Aspiriit ZIJN LAATSTE WENSCH. 3ederesü weet FEUILLETON. aiM Handel van nu af aan tijdig Tabletten Ome Koloniën. Binnenland Het stoomschip Hofplein op rif geloopen, een Drie leden der bemanning nog vermist Twee lijken gevonden. welk een weldadiaen invloed Aepirin-Tebletten Dij allever- koudheldsziekten.rheumatlek hoofd-en tandpijn, griep enz. uitoefenen. Maar waarom die gevaren niet reeds voor- komen? daarnaar en neem al bij de eerste taekenen van verkoud heid, rheumatiek, griep enz. 1—2 Aspirin-Tabletten. GIJ be spaart U dan zeker veel pijn. Gij weet het due nu: innemenl i Let er op, dat op Iedere verpakking elke tablet het BAYER-Krui» Pri.e TB ets. voortrefelijke hoedanigheden en het comfort van zijn geimproviscerden sight-seeing-carr, doch dit loflied kon helaas niet zijn veroor deeling tot 15 boete of 15 dagen tegen houden. EEN PECHVOGEL. De landbouwer J. P. A. W. te De Rijp, die op 9 November aldaar zich onledig hield een aan den openbaren weg staanden auto te bevrachten met hout, dat hij telkens van zijn land moest halen, kon dus niet voort durend dezen wagen onder toezicht houden, wat hem een door den rijksveldwachter op gemaakt proces-verbaal bezorgde. Te dier zake werd hij tevens veroordeeld tot 2 boe te of 2 dagen. Daarop moest deze pechvogel nogmaals te recht staan omdat op 13 November de scherpzinnige Alkmaarsche politie had opge merkt, dat het nummerbord droeg het cijfer 69597, wat niet klopte met het nummerbe- wijs dat maar tot 6959 ging. Laatstgenoemd nummer was echter over schilderd op een bordje, dat voorheen een ander op het cijfer 7 eindigend nummer droeg en nu was deze 7 op een mysterieuze wijze weer voor den dag gekomen om ver warring te stichten. De politie, die aanvankelijk vreesde voor misdadige doeleinden, kan nu gerust zijn, daar aan den heer W., wegens geringheid van het feit, geen straf werd opgelegd. TWEEDE OPVOERING WERD VOORBEREID. De heer Corn. A. B., bierbottelaar te Alk maar moest terecht staan terzake overtreding van de arbeidswet door toe te laten dat op Woensdag 20 November een bediende buiten geoorloofden arbeidstijd zich nuttig en aan genaam had bezig gehouden met flesschen spoelen. De heer B. voornoemd had echter eenige bezwaren en wel dat hij niet was hoofd van het bedrijf, maar compagnon, dat volgens het personeel de overtreding was ge constateerd op een Dinsdag en dat hij voorts dien dag afwezig was. Besloten werd dus tot aanhouding en as. Vrijdag zal iedere partij met de noodige getuigen ter zitting komen. GEVAARLIJK EN ONGEOORLOOFD. De 24-jarige handelsreiziger, zonder me tier Joh. E. te Zaandijk, die 26 Novem ber te Schermerhorn op een rijwiel gezeten, zich vastklemde aan een in beweging zijnden auto werd deswege tot 4 boete of 4 dagen veroordeeld. HANDKAR TE VONDELING GEZET. Een te Alkmaar woonachtige loopknecht, de heer Dirk M.. had in den nacht van 23 op 24 Nov. aldaar een handk"- onbeheerd ach tergelaten. Hij was niet c eigenaar, doch erkende het voertuig in den Achterdam te hebben neergezet, waarop de kantonrechter triomphantelijk uitriep: Klaar is Kees en Dirk veroordeelde tot 3 boete of 3 dagen. DE LEERPLICHTWET GESABOTTEERD. Jan V., 'n 44-jarig werkman te Koedijk, had vanaf 8 October tot 23 November zijn 13-jarig dochtertje Jannetje niet ter schole gezonden, oendat de moeder ziek was en de heer V. volgens zijn verklaring heden ter zitting afgelegd, geen middelen bezit om zich een andere hulp aan te schaffen. Het kind dat nog tot April 1930 leerplichtig is, gaat dan ook nog niet naar de schoof Volgens verkregen inlichtingen echter geniet de heer V. een wekelijks inkomen van 60 en toonen Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. Uit het Duitsch door W. H. C. Bollaard. 