JlkiKlt Eiiuit. ram,i,eton. Landbouw en Veeteelt. De aardappef-wratziekte. DE KANG-HE HAAS. No. 297 1929 flfidftrd een en dertigste Jaargang. Dinsda^ d? Decemhcr Badio-hoekje Waensdag 18 December. Hilversum, 1071 M. (Van 12—6.— n.m. 298 M.) 10.—10.15 Morgenwijding. 12.15— 2.Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.3.Radio Kinderkoorzang onder leiding van Jacob Hamel. 3.4.Naaicursus. 4. 4.30 De voornaamste studiemuziek voor piano, uitgevoerd door Egbert Veen. Fcelicii- iting door Louis Schmidt. 5.5.30 Causerie over China, door G. Pilger. 5.30 6.30 Con cert door het A. V. R. O.-Kwartet. 6.30 Vaz Dias: Koersen. 6.457.15 Italiaansch: Be ginners 7 15—7.45 Italiaansch: Gevorder- den. 8.01—8.45 A. V. R. O.-Nutslezingen over Indie. Het Mohammedanisme. Spreker: Prof. Dr. C. Snouck Hugronje. Daarna: Duitsche Avond. 8.45—9.— Inleidende cau serie door James Yoland. 9-45 11. Con cert door het Versterkte Omroeporkest. Helene Cals, sopraan. Het Hollandsch Strijkkwartet. 10.15 Persberichten. Na afloop van het concert: gramofoonmuziek. 12.— Sluiting. Huiztn, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) g 159.30 Concert. 10.3011.Zieken- dienst. 11.—11-30 Gramofoonmuziek. 11.30 —12.30 Harmoniumbespeling. 12.302. Concert. Alt-mezzo, cello en piano. 2.2.45 Concert. Piano, orgel, zang en viool. 4.15 5_ Gramofoonmuziek. 5.6.Kinderuur- tje. 6.—6.30 Gramofoonmuziek. 6.307.30 Cursussen Techniek. 7.30—8.— Causerie over: „De Stads-kippenhouder". 8.8.30 Be- stuursmededeelingen door den voorzitter. 8.3010.Uitzending van de Joodsch Christeliike Getuigenis samenkomst vanuit „Salvatori" te Amsterdam. Sprekers en zan- geres. 10.10.30 Lezing over: De electro- dynamische luidsprekers en de electr. gramo- foon-opnemer (pick-up). 10.3011.Gra mofoonmuziek. 10.30 Persberichten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert. A. Turnbull, alt. F. Steger, tenor. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20 Lezing. 3.45 Dansmu- ziek. 4.05 Concert. M. Watson, sopraan. Strijkkwartet. 5.05 Concert op cinema-orgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Zang door The Mas ked Carol Singers. 6.35 Nieuwsberichten 7.05 Piano recital. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. 8.20 „Koningkinder Sprookjes-Opera. Muziek van Humperdinck. Eerste bedrijf. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 Lezing. 10.„K6nigskinder". Tweede en derde bedrijf. 11.2012.20 Dansmuziek Parijs Radio-Par is", 1725 M. 12.50 2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. Orkest en soli. 6.55 Gramofoorir-?:ek. 7.40 Gramo foonmuziek. 8.20 Opvor .g van „Werther'' van J. Massenet. Langenberg, 473 M. f 7^— 7.20 Gramo foonmuziek. 9.4510 7 amofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuz 2.25—1.50 Or kestconcert. 4.505.5" Cc :crt. Mandoline- orkest en alt. 7.20 Duift avcnd Orkest en violist. Daarna tot 11.20 Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 6.1510.05 Lezingen. 11.2012.15 Gramofoonmuziek. 12.15 12.50 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmu ziek. 2.053.50 Lezingen. -3.504.50 Con cert uit Hamburg. 4.507.20 Lezingen. 7.20 „Wibbels Auferstehung". Blijspel in 4 bedrij- ven van Hans Miiller Schlosser. Daarna be richten en lezing. Vervolgens tot 11.50: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.35—12.05 Uit zending voor scholen. 2.504.50 Concert. Orkest en declamatie. 7.359.Duitsche avond. Orkestconcert en declamatie. 