Stadsnieuws niets achterwege zoude blijven. Ook de regee- ringen van Belgie en Nederland werden in de zaak gemoeia. A1 ras bleek, dat het U. D. zich wel eenigszins vergist had, tenminste, uit de verklaringen der Belgische regeering kon men opmaken, dat er van een Fransch- Belgisch verdrag geen sprake was. Er wer den arrestaties gedaan, interpellaties in de Kamers kwamen aan de orde en het gevolg was, dat de geheele zaak als het ware dood bloedde. Toch heeft de zeer ernstige kwestie geen bevredigende oplossing gevonden. Nog steeds is de eigenlijke kwestie niet opgelost. Bestaat er nu werkelijk geen verdrag tus- schen Frankrijk en Belgie? We kunnen er hier niet over oordeelen, maar het wil er bij ons nog altijd niet in, dat het Utrechtsch Dagblad zich zoo schromelijk vergist hee.t. Intusschen, de zaak is afgehandeld en onze regeering heeft het niet noodig geoordeeld, de kwestie verder te onderzoeken, zoodat wij de zaak als afgedaan moeten beschouwen. We komen nu tot de landen van Europa en beginnen allereerst met de Engelsche verkiezingen. De 30ste Mei van dit jaar was voor het ge heele Engelsche Rijk een zeer belangrijke dag, omdat toen uitgemaakt zou worden, door wie Engeland in de eerstvolgende jaren geregeerd zou worden. Zooals men zich zal herinneren, was het de Conservatieve Partij, die het land den laatsten tijd bestuurd had. De groote vraag was nu, of het deze parti] gelukken zou, opnieuw het roer in hdnden te krijgen, of dat een der andere partijen het be- wind over zou nemen. Daar was in de eerste plaats de Labour-Party, de groote Engel sche arbeiderspartij met MacDonald aan het hoofd. Zou zij kans zien, de Conservatieven te verslaan, en voor de tweede keer aan de regeering te komen? Of zou Lloyd George, de°leider der Liberalen, voor een verrassing zorgen en een aantal zetels veroveren, groot genoeg om de regeering in handen te krij- gen? Veel is er door de verschillende partij-lei- ders gedaan om toch vooral maar kiezers te winnen en het resultaat is geweest, dat de Labour-partij met groot succes uit den ver- kiezingsstrijd te voorschijn kwam. Daarente- gen waren de verliezen der Conservatieven bizonder groot te noemen. Nu mag men niet vergeten, dat Engeland nog altijd het oude stelsel van district-ver- kiezingen gehandhaafd heeft, zoodat, bezien we het stemmenaantal, de verliezen der Con servatieven niet zoo groot zijn als het aantal zetelverliezen wel aangeeft, maar het feit is toch, dat de Engelsche arbeiderspartij de overu.nning behaald heeft. Zij heeft nu het bewind in handen gekregen en zij zal den eersten tijd het land regeeren. Een groot voordeel is, dat aan het hoofd der partij eenige mannen staan, die weten, wat ze wil len en die bezadigd optreden. Dat heeft ons de gevolgde politiek geleerd. De Zuid-Afrikaansche verkiezingen, Het land, dat eigenlijk ook bij Engeland hoort, Zuid-Afrika, heeft ook zijn verkiezin gen gehad. En wat in Engeland zelf wel ge- beurde, bleek in Zuid-Afrika niet te gaan: daar kregen de arbeiders klop. Fladden zij in de oude regeering een zestiental zetels, thans werd dat "aantal teruggebracht tot acht, waarbij nog rekening gehogden moet wor den, dat deze 8 ook nog weer in twee groe- pen verdeeld zijn. Trouwens, die verdeeldheid der arbeiders onderling was ook de oorzaak, dat de partij zulke groote verliezen leed. Het gevolg was, dat de Nationale Partij met de overwinning strijken ging en nu aan het hoofd der regeering staat. De verkiezingen in Belgie. Zondag 26 Mei hadden in Belgie de ver kiezingen plaats, die in zooverre een verras sing waren, dat de Sociaal-democraten eeni ge verliezen leden. ilet waren de liberalen, die daardoor