5) „Zoo!" Else liet de opgeheven arm, waar mede zij het kopje naar haar mond -wilde brengen, weer zakken. „Daarvan hebt u ons gisteren toch niets gezegd." „Gisteren?" Een oogenblik wist hij met de vraag geen raad, maar dadelijk daarop zei hij glimlachend: „Ja, dochtertje, gisteren wist ik zelf nog niets van deze reis af, dat wil zeggen niet voor den laten avond." „O, dat is wat anders; nu bent u veront schuldigd." Else trok daarbij een grappig gewichtig gezicht. „Dank je hartelijk", en hij boog gemaakt eerbiedig en dankbaar het hoofcd. „Heeft mijnheer de directeur nog geen schatten genoeg in het Scheiditzer Schilde rijmuseum hangen?" „Neen, meiske, nog altijd niet genoeg en ons landje beschikt over voldoende middelen om zich nog vele kunstschatten te verwer- de ouders niet de minste medewerking ter voorkoming van het schoolverzuim. De in gebrachte bezwaren van den natlatigen va der sloegen dan ook niet hevig in en er volg de veroordeeling tot 8 boete of 8 dagen. GEEN PAARD GELEIDEN PER RIJWIEL. De 22-jarige boerenarbeider Willem St. te Heiloo had 28 Nov. een werkpaard naar den smid gebracht op de hierboven aangeduide strafbare wijze. De recentie van verdachte omtrent het paard luidde dat het zoo iets als een suffert was, doch dergelijke eigenschap pen zijn bedriegelijk. Vonnis 4 boete of 4 dagen. FORE MATEURE? De heer A. J. B., café- en hotelhouder te Alkmaar was ter rechtzitting ontboden, om dat hij op 28 Nov. in gebreke was gebleven 's morgens vóór 9 uur zijn nachtregister ten politiebureele in te leveren. (We vermeenen, dat die dingen vroeger afgehaald en bezorgd werden). De heer B. erkende zulks doch be weerde niet in de gelegnheid te zijn geweest, omdat dit register des nachts door de politie in beslag en meegenomen was. Ergo, ana- houding tot a.s. week, teneinde agent Volbe- da te hooren. NOG EEN AANHOUDING. Jacob D., 'n 28-jarig arbeider te Bergen, had volgens ambtelijk relaas op 15 October te Alkmaar op het Kerkplein met zijn rijwiel links van den weg gereden. Op zijn ontken ning en mededeeling dat hij in 't midden had gereden, werd ook dit zaakje tot as. week ter zijde gelegd. DIE JURIDISCHE VLIEGER GING NIET OP! Een 54-jarig boerenwerkman, in dienst van den heer E. Govers aan de Schermeer, voor heen Steeweg te Alkmaar, maakte zich bekend als Laas K., welke fraaie Friesche voornaam ten zeerste door den kantonrechter werd be wonderd. Dezen heer Laas was ten laste ge legd dat hij op 19 December op den Scher- merweg met een tweewielig aangespannen voertuig links van den rijweg had gereden. Verdachte gaf zulks toe, dat hij niet met een twee- doch driewielig, een z.g. mest- of ierkar had gereden. Deze onjuistheid kon niet ont kend worden doch de kantonrechter en ambte naar bleken toch weer slimmer te zijn, aan gezien nu de verdachte wat betreft de wielen werd vrijgesproken doch wegens links rijden met een voertuig veroordeeld tot 3 boete of 3 dagen hechtenis. „Vond je het nu zóó erg"?, vroeg d^,kan tonrechter doelende op het tekort aan wielen, plagend den verdachte? „Neen", zeide Laas ad rem, „maar ik moet mijn werk goed doen en mag dat van de po- litie ook verwachten!" ZONDER ITALIAANSCHE TOLK KLAARGEKOMEN. De 26-jarige granietwerker Glorgio S. te Alkmaar, bleek te zijn een volbloed Italiaan, ofschoon hij dit in zijn uiterlijk zorgvuldig geheim wist te houden. Maar hij sprak bitter weinig Hollandsch zoodat de conversatie met den kantonrechter over het hem ten laste ge legde feit, dat hij op 21 Dec. per fiets door den Bergertunnel was gereden, niet bijzonder levendig was. Gelukkig echter kende hij de beteekenis van de woorden fiets en weg en toonde hij ook op de hoogte te zijn van de waarde van een