Stadsnieuws
niets achterwege zoude blijven. Ook de regee-
ringen van Belgie en Nederland werden in
de zaak gemoeia. A1 ras bleek, dat het U. D.
zich wel eenigszins vergist had, tenminste,
uit de verklaringen der Belgische regeering
kon men opmaken, dat er van een Fransch-
Belgisch verdrag geen sprake was. Er wer
den arrestaties gedaan, interpellaties in de
Kamers kwamen aan de orde en het gevolg
was, dat de geheele zaak als het ware dood
bloedde. Toch heeft de zeer ernstige kwestie
geen bevredigende oplossing gevonden. Nog
steeds is de eigenlijke kwestie niet opgelost.
Bestaat er nu werkelijk geen verdrag tus-
schen Frankrijk en Belgie? We kunnen er
hier niet over oordeelen, maar het wil er bij
ons nog altijd niet in, dat het Utrechtsch
Dagblad zich zoo schromelijk vergist hee.t.
Intusschen, de zaak is afgehandeld en onze
regeering heeft het niet noodig geoordeeld,
de kwestie verder te onderzoeken, zoodat wij
de zaak als afgedaan moeten beschouwen.
We komen nu tot de landen van Europa en
beginnen allereerst met
de Engelsche verkiezingen.
De 30ste Mei van dit jaar was voor het ge
heele Engelsche Rijk een zeer belangrijke
dag, omdat toen uitgemaakt zou worden,
door wie Engeland in de eerstvolgende jaren
geregeerd zou worden. Zooals men zich zal
herinneren, was het de Conservatieve Partij,
die het land den laatsten tijd bestuurd had.
De groote vraag was nu, of het deze parti]
gelukken zou, opnieuw het roer in hdnden te
krijgen, of dat een der andere partijen het be-
wind over zou nemen. Daar was in de eerste
plaats de Labour-Party, de groote Engel
sche arbeiderspartij met MacDonald aan het
hoofd. Zou zij kans zien, de Conservatieven
te verslaan, en voor de tweede keer aan de
regeering te komen? Of zou Lloyd George,
de°leider der Liberalen, voor een verrassing
zorgen en een aantal zetels veroveren, groot
genoeg om de regeering in handen te krij-
gen?
Veel is er door de verschillende partij-lei-
ders gedaan om toch vooral maar kiezers te
winnen en het resultaat is geweest, dat de
Labour-partij met groot succes uit den ver-
kiezingsstrijd te voorschijn kwam. Daarente-
gen waren de verliezen der Conservatieven
bizonder groot te noemen.
Nu mag men niet vergeten, dat Engeland
nog altijd het oude stelsel van district-ver-
kiezingen gehandhaafd heeft, zoodat, bezien
we het stemmenaantal, de verliezen der Con
servatieven niet zoo groot zijn als het aantal
zetelverliezen wel aangeeft, maar het feit is
toch, dat de Engelsche arbeiderspartij de
overu.nning behaald heeft. Zij heeft nu het
bewind in handen gekregen en zij zal den
eersten tijd het land regeeren. Een groot
voordeel is, dat aan het hoofd der partij
eenige mannen staan, die weten, wat ze wil
len en die bezadigd optreden. Dat heeft ons
de gevolgde politiek geleerd.
De Zuid-Afrikaansche verkiezingen,
Het land, dat eigenlijk ook bij Engeland
hoort, Zuid-Afrika, heeft ook zijn verkiezin
gen gehad. En wat in Engeland zelf wel ge-
beurde, bleek in Zuid-Afrika niet te gaan:
daar kregen de arbeiders klop. Fladden zij in
de oude regeering een zestiental zetels, thans
werd dat "aantal teruggebracht tot acht,
waarbij nog rekening gehogden moet wor
den, dat deze 8 ook nog weer in twee groe-
pen verdeeld zijn. Trouwens, die verdeeldheid
der arbeiders onderling was ook de oorzaak,
dat de partij zulke groote verliezen leed. Het
gevolg was, dat de Nationale Partij met de
overwinning strijken ging en nu aan het
hoofd der regeering staat.
De verkiezingen in Belgie.
Zondag 26 Mei hadden in Belgie de ver
kiezingen plaats, die in zooverre een verras
sing waren, dat de Sociaal-democraten eeni
ge verliezen leden. ilet waren de liberalen,
die daardoor een kleine vooruitgang konden
boeken.
