KINADRUPPEL5
S-ftadsnieiiws
meer aanwezig is can verleden jaar; er zijn
fcr waar dit 20 is. Van voorbeelden, waar
jminder voorraden zijn dan het vorige jaar,
hoorden we niet. Bijzonder groot moete'n de
aanwezige hoeveelheden Deensche witte koo!
zijn. Ook van roode kool is aanmerkelijk meer
aanwezig dan op 15 December 1929. Aan
gele kool zal er niet zoo veel zijn. Ook de
voorraad uien schijnt belangrijk hooger te
zijn dan verleden jaar. Voor een groot dee!
moet dit toegeschreven worden aan de om-
standigheid, dat verleden jaar in November
en December zeer hooge prijzen voor dit pro
duct werden besteed in tegenstelling met die
van dit jaar, nu de uien zeer weinig waard
zijn.
Ofschoon het weer in de afgeloopen week
voor de in de boeten opgeslagen kool zeer on-
gunstig was, bleek de stemming op de veiling
er niet op achteruit te zijn gegaan. In het
laatst der week werden voor sommige produc-
ten betere prijzen besteed dan dit wel placht;
in een tijd als deze, de weken voor Kerstmis,
wanneer het, althans bij zacht weer, bijna a!-
tijd slap is aan de veilingen, is deze opleving
geen slecht teeken.
De hoofdaanvoeren, die we deze week aan
de veilingen kregen, waren die van de ver
schillende koolsoorten.
Roode koo! gold Maandag aan de Broeker
veiling 2.8*0-—f 4.90, aan die te Noord-
Scharwoude 3.604.80. Volgende dagen
was de maximum-prijs, d. i. die voor het kleine
goed, wat hooger, zoodat deze tusschen
5.505.80 lag. Te Noord-Scharwoude
werd Zaterdag zelfs boven de 6 betaald.
Aan de Broeker veiling werd voor groote kool
tot 3 en meer betaald, aan die te Noord-
iScharwoude lagen de laagste bestede prijzen
"tusschen 2.203.10. De totaal-aanvoer
aan beide veilingen beliep 73 spoorwagens,
waarvan 50 aan de veiling van den Noorder
marktbond.
Gele kool was ook meer gezocht dan dit in
de laatste weken het geval was. De hoogste
.prijs, welke Maandag aan de Broeker veiling
werd betaald, was 4.90. In't midden der
week liep de maximum-prijs tot 5.50 op, ter-
wijl Vrijdag zelfs tot 6.10 betaald werd.
Groote gele werd voor ongeveer 2.50 ver
kocht. Aan de veiling te Noord-Scharwoude
lagen de prijzen tusschen 3.80f 5.80. De
aanvoer was intusschen nog gering: aan bei
de veilingen rond 20 spoorwagens.
Gewone witte kool werd maar een keer
aangevoerd en bracht teen 0.90 per 100
K.G. op. Deensche witte kool week in prijs
weinig af met de vorige week, ofschoon een
kleine verbetering viel op te merken Maan
dag bracht ze aan de Broeker veiling 1.20
1.60 op, Vrijdag 1.402.30. Aan de
veiling van den Noordermarktbond lagen de
prijzen tusschen 1.302.10.
Het is te begrijpen, dat de aanvoeren bij
die prijzen gering blijven. Het vorige jaar
was er naar deze koolsoort op dezen tijd reeds
een groote vraag uit verschillende landen,
zoodat de prijzen toen hoog warenthans be
liep de aanvoer slecht 26 spoorwagens.
Bloemkool liep ook wat in prijs achteruit.
Het schijnt, dat op de buitenlandsche markten
groote aanvoeren komen uit andere landen,
ten gevolge waarvan de prijzen worden ge-
drukt. In den aanvang brachten de mooiste
en grootste ongeveer 11 op per 100 stuks,
doch deze prijs liep in den loop der week wat
op, zoodat later 1415 werd besteed. De
laagste prijs, welke voor eerste soort aan de
Broeker veiling werd betaald, was 7.50
J 10.50. Aan de veiling te Noord-Scharwoude
lagen de prijzen tusschen 6.2013.10
Voor tweede soort werd van 2.30—/ 5.20
betaald. In totaal beliep de aanvoer rond
62000 stuks, waarvan 48000 aan de Broeker
veiling. Tegenwoordig zijn het reuzen, welke
ter veiling komen.
