IhiKlt Coirait.
ZIJN LAATSTE WC».
LANDSSPEL „ALKMAAR 1930".
Radio-hoekje
r
Rechtszaken
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 10 Januari
De plannen van de Alkmaarsche Oranjevereeniging.
In Alkmaar het eerste Nederlandsche Landsspel?
HOUII.I.KTON.
Mo. 8 1929. I
Zaterdag 11 Januari.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur n.m. 1071
m 10.—10.15 Morgenwijding. 12.01—2.
Concert door het A. V. R. O.-Kwartet. 2.—
2.30 Filmpraatje door Max Tak. 2.304.
Aansluiting van het Tuschinski-Theater te
Amsterdam. 4.4.30 „Onze Auto". Een
achttal lessen door J. J. A. de Ridder. 4.30—
5._ Sportpraatje door H. Hollander. 5.
5 30 Gezondheidshalfuurtje door Dr. C.
Thomassen, arts. 5.30—6.Gramofoonmu-
ziek. 6.01—8.Concert door het Omroep
orkest m. m. v. het Solo-Kwartet „Apollo".
8.V. A. R. A. Operette-uitzending. Na
afloop: V. A. R. A.-Varia. In de pauze en na
afloop: Optreden van humorist, afgewisseld
met gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
11.30—12.— Godsdienstig halfuurtje. 12.15
1.15 Concert door het K. R. O.-Trio. 1.15
2.Gramofoonmuziek. 2.3.15 Kinder
uurtje. 4.4.30 Cursus Esperanto. 4.30—
5.Cursus Engelsch. 5.-6.Gramofoon
muziek. 6.01—6.15 Lezing over: „Duitsch-
land in Vogelvlucht". 6.156.40 Gramo
foonmuziek. 6.40—7.— Journalistiek Week
overzicht. 7.7.15 Gramofoonmuziek. 7.15
—7.45 Lezing over: „Het Archiefwezen in
Nederland en 't werk van den archivaris"
8.01—8.30 Optreden van een humorist. 8.30
9.30 Orkestconcert en humorist. 9.309.45
Nieuwsberichten. 9.4510.15 Optreden van
humorist. 10.15—11.— Voortzetting concert.
11.12.— Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554-4 M. 10 35 Morgenwijding
110511.20 Lezing. 1.20—2.20 Orkest
concert. 3.304.30 Verslag van een voetbal
wedstrijd. 4.35 Piano recital door R. Renison.
5.05 Orgelconcert door R. New (cinema
orgel). 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsbe
richten. 7.Sportberichten. 7.05 Zang door
S. Austin, bariton. 7.20 Lezing. 7.40 Lezing.
7.50 Concert. R. Colere, sopraan. W. Wat-
cyns, bariton. Militair Orkest. 9.20 Nieuws
berichten. 9.40 Lezing. 9.55 Concert. Orkest.
L. Keyes, sopraan. F. Webster, bariton
11.20—12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 12.50
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Kinderuurtje.
4.35 Dansmuziek. 5.20 Concert. Orkest en
vocale solisten. 7.25 Gramofoonmuziek. 8.35
Pianoles. 9.05 Concert. Vocale solisten. 9 50
Gramofoonmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foonmuziek. 9.3510.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Or
kestconcert. 4.505.50 Concert door strijk
kwartet 7.20 Zitting van de Grosse Kölner
Karnevals-Gesellschaft. 10.2011.20 Dans
muziek. Intermezzo Verslag van de Zesdaag-
sche te Dortmund. 11.2012.20 Dansmu
ziek. (Gramofoonplaten).
Kalundbcrg, 1153 M. 11.201.20 Orkest
concert. 1.50—2.20 Gramofoonmuziek. 2.20
—2.50 Kinderuurtje. 2.504.50 Orkestcon-
cert en declamatie. 7.208.30 Voordracht en
zang. 8.30—9.05 Concert. 9.20—10.20 Or
kestconcert. 10.20—11.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonmuziek
6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert.