een kleine vooruitgang konden boeken. Intusschen hadden deze verkiezingen geen ander resultaat, dan dat zij het Jaspar mo- gelijk maakten, zijn regeeringsperiode weer te verlengen. vele kleinere tegenslagen hee* hij nog on- langs veel moeten hooren, toen hij oorlogs- schepen naar Haiti zond. Of dat toen nood- zakelijk was, zullen we in het midden laten, maar het komt ons voor, dat Hoover's pres tige door deze maatregel ernstig geschaad is. We kunnen nu wel van de verkiezingen af- stappen, al zou er nog veel over geschreven kunnen worden. Maar we meenen met boven- staande reeds uitvoerig genoeg geweest te zijn en willen dus liever eerst eens de Politickc strubbelingen onder de oogen zien. Alvorens met onze bu- ren te komen, gaan we eerst even naar Span- je, waar de dictatuur van Primo de Rivera nog steeds voort duurt. Dat is misschien een feit, wat we begin 1929 niet hadden mogen verwachten. Immers, toen wees alles er op dat Primo's macht aan het tanen was. Tel- kens toch braken opstanden uit, die alle ge- richt waren tegen deze dictatuur. Meestal waren officieren bij de troebelen betrokken, die de bestaande dictatuur omver wilden wer- pen. Maar de Rivera kon even vaak den toe- stand meester blijven, al koste hem dat soms veel moeite. Toch hebben die talrijke aanvallen op zijn beleid hem geen goed gedaan. En de belofte, dat Primo zal aftreden, zoo gauw een nieu- we geschikte opvolger zal zijn gevonden, zal wel gauw in vervulling gaan. Wie dat zijn zal en welk bewind dan weer het heft in han den zal krijgen, is met geen mogelijkheid te zeggen. Of zou Spanje dan weer grondwette- lijk geregeerd worden? De belofte daartoe is reeds door Primo de Rivera zelf gedaan Als een donderslag uit den helderen hemel kwam begin April uit Oostenrijk de tijding, dat dr. Seipel als bondskanselier was afge- treden. Zeker, de tijding was onverwachts, omdat slechts weinige dagen te voren dr. Sei pel te kennen had gegeven, dat hij niet aan aftreden dacht. En nu gebeurde het toch. De redenen waren te zoeken bij de sociaal-demo craten, die niet nalieten, dr. Seipel te becriti- seeren. Zij toch zagen in dr. Seipel een per- soonlijken vijand, wien het slechts bedoeld was, de soc.-democraten te vernietigem. Voor al het in beslag nemen van een kleinen wa- penvoorraad in het gebouw van de Soc. Ar biters Ztg. wekte groote verontwaardiging bij de soc.-democraten. Daar kwam nog bij, dat men in dr. Seipel nog veel meer den Roomschen priester zag, dan den politicus, zoodat het niet-Roomsche gedeelte van Oos tenrijk hem liever zag gaan dan komen. En vooral om die godsdienstige redenen ging Seipel heen. Flij stond aan het hoofd van een coalitie-kabinet van christen-socialisten, Groot-Duitschers en Plattelanders. Deze coa- litie is daardoor uiteen gevallen. De crisis duurde lang; meer dan een maand moest er verloopen, voordat een nieu we regeering gevormd was. Toen kwam Streeruwitz aan het bewind, waarmee echter de soc.-democraten niet kregen wat zij gewild hadden. Voor hen was dus het uitlokken van een crisis geen succes. Eigenlijk was de ge heele verandering slechts een ruiling van den hoofdpersoon en de samenstelling van de re geering bleef im groszen Ganzen gelijk. Streeruwitz bleek ook niet de rechte man op de rechte plaats te zijn en ook hij moest het aarizien, aat zijn politiek niet de goedkeuring van Oostenrijk's bevolking wegdroeg. Ten- slotte moest Streeruwitz capituleeren. Een nieuwe crisis volgde, waaruit na veel strub belingen het kabinet-Schober geboren werd. Ook dit kabinet bleek niet het ideale te zijn. Daar wijzen de talrijke botsingen wel op, die bijna elken Zondag in Weenen en andere steden