Intusschen hadden deze verkiezingen geen
ander resultaat, dan dat zij het Jaspar mo-
gelijk maakten, zijn regeeringsperiode weer
te verlengen.
vele kleinere tegenslagen hee* hij nog on-
langs veel moeten hooren, toen hij oorlogs-
schepen naar Haiti zond. Of dat toen nood-
zakelijk was, zullen we in het midden laten,
maar het komt ons voor, dat Hoover's pres
tige door deze maatregel ernstig geschaad is.
We kunnen nu wel van de verkiezingen af-
stappen, al zou er nog veel over geschreven
kunnen worden. Maar we meenen met boven-
staande reeds uitvoerig genoeg geweest te
zijn en willen dus liever eerst eens de
Politickc strubbelingen
onder de oogen zien. Alvorens met onze bu-
ren te komen, gaan we eerst even naar Span-
je, waar de dictatuur van Primo de Rivera
nog steeds voort duurt. Dat is misschien een
feit, wat we begin 1929 niet hadden mogen
verwachten. Immers, toen wees alles er op
dat Primo's macht aan het tanen was. Tel-
kens toch braken opstanden uit, die alle ge-
richt waren tegen deze dictatuur. Meestal
waren officieren bij de troebelen betrokken,
die de bestaande dictatuur omver wilden wer-
pen. Maar de Rivera kon even vaak den toe-
stand meester blijven, al koste hem dat soms
veel moeite.
Toch hebben die talrijke aanvallen op zijn
beleid hem geen goed gedaan. En de belofte,
dat Primo zal aftreden, zoo gauw een nieu-
we geschikte opvolger zal zijn gevonden, zal
wel gauw in vervulling gaan. Wie dat zijn
zal en welk bewind dan weer het heft in han
den zal krijgen, is met geen mogelijkheid te
zeggen. Of zou Spanje dan weer grondwette-
lijk geregeerd worden? De belofte daartoe is
reeds door Primo de Rivera zelf gedaan
Als een donderslag uit den helderen hemel
kwam begin April uit Oostenrijk de tijding,
dat dr. Seipel als bondskanselier was afge-
treden. Zeker, de tijding was onverwachts,
omdat slechts weinige dagen te voren dr. Sei
pel te kennen had gegeven, dat hij niet aan
aftreden dacht. En nu gebeurde het toch. De
redenen waren te zoeken bij de sociaal-demo
craten, die niet nalieten, dr. Seipel te becriti-
seeren. Zij toch zagen in dr. Seipel een per-
soonlijken vijand, wien het slechts bedoeld
was, de soc.-democraten te vernietigem. Voor
al het in beslag nemen van een kleinen wa-
penvoorraad in het gebouw van de Soc. Ar
biters Ztg. wekte groote verontwaardiging
bij de soc.-democraten. Daar kwam nog bij,
dat men in dr. Seipel nog veel meer den
Roomschen priester zag, dan den politicus,
zoodat het niet-Roomsche gedeelte van Oos
tenrijk hem liever zag gaan dan komen. En
vooral om die godsdienstige redenen ging
Seipel heen. Flij stond aan het hoofd van
een coalitie-kabinet van christen-socialisten,
Groot-Duitschers en Plattelanders. Deze coa-
litie is daardoor uiteen gevallen.
De crisis duurde lang; meer dan een
maand moest er verloopen, voordat een nieu
we regeering gevormd was. Toen kwam
Streeruwitz aan het bewind, waarmee echter
de soc.-democraten niet kregen wat zij gewild
hadden. Voor hen was dus het uitlokken van
een crisis geen succes. Eigenlijk was de ge
heele verandering slechts een ruiling van den
hoofdpersoon en de samenstelling van de re
geering bleef im groszen Ganzen gelijk.
Streeruwitz bleek ook niet de rechte man op
de rechte plaats te zijn en ook hij moest het
aarizien, aat zijn politiek niet de goedkeuring
van Oostenrijk's bevolking wegdroeg. Ten-
slotte moest Streeruwitz capituleeren. Een
nieuwe crisis volgde, waaruit na veel strub
belingen het kabinet-Schober geboren werd.
Ook dit kabinet bleek niet het ideale te zijn.
Daar wijzen de talrijke botsingen wel op,
die bijna elken Zondag in Weenen en andere
steden en dorpen voorkwamen.
Telkens weer komen er des Maan-
dags berichten binnen, die dooden en ge-
wonden vermelden en telkens ook weer zijn
het de Heimwehren en de socialisten, die met
elkaar slaags raken. Het zou wel zeer teeke-
nend zijn, als men al de dooden en gewon-
den eens bij elkaar optelde, die gevallen zijn
door de politieke onlusten.