hem door den kantonrechter getconden gulden. Zijn wetenschap in de Hol- landsche gebruiken werd dus voldoende ge acht om hem te veroordeelen tot 3 boete of 3 dagen hechtenis, daar men toch ten gerieve van de heeren granietwerkers geen Italiaan- sche waarschuwingsborden kan aanbrengen! ONGEREFLECTOREERDE ACHTER STEVEN. Een 18-jarig jongeling uit Heiloo, die zich op 23 December onder Alkmaar op den Ken- nemerstraatweg voortbewoog op een rijwiel, niet voorzien van een reflector, werd heden het ongeoorloofde van een dergelijk rijwiel- gebruik in de duisternis duidelijk gemaakt door het opleggen van 2 boete 'of 2 dagen hechtenis. De heer Jac. S., priester-student te Megen, werd ook al het slachtoffer vr u dit, hem door onbekendheid met de strafwezen niet geheel aan te rekenen verzuim en tot een gelijkwaar- aan te rekenen verzuim, en tot een gelijkwaar dige straf veroordeeld. MOEILIJKHEDEN VAN AUTORIJDEN. Een leerling-chauffeur, de 42-jarige expe diteur Th. B. B. te Heiloo, bezig op 28 Dec zich in de edele stuurmanskunst van motor rijtuigen te oefenen onder leiding en toezicht van een gediplomeerden autobestuurder, raakte al zeer spoedig in conflict met de die naren der wet, omdat letter en nummer on verlicht waren. Daar hij de eigenaar was, kon een beroep op de bevoegdheid van zijn leermeester geen éffect sorteeren en werd de heer B. mitsdien veroordeeld tot 4 boete of 4 dagen hechtenis. TREFFENDE OVERHEIDSZORG VOOR ONBEHEERDE AUTO MOBIELEN. Een te Hoorn gedomicilieerd vischhande- laar Cornelis D. had op 27 April zijn vracht ven." Op een eenigszins afwezigen toon zei de vader dit en vroeg Else toen plotseling, haar daarbij ernstig in de oogen kijkend: „Zeg eens, mijn kind, als ik zou sterven, zou je dan mijn portret uit het schilderijmuseum terug vragen?" „Maar vader, hoe komt u daarop?" luidde buitengewoon verbaasd de wedervraag. „Ja, kindje, men weet toch nooit hoe lang men leeft 't is dan ook zoo maar een vraag", verlegen verschoof hij het bord, dat voor hem stond „en toch een vraag, waarvan de beantwoording voor mij van be lang is, omdat ik gisteren met den hertog over dit onderwerp sprak". „En wat zei de hertog?" „Hij was van oordeel, dat de ijdelheid eener familie grooter is dan haar liefde en dat het veel mooier voor de wereld staat, dat het portret van een lid der familie in hei mu seum hangt dan thuis boven de sofa in het salon". „De hertog", zei Else, „die zich wel twin tig maal door beroemde schilders heeft laten portretteeren. om ieder lid van zijn familie een conterfeitsel van zich te schenken, praat als een blinde over de kleuren. Wanneer je echter maar één prachtig portret van je va dertje hebt, dan laat je dat, tenzii daartoe auto te Alkmaar op het Stationsplein, hoewel behoorlijk verlicht, gedurende eenigen tijd on beheerd achter gelaten doch toen bij weer ge reed was zijn kar ia gebruik te nemen, bleek deze te zijn verdwenen. De politie had zich in» tusschen over den verlatene ontfermd en le verde het voertuig weer in den besten staat af, doch verzuimde natuurlijk niet het beko men proces-verbaal op te maken met gevolg dat heden den botkoopman, zich vruchteloos beroepende op zijn onbekendheid met de wet, werd veroordeeld tot 3 boete of 3 dagen hechtenis. IJSCO-VENTER IN 'T GEDRANG. Volgens den rijksveldwachter H. Visser zou op 19 September de 27-jarige koopman Pieter Sch. uit Alkmaar te Heerhugowaard vanille-roomijs hebben verhandeld, zonder als geaccrediteerd ijsco-venter te zijn toegelaten. De heer Sch., heden terecht staande, beweer de evenwel, dat hij deze verversching aan de gegadigden had verstrekt op het particuliere erf van den caféhouder. Aangezien de heer Visser niet aanwezig was om de toelichting