en dorpen voorkwamen. Telkens weer komen er des Maan- dags berichten binnen, die dooden en ge- wonden vermelden en telkens ook weer zijn het de Heimwehren en de socialisten, die met elkaar slaags raken. Het zou wel zeer teeke- nend zijn, als men al de dooden en gewon- den eens bij elkaar optelde, die gevallen zijn door de politieke onlusten. Iialie's vrijc verkiezingen. Den 24sten Maart had ook de groote Duce /erkiezingen uitgeschreven, die aan Italie in zooverre een verrassing brachten, dat de Kamer voor 100 pCt. uit fascisten kwam te bestaan. De verrassing was echter alleen be- stemd voor de Italianen zelf, want voor de buitenwereld was het resultaat van deze ver kiezingen reeds tevoren bekend. Als men na- gaat, dat de kiezers door Mussolini zelf wa ren aangewezen, dat ook de candidaten door hem zelf reeds met zorg waren uitgezocht, en dat de geheime stemming slechts een wassen neus was, dan is het wel duidelijk, dat de geheele verkiezingen niets anders waren dan een gebaar, om de wereld te verkondicen, dat het Fascisme in Italie door de Italiaan- sche bevolking als de grootste zegen be- schouwd wordt. Italie wordt dus nu geregeerd door een ge heele fascistische Kamer, met aan het hoofd een geheel fascistisch kabinet. Echter Mus solini moet wel bedenken, dat het spreek- woord: Tout ce qui reluit, n'est pas d'or, ook nog een zekere waarheid bevat. En juist nu we dit schrijven, komen er berichten binnen, dat er een anti-fascistische stroomH- op komst is, die steeds grooter en krachtiger wordt. Zou dat er op wijzen, dat Mussolini'; tijd straks gekomen is? Want dat het fascis- me nog jaren zal voortbestaan, wil er bij ons nog niet in. Hoover's komst op het Witte Huis, Het was de 4de Maart, dat de nieuw- benoemde president der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, president Hoover, zijn intrede op het Witte Huis deed. Zooals te doen gebruikelijk is, ging die komst gepaard met. een boodschap, die wij hier een regee- ringsverklaring plegen te noemen. Deze re- geeringsverklaring trok natuurlijk aller be- langstelling, omdat zij uit zou maken, welke politiek de regeering in de eerste vier jaar zou volgen. Het bleek en dat was eigenlijk wel te verwachten dat deze politiek de- zelfde zou zijn als die, welke Coolidge steeds gevolgd had. Intusschen heeft Hoover nu bijna een jaar het presidentschap waargenomen en hij heeft reeds ondervonden. dat regeeren nu met bepaald een gemakkelijk baantie is. Naast schil, dat Briand nu minister-president ge- wort«m was. Briand heeft het eenige maanden vol kun nen houden, maar zeer onverwachts viel hij. Na de vacantie van het parlement stelde hii de kwestie van vertrouwen inzake zijn beleid t. o. v. de buitenlandsche politiek. De Ka mer sprak zich met 288 tegen 277 stemmen tegen het regeeringsbeleid uit, hetgeen de val van het kabinet beteekende. Deze keer was de oplossing van de crisis niet zoo gemakkelijk en het duurde dan ook vrij lang, voordat een nieuw kabinet ge vormd was. En zoo zit dan nu sinds een paar maanden het kabinet-Tardieu, dat echter Briand als minister van buitenlandsche za- ken gehouden heeft. Reeds heeft ook dit ka binet al weer eenige keeren de kwestie van vertrouwen gesteld, maar het vond in de wijze, waarop voor die motie gestemd werd, geen aanleiding om af te treden. Zoodat we het nieuwe jaar in Frankrijk beginnen met het kabinet-Tardieu. In een adem met Frankrijk kunnen we Bel gie wel noemen, waar ook een regeerings- crisis geweest is. Het kabinet-Jaspar werd ten val gebracht doordat de regeering teveel te- gemoet kwam aan de eischen der Vlamingen, die immers de Gentsche Hoogeschool geheel vervlaamscht