Iialie's vrijc verkiezingen.
Den 24sten Maart had ook de groote Duce
/erkiezingen uitgeschreven, die aan Italie
in zooverre een verrassing brachten, dat de
Kamer voor 100 pCt. uit fascisten kwam te
bestaan. De verrassing was echter alleen be-
stemd voor de Italianen zelf, want voor de
buitenwereld was het resultaat van deze ver
kiezingen reeds tevoren bekend. Als men na-
gaat, dat de kiezers door Mussolini zelf wa
ren aangewezen, dat ook de candidaten door
hem zelf reeds met zorg waren uitgezocht, en
dat de geheime stemming slechts een wassen
neus was, dan is het wel duidelijk, dat de
geheele verkiezingen niets anders waren dan
een gebaar, om de wereld te verkondicen,
dat het Fascisme in Italie door de Italiaan-
sche bevolking als de grootste zegen be-
schouwd wordt.
Italie wordt dus nu geregeerd door een ge
heele fascistische Kamer, met aan het hoofd
een geheel fascistisch kabinet. Echter Mus
solini moet wel bedenken, dat het spreek-
woord: Tout ce qui reluit, n'est pas d'or, ook
nog een zekere waarheid bevat. En juist nu
we dit schrijven, komen er berichten binnen,
dat er een anti-fascistische stroomH- op
komst is, die steeds grooter en krachtiger
wordt. Zou dat er op wijzen, dat Mussolini';
tijd straks gekomen is? Want dat het fascis-
me nog jaren zal voortbestaan, wil er bij ons
nog niet in.
Hoover's komst op het
Witte Huis,
Het was de 4de Maart, dat de nieuw-
benoemde president der Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, president Hoover, zijn
intrede op het Witte Huis deed. Zooals te
doen gebruikelijk is, ging die komst gepaard
met. een boodschap, die wij hier een regee-
ringsverklaring plegen te noemen. Deze re-
geeringsverklaring trok natuurlijk aller be-
langstelling, omdat zij uit zou maken, welke
politiek de regeering in de eerste vier jaar
zou volgen. Het bleek en dat was eigenlijk
wel te verwachten dat deze politiek de-
zelfde zou zijn als die, welke Coolidge steeds
gevolgd had.
Intusschen heeft Hoover nu bijna een jaar
het presidentschap waargenomen en hij
heeft reeds ondervonden. dat regeeren nu met
bepaald een gemakkelijk baantie is. Naast
schil, dat Briand nu minister-president ge-
wort«m was.
Briand heeft het eenige maanden vol kun
nen houden, maar zeer onverwachts viel hij.
Na de vacantie van het parlement stelde hii
de kwestie van vertrouwen inzake zijn beleid
t. o. v. de buitenlandsche politiek. De Ka
mer sprak zich met 288 tegen 277 stemmen
tegen het regeeringsbeleid uit, hetgeen de val
van het kabinet beteekende.
Deze keer was de oplossing van de crisis
niet zoo gemakkelijk en het duurde dan ook
vrij lang, voordat een nieuw kabinet ge
vormd was. En zoo zit dan nu sinds een paar
maanden het kabinet-Tardieu, dat echter
Briand als minister van buitenlandsche za-
ken gehouden heeft. Reeds heeft ook dit ka
binet al weer eenige keeren de kwestie van
vertrouwen gesteld, maar het vond in de
wijze, waarop voor die motie gestemd werd,
geen aanleiding om af te treden.
Zoodat we het nieuwe jaar in Frankrijk
beginnen met het kabinet-Tardieu.
In een adem met Frankrijk kunnen we Bel
gie wel noemen, waar ook een regeerings-
crisis geweest is. Het kabinet-Jaspar werd ten
val gebracht doordat de regeering teveel te-
gemoet kwam aan de eischen der Vlamingen,
die immers de Gentsche Hoogeschool geheel
vervlaamscht wilden zien. Jaspar wilde de
Vlamingen tegemoet komen, maar dit was
niet naar den zin der Kamer-afgevaardig-
den. Zoo kwam het kabinet-Jaspar aan zijn
einde, ondanks het feit dat Jaspar niet gaar-
ne aftreden wilde met het oog op de komen-
de viering van het eeuwfeest van Belgie's on-
afhankelijkheid.
Toch zal Jaspar als minister-president dit
feest meevieren, want de koning gaf hem op-
dracht een nieuw kabinet samen te stellen.