Zeesen, 1635 M. 6.15—9.50 Lezingen en
berichten. 11.2012.10 Muzièkuitzending
/oor scholen. 12.1012.50 Berichten. 1.20
1.50 Gramofconmuziek. 1.503.50 Lezin
gen. 3.504.50 Concert uit Hamburg. 4.50
—7.20 Lezingen. 7.20 Concert. Orkest, bari
ton, instrumentale solisten en spreker. Daar-
la berichten en tot 11.50: Dansmuziek.
DE VERLOREN ZOON IN HET
WARENHUIS.
In een warenhuis in een Zuid-Engelsche
«tad werd een Philips luidspreker-installatie
in gebruik genomen om muziek en aankondi
gingen in het geheele gebouw hoorbaar te
maken.
Op zekeren dag gebeurde het, dat een jon
getje in de drukte van het warenhuis zijn
moeder kwijtraakte. Voorloopig werd de ver
loren zoon „geparkeerd" in het kantoor van
den chef. Het toeval wilde, dat de microfoon,
die zich daar bevond, juist aangesloten was
op de luidsprekers, zoodat het erbarmelijke
gehuil van den kleine door het geheele ge
bouw werd gehoord. Oogenblikkelijk herken
de de moeder het rhythme en de melodie van
haars zoons klaaglied en weldra was het
jongetje, dat waarschijnlijk wel een van de
jongste artisten is, die ooit voor de microfoon
zijn opgetreden, bij zijn moeder terugge
bracht.
Men maakt thans steeds gebruik van de
geluidsversterker-installatie, wanneer kinde
ren hun moeder in het warenhuis zijn kwijt
geraakt. Of ook de „call signs" van de babies
ter indentificatie worden uitgezonden is ons
onbekend.
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
Uit het Duitsch door W. H. C. Bollaard.
9)
„Maar waarom? Is de Spreebank je niet
secuur genoeg meer?" In Pohl's oogen kwam
er iets, dat naar ergernis zweemde.
„Heelemaal geen kwestie van". Berner leg
de zijn vriend geruststellend de hand op
diens arm. „Integendeel, ik heb een volmaakt
vertrouwen in de soliditeit van je bank, maar
ik heb het geld noodig."
Hierdoor gerustgesteld, kregen Pohl s
trekken weer een vriendelijke uitdrukking.
„Dan zal aan je wensch zonder veel omslag
spoedig voldaan kunnen worden; de kas is
goed voorzien en reeds morgen staat van je
tegoed zooveel als je wilt tot je beschikking
„Dank je wel voor je tegemoetkoming.
„Natuurlijk moet je 't geld persoonlijk van
de bank afhalen, voor de ontvangst een kwi
tantie teekenen en de overige formaliteiten
verrichten", zei Pohl, „ik zal te voren alles in
orde brengen, zoodat. morgen laten we zee-
De bedoelingen van de beide eerste artike
len over Nördlingen, het spel en de omgeving
waarin het speelt, is natuurlij geweest U eeo
klein denkbeeld te geven van wat een Lands
spel is, en te profceeren aan te toonen hoe
mooi en hoe indrukwekkend een dergelijk ge
beuren kan zijn.
Het ligt natuurlijk evenzeer voor de hand,
dat we nu eens op de proppen komen met het
geen er in de Oranjevereeniging van onze
Victorie-stad aan voorloopige plannen uitge
broed zijn.
In de allereerste plaats dan was er voor het
bestuur de vraag: „Waar moeten we het spel
gaan houden?'' In de stad waren na rijp be
raad twee plekken, die er voor in de termen
vielen: het Waagplein en het hoekje van de
Groote Kerk bij het Ritsevoort. Veel is er over
gesproken, maar tot een resultaat kwam het
niet, het geeft te veel moeilijkheden deze open
bare pleinen af te sluiten en er konden
geen toeschouwers genoeg geborgen worden.
Dit vooral was een zeer belangrijk punt, van j
de bezoekers toch moeten de dubbeltjes komen
en dat het opvoeren van een landsspel zonder
dubbeltjes vrijwel onmogelijk is, zal een ieder
begrijpen, die de vorige verhalen gelezen
heeft. De Oranjevereeniging is dus aangewe
zen op het Sportpark, waar dan een groot
décor de illusie van werkelijkheid zal moeten
geven en wat zonder twijfel zal kunnen slagen
ook.