wilden zien. Jaspar wilde de Vlamingen tegemoet komen, maar dit was niet naar den zin der Kamer-afgevaardig- den. Zoo kwam het kabinet-Jaspar aan zijn einde, ondanks het feit dat Jaspar niet gaar- ne aftreden wilde met het oog op de komen- de viering van het eeuwfeest van Belgie's on- afhankelijkheid. Toch zal Jaspar als minister-president dit feest meevieren, want de koning gaf hem op- dracht een nieuw kabinet samen te stellen. Dat lukte hem spoedig, zoodat Jaspar mi nister-president bleef. Ook het meerendeel zijner ministers bleef aan, zoodat met deze kabinetscrisis er eigenlijk weinig veranderd is. Toch heeft ze dit voordeel gehad, dat de Gentsche Hoogeschool grootendeels ver vlaamscht zal worden. Daarmee hebben de Vlamingen dus een van hun grootste wen- schen in vervulling zien gaan. Merkwaardig is het, dat we dit jaar van den Balkan weinig te schrijven hebben; ten minste in vergelijking met andere jaren is het in ons Nabije Oosten tamelijk kalm ge weest. Zou men daar nu eindelijk eens wat verstandiger worden en de zaken voortaan wat rustiger behandelen? Het zou voor den Europeeschen vrede van zeer "root belang zijn, als de Balkan voorgoed de rust hand- haafde en de onderlinge kwesties maar zoo- veel mogelijk met onderhandelingen af- maakte. Wie weet, komen we dan eindelhk niet tot een eensgezinden Balkan, dat als voorbeeld voor andere staten genoemd mag worden. We komen nu iets dichter bij huis en schenken onze aandacht aan Frankrijk, waar we allereerst de verschillende kabinetscrisis- sen moeten aanschouwen. In Frankrijk is het de gewoonte, om maar gauw de kwestie van vertrouwen te stellen, als de regeering wat scherp wordt aangevallen. Dat heeft tot ge volg, dat elk oogenblik een crisis kan uitbre- ken en een nieuwe regeering weer aan het be wind komt. Maar ook hebben die vertrou- wenskwesties tot gevolg, dat niemand het ernstige ervan inziet. Ook het jaar 1929 heeft daarop geen uit- zondering gemaakt en ook nu weer zijn cr verscheidene kwesties van vertrouwen ge steld. De meeste ervan zijn door He Kamer goedgekeurd, maar enkele hadden tot ge volg, dat het kabinet zijn plaats moest af- staan aan een ander. We zullen die kabinets-verwisselingen even nagaan en beginnen dan met het aftre den van het ministerie-Poincart. Reeds begin Juli was de positie van Poin- care wankel geworden, doordat vele Kamer- leden zijn houding ten opzichte van de schuldenregeling met Amerika streng afkeur- den. Toch wist Poincare zich toen nog staan- de te houden, maar de voortdurende cntiek en een steeds verder voortwoekerende ziekte maakten Poincare's toestand onhoudbaar. Den 26sten Juli nam hij zijn ontslag als mi nister-president, terwijl hij als redenen daar- voor opgaf zijn ziekte. Van een ministerieele crisis was dus geen sprake, maar die volgde spoedig, toen het geheele kabinet zijn ontslag bij president Doumergue indiende. Lang duurde deze crisis niet, want weldra had Briand, de opvolger van Poincare, een nieuw kabinet gevormd, dat eigenlijk het- zelfde was als dat van Poincare, met dit ver- Als we nog even Polen, Litauen en Hon- garije noemen, dan is dat slechts een kwestie van volledigheid. Veel is er in deze landen niet gebeurd, dat de moeite waard is om er lang bij stil te staan. Volstaan wij met te zeggen, dat ook daar wel eens strubbelingen voorkwamen, die de regeering soms moeilijkheden bezorgden Vooral in Polen is dat nog al eens het geval geweest en iedereen zal zich nog wel herin neren, hoe de Sejm in October van dit jaar plotseling naar huis werd gestuurd, omdat zij het der regeering ietwat te moeilijk maak- te. Intusschen komt juist dezer dagen het be richt, dat ook Polen