziek. 11.30
—12.30 Harmoniumbespeling. 12.302.
Concert. Alt-mezzo, cello en piano. 2.2.45
Concert. Piano, orgel, zang en viool. 4.15
5_ Gramofoonmuziek. 5.6.Kinderuur-
tje. 6.—6.30 Gramofoonmuziek. 6.307.30
Cursussen Techniek. 7.30—8.— Causerie
over: „De Stads-kippenhouder". 8.8.30 Be-
stuursmededeelingen door den voorzitter.
8.3010.Uitzending van de Joodsch
Christeliike Getuigenis samenkomst vanuit
„Salvatori" te Amsterdam. Sprekers en zan-
geres. 10.10.30 Lezing over: De electro-
dynamische luidsprekers en de electr. gramo-
foon-opnemer (pick-up). 10.3011.Gra
mofoonmuziek. 10.30 Persberichten.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert. A. Turnbull, alt. F. Steger,
tenor. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.202.20
Orkestconcert. 3.20 Lezing. 3.45 Dansmu-
ziek. 4.05 Concert. M. Watson, sopraan.
Strijkkwartet. 5.05 Concert op cinema-orgel.
5.35 Kinderuurtje. 6.20 Zang door The Mas
ked Carol Singers. 6.35 Nieuwsberichten
7.05 Piano recital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing.
8.05 Vaudeville. 8.20 „Koningkinder
Sprookjes-Opera. Muziek van Humperdinck.
Eerste bedrijf. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40
Lezing. 10.„K6nigskinder". Tweede en
derde bedrijf. 11.2012.20 Dansmuziek
Parijs Radio-Par is", 1725 M. 12.50
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest
en soli. 6.55 Gramofoorir-?:ek. 7.40 Gramo
foonmuziek. 8.20 Opvor .g van „Werther''
van J. Massenet.
Langenberg, 473 M. f 7^— 7.20 Gramo
foonmuziek. 9.4510 7 amofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuz 2.25—1.50 Or
kestconcert. 4.505.5" Cc :crt. Mandoline-
orkest en alt. 7.20 Duift avcnd Orkest en
violist. Daarna tot 11.20 Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 6.1510.05 Lezingen.
11.2012.15 Gramofoonmuziek. 12.15
12.50 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmu
ziek. 2.053.50 Lezingen. -3.504.50 Con
cert uit Hamburg. 4.507.20 Lezingen. 7.20
„Wibbels Auferstehung". Blijspel in 4 bedrij-
ven van Hans Miiller Schlosser. Daarna be
richten en lezing. Vervolgens tot 11.50:
Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.35—12.05 Uit
zending voor scholen. 2.504.50 Concert.
Orkest en declamatie. 7.359.Duitsche
avond. Orkestconcert en declamatie. 9.20—
10.20 Orkestconcert.
Brnssel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35' Duitsche avond.
Haar gevaren voor den export.
Een verbod en vervanging door onvatbare soorten
noodzakelljk.
Door de Vereeniging van oud-leerlingen
der Rijks-Landbouwwinterschool te Hoorn
was gistermiddag in het Landbouwhuis een
bijeenkomst georganiseerd, waar vertegen-
woordigers van den Plantenziektenkundigen
dienst een uiteenzetting hielden in verband
met de aardappelwratziekte.
Er bestond voor deze vergadering, in 't
bijzonder uit landbouwkringen, grcote be-
langstelling.
Onder de aanwezigen merkten w; op de
burgemeesters van Schcorl, Oterleek, fiens-
broek, St. Pancras, Callantsoog, Ko.dijk,
Anna-Paulowna, Berkhout, Schagen, Heer-
Hugowaard en Wieringerwaard, terwijl bo-
vendien de seer, der Hollandsche Maat-
schappij van Landbouw, de heer Huisman
uit 's-Gravenhage en tal van wethouders
en autoriteiten op landbouwgebied tegen-
wcordig waren.
De v o o r z i 11 e r, de heer Krijger, opende
de vergadering met een woord van weikom.