te geven, werd deze „ijzige" zaak tot a.s. week verdaagd. SCHRIFTELIJK VONNIS IN ZAKE R. M. W VRACHTRIJDER TE EGMOND AAN ZEE. Deze verdachte, die op 20 Dec. terecht stond ter zake overtreding Art. 22 der Motor- en Rijwielwet en tegen wien 50 boete of 50 dagen hechtenis was gerequireerd, werd he den door den kantonrechter bij omstandig ge motiveerd vonnis vrijgesproken, omdat naar de meening van den kantonrechter door hem geen enkele strafbare handeling is verricht. NA DE HUISZOEKINGEN. De stem van het „Indische Volk.". „Het Indische Volk" schrijft, dat niet slechts in een enkel politiek centrum, doch praktisch gesproken over het geheele land politie en justitie optraden met dezelfde per fectie, zonder dat het ingrijpen tot nu toe aanleiding gaf tot ongeregeldheden of ver zet. Niet de strafwet, doch de zucht tot behoud leidde tot de razzia in verband met de lang gekoesterde behoefte eindelijk eens radicaal af te rekenen met het veldwinnend linkerdeel van de volksbeweging, waardoor de Indi sche staat, wat betreft de uiiandsche bewe ging, weer teruggedrukt wordt op het peil van een politiestaat. Het eerste noodige is de opheffing van de verlammende onzekerheid, waarom de razzia is geschied. De nationale beweging moet weten, wat zij van de regee ring heeft te verwachten. Bevel tot arrestatie van 61 per sonen. Naar de „Javabode" meedeelt, is uit de papieren, die bij de huiszoekingen in beslag werden genomen, bij onderzoek gebleken, dat er wel degelijk plannen bestonden voor het maken van relletjes en wel in den nacht van 1 op 2 Januari. In verband hiermede heeft de resident van Midden-Priangan Maandag avond aan de wedanas bevel gegeven over te gaan tot de arrestatie van 61 personen. Het doel der P. N. I. is wel: om verwerping der regeering. Volgens de „Koerier" zijn de te Lembang aangehouden voormannen van de P. N. f. na verhoor weer vrijgelaten. Zij verklaarden wel lid te zijn van de P. N. I., doch dat het niet in de bedoeling had gelegen relletjes te verwekken, ofschoon zij volmondig toege ven, dat het in de lijn ligt, eventueel door middel van een opstand, de huidige regeering omver te werpen. Twee vragen aan de Indische regeering. Het lid van den Volksraad de heer Fruin (Vad. Club) heeft schriftelijke vragen tot d° regeering gericht, waarin hij vraagt, of de regeering het niet eindelijk tijd acht, dat de procureur-generaal requisitoir neemt tegen de Partij Nasional Indonesia om de N. N. I strijdig te verklaren met de openbare orde Voorts vraagt de heer Fruin of de regeering bereid is, in afwachting daarvan, het recht van vergadering over geheel Ned-Indië voor de P. N. I. te bejjerken. Ook nog vragen aan de Neder- landsche regeering. De heer Men dels vraagt inlichtingen. Het Eerste Kamerlid de heer Mendels heeft den minister van Koloniën de volgende de vragen gesteld: Zijn de massale huiszoekingen, inbeslag nemingen en arrestaties, in tal van plaatsen op Java, Sumatra en Celebes enkele dagen geleden ten uitvoer gelegd tegenover bestu ren en leiders der Indisch-Nationale Partij, geschied na overleg tusschen het Ned.-In disch Gouvernement en den minister? Zoo ja, welke houding heeft de minister tegenover die voornemens aangenomen ca welke feiten zijn den minister medegedeeld ter rechtvaardiging van deze buitengewone inbreuk op de individueele vrijheid en op de vereenigingsvrijheid Zoo neen, acht de minister dan in den in houd der desbetreffende Aneta-telegram- men (waarin reeds werd erkend, dat het on gedwongen, heusch niet in het museum han gen, ten genoege van nieuwsgierige, vreemde en onverschillige menschen. Moeder denkt er zeker net zoo over als ik." Haar stem beefde wat toen zij besloot: „Maar waarom moeten wij