Mr. J. Belonje, de kenner van Alkmaars
historie bij uitnemendheid, heeft al enkele be
langrijke adviezen gegeven, en een daarvan
was wel zijn raad om een entourage te kie
zen uit de 18e eeuw, het bezoek van een of
andere autoriteit b.v. Zulks met het oog op de
veel fraaiere costuums uit dien tijd Tijdens
het bezoek van die Hoogmogende heeren
wordt dan het Landsspel opgevoerd. Dit spel
zou dan vanzelfsprekend een episode moeten
zijn uit den tijd van Alkmaars beleg, als het
eenigszins kan den bangsten dag: 18 Sep
tember. Na het spel worden de bezoekers met
veel ceremonie de stad uitgeleid.
Deze voorloopige plannen verwierven al-
gemeene instemming en zijn nader uitgewerkt
tot het volgende korte schema:
Gegeven zal worden een nabootsing van
het bezoek aan de stad Alkmaar van Stadhou
der Prins Willem IV. Dit bezoek heeft inder
daad plaats gehad in het jaar 1748, toen hij
op een doortocht was naar Friesland, via
Enkhuizen.
De hoofdzaken van de volgende korte be
schrijving is in groote lijnen historisch juist,
voor enkele bijzonderheden zijn geraadpleegd
de overgeleverde verhalen over de bezoeken
aan onze stad van Gouvernante Prinses Anna
met hare kinderen en van Prins Willem V,
resp. 14 Juni 1754, 17 Mei 1768 en 15 April
1784.
De Stadhouderlijke stoet bestaat uit ,5 koet
sen. Zij nadert de stad langs den straatweg
vanuit Zuidelijke richting. Bij den schei-paal
van de stad op den Breeden weg naar Heiloo
wordt de cortège opgewacht door een esca-
dron cavallerie, dat te Alkmaar in garnizoen
ligt, onder bevel van haar eersten officier
Deze ruiters zullen zich achter den stoet
aansluitend, terwijl een 20-tal zich aan het
hoofd van den stoet plaatst.
Onderwijl gaan de Ordinaris Gedeputeer
den, de vier Burgemeesters en de Secretaris
per koets de Kennemerpoort uit, den Stadhou
der tegemoet. Als rij hem ontmoet hebben,
rijden zij met den stoet terug naar de stad
Van de Kennemerpoort naar het Stadhuis
staan de vier burgercompagnieën opgesteld,
in volgorde: het Oranje, het Blauwe, het
Witte en het Groene vendel. Bij de binnen
komst in de stad van den Stadhouder, worden
saluutschoten gelost, de klokken van Waag
en Groote Kerk beieren.
Wanneer Willem IV bij den hoek Lange-
straat—Groote Kerk gekom.n is, blazen twee
Stadstrompetters en Waldhoornisten van het
bordes van het Stadhuis af het Wilhelmus, dat
zij voortzetten, totdat de Prins gearriveerd
is. De boden van de stad, in costuum, met
de sierlijke „bussen" op de borst, stellen zich
„en haie" bij den Stadhuistoegang op. Voor
het Stadhuis staan de stadsstillewachts als
eerewacht.
Hierna volgt een begroeting tusschen den
Prins en de leden d:r Stadsregeering. de
burgemeesters, de hoofdofficier van Alk
maar, de Raden in de Vroedschap, het colle
ge van Schepenen onder den President-sche
pen, de secretarissen en de Thesauriers. Ook
de dames van hiergenoemde autoriteiten zijn
voor het grootste deel aanwezig. Na de be
groeting worden ververschingen aangebo
den.
In dit stadium van de vertooning worden
even de historische gronden verlaten en wor
den ruiterspelen uitgevoerd door de stedelij
ke dragonder-escadrons van het garnizoen
gen, van tien uur af, alles voor je klaar ligt.
Hoeveel wil je hebben?" voegde hij er kort
en zakelijk aan toe.
„Ik heb in totaal driehonderdduizend
mark op de Spreebank en daarvan zou ik
honderdvijftigduizend mark willen hebben,
kwam snel over Berner's lippen.