Ir. Van Poeteren, van den Planten
ziektenkundigen Dienst te Wageningen, leid-
de daarop de besprekingen in en ving aan
met te zeggen, dat men de Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur dankbaar diende te zijn
voor het feit, dat zij door de rondzending der
bekende circulaire deze belangrijke zaak aan
de orde heeft gesteld. Men had al vaak over
de wratziekte gehoord, doch men kende haar
niet goed.
Zooals ze zich thans voordoet, heeft ze
voor de cultuur op't oogenblik zoo goed als
geen beteekenis. Alleen voor den uitvoer is
zij van het grootste belang.
Verschillende landen hebben verbodsbe-
palingen gemaakt. Zo<7 worden voor uit
voer naar Engeland, Belgie en Duitschland
uitgesloten alle aardappelen g:teeld op
grond, binnen 500 meter van het perceel,
waar de aardappelwratziekte heerscht. Voor
Frankrijk is deze afstand zelfs nog groo-
ter.
Het blijft echter niet alleen bij aardappe
len, maar Denemarken en Zweden stellen
ook dien eisch van 5 K.M. voor de bloem-
bolkn, terwijl het niet onmogelijk is, dat nog
andere landen binnenkort dit voorbeeld vol-
gen.
De invloed van de wratziekte is dus veel
en veel grooter dan men aanvankelijk zou
meenen. Kon men die wratziekte bestrijden
dan was het nog niet zoo erg. Wanneer die
ziekte echter in den grond aanwezig is, dan
blijft dat terrein besmet. Men heeft hier dus
met een taaien vijand te doen en men moet
zich dat goed in het oor knoopen.
Voor streken, waar de wratziekte niet
voorkomt, moet er met zcrg naar gestreefd
worden, dien toestand te behouden. Het ver-
voer binnenslands kan men evenwel be-
zwaarlijk aan bepaalde regels binden-.
Het is bovendien mogelijk dat de wrat
ziekte reeds lang aanwezig is, v6ordat men
haar bemerkt. Openbaart zij zich, dan is het
te laat, omdat dadelijk de voorschriften van
't buitenland voor dat terrein in werking tre-
den.
Dit is echter theoretisch beschouwd
absoluut te voorkomen, door een voor de
wratziekte onvatbare aardappelsoort te tee-
len.
Nu komt men dus tot het verbod. Als men
de menschen zegt, dat ze een andere soort
moeten verbouwen, dan is het de vraag of
alien het zullen dcen. En dit meet worden
voorkomen. Bij een verbod zullen de goed-
willenden er niet onder lijden, terwijl de an
deren zich dan moeten schikken.
Hoe meet die verbodsbepaling werken,
vroeg spr. Het gaat er niet om de groote
cultuur in een keurslijf te dwingen, maar om
de kleinere perceeltjes voor gevaar doen uit
te sluiten.
De Bravo is het allergevaarlijkst voor de
aardappelwratziekte en door het teelen van
dezen aardappel is ze gemakkelijk te consta-
teeren.
Met de Zeeuwsche blauwen is dit ook het
geval, alhoewel ze niet in de betreffende
circulaire is vermeld. Het Bintje werd hierin
wel genoemd.
Er is geen ontkomen aan, dat we hier de
vatbare aardappelen door onvatbaren zul
len dienen te vervangen. In Engeland is reeds
gedeeltelijk een verbod van vatbare aardap
pelen ingevoerd. In Duitschland gaat men
denzelfden kant op, terwijl in Groningen
den verbouw der Bravo eveneens reeds ver-
beden wordt.
Er wordt nu al hard gewerkt aan het
kweeken van een soort, die de Bravo vervan
gen kan.
In de aardappelwet ligt de bevoegdheid
een bouwverbod uit te vaardigen voor ge
meenten, waar reeds de wratziekte bestaat.
Doch de andere gemeenten vallen er geheel
buiten en hier kunnen alleen de gemeente-
raden iets doen. Zij moeten dus nagaan of
het van belang is het verbod in te voeren.