Dat lukte hem spoedig, zoodat Jaspar mi
nister-president bleef. Ook het meerendeel
zijner ministers bleef aan, zoodat met deze
kabinetscrisis er eigenlijk weinig veranderd
is. Toch heeft ze dit voordeel gehad, dat de
Gentsche Hoogeschool grootendeels ver
vlaamscht zal worden. Daarmee hebben de
Vlamingen dus een van hun grootste wen-
schen in vervulling zien gaan.
Merkwaardig is het, dat we dit jaar van
den Balkan weinig te schrijven hebben; ten
minste in vergelijking met andere jaren is
het in ons Nabije Oosten tamelijk kalm ge
weest. Zou men daar nu eindelijk eens wat
verstandiger worden en de zaken voortaan
wat rustiger behandelen? Het zou voor den
Europeeschen vrede van zeer "root belang
zijn, als de Balkan voorgoed de rust hand-
haafde en de onderlinge kwesties maar zoo-
veel mogelijk met onderhandelingen af-
maakte. Wie weet, komen we dan eindelhk
niet tot een eensgezinden Balkan, dat als
voorbeeld voor andere staten genoemd mag
worden.
We komen nu iets dichter bij huis en
schenken onze aandacht aan Frankrijk, waar
we allereerst de verschillende kabinetscrisis-
sen moeten aanschouwen. In Frankrijk is het
de gewoonte, om maar gauw de kwestie van
vertrouwen te stellen, als de regeering wat
scherp wordt aangevallen. Dat heeft tot ge
volg, dat elk oogenblik een crisis kan uitbre-
ken en een nieuwe regeering weer aan het be
wind komt. Maar ook hebben die vertrou-
wenskwesties tot gevolg, dat niemand het
ernstige ervan inziet.
Ook het jaar 1929 heeft daarop geen uit-
zondering gemaakt en ook nu weer zijn cr
verscheidene kwesties van vertrouwen ge
steld. De meeste ervan zijn door He Kamer
goedgekeurd, maar enkele hadden tot ge
volg, dat het kabinet zijn plaats moest af-
staan aan een ander.
We zullen die kabinets-verwisselingen
even nagaan en beginnen dan met het aftre
den van het ministerie-Poincart.
Reeds begin Juli was de positie van Poin-
care wankel geworden, doordat vele Kamer-
leden zijn houding ten opzichte van de
schuldenregeling met Amerika streng afkeur-
den. Toch wist Poincare zich toen nog staan-
de te houden, maar de voortdurende cntiek
en een steeds verder voortwoekerende ziekte
maakten Poincare's toestand onhoudbaar.
Den 26sten Juli nam hij zijn ontslag als mi
nister-president, terwijl hij als redenen daar-
voor opgaf zijn ziekte. Van een ministerieele
crisis was dus geen sprake, maar die volgde
spoedig, toen het geheele kabinet zijn ontslag
bij president Doumergue indiende.
Lang duurde deze crisis niet, want weldra
had Briand, de opvolger van Poincare, een
nieuw kabinet gevormd, dat eigenlijk het-
zelfde was als dat van Poincare, met dit ver-
Als we nog even Polen, Litauen en Hon-
garije noemen, dan is dat slechts een kwestie
van volledigheid. Veel is er in deze landen
niet gebeurd, dat de moeite waard is om er
lang bij stil te staan.
Volstaan wij met te zeggen, dat ook daar
wel eens strubbelingen voorkwamen, die de
regeering soms moeilijkheden bezorgden
Vooral in Polen is dat nog al eens het geval
geweest en iedereen zal zich nog wel herin
neren, hoe de Sejm in October van dit jaar
plotseling naar huis werd gestuurd, omdat
zij het der regeering ietwat te moeilijk maak-
te. Intusschen komt juist dezer dagen het be
richt, dat ook Polen zijn regeeringscrisis ge
had heeft en dat een nieuwe regeering aan
het bewind is gekomen.
Deze regeering heeft nog te kort het be
wind in handen gehad, om reeds nu te kun
nen oordeelen, of zij een lang leven zal heb
ben. Het nieuwe jaar zal straks daar ant-
woord op kunnen geven.
Liever gaan we even bij onze buren, de
Duitschers kijken, over wie heel wat te zeg
gen valt.