„Is 't ook onbescheiden om te vragen waar
voor je zoo'n groot bedrag zoo plotseling
noodig hebt?" De bankdirecteur bewoog het
been, dat hij over het andere had geslagen,
op en neer en zijn oogen keken geïnteresseerd
naar het smalle gezicht van den man, die te
genover hem zat.
„Och, Pohl" haperend kwamen de
woorden er uit „liever praat ik daar niet
over; je zoudt me misschien niet eens begrij
pen" hij talmde met voortgaan.
„Ja, als je denkt, dat ik, de oude, ervaren
geldman, niet zou begrijpen, waarom je zoo
in eens een kapitaal, dat een goede rente af
werpt, uit de Spreebank wilt halen, dan ben
je zeker van plan met het geld een dwaasheid
te doen", zei Pohl laconiek en reageerende
op een gedachte, die zich aan hem opdrong:
„Ga vooral niet op de eene of andere manier
speculeeren, Alex
Berner schudde het hoofd. „Wees maar
niet bang; het geld zal ik ten bate van mijn
gezin aanwenden", zei hii met een gezicht.
Alkmaar. Hierna worden dansen uitgevoerd,
de in dien tijd gebruikelijke volksdansen en
ook een menuet en een gavotte, bij voorkeur
met begeleiding van oude muziek.
Als de laatste toonen van de muziek weg
gestorven zijn en de dansers het plankier
verlaten hebben, zal dadelijk daarop een
aanvang gemaakt worden met het eigenlijke
landsspel, dat, zooals gezegd een voorstel
ling zal zijn van den bangsten dag van Alk
maars beleg.
Voor het hierboven omschreven bezoek
van Stadhouder Prins Willem IV en ook voor
het landsspel, dat vanzelfsprekend alles op
het Sportpark moet spelen, is het noodzake
lijk dat daar groote decors van een stuk Lan-
gestraat met Stadhuisbordes gereproduceerd
worden. Dit is ook de bedoeling. Verder
wordt een Groote Kerk opgetrokken, gezien
vanaf het Ritsevoort. Dus het hoekje met de
mooie sacristie en het plantsoentje.
Het verloop van het beleg wordt aan de
samengestroomde menigte voor de Kerk me
degedeeld. Kanongebulder in de verte ver
raadt de hevigheid van den slag voor Alk
maars poorten, dat al erger en erger wordt,
totdat „de storm der Spaansche krijgers drie
maal wordt afgeslagen, en de Genius der
Vrijheid stand houdt". Het volk zinkt neer
voor de Kerk, muziek en koor geven wijding
aan dit geheel.
Bij het vertrek van den Stadhouder wordt
een algemeene hulde aan het Oranjehuis ge
bracht.
Men begrijpt dat dit slechts een zeer op
pervlakkig schema van het spel kan zijn. De
gesprekken, de handelingen en de intriges,
die in het stuk zullen voorkomen, zijn nog
niet te vermelden.
Wel kunnen we mededeelen dat de beken
de schrijver A. den Hertog zich bereid ver
klaard heeft het litteraire deel op zich te ne
men, daarbij geassisteerd door mr. J. Belonje
voor de historische kanten van het geval.
De heer den Hertog heeft al verschillende
tooneelstukken en jongensboeken geschreven,
maar rijn grootste succes behaalde hij het
vorig jaar te Den Haag, door het stuk te
schrijven dat opgevoerd werd ter gelegen
heid van het eeuwfeest van de garderegimen
ten de Grenadiers en Jagers: „Twaalf uur
heit de klok". Dit mag doen verwachten dat
er ook voor het landsspel „Alkmaar 1930"
iets goeds gemaakt zal wordien.
Zooals men ziet zijn de plannen voor het
feest dat zich den lOen September 1930 op
ons vergroot, gemoderniseerd Sportpark za!
afspelen, werkelijk grootsch, en het is voor het
comité van de Oranjevereeniging onder lei
ding van haar enthousiasten voorzitter, Mr.