De wratziekte komt meestal doch lang
niet altijd! in het tweede deel van het
jaar, maar de vroege soorten leveren even
eens gevaar op. Bovendien worden alle vroe
ge aardappelen niet altijd vroeg verbouwa.
In betrekkelijk korten tijd zal Bintje door
een anderen aardappel vervangen moeten
worden. De grootste gevaren schuilen echter
in den verbouw van Zeeuwsche Blauwen,
Bravo e.a.
Spr. zou het in de hoogste mate betreuren
wanneer de voorschriften van het buitenland
voor eenige plaatsen in Noord-Holland in
werking zouden treden. Spanje heeft, door
onzen arbeid, de afstand reeds verkleind,
evenals Belgie. De gevaren bestaan echter en
men moet met verscherping rekening hou-
den, hoewel in 't algemeen de scherpe kan-
ten eraf gaan.
De wratziekte is een voortdurend gevaar
en we moeten alles doen er onder uit te ko-
men. Dit kan door het verbod van den ver
bouw der vatbare soorten. Laat men zoo
spocdig mogelijk de gevaarlijke soorten vei-
blcden. Bij lang wachten kan de toestand
noodlcttig worden. Spr. legde er den nadruk
op, toch vooral voorzichtig te zijn.
Met het nadrukkelijk verzo.k niet te slap
en te lauw te zijn, eindigde ir. Van Poete
ren zijn inleiding.
De gedachtenwisseling
De voorzitter stelde hierna de discussie
open.
De heer v. L ii n e n (Castrocum) meende,
dat, wanneer de wratziekte zoo'n groot ge
vaar opleverde, het verbod liever bij de wet
geregeld moet worden. Is dit niet mogelijk,
welke soorten zou de gemeente Castricum
dan moeten verbieden?
De heer Verhoeven (Plantenziekten-
kundige Dienst) gaf toe dat regeling bij
rijkswet het beste zou zijn, doch dat is nog
niet mogelijk. Verboden kunnen nog alleen
maar voor gemeenten gelden. Wel zal een
voorstel in die richting in behandeling ko-
men. Gaat het bij rijkswet, dan zal overleg
toch nog noodig zijn. Ieder geval zal apart
beschouwd moeten worden, omdat men nog
geen voldoende assortment heeft om de on
vatbare soorten voor vatbare in de plaats
te stellen. De Beverlander heeft zich een vrij
goede vervanger betoond voor de Bravo,
andere vervangers zijn de Friso, Noorder-
ling, Jubileum obijn en Monocraat. Deze
zijn slechts vervangers voor de late soorten.
Op deze soorten moeten we ook vooral onze
aandacht vestigen, omdat zij veel gevaar
kunnen doen. -'t Gaat niet alleen om de soor
ten, die in de circulaire staan, maar ook om
anderen, zooals Zeeuwsche Blauwe en soms
ook Eigenheimers. Overleg kan men plegen
met de landbouworganisaties en den Plan
tenziektenkundigen Dienst.
De heer Kroonenburg (St. Pancras)
deelde mede, dat het verzoek tot verbod veel
stof heeft doen opwaaien. De L. G. C. advi-
seerde voorloopig af te wachten. Komt de
zaak straks weer in den raad, dan zal er
weer met ernst worden aangedrongen de
Bravo te handhaven. Met het vaststellen
eener verordening is men er nog niet. De
praktijk zal zich langzamerhand moeten aan-
passen. Voor de Schotsche Muis heeft men
nog geen vervanger en voor onze streek ligt
hier een groot gevaar t.a.v. den export. Wel
ke consumptie-aardappel kan voor onze
streek het best de Bravo vervangen, vroeg
spr.