daarover eigenlijk nog praten; u bent toch nog bij ons, vader en zult, hopen wij, nog heel lang bij ons blijven." Zij glimlachte wel, maar in haar oogen vertoonde zich een verdachte glans als van ingehouden tranen. Met ontroering zag de vader dit; hij wist nu wat hij weten wilde en om van het onder werp af te stappen zei hij luchtigjes: „Als moeder niet gauw beneden komt, dan moet ik weg zonder haar goeden dag te hebben ge- zegd". „Zoo even was zij nog in diepe rust. „Dan is 't beter haar niet te storen; groet haar voor mij en zeg, dat ik overmorgenmid- dag weer terug ben", en opstaande: „ik ga me nu klaarmaken en Maurer zal miin valies nu wel gepakt hebben." „Mag ik u naar het station brengen, va der?" „Graag, Else". Zij had zich gauw aangekleed. Een een voudig, onberispelijk zittend mantelpak liet haar slank, soepel figuur op zijn gunstigst uitkomen en de groote, vilten hoed met rei- gerveeren van een smaakvolle, geelachtige derzoek door de politieke recherche van de „karrevraehten" in beslag genomen papie ren weinig resultaat heeft opgeleverd) geen voldoenden grond gelegen om den Gouv.Ge neraal te verzoeken, hem onverwijld uitvoe rige inlichtingen te verschaffen omtrent het ebeurde, met name of de procureur-generaal ij het hooggerechtshof ten deze op eigen initiatief gehandeld heeft, omtrent de resul taten der getroffen maatregelen en omtrent de motieven, die tot dit optreden hebben ge leid, en wil de minister ae eventueel te ont vangen inlichtingen ter kennisse der Staten- Generaal te brengen? Acht de minister op grond van hetgeen reeds is bekendgemaakt het niet waarschijn lijk dat een dergelijk massaal politioneel en justitieel optreden, onmiddellijk gevolgd op het jongste congres der Indisch-Nationale Federatie (P.P.P.K.I.), mede in verband met de politieke situatie in Britsch-Indië, slechts bevrediging zal schenken aan behoudzucb tige en reactionnaire elementen, doch een uittartende en verbitterende werking zal oefenen op groote groepen der inheemsche bevolking, waardoor ook aanvankelijk gema tigde elementen tot radicaler doelstelling en strijdmiddelen zullen neigen en radicalen op hun beurt tot extremistische opvattingen zul len geraken? Wil de minister mededeelen of bedoeld op treden van het Ned.-Indisch Gouvernement strookt met het door hem wenschelijk geacht beleid? De heer Wijnkoop wil een spoed zitting der Tweede Kamer. De heer D. Wijnkoop (C.P.H. centr. com.) heeft den voorzitter der Tweede Kamer tele grafisch verzocht die Kamer in spoedzitting bijeen te roepen, naar aanleiding van de huiszoekingen, politie-invallen en arresta ties in Ned.-Indië. EEN ATJEH-SrRIJDER OVERLEDEN. Hij woonde een menschenleeftijd in Indii. Dezer dagen is te Semarang op 81-jarigen leeftijd overleden de gegageerd fourier J. Fransen. Met hem is heengegaan een van de weinige overlevenden uit den tijd van den eersten strijd in Atjeh. Fransen maakte dee'. uit van het beroemde derde bataljon, het leeuwen-bataljon, dat in Maart 1927 het groote feest herdacht, dat vijftig jaar gele den het vaandel van dit bataljon door Ko ning Willem III begiftigd werd met de Mi litaire Willemsorde wegens schitterend ge drag in Atjeh. De heer Fransen was drager van de Kratonmedaille, van het Expeditie- kruis met den gesp 1873'74, van het on derscheidingsteeken voor langdurigen dienst. Meer dan zestig jaar woonde hij onafgebro ken in Indië. Op 18-jarigen leeftijd vertrok Fransen uit Nederland, dat hij nie» meer terug zag. Ge boren te Groningen in 1848, trad hij in 1863 in militairen dienst in Nederland, bij het Instructiebataljon te Kampen. Als fou rier vertrok hij in '67 per zeilschip uit Hol land en arriveerde te Semarang. Uit Sema rang vertrok hij toen