We zullen echter niet al de moeilijkheden
der regeering nagaan en ons slechts bepalen
tot de allervoornaams.te gebeurtenissen. Zoo
gaan we de crisissen in de partijen onderling
maar voorbij en herinneren alleen even aan
de scheuringen, die plaats vonden in enkele
der grootste partijen. En wat de buitenland
sche politiek betreft, kunnen wij gevoegelijk
verwijzen naar de conferenties, waar dit land
ten nauwste bij betrokken was. In den loop
van dit jaar toch zijn er conferenties gehou
den, welke voor een groot deel ten doel had
den de financieele kwesties nader te regelen
Duitschland was n.l. veel te zwaar belast en
vooral het plan-Young was daarom niet van
belang ontbloot. Teekenend is wel de uitla-
ting van den Duitschen Rijksdagpresident,
die in een interview verklaarde, dat het afge
loopen jaar voor Duitschland wel het meei-
lijkst is geweest, wat betreft den financieelen
toestand. En het plan-Young had wel eenige
verlichting gebracht, maar de veranderingen
welke daardoor ontstaan zijn, hebben nog
niet genoeg kunnen inwerken.
Een andere moeilijkheid was wel de crisis
in de industrie, waarbij vooral het Roerge-
bied ernstig getroffen werd. Deze crisis heeft
lang, zeer lang geduurd en heeft veel ellende
veroorzaakt. Gelukkig is de crisis reeds lang
opgelost en is de industrie weer in normaler
banen getreden.
Wat o. i. echter veel belangrijker is, dat
zijn wel
de politieke schandalen
en dan noemen we allereerst de zoo beruch
geworden zaak-Sklarek. Dit is een corruptie-
zaak geworden van het bovenste plankje. In
het kort komt de geschiedenis hier op neer:
De gebroeders Sklarek waren leverancier:
geworden voor het Duitsche Rijk van vele
goederen. Het schijnt nu, dat verschillende
hooggeplaatste ambtenaren goederen voor
een veel te lagen prijs gekocht hebben van de
gebroeders, terwijl anderen kostbare geschen-
ken cadeau kregen. Hoe het zij, eenige bur-
gemeesters van Berlijn en andere gemeenten
werden 'verdacht van corruptie en enkelen
werden zelfs gearresteerd. De zaak is door
de geheele wereld met groote interesse ge
volgd en ook nu nog blijft zij actueel. Daar
is bijvoorbeeld burgemeester Boess, een der
Berlijnsche stadsbestuurderen, die mede in
het conflict betrokken is. Deze burgemeester
heeft o.a. geweigerd zijn ontslag aan te vra
gen als burgemeester van Berlijn, omdat hij
ontkend iets te hebben gedaan dat in strijd
is met de wetten van rijk of gemeente. Zoodat
Berlijn nog eenige jaren vast zit aan een
burgemeester dien het bekijkt als een eerste
klas oplichter
De Sklarek-zaak dient thans voor het ge-
recht en wellicht zullen er nog wel dingen
aan het licht komen, die het schandaal iet
wat meer ophelderen.
De bomaanslagen in Duitschland,
Een ander opzienbarend geval kunnen wij
de talrijke bomaanslagen noemen, die
Duitschland als het ware een tijdlang onvei-
lig hebben gemaakt. Ook deze aanslag.n
hadden een politieken ondergrond. Men was
namelijk lang niet tevreden met de tegen-
woordige regeering en vooral de bevolking
op het platte land voelde zich achteruit ge
steld bij die der steden. Hoe gemakkelijk was
het dus niet, deze bevolking op te hitsen.
Toen kwamen de bomaanslagen, die blijkbaar
in Hamburg en Berlijn hun centrale middel-
punten hadden. Talrijke regeeringsgebouwen
waren het doelwit van de aanslagen en in
vele gevallen waren de bomaanslagen zeer
gevaarlijk. Een groot aantal personen is ge
arresteerd en naar de gevangenis overge-
bracht. Uit de verhooren bleek, dat de lands-
volkorganisatie de aanslagen stelselmatig
had voorbereid. De leiders wezen op de ge-
bouwen, waarop de aanslagen geplee^d
moesten worden. Zij zochten ook de daartoe
noodige individuen uit. Verder bleek uit de
verhooren nog, dat men besloten had, een
paar onschuldige bomaanslagen te plegen,
om het volk, dat ontevreden was, tot beda-
ren te brengen.
De zomer is voorbij, de herfst heeft de bla-
deren van de boomen doen vallen, de winter
heeft zijn intrede gedaan Maar nog zijn
de bomaanslagen niet van de baan. Werd niet
de vorige week nog een arrestatie gedaan,
waarbij bleek, dat de verdachte zeer zeker bij
deze aanslagen betrokken was?