9.20— 10.20 Orkestconcert. Brnssel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35' Duitsche avond. Haar gevaren voor den export. Een verbod en vervanging door onvatbare soorten noodzakelljk. Door de Vereeniging van oud-leerlingen der Rijks-Landbouwwinterschool te Hoorn was gistermiddag in het Landbouwhuis een bijeenkomst georganiseerd, waar vertegen- woordigers van den Plantenziektenkundigen dienst een uiteenzetting hielden in verband met de aardappelwratziekte. Er bestond voor deze vergadering, in 't bijzonder uit landbouwkringen, grcote be- langstelling. Onder de aanwezigen merkten w; op de burgemeesters van Schcorl, Oterleek, fiens- broek, St. Pancras, Callantsoog, Ko.dijk, Anna-Paulowna, Berkhout, Schagen, Heer- Hugowaard en Wieringerwaard, terwijl bo- vendien de seer, der Hollandsche Maat- schappij van Landbouw, de heer Huisman uit 's-Gravenhage en tal van wethouders en autoriteiten op landbouwgebied tegen- wcordig waren. De v o o r z i 11 e r, de heer Krijger, opende de vergadering met een woord van weikom. Ir. Van Poeteren, van den Planten ziektenkundigen Dienst te Wageningen, leid- de daarop de besprekingen in en ving aan met te zeggen, dat men de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur dankbaar diende te zijn voor het feit, dat zij door de rondzending der bekende circulaire deze belangrijke zaak aan de orde heeft gesteld. Men had al vaak over de wratziekte gehoord, doch men kende haar niet goed. Zooals ze zich thans voordoet, heeft ze voor de cultuur op't oogenblik zoo goed als geen beteekenis. Alleen voor den uitvoer is zij van het grootste belang. Verschillende landen hebben verbodsbe- palingen gemaakt. Zo<7 worden voor uit voer naar Engeland, Belgie en Duitschland uitgesloten alle aardappelen g:teeld op grond, binnen 500 meter van het perceel, waar de aardappelwratziekte heerscht. Voor Frankrijk is deze afstand zelfs nog groo- ter. Het blijft echter niet alleen bij aardappe len, maar Denemarken en Zweden stellen ook dien eisch van 5 K.M. voor de bloem- bolkn, terwijl het niet onmogelijk is, dat nog andere landen binnenkort dit voorbeeld vol- gen. De invloed van de wratziekte is dus veel en veel grooter dan men aanvankelijk zou meenen. Kon men die wratziekte bestrijden dan was het nog niet zoo erg. Wanneer die ziekte echter in den grond aanwezig is, dan blijft dat terrein besmet. Men heeft hier dus met een taaien vijand te doen en men moet zich dat goed in het oor knoopen. Voor streken, waar de wratziekte niet voorkomt, moet er met zcrg naar gestreefd worden, dien toestand te behouden. Het ver- voer binnenslands kan men evenwel be- zwaarlijk aan bepaalde regels binden-. Het is bovendien mogelijk dat de wrat ziekte reeds lang aanwezig is, v6ordat men haar bemerkt. Openbaart zij zich, dan is het te laat, omdat dadelijk de voorschriften van 't buitenland voor dat terrein in werking tre- den. Dit is echter theoretisch beschouwd absoluut te voorkomen, door een voor de wratziekte onvatbare aardappelsoort te tee- len. Nu komt men dus tot het verbod. Als men de menschen zegt, dat ze een andere soort moeten verbouwen, dan is het de vraag of alien het zullen dcen. En dit meet worden voorkomen. Bij een verbod zullen de goed- willenden er niet onder lijden, terwijl de an deren zich dan moeten schikken. Hoe meet die verbodsbepaling werken, vroeg spr. Het gaat er niet om de groote cultuur in een keurslijf te dwingen, maar om de kleinere perceeltjes voor gevaar doen uit te sluiten. De Bravo is het allergevaarlijkst voor de aardappelwratziekte en door het teelen van dezen aardappel is ze gemakkelijk te consta- teeren. Met