eenige jaren later met het derde bataljon toen nog bewapend met trompladers naar Atjeh voor deelna me aan de eerste expeditie. Die liep slecht af en weinige maanden later waren ze weer te- In November van hetzelfde jaar trok rug. nu be Duizend het derde bataljon weer naar Atjeh wapend met Beaumontgeweren, man gingen er. In '74 maakte de fourier Fransen zijn eer ste zware gevecht mee bij de missigit, hij was present bij de inneming van den Kra ton, liep een zware verwonding op in het gevecht bij Longbattamissigit en werd ge- evacueerd naar Batavia «Hij werd vervol- fens geplaatst bij het subsistentenkader te emarang gedurende twee jaren, nog onge schikt voor den velddienst zijnde en vertrok in 1876 met dertig man aanvulling voor het derde bataljon naar Salamangan. Tot 1880 bleef Fransen in Atjeh. Het volgend jaar nam hij zijn ontslag uit den militairen dienst en ging naar het burgerleven over, waarin hij diverse betrekkingen vervulde. Thans is het geringe aantal Atjeh-strij- ders weer met een verminderd. DE TUBERCULOSE IN DE MINAHASSA. Oprichting van een longlijders-sana torium. Naar het „Nieuws" verneemt, heeft dr Van Lonkhuijzen, hoofdinspecteur en chef van den dienst voor Volksgezondheid, dezer dagen van dienstreis naar Celebes te Batavia terug gekeerd, in de Minahassa persoonlijk een on derzoek ingesteld naar den omvang van de in die streek zóó veelvuldig voorkomende tuber culose onder de inheemsche bevolking, dat deze besmettelijke ziekte in die streek als een volksplaag kan worden aangemerkt. De toestand is daar van dien aard, dat zoo snel en krachtig mogelijk dient te worden in gegrepen. Nagenoeg alle kampongs daar zijn in vrij ernstige mate met tuberculose besmet, en zeker wel huis aan huis maakt deze ziekte er slachtoffers. Als een der middelen tot bestrijding bereid- tint deed hetzelfde met haar teer, fijnbesne- den gezicht, waar omheen het blonde haar in dikke golven lag. Arm en arm liepen vader en dochter naar het station. Het was een heerlijke, zonnige herfstmorgen; een koste lijke frischheid was er in de lucht. Op de tak ken en op de laatste bladeren der boomen lag een lichtgrijze rijp, die in de zon glinsterde als ontelbare, fonkelende kristallen. Ook op de daken fonkelde die kristallen pracht en tooverde over de eenvoudige baksteenen en verkleurde leien daken een mozaiek van dui zenden en duizenden briljanten. Maurer was reeds met het valies vooruit geloopen. De professor keek op zijn horloge en hoewel ziende, dat hij niet veel tijd meer had, begon hij langzamer te loopen. Zij gin. gen juist voorbij het schilderijmuseum en BerneEs oogen zochten de plek, waar hij in den afgeloopen nacht meende den ouden Tho mas te hebben gezien. Daar. in den ruimen hoofdingang, had de verschijning gestaan Nu, in het heldere daglicht, zag hetgeen i.i den nacht gebeurd was er heel anders uit. Een waanvoorstelling heeft mij verschrikt, zei de professor evenals gisteren tot zich zelf, maar nu deed hij het met meer zelfovertuiging. Op zoo'n helderen, frisschen herfstmorgen moest dan ook het laatste restje van bijge loof ;u spoken wel verdwijnen. Een gevoel van Een ideaal laxeer middel vindt ge in Poster'sMaagpillen. Zacht werkend zon der eenige krampen, f 0.65 per flacon. de dr. Van Lonkhuyzen in de Minahassa de oprichting voor van een longlijder-sanato rium in het hoogland. Hiervoor is reeds 1 ton beschikbaar, in Nederland bijeengebracht om de Minahassa een blijvend aandenken te schenken in verband met de.viering onlangs van het 250-jarig bestaan van het verbond tusschen Nederland en de Minahassa. Er is al onderhandeld over terrein, maar een beslissing is nog niet genomen. Zoodra dit in orde is, wordt onmiddellijk begonnen