KINADRUPPEL5 S-ftadsnieiiws meer aanwezig is can verleden jaar; er zijn fcr waar dit 20 is. Van voorbeelden, waar jminder voorraden zijn dan het vorige jaar, hoorden we niet. Bijzonder groot moete'n de aanwezige hoeveelheden Deensche witte koo! zijn. Ook van roode kool is aanmerkelijk meer aanwezig dan op 15 December 1929. Aan gele kool zal er niet zoo veel zijn. Ook de voorraad uien schijnt belangrijk hooger te zijn dan verleden jaar. Voor een groot dee! moet dit toegeschreven worden aan de om- standigheid, dat verleden jaar in November en December zeer hooge prijzen voor dit pro duct werden besteed in tegenstelling met die van dit jaar, nu de uien zeer weinig waard zijn. Ofschoon het weer in de afgeloopen week voor de in de boeten opgeslagen kool zeer on- gunstig was, bleek de stemming op de veiling er niet op achteruit te zijn gegaan. In het laatst der week werden voor sommige produc- ten betere prijzen besteed dan dit wel placht; in een tijd als deze, de weken voor Kerstmis, wanneer het, althans bij zacht weer, bijna a!- tijd slap is aan de veilingen, is deze opleving geen slecht teeken. De hoofdaanvoeren, die we deze week aan de veilingen kregen, waren die van de ver schillende koolsoorten. Roode koo! gold Maandag aan de Broeker veiling 2.8*0-—f 4.90, aan die te Noord- Scharwoude 3.604.80. Volgende dagen was de maximum-prijs, d. i. die voor het kleine goed, wat hooger, zoodat deze tusschen 5.505.80 lag. Te Noord-Scharwoude werd Zaterdag zelfs boven de 6 betaald. Aan de Broeker veiling werd voor groote kool tot 3 en meer betaald, aan die te Noord- iScharwoude lagen de laagste bestede prijzen "tusschen 2.203.10. De totaal-aanvoer aan beide veilingen beliep 73 spoorwagens, waarvan 50 aan de veiling van den Noorder marktbond. Gele kool was ook meer gezocht dan dit in de laatste weken het geval was. De hoogste .prijs, welke Maandag aan de Broeker veiling werd betaald, was 4.90. In't midden der week liep de maximum-prijs tot 5.50 op, ter- wijl Vrijdag zelfs tot 6.10 betaald werd. Groote gele werd voor ongeveer 2.50 ver kocht. Aan de veiling te Noord-Scharwoude lagen de prijzen tusschen 3.80f 5.80. De aanvoer was intusschen nog gering: aan bei de veilingen rond 20 spoorwagens. Gewone witte kool werd maar een keer aangevoerd en bracht teen 0.90 per 100 K.G. op. Deensche witte kool week in prijs weinig af met de vorige week, ofschoon een kleine verbetering viel op te merken Maan dag bracht ze aan de Broeker veiling 1.20 1.60 op, Vrijdag 1.402.30. Aan de veiling van den Noordermarktbond lagen de prijzen tusschen 1.302.10. Het is te begrijpen, dat de aanvoeren bij die prijzen gering blijven. Het vorige jaar was er naar deze koolsoort op dezen tijd reeds een groote vraag uit verschillende landen, zoodat de prijzen toen hoog warenthans be liep de aanvoer slecht 26 spoorwagens. Bloemkool liep ook wat in prijs achteruit. Het schijnt, dat op de buitenlandsche markten groote aanvoeren komen uit andere landen, ten gevolge waarvan de prijzen worden ge- drukt. In den aanvang brachten de mooiste en grootste ongeveer 11 op per 100 stuks, doch deze prijs liep in den loop der week wat op, zoodat later 1415 werd besteed. De laagste prijs, welke voor eerste soort aan de Broeker veiling werd betaald, was 7.50 J 10.50. Aan de veiling te Noord-Scharwoude lagen de prijzen tusschen 6.2013.10 Voor tweede soort werd van 2.30—/ 5.20 betaald. In totaal beliep de aanvoer rond 62000 stuks, waarvan 48000 aan de Broeker veiling. Tegenwoordig zijn het reuzen, welke ter veiling komen. Aardappelen verschenen niet meer aan de Broeker markt. Aan