de Zeeuwsche blauwen is dit ook het geval, alhoewel ze niet in de betreffende circulaire is vermeld. Het Bintje werd hierin wel genoemd. Er is geen ontkomen aan, dat we hier de vatbare aardappelen door onvatbaren zul len dienen te vervangen. In Engeland is reeds gedeeltelijk een verbod van vatbare aardap pelen ingevoerd. In Duitschland gaat men denzelfden kant op, terwijl in Groningen den verbouw der Bravo eveneens reeds ver- beden wordt. Er wordt nu al hard gewerkt aan het kweeken van een soort, die de Bravo vervan gen kan. In de aardappelwet ligt de bevoegdheid een bouwverbod uit te vaardigen voor ge meenten, waar reeds de wratziekte bestaat. Doch de andere gemeenten vallen er geheel buiten en hier kunnen alleen de gemeente- raden iets doen. Zij moeten dus nagaan of het van belang is het verbod in te voeren. De wratziekte komt meestal doch lang niet altijd! in het tweede deel van het jaar, maar de vroege soorten leveren even eens gevaar op. Bovendien worden alle vroe ge aardappelen niet altijd vroeg verbouwa. In betrekkelijk korten tijd zal Bintje door een anderen aardappel vervangen moeten worden. De grootste gevaren schuilen echter in den verbouw van Zeeuwsche Blauwen, Bravo e.a. Spr. zou het in de hoogste mate betreuren wanneer de voorschriften van het buitenland voor eenige plaatsen in Noord-Holland in werking zouden treden. Spanje heeft, door onzen arbeid, de afstand reeds verkleind, evenals Belgie. De gevaren bestaan echter en men moet met verscherping rekening hou- den, hoewel in 't algemeen de scherpe kan- ten eraf gaan. De wratziekte is een voortdurend gevaar en we moeten alles doen er onder uit te ko- men. Dit kan door het verbod van den ver bouw der vatbare soorten. Laat men zoo spocdig mogelijk de gevaarlijke soorten vei- blcden. Bij lang wachten kan de toestand noodlcttig worden. Spr. legde er den nadruk op, toch vooral voorzichtig te zijn. Met het nadrukkelijk verzo.k niet te slap en te lauw te zijn, eindigde ir. Van Poete ren zijn inleiding. De gedachtenwisseling De voorzitter stelde hierna de discussie open. De heer v. L ii n e n (Castrocum) meende, dat, wanneer de wratziekte zoo'n groot ge vaar opleverde, het verbod liever bij de wet geregeld moet worden. Is dit niet mogelijk, welke soorten zou de gemeente Castricum dan moeten verbieden? De heer Verhoeven (Plantenziekten- kundige Dienst) gaf toe dat regeling bij rijkswet het beste zou zijn, doch dat is nog niet mogelijk. Verboden kunnen nog alleen maar voor gemeenten gelden. Wel zal een voorstel in die richting in behandeling ko- men. Gaat het bij rijkswet, dan zal overleg toch nog noodig zijn. Ieder geval zal apart beschouwd moeten worden, omdat men nog geen voldoende assortment heeft om de on vatbare soorten voor vatbare in de plaats te stellen. De Beverlander heeft zich een vrij goede vervanger betoond voor de Bravo, andere vervangers zijn de Friso, Noorder- ling, Jubileum obijn en Monocraat. Deze zijn slechts vervangers voor de late soorten. Op deze soorten moeten we ook vooral onze aandacht vestigen, omdat zij veel gevaar kunnen doen. -'t Gaat niet alleen om de soor ten, die in de circulaire staan, maar ook om anderen, zooals Zeeuwsche Blauwe en soms ook Eigenheimers. Overleg kan men plegen met de landbouworganisaties en den Plan tenziektenkundigen Dienst. De heer Kroonenburg (St. Pancras) deelde mede, dat het verzoek tot verbod veel stof heeft doen opwaaien. De L. G. C. advi- seerde voorloopig af te wachten. Komt de zaak straks weer in den raad, dan zal er weer met