me! den bouw. Er wordt gerekend ook op een bijdrage uit Indië voor het doel doel. MOORD. De Itejk Het dagblad „De Koerier" verneemt uit Benkoelen, dat de mijnopziener Schmitz in een mijngang van de mijn Lebongdatai door een koelie is doodgestoken. De dader beweert, dat Schmitz hem een klap had gegeven. Het stoomschip „Hofplein" van de Scheep vaart-Mij. Millingen te Rotterdam, in bal last varende van Rotterdam naar Narvik, ia nabij Bergen in Noorwegen gestrand. Waarschijnlijk ten gevolge van machine- schade of defect aan het stuurgerei heeft het in den nacht van Vrijdag op Zaterdag hulpe loos voor de Noorsche kust rondgedreven. Een bergingsmaatschappij te Bergen (Noor wegen) zond een boot uit, doch deze moest wegens den storm terugkeeren. Zaterdagmorgen vroeg is het stoomschip toen tusschen de fjorden op een rif geloopen en gebroken. Aan boord van het stoomschip bevonden zich 38 man; kapitein is de heer R. Schaap, le machinist de heer Koning uit Schiedam en le stuurman de heer Dekker uit Rotterdam. De bemanning bestaat meest uit Nederlan ders en eenige Duitschers. De directie deelde nog mede, dat het stoomschip, nadat het op de rotsen was ge loopen, water maakte in ruimen II en III en in de machinekamer. Daarna schijnt het te hebben rondgedreven, tot het Zaterdag morgen op een rots liep. Toen is het in tweeën gebroken. Een orkaan belemmerde het reddingswerk. Vijf leden der bemanning omgekomen. De eerste berichten meldden, dat de be manning veilig te Aalesund geland zou zijn. Een nader telegram berichtte echter, dat deze scheepsramp vijf slachtoffers heeft ge maakt. Ter hoogte van Jothunheim is een redding boot van de „Hofplein" gevonden, waarin zich 32 man equipage en twee loodsen be vonden Er zouden nu in totaal nog vijf men schen worden vermist. Een nader bericht vermeldt nog dat er een reddingboot van de „Hofplein" is gevonden waarin twee lijken waren. Omtrent de identi teit van deze lijken kon nog geen nadere mededeeling worden gedaan. De vermisten zijn: de stuurman Zeeveld uit Vlissingen; de matrozen Leenhout uit Vlaardingen Bartels, Breurmein en Kunst- ling uit Rotterdam. De twee gevonden lijken zijn naar Aale sund vervoerd. De drie andere vermiste men schen moeten als verloren worden be schouwd. Morgen vertrekt het geredde gedeelte van de équipage van Aalesund, waarvan het den volgenden dag uit Bergen naar Rotterdam reist Het s.s. „Hofplein" meet bruto 6801 ton en netto 3983 ton. blijheid vervulde hem, want wat hem had doen schrikken was louter een product van zijn overprikkelde zenuwen geweest. Op zijn gelaat vertoonde zich plotseling een ernstige, peinzende uitdrukking. Was de reden, waarom hij vandaag deze reis ondernam, ook niets anders dan een uiting van zijn overprikkeld zenuwgestel, deze reis, die hij met een schil derij-aankoop had trachten te verklaren? Hij oaent er niet aan een schilderij te koopen; zijn r.e's naar Berlijn had een heel andere reden. Misschien was hetgeen hij van plan was te gaan doen, een dwaasheid. Misschien .-' maar hij kon niet anders, binds het gesprek met den hertog vervolgde ui66" gedachte, waaraan de slapelooze nacht eerst een bepaalden vorm had gegeven, een denkbeeld, dat hij in een daad wenschtf °m ^*en' waarom zou hij het niet doenZijn handeling kon voor zijn gezin im mers geen nadeelige gevolgen hebben, want vrouw en dochter hadden hem immers lief en door de vastheid dezer overtuiging behoefde hij niet te wankelen om te doen wat hij van plan was. Pp hp* station namen vader en dochter har telijk afscheid van elkaar en de professor stap te in een coupé tweede klasse, waarin Maurer het valies reeds had geplaatst (Wordt veryolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6