die te Noord-Scharwoude werd voor blauwe 2.50 betaald, voor Eigen- heimers 1.502.20, voor Bravo's 1.50. De prijzen der uien lieten weer veel te wen- schen over. Er werd van 2.302 80 voor betaald; voor drielingen slechts 1 10 1.60. Nep bracht van 3.104.70 op, terwijl voor grove uien de prijzen tusschen 2.603.20 lagen. In totaal werden slechts 5 spoorwagens aangevoerd. Evenmin waren de prijzen der peen gunstig Ze bracht 2- I" 3.20 voor groote en 1.20 1.80 voor kleine op. Van bieten waren de aanvoeren gering; dit moet toegeschreven worden aan de zeer lage prijzen, welke voor dit product worden be taald. In 't begin der week werden er voor 0.70 per 100 K.G. verkocht, later brachten ze 1.501.80 op. De priizen van Cnineesche kool liepen nog al wat uiteen. Zoo besteedde men Dinsdag aan de Broeker veiling 3.705.60, aan die van den Noordermarktbond 2 30 5.90. Den laatsten marktdag waren deze noteeringen aan de resp. veilingen 1 30 3.30 en 22.40. Er werden rond 12000 siuks aangevoerd. AARDAPPELWRATZIEKTE. Donderdag is te Hoorn op initiatief van twee rijkslandbouwconsulenten, een rijkstuin- bouwconsulent en de Vereeniging Oud-leer- lingen der Rijks Tuinbouw-Winterschool te Hoorn een drukbezochte vergadering gehou- den, waarop de meeste gemeentebesturen en tuinbouweorporaties uit het Oostelijk deel van Noord-Holland, aanwezig waren, ter bespreking van de bestijding van de aard- appelwratziekte. Nadat ir. van Poeteren en ir. Verhoeven een korte uiteenzetting hadden gegeven volg- de een breedvoerige gedachtenwisseling, waarbij men algenieen van den ernst van deze zaak overtuigd was. Hoewel het nut van plaatselijke verorde- ningen, houdende een teeltverbod voor be- paalde vatbare soorten (zooals liier door ec-nige gemeentebesturen reeds is vastgesteld) niet wordt ontkend, is toch van verscheidene zijden aangedrongen op een wettelijke rege- ling. HET „BLAUW" BIJ AARDAPPELEN. Dit jaar treedt het „blauw" bij aardappe len op verschillende plaatsen weer in vrij belangrijke mate op. Waar gebleken is, dat dit „blauw" worden geheel of nagenoeg ge- heel voorkomen kan worden door het toedie- nen van een kalibemesting, vestigt de Plan- tenziektenkundigen Dienst te Wageningen bij dezen met nadruk'de aandacht van ver- bouwer- van aardappelen op dit middel. De verschiinselen zoomede de resultaten van proefnemingen ter voorkoming van „blauw" zijn beschreven in Mededeeling No. 48 van den Plantenziektenkundigen Dienst „Het Blauw worden van aardappe len". Alle kalihoudende meststoffen oefenen in dezen denzelfden invloed uit, maar met het oog op de schadelijke werking van chloorverbindingen, is het raadzaam de chloorhoudende kalimeststoffen vooral niet te laat aan te wenden. Daar bemestingsadviezen door de rijks- land- en tuinbouwconsulenten gegeven wor den, gelieve men zich voor advies omtrent de aan te wenden meststoffen en de hoeveelhe den tot deze consulenten te wenden. Opgemerkt wordt nog, dat het „blauw" na iedere voorvrucht kan optreden, maar vaak in sterke mate voorkomt op gescheurd gras- land, ook al is dit scheuren reeds eenige ja- ren geleden geschied. Ook bij klaver, lucer ne, erwten en bieten als voorvrucht is de kans op „blauw" worden grooter. Nadere inlichtingen over het blauw wor den verstrekt door den Plantenziektenkundi gen Dienst te Wageningen en door de bij de zen Dienst werkzame ambtenaren. BESPUITEN VAN BOOMEN EN STRUIKEN CARBOLINEUM. Daar het tijdstip voor de uitvoering van bespuitingen met carbolineum wederom is aangebroken, vestigt de Plantenziektenkun- dige Dienst te Wageningen de aandacht van alle belanghebbenden