Aardappelen verschenen niet meer aan de
Broeker markt. Aan die te Noord-Scharwoude
werd voor blauwe 2.50 betaald, voor Eigen-
heimers 1.502.20, voor Bravo's 1.50.
De prijzen der uien lieten weer veel te wen-
schen over. Er werd van 2.302 80
voor betaald; voor drielingen slechts 1 10
1.60. Nep bracht van 3.104.70 op,
terwijl voor grove uien de prijzen tusschen
2.603.20 lagen. In totaal werden
slechts 5 spoorwagens aangevoerd.
Evenmin waren de prijzen der peen gunstig
Ze bracht 2- I" 3.20 voor groote en 1.20
1.80 voor kleine op.
Van bieten waren de aanvoeren gering; dit
moet toegeschreven worden aan de zeer lage
prijzen, welke voor dit product worden be
taald. In 't begin der week werden er voor
0.70 per 100 K.G. verkocht, later brachten
ze 1.501.80 op.
De priizen van Cnineesche kool liepen nog
al wat uiteen. Zoo besteedde men Dinsdag
aan de Broeker veiling 3.705.60, aan
die van den Noordermarktbond 2 30
5.90. Den laatsten marktdag waren deze
noteeringen aan de resp. veilingen 1 30
3.30 en 22.40. Er werden rond 12000
siuks aangevoerd.
AARDAPPELWRATZIEKTE.
Donderdag is te Hoorn op initiatief van
twee rijkslandbouwconsulenten, een rijkstuin-
bouwconsulent en de Vereeniging Oud-leer-
lingen der Rijks Tuinbouw-Winterschool te
Hoorn een drukbezochte vergadering gehou-
den, waarop de meeste gemeentebesturen en
tuinbouweorporaties uit het Oostelijk deel
van Noord-Holland, aanwezig waren, ter
bespreking van de bestijding van de aard-
appelwratziekte.
Nadat ir. van Poeteren en ir. Verhoeven
een korte uiteenzetting hadden gegeven volg-
de een breedvoerige gedachtenwisseling,
waarbij men algenieen van den ernst van deze
zaak overtuigd was.
Hoewel het nut van plaatselijke verorde-
ningen, houdende een teeltverbod voor be-
paalde vatbare soorten (zooals liier door
ec-nige gemeentebesturen reeds is vastgesteld)
niet wordt ontkend, is toch van verscheidene
zijden aangedrongen op een wettelijke rege-
ling.
HET „BLAUW" BIJ AARDAPPELEN.
Dit jaar treedt het „blauw" bij aardappe
len op verschillende plaatsen weer in vrij
belangrijke mate op. Waar gebleken is, dat
dit „blauw" worden geheel of nagenoeg ge-
heel voorkomen kan worden door het toedie-
nen van een kalibemesting, vestigt de Plan-
tenziektenkundigen Dienst te Wageningen
bij dezen met nadruk'de aandacht van ver-
bouwer- van aardappelen op dit middel.
De verschiinselen zoomede de resultaten
van proefnemingen ter voorkoming van
„blauw" zijn beschreven in Mededeeling
No. 48 van den Plantenziektenkundigen
Dienst „Het Blauw worden van aardappe
len". Alle kalihoudende meststoffen oefenen
in dezen denzelfden invloed uit, maar met
het oog op de schadelijke werking van
chloorverbindingen, is het raadzaam de
chloorhoudende kalimeststoffen vooral niet
te laat aan te wenden.
Daar bemestingsadviezen door de rijks-
land- en tuinbouwconsulenten gegeven wor
den, gelieve men zich voor advies omtrent de
aan te wenden meststoffen en de hoeveelhe
den tot deze consulenten te wenden.
Opgemerkt wordt nog, dat het „blauw" na
iedere voorvrucht kan optreden, maar vaak
in sterke mate voorkomt op gescheurd gras-
land, ook al is dit scheuren reeds eenige ja-
ren geleden geschied. Ook bij klaver, lucer
ne, erwten en bieten als voorvrucht is de
kans op „blauw" worden grooter.
Nadere inlichtingen over het blauw wor
den verstrekt door den Plantenziektenkundi
gen Dienst te Wageningen en door de bij de
zen Dienst werkzame ambtenaren.
BESPUITEN VAN BOOMEN EN
STRUIKEN
CARBOLINEUM.