De heer Verhoeven meende dat het
niet wegnam, dat de vervanging van de Bra
vo ernstig onder het oog moet worden ge-
zien, omdat hij zeer vatbaar is. Bij pootgoed-
verwisseling is de kans van overbrenging
zeer groot. Heeft men nu 'n vervanger, die 80
tot 90 pet. oplevert, dan moet men zich toch
ernstig afvragen of de Bravo niet uitgescha-
keld moet worden, daar men anders de kans
loopt dat de geheele export voor een be
paalde streek wordt verboden. Gaat het al
leen voor de consumptie, dan acht ik het, al-
dus spr., toch van belang de Bravo te ver
vangen. Eenige soorten zullen om te pro-
beeren worden uitgezet. In de voorzicning
van het pootgoed zit niet de grootste moei-
lijkheid omdat hier wel een weg gevonden
zal worden met medewerking van de over-
heid.
Tusschen de Bravo en Schotsche Muis be
staat een groot verschil. Zoolang men voor
de laatste geen goed vervanger heeft, kan zij
niet worden uitgeschakeld.
Op een vraag van den heer B a k k e r (Ob-
dam) deelde de heer Verhoeven mede,
dat voor de Due nog geen vervanger is ge
vonden.
De heer O o t j e r s (Noord-Scharwoude)
oordeelde dat het't beste is, om, wanneer ver
schillende gemeenten de invoering van een
verordening overwegen, niet te hard van
stapel te Ioopen en eerst overleg te plegen
met de tuinbouworganisaties, opdat deze bij
Uit het Engelsch door J. S. Flitscher.
Geautoriseerde vertaling door v. d. W
89
„Mandhu Khan is daar beneden! Ik heb
hem gevolgd en reken er op, dat hij oom
Joseph nog eenige onaangename oogenblik-
w bezorgen, als hij hem tegenkomt.
Mandhu Khan heeft iets in den zin, maar
wat, dat kan ik nietgissen. Hij heeft den toren
in brand gestoken, zoodat onze voorraad eet-
en drinkwaren verdwenen is. Dus zijn we
zonder voedsel".
,,Er is nog iets te doen in de grot, waarin
Wij gezeten hebben. En zeker zullen ze ons
komen zoeken, Ben als wij ons vuur aanste-
ken; dat zien ze natuurlijk in Middlebourne".
,,Ja, maar het ellendige is, dat die men-
scnen het ook zien", antwoordde ik wijzendc
naar het schip. „En als dat vrienden zijn van
oom Joseph en Getch, dan zullen ze van ons
niets willen weten! En Mandhu Khan zal het
ook zien en Mandhu Khan kan zijn rede-
nen hebben om mij tot zwijgen te brengen,
even goed als hij Getch tot zwijgen heeft °e-
bracht; wij zitten in den val".
„Spreek niet zoo", zeide zij wanhopig.
»Wat heb jij gedaan, dat hij
„Ik weet ook niet wat Getch heeft gedaan,
oat Mandhu Khan hem deed "wat hij
4eed", merkte ik op.
„Het geeft allemaal niets om daarover
onze hersens te jjrekennu is de zaak
wat gaat daar op het strand gebeuren? Dat
schip is daar en om Joseph is beneden op het
strand en dichtbij hem in de buurt is de Hin-
doe ik zou alles van dichtbij willen
zien als dat veilig is te doen".
Wij loerden over den rots met voile aan
dacht, Er ging eenigen tijd voorbij; niets ge
beurde. Eindelijk slaakte Pepita een kreet en
stootte mij aan.
„Ben!" fluisterde zij. „Kijk eens, daar komt
een boot naar het strand". En voor ik bet
zag voegde zij er aan toe, „een twee
drie menschen er in. Een achterin aan h't
roer en twee op de riemen".
Ik had meer aandacht geschonken aan het
land dan aan de zee; ik wilde uitvorsehen
waar oom Joseph zich ophield en de rond-
sluipende Hindoe.
De boot ging rechtstreeks naar het punt,
waar ik het eerste schot had gehoord en daar
stevig aan de riemen getrokken werd was zij
spcedig bij de kust. De menschen sprongen te
water en trokken de boot op het strand. D°
beide roeiers gingen op de doften zitten en
staken een pijp op; de derde man, die een
lang, donker voorwerp onder den arm droeg.
keek overal rond.
„Ben, als je oom met de boot vertrekt, wor
den wij achtergelaten. En die bruine kerel
zal nog op het eiland zijn. Zou het niet beter
zijn om naar beneden te loopen en te zorgen
dat ze ons meanemen?"