op deze zeer nuttige, in vele gevallen zelfs noodzakelijke winterwerk- zaamheid. I>eze bespuitingen moeten worden uitge- voerd: le. in kassen op druiven en perziken, ter bestrijding van dopluizen (die het zwart ver- oorzaken) eenige spinsoorten en bladluizen; voor druiven neme men een 7 Y> pCt. oplos- sing, voor perziken een 5 pCt., terwijl de be spuiting resp. voor Januari en voor midden Januari uitgevoerd moet Zijn; 2e. in vruchtentuinen en boomgaarden ter bestrijding van diverse blad-, schild- en dop luizen, bloedluis, appelbladvloo, spruitvreter (aabessen), spint (voor kruisbessen geheel af- doende, voor andere vruchtboomen niet steeds geheel afdoende), roode worm (frambozen), sommige rupsen en vlindereiereen (speciaal die van de wintervlinder) die alle den gezond- heidstoestand der ooftboomen en -struiken, en daardoor ook de voortbrenging van vruchten in sterke mate benadeelen, of die rechtstreeks de vruchten aantasten. Aden gebruike steeds een 7 M pCt. oplos- sing (voor bloedhuis is 10 pCt. beter) en spuite bessenstruilcen en frambozen voor het midden van Februari, pruimenboomen voor eind Februari en de andere vruchtboomen uiterlijk in Maart. 3e. in boomkweekerijen ter bestrijding van een zeer groot aantal insecten, die den groei en het uiterlijk der planten zeer kunnen doen verminderen. Vrijwel alle gewassen op de boomkweekerijen, ook Coniferen (met slechts enkele uitzonderingen) Buxous en Azalea's kunnen zonder bezwaar met een 1Y> pCt. op- lossing bespoten worden; de vroeguitloopen- de tot begin of het midden van Maart, de later uitloopende tot eind Maart. Deze bespuiting is voor alle boomkweeke rijen, zoowel die van sie-"planten als die van vruchtboomen, ten zeerste aan te bevelen en met het oog op den uitvcerhandel zelfs nood- zakelijk te aohten 4e. in tuinen en parken, op rozen, sneeuw- bal en andere struiken, zoomede sier- en laan- boomen, voor zoover deze laatste niet te hoog zijn, eveneens ter bestriiding van allerlei (op het hout overwinterende) insecten, die den groei en het uiterlijk der planten zeer kunnen schaden. Ook hiervoor kan men een 7 pCt. oplossing nemen en de bespuiting moet als regel voor het midd envan Maart uitgevoerd zijn. Waar men voor de uitvoering der bespui tingen thans over zeer goede machines, zoo wel voor uitvoering in het klein (rugpulveri- sateurs), als voor die in het groot(mofor- sproeimachines) beschikken kan, wordt de toe- passing van carbolineum, te bestrijding van vele insecten, die in den winter op de boomen en struiken verschillende ontwikkelingstoe- standen overwinteren, ten zeerste aanbevolen. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen, en door de op ver schillende plaatsen werkzame ambtenaren van dien Dienst. BRIEFKAARTEN „VOOR HET KIND". Mevr. PrinsVlessing verzocht ons op- name van het volgende: leder weet dat in de hal van 't postkan- toor een tentje staat waar men de „Welda- digheidspostzegels" kan koopen. Tevens worden daar verkocht Kinder- Prentbriefkaarten, ten behoeve van het mis- deelde kind. Het zijn vroolijke gekleurde kaarten, vol tintelend leven, waarin de kin- deren middelpunt zijn. De prentbriefkaarten geven weer het portret en de huiselijke om- geving van het kind in de 17de eeuw. St. Nicolaas sp;elt zijn rol erin, de Drie- konigen, alles„Voor het Kind". Wanneer nu ieder Nederlander bovendien den postzegel „Voor het Kind" gebruikte voor een briefkaart „Voor het Kind" dan ware onze winstmeer dan 300.000. De briefkaarten kosten per serie van 6 stuks 0.35. De winst komt ten goede aan alle vereeni- gingen van iedere gezindte, die