Daar het tijdstip voor de uitvoering van
bespuitingen met carbolineum wederom is
aangebroken, vestigt de Plantenziektenkun-
dige Dienst te Wageningen de aandacht van
alle belanghebbenden op deze zeer nuttige, in
vele gevallen zelfs noodzakelijke winterwerk-
zaamheid.
I>eze bespuitingen moeten worden uitge-
voerd:
le. in kassen op druiven en perziken, ter
bestrijding van dopluizen (die het zwart ver-
oorzaken) eenige spinsoorten en bladluizen;
voor druiven neme men een 7 Y> pCt. oplos-
sing, voor perziken een 5 pCt., terwijl de be
spuiting resp. voor Januari en voor midden
Januari uitgevoerd moet Zijn;
2e. in vruchtentuinen en boomgaarden ter
bestrijding van diverse blad-, schild- en dop
luizen, bloedluis, appelbladvloo, spruitvreter
(aabessen), spint (voor kruisbessen geheel af-
doende, voor andere vruchtboomen niet steeds
geheel afdoende), roode worm (frambozen),
sommige rupsen en vlindereiereen (speciaal
die van de wintervlinder) die alle den gezond-
heidstoestand der ooftboomen en -struiken, en
daardoor ook de voortbrenging van vruchten
in sterke mate benadeelen, of die rechtstreeks
de vruchten aantasten.
Aden gebruike steeds een 7 M pCt. oplos-
sing (voor bloedhuis is 10 pCt. beter) en
spuite bessenstruilcen en frambozen voor het
midden van Februari, pruimenboomen voor
eind Februari en de andere vruchtboomen
uiterlijk in Maart.
3e. in boomkweekerijen ter bestrijding van
een zeer groot aantal insecten, die den groei
en het uiterlijk der planten zeer kunnen doen
verminderen. Vrijwel alle gewassen op de
boomkweekerijen, ook Coniferen (met slechts
enkele uitzonderingen) Buxous en Azalea's
kunnen zonder bezwaar met een 1Y> pCt. op-
lossing bespoten worden; de vroeguitloopen-
de tot begin of het midden van Maart, de
later uitloopende tot eind Maart.
Deze bespuiting is voor alle boomkweeke
rijen, zoowel die van sie-"planten als die van
vruchtboomen, ten zeerste aan te bevelen en
met het oog op den uitvcerhandel zelfs nood-
zakelijk te aohten
4e. in tuinen en parken, op rozen, sneeuw-
bal en andere struiken, zoomede sier- en laan-
boomen, voor zoover deze laatste niet te hoog
zijn, eveneens ter bestriiding van allerlei (op
het hout overwinterende) insecten, die den
groei en het uiterlijk der planten zeer kunnen
schaden. Ook hiervoor kan men een 7 pCt.
oplossing nemen en de bespuiting moet als
regel voor het midd envan Maart uitgevoerd
zijn.
Waar men voor de uitvoering der bespui
tingen thans over zeer goede machines, zoo
wel voor uitvoering in het klein (rugpulveri-
sateurs), als voor die in het groot(mofor-
sproeimachines) beschikken kan, wordt de toe-
passing van carbolineum, te bestrijding van
vele insecten, die in den winter op de boomen
en struiken verschillende ontwikkelingstoe-
standen overwinteren, ten zeerste aanbevolen.
Nadere inlichtingen worden gaarne ver
strekt door den Plantenziektenkundigen
Dienst te Wageningen, en door de op ver
schillende plaatsen werkzame ambtenaren
van dien Dienst.
BRIEFKAARTEN „VOOR HET KIND".
Mevr. PrinsVlessing verzocht ons op-
name van het volgende:
leder weet dat in de hal van 't postkan-
toor een tentje staat waar men de „Welda-
digheidspostzegels" kan koopen.
Tevens worden daar verkocht Kinder-
Prentbriefkaarten, ten behoeve van het mis-
deelde kind. Het zijn vroolijke gekleurde
kaarten, vol tintelend leven, waarin de kin-
deren middelpunt zijn. De prentbriefkaarten
geven weer het portret en de huiselijke om-
geving van het kind in de 17de eeuw.
St. Nicolaas sp;elt zijn rol erin, de Drie-
konigen, alles„Voor het Kind".