„Zorgen is een mooi woord'', antwoordde ik
bedroefd. „Je kunt de menschen niet later,
doen, wat zij fceslcten hebben om niet te doen,
Pepita, tenzij je iemand naar je hand kunt
zetten en ik vrees, dat ik dat niet kan, zelfs
niet met mijn revolver; er zijn daar beneden
te veel menschen om mee af te rekenen. Een
feit is, dat oom Joseph ons heeft laten glip-
pen .ons misleid heeft. Vervloekte kerel
Hij wil niet. dat wij voorloopig het eiland ver-
lafen. Hij denkt alleen aan zijn eigen veilig-
heid en hij geeft geen cent om de onze! En
toch
„Wat?" vroeg zij, toen ik zweeg, lachend
om het denkbeeld dat bij mij opkwam „Waar-
om lach je?"
„Ik lach bij de gedachte, dat Mandhu
Khan oom Joseph daar tegenhoudt. Je ziet,
hij gaat niet naar de boot. Zij wachten daar
nog steeds. Alhoewel oom Joseph een revolver
bij zich heeft, is hij een aartslafaard; hij zit
daar zeker ergens achter de rotsen verbor-
gen, bevend van angst omdat de Hindoe tus
schen hem en de boot is. Dat hoop ik tenmin-
ste."
„Een van de menschen gaat het strand
langs'', zeide zij.
Dat was de man, die iets onder den arm
droeg. De roeiers sehenen niemand te verwach-
ten althans nu nog niet. Een van hen ging
in 't zand liggen in de schaduw van de boot
en scheen een dutje te willen doen. De ander
kroop achterin. De derde was niet meer te
zien.
De rotsen en het strand beneden waren ten
minste drie kwart mijl van oris verwijderd en
verschillende gemeenten en bloc invoering
van een verbodsbepaling verkrijgen.
De heer M e 1 c h i o r vroeg, naar aanlei-
ding van een vrijspraak door den kanton-
rechter te Groningen, wat er gebeurt als
men de verboden soorten toch verbouwt.
Ir. Van Poeteren zeide, dat het ver
bod van onder moet opkomen en van boven
moet worden gesteund. Het gaat echter niet
om processen-verbaal. maar om streek-
belangen. Het is een tuinbouwbelang en er
kan dus voor gezorgd worden, dat de hand
wordt gehouden aan een verbod. Men moet
niet wachten totdat de gemeentepolitie rond-
gaat. De hoofdzaak is, dat de uitvoering ge-
schiedt door de tuinbouwers zelf. Men moet
bovendien niet op een ander wachlen maar
een goed voorbeeld willen geven. Kijkt men
de kat uit den boom, dan gebeurt ,r n>;s.
De zaak moet met kracht worden cm -fpekt
Er zijn, buiten de wetstoepassh-. nog wet
andere maatregelen, om onzen z:;i doo," te
drijven. We kunnen met overleg hier toch
zeker wel het goede bereiken Instemming).
De heer S t c ij n (Beverwijk) legde er den
nadruk op. dat het blijkt dat men er niet is
met een verbod van de in de circulaire ge-
noemde soorten en dat men tot een compro-
mis geneigd is. Dit is in de circulaires van
Bloembollencultuur aan de gemeenten niet
voldoende tot uiting ge!" ien.
Het gaat er om, soorlrn beschikbaar te
krijgen, die onvatbaar zijn voor de wrat
ziekte. Dan zal men ook overal zijn mede
werking willen verleenen.
Ir. Van Poeteren antwoordde hierop,
dat de circulaire haar grootste beteekenis ont-
leent aan het feit, dat door haar de kwestie
aan de orde werd gesteld.
Nu gaat het erom de kwestie zelf onder
het oog te zien. Het zwaard van de wrat
ziekte hangt U alien boven het hoofd. Er
moet dus wat gedaan worden en de zaak
moet niet te slap worden aangepakt. We die
nen ons te wenden tot de onvatbare soorten.