zijn regeeringscrisis ge had heeft en dat een nieuwe regeering aan het bewind is gekomen. Deze regeering heeft nog te kort het be wind in handen gehad, om reeds nu te kun nen oordeelen, of zij een lang leven zal heb ben. Het nieuwe jaar zal straks daar ant- woord op kunnen geven. Liever gaan we even bij onze buren, de Duitschers kijken, over wie heel wat te zeg gen valt. We zullen echter niet al de moeilijkheden der regeering nagaan en ons slechts bepalen tot de allervoornaams.te gebeurtenissen. Zoo gaan we de crisissen in de partijen onderling maar voorbij en herinneren alleen even aan de scheuringen, die plaats vonden in enkele der grootste partijen. En wat de buitenland sche politiek betreft, kunnen wij gevoegelijk verwijzen naar de conferenties, waar dit land ten nauwste bij betrokken was. In den loop van dit jaar toch zijn er conferenties gehou den, welke voor een groot deel ten doel had den de financieele kwesties nader te regelen Duitschland was n.l. veel te zwaar belast en vooral het plan-Young was daarom niet van belang ontbloot. Teekenend is wel de uitla- ting van den Duitschen Rijksdagpresident, die in een interview verklaarde, dat het afge loopen jaar voor Duitschland wel het meei- lijkst is geweest, wat betreft den financieelen toestand. En het plan-Young had wel eenige verlichting gebracht, maar de veranderingen welke daardoor ontstaan zijn, hebben nog niet genoeg kunnen inwerken. Een andere moeilijkheid was wel de crisis in de industrie, waarbij vooral het Roerge- bied ernstig getroffen werd. Deze crisis heeft lang, zeer lang geduurd en heeft veel ellende veroorzaakt. Gelukkig is de crisis reeds lang opgelost en is de industrie weer in normaler banen getreden. Wat o. i. echter veel belangrijker is, dat zijn wel de politieke schandalen en dan noemen we allereerst de zoo beruch geworden zaak-Sklarek. Dit is een corruptie- zaak geworden van het bovenste plankje. In het kort komt de geschiedenis hier op neer: De gebroeders Sklarek waren leverancier: geworden voor het Duitsche Rijk van vele goederen. Het schijnt nu, dat verschillende hooggeplaatste ambtenaren goederen voor een veel te lagen prijs gekocht hebben van de gebroeders, terwijl anderen kostbare geschen- ken cadeau kregen. Hoe het zij, eenige bur- gemeesters van Berlijn en andere gemeenten werden 'verdacht van corruptie en enkelen werden zelfs gearresteerd. De zaak is door de geheele wereld met groote interesse ge volgd en ook nu nog blijft zij actueel. Daar is bijvoorbeeld burgemeester Boess, een der Berlijnsche stadsbestuurderen, die mede in het conflict betrokken is. Deze burgemeester heeft o.a. geweigerd zijn ontslag aan te vra gen als burgemeester van Berlijn, omdat hij ontkend iets te hebben gedaan dat in strijd is met de wetten van rijk of gemeente. Zoodat Berlijn nog eenige jaren vast zit aan een burgemeester dien het bekijkt als een eerste klas oplichter De Sklarek-zaak dient thans voor het ge- recht en wellicht zullen er nog wel dingen aan het licht komen, die het schandaal iet wat meer ophelderen. De bomaanslagen in Duitschland, Een ander opzienbarend geval kunnen wij de talrijke bomaanslagen noemen, die Duitschland als het ware een tijdlang onvei- lig hebben gemaakt. Ook deze aanslag.n hadden een politieken ondergrond. Men was namelijk lang niet tevreden met de tegen- woordige regeering en vooral de bevolking op het platte land voelde zich achteruit ge steld bij die der steden. Hoe gemakkelijk was het dus niet, deze bevolking op te hitsen. Toen kwamen de bomaanslagen, die blijkbaar in Hamburg en Berlijn hun centrale middel- punten hadden. Talrijke regeeringsgebouwen waren het doelwit van de