zorgt voor: zieke, zwakke, gebrekkige, achterlijke, blinde, doove, doofstomme, verwaarloosde, misda- dige kinderen. De minister van binnenlandsche zaken en landbouw keurt ieder jaar de rekening en verantwoording van de verdeeling goed. Gebruikt daarom in. December uitsluitend de zegels „Voor het Kind". Meer dan 60.000 kinderen vragen uw steun op deze wijze. LEZING OVER WALTER RATHENAU. Het Bestuur der Afd. Alkmaar van het Inst, voor Arbeidersontwikkeling schrijft ons: Zondagmorgen hield Dr. J. Hemelrijk een bezielende rede over Dr. Walter Rathenau. Spr. sche-ste't leven van dezen grooten Duit- scher op de hem eigene wijze. De talrijke be- zoekers zullen nog vaak aan deze lezing terugdenken. Veel van de aanwezigen zullen zeker nu levensbeschrijvingen van en over Rathenau gaan lezen. In zijn jeugd reageerde hij absoluut niet op straffen, ging met een lachend gezicht in den hoek staan tot mer. hem er weer uithaalde. In de eerste klasse van het gymnasium wilden de leeraren met hem pronken, toen zijn moeder onder de toehoor- ders was bij een openbare les, daar hij een van de knapsten was. Hij wilde zich niet door haar laten controleeren. Alzijdig begaafd moest hij bij zijn beroepskeuze bepalen, of hij schilder, dichter of ingenieur zou worden Hij werd het laatste, hoewel „de schilder- of dicht- kunst hem spoeaiger van „controle", waar hij niet tegen kon, zouden hebben ontslagen. Mei schilderen en dichten ook yerdiende hij niet ge- noeg, om onafhankelijk te worden. Als inge nieur had hij niets meer van zijn thuis noodig. hoewel hij de leiding had van een fabriek, die niet liep. In het laboratorium nam hij proe- ven, waarbij zijn arbeiders wegliepen. Zelf bleef hij werken, tot hij slaagde. Ondanks den slechten gang van de fabriek bleef hij en hielp het bedrijf er op. Na zeven jaar was dit in orde. Een ander zou oogsten, hij neemt zijn ontslag en komt bij de bckende „A.E.G." te Berlijn, waar men van hem verwacht, dat hij electr. centrales zal bouwen in alle oorden der wereld en electr. trams zal aanleggen Zijn vader is president van den Raad van Toezicht. O.m. heeft hij zoo'n centrale te A'dam gebouwd. Na verloop van tijd heeft hij leidende functie's in 86 industrieele onder- nemingen en is nog bij tal van andere betrok- ken in den Raad van Toezicht. Tegenkanting heeft hij tot 1907 niet ondervonden. In dit jaar treedt hij voor het eerst op, waar hij de ondergang van Duitschland voorspelt. Nu komt het anti-semitisme voor den dag, want Rathenau wil zich niet laten doopen, maar jood blijven. Steeds waarschuwt hij tegen de concurrentie in bewapening, meer dan ooit na de bekende Agadir-kwestie. Daarbij komt nog, dat hij openlijk in de bladen wijst op het mechaniseeren van den arbeid, wat hij toe- juicht, maar hij is niet blind voor het vermin deren van de arbeidsvreugde bij het werk Ook is hij voor afschaffing van het erfrecht bo ven een zeker vastgesteld bedrag. Toch sluit hij zich niet aan bij een partij, omdat hij zelf- standig wil blijven. Door zijn velerlei functie's is hij 1 van de 300, die het economisch gebeu- ren (atbeidsvoorwaarden) van Europa be- heerschen. Hij staat hier alleen en weet zich anderzijds niet de genegenheid der arbeiders te verwerven, doet er ook g i moeite voor Op dertigjarigen leeftijd leert hij zijn vader waardeercn, dien hij zijn besten vriend noemt. Toen hij later te Berlijn was, ging hij steeds bij zijn moeder ontbijten, waardoor deze zich eenigermate onontbeerlijk ging gevoelen. Rathenau is ongetrouwd gebleven. Men noemt beslist de brieven, door hem aan dames ge- schreven, er bij nemen, om