Wanneer nu ieder Nederlander bovendien
den postzegel „Voor het Kind" gebruikte
voor een briefkaart „Voor het Kind" dan
ware onze winstmeer dan 300.000.
De briefkaarten kosten per serie van 6
stuks 0.35.
De winst komt ten goede aan alle vereeni-
gingen van iedere gezindte, die zorgt voor:
zieke, zwakke, gebrekkige, achterlijke, blinde,
doove, doofstomme, verwaarloosde, misda-
dige kinderen.
De minister van binnenlandsche zaken en
landbouw keurt ieder jaar de rekening en
verantwoording van de verdeeling goed.
Gebruikt daarom in. December uitsluitend de
zegels „Voor het Kind". Meer dan 60.000
kinderen vragen uw steun op deze wijze.
LEZING OVER WALTER RATHENAU.
Het Bestuur der Afd. Alkmaar van het
Inst, voor Arbeidersontwikkeling schrijft ons:
Zondagmorgen hield Dr. J. Hemelrijk een
bezielende rede over Dr. Walter Rathenau.
Spr. sche-ste't leven van dezen grooten Duit-
scher op de hem eigene wijze. De talrijke be-
zoekers zullen nog vaak aan deze lezing
terugdenken. Veel van de aanwezigen zullen
zeker nu levensbeschrijvingen van en over
Rathenau gaan lezen. In zijn jeugd reageerde
hij absoluut niet op straffen, ging met een
lachend gezicht in den hoek staan tot mer.
hem er weer uithaalde. In de eerste klasse van
het gymnasium wilden de leeraren met hem
pronken, toen zijn moeder onder de toehoor-
ders was bij een openbare les, daar hij een
van de knapsten was. Hij wilde zich niet door
haar laten controleeren. Alzijdig begaafd
moest hij bij zijn beroepskeuze bepalen, of hij
schilder, dichter of ingenieur zou worden Hij
werd het laatste, hoewel „de schilder- of dicht-
kunst hem spoeaiger van „controle", waar hij
niet tegen kon, zouden hebben ontslagen. Mei
schilderen en dichten ook yerdiende hij niet ge-
noeg, om onafhankelijk te worden. Als inge
nieur had hij niets meer van zijn thuis noodig.
hoewel hij de leiding had van een fabriek, die
niet liep. In het laboratorium nam hij proe-
ven, waarbij zijn arbeiders wegliepen. Zelf
bleef hij werken, tot hij slaagde. Ondanks den
slechten gang van de fabriek bleef hij en hielp
het bedrijf er op. Na zeven jaar was dit in
orde. Een ander zou oogsten, hij neemt zijn
ontslag en komt bij de bckende „A.E.G." te
Berlijn, waar men van hem verwacht, dat hij
electr. centrales zal bouwen in alle oorden
der wereld en electr. trams zal aanleggen
Zijn vader is president van den Raad van
Toezicht. O.m. heeft hij zoo'n centrale te
A'dam gebouwd. Na verloop van tijd heeft hij
leidende functie's in 86 industrieele onder-
nemingen en is nog bij tal van andere betrok-
ken in den Raad van Toezicht. Tegenkanting
heeft hij tot 1907 niet ondervonden. In dit
jaar treedt hij voor het eerst op, waar hij de
ondergang van Duitschland voorspelt. Nu
komt het anti-semitisme voor den dag, want
Rathenau wil zich niet laten doopen, maar
jood blijven. Steeds waarschuwt hij tegen de
concurrentie in bewapening, meer dan ooit
na de bekende Agadir-kwestie. Daarbij komt
nog, dat hij openlijk in de bladen wijst op het
mechaniseeren van den arbeid, wat hij toe-
juicht, maar hij is niet blind voor het vermin
deren van de arbeidsvreugde bij het werk Ook
is hij voor afschaffing van het erfrecht bo
ven een zeker vastgesteld bedrag. Toch sluit
hij zich niet aan bij een partij, omdat hij zelf-
standig wil blijven. Door zijn velerlei functie's
is hij 1 van de 300, die het economisch gebeu-
ren (atbeidsvoorwaarden) van Europa be-
heerschen. Hij staat hier alleen en weet zich
anderzijds niet de genegenheid der arbeiders
te verwerven, doet er ook g i moeite voor
Op dertigjarigen leeftijd leert hij zijn vader
waardeercn, dien hij zijn besten vriend noemt.