aanslagen en in vele gevallen waren de bomaanslagen zeer gevaarlijk. Een groot aantal personen is ge arresteerd en naar de gevangenis overge- bracht. Uit de verhooren bleek, dat de lands- volkorganisatie de aanslagen stelselmatig had voorbereid. De leiders wezen op de ge- bouwen, waarop de aanslagen geplee^d moesten worden. Zij zochten ook de daartoe noodige individuen uit. Verder bleek uit de verhooren nog, dat men besloten had, een paar onschuldige bomaanslagen te plegen, om het volk, dat ontevreden was, tot beda- ren te brengen. De zomer is voorbij, de herfst heeft de bla- deren van de boomen doen vallen, de winter heeft zijn intrede gedaan Maar nog zijn de bomaanslagen niet van de baan. Werd niet de vorige week nog een arrestatie gedaan, waarbij bleek, dat de verdachte zeer zeker bij deze aanslagen betrokken was? We zullen het volgend jaar nog wel meer van deze aanslagen hooren. Zal de toestand dan zuiverder worden? 't Is te hopen, dat deze vraag bevestigend beantwoord kan wor den. We zullen dit onderwerp beeindigen met een kwestie, die van zeer groot belang is ge weest voor de geheele wereld, n.l. de tcenadering van Quirinaal en Vaticaan, Tot den 20sten September 1870 was de paus gedurende een tiental eeuwen naast kerkelijk souverein ook wereldlijk vorst ge weest. Toen brak een tijd aan van een soort vrijwillige ballingschap. Het Vaticaan was voortaan slechts zijn grondgebied, waar de paus wereldlijk heerscher was. Buiten het Vaticaan zou in het vervolg geen enkele paus ooit meer komen. Deze toestand duurde zoo tot 1929, toen Mussolini trachtte een toenadering tusschen Vaticaan en Qtiirinaal tot stand te brengen. Talrijke redevoeringen werden gehouden, nota's werden gewisseld en het leek gerui- men tijd, dat het plan van Mussolini schip- breuk zou lijden. Totdat Mussolini's idee werkelijkheid werd. Voortaan heeft dus de paus weer zijn eigen grondgebied en is dus weer wereldlijk heerscher geworden. En juist deze maand heeft het Italiaansche koningspaar een be- zoek gebracht aan. het Quirinaal, terwijl een week later de paus een bezoek bracht aan een kerk, die buiten het Vaticaan-gebied ligt. Zestig jaar moest het duren, alvorens een paus het Vaticaan verliet. En men moge van Mussolini denken wat men wil, dit kan men hem niet onthouden, dat hij groot werk verricht heeft. in dezen eei De 1-Mei-viering in hef Buitenland, Het jaarlijksch feest der arbeiders heeft ook dit jaar weer groote menschenmassa's op de been gebracht. In alle landen trokken duizenden arbeiders op om betoo°dngen te houden, om te protesteeren tegen h. i. ver- keerde toestanden, om hun idealen te propa- geeren. Wat nu de viering zelf betreft, deze is goed afgeloopen. De optochten hadden een orde- lijk verloop. Maar ook nu weer trachtten de communisten de boel in't honderd te gooien. Het gevolg was, dat botsingen niet uitble- ven en de politie dikwijls moest ingrijpen. Hoeveel personen er op dien eersten Mei-dag gearresteerd zijn, valt met geen mogelijkheid te zeggen, maar het getal loopt zeker in de duizenden. Ook het aantal gewonden tenge- volge van schietpartijen was deze keer weer groot. Hopen we, dat het nieuwe jaar de betoo- gingen zonder bloedvergieten zullen ver loopen. Besluit. We gaan ons jaaroverzicht eindigen. Veel hebben wij nog onvermeld gelaten. Maar we meenen met bovenstaande het allerbelang- rijkste aan de vergetelheid ontrukt te hebben. We zouden nog de talrijke verkeersongeval- len kunnen noemen, we zouden de rampen, die ook dit jaar niet uitbleven, nog kunnen memoreeren, maar dan zou ons overzicht veel te lang worden. Slechts willen we op enkels ongevallen wijzen, n.l. de ontzettende