hem goed te teeke nen. Op het oogenblik, dat Oostenrijk Juli 1914 het eerste ultimatum stelt, wil Rathenau dui- delijkheid, wat de Duitsche regeering niet wil De oorlog is er echter eenmaal, er dreigt ge- brek aan salpeter, Rathertau adviseert be- slaglegging op kunstmest, wat hem den haat der boeren bezorgt. Later maakt men het uit stikstof. De kunstmest kon in dien tusschen- tijd in de behoefte voorzien. Zoo gaat het met alle grondstoffen. Hierdoor is de oorlog van. Yt jaar tot 4 jaar verlengd, waarover hij later wroeging heeft gehad. Hij verklaart zich tegen den onbeperkten duikbootenoorlog. Liidendorf zet door. Samenwerking tusschen deze twee is door verschillend standpunt on- mogelijk. Steeds is hij geweest tegen een on- derworpen Frankrijk. Hij ziet alleen een eco nomisch verschil, op te lossen door een to1- verbond. De mogendheden der Entente had den echter zijn tactiek van distributie, de toe- passing der chemie overgenomen en brachten ten slotte de Centrale Mogendheden ten va'. Het is de verdienste van Rathenau geweest de herstelpolitiek van Duitschland te hebben kunnen leiden. Stresemann heeft hiervan de vruchten kunnen plukken. Zelf viel hij in moordenaarshanden. Een indirect gevolg was de bezetting van't Ruhrgebied. Na zijn dood werd hij geeerd, werden zijn verdiensten alge- meen erkend. De Duitsche geschiedenis vanaf 1900 is zonder Rathenau niet denkbaar. MOTOR- EN RIJWIELVERORDENING. (Vervolg.) Artikel 7. Bij besluit van B. en W. kunnen plaatsen binnen de bebouwde kom worden aangewe- zen, waar de bij artikel 16 eerste lid van het Motor- en Rijwielreglement voorgeschreven verlichting niet noodig is ten aanzien van stilstaande motorrijtuigen. Artikel 8. Het is verboden een motorrijtuig op meer dan twee wielen onbeheerd op den weg te la ten staan op wegen, of gedeelten van wegen, door B. en W. aan te wijzen. Op de overige wegen geldt dit verbod. voor zoover het laten staan het karakter heeft van geregeld in gebruik nemen van den weg. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor den tijd van het op- en afladen. Artikel 9. Het is verboden met een motorrijtuig op een weg een vaste standplaats in te nemen. Artikel 10. Onverminderd het bepaalde in het vorig artikel is het verboden met een autobus op een weg standplaats in te nemen, of wel al- daar te stoppen tot het in- en uitlaten van reizigers. Artikel 11. Het is aan den houder of bestuurder van een motorrijtuig of van een autobus, aan wien krachtens artikel 18 een ontheffing van de bepaling van artikel 9 of artikel 10 niet is verleend verboden: lo. op den weg het motorrijtuig of de auto bus aan het publiek te huur aan te bie- den of daarin een plaats te verhuren of te huur aan te bieden; 2o. op den weg te rijden of post te vatten met het kennelijk doel het motorrijtuig of de autobus te huur aan te bieden of daarin een plaats te verhuren of te huur aan te bieden. Artikel 12. Het is verboden zonder noodzaak een mo torrijtuig of een rijwiel aanwezig te hebben op trottoirs, op stoepen, of in gras- of bloem- perken, of grasbanden of tusschen plant- soen. Het is verboden, in de plantsoenen op openbare wegen, minder dan 3 Meter breed, voorzoover niet als rijwielpad aangewezen, te rijden. Dr. H.NANNING'S EETLU5T-QPWEKKEND. /l.3Qp.fl. Artikel 13. Het is verboden binnen de bebouwde kom der gemeente met een motorrijtuig of rijwiel zonder noodzaak te blijven staan of een motorrijtuig of rijwiel te laten staan: a. v6or een spoorwegovergang, vo6r den in- gang van een weg of uitweg, op den hock van een weg of binnen een af stand van 8 M. van een of