De soort, die niet geheel volwaardig doch on
vatbaar voor de w'ratziekte is, is van veel
meer belang, dan een duurdere soort die
wel vatbaar is.
Ir. H a z e 1 o o p leek het 't belangrijkst
toe, zooveel mogelijk ervaringen te krijgen
van onvatbare soorten. De teelt van alle vat
bare aardappels kan niet ineens verboden
worden. Toch moet het langzamerhand die
richting uit; maar dan dient men vervangende
soorten te hebben. Spr. legde er daarom nog
eens den nadruk op, de teelers in Noord-
Holland zooveel mogelijk met de onvatbare
soorten bekend te maken en dan den verbouw
er van te bevorderen.
Ir. Van Poeteren was het met den
vorigen spreker geheel eens en deelde mede,
dat de Plantenziektenkundige Dienst reeds
alles in het werk stelt, den verbouw van on
vatbare soorten te bevorderen.
Van rijkswege wordt per jaar reeds voor
eenige duizenden guldens toeslag gegeven op
het pootgoed. Spr. had willen zeggen, dat
men niet te lauw moest zijn en zeide, dat er
nog veel pootgoed van de Bevelander ver-
krijgbaar is. Van de Friso zal het volgend
jaar eveneens een kwantum pootgoed be
schikbaar komen.
De Roode Star is niet geheel, doch slechts
weinig vatbaar en daarom misschien niet aan
te bevelen. Groote gevaren brengt ze niet
met zich mee, doch het is veiliger haar niet
te verbouwen.
Hiermede waren alle sprekers beantwoord,
doch de voorzitter stelde de gelegen-
heid nog open een enkele opmerking te
maken.
De heer K w a n t (Warmenhuizen) vroeg
of het niet in de eerste plaats op den weg
had gelegen overleg te plegen met de tuin
bouworganisaties, alvorens men tot wettelijke
maatregelen wilde overgaan.
De heer Van H e r w ij n e n (St. Pancras)
wees erop, dat t. a. v. den verbouw van het
koolzaad, ook de hand aan de bepalingen
wordt gehouden, hoewel deze niet wettelijk
bindend zijn.
De heer Breebaart (Callantsoog) vroeg
naar de reden waarop de kantonrechter vrij
spraak had gedaan. De doorvoering van een
verbod zal heel moeilijk zijn. Wanneer echter
een strafverordening wordt gemaakt. dan is
het de bedoeling dat ze zonder pardon wordt
toegepast. Hoe heeft men, vroeg spr., de door
voering van de verbodsbepaling gedacht?
De heer Glas (Broek op Langendijk)
vroeg waar de poters besteld kunnen worden
en hoe groot de stvbsidie is.
De heer Best (Berkhout) vond, dat de
zaak al heel zonderling was aangevat. Spr.
verzocht het bestuur aan alle gemeentebe-
sturen een circulaire te willen sturen, waarin
duidelijk wordt uiteengezet wat men precies
wil doen.
De heer Loving (Anna Paulowna) deel
de mede. dat men bij invoering van het ver
bod in zijn gemeente tevens aan alle ingezete-
nen bekend maakte waar tegen zeer geredu-
wij wisten, dat elke levende ziel op het eiland
daar beneden was; ik vond, dat nu het oogen
blik was gekomen om weer eens een kijkje te
gaan nemen bij den toren. Wij gingen omzich-
tig terug. Rond den toren zagen wij rook
wolkjes. En voordat wij bij den toegang wa
ren, waarvan de nooddeur thans verdwenen
was, begreep ik dat mijn veronderstelling, dat
Mandhu Khan de brandstichter was. niet
juist kon zijn. Het leek mij thans, dat dit
meer in de lijn lag van mijn familielid, dan
in de lijn van den Hindoe; het was mogelijk
dat hij, wetend dat het schip dien middag
zou komen, alles in brand had gestoken, zoo
dat voor Pepita en mij geen voedsel overbleef
en dat wij, eer er hulp was opgedaagd, van
gebrek zouden zijn omgekomen. En toen wij
binnentraden was ik stellig overtuigd van
oom Joseph's laagheid en vervloekte hem
meer dan ooit. Van naderbij gezien bleek ten-
slotte, dat het vuur niet alles had verwoest en
het was duidelijk, dat de brand opzettelijk
was gesticht. De verschillende doozen en kist-
jes van licht hout, die wij hadden meege-
bracht, waren op een hoop gegooid; alles
wat brandbaar was lag daar bovencp gesta-
peld, zelfs de planken van onzen nooddeur
En alles nagaande kwam ik tot de slotsom,
dat toen de Hindoe bij zijn tweede bezoek in
den toren kwam, oom Joseph daar nog ver-
borgen moet geweest zijn, verborgen in een
spleet of donker hoekje en dat toen Mandhu
KJian de trap opging hij vlug de brand in den
stapel stak en maakte dat hij wegkwam, zon
der dat ik hei v-j kunnen opnierken.