H. A. J. M. Kusters aan het hoofd, te wen-
schen dat deze Alkmaarsche feestdag niet al
leen voor onze Victoriestad, maar voor geheel
Nederland tot een groot gebeuren wordt. En
dat kan, de Nationale Landsspelraad staat
geheel achter het Oranjecomité en heeft alle
mogelijke medewerking toegezegd. Met ver
schillende artisten rijn reeds onderhandelin
gen gaande over décorschilderingen, bespre
kingen worden gevoerd over requisieten, kort
om: er zit al heel wat gang in. Uit de Oranje
vereeniging zijn een aantal comité'^ gevormd,
die elk voor zich al nuttig werk doen Groote
plannen voor reclame en propaganda zijn in
wording, het is de bedoeling te trachten de
Amerikanen en Engelschen, die in de komen
de dagen bezig zijn „to do Holland in 8
days", een dag langer te houden en ze, in-
plaats van naar Volendam of Marken, naar
ons Alkmaarsche sportpark te krijgen, en zoo
is er nog veel meer, waarover binnenkort in
deze courant wel het (ten en ander medege
deeld zal worden.
Maar wil dit landsspelfeest slagen, dan
moet het ook een spontaan feest van geheel
Alkmaar worden, dan moeten de verschil
lende, zoo langzamerhand in onze stad ge
vormde, buurtcommissies hun beste beentje
voorzetten, dan moet op den dag van 10 Sep
tember 1930 Alkmaar één groote bloemen
hulde zijn, ter eere van den geboortedag van
onze Koningin, wier verjaardag door het
Landsspel gevierd zal worden, zij het dan niet
op den 31 Augustus.
Wij hopen, dat we met drie drie artikelen
van j.1. Maandag, Woensdag en van heden,
de noodige interesse voor het „Landsspel
Alkmaar 1930" hebben opgewekt.
Kr.
alsof een heimelijke lach daarachter school.
„Met verdere vragen zal ik 't je niet lastig
maken", zei Pohl, zijn vriend een sigaar aan
biedend, die deze aannam en opstak. „Dus
't blijft afgesproken: morgen van tien uur af
ligt het gewenschte geld ter afhaling voor je
klaar. Maar laten we nu over wat anders
praten. Hoe gaat 't met je vrouw en je doch
ter?" Pohl leunde wat dieper in zijn stoel.
„Dank je, allebei best", antwoordde Berner
en keek naar een paar rookwolkjes, die in
mooie kronkels omhoog gingen om spoedig
zich in niets op te lossen.
Heinrich Pohl en Alex Berner waren
jeugdvrienden, zij kenden elkaar uit hun jon
genstijd en hadden samen op de schoolban
ken gezeten. Wel waren later hun levenswe
gen ver uit elkaar geloopen, maar heelemaal
uit 't oog verloren nadden die twee, die als
jongens onafscheidelijk waren geweest,
elkaar nooit. Heinrich Pohl was ongetrouwd
gebleven en leidde een behaaglük jouggezel-
lenleven; al dweepte hij ook met mooie vrou
wen, nooit had hij er ernstig aan gedacht
zich door een huwelijk te binden. Wel was er
een vrouw geweest, die voor zijn gemoedsrust
heel gevaarlijk had kunnen worden en om
wier wille hij het gewicht der huwelijkskete
nen wel had willen torschen, maar die vrouw
leerde hij eerst kennen, toen zij reeds de bruid
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
(Zitting van Dinsdag 7 Januari
DIEFSTAL EN VALbCHHEID IN
GESCHRIFTE.
In deze ritting werd ook voortgezet de
strafzaak tegen den bakkersknecht L. J. A
uit de Zijpe, thans gedetineerd en verdacht
van diefstal in dienstberekking en valsch-
heid in geschifte, welke zaak was aangehou
den in het belang van een nader reclassee-
rmgsonderzoek. Op grond van afwezigheid
van mr. Judell, nam mr. Buiskool op de zit
ting aanwezig, gaarne diens plaats in. Het
betrof natuurlijk alleen maar een formaliteit.
Gehoord werd alsnog de heer Wjggers,
reclasseeringsambtenaar, die het nadere on
derzoek heeft ingesteld. Deze adviseerde aan
de hand van psychiatrische gegevens een
voorw. straf. De reclassant zou dan ge
plaatst kunnen worden voorloopig te Rotter
dam of elders in een philantropische inrich
ting in afwachting dat hij op de groote- oi
binnenvaart zal kunnen worden geplaatst
Inmiddels wil het genootschap te Alkmaar
zich met het toezicht belasten.