Toen hij later te Berlijn was, ging hij steeds
bij zijn moeder ontbijten, waardoor deze zich
eenigermate onontbeerlijk ging gevoelen.
Rathenau is ongetrouwd gebleven. Men noemt
beslist de brieven, door hem aan dames ge-
schreven, er bij nemen, om hem goed te teeke
nen.
Op het oogenblik, dat Oostenrijk Juli 1914
het eerste ultimatum stelt, wil Rathenau dui-
delijkheid, wat de Duitsche regeering niet wil
De oorlog is er echter eenmaal, er dreigt ge-
brek aan salpeter, Rathertau adviseert be-
slaglegging op kunstmest, wat hem den haat
der boeren bezorgt. Later maakt men het uit
stikstof. De kunstmest kon in dien tusschen-
tijd in de behoefte voorzien. Zoo gaat het met
alle grondstoffen. Hierdoor is de oorlog van.
Yt jaar tot 4 jaar verlengd, waarover hij later
wroeging heeft gehad. Hij verklaart zich
tegen den onbeperkten duikbootenoorlog.
Liidendorf zet door. Samenwerking tusschen
deze twee is door verschillend standpunt on-
mogelijk. Steeds is hij geweest tegen een on-
derworpen Frankrijk. Hij ziet alleen een eco
nomisch verschil, op te lossen door een to1-
verbond. De mogendheden der Entente had
den echter zijn tactiek van distributie, de toe-
passing der chemie overgenomen en brachten
ten slotte de Centrale Mogendheden ten va'.
Het is de verdienste van Rathenau geweest de
herstelpolitiek van Duitschland te hebben
kunnen leiden. Stresemann heeft hiervan de
vruchten kunnen plukken. Zelf viel hij in
moordenaarshanden. Een indirect gevolg was
de bezetting van't Ruhrgebied. Na zijn dood
werd hij geeerd, werden zijn verdiensten alge-
meen erkend. De Duitsche geschiedenis vanaf
1900 is zonder Rathenau niet denkbaar.
MOTOR- EN RIJWIELVERORDENING.
(Vervolg.)
Artikel 7.
Bij besluit van B. en W. kunnen plaatsen
binnen de bebouwde kom worden aangewe-
zen, waar de bij artikel 16 eerste lid van het
Motor- en Rijwielreglement voorgeschreven
verlichting niet noodig is ten aanzien van
stilstaande motorrijtuigen.
Artikel 8.
Het is verboden een motorrijtuig op meer
dan twee wielen onbeheerd op den weg te la
ten staan op wegen, of gedeelten van wegen,
door B. en W. aan te wijzen.
Op de overige wegen geldt dit verbod. voor
zoover het laten staan het karakter heeft van
geregeld in gebruik nemen van den weg.
Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor
den tijd van het op- en afladen.
Artikel 9.
Het is verboden met een motorrijtuig op
een weg een vaste standplaats in te nemen.
Artikel 10.
Onverminderd het bepaalde in het vorig
artikel is het verboden met een autobus op
een weg standplaats in te nemen, of wel al-
daar te stoppen tot het in- en uitlaten van
reizigers.
Artikel 11.
Het is aan den houder of bestuurder van
een motorrijtuig of van een autobus, aan wien
krachtens artikel 18 een ontheffing van de
bepaling van artikel 9 of artikel 10 niet is
verleend verboden:
lo. op den weg het motorrijtuig of de auto
bus aan het publiek te huur aan te bie-
den of daarin een plaats te verhuren of
te huur aan te bieden;
2o. op den weg te rijden of post te vatten
met het kennelijk doel het motorrijtuig of
de autobus te huur aan te bieden of
daarin een plaats te verhuren of te huur
aan te bieden.
Artikel 12.
Het is verboden zonder noodzaak een mo
torrijtuig of een rijwiel aanwezig te hebben
op trottoirs, op stoepen, of in gras- of bloem-
perken, of grasbanden of tusschen plant-
soen.
Het is verboden, in de plantsoenen op
openbare wegen, minder dan 3 Meter breed,
voorzoover niet als rijwielpad aangewezen, te
rijden.
Dr. H.NANNING'S
EETLU5T-QPWEKKEND. /l.3Qp.fl.
Artikel 13.