ceerden prijs pootgoed vaj onvatbare soor
ten verkrijgbaar was. (Instemming).
Ir. Van Poeteren beantwoordde de
verscjiillende sprekers en zeide, dat het mis
schien wel beter was zich eerst tot de tuin
bouworganisaties te wenden, doch Bloem
bollencultuur meende, dat men door haar cir
culaire voldoende zou zijn ingelicht De
Plantenziektenkundige Dienst heeft zich met
de consulenten in verbinding gesteld en wendt
zich nu tot de belanghebbenden.
De uitspraak van den kantonrechter te
Groningen was gegrond op gebrek aan be-
wijs. De zaak is echter nog niet uit, want er
is pootgoed genomen, dat het volgend jaar
uitgezet zal worden. S.pr. had nooit bedoeid',
dat met de toepassing der verordening soe-
pelheid betracht dient te worden De eerste
pressie moet evenwel door de belanghebben
den zelf uitgeoefend worden.
Er wordt niet altijd subsidie gegeven. doch
in verschillende gevallen van veel belang
wordt ze wel verstrekt.
Spr. eindigde met het uitspreken van de
hoop, dat het resultaat van de besprekingen
zou zijn. dat men algemeen is doordrongen
van het feit, dat het hoogst belangrijk is deze
zaak met kracht aan te pakken.
De voorzitter sloot hierop met een
hartejijk woord van dank aan de sprekers en
de aanwezigen voor hun keurige uiteenzet
ting en hun aanwezigheid. Spr. rekende op
aller medewerking bij de bestrijding van het
groote gevaar, waartegen opgekomen mod
worden. (Applaus).
DE LANGENDIJKER GROENTE-
VEILINGEN.
Volgens een deze week gehouden vergade
ring van de afdeeling Langendijk en omstre-
ken van de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur oefenen de Langendijker
tuinders niet uitsluitend meer het tuinbouw-
bedrijf uit, doch begint de .bloembollencultuur
hier meer en meer in te burgeren. Het aantal
leden der genoemde afdeeling was het laatste
jaar met 80 procent voortuitgegaan, zoodat
mag worden aangenomen, dat de oppervlakte,
die met bloembollen is bezet, minstens ander-
halfmaal zoo groot zal zijn als verleden jaar.
De laatste jaren zijn de uitkomsten van de
bollencultuur zeer voordeelig geweest, reden
uaarom verschillende tuinders, die financiee!
bij machte zijn zich het noodige pootgoed
aan te schaffen, zich hebben geworpen op de
bloembollenteelt. Te eerder ging men daartoe
over, wijl de grove-groententeelt niet die
resultaten opleverde, die men er van mag ver-
wachten in aanmerking genomen den belang-
rijken, soms zwaren arbeid, die men daarbij-
heeft te verrichten. De bekende voorbeelden
van menschen, die enkele jaren geleden met
het telen van bollen begonnen, en nu er
„warmpjes inzitten", verdiend met „de bollen"
werkt aanstekelijk. Temeer doet het dit, als
men daarbij vergelijkt de tallooze voorbeelden
van tuinbouwers, die ondanks zwaren en af-
mattenden arbeid maar niet vooruit boeren.