Het onderzoek wordt daarop gesloten en
de uitspraak bepaald op Dinsdag 21 Janu
ari.
ONJUISTE AANGIFTE VOOR HET
HANDELSREGISTER.
Terecht stond heden de 47-jarige heer
Pieter van T. ondernemer van de Tivoli
Bioscoop te Helder, aan wien was ten laste
gelegd een onjuiste opgave voor het han
delsregister van de Kamer van Koophandel
te Alkmaar ingezonden Op dit formulier
stond opgegeven dat de door de vennootschap
benoemde mede-directeur S. Krijnen als zoo
danig was uitgetreden, terwijl gemelde heer
Krijnen niet was uitgetreden, ontslagen of
als zoodanig persoonlijk had bedacht, welke
onjuiste opgave in striid moet worden ge
acht met de wet op het Handelsregister.
Verdachte, ten wiens behoeve opponeerde
als raadsman en verdediger mr. Buiskool van
Schagen. onderging een tamelijk lang ver
hoor met de trekking tot de motieven die
hem tot het doen van deze onjuiste aangifte-
hadden geleid.
Hierop werd gehoord de 70-jarige heer
Simon Krijnen architect te Den Helder die
verklaarde, voor zoover verstaanbaar, dat hij
zich na een conflict met zekeren heer Kuiper,
directeur van de „Witte Bioscoop" en zijn
financiëele belang gedwongen had gevoeld
als mede-directeur te fungeeren. Hij heeft als
toen ook in elkaar gezet een vennootschap,
omdat de zaak niet best liep, men had met
moeilijkheden te kampen en er moest geld bij
Verdachte had getuige 1500 salaris toege
zegd, vermoedelijk omdat hij in een echt
scheidingsprocedure was gewikkeld en daar
om met het oog op de eventueele uitkeering
minder persoonlijke inkomsten behoefde op
te geven. Getuige had echter die f 1500 nim
mer aangeraakt. Hij heeft later van de Bank
van Wisselink te Alkmaar mededeeling ge
kregen, dat hij niet meer werd erkend als di
recteur, waarvan getuige paf stond.
Ook verklaarde getuige nog dat verdachte
f 3000 salaris zou genieten, doch later heeft
verdachte, met het oog vermoedelijk op de
echtscheidingsgeschiedenis, voorgesteld dat
ieder, getuige en hij. zoo genieten een salaris
van f 1500.
Verdachte zeide daarop dat het zóó niet
was gegaan.
Getuige Krijnen had hem meer ter zijde ge
staan als "vriend. Verdachte was eenig eige
naar van het gebouw.
De heer Krijnen merkte daarentegen op, dat
hij wel degelijk geld in de zaak had gestoken,
doch zich niet aansprakelijk wilde stellen
voor de hypotheken.
Nimmer had getuige te kennen gegeven,
als directeur te willen bedanken.
Verdachte voerde daarentegen aan, dat hij
als vriend en vertrouwensman den heer
Krijnen niet had willen verzoeken, dit De dan
ken schriftelijk te doen.
Voorts ontkende verdachte, dat de heer
Krijnen eenige bestuursfuncties had verricht.
Door mr. Buiskool werden eenige vragen,
de financieele omstandigheden betreffende, tot
getuige Krijnen gericht.
Getuige Krijnen beweerde nog dat zijn
geld in de onderneming zat, hoewel het was
kon hij niet met juistheid zeggen. Aanvanke
lijk was het bedrag 5000.
De heer Burdorf, ambtenaar van de Kamer
van Koophandel en fabrieken, aanvankelijk op
grond van een misverstand niet aanwezig,
arriveerde, na te zijn opgebeld, en werd on
middellijk gehoord om zijn verklaring af te
leggen en kon daarop direct weer vertrekken.
Daarop werd gehoord de heer Fieter Dort
mund, bioscoop-portier van Tivolie, die ver
klaarde alléén de heer Twisk als directeur te
hebben beschouwd Hij had de heer Krijnen
nimmer directeursfuncties zien verrichten.
Deze was bij hem alleen als architect bekend.