We zullen het volgend jaar nog wel meer
van deze aanslagen hooren. Zal de toestand
dan zuiverder worden? 't Is te hopen, dat
deze vraag bevestigend beantwoord kan wor
den.
We zullen dit onderwerp beeindigen met
een kwestie, die van zeer groot belang is ge
weest voor de geheele wereld, n.l.
de tcenadering van Quirinaal
en Vaticaan,
Tot den 20sten September 1870 was de
paus gedurende een tiental eeuwen naast
kerkelijk souverein ook wereldlijk vorst ge
weest. Toen brak een tijd aan van een soort
vrijwillige ballingschap. Het Vaticaan was
voortaan slechts zijn grondgebied, waar de
paus wereldlijk heerscher was. Buiten het
Vaticaan zou in het vervolg geen enkele paus
ooit meer komen.
Deze toestand duurde zoo tot 1929, toen
Mussolini trachtte een toenadering tusschen
Vaticaan en Qtiirinaal tot stand te brengen.
Talrijke redevoeringen werden gehouden,
nota's werden gewisseld en het leek gerui-
men tijd, dat het plan van Mussolini schip-
breuk zou lijden.
Totdat Mussolini's idee werkelijkheid
werd. Voortaan heeft dus de paus weer zijn
eigen grondgebied en is dus weer wereldlijk
heerscher geworden. En juist deze maand
heeft het Italiaansche koningspaar een be-
zoek gebracht aan. het Quirinaal, terwijl een
week later de paus een bezoek bracht aan een
kerk, die buiten het Vaticaan-gebied ligt.
Zestig jaar moest het duren, alvorens een
paus het Vaticaan verliet. En men moge van
Mussolini denken wat men wil, dit kan men
hem niet onthouden, dat hij
groot werk verricht heeft.
in dezen eei
De 1-Mei-viering in hef
Buitenland,
Het jaarlijksch feest der arbeiders heeft
ook dit jaar weer groote menschenmassa's op
de been gebracht. In alle landen trokken
duizenden arbeiders op om betoo°dngen te
houden, om te protesteeren tegen h. i. ver-
keerde toestanden, om hun idealen te propa-
geeren.
Wat nu de viering zelf betreft, deze is goed
afgeloopen. De optochten hadden een orde-
lijk verloop. Maar ook nu weer trachtten de
communisten de boel in't honderd te gooien.
Het gevolg was, dat botsingen niet uitble-
ven en de politie dikwijls moest ingrijpen.
Hoeveel personen er op dien eersten Mei-dag
gearresteerd zijn, valt met geen mogelijkheid
te zeggen, maar het getal loopt zeker in de
duizenden. Ook het aantal gewonden tenge-
volge van schietpartijen was deze keer weer
groot.
Hopen we, dat het nieuwe jaar de betoo-
gingen zonder bloedvergieten zullen ver
loopen.
Besluit.
We gaan ons jaaroverzicht eindigen. Veel
hebben wij nog onvermeld gelaten. Maar we
meenen met bovenstaande het allerbelang-
rijkste aan de vergetelheid ontrukt te hebben.
We zouden nog de talrijke verkeersongeval-
len kunnen noemen, we zouden de rampen,
die ook dit jaar niet uitbleven, nog kunnen
memoreeren, maar dan zou ons overzicht veel
te lang worden. Slechts willen we op enkels
ongevallen wijzen, n.l. de ontzettende ont-
ploffing die het ziekenhuis te Cleveland den
15den Mei van dit jaar trof. Meer dan 130
personen vonden den dood bij deze zware
ramp, die zijn oorzaak vond in gasontsnap-
ping in een der laboratoria.
Dan zijn er nog verschillende spoorwegon-
gelukken gebeurd, waarvan die in Belgie bij
Halle op den 17den April 11 dooden en een
vijftigtal gewonden veroorzaakte.
Tenslotte herinneren we nog even aan den
aanslag op het leven van kroonprins Umber-
to van Italie tijdens zijn verloving met prin-
ses Marie Jose van Belgie. Weer een bewijs,
dat het leven van vorstelijke personen lang
niet altijd zonder gevaar is!
We eindigen dus.
1929 heeft afgedaan; 1930 doet haar in*
trede. We beginnen weer met een schoone lei.
Hopen we, dat 1930 weinig zwarte bladzij-
den voor de wereldgeschiedenis zal geven.