ernst worden aangedrongen de Bravo te handhaven. Met het vaststellen eener verordening is men er nog niet. De praktijk zal zich langzamerhand moeten aan- passen. Voor de Schotsche Muis heeft men nog geen vervanger en voor onze streek ligt hier een groot gevaar t.a.v. den export. Wel ke consumptie-aardappel kan voor onze streek het best de Bravo vervangen, vroeg spr. De heer Verhoeven meende dat het niet wegnam, dat de vervanging van de Bra vo ernstig onder het oog moet worden ge- zien, omdat hij zeer vatbaar is. Bij pootgoed- verwisseling is de kans van overbrenging zeer groot. Heeft men nu 'n vervanger, die 80 tot 90 pet. oplevert, dan moet men zich toch ernstig afvragen of de Bravo niet uitgescha- keld moet worden, daar men anders de kans loopt dat de geheele export voor een be paalde streek wordt verboden. Gaat het al leen voor de consumptie, dan acht ik het, al- dus spr., toch van belang de Bravo te ver vangen. Eenige soorten zullen om te pro- beeren worden uitgezet. In de voorzicning van het pootgoed zit niet de grootste moei- lijkheid omdat hier wel een weg gevonden zal worden met medewerking van de over- heid. Tusschen de Bravo en Schotsche Muis be staat een groot verschil. Zoolang men voor de laatste geen goed vervanger heeft, kan zij niet worden uitgeschakeld. Op een vraag van den heer B a k k e r (Ob- dam) deelde de heer Verhoeven mede, dat voor de Due nog geen vervanger is ge vonden. De heer O o t j e r s (Noord-Scharwoude) oordeelde dat het't beste is, om, wanneer ver schillende gemeenten de invoering van een verordening overwegen, niet te hard van stapel te Ioopen en eerst overleg te plegen met de tuinbouworganisaties, opdat deze bij Uit het Engelsch door J. S. Flitscher. Geautoriseerde vertaling door v. d. W 89 „Mandhu Khan is daar beneden! Ik heb hem gevolgd en reken er op, dat hij oom Joseph nog eenige onaangename oogenblik- w bezorgen, als hij hem tegenkomt. Mandhu Khan heeft iets in den zin, maar wat, dat kan ik nietgissen. Hij heeft den toren in brand gestoken, zoodat onze voorraad eet- en drinkwaren verdwenen is. Dus zijn we zonder voedsel". ,,Er is nog iets te doen in de grot, waarin Wij gezeten hebben. En zeker zullen ze ons komen zoeken, Ben als wij ons vuur aanste- ken; dat zien ze natuurlijk in Middlebourne". ,,Ja, maar het ellendige is, dat die men- scnen het ook zien", antwoordde ik wijzendc naar het schip. „En als dat vrienden zijn van oom Joseph en Getch, dan zullen ze van ons niets willen weten! En Mandhu Khan zal het ook zien en Mandhu Khan kan zijn rede- nen hebben om mij tot zwijgen te brengen, even goed als hij Getch tot zwijgen heeft °e- bracht; wij zitten in den val". „Spreek niet zoo", zeide zij wanhopig. »Wat heb jij gedaan, dat hij „Ik weet ook niet wat Getch heeft gedaan, oat Mandhu Khan hem deed "wat hij 4eed", merkte ik op. „Het geeft allemaal niets om daarover onze hersens te jjrekennu is de zaak wat gaat daar op het strand gebeuren? Dat schip is daar en om Joseph is beneden op het strand en dichtbij hem in de buurt is de Hin- doe ik zou alles van dichtbij willen zien als dat veilig is te doen". Wij loerden over den rots met voile aan dacht, Er ging eenigen tijd voorbij; niets ge beurde. Eindelijk slaakte Pepita een kreet en stootte mij aan. „Ben!" fluisterde zij. „Kijk eens, daar komt een boot naar het strand". En voor ik bet zag voegde zij er aan toe, „een twee drie menschen er in. Een achterin aan h't roer en twee op de riemen". Ik had meer aandacht geschonken aan het land dan aan de zee; ik wilde