Als de heer v. Twisk niet aanwezig was, gaf
mevrouw van Twisk het personee orders
De heer Simon v. d Wijk, zwager van ver
dachte. bureaulist en kassier der onderneming
„Tivoli", had nooit gehoord dat Krijnen
was van een anderen man en wel van zijn
vriend Alex Berner.
De toenmalige baronesse Stormberg, „de
mooie Magda", had, toen hij haar voor
'teerst ontmoette, zijn koele hart in laaien
brand gezet dat was op den dag waarop
zij met Alex Berner in 't huwelijk trad. Dik
wijls had hij de mooie vrouw sindsdien niet
gezien, maar wanneer dit na een langere
tijdruimte eens gebeurde, kwam de anders
zoo nuchter aangelegde man, die zich zelf
een rekenmachine noemde, weer geheel onder
haar betoovering. Maar niemand wist iets
daarvan, niemand. Of had misschien me
vrouw Berner zelf een heimelijk vermoeden
van de gevoelens, die Heinrich Pohl haar
toedroeg. Zij glimlachte altijd zoo eigenaar
dig, wanneer ze toevallig hem eens ont
moette.
„Het doet me genoegen, dat de dames
'tgoed maken", zei Pohl, „binnenkort moet
ik voor zaken in Schneiditz zijn en dan zal ik
zoo vrij wezen mij persoonlijk van hun wel
zijn te komen overtuigen misschien al Za
terdag over een week.
„O, juist op mijn jubileumsdag", riep de
professor, „dat treft prachtig."
„Je jubileumsdag? herhaalde Pohl zon
de? te begrijpen.
„Wat is dat? Weet je dan niet, dat ik mün
als mede-directeur werd aangemerkt. Wel
kwam hij zonder betaling de zaal tijdens de
voorstellingen binnen.
Voorts werd nog gehoord de filmopera
teur Hart, 6 jaar in dienst van Tivoli. Hem is
niet bekend, dat de heer Krijnen mede-direc
teur was. Wel kwam hij dikwerf in de zaal en
een enkele maal in de cabine.
De operateur is tevens electro-monteur en
deed in opdracht van getuige Krijnen wel
eens karweitjes, waarvoor getuige hem be
taalde.
Daarop verkreeg de officier het woord, die
in en uitvoerig requisitoir zich schaarde aan
de zijde van getuige Krijnen, die volgens
spreker wel degelijk ten tijde van de door
verdachte gedane opgave voor het Handels
register de functie van directeur bekleedde, af
gescheiden of hij veel of weinig als zoodanig
verrichtte. De verschijning van den heer
Krijnen in de cabine wees er op, dat hij méér
was dan een gewone bezoeker.
De inschrijving in het Handelsregister
achtte" de officier dus onjuist en de opzette
lijke aangifte primair ten laste gelegd, be
wezen achtende, requireerde de officier f 100
boete subs. 100 dagen hechtenis.
Mr. Buiskool deed in zijn pleidooi uitko
men, dat de heer Krijnen voorheen was een
toegenegen huisvriend, doch dat later de
liefde verkeerde in haat en aan deze verander
de houding het is toe te schrijven, dat ver
dachte hier terecht moest staan.
Pleiter trachtte voorts aan te toonen, dat
de heer Krijnen wel in naam, doch nimmer in
werkelijkheid, directeur van de bioscoop is
geweest.
Evenmin was de heer v. Twisk administra
tief en de heer Krijnen technisch directeur.
Nooit heeft de heer Krijnen gebruik ge
maakt van de rechten, die hem dan toch als
directeur volgens de statuten toekwamen
Het door den heer Krijnen gedane exploit
aan den bankier geeft voldoende reden aan te
nemen dat hij als directeur had bedankt
Pleiter noodigde den heer Krijnen uit, zijn
belastingbiljetten eens te toonen.
Resumeerende achtte pleiter zoomin het
primair als subsidiair ten laste gelegde be
wezen en concluderde verdediger dus tot
vrijspraak, subsidiair een lichte geldboete,
mocht het college het met de opvatting van
pleiter niet eens zijn.
Nog eenig debat tusschen openbaar minis
terie en verdediger bleef als gewoonlijk niet
uit. Uitspraak a.s. week.
OVERTREDING DER SCHEPENWET IN
HOOGER BEROEP.