En dat tenslotte de groote conferenties ons
een flinke stap verder zullen brengen op het
terrein der internationale ontwapening en
op dat der verbroedering aller volken.
We zullen afwachten.
En blijven hopen.
J.
INGE KOMEN PERSONEN.
A. Krane, E.L., z.b., Costerstraat 2 van
Den Helder. M. A. Bijwaard, R.K., d.b.,
Nassauplein 11 van Oude Niedorp. D
Bosscher, geen, advocaat, Parkstraat 1 van
Londen. E. Meluzin, R.K., z.b., Oude-
gracht 119 van Weenen. C. J. Diehl, R K.,
z.g., Lamoraalstraat 7 van Baden-Baden.
W. de Boer, N.H., schipper, met huis'n. T
Molenaar, N.H., Tienenwal 9 van Wieringen
J. Wagemaker, echtg. van B. Appel, N.H
z.b., Krelagestraat 6 van Amsterdam. G
Kaij, echtg. va nA. de Vet, N.H., Achterdam
29 van Z. en N. Schermer. F. A. Boersen,
R.K., bloemist en gezin, Omval 56 van
Oudorp. B. J. Strijbis, geen, chauffeur, C.
W. Bruinvisstraat 7 van Nieuwe Niedorp.
A. Brunovsky, R.K., ass. huishouding, Wes-
terweg 62 van Weenen. J. de Boer, N.H.,
arbeider, en gezin, Druivenlaan 34 van
Oudorp. P. J. Boom, R.K., z.b Egmonder-
straat 9 van Utrecht. A. A. Groot, R.K.,
d.b., Kanaalkade 30 van Heiloo. W.
Blaauboer, N.H., winkelier, en gezin, Luttik
Oudorp 53 van Harenkarspel. N. Bruin,
R.K., boekdrukker Co.), Omval 27 van Leeu-
warden. Ambsthalve ingeschreven C. van
Harten, arbeider, R.K., met huishoudster A
Gertrud Leufgen en hare kinderen. P.
Kroon, arbeider, N.H., arbeider, en gezin,
Limmerhoek 32 van Heerhugowaard. E.
Hafels, R.K., bankwerker, Hoeverkade 8a
van Duitschland. J. T. M. de Vries, R.K.,
z.b., en gezin, Verdiesstraat 20 van Bergen
M. Moerbeek, N.H., huish., Krelagestr.
H. P. Broers, kok, R.K., Langestraat 55 van
Almelo. M. A. Bouman, hulp in de huish.,
R.K., Laat 203, van Heiloo. T. Stam, wed.
van A. S. Henselmans, R.K., Nassauplein 11
van Noord-Scharwoude. J. Hellingman
en gezin, monteur, D.G., Heiligland 24a van
Oudorp. C. C. Groot, d.b., N.H., Coster
straat 19 van Graft. G. E. J. Rengs, z.b.,
R K., Verdronken Oord 76 van Haarlem.
G. Th. Hendriksen, echtg. van J. Pruis,
geen, Forestussraat 29 van Amersfoort.
J. J. Cohquee, d.b., N.H., Friescheweg 1 van
Heerhugowaard. M. J. Roggeveen, leeraar
R.H.B.S., geen, Boomkampstraat 6 van Hil-
versum. G. Poppc-s, slager, N.H., Achter-
straat 37 van Westzaan. W. Gieling, d.b.,
R.K., Fnidsen 76 van Warmenhuizen. H.
Janssens, buffetjuffrouw, R.K., Nieuwsloot
47 van Diemen. W. J. A. Ruijters, wasch-
knecht, R.K., Van Everdingenstraat 18 van
Amsterdam. A. K. Schminke, d.b., D.E.,
Parkstraat 3, van Kassel (Did.). M. Babb,
z.b., R.K., Langestraat 42 van Hongarije.
6 van Oterleek. A. M. Bobeldijk, N.H
huish., Westerweg 3 van Dordrecht. M.
Winkelman, arts, geen, Metiusgracht 11 van
Amsterdam.
VERTROKKEN PERSONEN.
C. Hoekmeijer, N.H., wed. van H. Horst-
manshoff, van Ritsevoort 24 naar Gendrin-
fen. C. v. Boverr, monteur, N. H., van
tuartstraat 44 naar Wemeldinge. A. F.
Gomes, R. K., monteur, van Laat 43a naar
Warmenhuizen. E. J. Scholten, klerk Ned.