Het is verboden binnen de bebouwde kom
der gemeente met een motorrijtuig of rijwiel
zonder noodzaak te blijven staan of een
motorrijtuig of rijwiel te laten staan:
a. v6or een spoorwegovergang, vo6r den in-
gang van een weg of uitweg, op den hock
van een weg of binnen een af stand van
8 M. van een of ander;
b op een brug voor het openbaar verkeer be-
stemd of binnen de ruimte tusschen de
brug en de daarvoor aangebrachte stop-
streep;
c. anders dan aan den kant van den weg,
zoo dicht mogelijk bij het trottoir of den
berm, en wel zoodanig, dat de lengte-as
van het motorrijtuig of -rijwiel evenwijdig
aan de lengte-as van den weg is.
Het is verboden binnen de bebouwde kom
der gemeente zonder noodzaak met een mo
torrijtuig op meer dan twee wielen te blijven
staan of een zoodanig motorrijtuig te laten
staan binnen een afstand van 6 M. van een
aan de overzijde van den weg geplaatst mo
torrijtuig op meer dan twee wielen of van
een ander rij- of voertuig.
Artikel 14.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig
of rijwiel verboden op een weg te rijden, an
ders dan met tenminste een hand aan de
stuurkruk.
Onverminderd het bepaalde in artikel 69
van het Motor- en Rijwielreglement is het
aan bestuurders van rijwielen en motorrijtui
gen op twee wielen verboden zonder nood
zaak met meer dan tweeen naast elkander te
rijden.
Artikel 15.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig
op twee wielen of een rijwiel verboden daarop
meer dan een persoon mede te voeren of een
persoon mede te voeren anders dan met be-
hulp van een in het bijzonder daarvoor be-
stemde inrichting. Dit vervoer moet op de
voor het verkeer minst hinderlijke wijze ge-
schieden.
Onverminderd het bepaalde in het vorig
lid is het den bestuurder van een motorrij
tuig op twee wielen of een rijwiel verboden
daarop te vervoeren een kind beneden den
leeftijd van twee jaren.
Artikel 16.
Het is den bestuurder verboden op een
weg:
a. te rijden met een twee- of driewielig mo
torrijtuig, of rijwiel, terwijl de bestuurder
of een ander zich daarop bevindend peo-
soon zich aan een ander rij- of voertuig of
een zich daarop bevindend persoon vast-
houdt;
b. met een motorrijtuig of rijwiel een last te
vervoeren, die den bestuurder in het vrije
uitzicht naar de voorzijde belemmert;
c. met een motorrijtuig op twee wielen of
een rijwiel een last te vervoeren, die in de
breedte meer dan 0.10 M. buiten de stuur
kruk uitsteekt, of waarvan de breedte op
zich zelf meer dan 0.65 M. bedraagt, of
die in de lengte meer dan 0.10 M. uit
steekt buiten het motorrijtuig of rijwiel.
Artikel 17.
Bestuurders van motorrijtuigen en rijwie
len zijn verplicht op een weg bij het passee-
ren van een stilstaande autobus op zoodani-
gen afstand daarvan te blijven, dat het in- en
uitstappen van passagiers van die autobus
geen belemmering ondervindt.
Zij zijn voorts verplicht onmiddellijk ge
volg te geven aan de door de Politie, in het
belang van de openbare orde of van de vrij-
heid en veiligheid van het verkeer gegeven
bevelen en aanwijzingen.
Wanneer het verkeer wordt gestremd 1 of
gestopt, zijn zij verplicht zich op te stellen
in de volgorde van aankomst met dien ver-
stande, dat:
a. de stopstreep, aangebracht bij kruisingen
of samenvloeiingen van wegen, niet wordt
overschreden;
b. de linkerzijde van den weg wordt vrijgc-
laten;
c. nageleefd worden de nadere aanwijzingen
van de Politie en die, welke voorkomen op
de ter plaatse van gemeentewege ge-
plaatste borden.
Bestuurders van rijwielen zijn bovendien
verplicht, wanneer het verkeer gestremd of
gestopt wordt, op zoodanige wijze stil te
houden, dat zij minstens een voet op den
grond hebben.
Artikel 18.
B. en W. kunnen van de bepalingen ver*
meld in de artikelen 8, 9, 10 en 16 ontheffing
verleenen voor bepaalden of voor onbepaal-
den tijd, onder door hen Voor elk geval te
stellen voorwaarden.