ander; b op een brug voor het openbaar verkeer be- stemd of binnen de ruimte tusschen de brug en de daarvoor aangebrachte stop- streep; c. anders dan aan den kant van den weg, zoo dicht mogelijk bij het trottoir of den berm, en wel zoodanig, dat de lengte-as van het motorrijtuig of -rijwiel evenwijdig aan de lengte-as van den weg is. Het is verboden binnen de bebouwde kom der gemeente zonder noodzaak met een mo torrijtuig op meer dan twee wielen te blijven staan of een zoodanig motorrijtuig te laten staan binnen een afstand van 6 M. van een aan de overzijde van den weg geplaatst mo torrijtuig op meer dan twee wielen of van een ander rij- of voertuig. Artikel 14. Het is den bestuurder van een motorrijtuig of rijwiel verboden op een weg te rijden, an ders dan met tenminste een hand aan de stuurkruk. Onverminderd het bepaalde in artikel 69 van het Motor- en Rijwielreglement is het aan bestuurders van rijwielen en motorrijtui gen op twee wielen verboden zonder nood zaak met meer dan tweeen naast elkander te rijden. Artikel 15. Het is den bestuurder van een motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel verboden daarop meer dan een persoon mede te voeren of een persoon mede te voeren anders dan met be- hulp van een in het bijzonder daarvoor be- stemde inrichting. Dit vervoer moet op de voor het verkeer minst hinderlijke wijze ge- schieden. Onverminderd het bepaalde in het vorig lid is het den bestuurder van een motorrij tuig op twee wielen of een rijwiel verboden daarop te vervoeren een kind beneden den leeftijd van twee jaren. Artikel 16. Het is den bestuurder verboden op een weg: a. te rijden met een twee- of driewielig mo torrijtuig, of rijwiel, terwijl de bestuurder of een ander zich daarop bevindend peo- soon zich aan een ander rij- of voertuig of een zich daarop bevindend persoon vast- houdt; b. met een motorrijtuig of rijwiel een last te vervoeren, die den bestuurder in het vrije uitzicht naar de voorzijde belemmert; c. met een motorrijtuig op twee wielen of een rijwiel een last te vervoeren, die in de breedte meer dan 0.10 M. buiten de stuur kruk uitsteekt, of waarvan de breedte op zich zelf meer dan 0.65 M. bedraagt, of die in de lengte meer dan 0.10 M. uit steekt buiten het motorrijtuig of rijwiel. Artikel 17. Bestuurders van motorrijtuigen en rijwie len zijn verplicht op een weg bij het passee- ren van een stilstaande autobus op zoodani- gen afstand daarvan te blijven, dat het in- en uitstappen van passagiers van die autobus geen belemmering ondervindt. Zij zijn voorts verplicht onmiddellijk ge volg te geven aan de door de Politie, in het belang van de openbare orde of van de vrij- heid en veiligheid van het verkeer gegeven bevelen en aanwijzingen. Wanneer het verkeer wordt gestremd 1 of gestopt, zijn zij verplicht zich op te stellen in de volgorde van aankomst met dien ver- stande, dat: a. de stopstreep, aangebracht bij kruisingen of samenvloeiingen van wegen, niet wordt overschreden; b. de linkerzijde van den weg wordt vrijgc- laten; c. nageleefd worden de nadere aanwijzingen van de Politie en die, welke voorkomen op de ter plaatse van gemeentewege ge- plaatste borden. Bestuurders van rijwielen zijn bovendien verplicht, wanneer het verkeer gestremd of gestopt wordt, op zoodanige wijze stil te houden, dat zij minstens een voet op den grond hebben. Artikel 18. B. en W. kunnen van de bepalingen ver* meld in de artikelen 8, 9, 10 en 16 ontheffing verleenen voor bepaalden of voor onbepaal- den tijd, onder door hen Voor elk geval te stellen voorwaarden. De ontheffingen worden schriftelijk ver