uitvorsehen waar oom Joseph zich ophield en de rond- sluipende Hindoe. De boot ging rechtstreeks naar het punt, waar ik het eerste schot had gehoord en daar stevig aan de riemen getrokken werd was zij spcedig bij de kust. De menschen sprongen te water en trokken de boot op het strand. D° beide roeiers gingen op de doften zitten en staken een pijp op; de derde man, die een lang, donker voorwerp onder den arm droeg. keek overal rond. „Ben, als je oom met de boot vertrekt, wor den wij achtergelaten. En die bruine kerel zal nog op het eiland zijn. Zou het niet beter zijn om naar beneden te loopen en te zorgen dat ze ons meanemen?" „Zorgen is een mooi woord'', antwoordde ik bedroefd. „Je kunt de menschen niet later, doen, wat zij fceslcten hebben om niet te doen, Pepita, tenzij je iemand naar je hand kunt zetten en ik vrees, dat ik dat niet kan, zelfs niet met mijn revolver; er zijn daar beneden te veel menschen om mee af te rekenen. Een feit is, dat oom Joseph ons heeft laten glip- pen .ons misleid heeft. Vervloekte kerel Hij wil niet. dat wij voorloopig het eiland ver- lafen. Hij denkt alleen aan zijn eigen veilig- heid en hij geeft geen cent om de onze! En toch „Wat?" vroeg zij, toen ik zweeg, lachend om het denkbeeld dat bij mij opkwam „Waar- om lach je?" „Ik lach bij de gedachte, dat Mandhu Khan oom Joseph daar tegenhoudt. Je ziet, hij gaat niet naar de boot. Zij wachten daar nog steeds. Alhoewel oom Joseph een revolver bij zich heeft, is hij een aartslafaard; hij zit daar zeker ergens achter de rotsen verbor- gen, bevend van angst omdat de Hindoe tus schen hem en de boot is. Dat hoop ik tenmin- ste." „Een van de menschen gaat het strand langs'', zeide zij. Dat was de man, die iets onder den arm droeg. De roeiers sehenen niemand te verwach- ten althans nu nog niet. Een van hen ging in 't zand liggen in de schaduw van de boot en scheen een dutje te willen doen. De ander kroop achterin. De derde was niet meer te zien. De rotsen en het strand beneden waren ten minste drie kwart mijl van oris verwijderd en verschillende gemeenten en bloc invoering van een verbodsbepaling verkrijgen. De heer M e 1 c h i o r vroeg, naar aanlei- ding van een vrijspraak door den kanton- rechter te Groningen, wat er gebeurt als men de verboden soorten toch verbouwt. Ir. Van Poeteren zeide, dat het ver bod van onder moet opkomen en van boven moet worden gesteund. Het gaat echter niet om processen-verbaal. maar om streek- belangen. Het is een tuinbouwbelang en er kan dus voor gezorgd worden, dat de hand wordt gehouden aan een verbod. Men moet niet wachten totdat de gemeentepolitie rond- gaat. De hoofdzaak is, dat de uitvoering ge- schiedt door de tuinbouwers zelf. Men moet bovendien niet op een ander wachlen maar een goed voorbeeld willen geven. Kijkt men de kat uit den boom, dan gebeurt ,r n>;s. De zaak moet met kracht worden cm -fpekt Er zijn, buiten de wetstoepassh-. nog wet andere maatregelen, om onzen z:;i doo," te drijven. We kunnen met overleg hier toch zeker wel het goede bereiken Instemming). De heer S t c ij n (Beverwijk) legde er den nadruk op. dat het blijkt dat men er niet is met een verbod van de in de circulaire ge- noemde soorten en dat men tot een compro- mis geneigd is. Dit is in de circulaires van Bloembollencultuur aan de gemeenten niet voldoende tot uiting ge!" ien. Het gaat er om, soorlrn beschikbaar te krijgen, die onvatbaar zijn voor de wrat ziekte. Dan zal men ook overal zijn mede werking willen verleenen. Ir. Van Poeteren antwoordde hierop, dat de circulaire