De ontheffingen worden schriftelijk ver
leend. Zij worden geacht tot wederopzegging
te zijn verleend, tenzij er een tijdsbepaling in
is uitgedrukt en onder stilzwijgend voorbe-
houd, dat de daaraan verbonden voorwaar
den worden in acht genomen.
Wie eenige in deze verordening omschre-
ven ontheffing heeft bekomen en daarmede in
strijd handelt, wordt geacht zonder onthef
fing, te hebben gehandeld.
De ontheffing moet door den houder op de
eerste vordering van hen, die belast zijn met
het opsporen van overtredingen dezer veror
dening, aan hen worden vertoond. Bij niet-
vertoonen wordt men geacht zonder onthef
fing te hebben gehandeld.
Artikel 19.
Overtreding van een der bepalingen van
de artikelen 6 en 8 tot en met 17 wordt ge-
straft met hechterils van ten hoogste zes da
gen of geldboete van ten hoogste vijf en twin-
tig gulden.
Artikel 20.
Onverminderd het. bepaalde in artikel 141
van het Wetboek van Strafvordering worden
met het opsporen van overtredingen dezer
verordening belast de ambtenaren der ge-
meentelijke politie.
Artikel 21.
Deze verordening kan worden aangehaald
als ,,Motor- en Rijwielverordening."
Zij treedt in werking met ingang van een
nader door B. en W. te bepalen dag. Alsdan
vervalt de Verordening op het rijden met mo
torrijtuigen en rijwielen in de gemeente Alk
maar (gemeenteblad nr. 243), zooals deze
nader is gewijzigd
RUIL GROND HOEK KOORSTRAAT.
In bijlage no. 147 schrijven B. en W.:
De N. V. Boekhandel, voorheen K. ter
Burg te Alkmaar is voornemens het haar in
eigendom toebehoorende pesceel op den hoek
van de Langestraat en de Koorstraat <re-
legen, kadastraal bekend in Sectie A nr. 28^8
te verbouwen.
Deze verbouwing zal beperkt blijven tot
een inwendige verandering van het perceel,
tenzij de gemeente Alkmaar wil medewerken
tot gedeeltelijken afstand van de haar toebe
hoorende opslagplaats aan de Koorstraat,
kadastraal bekend in Sectie A nr. 2877, waar-
tegenover de N. V. bereid is een gedeelte van
haar perceel af te staan, waardoor de bebou-
wing zal kunnen plaats hebben overeenkom-
stig het uitbreidingsplan.
Hiermede zal een belangrijke 'verkeersver-
betering tot stand kunnen komen: de Koor.
straat, die aldaar thans 9.20 M. breed is, ge-
rekend van buitenmuur tot buitenmuur, zal
dan op 12 M. worden gebracht, het in- en uit-
rijden van de Koorstraat van den kant van de
Langestraat en het Kerkplein en omgekeerd
zal dan vrij wat gemakkelijker kunnen ge-
schieden, terwijl de verbreeding.zeer goed zal
aansluiten bij de breedte van de St. Laurens
straat..
Noodig is daarvoor, dat van het perceel
Sectie A nr. 2878, eigendom der N. V., pl.m.
18 M2. wordt toegevoegd aan den openbaren
weg en de opslagplaats der gemeente in haar
geheel, behoudens 5 M2., welke bij het over-
blijvende gedeelte van het perceel der N. V.
wordt gevoegd, tot openbare straat wordt be
stemd.
Als voorwaarde voor het sluiten eener over-
eenkomst tot overdracht vaij bedoelde per-
ceelsgcdeelten over en 'weer, hetgeen voor de
N. V. beteekent, dat zij haar voorgevel 2.80 M.
terug moet zetten, stelt zij, dat haar een be
drag van f 3500 wordt betaald als vergoe-
ding van hetgeen aan grond meer door haar
wordt afgestaan da» verkregen benevens voor
de waardevermindering, die het perceel onder-
gaat door schadesnijding.
Wij achten het bedrag der gevraagde ver-
goeding redelijk, en zijn van oordeel, dat d?
te verkrijgen verkeersverbetering voor de ge
meente zeker een zoodanig geldelijk offer
waard is.
Wij geven daarom Uwe Vergadering in
overweging de aanbieding der N V. te aan-
vaarden en op voormelden grondslag een
ov^reenkomst met de N .V. aan te gaan.