leend. Zij worden geacht tot wederopzegging te zijn verleend, tenzij er een tijdsbepaling in is uitgedrukt en onder stilzwijgend voorbe- houd, dat de daaraan verbonden voorwaar den worden in acht genomen. Wie eenige in deze verordening omschre- ven ontheffing heeft bekomen en daarmede in strijd handelt, wordt geacht zonder onthef fing, te hebben gehandeld. De ontheffing moet door den houder op de eerste vordering van hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen dezer veror dening, aan hen worden vertoond. Bij niet- vertoonen wordt men geacht zonder onthef fing te hebben gehandeld. Artikel 19. Overtreding van een der bepalingen van de artikelen 6 en 8 tot en met 17 wordt ge- straft met hechterils van ten hoogste zes da gen of geldboete van ten hoogste vijf en twin- tig gulden. Artikel 20. Onverminderd het. bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering worden met het opsporen van overtredingen dezer verordening belast de ambtenaren der ge- meentelijke politie. Artikel 21. Deze verordening kan worden aangehaald als ,,Motor- en Rijwielverordening." Zij treedt in werking met ingang van een nader door B. en W. te bepalen dag. Alsdan vervalt de Verordening op het rijden met mo torrijtuigen en rijwielen in de gemeente Alk maar (gemeenteblad nr. 243), zooals deze nader is gewijzigd RUIL GROND HOEK KOORSTRAAT. In bijlage no. 147 schrijven B. en W.: De N. V. Boekhandel, voorheen K. ter Burg te Alkmaar is voornemens het haar in eigendom toebehoorende pesceel op den hoek van de Langestraat en de Koorstraat <re- legen, kadastraal bekend in Sectie A nr. 28^8 te verbouwen. Deze verbouwing zal beperkt blijven tot een inwendige verandering van het perceel, tenzij de gemeente Alkmaar wil medewerken tot gedeeltelijken afstand van de haar toebe hoorende opslagplaats aan de Koorstraat, kadastraal bekend in Sectie A nr. 2877, waar- tegenover de N. V. bereid is een gedeelte van haar perceel af te staan, waardoor de bebou- wing zal kunnen plaats hebben overeenkom- stig het uitbreidingsplan. Hiermede zal een belangrijke 'verkeersver- betering tot stand kunnen komen: de Koor. straat, die aldaar thans 9.20 M. breed is, ge- rekend van buitenmuur tot buitenmuur, zal dan op 12 M. worden gebracht, het in- en uit- rijden van de Koorstraat van den kant van de Langestraat en het Kerkplein en omgekeerd zal dan vrij wat gemakkelijker kunnen ge- schieden, terwijl de verbreeding.zeer goed zal aansluiten bij de breedte van de St. Laurens straat.. Noodig is daarvoor, dat van het perceel Sectie A nr. 2878, eigendom der N. V., pl.m. 18 M2. wordt toegevoegd aan den openbaren weg en de opslagplaats der gemeente in haar geheel, behoudens 5 M2., welke bij het over- blijvende gedeelte van het perceel der N. V. wordt gevoegd, tot openbare straat wordt be stemd. Als voorwaarde voor het sluiten eener over- eenkomst tot overdracht vaij bedoelde per- ceelsgcdeelten over en 'weer, hetgeen voor de N. V. beteekent, dat zij haar voorgevel 2.80 M. terug moet zetten, stelt zij, dat haar een be drag van f 3500 wordt betaald als vergoe- ding van hetgeen aan grond meer door haar wordt afgestaan da» verkregen benevens voor de waardevermindering, die het perceel onder- gaat door schadesnijding. Wij achten het bedrag der gevraagde ver- goeding redelijk, en zijn van oordeel, dat d? te verkrijgen verkeersverbetering voor de ge meente zeker een zoodanig geldelijk offer waard is. Wij geven daarom Uwe Vergadering in overweging de aanbieding der N V. te aan- vaarden en op voormelden grondslag een ov^reenkomst met de N .V. aan te gaan. ONTHEFFING ARTIKEL 