Spoorwegen, R. K., van Stuartstraat 26 n.
Valkenswaard. J. Kuin, N.H., monteur,
van Nieuwlandersingel 75a naar Oudorp.
H. K. Berghuijs, N.H., surmnumerair Rijks
Bel. en echt. H. C. van Uden, van Spoor-
straat 84 inw. naar Rotterdam. P. Poel-
strat, 1.1. verpleger, N.H., van Oosterkolk-
straat 23 naar Zeist. H. Schut, ijzerwer-
ker, N.H., van Luttik Oudorp 31a naar
Zaandam. J. Schot, chauffeur, N. H.,
en echtg. C. Kuin en zoon, van Nieuwlan
dersingel 75a naar Oudorp. N. Bet, huis
houdster, R.K., van Nieuwstraat 23 naar
Westwoud. P. Plas, chauffeur, N.H., en
echtgen. D. Beek en kinderen, van Limmer
hoek 32 naar Heiloo. P. Brandtenaar,
echtg. van Johannes Dekker, R.K., en kin
deren, van Wolfpad 11 naar Haarlem.
M. C. Konings, onderwijzer, R.K., van Nas-
saulaan 30 naar Oudenbosch. J. A.
Keizer, chauffeur, G. K., van Bleekerskade
Stationsweg 21 naar Bergen (N.H.). A.
Hoekmeijer. procuratiehouder, N.H., van
85 naar Mijdrecht.
DOLFIJNEN ALS SYMBOLEN DER
HERALDIEK.
De dolfijnen werden in de oudheid be-
schouwd als groote menschenvrienden en als
goede beoefenaars van schoone muziek.
De legende zegt ons, dat de Grieksche
dichter en luitspeler Arion, die 600 jaar voor
Christus te Methymna leefde, eenmaal door
een dolfijn behouden over de zee aan land
werd gebracht.
Arion was de zoon van Poseidon (Nep-
tunus) en de nymf Oncaea en wordt voor den
uitvinder van den dithyrambus gehouden. Er
bestaat van hem een fraaie sage van den vol-
genden inhoud:
Arion toefde lang aan het hof van Perian-
der te Corinthe en begaf zich van hier naar
Italie en Sicilie.
Te Tarente won hij den prijs in een muzi-
kalen en dichterlijken weastrijd. Toen hij met
schatten beladen, zich naar Corinthe had in-
gescheept, om tot zijn vriend Periander terug
te keeren, besloten de roofgierige zeelieden,
hem om het leven te brengen
Apollo maakte hem in den droom met hun
voornemens bekend. Nu beloofd-e Arion hun
gaarne zijn schatten en vroeg alleen het
behoud van zijn leven. De zeelieden gavem
hem vrijheid, zichzelven te dooden, of in zee
te springen. Thans verzocht Arion, dat ze
hem mochten toestaan, nog eenmaal te zin-
gen. Dit werd hem v-ergund en in een sierlijk:
zangersgewaad verscheen hij op het dek. In
zijn zielsverrukkend lied riep hij de goden
aan en stortte zich daarna in de golven.
Maar de dolfijnen hadden naar die heerlijke
tonen geluisterd. Zij waren tot het vaartuig
genaderd en 6en van hen nam den zanger
op den rug en bracht hem naar de Grieksche
kust, vanwaar hij weldra Corinthe bereikte.
Periander kon nauwelijks geloof hechten aan
het verhaal van den dichter. Maar toen ver-
volgens de zeelieden kwamen en op de vraag
des Konings, waar Arion zich bevond, ver-
zekerden, dat hij te Tarente was achterge-
bleven, trad de zanger zelf te voorschijn. en
de instelde roovers waren niet in staat, hun
misdrijf te loochenen. Zij werden alien tot
den kruisdood veroordeeld
Ter gedachtenis aan dat voorval werd op
Taenarum, waar Arion aan wal was geko
men, bij den tempel van Poseidon een ge-
denkteeken opgericht, dat den dichter voor-
stelde, gezeten op een dolfijn. Zijn lier en
de dolfijn werden aan den hemel geplaatsr
Grieksche kunstenaars van lateren tijd heb
ben deze stof symbolisch behandeld, name
lijk als een bewijs van het vermogen der
dicht- en toonkunst op alle schepselen.
Poussin, Rubens en Albrecht Durer hebben
deze fabel op het doek gebracht.
Alzoo waren de dolfijnen reeds in de
vroege oudheid symbolen der heraldiek.
J. DAALDER Dz.