ONTHEFFING ARTIKEL 28 BOUW-
EN WONINGVERDROENING.
B. en W. schrijven in bijlage No. 146:
Bij ons college is ingekomen een adres,
waarbij C. Bierman alhier, ons vergunning
verzoekt tot het bouwen van een warenhuis op
een terrein in den Eendrachtspolder, kada
straal bekend in sectie E nr. 551, volgens de
bij het betreffende verzoekschrift overgelegde
teekening.
Volgens de eerste alinea van artikel 28 der
bouw- en woningverordening is het verboden
te bouwen anders dan hetzij aan bij de in-
werkingtreding dier verordening bestaandr
openbare straten, hetzij aan openbare straten,
aangelegd overeenkomstig de bepalingen dier
verordening, hetzij aan aan te leggen open-
bare straten. Van deze bepaling kan Uwe Ver
gadering volgens de 2e alinea van hetzelfde
artikel ontheffing verleenen.
Waar het de bedceling is het te stichten wa
renhuis op meer dan 10 M. uit den openbaren
weg te bouwen en dit derhalve volgens de om-
schrijving in de 3e alinea van bedoeld artikel
niet aan een openbare straat komt te liggen,
is voor de uitvoering van het bouwplan ont
heffing van't verbod voor bovengenoemd ar
tikel der bouw- en woningverordening noodig.
Wij hebben tegen het verleenen der ver-
eischte ontheffing geen bezwaar en geven U
mitsdien in overweging te besluiten:
ontheffing te verleenen van het verbod in de
eerste alinea van artikel 28 der bouw- en wo-
nngverordening ten aanzien van het bouwen,
volgens overgelegde'teekening, van een wa
renhuis op een terrein in den Eendrachtspol
der, kadastraal bekend in sectie E nr. 551,
door C. Bierman, alhier, onder voorwaarde,
dat, wanneer te eeniger tijd in de omgeving
van het te stichten gebouw een woonwijk
mocht verrijzen, deze ontheffing niet meer
van kracht zal zijn.
HET ONDERWIJS IN DE LICHAME-
LIJKE OEFENING.
Aan den Raad der Gemeente Alkmaar is
het volgende adres gezonden:
Geeft met verschuldigden eerbied te ken-
nen de afdeeling Alkmaar van den Bond
van Ned. Onderw.
dat het onderwijs in lichamelijke oefening
op de openbare lagere scholen in deze ge
meente is opgedragen aan de klasse-onder-
wijzers(essen) dier scholen,
dat zij het evenwel noodig oordeelt, dat
dit onderwijs, zal het inderaaad goed en
vruchtdragend zijn, wordt gegeven door
vakonderwijzers,
dat het aantal gymnastiek-lokalen in onze
gemeente, waarin dit onderwijs wordt gege
ven onvoldoende en uitbreiding van dit aan
tal dus noodzakelijk is,
dat vele kinderen op kousen het gymnas-
tiek-onderwijs volgen en het dus gewenscht
is, hun van gemeentewege gymnastiek-pan-
toffels te verschaffen,
dat zij daarom Uwen Raad verzoekt het
daarheen te leiden, dat aan de wenschen van
de afdeeling wordt voldaan,
dat zij ter motiveering van een en ander
verwijst naar bijgaande Toelichting.
Namens de afd. Alkmaar van den B. v. N.O.
(w.g.) J. J. T. KOOY, Voorzitter.
(w.g.) J. OTT, lste secretaris.
T o e 1 i c h t i n g.
Het lijkt wel, of het gymnastiekonderwijs,
of zooals dat tegenwoordig zoo mooi heet,
het onderricht in Lichamelijke Oefening,
door't noodlot wordt vervolgd en soms vra
gen we, ons wel eens af, of er in ons goede
vaderland ook maar ooit iets van terecht zal
komen.
De ouderen in het onder wij zerscorps her-
inneren zich nog wel de invoering van vak
j., de vermaarde vrije- en ordeoefeningen op
onze scholen. Het geheele corps toog aan't
werk voor vak j., minder uit geestdrift, voor
dit nieuwe vak, dan wel omdat een acte in
uitzicht was gesteld en men vreesde bij het
niet-behalen van deze acte in zijn carriere
te worden geschaad. En zoo zag men het
gebeuren, dat zelfs oude, vergrijsde onder-'