haar grootste beteekenis ont- leent aan het feit, dat door haar de kwestie aan de orde werd gesteld. Nu gaat het erom de kwestie zelf onder het oog te zien. Het zwaard van de wrat ziekte hangt U alien boven het hoofd. Er moet dus wat gedaan worden en de zaak moet niet te slap worden aangepakt. We die nen ons te wenden tot de onvatbare soorten. De soort, die niet geheel volwaardig doch on vatbaar voor de w'ratziekte is, is van veel meer belang, dan een duurdere soort die wel vatbaar is. Ir. H a z e 1 o o p leek het 't belangrijkst toe, zooveel mogelijk ervaringen te krijgen van onvatbare soorten. De teelt van alle vat bare aardappels kan niet ineens verboden worden. Toch moet het langzamerhand die richting uit; maar dan dient men vervangende soorten te hebben. Spr. legde er daarom nog eens den nadruk op, de teelers in Noord- Holland zooveel mogelijk met de onvatbare soorten bekend te maken en dan den verbouw er van te bevorderen. Ir. Van Poeteren was het met den vorigen spreker geheel eens en deelde mede, dat de Plantenziektenkundige Dienst reeds alles in het werk stelt, den verbouw van on vatbare soorten te bevorderen. Van rijkswege wordt per jaar reeds voor eenige duizenden guldens toeslag gegeven op het pootgoed. Spr. had willen zeggen, dat men niet te lauw moest zijn en zeide, dat er nog veel pootgoed van de Bevelander ver- krijgbaar is. Van de Friso zal het volgend jaar eveneens een kwantum pootgoed be schikbaar komen. De Roode Star is niet geheel, doch slechts weinig vatbaar en daarom misschien niet aan te bevelen. Groote gevaren brengt ze niet met zich mee, doch het is veiliger haar niet te verbouwen. Hiermede waren alle sprekers beantwoord, doch de voorzitter stelde de gelegen- heid nog open een enkele opmerking te maken. De heer K w a n t (Warmenhuizen) vroeg of het niet in de eerste plaats op den weg had gelegen overleg te plegen met de tuin bouworganisaties, alvorens men tot wettelijke maatregelen wilde overgaan. De heer Van H e r w ij n e n (St. Pancras) wees erop, dat t. a. v. den verbouw van het koolzaad, ook de hand aan de bepalingen wordt gehouden, hoewel deze niet wettelijk bindend zijn. De heer Breebaart (Callantsoog) vroeg naar de reden waarop de kantonrechter vrij spraak had gedaan. De doorvoering van een verbod zal heel moeilijk zijn. Wanneer echter een strafverordening wordt gemaakt. dan is het de bedoeling dat ze zonder pardon wordt toegepast. Hoe heeft men, vroeg spr., de door voering van de verbodsbepaling gedacht? De heer Glas (Broek op Langendijk) vroeg waar de poters besteld kunnen worden en hoe groot de stvbsidie is. De heer Best (Berkhout) vond, dat de zaak al heel zonderling was aangevat. Spr. verzocht het bestuur aan alle gemeentebe- sturen een circulaire te willen sturen, waarin duidelijk wordt uiteengezet wat men precies wil doen. De heer Loving (Anna Paulowna) deel de mede. dat men bij invoering van het ver bod in zijn gemeente tevens aan alle ingezete- nen bekend maakte waar tegen zeer geredu- wij wisten, dat elke levende ziel op het eiland daar beneden was; ik vond, dat nu het oogen blik was gekomen om weer eens een kijkje te gaan nemen bij den toren. Wij gingen omzich- tig terug. Rond den toren zagen wij rook wolkjes. En voordat wij bij den toegang wa ren, waarvan de nooddeur thans verdwenen was, begreep ik dat mijn veronderstelling, dat Mandhu Khan de brandstichter was. niet juist kon zijn. Het leek mij thans, dat dit meer in de lijn lag van mijn familielid, dan in de lijn van den Hindoe; het was mogelijk dat