ont- ploffing die het ziekenhuis te Cleveland den 15den Mei van dit jaar trof. Meer dan 130 personen vonden den dood bij deze zware ramp, die zijn oorzaak vond in gasontsnap- ping in een der laboratoria. Dan zijn er nog verschillende spoorwegon- gelukken gebeurd, waarvan die in Belgie bij Halle op den 17den April 11 dooden en een vijftigtal gewonden veroorzaakte. Tenslotte herinneren we nog even aan den aanslag op het leven van kroonprins Umber- to van Italie tijdens zijn verloving met prin- ses Marie Jose van Belgie. Weer een bewijs, dat het leven van vorstelijke personen lang niet altijd zonder gevaar is! We eindigen dus. 1929 heeft afgedaan; 1930 doet haar in* trede. We beginnen weer met een schoone lei. Hopen we, dat 1930 weinig zwarte bladzij- den voor de wereldgeschiedenis zal geven. En dat tenslotte de groote conferenties ons een flinke stap verder zullen brengen op het terrein der internationale ontwapening en op dat der verbroedering aller volken. We zullen afwachten. En blijven hopen. J. INGE KOMEN PERSONEN. A. Krane, E.L., z.b., Costerstraat 2 van Den Helder. M. A. Bijwaard, R.K., d.b., Nassauplein 11 van Oude Niedorp. D Bosscher, geen, advocaat, Parkstraat 1 van Londen. E. Meluzin, R.K., z.b., Oude- gracht 119 van Weenen. C. J. Diehl, R K., z.g., Lamoraalstraat 7 van Baden-Baden. W. de Boer, N.H., schipper, met huis'n. T Molenaar, N.H., Tienenwal 9 van Wieringen J. Wagemaker, echtg. van B. Appel, N.H z.b., Krelagestraat 6 van Amsterdam. G Kaij, echtg. va nA. de Vet, N.H., Achterdam 29 van Z. en N. Schermer. F. A. Boersen, R.K., bloemist en gezin, Omval 56 van Oudorp. B. J. Strijbis, geen, chauffeur, C. W. Bruinvisstraat 7 van Nieuwe Niedorp. A. Brunovsky, R.K., ass. huishouding, Wes- terweg 62 van Weenen. J. de Boer, N.H., arbeider, en gezin, Druivenlaan 34 van Oudorp. P. J. Boom, R.K., z.b Egmonder- straat 9 van Utrecht. A. A. Groot, R.K., d.b., Kanaalkade 30 van Heiloo. W. Blaauboer, N.H., winkelier, en gezin, Luttik Oudorp 53 van Harenkarspel. N. Bruin, R.K., boekdrukker Co.), Omval 27 van Leeu- warden. Ambsthalve ingeschreven C. van Harten, arbeider, R.K., met huishoudster A Gertrud Leufgen en hare kinderen. P. Kroon, arbeider, N.H., arbeider, en gezin, Limmerhoek 32 van Heerhugowaard. E. Hafels, R.K., bankwerker, Hoeverkade 8a van Duitschland. J. T. M. de Vries, R.K., z.b., en gezin, Verdiesstraat 20 van Bergen M. Moerbeek, N.H., huish., Krelagestr. H. P. Broers, kok, R.K., Langestraat 55 van Almelo. M. A. Bouman, hulp in de huish., R.K., Laat 203, van Heiloo. T. Stam, wed. van A. S. Henselmans, R.K., Nassauplein 11 van Noord-Scharwoude. J. Hellingman en gezin, monteur, D.G., Heiligland 24a van Oudorp. C. C. Groot, d.b., N.H., Coster straat 19 van Graft. G. E. J. Rengs, z.b., R K., Verdronken Oord 76 van Haarlem. G. Th. Hendriksen, echtg. van J. Pruis, geen, Forestussraat 29 van Amersfoort. J. J. Cohquee, d.b., N.H., Friescheweg 1 van Heerhugowaard. M. J. Roggeveen, leeraar R.H.B.S., geen, Boomkampstraat 6 van Hil- versum. G. Poppc-s, slager, N.H., Achter- straat 37 van Westzaan. W. Gieling, d.b., R.K., Fnidsen 76 van Warmenhuizen. H. Janssens, buffetjuffrouw, R.K., Nieuwsloot 47 van Diemen. W. J. A. Ruijters, wasch- knecht, R.K., Van Everdingenstraat 18 van Amsterdam. A. K. Schminke, d.b., D.E., Parkstraat 3, van Kassel (Did.). M. Babb, z.b., R.K., Langestraat 42 van Hongarije. 