De 30-jarige Urker schipper Klaas Jelle
K., in nationaal costuum present, is door den
kantonrechter veroordeeld omdat hij in Sep
tember het schip „De jonge Frederik" te
Scheveningen buitengaats had gebracht ten
einde daarmede en reis te maken, terwijl be
doeld schip door den inspecteur der scheep
vaart Becker was aangehouden, op grond dat
de schipper niet in bezit was van een certifi
caat van deugdelijkheid. In stede zich te on
derwerpen aan deze ambtshandeling, had
verdachte het schip, dat gemeerd lag in de
Schebeningschen haven, los gemaakt en zee
gekozen. Het bewijs van aanhouding was
door hem geweigerd.
De kwestie is, dat de schipper zonder na
dere machtiging niet gerechtigd was zien
met zijn schip zoo ver in zee te begeven, dat
de kust onzichtbaar werd.
Behalve de heer Becker, werd ook nog ge
hoord de inspecteur van Haaf, als getuige-
deskundige, die verklaarde, dat naar zijn
meening verdachte een dergelijk certificaat
noodig had
De schipper heeft zich niet aan de bepaling
willen onderwerpen, omdat hij bezwaar heeft
tegen de kosten der voortdurende controle
door de scheepvaartinspectie. Het schip moet
gebouwd zijn volgens voorschrift.
Aan boord van het schip moeten onder
meer aanwezig zijn verschillend reddings*
materiaal, zwemvest, lantaarn enz. De aan
wezigheid daarvan zijn noodig voor het ver
krijgen van bedoeld certificaat.
Dus dat U die niet aanschaft, is het gevolg
van een koppigheid, meende de president.
Die koppigheid zit 'm in de portemonnaie,
repliceerde de verdachte. De Urker visscher
Jacob Nijntjes werd gehoord op verzoek van
de verdediging, doch weigerde een eed af te
leggen op grond van zijn streng gerefor
meerde beginselen. Deze gaven hem echter
geen vrijstelling, zoodat getuige ten slotte
toegaf.
De verdediger mr. Prins richtte tot deze
getuige eenige vragen, waaruit krachtens het
antwoord bleek, dat de noodzakelijkheid van
het certificaat onder de visschersbevolking
van Urk niet bekend was.
De officier releveerde, dat verdachte als
recidivist werd veroordeeld tot 5 dagen prin
cipale hechtenis was van meening, dat de
U. K. 185 viel onder vigeur van de scheep
vaartwet en vereenigde hij zich ten slotte met
de meening van den kantonrechter, requiree-
rende bevestiging van het gewezen vonnis.
Mr. Prins deed een aanval op de onvolle
digheid der dagvaarding, omdat nu niet
bleek, dat de aanhouding rechtmatig was en
meende pleiter dat allen daardoor de ver-
vijfentwintigjarig jubileum als directeur van
het schilderijmuseum vier?" vroeg Berner
met gemaakten ernst. „Eerlijk gezegd", ver
volgde hij met een diepen zucht, „wilde ik,
dat ik er zelf ook niets van wist, want ik hui
ver bij de gedachte aan al die eerbewijzen en
gelukwenschen, die me op dien dag wach
ten".
„In elk geval ben ik present om mijn ouden
vriend mede te huldigen", sprak Pohl op
warmen toon, Berner de hand reikende.
„Maar als we er niet toevallig over gespro
ken hadden, wed ik dat je met geen woord
over je jubileum had gerept."
„Waarom niet? Ik zou je toch zeker heb
ben geïnviteerd om te komen."
Den volgenden ochtend nam de professor
bij de Spreebank honderdvijftigduizend mark
in biljetten van duizend in ontvangst, welke
som hem in Pohl's kantoor in tegenwoordig
heid van den kassier werd uitbetaald.
„Op zoo'n buitengewoon snel voldoen aan
mijn verzoek had ik nauwelijks durven reke
nen en had daarom thuis gezegd, dat ik
eerst morgen zou terugkeeren", bekende de
professor, „maar nu deze zaak is afgedaan,
ga ik dadelijk na het middageten naar huis,
want ik heb in Berlijn overigens niets meer
te doen."
I (Wordt vervolgd).