hij, wetend dat het schip dien middag zou komen, alles in brand had gestoken, zoo dat voor Pepita en mij geen voedsel overbleef en dat wij, eer er hulp was opgedaagd, van gebrek zouden zijn omgekomen. En toen wij binnentraden was ik stellig overtuigd van oom Joseph's laagheid en vervloekte hem meer dan ooit. Van naderbij gezien bleek ten- slotte, dat het vuur niet alles had verwoest en het was duidelijk, dat de brand opzettelijk was gesticht. De verschillende doozen en kist- jes van licht hout, die wij hadden meege- bracht, waren op een hoop gegooid; alles wat brandbaar was lag daar bovencp gesta- peld, zelfs de planken van onzen nooddeur En alles nagaande kwam ik tot de slotsom, dat toen de Hindoe bij zijn tweede bezoek in den toren kwam, oom Joseph daar nog ver- borgen moet geweest zijn, verborgen in een spleet of donker hoekje en dat toen Mandhu KJian de trap opging hij vlug de brand in den stapel stak en maakte dat hij wegkwam, zon der dat ik hei v-j kunnen opnierken. ceerden prijs pootgoed vaj onvatbare soor ten verkrijgbaar was. (Instemming). Ir. Van Poeteren beantwoordde de verscjiillende sprekers en zeide, dat het mis schien wel beter was zich eerst tot de tuin bouworganisaties te wenden, doch Bloem bollencultuur meende, dat men door haar cir culaire voldoende zou zijn ingelicht De Plantenziektenkundige Dienst heeft zich met de consulenten in verbinding gesteld en wendt zich nu tot de belanghebbenden. De uitspraak van den kantonrechter te Groningen was gegrond op gebrek aan be- wijs. De zaak is echter nog niet uit, want er is pootgoed genomen, dat het volgend jaar uitgezet zal worden. S.pr. had nooit bedoeid', dat met de toepassing der verordening soe- pelheid betracht dient te worden De eerste pressie moet evenwel door de belanghebben den zelf uitgeoefend worden. Er wordt niet altijd subsidie gegeven. doch in verschillende gevallen van veel belang wordt ze wel verstrekt. Spr. eindigde met het uitspreken van de hoop, dat het resultaat van de besprekingen zou zijn. dat men algemeen is doordrongen van het feit, dat het hoogst belangrijk is deze zaak met kracht aan te pakken. De voorzitter sloot hierop met een hartejijk woord van dank aan de sprekers en de aanwezigen voor hun keurige uiteenzet ting en hun aanwezigheid. Spr. rekende op aller medewerking bij de bestrijding van het groote gevaar, waartegen opgekomen mod worden. (Applaus). DE LANGENDIJKER GROENTE- VEILINGEN. Volgens een deze week gehouden vergade ring van de afdeeling Langendijk en omstre- ken van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur oefenen de Langendijker tuinders niet uitsluitend meer het tuinbouw- bedrijf uit, doch begint de .bloembollencultuur hier meer en meer in te burgeren. Het aantal leden der genoemde afdeeling was het laatste jaar met 80 procent voortuitgegaan, zoodat mag worden aangenomen, dat de oppervlakte, die met bloembollen is bezet, minstens ander- halfmaal zoo groot zal zijn als verleden jaar. De laatste jaren zijn de uitkomsten van de bollencultuur zeer voordeelig geweest, reden uaarom verschillende tuinders, die financiee! bij machte zijn zich het noodige pootgoed aan te schaffen, zich hebben geworpen op de bloembollenteelt. Te eerder ging men daartoe over, wijl de grove-groententeelt niet die resultaten opleverde, die men er van mag ver- wachten in aanmerking genomen den belang- rijken, soms zwaren arbeid, die men daarbij- heeft te verrichten. De bekende voorbeelden van menschen, die enkele jaren geleden met het telen van bollen begonnen, en