6 van Oterleek. A. M. Bobeldijk, N.H huish., Westerweg 3 van Dordrecht. M. Winkelman, arts, geen, Metiusgracht 11 van Amsterdam. VERTROKKEN PERSONEN. C. Hoekmeijer, N.H., wed. van H. Horst- manshoff, van Ritsevoort 24 naar Gendrin- fen. C. v. Boverr, monteur, N. H., van tuartstraat 44 naar Wemeldinge. A. F. Gomes, R. K., monteur, van Laat 43a naar Warmenhuizen. E. J. Scholten, klerk Ned. Spoorwegen, R. K., van Stuartstraat 26 n. Valkenswaard. J. Kuin, N.H., monteur, van Nieuwlandersingel 75a naar Oudorp. H. K. Berghuijs, N.H., surmnumerair Rijks Bel. en echt. H. C. van Uden, van Spoor- straat 84 inw. naar Rotterdam. P. Poel- strat, 1.1. verpleger, N.H., van Oosterkolk- straat 23 naar Zeist. H. Schut, ijzerwer- ker, N.H., van Luttik Oudorp 31a naar Zaandam. J. Schot, chauffeur, N. H., en echtg. C. Kuin en zoon, van Nieuwlan dersingel 75a naar Oudorp. N. Bet, huis houdster, R.K., van Nieuwstraat 23 naar Westwoud. P. Plas, chauffeur, N.H., en echtgen. D. Beek en kinderen, van Limmer hoek 32 naar Heiloo. P. Brandtenaar, echtg. van Johannes Dekker, R.K., en kin deren, van Wolfpad 11 naar Haarlem. M. C. Konings, onderwijzer, R.K., van Nas- saulaan 30 naar Oudenbosch. J. A. Keizer, chauffeur, G. K., van Bleekerskade Stationsweg 21 naar Bergen (N.H.). A. Hoekmeijer. procuratiehouder, N.H., van 85 naar Mijdrecht. DOLFIJNEN ALS SYMBOLEN DER HERALDIEK. De dolfijnen werden in de oudheid be- schouwd als groote menschenvrienden en als goede beoefenaars van schoone muziek. De legende zegt ons, dat de Grieksche dichter en luitspeler Arion, die 600 jaar voor Christus te Methymna leefde, eenmaal door een dolfijn behouden over de zee aan land werd gebracht. Arion was de zoon van Poseidon (Nep- tunus) en de nymf Oncaea en wordt voor den uitvinder van den dithyrambus gehouden. Er bestaat van hem een fraaie sage van den vol- genden inhoud: Arion toefde lang aan het hof van Perian- der te Corinthe en begaf zich van hier naar Italie en Sicilie. Te Tarente won hij den prijs in een muzi- kalen en dichterlijken weastrijd. Toen hij met schatten beladen, zich naar Corinthe had in- gescheept, om tot zijn vriend Periander terug te keeren, besloten de roofgierige zeelieden, hem om het leven te brengen Apollo maakte hem in den droom met hun voornemens bekend. Nu beloofd-e Arion hun gaarne zijn schatten en vroeg alleen het behoud van zijn leven. De zeelieden gavem hem vrijheid, zichzelven te dooden, of in zee te springen. Thans verzocht Arion, dat ze hem mochten toestaan, nog eenmaal te zin- gen. Dit werd hem v-ergund en in een sierlijk: zangersgewaad verscheen hij op het dek. In zijn zielsverrukkend lied riep hij de goden aan en stortte zich daarna in de golven. Maar de dolfijnen hadden naar die heerlijke tonen geluisterd. Zij waren tot het vaartuig genaderd en 6en van hen nam den zanger op den rug en bracht hem naar de Grieksche kust, vanwaar hij weldra Corinthe bereikte. Periander kon nauwelijks geloof hechten aan het verhaal van den dichter. Maar toen ver- volgens de zeelieden kwamen en op de vraag des Konings, waar Arion zich bevond, ver- zekerden, dat hij te Tarente was achterge- bleven, trad de zanger zelf te voorschijn. en de instelde roovers waren niet in staat, hun misdrijf te loochenen. Zij werden alien tot den kruisdood veroordeeld Ter gedachtenis aan dat voorval werd op Taenarum, waar Arion aan wal was geko men, bij den tempel van Poseidon een ge- denkteeken opgericht, dat den dichter voor- stelde, gezeten op een dolfijn. Zijn lier en de dolfijn werden aan den hemel geplaatsr Grieksche kunstenaars van lateren tijd heb ben deze stof symbolisch behandeld, name lijk als een bewijs van het vermogen der dicht- en toonkunst op alle schepselen. Poussin, Rubens en Albrecht Durer hebben deze fabel op het doek gebracht. Alzoo waren de dolfijnen reeds in de vroege oudheid symbolen der heraldiek. J. DAALDER Dz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1929 | | pagina 21