28 BOUW- EN WONINGVERDROENING. B. en W. schrijven in bijlage No. 146: Bij ons college is ingekomen een adres, waarbij C. Bierman alhier, ons vergunning verzoekt tot het bouwen van een warenhuis op een terrein in den Eendrachtspolder, kada straal bekend in sectie E nr. 551, volgens de bij het betreffende verzoekschrift overgelegde teekening. Volgens de eerste alinea van artikel 28 der bouw- en woningverordening is het verboden te bouwen anders dan hetzij aan bij de in- werkingtreding dier verordening bestaandr openbare straten, hetzij aan openbare straten, aangelegd overeenkomstig de bepalingen dier verordening, hetzij aan aan te leggen open- bare straten. Van deze bepaling kan Uwe Ver gadering volgens de 2e alinea van hetzelfde artikel ontheffing verleenen. Waar het de bedceling is het te stichten wa renhuis op meer dan 10 M. uit den openbaren weg te bouwen en dit derhalve volgens de om- schrijving in de 3e alinea van bedoeld artikel niet aan een openbare straat komt te liggen, is voor de uitvoering van het bouwplan ont heffing van't verbod voor bovengenoemd ar tikel der bouw- en woningverordening noodig. Wij hebben tegen het verleenen der ver- eischte ontheffing geen bezwaar en geven U mitsdien in overweging te besluiten: ontheffing te verleenen van het verbod in de eerste alinea van artikel 28 der bouw- en wo- nngverordening ten aanzien van het bouwen, volgens overgelegde'teekening, van een wa renhuis op een terrein in den Eendrachtspol der, kadastraal bekend in sectie E nr. 551, door C. Bierman, alhier, onder voorwaarde, dat, wanneer te eeniger tijd in de omgeving van het te stichten gebouw een woonwijk mocht verrijzen, deze ontheffing niet meer van kracht zal zijn. HET ONDERWIJS IN DE LICHAME- LIJKE OEFENING. Aan den Raad der Gemeente Alkmaar is het volgende adres gezonden: Geeft met verschuldigden eerbied te ken- nen de afdeeling Alkmaar van den Bond van Ned. Onderw. dat het onderwijs in lichamelijke oefening op de openbare lagere scholen in deze ge meente is opgedragen aan de klasse-onder- wijzers(essen) dier scholen, dat zij het evenwel noodig oordeelt, dat dit onderwijs, zal het inderaaad goed en vruchtdragend zijn, wordt gegeven door vakonderwijzers, dat het aantal gymnastiek-lokalen in onze gemeente, waarin dit onderwijs wordt gege ven onvoldoende en uitbreiding van dit aan tal dus noodzakelijk is, dat vele kinderen op kousen het gymnas- tiek-onderwijs volgen en het dus gewenscht is, hun van gemeentewege gymnastiek-pan- toffels te verschaffen, dat zij daarom Uwen Raad verzoekt het daarheen te leiden, dat aan de wenschen van de afdeeling wordt voldaan, dat zij ter motiveering van een en ander verwijst naar bijgaande Toelichting. Namens de afd. Alkmaar van den B. v. N.O. (w.g.) J. J. T. KOOY, Voorzitter. (w.g.) J. OTT, lste secretaris. T o e 1 i c h t i n g. Het lijkt wel, of het gymnastiekonderwijs, of zooals dat tegenwoordig zoo mooi heet, het onderricht in Lichamelijke Oefening, door't noodlot wordt vervolgd en soms vra gen we, ons wel eens af, of er in ons goede vaderland ook maar ooit iets van terecht zal komen. De ouderen in het onder wij zerscorps her- inneren zich nog wel de invoering van vak j., de vermaarde vrije- en ordeoefeningen op onze scholen. Het geheele corps toog aan't werk voor vak j., minder uit geestdrift, voor dit nieuwe vak, dan wel omdat een acte in uitzicht was gesteld en men vreesde bij het niet-behalen van deze acte in zijn carriere te worden geschaad. En zoo zag men het gebeuren, dat zelfs oude, vergrijsde onder-'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 6