Gezien de uitmuntende kwaliteit bollen, die
de bodem hier oplevert, lijkt het ons toe, dat
de bloembollencultuur hier een toekomst tege-
moet gaat en dat het einde van de uitbreiding
nog niet is te zien.
Naast deze gansch nieuwe cultuur zien we
de kassenteelt zich al meer en meer ontwikke-
len en de tijd is ook hier niet verre meer, dat
in dit tuinbouweentrum het getal 100, aanwij-
zende het aantal kassen en warenhuizen, zal
zijn bereikt. Met de tijden verzet men dus ook
hier de bakens en weet men de moeiiijkheden
te boven te komen, die zich voor en na hebben
voorgedaan en telkens weer voordoen in den
tegenwoordigen tuinbouw.
Dat deze nieuwe omstandigheden, de nieu
we orienteering in de andere cultures, paraat-
heid eischt van de tuinders en kweekers, is
duidelijk. De noodige gelegenheden, om zich
die kennis eigen te maken, welke noodzakelijk
moet worden geacht om zijn vak goed onder-
legd te kunnen uitoefenen, moeten hem da?
toe in staat stellen. Geconstateerd moet echter
worden, dat aan het benutten van die gelegen
heden, wel eens wat hapert. Tuinbouwcursus-
sen en cursussen voor bemestingleer, lezin
gen, waar men kennis kan opdoen omtrent de
bloembollencultuur, moeten worden gevo'gd.
wil men op de hoogte blijven van alles, wat
het uitgeoefende vak betreft. Vooral onder de
jongere tuinders schijnt de animo voor het
volgen van soortgelijke onderwijsgelegen-
heden niet groot te zijn.
De afgeloopen week stond in het teeken der
kooltelling. Door de bestursn der tuinbouw-
vereenigingen waren aan de leden de formu-
Keren bezorgd, waarop de hoeveelheden aan-
wezige stapelproducten moesten worden in-
gevuld. Van enkele vereenigingen vernamen
we de cijfers reeds. Er blijkt uit, dat de voor-
raden bijzonder groot zullen zijn. Er zijn er,
waar de investarisatie uitwijst, dat 80
Terwijl ik daar in den ingang stond, sta-
rende in de zwarte massa, waaruit de grijze
rook bii tusschenpoozen opsteeg, kwamen e'e
verschillende fazen van de jongste gebeurte-
nissen weer voor mijn geest. Wie doodd?
Getch? Maakte de moordenaar van Getch
ook diens boot onbruikbaar? Of waren deze
feiten door twee verschillende personen be>
dreven? Hoe dit ook zij, met welke bedoeling
was de boot stuk geslagen? Wat het om
Getch en oom Joseph op het eiland gevangen
te houden? Indien dat het geval was, moest
Mandhu Khan voor het beschadigen van de
boot aansprakelijk gesteld worden. Ook achtte
ik het waarschijnlijk, dat Mandhu Khan den
moord bedreef. Met welke bedoeling had hij
het gedaan? Vermoedelijk om de Kang-hs
vaas terug te krijgen. Maar waar was de
boot, waarmede Mandhu Khan op het eiland
was gekomen? Ik staakte mijn overpein-
zingen en verliet met Pepita den toren.
„Luister eens, Pepita Wij staan op het
punt om te ontsnappen!"
„0. Ben, als dat eens mogelijk was! Maar
hoe?"
„Wat ik bedoel is natuurlijk, dat wij zullen
probeeren om te ontsnappen", vervolgde ik.
„Misschien slagen wij en misschien ook
niet. Luister Die Hindoe moet ergens een
boot hebben. Waarschijnlijk aan het Westelijk
gedeelte van't eiland vermoedelijk is hij
daar geland, omdat ik geloof, dat er een
vaargeul langs dat gedeelte van het eiland
loopt en het is zeer waarschijnlijk, dat hij
door die geul is gekomen. Wij weten waar hij
nu is." (Wordt vervolgd.)