nu er „warmpjes inzitten", verdiend met „de bollen" werkt aanstekelijk. Temeer doet het dit, als men daarbij vergelijkt de tallooze voorbeelden van tuinbouwers, die ondanks zwaren en af- mattenden arbeid maar niet vooruit boeren. Gezien de uitmuntende kwaliteit bollen, die de bodem hier oplevert, lijkt het ons toe, dat de bloembollencultuur hier een toekomst tege- moet gaat en dat het einde van de uitbreiding nog niet is te zien. Naast deze gansch nieuwe cultuur zien we de kassenteelt zich al meer en meer ontwikke- len en de tijd is ook hier niet verre meer, dat in dit tuinbouweentrum het getal 100, aanwij- zende het aantal kassen en warenhuizen, zal zijn bereikt. Met de tijden verzet men dus ook hier de bakens en weet men de moeiiijkheden te boven te komen, die zich voor en na hebben voorgedaan en telkens weer voordoen in den tegenwoordigen tuinbouw. Dat deze nieuwe omstandigheden, de nieu we orienteering in de andere cultures, paraat- heid eischt van de tuinders en kweekers, is duidelijk. De noodige gelegenheden, om zich die kennis eigen te maken, welke noodzakelijk moet worden geacht om zijn vak goed onder- legd te kunnen uitoefenen, moeten hem da? toe in staat stellen. Geconstateerd moet echter worden, dat aan het benutten van die gelegen heden, wel eens wat hapert. Tuinbouwcursus- sen en cursussen voor bemestingleer, lezin gen, waar men kennis kan opdoen omtrent de bloembollencultuur, moeten worden gevo'gd. wil men op de hoogte blijven van alles, wat het uitgeoefende vak betreft. Vooral onder de jongere tuinders schijnt de animo voor het volgen van soortgelijke onderwijsgelegen- heden niet groot te zijn. De afgeloopen week stond in het teeken der kooltelling. Door de bestursn der tuinbouw- vereenigingen waren aan de leden de formu- Keren bezorgd, waarop de hoeveelheden aan- wezige stapelproducten moesten worden in- gevuld. Van enkele vereenigingen vernamen we de cijfers reeds. Er blijkt uit, dat de voor- raden bijzonder groot zullen zijn. Er zijn er, waar de investarisatie uitwijst, dat 80 Terwijl ik daar in den ingang stond, sta- rende in de zwarte massa, waaruit de grijze rook bii tusschenpoozen opsteeg, kwamen e'e verschillende fazen van de jongste gebeurte- nissen weer voor mijn geest. Wie doodd? Getch? Maakte de moordenaar van Getch ook diens boot onbruikbaar? Of waren deze feiten door twee verschillende personen be> dreven? Hoe dit ook zij, met welke bedoeling was de boot stuk geslagen? Wat het om Getch en oom Joseph op het eiland gevangen te houden? Indien dat het geval was, moest Mandhu Khan voor het beschadigen van de boot aansprakelijk gesteld worden. Ook achtte ik het waarschijnlijk, dat Mandhu Khan den moord bedreef. Met welke bedoeling had hij het gedaan? Vermoedelijk om de Kang-hs vaas terug te krijgen. Maar waar was de boot, waarmede Mandhu Khan op het eiland was gekomen? Ik staakte mijn overpein- zingen en verliet met Pepita den toren. „Luister eens, Pepita Wij staan op het punt om te ontsnappen!" „0. Ben, als dat eens mogelijk was! Maar hoe?" „Wat ik bedoel is natuurlijk, dat wij zullen probeeren om te ontsnappen", vervolgde ik. „Misschien slagen wij en misschien ook niet. Luister Die Hindoe moet ergens een boot hebben. Waarschijnlijk aan het Westelijk gedeelte van't eiland vermoedelijk is hij daar geland, omdat ik geloof, dat er een vaargeul langs dat gedeelte van het eiland loopt en het is zeer waarschijnlijk, dat hij door die geul is gekomen. Wij weten waar hij nu is." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 5